„ARNHEM" ZEELAND. LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 10 NOVEMBER 1932. No. 266. ZEEUWSCH-VLAANDEREN O.D. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. EEN ZEEUWSCH REGENT UIT HET LAATST DER XVIIIe EEUW, Mr. J. H. Bybau. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Verbinding Vlissingen Neuzen. Ged. Statfen herinneren er aan dat in de vergadering van 19 Juli j.l. de be slissing inzake de al of niet voortzet ting van den dienst VlissingenNeu zen, ook na 1 Jan. 1933, doch alsdan geheel voor rekening der provincie Zee land, op voorstel van den heer De Pauw is aangehouden in afwachting van een door hem in de najaarszitting in te dienen motie. Volledigheidshalve merken Ged. Staten op, dat een motie als hier bedoeld reeds in de bijeenkomst door den heer De Pauw was ingediend doch door hem als gevolg van den loop der beraadslagingen, weder was inge trokken, Deze motie hield in, dat de dienst behoort te worden onderhouden met materiaal, dat aan redelijke eischen voldoet, en dat de afvaarttij- den zoodanig dienen gekozen te wor den, dat 's morgens voor acht uur uit Neuzen en 's avonds op een later tijd stip dan 4 uur uit Vlissingen kan wor den vertrokken. Feitelijk hebben de Staten zich dus nog niet uitgesproken over de vraag, of de dienst VlissingenNeuzen al dan niet en in het eerste geval geheel voor rekening der provincie, ook na 1 Jan. 1933 zal worden bestendigd, doch uit de gehouden besprekingen meenen Ged.Staten te mogen afleiden, dat in standhouding van dezen dienst de be doeling weer geeft van de overgroote meerderheid der Staten en zij meer be troffen de wijze waarop, dan de vraag of de dienst zal worden instand gehou den. Waar voorts subsidieering uit 's Rijks kas voor dezen dienst na 1 Jan. 1933 te eenenmale is uitgesloten, spreekt het vanzelf, dat instandhouding van den dienst voor rekening der pro vincie zal dienen te geschieden. Onder deze omstandigheden achtten Ged. Sta ten zich niet alleen gerechtigd, doch evenzeer verplicht voorbereidende maatregelen te treffen, teneinde be stendiging van den dienst mogelijk te maken. Daarvoor scheen het in de eer ste plaats noodig, zich een juist beeld te vormen van de financieele resulta ten, die door dezen dienst vermoede lijk zouden worden bereikt. Weliswaar komt als bijlage van het oorspronkelijk voorstel van 10 Juni j.l. een becijfering voor, waarin bij gebruik van een nieuw schip f 15.466 en van de Schouwen f 11.727 batig saldo wordt geraamd, doch in de eerste plaats berusten deze cijfers op ramingen en in de tweede plaats is bij opzet er van uitgegaan van een verdeelingsbasis der kosten tus- schen de lijn VlissingenNeuzen en de overige lijnen op de Westerschelde, waaromtrent nog niet vaststond, of het Rijk dat daarbij, voor zooveel die ove rige lijnen betreft, betrokken is, zich er mede zou kunnen vereenigen. Ged. Staten richtten zich ter zake tot den Minister van Waterstaat en wezen er op, dat het aandeel van den dienst. VlissingenNeuzen in de kosten van algemeen beheer van den Westerschel- de-dienst in hoofdzaak berekend is naar evenredigheid van het aantal rei zen, welke op dit traject en op de an dere gemaakt worden. Het wilde Ged. Staten voorkomen dat deze verdeeling meer overeenkomt met de werkelijk heid, dan voorheen het geval was. De minister merkte in zijn antwoord oj3, dat uitsluitend rekening is gehouden met de kosten van één schip. Er zal volgens den minister niet op gerekend mogen worden, dat kosten van onderhoud enz. van buiten dienst gestelde schepen geheel ten laste van den Westerscheldedienst, waarin het het Rijk een deel der verliezen draagt, mogen worden gebracht. Afschrijving, onderhoud enz. van schepen, die tot nu toe geregeld op de lijn Vlissingen Neuzen dienst deden, zal voor reke ning der Provincie komen. De minister wees er verder op, dat deze lijn twee maal zoolang is als de lijn Hoedekens- kerkeNeuzen en driemaal zoolang als elk der lijnen VlissingenHansweert en HansweertWalsoorden. De maat staf van 154/174 voor rekening van den Westerscheldedienst is onbillijk en be hoort gewijzigd te worden. Ter nadere overlegpleging had een commissie uit Ged. Staten op 1 en 19 Sept. op het departement een bespre king met enkele hoofdambtenaren. Het uiteindelijk resultaat is neergelegd in een schrijven van Ged. Staten dd, 23 Sept. aan den heer mr. H. J. Silvergie- ter Hoogstand, administrateur aan het ministerie van Waterstaat, waarbij Ged. Staten er op wijzen, dat nog twee punten onbeslist waren gebleven. Ged. Staten willen accoord gaan met een verdeeling der kosten naar evenredig heid van de ontvangen vrachten. Hoe wel het aandeel van 15 pet, hun nog vrij hoog voorkomt. Zij blijven echter unaniem van oordeel, dat de nieuwe dienst VlissingenNeuzen niet behoort bij te dragen in de rente en aflossing van de oude schepen. Met nadruk ves tigden zij er de aandacht op, dat deze kwestie, welke trouwens van voorbij- gaanden aard is, omdat de booten bin nen enkele jaren zullen zijn afgeschre- tot moeilijkheden en financieel nadeel voor het Rijk aanleiding kan geven. Wanneer in den eisch om bij te dragen wordt volhard, zouden Ged, Staten zich met het oog op den toestand der pro vinciale fondsen wellicht genoodzaakt zien aan de Staten voor te stellen, de bedoelde lijn na 31 Dec. 1932 niet te handhaven. Daarvan zou dan het noodwendig ge volg zijn, dat alle kosten, dus ook die welke anders gedeeltelijk ten lafste van die lijn, dus ten laste der Provincie zouden komen, voor 80 pet, door het Rijk zouden moeten worden gedragen. De Minister van Waterstaat vond in 't verloop der besprekingen aanleiding om aan zijn ambtgenoot van Financiën te verzoeken, een accountant te willen aanwijzen, ten einde een schema te ont werpen van een billijke verdeeling van kosten enz., welk onderzoek heeft plaats gehad, zoodat een nadere beslis sing van den Minister als 't ware elk oogenblik kan worden tegemoet gezien. Om de staten te kunnen laten beslis sen meenden Ged. Staten niet langer daarop te mogen wachten en zij hebben ook aanleiding te mogen verwachten, dat ten slotte een oplossing gevonden zal worden, die ook voor de Provincie aanvaardbaar is. Zij hebben daarmede bij het ontwerpen der begrooting voor dezen dienst rekening gehouden. Hierop komt een geraamd tekort voor van 6500, omdat men thans nauwkeuriger kon ramen en er rekening mede kon houden, dat deze lijn geen post meer zal vervoeren. Ged. Staten stellen voor tot voorloopige instandhouding der lijn te besluiten, omdat eerst de feiten zul len kunnen bewijzen of inderdaad de lasten van de instandhouding voor de Provincie niet te zwaar blijken. Even min achten zij 't raadzaam den dienst op de lijn uit te breiden en ook niet om een nieuw schip er voor te bouwen. Voorlqopig zal de dienst met het s.s. „Schouwen" en op den bestaanden voet dienen te worden uitgeoefend; blijkt zijn levensvatbaarheid in voldoende ma te, dan ware nader te overwegen of in de eene, dan wel in de andere richting verbetering mogelijk is. Havenkanaal en zwaaiplaats te Zierikzee, Ged. Staten achten het gewenscht, dat ter bevordering van een behoorlij ke uitoefening van den Provincialen stoombootdienst op de Ooster-Schelde te meer, nu er een nieuwe grootere boot dan de tegenwoordige in de vaart zal komen, dat vanwege en voor reke ning der Provincie weder voorwaarde lijk gedurende een termijn van 5 jaren, aanvangende 1 Januari 1933, tegen de door de gemeente Zierikzee toegezegde bijdrage van 1000 en als de nieuwe boot in de vaart is van 1500, worde gezorgd voor het op behoorlijke diepte houden van het bedoelde havenkanaal en de zwaaiplaats der boot. Zij stellen voor daartoe te besluiten. Verhooging crediet bouw motorschepen. Ged. Staten herinneren aan het be sluit van 19 Juli j.l. tot het verleenen van credieten van resp. 350.000 en 175.000 voor den bouw van twee mo- torveerbooten voor den dienst op de Westerschelde en een voor dien op de Oosterschelde. Zij hebben een onder- handsche aanbesteding gehouden voor den bouw der beide in de eerste plaats bedoelde schepen, waarbij verschillen de, hier te lande gevestigde scheeps bouwmaatschappijen zijn, uitgenoadigd. Uitdrukkelijk behielden Ged. Staten zich de vrijheid voor, den bouw niet of niet aan den laagsten inschrijver te gun nen en de uitslag van de aanbesteding gaf hen aanleiding, van die bevoegdheid gebruik te maken. Zij hebben daarna, mede gelet op de in de laatste Staten- zitting aangenomen motie, waarin Ged, Staten met den meesten aandrang wor den uitgenoodigd te willen bevorderen, dat de bouw der drie schepen, bestemd voor den Provincialen Stoombootdienst opgedragen wordt aan een in Zeeland gevestigde fabriek; besprekingen ge opend met de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" ten einde zoo mogelijk te bereiken, dat aan deze maatschappij de bouw der drie bedoelde schepen zou kunnen worden gegund, De uitslag dier besprekingen is ten slotte, dat „de Schelde'.' zich bereid heeft verklaard de ze schepen te bouwen, mits haar, bo ven het reeds voor den bouw beschik baar gestelde crediet, uit de Provinciale Fondsen een bedrag van 3ÖÖ0 per schip worde uitgekeerd. Dit bedrag dient dan, voor: de berekening van de bouwsqm en van de mede daarop steu nende exploitatiekosten, buiten beschou wing te worden gelaten. Ged. meenen, dat de Staten tegen een dergelijke ver hooging wel geen bezwaar zullen heb ben en stellen voor de credieten te ver- hoogen tot f 356.000 en 178.000. Begrootingen wegenfonds. Ter goedkeuring bieden Ged. Staten aan de begrootingen 1933 van het Prov. wegenfonds, met een eindcijfer van 2.925.000 en f 55.000 onvoorzien en van het Wegenonderhoudsfonds met 'n eindcijfer van 38.673.32. RAAD VAN AXEL. AXEL. Dinsdagmiddag hield de raad alhier een openbare vergadering onder leiding van den burgemeester. Voor kennisgeving werd aangenomen het verzoek van de Prov. Commissie voor werkloozenzorg om tijdig zorg te dragen, dat voor den winter plannen voor werkverschaffing aanwezig zijn, B. en W. deelden mede, dat behalve enkele kleine karweien er geen omvang rijk werk is aan te wijzen in de ge meente. Naar aanleiding van schriftelijke vra gen van den heer Verschelling aangaan de z.i. willekeurige te werkstelling van werkkrachten door den directeur der gasfabriek, antwoordde de Voorzit ter namens B, en W. dat hun bij on derzoek daarvan niets gebleken was. Los personeel wordt via de arbeidsbeurs! genomen, waarbij de directeur handelt I zooals hem door B, en W. is opgedra gen, na advies der gascommissie. Dat voor het opnemen der muntme ters een ongehuwd niet kost-winner wordt genomen, is juist. Het komt hun voor dat daarvoor niet alle werkloo- zen geschikt zijn. Het voorstel J. de Feijter Lz., om het salaris der wethouders met 10 pCt. te verlagen, werd verworpen wegens sta king van stemmen, daar over dit punt ook de vorige vergadering de stemmen hadden gestaakt. De heer 't Gilde trachtte nu een motie in te dienen, waarbij wordt over wogen, dat Ged. Staten geen nota ne men van de adviezen der gemeenten, doch toch in overweging wordt gege ven om de salarissen van burgemeesters, secretarissen en ontvangers meer wor den geregeld in overeenstemming met de tijdsomstandigheden. De Voorzitter weigerde echter deze motie in behandeling te nemen, als zijnde niet aan de orde. Als keurmeesters voor de te houden jaarlijksche vee- en paardenmarkt wer den gekozen de heeren P. de Klerk, C. Michielsen en J. K. de Putter. Met 11 tegen 1 stem werd besloten om aan de American Petroleum Com pany desgevraagd vergunning te ver leenen om een benzinepomp te plaat sen in de Kerkdreef nabij de Geref. Kerk. De heer van Kampen stemde hierte gen, le omdat hij er gevaar in zag we gens de daar loopende tramlijn; 2e we gens ontsiering en 3e omdat de moge lijkheid niet is uitgesloten, dat de ver koop van benzine daar ook „ontstich ting" (wegens verkoop op Zondag bij de kerk) veroorzaakt. Een verzoek om den grondslag biljar ten in de personeele te laten vervallen of te verlagen werd als ongezegeld ter zijde gelegd, onder opmerking dat toch wordt geadviseerd tot afwijzing. Zonder hoofdelijke stemming werd besloten om den gasprijs vast te stellen als volgt: Gewoon- en Muntgas voor Axel: de eerste 25 m3 tegen 13 cent per m3; alle volgende tegen 10 cent per m3; voor Neuzen resp. 14 en 11 cent. Voor kachelgas 5 cent per m en in- dustriegas de le 100 mi! 7 cent per m3 en volgende 5 cent. Bij het vaststellen der gemeenlereke- ning merkt de heer V erschelling op, dat de nieuwe straatweg blijkt zeer duur te zijn geweest in verband met de 3) de basis voor een zorgenvrij bestaan. Inspecteur: G. LINDENBERGH, MIDDELBURGSCHESTRAAT, GOES. (Ingez. Med.) kwaliteit der steenen. De weg ligt een goed jaar, en eer we een jaar verder zijn zal de weg versle ten zijn, en dat voor een kostprijs van 43 per 1000 steenen, zei spr. Bij de rondvraag kwam de heer 't Gilde nog terug op zijn motie, omdat hij wilde, dat de raad zich omtrent de hooge salarissen uitsprak. De V oorzitter antwoordde, dat die motie eerst in de volgende vergade ring kan behandeld worden. Contact-commissie voor Werkloozenzorg, Men schrijft ons: De eerste vergadering van de eenigen tijd geleden ingestelde commissie voor werkloozenzorg, gehouden in het ge meentehuis van Breskens werd geopend door den heer dr. J. G. Ramaker, voorzitter der commissie, die daarbij o.a. als volgt sprak: „De taak van de commissie om de gemeentebesturen bij le staan in hun zorg voor onze werklooze medeburgers is uitermate moeilijk. Moeilijk om meer dan één reden. Soms ontbreekt het in zicht, dat het er in deze tijden aller eerst op aan komt de volkskracht zoo veel mogelijk op peil te houden, soms ook verleenen de betrokkenen niet de medewerking, waarop door de gemeen tebesturen aanspraak gemaakt mag worden. Moeilijk is de taak der com missie ook daarom vooral, omdat ieder voorstel noodzakelijk gebrekkig is, noodzakelijk op bezwaren stuiten moet. Zoo is het een beklemmende gedachte, dat de uitgaven voor werkloozenzorg bestreden moeten worden door belas tingen, wier heffing op den duur tot verminderde werkgelegenheid, tot ver minderde kapitaalvorming leidt. En toch zal juist de kapitaalvorming een machti ge factor zijn om in de toekomst de pro ductiviteit van den arbeid weer op te voeren. Dezer dagen v.iel mijn oog op een uitspraak van den bekenden Delft- schen groot-industrieel van Marken: de werkgever heeft de plicht zijn arbeiders te helpen met ieder middel, waar hij de beschikking over heeft: zijn hart, zijn verstand, zijn geld. Onwillekeurig dacht ik aan de verhouding, waarin thans de gemeentebesturen tegenover hun werk looze ingezetenen staan; welhaast nie mand zal ontkennen, dat zij, die buiten hun schuld werkloos zijn, een zedelijk recht op ondersteuning kunnen doen gelden; welhaast niemand zal ontken nen, dat het verleenen dezer onder steuning behoort te geschieden met 'n warmkloppend hart; welhaast niemand ook zal ontkennen, dat ondersteuning tevens een zaak des verstands is, en hulpbetoon, dat onvoldoende Tekening houdt met de economische feiten, nood- door O 4.) Eén oogenblik had nu blijkbaar de meer radicale richting de overhand, maar het inrichten van een nieuwe staatsorde schijnt toch niet zoo gemakkelijk te zijn gevallen. Eer nog een maand om was had men er al weer genoeg van. 20 Juni is de vorenver- melde Municipaliteit door het volk vervallen ver klaard. En den dag daarna, 21 Juni, schrijft Van Stapele: „benoemd als representant in het stads bestuur tot 13 Mei 1796". Dit jaar 1795 is dus wel een tijdperk van onrust geweest. Maar andererzijdswanneer wij denken aan de gruwelijke excessen die in de ons omringen de landen in de laatste jaren hebben plaats gehad, en de felheid waarmede het revolutionnair geweld daar woedde en deels nog woedt, dan doet het bijna koddig te zien, hoe toen als het ware revolutie werd gespeeld. Men theoretiseerde en vergaderde, hield naar Hollandschen trant de meest zwaarwichtige redevoeringen, zette regeeringen af, en koos in die plechtige vergaderingen weer nieuwe, maar op het schavot werden de oude regenten niet gebracht De bordjes werden verhangen, doch eigenlijk ten slotte alleen de naambordjes. In plaats van Burge meesters en Schepenen kwamen Municipaliteiten met Representanten in het Stadsbestuur. De Heeren Staten werden Representanten van het Volk van Zeeland, de Gecommitteerde Raden een Comité van Algemeen Welzijn. Overigens bleef men zoo zeer aan het oude gehecht, dat nu zelfs de aanstelling wederom zou eindigen en dit is wel heel merk waardig en getuigt van een weinig radicale hervor mingsgezindheid op den 13en Mei, Sint Servaas- dag, den dag, waarop volgens het oud privilege, Burgemeesters en Schepenen opnieuw gekozen wer- den. Twee jaar lang blijft deze toestand bestaan. Wel waren speciaal in Holland meer vooruitstrevende geesten werkzaam, men wilde sneller naar den eenheidsstaat, maar in Zeeland, waar het par ticularisme van ouds zeer sterk ontwikkeld was, had deze beweging nog weinig kracht. In 1796 en 1797 volgen weder twee nieuwe be noemingen. De eerste tot president van het College van Ju stitie, het oude ambt van Burgemeester binnen de Vierschaar. De tweede tot President van de Municipaliteit, eerste Regeerend Burgemeester dus. En beide be noemingen hebben weder plaats volkomen naar den ouden stijl: op 13 Mei. Maar dit is dan ook de laatste maal, dat die datum 13 Mei in het dagboek voorkomt. Het onge duld bij degenen, die definitief van het oude afwil den, groeide. De talmende Nationale Vergadering werd door de bekende Staatsgreep van Daendels in Januari 1798 omgezet in de Constitueerende Ver gadering representeerende het Bataafsche Volk, en het door deze vergadering benoemde Intermediair Uitvoerend Bewind tastte stevig door. Er kwam nu inderdaad een meer radicale wijziging. Ook thans weder werd een agent naar Tholen gezonden. En: „op 11 Maart 1798 wierd de geheele Municipaliteit door een Commissie uit het Intermediair admini stratief Bestuur met concurrentie van den agent Van Schelle, daarbij present, verklaard ontbonden te zijn; Zijnde ik niet weder benoemd." Nu was werkelijk met het oude gebroken. In den loop van 1798 komt de nieuwe staatsregeling voor het Bataafsche volk tot stand, die inderdaad alles grondig verandert. Zelfs Zeeland bestaat nu niet meer, maar is een deel geworden van het Departe ment van Schelde en Maas. Dit Departement moest evenwel ook weer een Bestuur hebben. Het ging nu alles heel anders dan vroeger; het was allemaal democratisch ingericht. Er waren grondvergaderin gen, die kiezers afvaardigden, en deze kiezers ko zen in hunne vergadering de 7 Departements. Be- stuurderen. Geheel van onderop dus, juist anders om dan voorheen, toen de zittende Magistraten voordrachten maakten voor hun opvolgers. En het resultaat? De traditie is taai in Zeeland Op een kiezersvergadering, bestaande uit 61 grondvergaderingen, den 20 December 1798 te Cort- gene gehouden, werd Johan Cornelis van Stapele benoemd tot lid van het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas. Men kan zich niet onttrekken aan den indruk, dat de Zeeuwen, nu ja, wel mee moesten doen, om dat er nu eenmaal een omwenteling was, en dus ook hier de oude vormen werden gewijzigd, maar toch eigenlijk onder de oude bewindslieden zeer wél te moede waren geweest. Bij elke wisseling komen steeds de oude Heeren weder aan het Bestuur Voor Van Stapele bracht deze benoeming wel een groote verandering mee. Van het Stadsbestuur was hij thans in het gewestelijk Bestuur overgegaan en een verhuizing naar Middelburg was daarvan het gevolg. Doch dit is een verandering, die geheel valt binnen het gewone kader. Ook onder de oude be deeling zou het lidmaatschap van Gecommitteerde Raden voor hem in de normale lijn der ontwikke ling hebben gelegen, en dat zou hetzelfde gevolg hebben gehad. Ondanks den waarlijk grondigen ommekeer die in het leven van den Staat had plaats gehad, want die valt stellig niet te ontkennen was dus bij alle wisseling en onvastheid de verandering in het per soonlijk leven der burgers niet zoo heel groot. De genen, die gewend waren aan het staatsbestuur deel te nemen, bleven dit ook na de omwenteling doen. Enkele zeer geprononceerde figuren moesten het natuurlijk wel ontgelden, en de zeer besliste Oran jeklanten werden geweerd, maar dat was de oude tegenstelling die niet in de revolutie haar grond vond. Overigens, nu de Regenten werden gekozen in plaats van door den Stadhouder of door eigen coöptatie benoemd, zocht 't thans souvereine Volk toch zijn regeerders uit dezelfde klasse als voorheen. En nu vergete men niet, dat met de staatsregeling van 1798 het diepste punt van democratie was be reikt; daarna gaat het al weer in behoudende rich ting. Wel, ik heb het woord daareven al ge- «Sf* bruikt was er een groote onvastheid. Alles stond geweldig op losse schroeven. Nauwelijks was een college behoorlijk aan het werk, of het werd weer gereorganiseerd of afgezet en door een ander ver vangen. Waar echter, zooals uit deze levensbeschrij ving blijkt, bij al dit onvaste er toch zulk een sta biliteit was in de bezetting der ambten, zal, althans in Zeeland, de onrust in de harten wel niet zoo heel groot zijn geweest en de continuïteit zoowel in het Bestuur als in het maatschappelijk leven, belang rijk grooter dan wij oppervlakig en ons spiegelend aan den tegenwoordigen tijd zouden denken. Wel onvastheid; het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas was in Maart 1799 te Middel burg geïnstalleerd. Men lootte over de aftreding. Van Stapele viel reeds in het eerste jaar uit, maar een te Goes gehouden kiezersvergadering herkoos hem vlot en daar zal hij dus, zooals hij zelf aantee- kent: voor drie jaren. Voordat de drie jaren om waren, was intusschen de staatsregeling van 1798 vervangen door die van 1801 en den 21sten Juni 1802 is het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas ontbonden en vervangen door het Depar tementaal Bestuur van Zeeland. Even een schok dus en eenige vrees allicht. Want dit nieuwe Departementaal Bestuur werd niet als het vorige door de kiezersvergadering benoemd, doch aangesteld van Den Haag uit door het Staats bewind. Zelfs heeft die vrees ruim een week ge duurd. Het besluit van het Staatsbewind toch van 6 Juni, waarbij de leden van het Bestuur benoemd werden, vermeldde Van Stapele niet, maar dan lezen we weer in de aanteekeningen: „ben ik bij Besluit van datzelfde Bewind van den 15 dito daar aan mede tot lid van dat Bestuur aangesteld, en op vermelde 21 Juni, geïnstalleerd". Bij al die onvast heid dus toch weer de vaste lijn Ook Van Stapele's benoeming eenige maanden tevoren tot lid van de Commissie tot het Ontwer pen van den Voet- en Inrichting van het Bestuur van het Departement van Zeeland duidt daarop. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5