ARNHEM" SOLA SILVER De Kleine Bazar - Goes BINNENLAND. ONDERWIJS. SPORT. RECHTZAKEN. GEMENGD NIEUWS. LEVENS- VERZEKERING MAATSCHAPPIJ TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1932. No. 189. 1EUB. DE VOORSTELLEN WELTER INZAKE HET VERKEERSVRAAGSTUK IN NEDERLAND. NA DE OPERATIE. 11 Suikersmokkelaars. Ernstige verduistering. •VAH MELLE'S- GOESCHE^- ONT BYT- KO E K IE, K. e Va- es 25, dingen alles arden- en 35, per 5 t hoek nader e weg DRES :r ons. i'burg. HET 16, 14, ïitter- nings- o. Dik' ik. ROOL 2 ons ons v. p. o. 1 kw, ns. :ent. en 20 25 c. ent p. ,ange- 9.— 9.— Vanwege den B. B. N. schrijft men ons: Bij de beoordeeling der voorstellen der Commijssie-Welter, eenerzijds om den last der Rijksuitgaven voor inrich tingen ten dienste van het verkeer zoo veel mogelijk te beperken anderzijds om de bijdragen van een deel der weg gebruikers n.l. de autohouders zooveel mogelijk te verhoogen treft het, dat zij zoo goed als geen enkel woord wijdt aan het groote belang dat het ge- heele Nederlandsche bedrijfsleven heeft bij een zoo goed en zoo goedkoop mo gelijk transport ook en vooral over den weg. Ons treft zulks als een groote leemte in het, overigens zoo met veel zorg op gemaakte en van een duidelijk inzicht in den 'ernst der tijden blijk gevende, verslag; wij kunnen ons er niet van los maken, dat zij zich te dien aanzien te veel heeft laten verblinden door de dreigénde spoorwegtekorten em .geen rekening houdt met het oordeel over het verkeersvraagstuk van de Kamers van Koophandel. De groote en gunstige invloed, die 'n ongehinderd en onbelemmerd automo- bielverkeer op 's lands welvaart heeft, is het beste geschetst in het adres d.d. 25 Juni 1931, waarin een groot aantal van de belangrijkste Kamers bij den Ministerraad aandringt op bespoediging van de overbrugging van het Hollandsch Diep bij Moerdijk. In drie hoofdpunten kunnen de over wegingen en voorstellen van de com- missie-Welter worden samengevat: a. De sterke ontwikkeling, speciaal van het motorverkeer, doet de rentabi liteit van andere vooralsnog onmisbare verkeersinrichtingen hiermede wor den bedoeld spoor- en intercommunale tramwegen sterk dalen; zulks doet in de toekomst stijgende gevaren voor het Rijksbudget ontstaan. b. De motorrijtuigen betalen uitslui tend, een naar de meening van de Com missie onvoldoende, bijdrage de we genbelasting voor de verbetering van bestaande en den aanleg van nieuwe wegen; het is billijk, dat zij ook betalen voor het gebruik van het kostbare we gennet, dat reeds bij de invoering van de wegenbelasting en de instelling van het Rijkswegenfonds bestond. ;De we genbelasting ad 12% millioen, thans door de motorrijtuigen per jaar opge bracht, kan met een zoodanig bedrag worden verhoogd, dat de opbrengst met 6 a 7 millioen toeneemt. c. Van de verhooging der wegenbe lasting valt te verwachten een verlaging van de tekorten op de spoorwegexploi tatie met plm. 11 millioen, zoodat, met inbegrip van de m,eerdere opbrengst van 6% millioen het begrootingste- kort zal verminderen met rond 17% millioen. Dat de overwegingen van de Com missie onjuist zijn, en het daaruit voort vloeiend voorstel tot verhooging van de wegenbelasting niet aleen onbillijk, maar wat veel erger is, instede van vermeer dering van de Rijksinkomsten, veeleer vergrooting van het tekort op de be grooting zal veroorzaken, blijkt uit het volgende: ad. a. Het tekort op de exploitatie van spoor- en tramwegen is niet ontstaan door de concurrentie van de auto. De Commissie-Weiter deelt zelf me de in haar rapport, dat in 1927 reeds een achterstand in de afschrijving bij de spoorwegen bestond van 229 millioen dat wil echter met andere woorden zeg gen, dat in de voorafgaande jaren toen er van autoconcurrentie in het ge door Dr. Jan Walch. O nee. Het zijn die heer en dame uit den trein van gisteren. Ze vragen, of we lust hebben om een autorit met hen te maken naar St. Odiliënberg. Ik heb gezegd, dat ik geen lust had, maar jij misschien wel." O, dan kom ik net van pas, ant woordde zij. ,,Ik zal even met ze spre ken. Neen, ga jij nu even weg en doe de celdeur dicht; ik kan niet rustig praten als er iemand bij me staat.Ik. ik ben een beetje nerveus." Het viel haar even op, dat zij zooveel te meer loog, nu hij het niet meer deed. Zoo „vullen echtgenooten elkander aan", Maar aan zulke beschouwingen kwam zij niet toe; geagiteerd greep zij den hoorn. „Ik hoor dat u zoo vriendelijk is, ons uit te noo- d'Êen tot een autotocht? Wat zegt u? Nog een paar Elzassische vrienden gaan ook mee.... O juist.... De telefoon is niet erg duidelijk, wat zegt u? Niets van de „Administration" deugt? Haha, heel aardig. Maar.... Ja, nu versta ik 't beter. Een paar Elzassische vrienden; u had gedacht, dat het voor mijn man wel aardig was geweest, eens kennis met hen te maken, om den geest in het land wat beter te leeren kennen? O, ja, dat zou zeker, maar.... ze wierp een schichtigen blilk achter zich; gelukkig Henri stond nogal afzijdig U heel nog geen sprake was 'eigenlijk een enorm groot verlies is geleden, en bij werkelijk commercieele boekhouding zou dit verlies aan den dag zijn geko men. De auto is aan dit tekort toch ze ker geheel onschuldig. Voor de intercommunale tramwegen wordt in het verslag van de Commissie van der Vegte wel het allerduidelijkst aangetoond, dat de exploitatie, al van 1894 af, voor zoo goed ais alle onderne mingen verliesgevend is geweest. Groo te staatskapitalen zijn daarbij verloren gegaan, al tientallen jaren, voordat aan eenig beteekenend autoverkeer laat staan aan concurrentie door auto's werd gedacht. ad. b. Dat alleen de autohouders (c.q. ook de wielrijders) voordeel van de ver betering van de bestaande en den aan leg van nieuwe wegen zouden hebben, is naar ons oordeel een volkomen ave- rechtsche opvatting van de Commissie; als een der krachtigste middelen tot verhooging van de volkswelvaart, ja als een onontbeerlijke voorwaarde daartoe is 'een goed wegenstelsel te beschou wen. Maar afgescheiden hiervan is de me- dedeeling, dat de weggebruikers niet ten volle den aanleg van nieuwe en de verbetering van de bestaande wegen zouden betalen, volkomen onjuist. Bijna 46% millioen gulden droegen in 1931 de automobielen bij in de staats inkomsten, belangrijk meer dan voor wegenbouw en wegverbetering in dat jaar is uitgegeven. ad. c. Gezien het feit, dat de tekor ten op spoorweg- en tramwegexploita tie naar onze meening niet kunnen wor den toegeschreven aan de concurrentie door automobielen, zal verzwaring van de wegenbelasting in geen enkel op zicht verlaging van die tekorten ten gevolge hebben; van de gunstige ver wachting van de commissie, dat daar door het begrootingstekort met 17% millioen zal verminderen, zal zeer ze ker niets terecht komen. Integendeel deze verzwaring zal wel, doordat in krimping van het autoverkeer daarmede gepaard zal gaan, de sub b. genoemde inkomsten met een aanzienlijk deel doen dalen; waarschijnlijk zal deze da ling grooter zijn, dan de vermeerdering van de opbrengst van de wegenbelas ting. Ook uit utiliteitsoverwegingen verdient de voorgestelde verhooging van deze belasting dus in het minst geen aanbeveling. Wij zijn daarenboven van oordeel, dat er een veel beter en krachtiger middel bestaat tot vermindering, ja, zelfs tot opheffing van de tekorten op de spoor wegexploitatie. Het is hier niet de plaats daarop uitvoerig in te gaan, maar wel kunnen wij mededeelen, dat dit moet omvatten rationalisatie van de be- drijfsmethoden, opheffing van verschil lende kleinere stations, vermindering van het aantal verliesgevende treinki- lometers. Dat daartoe de vervoersplicht, op de spoorwegen gelegd, voor die stations moet worden opgeheven, achten wij bij de tegen wqordige vervoersmogelijkheden geen bezwaar. Voor het isolement van eenige streek behoeft o.i. niet te wor den gevreesd. Bij het treffen van die maatregelen zal de Rijksbegrooting van het steeds dreigende spook der spoorwegtekorten eerder en zekerder worden verlost dan door aan de voorstellen van de Com missie gevolg te geven. Niet alleen in ons eigen belang, maar ook en vooral in het algemeen belang, moeten wij met de meeste kracht op- komten tegen een last, die niet alleen 'n eenzijdigen druk legt op de autohouders, doch ook een zeer funesten invloed op het bedrijfsleven in Nederland zal heb ben. zegt? Hij heeft het geweigerd, zeer ge decideerd geweigerdO, maar me vrouw, het spijt mij ook zeer Het is hm.... nog een gevolg van zijn ziekte. Een beetje kort aangebonden, zegt u? Och, mevrouw, u moet hem dat verge ven; hij fs anders de hoffelijkheid zelve Een dag uitstellen? Ja, ziet u ik weet niet of we hier dan nog zijn.... Wat zegt u? Een bijeenkomst vanavond? Ik zal het mijn man vragen, maar als hij zich nog te vermoeid voelt, vindt u wel goed.v Op dit oogenblik trok Henri de cel deur open, Nog*niet klaar? Zij wenkte hem af. „Dadelijk. Wacht nog even...." „Neen, neen,, zei ze in 't toestel „Ik wou graag eens 'even aanzien, hoe hij zsich houdt. Mag ik u dan vanmiddag even opbellen? Goed; dadelijk na het déjeuner. Afgesproken. Ja, ik noteer het nummer. Moet ik dan naar u vragen? O, niet noodig; goed me vrouw. U neemt mijn man zijn ietwat abrupt antwoord toch niet kwalijk? O, u is al te vriendelijk. Tot vanmiddag, mevrouw". En zij legde resoluut een vrouw, die de zaken moet afdoen den hoorn neer, en kwam naar buiten, Het gesprek had althans weer het besef, dat langzaam aan het insluimeren was, in haar gewekt, dat zij wel zeer noodig was, ook in den vreemde, om het verkeer met de buitenwereld niet aan Henri alleen over te laten. Te Utrecht slaagde voor het exa men Fransch L, O. de heer F. Koster te Bresken s; voor het examen Engelsch L. O. de heer C. W. Dogge te Goes. Voor het examen Hoogduitsch L. O. slaagde te Den Haag, de heer J. C. Spaans te Zierikzee, Voor het examen hoofdacte slaag de te Rotterdam de heer E. J. Reijnoudt te Terneuzen. Bij Kon. besluit van 30 Juli is be noemd tot lector in de faculteit der ge neeskunde aan de Rijks Universiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de leer der mondziekten, de heer J, W, A. Tjebbes, arts te Utrecht, (vroeger te Middelburg) thans hoofd-assistent bij de tandheelkunde. De Olympische Spelen. Donderdag vonden in het Olympisch Zwemstadion voor 50.000 toeschouwers de series 400 M. vrije slag voor dames plaats waarbij ook werd deelgenomen door onze vertegenwoordigsters mevr. PhilipsenBraun en Puck Oversloot. In haar series kwamen beide zwemsters als tweede aan en plaatsen zich dus voor de demi finale. In de tweede serie zwom mevr. Phi lipsenBraun tegen de sterke Ameri- kaansche Helen Madison. Het tempo was heel wat sneller dan in de eerste serie en de tijden van beide zwemsters lagen dan ook een stuk beneden die der zwemsters uit de eerste serie. Toch dient nog te worden opgemerkt, dat mevr. PhilipsenBraun lang niet alles gaf en zich tevreden stelde met een goede tweede plaats. De uitslag luidde: 1 Helen Madison (V. St.) 5 min. 44.5 sec.; 2, mevr. Phi lipsenBraun (Nederland). In de derde serie kwam ook Puck Oversloot (Nederland) tegen een zeer sterke Amerikaansche zwemster uit. Hoewel miss Kight (V. St.) met flinken voorsprong won, plaatste Puch Over sloot zich met een goeden tijd van 5 min. 50.3 sec. op de tweede plaats. Dus ook onze tweede vertegenwoordigster in dit nummer is gekwalificeerd voor de demi finale. De voorloopige uitslag der dressuur- proef van de Olympische ruiterwedstrij- den luiden: 1. Lesage (Frankrijk), 2. Marion (Frankrijk), 3. Tuttle (V. St.), De Zweed Sam Ströem, heeft een pro test ingediend waaromtrent nog geen beslissing is genomen. Het Haagsche Hof vernietigde het vonnis van de rechtbank te Rotterdam, waarbij de 21-jarige beeldhouwer J. H. F. M., die op 16 Oct. met zekeren B. een overval pleegde in het kantoor der Incasobank te Rotterdam werd veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. Verdach te werd thans veroordeeld tot vijf jaar (Ingez. Med.) Nu, zei hij, „jij hebt je er toch zeker ook afgemaakt?" Ja,.... zei ze voorzichtig, 1 o, wat was het telkens moeilijk, met hem ook het juiste woord te kiezen; en dan zoo zonder steun hier,Ja, maar ze was een beetje ontstemd, dat jij het zoo bot-af had geweigerd?" Bot-af; ik? Heelemaal niet. Ze vroegen eenvoudig of ik lust had dien tocht met hen te maken. Nu, en toen heb ik „neen" gezegd, Dat is toch heel gewoon. Ik wil dien St. Odilienberg wel eens zien, daar heb ik niets tegen, maar ik houd niet van die invitaties van to taal onbekende menschen. Ik vind het opdringerig. Als we daarheen willen, kunnen we toch zelf wel een auto ne men! Zoo heb jij er toch ook altijd over gedacht?'" Jawel.... Maar.... Hm.... Hoe moest je hem bijbrengen, dat je niet zoo maar kon zeggen, dat je „geen lust" had in iets als je er werkelijk geen lust in had? Wat kijk je me onderzoekend aan? Onderzoekend? Wat bedoel je? Ik ben alleen een beetje verbaasd over je. Nu, verbaasd dan. Maar laten we hier niet zoo in die hal blijven staan. Zullen we een eindje gaan omloopen, door de oude stad? Naar de kathedraal? Dan praten we er onder weg nog wel eens over. Ja, daar heb ik wel lust in, zei hij vroolijk. gevangenisstraf met aftrek van 10 maan den voorarrest. De rechtbank te Breda heeft drie Bel gen uit Esschen veroordeeld wegens het smokkelen van suiker tot twee maan den gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. Zij werden in den nacht van 7 Juli onder Roosendaal aan gehouden, toen zij elk 45 kg. suiker over de grens brachten. Zij verdienden er een franc per kilo aan. Voor de Utrechtscherechtbank diende de zaak tegen 'n 29-jarigen kan toorbediende B., verdacht van verduis tering van 7000 ten nadeele van de N.V. Staal- en Meubelfabriek v.h. Gebr. v. Rooijen te IJsselstein. Verdachte, deelde mede gedurende de laatste vijf jaar reeds verduisterin gen te hebben gepleegd tot een bedrag van ongeveer 25.000. Toen hij tenslotte met deze verduis teringen, waarvan hij de opbrengst in Amsterdam verteerde, begon vast te loopen, ging hij er op een dag van door met 7000, welk bedrag hij op een te innen chèque had gekregen. Per vliegtuig ging hij naar Parijs en vandaar eenige dagen later naar Ber lijn, waar hij bij aankomst werd gear resteerd. Het O.M. eischte 2 jaar gevangenis straf met aftrek van preventieve hech tenis. Een polis der •DEM SOETEM INVALSEDERT 13ZS' (Ingez. Med.) OM ONDERDAK TE KRIJGEN. De 42-jarige los werkman L. H. F., zon der vaste woonplaats, iemand, die een goede opvoeding heeft genoten, doch langzamerhand aan lager wal is geraakt en reeds eenige vonnissen achter den rug heeft was ten einde raad om in zijn onderhoud te voorzien. Om onderdak te krijgen, heeft hij een manier gezocht, welke tot op heden nog niet in toepassing is gebracht. Donderdagmorgen heeft hij in een winkel op de Nieuwe Markt te Den Haag lucifers gekocht, is daarmede naar een garage aan den Nieboerweg gegaan, waar hij zich van benzine voor zag. Toen wandelde hij de boschjes van Poot in. Een partij dennenboomen koos hij uit om zijn voornemen tot brand stichting uit te voeren. Na de bodem rondom de boomen met benzine gesprenkeld te hebben, stak hij ze in brand. Dadelijk daarop ging hij weg en alar meerde de politie. Een agent, die op de dichte rook, welke zich ontwikkelde, kwam aansnellen, vond den man rustig gezeten op de plaats des misdrijfs. Hij meldde zich dadelijk als den dader aan en werd meegenomen naar het politie bureau. IN KOKENDE ZEEPSOP. Het 3- jarig dochtertje van den landbouwer C. v. E. wonende aan de Roosendaalsche baan te Oud Gastei, is in een onbe waakt oogenblik in een teil met koken de zeepsop gevallen waarbij het ernsti ge brandwonden heeft opgeloopen. Hè, wat was hij toch een leuke, onbe kommerde jongen geworden! Wat kon den haar ook al die menschen schelen!' Goed hoor, zei ze „wacht jij dan even hier; jij hebt je jas al, dan ga ik even mijn hoed en mantel halen." Zal ik wel doen, zei hij. En zonder op de lift te letten, sprong hij vlug de trappen op naar boven. Glimlachend oogde ze hem na. Heelemaal, heelemaal was hij veranderd; niets meer van den vormelijken ambtenaar. Hoorde dat al lemaal bij de gevolgen van de operatie? Vroolijk gingen ze de straat op, en Clara, innig verheugd, stevig gearmd loopend i o, in Den Haag zouden ze 't wel laten, zoo gek te doen! dacht: Over al die vervelende menschen en hun invitaties spreken we straks nog wel; nu eerst maar eens wandelen, sa men zalig wandelen in die vreemde ver re stad! Het was een huwelijksreis en Henri en zij waren allebei twintig jaar jonger, of eigenlijk, in haar gevoel, nog veel meer, want was de maatschappij nu niet iets geworden, even ver, als de groote menschen je waren in je kinder tijd; als 's Zondagsavonds achter in de suite zalig zat te lezen, en vóór zaten die groote menschen, waar je gelukkig niets mee te maken had, die je alleen maar eens even een handje moest gaan geven; en wier heele samenzijn je zoo innig saai en vervelend scheen? En zooals je in de kinderjaren uitging, en het al in Leiden zoo exotisch vond; an is de beste geldbelegging. Inspecteur: G. LINDENBERGH, MIDDELBURGSCHESTRAAT, GOES. 91 (Ingez. Med.) HET DROEVIG ONGELUK OP DEN SPOORWEG. Omtrent het spoorweg ongeval te Echt, waarbij een schaap herder, een zestigtal schapen en twee herdershonden door een trein werden dood gereden kan nog nader worden ge meld, dat de machinist van den uit de richting Roermond komenden sneltrein al 't mogelijke heeft gedaan, om het on geluk te voorkomen. Deze onbewaakte overweg wordt aangeduid door het bekende flikkerlicht, dat door den schaapherder J. H., ge boortig uit Maasbree, niet was opge merkt. Ook wordt beweerd, dat hij de beteekenis van dit licht niet begreep. Bij het naderen van den trein heeft hij zich reeds midden op den spoorweg bevonden tusschen de kudde en geen kans gezien, om er uit te komen. Vele schapen waren eenige meters meegesleurd en sommigen lagen aan stukken gereten, verspreid over en aan weerszijden van den spoorweg. Boven dien heeft men nog eenige dieren tenge volge van de zware verwondingen moe ten afmaken. De schaapherder werd wel een hon derdtal meters van de plaats des onheils dood langs de lijn gevonden. INBREKER ROOKTE EEN SIGAAR. Door het uitsnijden van eonj .ruit heeft in den afgeloopen nacht een: in breker zich toegang verschaft in het landhuis van den heer R. II. K fe V o op schoten. Ilc bewoners wepden om ongeveer drie uur gewekt, doordat zij Teven :i,n huis hoorden. Toen de hjeer K. het richt opstak, zag hij nog juist den dief de trap afvluchten. Bij onderzoek door de politie die spoedig aanwezig was bleek dat het huis van onder tot boven over hoop gehaald was. Laden van kasten enz. lagen oVer- al verspreid, het was een ware chaos. Er wordt echter weinig vermist, het zilver werd onaangeroerd igelat'en eenige flesschen wijn, die hef heerschap had ge- jreed gezet, moest hij achtcriatjen bij zijn overhaaste vlucht. Dat de dief reeds langen tijd ,in .het huis aanwezig was, .bewijst dat hij in het kantoor eerst de gordijnen heeft, dicht getrokken, en blijkbaar op z'n ge mak een sigaar heeft gerookt. Hij had blijkbaar ook' honger, daar hij indie voorkamer van een stuk! kaas heeft gegeten. ZEILBOOTJE OMGESLAGEN. Op den Amstel onder Nieuwer-Amstel is Dinsdagmiddag door onbekende oor zaak een zeilbootje omgeslagen. De in zittende, een 18-jarige jongeman, ge raakte in het zeil verward en kon slechts met groote moeite worden gered. Be wusteloos werd hij op den kant gelegd, waar toepassing van kunstmatige adem haling na ruim een half uur succes had. INBRAAK IN EEN PASTORIE. Dinsdagmorgen kwam men in de R. K. pastorie te Wervershoof tot de ontdekking det des nachts was inge broken. De dader of daders hadden zich toegang verschaft door verbreking van dere straten, andere j olitieagenten, zoo wandelden ze nu door het vreemde land; en dat mocht je ten volle genieten, want de kinderen waren goed bezorgd, en Henri was weer gezond, ja, eigenlijk gezonder dan hij ooit geweest was, en ze had zin in ondeugende streken, als een kwaje-meid. Zoo wandelden ze langs de snelle ri vier, langs de oude huisjes, met wonde re doorblikken bij de bochten, waar zich sneller het water rept. En door wat heel nauwe, door het drukke verkeer nog meer beëngde straatjes geloopen,, ston den ze ineen voor liet ontzaglijk groot majestatisch hoog en wijd uitgebouwd complex van de geweldige kathedraal. Ze gingen er binnen en stonden een oogenblik overweldigd, Ja, dat was wel een wonder! Nooit hadden ze zoo ge voeld, de kleinheid van menschenkin- deren onder de hoog gerezen overwel ving van oneindigheid.Was het door dat zij weer zuivere kinderen waren ge worden, dat ze zoo het waarachtige grootsche konden ervaren? Het was alles een streven omhoog, en een te loorgaande, deinende verwelving daar boven; de raambogen als gedwee-bui gende geesten en als biddend gespitste handen; één wonder harmonische zang van zuilen en bogen, een zang vol ge stegen-aanbiddend besef van de won dere hoogheid Gods. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5