ZEELAND. rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 8 NOVEMBER 1932, No. 264. MIDDELBURG. WALCHEREN. EEN ZEEUWSCH REGENT UIT HET LAATST DER XVIIIe EEUW. Mr. J. H. Bybau. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTE RAAD VAN MIDDELBURG. Begrooting 1933. B. en W. van Middelburg hebben aan <den gemeenteraad aangeboden de be grooting voor 1933. Deze wijst voor den gewonen dienst aan f 1.737.903.71 in ontvang en uitgaaf met een post voor onvoorzien van f 30.042.86. De kapitaal- dienst geeft een eindcijfer aan van f 513.550.52. B, en W. wijzen er op, dat evenals in de meeste andere gemeenten ook te Middelburg den financieel toestand ver Te van rooskleurig is. Ook hier wor den voor werkloozen- en armenzorg in de ruimste beteekenis abnormaal groo- te offers gevraagd, terwijl daartegen over juist als gevolg van de groote werkloosheid en de slechte economi sche omstandigheden, de opbrengst der verschillende belastingen een tamelijk sterke daling vertoont. Een en ander ♦leidde er B. en W. toe zooveel moge lijk te bezuinigen. Maar tenslotte zagen zij zich toch nog geplaatst voor een te kort van rond f 89.000. Nauwkeurig hebben B. en W. overwogen op welke wijze dat tekort te .dekken zou zijn Drie middelen kwamen daarvoor in aanmerking, nl. belastingverhooging; gebruik van een gedeelte der reserve's van het electriciteits- en het gasbedrijf, salarisverlaging van het gemeenteper- soneel. Zij hebben gemeend het laatste middel vooralsnog niet te moeten toe passen. Een deel der korting (verhaal pensioensbijdragen), waartoe in de raadsvergadering van 27 April j.l. werd besloten, nml. het verhaal van 3 pet. voor eigen pensioen, zal eerst gaan wer ken met ingang van 1 Jan. 1933. Zou met ingang van dien datum opnieuw een wedde-vermindering worden toe gepast, dan zou feitelijk een dubbele korting in werking treden, hetgeen zeer zwaar op de betrokkenen zou drukken, en het pensioenverhaal van 8% pet. tot f 3000 en 3 pet. boven f 3000 is groo- ter en drukt derhalve zwaarder dan de door het rijk vastgestelde korting van 3 pet. tot f 2000 (ongehuwden f 1000) en daarboven 5 pet., terwijl bovendien de salarissen van het gemeenteperso- neel in het algemeen lager en niet on belangrijk lager zijn dan die van het rijkspersoneel of van het personeel der Provincie, zelfs al zou voor dat perso neel de nader te noemen 5 pet. korting ingaan. Een salariskorting van het ge- meentepersoneel treft niet dat deel, hetwelk gesalarieerd wordt naar een rijksregeling, b. v. onderwijspersoneel, of waarvan de wedde wordt vastgesteld door anderen dan den raad, zooals burgemeester, secretaris enz. Daardoor ontstaat een niet te ontkennen onbil lijkheid in de behandeling van uit een zelfde begrooting bezoldigd personeel. De bij de rijksbegrooting in uitzicht gestelde mogelijkheid van een verder verhaal ten beloope van 5 pet. van den pensioensgrondslag is nog niet wettelijk vastgesteld en kan dus nog niet wor den toegepast. Zonder twijfel zullen B. en W. een voorstel doen tot verhoogde korting, als in den loop van 1933 mocht blijken dat een vermindering van uitgaven noodzakelijk is, alleen reeds op dezen grond, dat het evenwicht in de begroo ting alsdan niet meer op andere wijze zou verkregen kunnen worden. In de buitengewone omstandigheden, onder welke de gemeente verkeert, achten B. en W. het noodzakelijk voor het sluitend maken der begrooting de reserves der bedrijven voor een ge deelte aan te spreken. Zulks komt hen geoorloofd voor, om dat deze reserve, hoewel wenschelijk, tot hun tegenwoordige bedragen niet strikt noodzakelijk zijn voor de bedrij ven, en wat het zwaarst is het zwaarst moet wegen. B. en W. stellen daarom voor uit de reserve van het electriciteitsbedrijf f 25.000 te nemen en uit die van het gasbedrijf f 10.000. Met het oog op de volgende begrootingen, die naar alle waarschijnlijkheid nog minder gemak kelijk sluitend zullen kunnen worden gemaakt dan die voor 1933, zouden grootere bijdragen niet verantwoord zijn. Ten slotte blijft dan nog een bedrag van f 54.000 over, te dekken uit belas tingverhooging. B. en W. ontveinzen zich niet, dat zulks een belangrijke vermeerdering van belastingdruk voor de ingezetenen beteekent, waartoe zij noode het voorstel doen. Men zal zich daarin dienen te schikken in de hoop op deze wijze door de kwade jaren heen te komen. Het komt het beste voor de belastingverhooging te verdee- len over de 3 eenige belastingen, die daarvoor nog in aanmerking komen. Op deze wijze worden onbillijkheden, die bij iedere belasting voorkomen, tot de geringste proportiën teruggebracht. B. en W. stellen daaromvoor de op centen op de Gemeentefondsbelasting te verhoogen van 80 tot 100. De op brengst ramen zij op f 22.500. Aange zien de overige heffingen tot redelijke bedragen zijn opgevoerd, verwachten zij dat daartegen bij de hoogere auto- rieiten geen bezwaar zal bestaan. Zij achten het niet gewenscht, Middel burg te plaatsen in de 3de klasse dezer belasting, waardoor voor Middelburg te lage inkomens er bij betrokken wor den, wat, naast het bezwaar van ver meerdering van druk voor de kleine inkomens ook bezwaren van belasting- technischen aard met zich zou brengen. Voorts stellen zij voor de opcenten op de personeele belasting te verhoo gen met 30 en op de straatbelasting 30 opcenten te heffen. Aan dit laatste ge ven zij de voorkeur boven een wijzi ging van het tarief, opdat, zoodra daar toe gelegenheid bestaat, weer tot af schaffing kan worden overgegaan. De hoogere opbrengsten schatten B. en W. op f 21300 resp, f 10.500. Door vorenge noemde maatregelen is dan het even wicht in de begrooting verkregen. Zooals zij reeds opmerkten, hebben B. en W. zooveel mogelijk de uitgaven beperkt. Zulks komt vooral ook uit bij de raming van de onderhoudsposten op de begrooting van gemeentewerken. Het eindbedrag, voor deze werken uitgetrokken is ruim f 30.000 lager dan het eindbedrag op de begrooting voor 1932. Dit wil niet zeggen, dat op die begrooting geen enkele zoogenaamd buitengewoon onderhoudswerk zou voorkomen. Er zijn werken die geen uitstel kunnen verdragen, wil niét de zuinigheid de wijsheid bedriegen. In drie vacatures, resp. van timmerman, werkman en tuinman zal niet worden voorzien, Begon de begrooting 1932 met een batig slot der voorlaatste rekening van f 69212,50 en een praelevement ad f 40,000, de begrooting 1933 opent met een batig slot der voorlaatste rekening van f 87336.82, waarvan volgens schrij ven van Ged, Staten nog f 29.000 voor 1934 is te reserveeren, zoodat de net- to-bate f58336.82 of f50.788.68 i der dan in 1932 bedraagt. Een veranderde boekingswijze is ge volgd ten aanzien van den post „Uit- keering aan den Dienst van gemeente werken, wegens voor de gemeente ver richte diensten van algemeenen aard". Het geldt hier verstrekken van advie zen, maken van plannen en begrootin gen enz,, voor werken, die tenslotte niet of eerst in volgende jaren tot uit voering komen. De juiste manier is deze kosten te doen drukken op den gewo nen dienst van de gemeentebegrooting van het jaar, waarin de bedoelde werk zaamheden plaats hebben, welke boe- kingsgewijze thans dan ook gevolgd is. De jaarwedde van den Commandant der Brandweer is verhoogd met 50, omdat de jaarwedde is vastgesteld op een belangrijk lager bedrag dan oor spronkelijk begroot was en toen niet in aanmerking is genomen de pensioenpre mie van 51, terwijl de tegenwoordige functionaris in verband met zijn leef tijd wel nooit recht op pensioen zal kunnen doen gelden. Het rijk heeft de huur van de Rij school ad 500 per jaar opgezegd en trekt de gemeente thans geen revenuen meer, terwijl de pikeur tegen 1 Juli '33 eervol ontslag heeft gekregen. Burg. en Weth. zien geen enkele reden meer aanwezig dit instituut langer te hand haven, en stellen voor het met ingang van 1 Juli 1933 op te heffen. Daarmede komt ook de zgn. burgerweide ter vrije beschikking van de gemeente en krijgt zij ook de huur van een deel daarvan van de Vereeniging voor volkstuintjes „Kweeklust', Aangezien de inrichting van een Wo- ningbeurs voor Middelburg niet ver plichtend is gesteld en tegenwoordig het belang van een dergelijke beurs zeer gering is, stellen Burg. en Weth. voor haar met 1 Januari 1933 op te hef fen en het salaris van den directeur te brengen op dat wat hem als directeur van den Dienst der Werkloosheidsver zekering is toegekend. Voor subsidie aan werkloozenkassen moesten Burg. en Weth, f 27200 ramen, een stijging met rond 20.000 gerekend naar de „normale" jaren tot en met 1930. Volgens de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur moeten Burg. en Weth. de subsidie daaraan ramen op 136.400, zijnde weer 16.800 hooger dan voor 1932. Als geraamd exploita tietekort voor de Godshuizen is uitge trokken het op de begrooting 1932 dier instellingen geraamde tekort, vermin derd met de vermoedelijke bate wegens het ingevoerde pensioenverhaal. Waar naar alle waarschijnlijkheid het over '32 geraamde tekort zal worden overschre den, hebben Burg. en Weth. bij den post „Onvoorzien" daarmede rekening ge houden. Op toegekende subsidiën hebben B. en W. verminderingen geraamd voor: Afd. Zeeland Ned. Ver. tot bescher ming van dieren; plaatselijk drankweer- comité; Vereeniging „Eerste Zeeuwsche school- en werktuinen; Middelburgsch Muziekkorps 500); Armen naai- en breischool; bijzondere bewaarscholen, terwijl geheel zijn geschrapt het subsi die aan de vereeniging tot oprichting en exploitatie van een reizend Drank- weermuseum en de contributie van het Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en Stedenbouw. De subsidie voor drie bijzondere be waarscholen aan Vlasmarkt, Schuitvlot- straat en Bree bedraagt 3000 per jaar. Daar echter de aantallen leerlingen dier scholen vrij groote verschillen aan geven, stellen Burg, en Weth, voor te bepalen f 30 per leerling tot een maxi mum van 3000. Burg. en Weth. hebben bezwaar te gen inwilliging van het verzoek van het bestuur der Vereeniging „Openbare Leeszaal en Bibliotheek" om subsidie- verhooging van 2640 op 3702, doch meenen wel dat een uitzondering voor deze vereeniging moet worden gemaakt op het voorstel om de subsidiën in het algemeen te verminderen en stellen zij eenzelfde bedrag als voor 1932 voor. De ramingen voor Steunverleening en Werkverschaffing brengen allerle' moeilijkheden met zich, bij gebrek aan voldoende eggevens en houden deze pos ten bovendien ten nauwste verband met elkaar. Tenzij de werkloosheid nog in belangrijke mate mocht toenemen, zijn Burg. en Weth. er van overtuigd, dat de thans geraamde bedragen voor 1933 voldoende zullen blijken te zijn. In verband met den moeilijken finan- cieelen toestand zullen Burg. en Weth. na afloop van den thans in gang zijnden cursus nader overwegen of met het oog op het gering aantal leerlingen, het openbaar vervolgonderwijs niet kan worden opgeheven. Het nog aanwezig zijn van één boventallige leerkracht aan school J, waardoor ook voor het bijzon der lager onderwijs belangrijke bedra gen moeten worden uitgekeerd, heeft in verband met het ingediende spoed-ont- werp tot wijziging van de L. O.-wet '20, de aandacht van Burg. en Weth. Zoo spoedig mogelijk zullen zij te dier zake nadere mededeelingen aan den raad doen. Ziekenhuisverpleging op Walcheren. De Vereeniging Ziekenhuisverpleging op Walcheren houdt een buitengewone algemeene vergadering op Zaterdag 19 November des namiddags te 3 uur op de bovenzaal der sociëteit „St. Joris" te Middelburg, ter behandeling van een voorstel van het Centraal Bestuur tot het aangaan van een overeenkomst met de gemeente Vlissingen ten aanzien van de beide te Vlissingen gevestigde Vereenigingen voor Ziekenhuisverple ging- Deze overeenkomst houdt in, dat de gemeente Vlissingen in het reservefonds der vereeniging een som stort van 80 cent per lid, kinderen, ook niet-betalen- de kinderen, met leden gelijk te stellen, dat op 1 Januari 1933 overgaat naar de vereeniging, op voorwaarde, dat deze overgang collectief plaats heeft. Deze som wordt verhoogd met 750 rente en verminderd met het bedrag der reserve fondsen en batige saldi der exploitatie rekening 1932 van beide Vlissingsche vereenigingen. Jaarlijks betaalt Vlissin gen 1000, te beginnen 1 Januari 1933. De Vereeniging verbindt zich de leden der beide Vlissingsche vereenigingen, welke sinds 1 October 1932 lid zijn op 1 Januari 1933 over te nemen met gelijke rechten eri plichten als eigen leden. Zigeuners. Men schrijft aan de N.R.C. uit Zeeuwsch-Vlaanderen: Sedert eenige dagen vertoonen zich weer troepen zigeuners in het Belgi sche grondgebied, voornamelijk in het licht beboschte terrein. De politie houdt evenwel streng toezicht, dat zij de Zeeuwsch- Vlaamsche grens niet overschrijden. Ontvangsten Plaatselijk Crisis- Comité van 31 October tot en met 5 November 1932: Bureau Personeel Vrijwillige Land storm Inst. der Vooroef. 0.75; N V. V. 2,65; Knapenver. afd. 2 0,30; Weke- lijksche collecte 85.32; Wekeiijksche bijdrage Gymnasium 1,87; Maandelijk- sche Bijdragen; J. H. C. 1,Een ge deelte van het te Middelburg wonende Personeel der P.Z.E.M. kantoor Middel burg 13.50; Ulo School voor Jongens 2,53; A. D. 2.50; Zusters Gasthuis 5.75; J. v. D. 0,40; P. S. 0.50; A. J. V. 1.—; Gez. d. J. 0.50; L. A. 0.50; J. P. D. 0.50; P. J. B. 1.—; J. H. H. 0.50; ds. A. L. 1.Fam. N. P. D. 2.50; J. G. V. 0.50; W. v. A. 0.50; C. d. N. 1.—; F. M. 2.50; P. M. 0.50; P. S. 1.F. v. d. P. 1.J. B. 1; E. J. P. 0.50; F. V. 0.10; A. D. 0.50; C. d. V. f 0.50; P. v. d. O. 0.50; J. V. 0.50. Het gironummer van den Penning meester is 188020. Bij ons bureau te Middelburg zijn de volgende giften ontvangen: Personeel Fa. Schulte en Thieme 2.63; Personeel Fa. S. Wiener en Co. 15.27. RAAD VAN BIGGEKERKE, Nieuwe commissie voor werk- schaffing. BIGGEKERKE. De gemeenteraad kwam Maandagmidag in voltallige zit ting bijeen. Medegedeeld werd, dat het bedrag der korting op de uitkeering uit het gemeentefonds voor drie jaren is vastgesteld op f 89. Het adres van Sint-Maartensdijk in zake de vermindering der jaarwedden van de burgemeesters, secretarissen en ontvangers wordt op voorstel van B. en W. voor kennisgeving aangenomen, aangezien Ged. Staten ook reeds het verzoek hebben terzijde gelegd. Een verzoek van W. A. de Witte om vermin dering der pacht van het voormalige vroon met 25 pet, en een gelijk verzoek van J. Marijs om een vermindering van 30 pet. voor het verlaten kerkhof te Krommenhoeke wordt op voorstel van B. en W. ingewilligd, daar verminde ring billijk wordt geacht. Op een verzoek van den A.N.W.B. om toe te treden als donateur tegen een jaarlijksche bijdrage van f 25 stellen B. en W. voor niet in te gaan, doch ge zien het groote belang van den bond voor het verkeer een bijdrage van 10 per jaar te verleenen. B. en W. meenen dit bedrag te kunnen vinden door schrapping van de subsidie aan de Ver eeniging voor Vreemdelingenverkeer op Walcheren daar zij meenen dat het vreemdelingenverkeer ook door den A. N.W.B. wordt gediend. Een voorstel van den heer Dommisse om beide vereeni gingen 5 te geven wordt niet gesteund, waarna dat van B. en W. wordt aan genomen. Op voorstel van B. en W, wordt be sloten aan den oud-rijksveldwachter De Moor een aandenken te geven als be wijs van waardeering voor de diensten door hem aan de gemeente bewezen. Besloten wordt van den Polder Wal cheren een strook wegzijkant te koo- pen in de Stationsstraat en aan den Stoomtram Walcheren een jaarlijksche retributie te betalen van 50 cent voor de in gebruikname van de sloot, voor aanleg der rioleering. door O 2.) Dit is de geest van de 18de eeuw. Veel en veel meer dan thans vond men reeds bij zijn geboorte den te volgen levensweg afgebakend en zoowel de plaats als den kring bepaald, waarin die weg zou worden bewandeld. Niet zoo gemakkelijk als in de zen tijd verliet men zijn woonplaats en in die plaats behield men als regel de maatschappelijke positie van den kring, waarvan men door geboorte deel uitmaakte. Voor Van Stapele was dit dus Tholen, en in Tholen de kring van zijn verwanten. Beide leidden er toe, dat hij reeds aanstonds een zekere positie in de wereld innam, een positie die hem naar de opvattingen van die dagen het recht' gaf niet alleen, maar ook den plicht oplegde, aan zijn eigen persoon een zekere waarde toe te kennen. Tholen Tholen was een stad; dat zegt zelfs nu nog iets. Want immers ook nog in deze verlichte eeuw gevoelt de stedeling zich boven het landvolk verheven. Hoeveel te meer toen De steden over- heerschten geheel, het platte land had niets te zeg gen en de stedeling was er zich van bewust, dat intellect en beschaving alleen bij hem gevonden werden. Hij zag op het landvolk neer: onbeschaaf de, onontwikkelde boerenpummels. Maar de steden onderling verschilden ook nog zeer in rang en aanzien en nu was Tholen waarlijk de minste niet. Vermoedelijk zult U Tholen kennen, en heel mis schien even meesmuilen bij het hooren van deze uitspraak. Tholen lijkt U geen metropolis, maar ec~ der een uK'-d r" onbeduidend stedeke. Is het mis schien gewaagd te onderstellen, dat de Middelbur ger een heel klein beetje geringschattend op Tholen neerziet zelfs? Wellicht verwacht Gij dan te vernemen, dat in dien tijd de stad veel grooter was dan nu. In die verwachting moet ik teleurstellen. Het kohier der huizen in 1738 opgemaakt, vermeldt slechts 363 huizen zonder de openbare gebouwen. Wel voegt de schrijver van den tegenwoordigen Staat van Zee land, die in 1753 bij Izaac Tirion te Amsterdam werd uitgegeven, daaraan toe: „Echter zijn genoeg zaam alle de huizen waaronder naar de grootte der stad verscheinene aanzienlijke gevonden worden, tegenwoordig in een zeer goeden staat, wordende zeer wel onderhouden, en alle bewoond." En voorts: „dat het getal der huizen eenigen tijd herwaarts, meer toe dan afgenomen is." Een chauvinistische beschouwing, hem vermoedelijk ingegeven door den Thoolschen burgemeester, Mr. JOHAN VAN VRIJBERGHE, die den uitgever bij de samenstel ling van de beschrijving der stad Tholen is behulp zaam geweest. Hoe keurig en wel onderhouden die huizen even wel geweest mogen zijn, hun aantal werd daar niet grooter door. Tholen was ook toen een kleine stad. Maar we moeten die stad niet bekijken met 20ste eeuwsche oogen, doch den maatstaf aanleggen van de 18de eeuw, toen alles veel kleiner en peuteriger was dan thans. Ook de groote steden hadden langj niet den omvang van nu. Daarbij komt, dat Tholen oudtijds wel belangrijker en aanzienlijker was ge weest. In de middeleeuwen heeft een groote brand de stad geteisterd en in 1712 werd zij door een troep Franschen, die onverwacht binnenvielen, ge plunderd en gebrandschat, een roof, die naar men zegt, ruim 300.000 guldens heeft beloopen. Dien slag is zij nooit te boven gekomen. In de tweede helft der 18de eeuw was zij dus reeds in haar neergang. Wat echter voor de bepaling van haar aanzien het meest van beteekenis is, zij had deel aan de Souvereiniteit. Tholen was een stemhebbende stad. Aanvankelijk was zij de derde in rang der Zeeuwsche steden, haar stem uitbren- .Middellijk ra Middelburg en Zierikzee. La ter, nadat zij een Korten tijd haar souvereiniteit verloren had, wegens verpanding in leen aan den heer Van Bergen, keerde zij in 1524 als vierde stad in Statenvergadering terug, daar Goes inmid dels den voorrang had verkregen. Vlissingen en Veere echter bleven in rang achter haar. Tholen was dus een eerbiedwaardig stadje; het heeft enkele malen zelfs de Statenvergadering binnen zijn wallen zien samenkomen en in zoo'n stad te behooren tot den kring der regeerende geslachten, die niet, zooals de colleges van thans, eenvoudig bestuursfuncties vervulden, maar in de uitoefening van hun ambt zich voelden als dragers van sou- vereine rechten, dat wilde toch wel wat zeggen. En tot dien kring behoorde Van Stapele. In het naburig Bergen op Zoom hadden zijn voorouders gedurende een paar eeuwen regeeringsposten be kleed. Toen hij geboren werd als oudste spruit uit het huwelijk zijner ouders, maakte zijn vader, een toen nog zeer jonge man, nog geen deel uit van de stadsregeering. Doch twee jaar daarna, in 1763, was deze reeds schepen. En gedurende een lange reeks van jaren heeft hij als schepen, Burgemeester en Raad aan de regeering deel genomen. Zijn moeder was de dochter van een regeerend Burgemeester der stad. Zoo groeide JOHAN CORNELIS, die naar goed Zeeuwsch gebruik wel JanKees genoemd zal zijn, te Tholen op. Omtrent zijn jeugd vermelden zijn aanteekeningen niets. Zij zal zich niet van die van andere jongelieden hebben onderscheiden. Aan de Akademië is hij niet geweest. Wellicht was dit voor hem als (Oudste van het zeer talrijk wordend gezin wat kostbaar. Een veel jongere broeder ging later wel studeeren. In dien eersten tijd van zijn bestaan ging het le ven nog geheel voort naar ouden trant. Het begon wel hier en daar te rommelen in de wereld; wolken pakten zich samen; in de republiek werd de zon daardoor nog niet verduisterd. Wel werden ook hier tal van vereenigingen opgericht, maatschappijen en genootschappen, waarin druk de politieke vra gen werden besproken. De patriotten kwamen op, maar van eenige werkelijke beroering was nog geen sprake. Sinds in 1747 de stadhouder was her steld, leefden de machthebbers in rustigen dommel voort, alleen kibbelend onder elkander en met den stadhouder over eikaars praerogatieven. Zoo heeft de kleine JanKees in die jaren waar schijnlijk plechtig met een staartpruikje en een steekhoedje rondgewandeld door de stille straten van zijn geboortestad. Met een eerbiedige buiging zijn steekje afnemend bij hét tegenkomen van zijn deftige verwanten en naarmate hij ouder werd, ook verschijnend op saletjes en deelnemend aan het gezelschapsleven, dat toentertijd in Tholen mede door het nauwe contact met de vestingstad Bergen op Zoom en het daar gelegerd groote garnizoen druk en bloeiend was. Tot ook weldra, naar het gebruik dier dagen, op jeugdigen leeftijd reeds voor hem den tijd aanbrak, waarop het gewicht van ambten op zijn schouders werd gelegd. Een eereambt eerst 27 October 1779, nauwelijks 18 jaar oud, werd hij aangesteld tot pensionaris- honorair; de gewone wijze, waarop nagenoeg ieder jongmensch uit patricischen kring zijn loopbaan aan ving. Die loophaan ging verder op normale wijze voort, 6 Mei 1781, na anderhalf jaar dus, werd hij thesaurier der stad, een werkelijk ambt, maar geen regeeringsfunctie nog. Een half jaar later volgt daarop een aanstelling tot Ontvanger der Huisschat tingen. Typisch is weer, hoe hij als een feit van belang in zijn aanteekeningen, die toch waarlijk alleen maar de feiten van beteekenis behelzen, opneemt, dat hij den 28 Augustus 1781 als comparant is verschenen ter vergadering hij vermeldt het voluit van Hun Edelmogenden, de HEEREN STA ATEN VAN ZEELAND. In een zoo hoog en aanzienlijk college te moeten verschijnen, was een gebeurtenis De no tulen dier vergadering vermelden alleen, dat hij er is verschenen als nieuwe comparant, dat hij den eed heeft afgelegd, en dat zijn comparitie den Heeren aangenaam was. Overigens schijnt hij geen rol daar te hebben gespeeld. Wegens zijn jeugd ook zeer begrijpelijk; maar het feit alleen dat hij als representant van zijn vaderstad in die vergadering aanwezig is geweest, was reeds van zooveel ge wicht. dat het in zijn levensbeschrijving een plaats moest vinden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5