mP
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 23 AUGUSTUS 1932. No. 198.
KERKNIEUWS.
LANDBOUW.
Wat zegt een klein prijsverschil
tegenover een GROOT
kwaliteitsverschil
Koopt Blue Band, Hollands beste standaard-
merk, nog altijd 25 cents per half ponds pakje
f} V_!d ««et ^7°. a"®r,fiinste. *o/.
Versch 9ok°^v>ot®r
landsche roo««
onder Rijksconfr^*
35-JARIG BESTAAN VAN
„HANDELSBELANG".
NA DE OPERATIE.
en over de Elgawa-tentoonstelling be
richten we nog nader.
STUKKEN VOOR DEN GEMEENTE
RAAD VAN VLISSINGEN.
VLISSINGEN. Burg. en Weth. wen
den zich met een uitvoerig voorstel tot
den gemeenteraad, naar aanleiding van
een voorstel van de beide Vrijheidsbond-
sche leden om voor September van B.
en W. te vernemen omtrent mogelijke
bezuinigingen en een voorstel van hen
te krijgen om de pensioenstortingen ten
laste van het gemeentepersoneel te
brengen of een loon- en salariskorting
in te voeren.
B. en W. herinneren er nu aan, dat de
raad zich in Augustus 1931 vereenigde
met een voorstel tot hel sluiten van een
tijdelijke crisisleening af te lossen in ten
hoogste 10 jaar. Aanvankelijk keurden
Ged. Staten dit goed, mits de aflossing
inplaats van in 10 in 5 jaar zou plaats
hebben, doch in een brief van 18 Mei
j.l. verzochten zij alsnog de opcenten op
de gemeentefondsbelasting 1932-'33 ,te
brengen van 80 op 100, en deden zij uit
komen,, dat zij alleen bereid waren aan
eene crisisleening voor 1932 hunne
goedkeuring te hechten, indien alle
maatregelen getroffen .zijn, welke tot
verhooging der inkomsten of verlaging
der uilgaven kunnen leiden. Na verdere
onderhandeling namen zij echter genoe
gen met eene heffing van 80 opcenten
en is dit inmiddels door de Kroon goed
gekeurd.
Bij het opmaken van de ontwerp-be-
grooting 1933 bleek, dat, indien voor
de crisisuitgaven over 1933 geen tijde
lijke leening zou kunnen worden geslo
ten, ten laste van dien dienst zou ko
men wegens crisisuitgaven 159.000,
welke som uit de gewone middelen niet
kon worden bestreden. Naar aanleiding
daarvan hebben Burg, en Weth. 18 de
zer een onderhoud gehad met eene
commissie uit Ged, Staten, doch Ged.
Staten meenden geen medewerking te
kunnen verleenen aan her aangaan van
een crisisleening en drongen er ten
sterkste op aa;. de inkomsten te ver
sterken en de uitgaven te verminde
ren. Zij noemden als middelen korting
op de bezoldiging van he: gemeente-
personeel of verhaal van pensioensbij
dragen, heffing van 100 opcenten op de
fondsbelasting, en verhooging van de
opcenten op de persorieele belasting
bijv. van 120 tot 220 op 150 tot 250.
Eerst als alle maatregelen zijn geno
men, zouden Ged. Staten willen over
wegen of de resteerende uitgaven over
enkele jaren verdeeld zouden kunnen
worden. Burg. en Weth. meenen, ge
zien ook de houding der regeering,
verplicht te zijn maatregelen te bera
men als door Ged. Staten aangegeven.
Zoo zullen zij met de commissie van
georganiseerd overleg den vorm van
loonsverlaging of pensioenkorting be
spreken.
De grootst mogelijke meerderheid
van het college is daartoe bereid, in
dien deze maatregel wordt ingevoerd
met ingang van 1 Januari 1933, de min
derheid acht het noodzakelijk dezen
maatregel reeds met 1 October a.s. te
doen ingaan,, teneinde de financieele
positie te versterken, omdat er kans is,
dat de rekening 1932 niet met een ba
tig saldo zal sluiten. Het college is
voorts ernstig voornemens na te gaan
welke uitgaven op de begrooting voor
1932 geraamd, eenigszins kunnen wor
den besnoeid, of, zoo mogelijk, achter
wege kunnen worden gelaten.
Burg. en Weth. stellen den gemeen
teraad voor in verband met het aan de
woningbouwvereniging „Goed Wo
nen" te verleenen bouwcrediet voor 21
woningen met de Rijksverzekerings
bank eene leening aan te gaan groot
nominaal 75.000, tegen een koers van
93% af te lossen in 50 jaar en te
gen een rente van 4% pCt.
Oud-Geref. Gem.
IW. Blaak, leerend ouderling te St.
Philips land is beroepen te Utrecht.
ONDER DEN DRUK VAN HET
GROENE FRONT,
Onze landbouwmedewerker schrijft
ons:
De heer Verhoef, één de redacteuren
van „De Nieuwe weg", onafhankelijk,
revolutionair socialistisch maandschrift,
zendt ons een exemplaar van dit blad,
waarin hij, onder bovenstaanden titel 'n
artikel heeft geschreven over de heer-
schende landbouw-crisis.
De heer Verhoef vraagt over een en
ander onze meening. Al dadelijk zij ge
zegd, dat de titel en de aanvang van het
stuk niet juist zijn. Schrijver begint met
te beweren, dat de verscherping van de
landbouw-crisis tot toenemend verzet
van den met ondergang bedreigden boer
heeft geleid en tot het ontstaan van het
Groene Front. D i t kunnen we nog toe
geven, maar niet het vervolg, dat daar
door de Regeering wordt genoopt tot
het treffen van steeds meer steunmaatre
gelen. Naar onze meening wordt hier
aan het Groene Front teveel eer toege
kend. Door de Groene-Frontsche agita
tie zouden dan verder de Landbouw-
Maatschappijen in beweging zijn ge
bracht; „deze conservatieve corporaties,
waarin vooral de groote boeren zijn ge
organiseerd", zouden opgeschrikt zijn
door de krachtige en zelfbewuste bóe
ren-agitatie en kwamen daardoor na
lang aarzelen tot een gemeenschappelijk
urgentie-program. Hier is de schrijver
onbillijk tegenover de landbouw-organi-
saties en speciaal de Z.L.M. gaat dan
wel vrij uit. We meenen, dat in een ver
TTïxf, BAND
Het doel van de feestweek.
Uitvoerig overzicht van wat
er te doen zal zijn.
In het zoojuist verschenen program
ma van de Middelburgsche feestweek
schrijft de voorzitter der jubileerende
vereeniging „Handelsbelang" als in
leidend woord o.m.:
„Vijf en dertig jaren geleden is het,
dat enkele wilskrachtige Middelburg
sche zakenlieden, waarvan er nu helaas
nog slechts weinige in leven zijn, het ini
tiatief namen tot oprichting van een
vereeniging welke zou hebben „stelling
te nemen tegen oneerlijke of onedele
concurrentie of valsche reclame op
Handelsgebied" en in het algemeen
werkzaam beoogde te zijn „tot bevor
dering van de gemeenschappelijke han
delsbelangen".
Zoo althans luidde het reglement en
statuten van de vereeniging welke de
naam ontving van „De reëele Handel."
Eerst eenige tijd later werd deze naam
veranderd in „Handelsbelang."
Vijf en dertig jaren van arbeid in het
belang vooral van den Handeldrijven-
den en Industrieelen Middenstand zijn
achter den rug.
Mochten wij deze mijlpaal in dit ver-
eenigingsleven onverschillig voorbij loo-
pen en geen waardeering toonen voor
datgene wat door hen die ons voorgin
gen in aller belang werd verricht?
„Neen", meende de algemeene ver
gadering en met dit „neen" stemde het
bestuur gaarne in, vooral toen werd
voorop gesteld dat deze feestelijke her
denking in een zoodanigen vorm zou
worden gegoten, dat zij door hare aan
trekkelijkheid tevens voordeel zou bren
gen aan de zakenlieden in onze ge
meente.
We zullen daarom trachten belang
stellenden te trekken als het kan
zelfs van de overzijde der Schelde en
van boven het Kreekrak
Onze stad moet vol zijn van bezoekers.
De Middelburgers moeten op straat
de dorpelingen naar Middelburg en
als het kan veel vreemdelingen in de
stad
Dat geeft nering en vertier geld
in de lade en is ten slotte een belang
voor onze geheele Middelburgsche sa
menleving"
„Al zit de zon (althans op zakenge-
bied) nu nog achter de wolken, daar
blijft zij niet altijd het verleden is
daar om het te bewijzen.
Want al ziet het er voor Nering en
Handel niet gunstig uit, toch is zelfs ook
uit deze eigenaardige tijdsomstandighe
den voor ons iets te leeren.
Zie hier de les:
Scherp meer dan ooit het brein
ziet uit naar nieuwe mogelijkheden
naar nieuwe handelsrelatiën naar za-
kenuitbouw vermeerdert Uw inspan
ning staalt Uw energie.
door Dr. Jan Walch.
20.
Dat laatste", zei Kees, na een
oogenblik van denkend rook-uitblazen,
„is wel, dunkt mij, van bijzonder belang
in verband met Lugt. Als 't zóó was,
zou het nóódig zijn, dat, heel langzaam
aan, het liegen hem weer werd bijge
bracht, om hem voor de samenleving
geschikt te maken. Tenzij men hem, als
een bijzonder exemplaar van het men-
schenras, buiten de gewone maatschap
pij hield; en de staat hem als den merk-
waardigen en hoogst-exceptioneelen
niet-leugenaar den kost gaf. Nu ja, hij
bezit nog wel wat vermogen, geloof ik,
dus hij zou, afgezien van zijn baantje,
wel kunnen bestaan, maar. je kunt je
vermogen kwijt raken...."
Zooals tegenwoordig nogal eens
gebeurt voegde de dokter er aan toe.
En ik geloof, dat een niet-leuge
naar, en die ook nooit een leu
gen bij een ander onderstelt,
héél gauw van zijn geld af zou zijn".
,Laten we daar niet te lang bij stil
staan zei de dokter. „Het zijn interes
sante.... fantaizietjes; maar de werke
lijkheid zal toch wel hoogst waarschijn
lijk blijken te zijn, dat het weefsel aan
groeit. Zooals ik dat indertijd bij een
ander geval met het namen-geheugen
Dit is de eenige manier om zich door
deze periode heen te werken naar be
tere tijden die toch zonder twijfel we
der komen moeten,"
We hebben reeds zoo in groote trek
ken bericht, wat er te doen zal zijn. Een
iets meer gedetailleerd overzicht van de
feestelijkheden volge hier. Wie het
naadje van de kous wil weten, koope
het voor alle feestgangers noodzakelijke
programma, dat alom verkrijgbaar zal
zijn.
Maandag 29 Augustus is er des och
tends een réveille door 't Chr. Muziek
korps „Oefening na den Arbeid", di
recteur de heer J. C. F. van Kamer; des
avonds geeft de harmonie „Ons Genoe
gen" uit Vlissingen, directeur de heer
C. G. Govaarts een concert op de
Markt.
Dinsdag 30 Aug. geeft het Middel-
burgsch Muziekkorps, directeur de heer
Joh. H. Caro, een concert op de Markt,
afgewisseld door rhythmische dansen van
„Medioburgum", onder leiding van den
heer Chr. J. Mazure. Daarna een muzi
kale rondwandeling. Onderwijl recipi-
eert het bestuur van „Handelsbelang"
in de sociëteit „St. Joris". Des avonds
bespeelt de heer Th. C. Ferwerda den
beiaard van den Lange Jan.
Koninginnedag is de feestdag van
„Uit het VolkVoor het Volk"; dien
dag is er een turnbetooging van de
Walchersche sportvereenigingen op het
gemeentelijk sportterrein, met o.a. een
gezamenlijk optreden der Walchersche
dames en der Walchersche meisjes.
's Avonds zijn er volksdansen in
Zeeuwsch costuum, afgewisseld met or-
kestnummers, op de Groote Markt; na
afloop fakkeloptocht.
Donderdag 1 Sept. geeft het Dom-
burgsch muziekgezelschap Apollo, di
recteur de heer M. A. Romijn een
avondconcert op de Markt; in de pauze
treed het Westkappelsche dameskoor
op. Daarna rekoefeningen door Wal
chersche turners, onder leiding van den
heer P. Taal, op het podium voor het
Raadhuis.
Onderwijl heeft het Weistkappelsche
dameskoor op den Dam in de Graan-
beurs en op de Balans ook nog gezon
gen hoe, waar en wanneer precies
vermeldt het program wel.
Vrijdag 2 Sept. wordt het avondcon
cert op de Markt gegeven door het Chr.
fanfarekorps „Oefening na den Arbeid",
directeur de heer J. C. F. van Kamer;
daarna is er een verlichte gondelvaart
door het Kanaal.
Zaterdag 3 Sept. vindt des middags 'n
kano-wedstrijd in het Kanaal plaats,
waarvoor 7 medailles beschikbaar wer
den gesteld. Dien dag wordt er op de
Markt een middagconcert gegeven door
't fanfarekorps „Voorwaarts1" te Koude-
kerke, directeur de heer André J. Gey-
sen; het vaste avondconcert is voor re
kening van 't Middelburgsch Muziek
corps, met als besluit een taptoe van de
padvinders.
Over hetgeen er nog meer te zien is,
heb zien gebeuren. Het is waar: daar
werd 'de patiënt voortdurend op den
weg geholpen; nu, en misschien zal het
op-den-duur blijken, dat dat ook bij
mijnheer Lugt min-of-meer noodig zai
zijn; en dan is 't met de leugen een beet
je gecompliceerder dan met de namen,
die zou hem in voorzichtige, kleine, aan
gelengde doseeringen moeten worden
bijgebracht. Dat is allemaal meer werk
van den psychiater; grappig woord
in dit verband::: 't beleekent „zielenge
nezer"; en die „ziel" zou dan genezen
moeten worden door te leeren liegen..
Enfin, we moeten dat maar even af
wachten, zooals ik zeg; de genezing,
als die al aan-den-gang is, gaat in elk
geval zoo langzaam, dat het bijtijds ge
noeg zal zijn, wanneer we daarmee be
ginnen na zijn terugkeer, eind Juli, En
dan heb ik waarschijnlijk voor dien col
lega-psychiater een schat van gegevens;
die ik voorloopig nog maar alleen tot
mijn eigen instructie gebruik; trouwens
er zit, dunkt me, nog weinig teekening
in. Maar op-zich-zelf zijn ze wel inte
ressant; en mevrouw Lugt houdt me
uitstekend van alles op de hoogte. Het
zal u ook wel interesseeren".
Ja, ik zou er graag wat van willen
weten".
Het is een soort van dagboek van
de reis, dat zij dagelijks bijhoudt en mij
om den dag of wat zendt, Ik zal 't even
halen, misschien wilt u het eens inzien.
De belangrijke punten heb ik onder
streept".
Met gespannen aandacht doorliep Kees
het verhaal van de reis. De feiten wer
den eenigszins achteraf gezet door de
onderstreepte psychologisch-interes-
sante details, maar hij trachtte zoo gauw
mogelijk het één en het ander in zich
op te nemen. „Wat is dat een rare ge
schiedenis daar in Straatsburg", zei hij
ontrust. „Het lijkt wel iets uit een de
tective-roman; maar intusschen, als
werkelijkheid is 't beetje bedenkelijk.
En het lijkt mij voor haar wél een zwa
re post, alleen met iemand die, enfin,
die zich moeilijk redden kan, in zulke
omstandigheden.
Daar de dokter in afwachting bleef
zwijgen, keek hij snel het volgende
door.
O, daarna is alles weer even vroo-
lijk Aardige opmerkingen zijn dat,
hè, ovqr dat zorgelooze, dat zij van
hem voelt afstralen.... „Waarheid is,
als je 't zelfde zegt als een ander"
dat is werkelijk een pracht paradox,
vindt u niet, dokter? Alleen zou ik in
plaats van „een ander" „de meerder
heid" willen zetten.... Hm.... dat is
ook een héél typische quaestie; dat
slot van dien laatsten brief, bedoel ik;
dat u ook hebt onderstreept". Hij las:
„Soms vraag ik mij af: wat is nu eigen
lijk het karakter van mijn man? Ik
dacht, dat ik dat, nu we zoowat twaalf-
en-een-half jaar getrouwd zijn, wel
zoo'n beetje wist, maar hoe langer die
periode van volkomen waarheid bij
hem duurt, hoe onzekerder ik word. Ik
wil tegenover u geheel openhartig zijn;
natuurlijk; anders zou deze correspon
dentie geen nut hebben; en bovendien
zooals ik u al meer heb geschreven:
de, waarheidsliefde van mijn man is 'n
„besmettelijke" ziekte; ik móét het lie
gen al -afwennen, omdat het hem hoofd
krampen bezorgt; en ik kan steeds
moeilijker liegen, omdat' ik leer me van
alle onwaarheid rekenschap te geven,
en dan tenslotte door allerlei gevoelens
ik hoef ze in dit geval niet uit te
pluizen, nu ze niet den patiënt betref
fen voor de onwaarheid terugdeins".
Kees hield even op. Clara interes
seerde hem minstens evenveel als Hen
ri; en haar gevoelens, nu ze in aanra
king v\ras met d e Waarheid, waren
zeker, als de reacties van een normaal
mensch in deze bijzondere omstandig
heden, even belangwekkend.
Maar de doker zat te wachten; dus
hij las verder; zij 't niet meer overluid.
Hij las:
Ik had het over het karakter van
mijn man. Nu dan, eerlijk gezegd: hij
was, zoo zag ik het tenminste, geens
zins vrij van ijdelheid; en van een ze
kere baatzucht. Hij praatte veelal zoo,
als den menschen van wie hij iets ver
wachten kon, zijn superieuren dan in
gadering van den kring Oostelijk-Zuid-
Beveland de eerste motie is aangeno
men, waarin gesproken wordt van cri
sis en waarin op ingrijpende regeerings-
maatregelen wordt aangedrongen. Dan
moge eraan herinnerd worden, hoe ja
ren tevoren reeds in de Z.L.M. is ge
ijverd voor steun aan de suiker-industrie,
kennende de groote waarde van de bie
tencultuur voor onze provincie in het bij
zonder. Neen, de landbouw-maatschap-
pijen waren vrijwel op tijd, doch de R e-
geering luisterde niet naar deze
stem, die kalm en waardig, doch krach
tig gedocumenteerd haar wenschen
blootlegde.
Zeker is ook, dat het overgroote deel
onzer parlementsleden den ernst van
den toestand niet inzagen en laat het nu
onzentwege Het Groene Front zijn, dat
door het roeren van de groote trom Re
geering en Volksvertegenwoordiging
heeft wakker gemaakt, dat is nog iets
anders dan het nemen van initiatief. Ac-
coord gaan we met den schrijver, dat
daardoor aan de ministeries een ander
soort werk aan de orde kwam. Sedert
generaties was men daar ingeleefd in de
handelsgedachte, de ambtenaren waren
in dien geest geschoold en moesten zich
nu plotseling opnieuw orienteeren, lijn
leggen in hun nieuwe werk, de wettenfa
briek omzetten. Door dit alles moesten
de hoofden der ministers wel omloopen,
zoodat ze „weinig of geen aandacht
schonken aan de praatmajoors in de Ka
mers van 100 en van 50". De woorden
keus laten we voor rekening van den
schrijver, maar de gedachte, erin neer
gelegd, achten we juist en nog dikker
-vrienden worden we, als hij daarna in
kernachtige bewoordingen de waarde
van den landbouw en den landbouwer
voor de gemeenschap aangeeft.
Het standpunt, dat de stad en de
stadsmensch tegenover den boer in
neemt, zal moeten veranderen; vooroor-
deelen zullen moeten worden losgelaten
en plaats moeten maken voor waar
deering, uit hoofde van de plaats, die de
landbouwer in de productie toekomt.
„Wanneer de boer staakt,
verhon gert de sta d", ziehier de
kern van zijn betoog, dat altijd ons uit
gangspunt is.
De onafhankelijkheid van een land
hangt ten nauwste samen met de voed
selvoorziening, betoogt de schrijver en
hij doet ten bewijze hiervan een beroep
op de Engelsche blokkade van Duitsch-
land gedurende den wereldoorlog. Ook
de arbeiders moeten beseffen, dat het
welslagen van een proletarische revolu
tie afhankelijk is van de voedselvoor
ziening. Van die groote kracht is de
boer zich nog niet bewust, maar als dit
tot hem doorgedrongen zal zijn, en hij
gaat deze gebruiken, danzal het met
de heerschappij van de stad en met de
heerschende handelsklasse gedaan zijn.
Wanneer de boer ernstig tot het besef
komt van zijn maatschappelijke onmis
baarheid, dan kan hij zijn 'wil opleggen
aan iedere regeering. Door zijn plaats
in de productie is de boer veel sterker
dan de fabrieksarbeider. De boer bezit
machtsmiddelen van een aard en een
(Ing. Med.)
de eerste plaats, aangenaam moest zijn.
Ik heb me daarvan eerlijk gezegd,
vroeger nooit zoo precies rekenschap
gegeven; hij zelf, gev>of ik, ook niet;
het kwam mettertijd gedurende zijn
ambtenaarsloopbaan, vanzelf zoo.
Maar u moet niet denken, dat ik enkel
slechte eigenschappen van hem zie; hij
had, in zijn gezin, uitstekende qualitei-
ten; waarom ik altijd van hem houden
zal; maar in de maatschappij was hij,
enfin, zooals dat misschien ook wel
noodig was. Maar nu is ineens al wat
onwaar is, uit hem weg, en ik heb
erop gelet ijdel is hij nog wel, en
baatzucht nu ja; maar nu hij zoo
r 1 ij k is in alles, nu kan ik die ei
genschappen ook absoluut niet meer
als iets leelijks zien. Want hij is heusch
niet baatzuchtig in die mate, dat hij 'n
ander niets zou gunnen; hij gunt alleen
zichzelf en zijn vrouw en kinderen
in de eerste plaats iets. Dat
is niet verheven, maar ook niet afkeu
renswaardig. En de ijdelheid, die zal
ik ook absoluut niet tot een deugd pro-
beeren om te praten; maar toch, wan
neer men voelt, dat iemand alleen op
een éérlijke manier behagen wil, is het
voor men vergeeflijk.
(Wordt vervolgd.)