ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEOWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 1 SEPTEMBER 1932. No. 206. DE KANSEN VAN HET NEDER- LANDSCHE TREKPAARD. NA DE OPERATIE. MIDDELBURG. Het paard staat niet te verdwij nen, het gaat niet voor den mo tor uit den weg; de koudbloed- fokkerij heeit de warmbloed- iokkerij overvleugeld; hoe men tot het zware paard kwam, (Van onzen specialen verslaggever.) De algemeene leeke-veronderstel- ling dat het paard door de concurrentie van den motor zoo goed als ten doode is opgeschreven, is uit de lucht gegre pen; de aangekondigde verdwijning van den viervoeter uit het dagelijksch leven en de voorspelde volkomen triomph van het benzine-paard, hebben de waarde van een sprookje; de sentimenteele mij mering over het stervend paard heelt nu, noch in de naaste toekomst, ook maar eenigen zin. Dit alles is ons gebleken in een on derhoud, dat we dezer dagen hadden met den heer L. A. Bom, secretaris van het stamboek voor het Nederlandsch trekpaard, die onze vraag of het paard inderdaad te verdwijnen staat, genoeg lijk glimlachend beantwoordde met de opmerking: „Als u de 10e nationale ten toonstelling van het Nederlandsche trek paard de vorige maand in Den Bosch gezien hadt, zou u het niet eens durven vragen." „Beschaam den leek maar volkomen," noodigden we den heer Bom uit, aan welk verzoek deze paardenkenner on geveer als volgt voldeed: „Een eeuw geleden toen de eerste stoommachine en daarna de spoorwegen hun intrede deden, dachten velen dat het trekpaard zijn tijd gehad zou heb ben. Toen gebeurde er echter iets an ders, er ontstond n.l. een zoo enorme toename van het verkeer, dat het paard, ongeacht spoorwegen en later trams, een nog grooter emplooi kreeg. Want het aantal paarden nam toe naar mate het internationaal ruilverkeer toenam; de havensteden werden groot-gebrui kers van paarden, en ook in fabrieken; mijnen en industrieele centra werden steeds meer paarden gevraagd. Toen de motor zijn tegetocht hield, voorspelde men wederom den ondergang van het paard, en weer was men verkeerd. Het heeft uit den aard van de zaak een stukje van zijn arbeidsveld moeten af staan, doch niet in die mate als ver wacht werd. Voor korte afstanden, in de industrie- en havensteden, heeft het paard zijn positie als trekkracht goed deels behouden, en in den landbouw is het aantal tractors, vergeleken bij het aantal trekpaarden, onbeduidend. De statistieken wijzen uit, dat het aantal werk- of trekpaarden in de wereld niet afneemt, en in ons land neemt het aan tal eerder toe dan af." Na deze inleiding vroegen we den se cretaris van het Stamboek naar den stand van de paardenfokkerij in ons land. „Dan zal ik met een stukje geschie denis moeten beginnen," zei de heer Bom. „Toen het paard in de vorige eeuw door de toeneming van het internatio naal ruilverkeer aan de samenleving als werkkracht groote diensten ging bewij zen, stegen de prijzen. Dit had tot ge volg, dat men overal meer aandacht aan de fokkerij ging besteden; men streefde naar het fokken van betere paarden door 't selecteeren van bepaalde eigen schappen en door te trachten gebreken weg te fokken. Daarbij kwam men er ook van zelf toe vergelijkingen te ma ken tusschen de verschillende paarden rassen, die het meest geschikt waren voor bepaalde doeleinden. De keuze viel op het zware paard, het zoogenaamde Belgische paard, dat oorspronkelijk al leen ras-zuiver gefokt werd in enkele Belgische provincies, waar men het zoo veel mogelijk vrij hield van vermenig- door Dr. Jan Walch. 28 Maar jongen, zei ze toen Henri haar de aangelegenheid waarover tot nog toe in de brieven gezwegen was, had verteld „dat is vreeselijk" En met verbazing ziend naar het on bezorgde gezicht waarmee hij de pop pen-theevisite zat te bekijken, „ik begrijp je niet. Wat ben je veranderd. Ben je dan heelemaal niet ongerust, hoe dat zal afloopen?" En ze dacbt: hij is toch wel raar on der die operatie vandaan gekomen. Wat het eigenlijk gevolg was, had men haar niet verteld; eenvoudig omdat men de gróóte verspreiding, die zij aan al wat zij wist placht te geven, ongewenscht achtte, waar het Henri's ietwat comi- sche waarheidskwaal betrof. Maar moeder, zei Henri, even op kijken dvan het poppenspel als terloops, „de zaak is heel eenvoudig. Ik ben daar te land gekomen in een vergadering van menschen, die een verkeerd idee had den van mijn positie én van mijn gevoe lens. Nu, en die zijn boos geworden, toen hun dat tegenviel. En hebben toen een plaatje, een foto van de bijenkomst in een Duitsch blad, of een nationalis- tisch-Elzassich blad gezet, ik geloof, dat dat zoowat hetzelfde is, en die heb- vuldiging met ander bloed. Zelfs in een tijd, dat de regeering voor alles dacht aan leger-behoeften, en van de landbou wers gedaan trachtte krijgen dat zij hun paarden zouden kruisen met andere ras sen om cavalerie- en artilleriemateriaal te kweeken, wisten de boeren in Bra bant, Henegouwen en Oost-Vlaanderen het oude paardenslag te bewaren. Toen handel en industrie in de tweede helft der 19e eeuw vooral zware paarden ging vragen kwam de Belg op den voorgrond, en internationaal won hij het pleit door in 1900 op de wereldtentoonstelling te Parijs het kampioenschap te behalen". „Dateert de Nederlandsche fokkerij ook uit dien tijd?" „Na 1900 begon dit zware paard ook in ons land door te dringen, eerst in de zuidelijke provinciën, veel later pas ook noordelijker. De fokkerij echter had den oorlog noodig om tot bloei te geraken. Als materiaal had men het ras-zuiver import, dat tot 1914 was ingevoerd, en de omstandigheden dwongen tot de fok kerij. Een uitvloeisel van het fokken vormden de stamboeken, waarin men 't ras-zuiver fokmateriaal kon doen schrij ven en daardoor de afstamming kon doen vastleggen. De resultante van een aantal stamboeken was tenslotte één stamboek, het Stamboek voor het Ne derlandsch trekpaard, dat thans onge veer 6000 bij de fokkerij betrokken le den telt". „Van welke beteekenis is het stam boek voor het trekpaard?" „Ieder hengst moet volgens de wet door een stamboek goed gekeurd zijn voordat met hem gefokt mag worden. Ieder vaderpaard voldoet dus aan be paalde eigenschappen, wat aan zijn kroost ten goede komt". „Moet een merrie niet aan zekere eigenschappen voldoen voordat men haar toestaat moeder te worden?" „In ons land mag iedere merrie veu lens voort brengen. In Polen niet als ze is afgekeurd. Met merriën, bij het stam boek ingeschreven wordt echter hier te lande naar verbetering van het ras ge streefd. ,jZal het warmbloed paard op fden duur zich als werkpaard handhaven?" „Practisch niet. In Amerika, Frank rijk en Duitschland en in andere landen z et men thans in, dat men voor 't werk kalme zekere sterke paarden noodig heeft. Snelhe'd wordt van een paard niet meer verlangd. Vroeger wilde men met een paard dat werken moest ook nog wel eens uit rijden gaan, en daar voor had men het warmbloed-type noo dig. Nu verplaatst men zich per auto; van middel om kracht en snelheid te berei ken is het paard geworden uitsluitend middel om kracht te ontwikkelen. In ons land waren Groningen, Drenthe en Friesland (vele jaren bolwerken tegen het Belgische koudbloed-type, maar die tijd is zoo goed als voorbij. Behalve in Friesland gaat men ook in het Noorden meer en meer tot het gebruik van het zware paard en tot de koudbloed-fok- kerij over". „Én hoe staat het met den handel in paarden?" „Handelspaarden zijn ongeveer niets waard; goede stamboekpaarden doen nog wel 'n redelijken prijs, maar deze is toch niet hoog genoeg om de fokkerij zeer aantrekkelijk te maken. Gelukkig kan een boer een veulen groot brengen zonder er op toe te leggen. De handel met het buitenland waarvan de fokker het vooral moet hebben is niet meer wat Je geweest is. Een tijd geleden maakte Sovjet Rusland aanstalten om 10.000 koudbloedpaarden voor den land bouw te betrekken, doch wegens de on- n'ets van gekomen". zekerheid van betaling is daar ook al „En toch bloeit de fokkerij in ons land?' „Voor de binnenlandsche markt, en ....kwalitatief. Het Nederlandsch trek- ben nog altijd dat verkeerde idee om trent mij gehouden. En dat schijnt nu aanleiding tot moeilijkheden te hebben gegeven. Nu maar, ik zet dat dan even uiteen; dat is alles;...." De oude mevrouw bleef zorgelijk kij ken. Zij was een ouderwetscbe vrouw; en een re's van Florence naar Den Haag vice versa dat was in haar tijd iets, dat je alleen in de aller-, allergewichtigste omstandigheden deed; sterfgevallen, en dan alleen voor de naaste familie.En dan: ter verantwoording geroepen wor den als ambtenaar. Ze keek eens heime lijk naar dien onbegrijpelijk luchtharti- gen zoon.... Hield hij zich maar zóó? Maar dat scheen toch wel niet.Toch di e opgeruimdheid van hem, kon die echt wezen? Zóó had ze hem nog nooit gezien. Henri merkte wel iets van haar zor gelijkheid, maar in zijn fleurigheid vond hij dat toch al te dwaas! Om de stem ming wat te breken, stond hij op, en voegde zich bij de poppengasten van zijn dochter. Mag ik ook op visite komen, me vrouw Muis? Krijg ik ook een kopje thee? Zie je, dat was ook al zoo on natuurlijk. Dat was heelemaal Henri n'et; haar ceremonieele Henri! Die zou nóóit bij een visite aan zijn Mama zich met kinderspelletjes gaan bemoeien, 't Is waar, dacht ze vergoelijkend, dacht paard is een kwaliteitspaard geworden, dat zelfs in landen, waar de eigen paar denfokkerij op hoogen trap staat, waar deering en ook nog we! aftrek vindt. Van het verdwijnend paard moet U maar noo t meer spreken'zei de heer Bom bij het afscheid. DE KONINGINNEDAG TE MIDDEL BURG. Middelburg leeft in een feestweek, die steeds in het geheugen zal voortle ven en die als zij denzelfden voortgang mag hebben als tot nu toe, 'n succes van groote beteekenis zal blijken te zijn. Dat de feestweek gehouden wordt danken allen, die er van genieten, aan de Ver- eeniging „Handelsbelang", die echter niet alles alleen kon doen en het was daarom zeker goed gezien, de feestweek te laten zijn als ook 31 Augustus er in viel, en voor dien dag „Uit het Volk Voor het Volk" ter traditie getrouw, de regeling der feesten op zich kon nemen. Een dergelijke samenwerking is niet genoeg te loven en „Uit het VolkVoor het Volk" kreeg op haar beurt weer de medewerking van de turnvereenigingen ter plaatse en van de beide uit Vlissin- gen, waardoor haar programma voor gisteren belangrijk kon afwijken van an dere jaren en daardoor ook tot een flink succes werd. Het middagfeest. Tegen kwart over twee stonden in den tuin van het Schuttershof opgesteld, de padvindersband, het Chr. muziekgezel schap „Oefening na den Arbeid" en een zeer groot aantal turners, turnsters en adspiranten. Het bestuur van „Uit het Volk" sloot zich hierbij aan en ging de stoet een groot deel der binnenstad door o.a. door de Abdij, waar de Com missaris der Koningin zich in ambts- costuum voor een der vensters van zijn woning vertoonde, en de gymnasten hem allen den turngroet brachten. Te drie uur kwam men op het ge meentelijk sportterrein aan en werd on middellijk met het afwerken van het programma van de turnbetooging, die door ongeveer 2000 menschen werd bij gewoond en gevolgd, aangevangen. Zoowel de gezamenlijke oefeningen der meisjes onder leiding van den heer Chr. J. Mazure als de behendigheids oefeningen der dames onder die van den heer J. A. Bal, voldeden uitstekend en waren een goed begin voor deze uit voering. Laatstgenoemde nam bij ont stentenis van den heer L. van der Steen, ook de leiding over van de aesthetische oefeningen van de dames. Van het ver- eenigingsturnen noemen wij als bijzon der geslaagd het volksdansje van „Achil les", dat ook goed vrije-, knots- en orde oefeningen gaf en daarnaast het altijd „af" zijnde werk van „Medioburgum" met dans en behendigheidsoefeningen en een rhytmische rei. Maar ook het brugwerken van hee- ren en dames van „Wilhelmina", het werken aan het paard van de meisjes dezer vereeniging en de jongens van „Medio", evenals het tremplin hoog springen van de jongens van „Wilhel mina" was uitstekend turnwerk. De heer P. Cappon leidde de vrije oefeningen van de jongens op zeer te loven wijze. Het mooiste, vooral voor in het tur nen minder ingewijde toeschouwers was zeker wel de Vlaggenpiramide gevormd door een 80-tal dames en meisjes van „Achilles", een kleurrijke hulde aan de Koninklijke jarige, die een welverdiend applaus uitlokte. Het weer, dat in het begin van de uitvoering even dreigde minder goed te worden, verbeterde spoedig, maar tegen ze het; want die vroeger opvatting van Henri was ook de hare hij had zijn kleine meisje in lang niet gezien.... Ik moet N'co ook eens even bekij ken, zei Henri, uit zijn gebogen mee speel-houding opziende. Je blijft toch zeker hier eten? i Dat wil ik wel. Bel de familie Garenne op; en vraag, of ze hem hierheen sturen. Dan eet hij ook mee, en je ziet hem op je ge mak." Ik geloof, dat het beter is, dat ik daareven heen ga. Ja, dat w st de oude mevrouw Van Hoghen Lugt ook wel. Maar ze voelde een zekere rivaliteit met de familie Ga renne, en wild ehun haar zoon, haar eenigen, zoo kort mogelijk, liefst heele maal, niet afstaan. Je blijft hier toch logeeren; een paar dagen? Dat is te zeggen: als de zaak mor gen aan het ministerie ;n orde komt, wou ik dadelijk weer weg. Dacht je dat het wel zóó gauw in orde zou wezen. Och, ik weet het niet. 't Zou mo gelijk zijn. Zouden ze je dan daar alleen voor hebben laten overkomen? Voor één en kel gesprek? Henri haalde onverschillig de schou ders op. „De zaak is zoo eenvoudig", zei hij. het einde en bij het opstellen van den stoet voor den terugtocht begon de lucht weer donker te worden. Toen de stoet op den Singel was be gon het zachtjes te regenen, maar dit hield spoed g op en het werd een flin ke kletsbui, wat vooral door de lucht gekleede turnsters en turners verre van aangenaam was. Toch is er door ge marcheerd naar het Schuttershof, waar de stoet ontbonden is en daarmede het middagfeest besloten. Het avondfeest, De regenbui van 's middags had ge- j lukkig niet lang geduurd en toen het avondfeest op de Markt te half negen begon, was het weer uitstekend. In verband met het ook hier geven van turnnummers, had het muz ekkorps ditmaal plaats genomen voor het Stad huis aan de zijde van de Noordstraat, en daarbij is ons gebleken, dat de mu ziek daar veel beter tot zijn recht komt dan vanaf een open tent midden op het plein, o.a, in het begin van de Lange- delft klonk de muziek zeer goed en kwam nu iedere toon tot zijn recht. Nadat de muziek de volksliederen had gegeven ter opening van de uitvoe ring hebben de meisjes en daarna de dames van de Walcbersche turnvereeni gingen dansen en de oefeningen, die ook op het Bondsfeest te Rotterdam in 1933 zullen worden gegeven, afgewerkt. Met groote waardeering hebben wij zoowel het een als het ander gevolgd en rekening houdende met het feit, dat iedere vereenigingsle der op zichzelf den oefenstof verwerkt heeft, mag van een zeer goed geheel worden gespro ken. Het groote deel der uitvoerende werkten op het vrij gehouden deel van de klinkerverhooging, waarbij wij er verbaasd over stonden, dat zij knielden en lagen op de steenen zonder blijkbaar eenigen hinder daarvan te hebben. Op ieder der beide podiums werkten tel kens ook enkelen en konden daardoor ook verder afstaanden of zittenden de oefeningen volgen. Na nog een tweetal muzieknummers was het de heer Mazure die weer deed genieten van wat hij op het gebied van dansen en rythmische gymnastiek met de leden van Medio weet te presteeren en tot genot van honderden kwam het eerst de nu reeds een 20 jaar bekende Provinciale Rei aan de beurt. Op uit stekende wijze hebben de boerinnen en boeren deze rei weergegeven, die steeds mooi blijft. Maar ook het patertje en De Zevensprong met begeleiding van het muziekkorps en het Spelletje op de weide en Horlepijp voldeden zeer goed. Hierbij bestond de begeleiding, evenals bij het algemeen turnen u t versterkte gramaphoon muziek die evenmin als des middags op het sportterrein voldoende slerk was om door een groot publiek te worden gehoord. Intuschen had het muziekkorps nog een nummer alleen gegeven. Toen het fraaie dansnummer, het Perpetuum Mobile, dat ook Dins- gegeven was, aangevangen was, be gon het te regenen en dit spoedig vrij hard ook, zoodat velen ergens een schu lplaats gingen zoeken. Danseressen en muzikanten lieten zich niet afschrik ken en de laatste genoemde werkten 't programma af door het spelen van het Volkslied. Onder de duizenden, die het markt- feest medemaakten, was ook de burge meester, die, evenals Dinsdag, van zijn belangstelling blijk gaf. Bij een Koninginnefeest behoort te M ddelburg een fakkeloptocht, en zoo was het ook nu. Toen de stoet opgesteld was, hield het op met regenen. Voor op gingen twee agenten te paard, daar achter de padvindersband vervolgens het bestuur van Uit het VolkVoor het Volk met den voor zitter van Handelsbelang als gast, dan het Middelburgsch muziekkorps ver licht door de nieuwe benzine lampen Enfin dat zien we dan wel.. Ik be grijp, dat je Clara zoo kort mogelijk alleen wilt laten. Ze zei dat „ik begrijp" met zekeren nadruk; dit begrijpen be- teekende inderdaad een zekere zelf overwinning voor haar. Henri merkte het niet. „O, Clara heeft het zoo eenzaam niet", zei hij luchtig. „Kees zal haar wel aangenaam bezig houden. Hij weet zooveel van al de kunst van Florence; hij kan 'er zoo goed over spreken; en je al het mooie wij zen." Is Kees dan nog daar bij jelui; bij Clara alleen, in da thuisje daar?" vroeg ze met misprijzende verbazing. Ja zeker. Maar jongen! Wat is daar tegen? De oude mevrouw antwoordde niet dadelijk. „Ik wist niet, dat jij ook al zoo ultra-modern was", zei ze toen met grooten nadruk op „jij." Inderdaad had zij in haar zoon nog altijd een steunpi laar van haar oude, degelijke begrippen gevoeld. Waarom vindt u me zoo modern? vroeg hij, wezenlijk verbaasd. Dat was toch nog werkelijk te naïef. Hield hij haar nu voor den gek? Dat was toch zeker niets voor hem.... In mijn tijd,antwoordde ze, en nu op den streng-preutschen toon waarop zij dok onder haar vriendinnen den da- gelijkschen strijd tegen de moderne ver- aaaaaatsaam—H—«mm— en dan Oefening na den Arbeid met gewone fakkels, en als slot een heel groot deel van de meisjes, en ook en kele jongens, die hadden medegeturnd. Het ging voor afgegaan en gevolgd door zeer velen en gadegeslagen door duizenden een heel groot deel van de stad door naar de Abdij, hier werd voor de woning van den Commissaris der Koningin halt gehouden en kwa men de heer en mevrouw Quarles van Ufford met hun zonen op het bordes en hoorden daar het Wilhelmus van 't Middelburgsch muziekkorps en het Wien Neerlandsch bloed van Oefening na den Arbeid aan. Intusschen had den de heeren De Graaf en Stof- koper, resp. voorzitter van Uit het Volk- Voor het Volk en Handelsbelang hun opwachting bij den Commissaris en zijn familie gemaakt, en had de comm ssaris de beide directeuren, de heeren Caro en Van Kamer gecomplimenteerd en bedankt. Het ging nu weer verder terug naar de Markt langs een omweg, waarbij eenige oogenblikken alle drie de korp sen, die elkander overigens geregeld hebben afgewisseld, stil waren. Men was in de omgeving van de woning van een ernstige zieke gekomen. Een aardige attentie was het van een tweetal nwoners om den stoet met ben- gaalsch vuur te begroeten. Te ongeveer half twaalf was de stoet op de Markt terug en bleven er ook toen nog honderden op den been te zijn, al was dit maar een klein aantal vergeleken met de menschenmassa, die gedurende de uitvoering de Markt o. a. op den hoek van de Lange Delft en de Markt met een dubbel post het verkeer geregeld moest worden. Voor het stadhuis werd halt gehou den, de padvinders sloegen en bliezen gesteund door Achille's signaalafdee- ling, die ook de middag- en avond wandeling medemaakte, de taptoe, waarop het Middelburgsch muziek- waarop het Middelburgsch muziek korps inviel. Dit korps speelde het Wilhelmus, Oefening na den Arbeid het Wien Neerlandsch bloed en ten slotte beide korpsen samen onder leiding van den heer Caro het Zeeuwsche Volkslied. Het bestuur hoorde een en ander van af het podium aan en de heer De Graaf sloot het feest met een flink on dersteund „Lang leve Koningin Wilhel mina". Uit het Volk kan weer een zeer goed geslaagd Koninginnefeest meer in haar analen boeken en Handelsbelang kan overtuigd zijn dat de feeststemming er nog in is en als het weer mede blijft wer ken er zeker tot Zaterdagavond wel in zal blijven ook. De verlichting en etalage wedstrijd. Zoo komen wij vanzelf weer tot de andere onderdeelen van het weekfeest en willen wij nog even aanteekenen, dat ook gisteren de verlichting weer prima was en de etalages de zoo wel verdien de groote belangstelling blijven houden. De receptie. Nog terugkomende op het Konin ginnefeest, zij nog vermeld, dat des mid dags een druk bezochte receptie is ge houden door den Commissaris der Ko ningin en mevrouw Quarles van Ufford, Wat nog te wachten staat, Moesten wij gisteren enkele mede- deelingen doen over aanvulling van of wijzig ng in het programma der verdere feesten, dit maal is verzocht mede te, deelen, dat de Padvinders Zaterdag avond niet in de gelegenheid zullen zijn hun medewerking te verleenen aan het slotconcert. Het bestuur heeft gemeend dan een ander slot te moeten vaststellen en be sloot nog een fakkeloptocht na afloop wildering voerde „liet men een jon gen man en en jonge vrouw niet alleen in een huis logeeren, als ze niet ge trouwd waren. Nu moest Henri toch lachen. Even.. Toch hinderde hem de aanduiding van wat mogelijk was.... Clara is getrouwd, moeder. En Kees is een goede, beste vriend van me. Ik wist niet dat jullie zoo „chaud" waren. Hij is een beste trouwe kerel, zei Henri warm. Te warmer, waar toch even de woorden van zijn moeder een kleine onrust in hem zelf hadden ge wekt. „Hij is heelemaal in ons, in mijn belang naar Florence gekomen. Nu ja, want hij herinnerde zich, hoe die aan vankelijke verklaring later én door Kees én door Clara lachend was gereduceerd; „hij wou ook nog wel graag nog eens een lente in Florence doorbrengen. Maarre... enfin, dat is onzin; onzin!" De oude mevrouw trok haar strenge lippen in nog meer boudeerenden plooi, „Vind je niet, dat je je wat heel kras over mijn ideeën uitspreekt?" vroeg ze koel. „Enfin, ik zal er geen woord meer over zeggen. Maar ik vind het.... En dan: 'n schilder." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5