ZEELAND.
rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 8 NOVEMBER 1932, No. 264.
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
EEN ZEEUWSCH REGENT UIT HET
LAATST DER XVIIIe EEUW.
Mr. J. H. Bybau.
STUKKEN VOOR DEN GEMEENTE
RAAD VAN MIDDELBURG.
Begrooting 1933.
B. en W. van Middelburg hebben aan
<den gemeenteraad aangeboden de be
grooting voor 1933. Deze wijst voor den
gewonen dienst aan f 1.737.903.71 in
ontvang en uitgaaf met een post voor
onvoorzien van f 30.042.86. De kapitaal-
dienst geeft een eindcijfer aan van
f 513.550.52.
B, en W. wijzen er op, dat evenals
in de meeste andere gemeenten ook te
Middelburg den financieel toestand ver
Te van rooskleurig is. Ook hier wor
den voor werkloozen- en armenzorg in
de ruimste beteekenis abnormaal groo-
te offers gevraagd, terwijl daartegen
over juist als gevolg van de groote
werkloosheid en de slechte economi
sche omstandigheden, de opbrengst der
verschillende belastingen een tamelijk
sterke daling vertoont. Een en ander
♦leidde er B. en W. toe zooveel moge
lijk te bezuinigen. Maar tenslotte zagen
zij zich toch nog geplaatst voor een te
kort van rond f 89.000. Nauwkeurig
hebben B. en W. overwogen op welke
wijze dat tekort te .dekken zou zijn
Drie middelen kwamen daarvoor in
aanmerking, nl. belastingverhooging;
gebruik van een gedeelte der reserve's
van het electriciteits- en het gasbedrijf,
salarisverlaging van het gemeenteper-
soneel.
Zij hebben gemeend het laatste
middel vooralsnog niet te moeten toe
passen. Een deel der korting (verhaal
pensioensbijdragen), waartoe in de
raadsvergadering van 27 April j.l. werd
besloten, nml. het verhaal van 3 pet.
voor eigen pensioen, zal eerst gaan wer
ken met ingang van 1 Jan. 1933. Zou
met ingang van dien datum opnieuw
een wedde-vermindering worden toe
gepast, dan zou feitelijk een dubbele
korting in werking treden, hetgeen zeer
zwaar op de betrokkenen zou drukken,
en het pensioenverhaal van 8% pet.
tot f 3000 en 3 pet. boven f 3000 is groo-
ter en drukt derhalve zwaarder dan de
door het rijk vastgestelde korting van
3 pet. tot f 2000 (ongehuwden f 1000)
en daarboven 5 pet., terwijl bovendien
de salarissen van het gemeenteperso-
neel in het algemeen lager en niet on
belangrijk lager zijn dan die van het
rijkspersoneel of van het personeel der
Provincie, zelfs al zou voor dat perso
neel de nader te noemen 5 pet. korting
ingaan. Een salariskorting van het ge-
meentepersoneel treft niet dat deel,
hetwelk gesalarieerd wordt naar een
rijksregeling, b. v. onderwijspersoneel,
of waarvan de wedde wordt vastgesteld
door anderen dan den raad, zooals
burgemeester, secretaris enz. Daardoor
ontstaat een niet te ontkennen onbil
lijkheid in de behandeling van uit een
zelfde begrooting bezoldigd personeel.
De bij de rijksbegrooting in uitzicht
gestelde mogelijkheid van een verder
verhaal ten beloope van 5 pet. van den
pensioensgrondslag is nog niet wettelijk
vastgesteld en kan dus nog niet wor
den toegepast.
Zonder twijfel zullen B. en W. een
voorstel doen tot verhoogde korting,
als in den loop van 1933 mocht blijken
dat een vermindering van uitgaven
noodzakelijk is, alleen reeds op dezen
grond, dat het evenwicht in de begroo
ting alsdan niet meer op andere wijze
zou verkregen kunnen worden.
In de buitengewone omstandigheden,
onder welke de gemeente verkeert,
achten B. en W. het noodzakelijk voor
het sluitend maken der begrooting de
reserves der bedrijven voor een ge
deelte aan te spreken.
Zulks komt hen geoorloofd voor, om
dat deze reserve, hoewel wenschelijk,
tot hun tegenwoordige bedragen niet
strikt noodzakelijk zijn voor de bedrij
ven, en wat het zwaarst is het zwaarst
moet wegen.
B. en W. stellen daarom voor uit de
reserve van het electriciteitsbedrijf
f 25.000 te nemen en uit die van het
gasbedrijf f 10.000. Met het oog op de
volgende begrootingen, die naar alle
waarschijnlijkheid nog minder gemak
kelijk sluitend zullen kunnen worden
gemaakt dan die voor 1933, zouden
grootere bijdragen niet verantwoord
zijn.
Ten slotte blijft dan nog een bedrag
van f 54.000 over, te dekken uit belas
tingverhooging. B. en W. ontveinzen
zich niet, dat zulks een belangrijke
vermeerdering van belastingdruk voor
de ingezetenen beteekent, waartoe zij
noode het voorstel doen. Men zal zich
daarin dienen te schikken in de hoop
op deze wijze door de kwade jaren
heen te komen. Het komt het beste
voor de belastingverhooging te verdee-
len over de 3 eenige belastingen, die
daarvoor nog in aanmerking komen. Op
deze wijze worden onbillijkheden, die
bij iedere belasting voorkomen, tot de
geringste proportiën teruggebracht.
B. en W. stellen daaromvoor de op
centen op de Gemeentefondsbelasting
te verhoogen van 80 tot 100. De op
brengst ramen zij op f 22.500. Aange
zien de overige heffingen tot redelijke
bedragen zijn opgevoerd, verwachten
zij dat daartegen bij de hoogere auto-
rieiten geen bezwaar zal bestaan. Zij
achten het niet gewenscht, Middel
burg te plaatsen in de 3de klasse dezer
belasting, waardoor voor Middelburg
te lage inkomens er bij betrokken wor
den, wat, naast het bezwaar van ver
meerdering van druk voor de kleine
inkomens ook bezwaren van belasting-
technischen aard met zich zou brengen.
Voorts stellen zij voor de opcenten
op de personeele belasting te verhoo
gen met 30 en op de straatbelasting 30
opcenten te heffen. Aan dit laatste ge
ven zij de voorkeur boven een wijzi
ging van het tarief, opdat, zoodra daar
toe gelegenheid bestaat, weer tot af
schaffing kan worden overgegaan. De
hoogere opbrengsten schatten B. en W.
op f 21300 resp, f 10.500. Door vorenge
noemde maatregelen is dan het even
wicht in de begrooting verkregen.
Zooals zij reeds opmerkten, hebben
B. en W. zooveel mogelijk de uitgaven
beperkt. Zulks komt vooral ook uit bij
de raming van de onderhoudsposten op
de begrooting van gemeentewerken.
Het eindbedrag, voor deze werken
uitgetrokken is ruim f 30.000 lager dan
het eindbedrag op de begrooting voor
1932. Dit wil niet zeggen, dat op die
begrooting geen enkele zoogenaamd
buitengewoon onderhoudswerk zou
voorkomen. Er zijn werken die geen
uitstel kunnen verdragen, wil niét de
zuinigheid de wijsheid bedriegen. In
drie vacatures, resp. van timmerman,
werkman en tuinman zal niet worden
voorzien,
Begon de begrooting 1932 met een
batig slot der voorlaatste rekening van
f 69212,50 en een praelevement ad
f 40,000, de begrooting 1933 opent met
een batig slot der voorlaatste rekening
van f 87336.82, waarvan volgens schrij
ven van Ged, Staten nog f 29.000 voor
1934 is te reserveeren, zoodat de net-
to-bate f58336.82 of f50.788.68 i der
dan in 1932 bedraagt.
Een veranderde boekingswijze is ge
volgd ten aanzien van den post „Uit-
keering aan den Dienst van gemeente
werken, wegens voor de gemeente ver
richte diensten van algemeenen aard".
Het geldt hier verstrekken van advie
zen, maken van plannen en begrootin
gen enz,, voor werken, die tenslotte
niet of eerst in volgende jaren tot uit
voering komen. De juiste manier is deze
kosten te doen drukken op den gewo
nen dienst van de gemeentebegrooting
van het jaar, waarin de bedoelde werk
zaamheden plaats hebben, welke boe-
kingsgewijze thans dan ook gevolgd is.
De jaarwedde van den Commandant
der Brandweer is verhoogd met 50,
omdat de jaarwedde is vastgesteld op
een belangrijk lager bedrag dan oor
spronkelijk begroot was en toen niet in
aanmerking is genomen de pensioenpre
mie van 51, terwijl de tegenwoordige
functionaris in verband met zijn leef
tijd wel nooit recht op pensioen zal
kunnen doen gelden.
Het rijk heeft de huur van de Rij
school ad 500 per jaar opgezegd en
trekt de gemeente thans geen revenuen
meer, terwijl de pikeur tegen 1 Juli '33
eervol ontslag heeft gekregen. Burg. en
Weth. zien geen enkele reden meer
aanwezig dit instituut langer te hand
haven, en stellen voor het met ingang
van 1 Juli 1933 op te heffen. Daarmede
komt ook de zgn. burgerweide ter vrije
beschikking van de gemeente en krijgt
zij ook de huur van een deel daarvan
van de Vereeniging voor volkstuintjes
„Kweeklust',
Aangezien de inrichting van een Wo-
ningbeurs voor Middelburg niet ver
plichtend is gesteld en tegenwoordig
het belang van een dergelijke beurs
zeer gering is, stellen Burg. en Weth.
voor haar met 1 Januari 1933 op te hef
fen en het salaris van den directeur te
brengen op dat wat hem als directeur
van den Dienst der Werkloosheidsver
zekering is toegekend.
Voor subsidie aan werkloozenkassen
moesten Burg. en Weth, f 27200 ramen,
een stijging met rond 20.000 gerekend
naar de „normale" jaren tot en met
1930. Volgens de begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur moeten Burg. en
Weth. de subsidie daaraan ramen op
136.400, zijnde weer 16.800 hooger
dan voor 1932. Als geraamd exploita
tietekort voor de Godshuizen is uitge
trokken het op de begrooting 1932 dier
instellingen geraamde tekort, vermin
derd met de vermoedelijke bate wegens
het ingevoerde pensioenverhaal. Waar
naar alle waarschijnlijkheid het over '32
geraamde tekort zal worden overschre
den, hebben Burg. en Weth. bij den post
„Onvoorzien" daarmede rekening ge
houden.
Op toegekende subsidiën hebben B.
en W. verminderingen geraamd voor:
Afd. Zeeland Ned. Ver. tot bescher
ming van dieren; plaatselijk drankweer-
comité; Vereeniging „Eerste Zeeuwsche
school- en werktuinen; Middelburgsch
Muziekkorps 500); Armen naai- en
breischool; bijzondere bewaarscholen,
terwijl geheel zijn geschrapt het subsi
die aan de vereeniging tot oprichting en
exploitatie van een reizend Drank-
weermuseum en de contributie van het
Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en
Stedenbouw.
De subsidie voor drie bijzondere be
waarscholen aan Vlasmarkt, Schuitvlot-
straat en Bree bedraagt 3000 per jaar.
Daar echter de aantallen leerlingen
dier scholen vrij groote verschillen aan
geven, stellen Burg, en Weth, voor te
bepalen f 30 per leerling tot een maxi
mum van 3000.
Burg. en Weth. hebben bezwaar te
gen inwilliging van het verzoek van het
bestuur der Vereeniging „Openbare
Leeszaal en Bibliotheek" om subsidie-
verhooging van 2640 op 3702, doch
meenen wel dat een uitzondering voor
deze vereeniging moet worden gemaakt
op het voorstel om de subsidiën in het
algemeen te verminderen en stellen zij
eenzelfde bedrag als voor 1932 voor.
De ramingen voor Steunverleening
en Werkverschaffing brengen allerle'
moeilijkheden met zich, bij gebrek aan
voldoende eggevens en houden deze pos
ten bovendien ten nauwste verband met
elkaar. Tenzij de werkloosheid nog in
belangrijke mate mocht toenemen, zijn
Burg. en Weth. er van overtuigd, dat de
thans geraamde bedragen voor 1933
voldoende zullen blijken te zijn.
In verband met den moeilijken finan-
cieelen toestand zullen Burg. en Weth.
na afloop van den thans in gang zijnden
cursus nader overwegen of met het oog
op het gering aantal leerlingen, het
openbaar vervolgonderwijs niet kan
worden opgeheven. Het nog aanwezig
zijn van één boventallige leerkracht aan
school J, waardoor ook voor het bijzon
der lager onderwijs belangrijke bedra
gen moeten worden uitgekeerd, heeft in
verband met het ingediende spoed-ont-
werp tot wijziging van de L. O.-wet '20,
de aandacht van Burg. en Weth. Zoo
spoedig mogelijk zullen zij te dier zake
nadere mededeelingen aan den raad
doen.
Ziekenhuisverpleging op Walcheren.
De Vereeniging Ziekenhuisverpleging
op Walcheren houdt een buitengewone
algemeene vergadering op Zaterdag 19
November des namiddags te 3 uur op
de bovenzaal der sociëteit „St. Joris" te
Middelburg, ter behandeling van
een voorstel van het Centraal Bestuur
tot het aangaan van een overeenkomst
met de gemeente Vlissingen ten aanzien
van de beide te Vlissingen gevestigde
Vereenigingen voor Ziekenhuisverple
ging-
Deze overeenkomst houdt in, dat de
gemeente Vlissingen in het reservefonds
der vereeniging een som stort van 80
cent per lid, kinderen, ook niet-betalen-
de kinderen, met leden gelijk te stellen,
dat op 1 Januari 1933 overgaat naar de
vereeniging, op voorwaarde, dat deze
overgang collectief plaats heeft. Deze
som wordt verhoogd met 750 rente en
verminderd met het bedrag der reserve
fondsen en batige saldi der exploitatie
rekening 1932 van beide Vlissingsche
vereenigingen. Jaarlijks betaalt Vlissin
gen 1000, te beginnen 1 Januari 1933.
De Vereeniging verbindt zich de leden
der beide Vlissingsche vereenigingen,
welke sinds 1 October 1932 lid zijn op 1
Januari 1933 over te nemen met gelijke
rechten eri plichten als eigen leden.
Zigeuners.
Men schrijft aan de N.R.C. uit
Zeeuwsch-Vlaanderen:
Sedert eenige dagen vertoonen zich
weer troepen zigeuners in het Belgi
sche grondgebied, voornamelijk in het
licht beboschte terrein. De politie
houdt evenwel streng toezicht, dat zij
de Zeeuwsch- Vlaamsche grens niet
overschrijden.
Ontvangsten Plaatselijk Crisis-
Comité van 31 October tot en met 5
November 1932:
Bureau Personeel Vrijwillige Land
storm Inst. der Vooroef. 0.75; N V. V.
2,65; Knapenver. afd. 2 0,30; Weke-
lijksche collecte 85.32; Wekeiijksche
bijdrage Gymnasium 1,87; Maandelijk-
sche Bijdragen; J. H. C. 1,Een ge
deelte van het te Middelburg wonende
Personeel der P.Z.E.M. kantoor Middel
burg 13.50; Ulo School voor Jongens
2,53; A. D. 2.50; Zusters Gasthuis
5.75; J. v. D. 0,40; P. S. 0.50; A. J.
V. 1.—; Gez. d. J. 0.50; L. A. 0.50;
J. P. D. 0.50; P. J. B. 1.—; J. H. H.
0.50; ds. A. L. 1.Fam. N. P. D.
2.50; J. G. V. 0.50; W. v. A. 0.50;
C. d. N. 1.—; F. M. 2.50; P. M. 0.50;
P. S. 1.F. v. d. P. 1.J. B. 1;
E. J. P. 0.50; F. V. 0.10; A. D. 0.50;
C. d. V. f 0.50; P. v. d. O. 0.50; J. V.
0.50.
Het gironummer van den Penning
meester is 188020.
Bij ons bureau te Middelburg zijn de
volgende giften ontvangen: Personeel Fa.
Schulte en Thieme 2.63; Personeel Fa.
S. Wiener en Co. 15.27.
RAAD VAN BIGGEKERKE,
Nieuwe commissie voor werk-
schaffing.
BIGGEKERKE. De gemeenteraad
kwam Maandagmidag in voltallige zit
ting bijeen. Medegedeeld werd, dat het
bedrag der korting op de uitkeering uit
het gemeentefonds voor drie jaren is
vastgesteld op f 89.
Het adres van Sint-Maartensdijk in
zake de vermindering der jaarwedden
van de burgemeesters, secretarissen en
ontvangers wordt op voorstel van B. en
W. voor kennisgeving aangenomen,
aangezien Ged. Staten ook reeds het
verzoek hebben terzijde gelegd. Een
verzoek van W. A. de Witte om vermin
dering der pacht van het voormalige
vroon met 25 pet, en een gelijk verzoek
van J. Marijs om een vermindering van
30 pet. voor het verlaten kerkhof te
Krommenhoeke wordt op voorstel van
B. en W. ingewilligd, daar verminde
ring billijk wordt geacht.
Op een verzoek van den A.N.W.B.
om toe te treden als donateur tegen een
jaarlijksche bijdrage van f 25 stellen B.
en W. voor niet in te gaan, doch ge
zien het groote belang van den bond
voor het verkeer een bijdrage van 10
per jaar te verleenen. B. en W. meenen
dit bedrag te kunnen vinden door
schrapping van de subsidie aan de Ver
eeniging voor Vreemdelingenverkeer op
Walcheren daar zij meenen dat het
vreemdelingenverkeer ook door den A.
N.W.B. wordt gediend. Een voorstel van
den heer Dommisse om beide vereeni
gingen 5 te geven wordt niet gesteund,
waarna dat van B. en W. wordt aan
genomen.
Op voorstel van B. en W, wordt be
sloten aan den oud-rijksveldwachter De
Moor een aandenken te geven als be
wijs van waardeering voor de diensten
door hem aan de gemeente bewezen.
Besloten wordt van den Polder Wal
cheren een strook wegzijkant te koo-
pen in de Stationsstraat en aan den
Stoomtram Walcheren een jaarlijksche
retributie te betalen van 50 cent voor
de in gebruikname van de sloot, voor
aanleg der rioleering.
door
O
2.)
Dit is de geest van de 18de eeuw. Veel en veel
meer dan thans vond men reeds bij zijn geboorte
den te volgen levensweg afgebakend en zoowel de
plaats als den kring bepaald, waarin die weg zou
worden bewandeld. Niet zoo gemakkelijk als in de
zen tijd verliet men zijn woonplaats en in die plaats
behield men als regel de maatschappelijke positie
van den kring, waarvan men door geboorte deel
uitmaakte. Voor Van Stapele was dit dus Tholen,
en in Tholen de kring van zijn verwanten. Beide
leidden er toe, dat hij reeds aanstonds een zekere
positie in de wereld innam, een positie die hem
naar de opvattingen van die dagen het recht' gaf
niet alleen, maar ook den plicht oplegde, aan zijn
eigen persoon een zekere waarde toe te kennen.
Tholen Tholen was een stad; dat zegt zelfs
nu nog iets. Want immers ook nog in deze verlichte
eeuw gevoelt de stedeling zich boven het landvolk
verheven. Hoeveel te meer toen De steden over-
heerschten geheel, het platte land had niets te zeg
gen en de stedeling was er zich van bewust, dat
intellect en beschaving alleen bij hem gevonden
werden. Hij zag op het landvolk neer: onbeschaaf
de, onontwikkelde boerenpummels.
Maar de steden onderling verschilden ook nog
zeer in rang en aanzien en nu was Tholen waarlijk
de minste niet.
Vermoedelijk zult U Tholen kennen, en heel mis
schien even meesmuilen bij het hooren van deze
uitspraak. Tholen lijkt U geen metropolis, maar ec~
der een uK'-d r" onbeduidend stedeke. Is het mis
schien gewaagd te onderstellen, dat de Middelbur
ger een heel klein beetje geringschattend op Tholen
neerziet zelfs?
Wellicht verwacht Gij dan te vernemen, dat in
dien tijd de stad veel grooter was dan nu. In die
verwachting moet ik teleurstellen. Het kohier
der huizen in 1738 opgemaakt, vermeldt slechts 363
huizen zonder de openbare gebouwen. Wel voegt
de schrijver van den tegenwoordigen Staat van Zee
land, die in 1753 bij Izaac Tirion te Amsterdam
werd uitgegeven, daaraan toe: „Echter zijn genoeg
zaam alle de huizen waaronder naar de grootte
der stad verscheinene aanzienlijke gevonden worden,
tegenwoordig in een zeer goeden staat, wordende
zeer wel onderhouden, en alle bewoond." En voorts:
„dat het getal der huizen eenigen tijd herwaarts,
meer toe dan afgenomen is." Een chauvinistische
beschouwing, hem vermoedelijk ingegeven door
den Thoolschen burgemeester, Mr. JOHAN VAN
VRIJBERGHE, die den uitgever bij de samenstel
ling van de beschrijving der stad Tholen is behulp
zaam geweest.
Hoe keurig en wel onderhouden die huizen even
wel geweest mogen zijn, hun aantal werd daar niet
grooter door. Tholen was ook toen een kleine stad.
Maar we moeten die stad niet bekijken met 20ste
eeuwsche oogen, doch den maatstaf aanleggen van
de 18de eeuw, toen alles veel kleiner en peuteriger
was dan thans. Ook de groote steden hadden langj
niet den omvang van nu. Daarbij komt, dat Tholen
oudtijds wel belangrijker en aanzienlijker was ge
weest. In de middeleeuwen heeft een groote brand
de stad geteisterd en in 1712 werd zij door een
troep Franschen, die onverwacht binnenvielen, ge
plunderd en gebrandschat, een roof, die naar men
zegt, ruim 300.000 guldens heeft beloopen. Dien
slag is zij nooit te boven gekomen.
In de tweede helft der 18de eeuw was zij dus
reeds in haar neergang. Wat echter voor de bepaling
van haar aanzien het meest van beteekenis is, zij
had deel aan de Souvereiniteit. Tholen was een
stemhebbende stad. Aanvankelijk was zij de derde
in rang der Zeeuwsche steden, haar stem uitbren-
.Middellijk ra Middelburg en Zierikzee. La
ter, nadat zij een Korten tijd haar souvereiniteit
verloren had, wegens verpanding in leen aan den
heer Van Bergen, keerde zij in 1524 als vierde
stad in Statenvergadering terug, daar Goes inmid
dels den voorrang had verkregen. Vlissingen en
Veere echter bleven in rang achter haar. Tholen
was dus een eerbiedwaardig stadje; het heeft
enkele malen zelfs de Statenvergadering binnen
zijn wallen zien samenkomen en in zoo'n stad te
behooren tot den kring der regeerende geslachten,
die niet, zooals de colleges van thans, eenvoudig
bestuursfuncties vervulden, maar in de uitoefening
van hun ambt zich voelden als dragers van sou-
vereine rechten, dat wilde toch wel wat zeggen.
En tot dien kring behoorde Van Stapele. In het
naburig Bergen op Zoom hadden zijn voorouders
gedurende een paar eeuwen regeeringsposten be
kleed. Toen hij geboren werd als oudste spruit uit
het huwelijk zijner ouders, maakte zijn vader, een
toen nog zeer jonge man, nog geen deel uit van de
stadsregeering. Doch twee jaar daarna, in 1763, was
deze reeds schepen. En gedurende een lange reeks
van jaren heeft hij als schepen, Burgemeester en
Raad aan de regeering deel genomen. Zijn moeder
was de dochter van een regeerend Burgemeester
der stad.
Zoo groeide JOHAN CORNELIS, die naar goed
Zeeuwsch gebruik wel JanKees genoemd zal zijn,
te Tholen op. Omtrent zijn jeugd vermelden zijn
aanteekeningen niets. Zij zal zich niet van die van
andere jongelieden hebben onderscheiden. Aan de
Akademië is hij niet geweest. Wellicht was dit voor
hem als (Oudste van het zeer talrijk wordend gezin
wat kostbaar. Een veel jongere broeder ging later
wel studeeren.
In dien eersten tijd van zijn bestaan ging het le
ven nog geheel voort naar ouden trant. Het begon
wel hier en daar te rommelen in de wereld; wolken
pakten zich samen; in de republiek werd de zon
daardoor nog niet verduisterd. Wel werden ook
hier tal van vereenigingen opgericht, maatschappijen
en genootschappen, waarin druk de politieke vra
gen werden besproken. De patriotten kwamen op,
maar van eenige werkelijke beroering was nog
geen sprake. Sinds in 1747 de stadhouder was her
steld, leefden de machthebbers in rustigen dommel
voort, alleen kibbelend onder elkander en met den
stadhouder over eikaars praerogatieven.
Zoo heeft de kleine JanKees in die jaren waar
schijnlijk plechtig met een staartpruikje en een
steekhoedje rondgewandeld door de stille straten
van zijn geboortestad. Met een eerbiedige buiging
zijn steekje afnemend bij hét tegenkomen van zijn
deftige verwanten en naarmate hij ouder werd,
ook verschijnend op saletjes en deelnemend aan het
gezelschapsleven, dat toentertijd in Tholen mede
door het nauwe contact met de vestingstad Bergen
op Zoom en het daar gelegerd groote garnizoen
druk en bloeiend was.
Tot ook weldra, naar het gebruik dier dagen, op
jeugdigen leeftijd reeds voor hem den tijd aanbrak,
waarop het gewicht van ambten op zijn schouders
werd gelegd.
Een eereambt eerst 27 October 1779, nauwelijks
18 jaar oud, werd hij aangesteld tot pensionaris-
honorair; de gewone wijze, waarop nagenoeg ieder
jongmensch uit patricischen kring zijn loopbaan aan
ving. Die loophaan ging verder op normale wijze
voort, 6 Mei 1781, na anderhalf jaar dus, werd hij
thesaurier der stad, een werkelijk ambt, maar geen
regeeringsfunctie nog. Een half jaar later volgt
daarop een aanstelling tot Ontvanger der Huisschat
tingen.
Typisch is weer, hoe hij als een feit van belang
in zijn aanteekeningen, die toch waarlijk alleen maar
de feiten van beteekenis behelzen, opneemt, dat hij
den 28 Augustus 1781 als comparant is verschenen
ter vergadering hij vermeldt het voluit van
Hun Edelmogenden, de HEEREN STA ATEN VAN
ZEELAND. In een zoo hoog en aanzienlijk college
te moeten verschijnen, was een gebeurtenis De no
tulen dier vergadering vermelden alleen, dat hij er
is verschenen als nieuwe comparant, dat hij den
eed heeft afgelegd, en dat zijn comparitie den
Heeren aangenaam was. Overigens schijnt hij geen
rol daar te hebben gespeeld. Wegens zijn jeugd ook
zeer begrijpelijk; maar het feit alleen dat hij als
representant van zijn vaderstad in die vergadering
aanwezig is geweest, was reeds van zooveel ge
wicht. dat het in zijn levensbeschrijving een plaats
moest vinden.
(Wordt vervolgd.)