^ïrouinciale Zteuvo&che
mm m
STATEN-GEIiERAAL
„FLORA-BIOSCOOP" - MIDDELBURG
No. 254.
Twee Bladen.
DONDERDAG 27 OCTOBER 1932.
Eerste Blad.
175e Jaargang;,
On-filosofisch heibeltje.
RAADSOVERZICHT
MIDDELBURG.
JOHANNES RIEMAN - HANS JUNKERMANN - 0LGA TCHECH0WA
ZONDAG 3—6 UUR MATINEÉ met
„DE MOLEN VAN SANS-SOUCI"
MIDDELBURGSCHE COURANT
Dagblad Abonnementsprijs voor Middelburg en 't agentschap Vlissingen
2.30. elders 2.50 per kwartaal. Week-abonnementen in Middelburg
18 cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën
30 cent per regel voor ingezonden mededeélingen 60 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager..Men vrage daarvoor de tarieven.
UITG.: N.V. DE MIDDELBURGSCHE COURANT
Lange St. Pieterstraat, Middelburg
Telefoonnummers:
Redactie 269 Administratie 139
Pcstchèque en Girorekening 43255
Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels 2.10; elke regel
meer 30 cent. -r- In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit
drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 6 regels
opgenomen a 75 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" of
„Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra Bewijsnummers 5 cent,
Vermoedelijk zal dezer dagen de be
noeming van den heer Hessing, thans in
een ondergeschikt-wetenschappelijke
functie aan de Landbouwhoogeschool te
Wageningen werkzaam, tot buitenge
woon hoogleeraar in de wijsbegeerte van
Hegel aan de universiteit van Leiden
afkomen. Een benoeming waarover wij
ons schoon in filosoficis niet tot de
Hegelianen behoorende van harte
zouden verheugen.
Niet aldus denkt daarover de Neo-
Kantiaan prof. Ovink te Utrecht; deze
is on-filosofisch verontwaardigd over
deze te verwachten benoeming en de
Utrechtsche hoogleeraar is zelfs derma
te verontrust, dat hij zich laat gaan en
een even onbeheerscht als ondoordacht
en daardoor onwaardig artikeltje in de
N.R.C. schrijft, hetwelk in naam gericht
is tegen een verondersteld of in de toe
komst te vreezen misbruik van het insti
tuut der bijzondere leerstoelen, doch in
derdaad een bij-voorbaat-bestrijding is
van de richting in de filosofie, door den
vermoedelijken aanstaanden professor
Hessing te doceeren.
Aangezien zoo-iets tot dusverre in
ons land niet pleegde voor te komen, en
aangezien het persoonlijke element door
prof, Ovink openlijk in het geding is
gebracht, zij het ons dan ook eens ver
gund, eveneens in afwijking van de ter
zake bestaande gewoonten, openhartig
een en ander van de zaak te zeggen.
Een tiental jaren geleden was de si
tuatie in ons land aldus, dat naast enkele
vrij onbelangrijke figuren op filosofisch
terrein w.o. gezegde prof. Ovink
twee mannen uitblonken: in Leiden
prof. G. J. P. J. Bolland, in Groningen
prof. dr. G. Heymans.
Eerstgenoemde was een forsche en
felle figuur, self-made man, door eigen
verdienste en groote kennis tot hoog
leeraar benoemd, schoon hem de gewo
ne academische scholing niet geworden
was.
Bolland was geen plooibare, geen
„prettige" figuur en zijn mede-hoog-
leeraren heeft hij niet altijd behandeld
met de collegiale zachtmoedigheid die
men van een hoogleeraar in de wijsbe
geerte verwachten zou. Ten deele heb
ben ze het er echter misschien wel naar
gemaakt ook.
Maar hoe dit zij: Bolland was een
genie, dat in een meesterlijk Neder-
landsch onze taal en ons wijsgeerig in
zicht uitermate verrijkt heeft, niet al
leen voor den kring zijner geestverwan
ten en adepten, maar evenzeer voor hen
die, als schr. dezes, in sommige en zelfs
allerbelangrijkste vragen niets van
Hegels leer moeten hebben.
Heymans was Bollands tegenvoeter,
niet alleen geografisch, maar in alle op
zichten. Geen forsche figuur, geen felle
man. Een niet-geestverwant noemde
Heymans eens de incarnatie van een
Hindoe-wijsgeer, en dat was van dezen
aan de reïncarnatie-leer geloovende the
osoof wel de hoogste lof, dien hij dezen
kon toezwaaien: Heymans groote ver
dienste lei en ligt in zijn strikte en stren
ge wetenschappelijkheid, zijn scherp-
critisch onderscheidingsvermogen en zijn
standvastig weigeren in conclusies en
stellingen verder te gaan, dan met de
eischen van het wetenschappelijke, bijna
mathematische, denken, vereenigbaar
was.
BoMands woord was de uitlaaiende
vlam, Heymans' betoog de onwrikbare
rots in de branding der meeningen. Bei
den waren mannen van ongewoon kali
ber.
Kort na elkaar zijn ze gestorven, Bol
land het eerst.
En een ieder vroeg zich af niet zon
der eenige zorg in deze dagen van par
tijbenoemingen wie na dezen grooten
man de Leidsche leerstoel zou bezetten.
Dat Bollands evenknie niet te vinden
was in Nederland, het was bekend.
Maar toch waren er onderscheidenen,
die de traditie op hunne wijze voortge
zet zouden kunnen hebben.
Een buitenbeentje werd benoemd: een
rechtzinnig Groninger predikant, die tot
dien nog op geenerlei wijze blijk had ge
geven, iets meer van de filosofie af te
weten, dan de gemiddelde man. Schr.
dezes behoorde tot .prof. De Soppers
auditorium, toen deze zijn intreerede
hield, en het vernietigende oordeel van
een der toehoorders: „een dominee die
wel eens een boekje over filosofie ge
lezen heeft", moge dan wat studentikoos-
scherp in zijn formuleering geweest zijn
de grondgedachte dat Bollands leer
stoel voortaan door een tweederangs
grootheid bezet zou zijn, leek juist, en
is in de toekomst bevestigd geworden.
De Sopper zal met Ovink, vreezen
wij tot hen behooren, waarvan men in
een later te schrijven geschiedenis der
filosofie in Nederland niet anders dan
terloops melding zal maken.
In Groningen is het gelukkig niet zoo
gegaan; Heymans' leerstoel is daar in
tweeën gesplitst en de professoren Brug-
mans en Polak vervullen elk op den leer
meester waardige wijze hun taak.
Nu is in den laatsten tijd de Hegeliaan
Hessing in ons land een vermaardheid
gaan krijgen, die begint te gelijken op
Bollands aantrekkingskracht.
Dat is op zichzelf geen reden, Hessing
tot professor te benoemen.
Maar het feit, dat Hessing het praedi-
caat doctor philosophiae ontbeert, is al
evenmin een reden, hem niet tot hoog
leeraar in de wijsbegeerte van Hegel te
benoemen, indien niet alleen 's mans
groote kennis en inzicht hem daarop
eenig recht zouden kunnen doen gel-,
den, maar, wat veel meer klemt: in
dien de filosofie in Nederland daarme
de gebaat zou zijn.
Dit laatste nu een niet-Hegeliaan
schrijft het gaarne neder is onzes in
ziens zeer stellig het geval.
En daarom is het te hopen, dat een
onwaardig jalousie de métier van een
boozen Neo-kantianer op geenerlei wij
ze de benoeming van Hessing in den weg
zal staan
27-X-'32
Het is een vrijwel vaste gewoonte ge
worden, dat onze Raadsvergaderingen
tot om en de bij zes uur duren vóór
de geuren van den etenspot, in figuur
lijken zin dan, de Raadszaal binnendrin
gen, denkt men niet aan scheiden.
Natuurlijk zijn de onderwerpen, die de
vroede vaderen en de eene vroede moe
der sit venia verbo behandelen,
niet altijd van even groot belang; gister
middag evenwel heeft de, wederom tot
bij zessen geduurd hebbende, Raadsver
gadering wèl belangwekkende debatten
opgeleverd. Waarover hier een en ander
opgemerkt moge worden, in de volgorde:
voorstel-Jeronimus omtrent loonsverla
ging; jaarweddekorting wethouders;
Godshuizen.
Er was dan, naar de voorzitter zeide,
wel zéér te elfder ure, ingekomen een
voorstel van den heer Jeronimus, het ge-
organiseerd-overleg eens te vragen, wat
het er van dacht, de loonen van hen die
in gemeentedienst zijn ietwat met de
zeer veranderde tijdsomstandigheden in
overeenstemming te brengen. Dat wilde
dus zeggen: ze een flink stuk te verla
gen.
Terecht werd opgemerkt, dat zulk een
vage formuleering op groote bezwaren
stuitte, en dat vermoedelijk het georga-
niseerd-overleg zich gansch niet geroe
pen zoude gevoelen, daarover te denken.
Op voorstel van den heer Heemskerk
werd het denkbeeld toen een weinig con
creter gemaakt: het g.-o. zou dan ge
vraagd worden wat het van een loons
verlaging van 10 of minder dacht.
Aangezien iets van dezen aard er toch
wel eens van zou kunnen of moeten
komen, lijkt ons dit denkbeeld Jero-
nimus-Heemskerk correct, ook en juist
tegenover het g.-o., dat nu niet even
tueel met mosterd na den maaltijd zal
behoeven te komen. Het lijkt ons een
deel van een „planwirtschaftliche" voor
uitziendheid, en deswegen verwondert
ons de prompte tegenkanting der soc.-
democraten. Want dat deze alleen voor
redelijk volgen van indexcijfers en le
venspeil zouden zijn bij stijgende, niet
bij dalende welvaartslijn, is toch kwalijk
aan te nemen?
Tenslotte heeft het woord van weth.
De Veer, die den voorsteller in zacht
moedige bewoordingen toch feitelijk een
saboteeren der Raadsagenda's met zulke
op-'t-laatste-nippertje-voorstellen ver
weet, den heer Jeronimus bewogen zijn
plannetje tot de volgende vergadering
aan te houden.
Een verzoek van St. Maartensdijk,
adhaesie te betuigen aan haar adres aan
Ged. Staten om verlaging van de salaris-
Een doel is de grondslag van ka
rakter, ontwikkeling, positie, talent
van eiken aard.
sen der burgemeesters etc. is voor ken
nisgeving aangenomen, wijl die zaak toch
t.g.t. aan de orde komt. Maar het af-
afwijzende prae-advies van den burge
meester op de vraag van Ged. Staten, of
een tijdelijke korting op de wethouders
salarissen wenscheüjk ware, heeft tot
scherpe besprekingen aanleiding gege
ven. Het onomwondendst drukte zich
wel de heer Bybau uit: „met leedwezen
en verbazing, zoo zeide hij, heb ik dat
prae-advies gezien. Ik had verwacht,
dat de Raad zich als één man tegen dit
advies zou verklaren, want het niet-
korten op de wethouderssalarissen acht
ik in strijd met alle beginselen van recht
vaardigheid. De begrooting '33 zal zeker
nóg weer zwaardere lasten op de bur
gerij leggen; de wethouders hadden m.i.
zelf moeten zeggen: kort ons in de eer
ste plaats op onze wedde".
En de heer Portheine zeide, niet on
der te willen doen in waardeering voor
den arbeid der wethouders; wellicht is
hun salaris daarmede zelfs niet in over
eenstemming, maar dat doet thans niets
ter zake. De nood der tijden vraagt maat
regelen en dan eischen billijkheid en
rechtvaardigheid dat allen over één kam
geschoren worden.
Ook mevrouw Weijl en haar fractie
genoot spraken in gelijken zin, maar de
tegenstander s der korting, waar
onder ook de bezuiniger Jeronimus, heb
ben niettemin het pleit gewonnen. Dat
de burgerij voor dit besluit veel waar
deering zal hebben, verwachten wij niet.
Dan is er de goedkeuring van de re
kening-1931 van de Godshuizen het
laatste punt dat de Raad ditmaal afdeed,
want de andere pi eten der agenda zijn
tot de volgende vergadering uitgesteld.
Met een verrassing leidde de heer
Boasson de debatten in. Hij heeft nl. in
direct, maar niet meer veronderstellen-
derwijze, onthuld dat de schrijver van de
brieven uit Middelburg in „De Zeeuw",
wiens pseudoniem „Metellus" is, het
Raadslid mr. Van Andel is, en laatstge
noemde heeft, door te reageeren op het
geen de heer Boasson zonder noch
tans den naam te noemen stelde, im-
plicite zulks erkend of toegegeven. Dat
wisten we al lang maar nu wéten we
het dus.
De heer Boasson begon dan met den
heer Van Andel te verwijten, dat deze in
„De Zeeuw" op drie punten een totaal
verkeerde voorstelling van zaken ten
aanzien van de Godshuizen had gegeven;
dat spr. toen met den heer Van Andel,
alias „Metellus", een bespreking over
deze zaak had gehad waarin hem de on
juistheid zijner cijfers zonneklaar was
aangetoond, en dat hij niettemin maar
één van de drie fouten hersteld had.
„Een goede afweer is de tegenaanval",
dacht zeker de heer Van Andel, die toen
als eerste spreker met een felle critiek
op het beleid van 't bestuur der Gods
huizen in het algemeen, op het z.i. veel
te hooge salaris van den radioloog en
het eveneens veel te groote aantal
zusters meer in het bijzonder, loskwam.
Van andere zijde zijn toen, in rustiger
bewoordingen en overwogener vorm,
eveneens opmerkingen gemaakt. Wij zul
len die niet op den voet volgen: daar
voor leze men het verslag.
In het algemeen zij dit gezegd.
Dat het van gemeentewege bij te pas
sen bedrag nu reeds is opgeloopen tot
56 duizend gulden, is financieel gespro
ken, vooral in dezen tijd, hoogst zorg
wekkend.
Dat er kritiek in den Raad is losgeko
men, is o.i. voor een groot deel verklaar
baar uit de bewoordingen van het rap
port van de commissie van financiën, die
een zich onafhankelijk voelend Raadslid
tot verzet moesten prikkelen. Zooals de
heer Portheine het zeide: „dat was een
bij-voorbaat-verdediging van eventueele
aanvalspunten in den Raad, door de C.
v. F. „ongeoorloofd" verklaard".
Dat bedoeld rapport echter zoo „won
derlijk" er uit zag, is weer.... heele-
maal geen wonder, wanneer men nagaat
dat de Godshuizen telkenjare feller in
den Raad worden aangevallen, terwijl
het op dit gebied deskundige lid der com
missie van financien, mevrouw Weijl,
er van overtuigd is, dat deze kritiek on
rechtvaardig was en is.
Tusschen de tegenpolen Van Andel-
Weijl nu slingerde het debat. Laatstge
noemde was zichtbaar verontwaardigd
over eerstgenoemdes uiting „de dokters
gaan hun gang maar".„ja", zoo zeide
mevrouw Weijl „ze gaan gelukkig hun
VERTOONT VANAF VRIJDAG 28 OCTOBER
le Hoofdnummer: „DE ONDERGANG VAN MARADOE"
(East of Borneo)
In de Hoofdrol: ROSE HOBART en CHARLES BICKFORD.
De prachtige foto's der dieren in de wildernis en de schitte
rende natuuropnamen van Oost-Borneo maken deze spannende
film, tot een buitengewoon kunstwerk. (Eng. Movitone)
2e Hoofdnummer: „LÏEBE AUF BEFEHL"
(Liefde op Bevel) (Duitsch Movitone)
Een geestige Film-Comedie uit de Diplomatenwereld met
Groot en buitengewoon filmschouwspel met
OTTO GEBiiHR als Friedrich II Koning van Pruisen.
- •- "vv-,
(Ingez. Med.)
otuaxauNtsr
gang, naar beste weten en krachten te
werken voor de gezondheid van de hun
toebetrouwde patiënten".
Door de venijnige openingsaanval van
den heer Van Andel is het geval helaas
in een ons te emotioneele sfeer gebracht.
Dat is niet goed. Zoo ergens, dan moet
hier de zaak nuchter bekeken worden.
Tot deze nuchterheid heeft de heer
Boasson, die tevens bestuurslid van de
Godshuizen is, de quaestie trachten te
rug te brengen in een even doorwerkte
als rustige verdediging van beleid.
Tenslotte komt het voor ons hier op
neer: is het bestuur van de Godshuizen
voor zijn zaak berekend en overtuigd
van de dringende noodzakelijkheid van
een allerzuinigst beheer of niet? Zoo
ja dat men dan dien het vertrouwen
des Raads geschonken mannen niet tel
kenjare op onbekookte wijze aanvalle
zoo neen, dat men hen vervange of
de geheele zaak op andere leest schoeie.
Maar het is, al betalen wij de tekor
ten, geen gemeentelijk ziekenhuis en
de detailkritiek, eens per jaar, komt
ons in den vorm waarin zij thans pleegt
te geschieden in hoofdzaak onlogisch
en tot onvruchtbaarheid gedoemd voor.
Daarom is het verheugend, dat een
door den heer Van Andel gewenschte
Raadscommissie van onderzoek naar
de exploitatie der Godshuizen afge
stemd werd die zou terecht leelijk
kwaad bloed gezet hebben, terwijl zij,
dunkt ons, niets nuttigs zou hebben
kunnen uitrichten.
Een voorsteï-Portheine, om het be
stuur der Godshuizen te vragen, of niet:
1. de positie van den radioloog veran
derd kan v/orden in dien zin, dat hem
als ambtenaar een behoorlijk salaris met
daarboven een kleine tantième wordt
verleend; 2. of het aantal verpleegsters
niet iets verminderd kan worden en 3.
of de ziekenauto niet op meer bevre
digende wijze te exploiteeren ware
is tot veler verwondering echter aange
nomen.
TWEEDE KAMER.
Verhooging invoerrechten.
Voortzetting der behandeling van het
wetsontwerp tot tijdelijke heffing van
opcenten op alle invoerrechten en op
den accijns op bier, alsmede tot herzie
ning van het tarief.
De heer Oud (v.d.) kan met dit ont
werp niet meegaan. Hij acht hét in strijd
met den geest van Ouchy.
De fout aan het wetsontwerp is voorts
dat het alle artikelen voor verhooging
over een kam scheert.
Hij acht een technische herziening
mogelijk, zonder de handelspolitiek aan
te tasten, en noemt: verhooging van den
tabaksaccijns, een tijdelijke matige suc-
cessiebelasting-verhooging, een coupon
belasting.
De heer Rutgers van Rozen
burg (c.h.) betoogde, dat men den mi
nister de door hem noodig geachtte mid
delen niet moet onthouden als men hem
geen andere bezorgt De c.h.-fractie zal
voor stemmen.
Volgens hem zou het, wegens de hou
ding van het buitenland, zoo gek nog
Middelburg, 27-X-'32, Woensdag hoog
ste 1 u c h t temperatuur 15.9 °C; (60 °F);
laagste 9 °C (48 °F). Heden 9 h: 10.8 °C;
12 h: 11.4 °C. 1.9 mm regen. Hoogste
barometerstand 7.60 mm; laagste 7.52
Hoogste barometerstand 760.4 mm te
Biarritz en Toulouse; laagste 741.3 mm
te Memel.
- Verwachting tot Morgenavond
Matige tot zwakke Z.W. tot N.W.
wind. Meest gedeeltelijk bewolkt. Waar
schijnlijk nog regenbuien. Later iets kou
der.
Zon op: 6 h 48; onder 16 h 39, Licht
op: 17 h 09. Maan op: 3 h 39; onder: 15
h 32. N.M. 29 October.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen,
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later-
(S springtij).
Oct.
Do. 27 11.23 23.47 5.29 18.00
Vr. 28 11.58 6.12 18.41
Za. 29 0.26 12.38 6.52 19.23
Hoog- en Laagwater t.e Weraelding®,
Oct.
Do. 27 0.52 13.13 6.39 18.56
Vr. 28 1.34 13.53 7.21 19.36
Za. 29 2.21 14.39 7.57 20.16
niet zijn als dit ontwerp een wijziging
onzer handelspolitiek inhield. Hij ont
kende dat het ontwerp het verdrag van
Ouchy aantast.
De heer A 1 b e r d a (s.d.) is princi
pieel tegen het ontwerp dat geen reke
ning houdt met de draagkracht en een
fout is ten opzichte van de internationale
handelspolitiek.
Hij gelooft, dat vooral de landbouw de
schadelijke gevolgen van het ontwerp
zal ondervinden. Het is in strijd met
den geest der verdragen van Oslo en
Ouchy, Welk gezag heeft het woord van
dr. Colijn en anderen te Genève nog, als
we hier ons eigen standpunt verlooche
nen
De heer C o 1 ij n (a.r.) staat voor de
onaangename taaie, dit ontwerp te moe
ten bestrijden, dat tegen het verdrag
van Ouchy ingaat. Hij twijfelt aan het
tijdelijk karakter.
Het is in hoofdzaak de aantasting van
het verdrag van Ouchy, dat hij den mi
nisterpresident niet kan doen volgen.
Dit is jammer na den grooten indruk
dien dit verdrag in de geheele wereld
heeft gemaakt. De crisis moet en zal
eenmaal nationaal worden bestreden.
Zonder meer mogen we dit wetsont
werp niet afwijzen. Hij acht verhooging
der tabaksbelasting mogelijk. Voorts een
couponbelasting. Die zouden 1 April
kunnen ingaan.
De heer Snoeck Henckemans
(c.h.) noemt dit wetsontwerp uit fiscaal
standpunt zwak, vooral door de een
vormige heffingen.