BUITENLAND. SEIPELS POLITIEK TESTAMENT. HET XXIVste INTERNATIONALE ESPERANTO CONGRES TE PARIJS. DE STERRENHEMEL 10—17 AUGUSTUS 22 h MT (23 t ZT) ZUID VENUS© MARS JUPITER Q) STAL UBNUS BELGIE. Meer bevolking. De corresp. van het Hdbl. schrijft: FRANKRIJK. Staking Sardinenvisschers, In Bre- tagne staken op vele plaatsen de sardi nenvisschers, omdat de vangst niet meer loonend is, wegens de lage prijzen, die de conservenfabrieken ten gevolge van het groote aanbod betalen. ZWEDEN. Na Hekman's vallen, Zondag heeft de nieuwe premier Hamrin een rede ge houden waarin hij ook de gebeurtenissen der laatste dagen ter sprake bracht. Hij achtte het heel natuurlijk dat men zich de vraag stelde in hoeverre de geschen ken in geld, van bekende gevers ontvan gen, van invloed zijn geweest op de af doening van de quaesties die verband houden met de Kreugër-crisis. De pre mier verklaarde voor zichzelf sprekend beslist te mogen zeggen dat dit niet het geval was wat betreft den voormaligen premier. Wat de overige leden der re geering aanging komen dezen in het ge heel niet in aanmerking, om deze heel eenvoudige reden, dat zij niets afwisten van de besproken geldelijke bijdragen. CANADA. Dumping op meel? Reuter verneemt uit gezaghebbende bron dat er te Ottawa geen sprake is van hervatting van de on derhandelingen tusschen de Engelschen en de Ieren. -VAN MELLE'S- GOESCHB^ ONTBYTKOEK •DEM SOETEN INVALSEDERT 1S2S- ONTVANGEN BOEKEN. 1 gerafdrukken kunnen nemen en stelt 'n uitgebreid onderzoek in. Men vermoedt hiér weder met Duitschers te doen te hebben. GASVERSTIKKING. Dinsdagmid dag is de 62-jarige van der B., een gas fitter, belast met het repareeren van een lek in een hoofdgasleiding in de Barba rossastraat te N ij m e g e n door het uit stroomende gas bedwelmd geraakt. De dood was reeds ingetreden toen men het ongeval bemerkte. KINDEREN GRAVEN EEN GERAAM TE OP. Naar het ,,Dev. Dagbl." meldt hebben op de z.g. Galgelbelt te D e venter kinderen, die daar een kuil aan het graven waren, een menschelijk geraamte gevonden. In het skelet lag een brief van perka mentpapier welke onderteekend was met den naam Adolf Keller en gedateerc 16 September 1809. Vermoedelijk betreft het hier het ge raamte van een officier die in den Na poleontischen tijd met nog eenige ande ren werd gefusileerd. Bij het geraamte zijn ook een aanta uniformknoopen en een klein ankertje gevonden, VOETBAL-TRIBUNE AFGEBRAND Maandagavond sloegen te M a a s- t r i c h t plotseling de vlammen uit de groote houten overdekte tribune op het Kimbria-voetbalveld. Het vuur vond in het materiaal en de onder de tribune ge borgen benoodigdheden gretig voedsel De brandweer kon weinig tegen de vlam menzee uitrichten en stond machteloos Niet alleen ging de groote overdekte tribune verloren, doch ook al het mate riaal als doelnetten, afsluitdoeken, pa len en vlagwerk, benevens een groote hoeveelheid gymnastiek-werktuigen. De schade wordt op enkele duizenden guldens geschat en wordt niet door ver zekering gedekt. HET DOODE HONDJE. In de laatst gehouden zitting van den gemeen teraad van Hellendoorn kwam o.m, in behandeling een dichterlijke reclame van het raadslid Westera, luidende als volgt: „Hiermede bericht ik u den dood van mijn hond Vijf maanden was het beestje volkomen gezond Voor twaalf maanden moest ik belasting betalen, De helft hiervan heeft hij niet kunnen halen, 'k Meen twee gulden te kunnen terugerlangen, En zou dit bedrag dan ook gaarne ontvangen." De Raad besluit op voorstel van den voorzitter, dr. -L. C. v. d. Steen van Ommeren, deze reclame te beantwoor den als volgt „Hellendoorns gemeenteraad, in vergadering bijeen, Overwegende, dat Westera's hondje ging heen, Besluit: zijn medelid van harte te condoleeren, Diens verzoek om belasting ontheffing te accepteeren, En hem dus de helft van 't betaalde te restitueeren; De burgemeester wordt belast met de uitvoering van dit besluit En keere verzoeker ten spoedigste de duiten uit (N.H.Ct.) De Weensche corespondent der N. R. Ct. schrijft aan zijn blad: Als de lezer dezen brief onder de oogen krijgt zal het stoffelijk overschot van dr. Ignaz Seipel, den grootsten Oos- tenrijkschen staatsman van na den oor log, die met een politiek grapje „Au- trichelieu" genoemd werd, reeds zijn bijgezet in het eeregraf van de stad Weenen. Onder groot militair vertoon, in bijzijn van de vertegenwoordigers van alle staten en van den geheelen cle rus is dr. Seipel bijna als een vorst be graven. In ieder geval is zijn begrafenis de schitterendste geweest, welke Wee- ners, die ook onder de republiek nog evenzeer op vertoon gesteld zijn als on der de monarchie, sinds den dood van den ouden keizer Frans Jozef hebben aanschouwd. De begrafenis van kardi naai aartsbischop dr. Piffl, die eenige maanden geleden gestorvenis, viel in praal hiermee niet te vergelijken. Bij Seipel's dood is er sprake geweest van een politiek testament van den staatsman. Van een schriftelijk docu ment van dien aard is tot dusver nog niets gebleken. Wel maakt de „Reichs- post", wat zij noemt „een geestelijke nalatenschap van den stervenden kan selier" openbaar. Dr. Seipel heeft deze geestelijke nalatenschap vijf dagen voor zijn dood neergelegd in een gesprek met dr. Rudolf Blueml, een priester uit Klagenfurt, die jaren lang huispriester geweest is in het klooster van het Hart van Jezus, waar de overledene sinds jaren woonde en ook na zijn vertrek naar Klagenfurt met hem bevriend is gebleven. In de laatste gesprekken, wel ke naar dr. Blueml meedeelt, den zieke de grootste inspanning kostten, zei Sei pel om te beginnen, „dat de huidige paus de aangewezen persoon is om het groote werk van de vereeniging van de orthodoxe kerk met Rome tot stand te brengen. Dr. Seipel betreurde het, dat zijn partijgenooten in Oostenrijk en Duitschland te strak vasthouden aan de maatschappelijke en oeconomische vor men van het verleden, die hij weliswaar indertijd erkend en ten deele mee tot stand gebracht heeft, doch die thans door den stroom en de winden van den tijd zijn weggeblazen. Seipel verklaarde als Christelijk socioloog onvoorwaarde lijk op het standpunt te staan van het sociale prototype van het Corpus Christi mysticum, hij erkende de juist heid van het beginsel van 'de sociologi sche totaliteitsleer en achtte het te be treuren, dat men in de Christelijke so ciologie strijdt om de woorden en uit drukkingen inplaats van met alle kracht die eene groote, sociale zaak te dienen, waarover men het principieel eens is, den opbouw van de volks- en volksge meenschap door het overwinnen van het individualisme op elk gebied. Dr. Blueml besluit zijn mededeelingen met te vertellen, dat Seipel bij dit ge sprek herhaaldelijk wegdoezelde, doch nooit een woord van klacht over zijn lippen liet komen. Alleen zuchtte hij af en toe in zijn slaap. Ten slotte gaf hij zijn bezoeker met groote krashtsinspan- ning zijn priesterlijken zegen. Dr. Blueml was ervan overtuigd, dat Seipel toen reeds wist dat hij sterven moest. Dit jaar op 7 April heb ik den laat- sten brief ontvangen, dien mgr. Seipel mij zelf geschreven had. Hij was geda teerd van het stoomschip Dalmatia, on derweg naar Brindisi, Dr. Seipel schreef mij, dat het, even na mijn laatste be zoek bij hem, „uit" met hem geweest was, waarop de dokters hem naar het Zuiden hadden gezonden. Dat was de oorzaak, dat hij mijn verzoek om uitla tingen over den politieken toestand niet meer had kunnen nakomen. In Novem ber 1931 had ik een onderhoud met Sei pel gehad, waarvan ik ook gewag ge maakt heb; echter zonder vermelding van naam, omdat dr. Seipel op dat oogenblik een volkomen particuliere fi guur was en hij niet wilde, dat men uit zijn uitlatingen conclusies zou trekken, die er niet in lagen. Bij dit gesprek dat een goed beeld gaf van den ruimen blik van den staatsman, verzocht dr. Seipel mij de lezers er opmerkzaam op te ma ken, dat men den toestand in Oosten rijk steeds van vier kanten moet bekij ken. Van den politieken kant, den kant van de staatsfinanciën, den kant van de valuta en den oeconomischen kant, Als leidend beginsel voor de Oostenrijksche politici voor den eerstkomenden tijd ge bruikte dr. Seipel de formule „Quieta non movere", daar men niet kon voor zien welke ernstige gevolgen ook maar de geringste verandering in het bestaan de in Oostenrijk met zich kon brengen. Volgens Seipel's meening had Oosten rijk voor een blijvende consolidatie een „nationale" regeering naar Engelsch voorbeeld noodig, waarbij (het .natio naal" vooral niet met Duitsch-nationaal of met het verlangen naar aansluting bij Duitschland geidentificeerd mocht wor den. Als het alfa en omega van de fi- nancieele en oeconomische vraagstukken beschouwde dr. Seipel de noodzakelijk heid om de credieten op korten termijn in credieten op langen termijn te ver anderen. De gevoeligheid van de Franschen inzake de Oostenrijksche kwestie dien de men te begrijpen en te dulden, voor al omdat men juist van Frankrijk steeds weer financieele gunsten nastreefde. Met nadruk zei dr. Seipel toen, dat Oostenrijk rust en niets anders dan rust noodig had en dat de bladen zich het grootst mogelijke voorbehoud moes ten opleggen en van hun dagelijksche zucht naar sensatieberichten moesten afzien, omdat deze een amosfeer van nerveuse spanning teweeg brachten. Interessant uit menschkundig oog punt is, dat dr. Seipel enkele dagen voor zijn dood telegrammen heeft ge* wisseld met den staatsman, die de laat ste jaren voor zijn grootsten tegenstan der doorging, n.l. met dr. Jonann Scho- ber, die evenseens al maandenlang in verschillende sanatoria verpleegd wordt en wel wegens een hartziekte. De ge wisselde telegrammen waren zeer har telijk gesteld en bevatten wederzijd- sche wenschen voor eikaars herstel. Esperanto: de taal van de toekomst. De taal groeit en wacht in jeugdige spanning op zijn volle ontplooiing. Ook de beweging groeit; er ontstaat een Esperantovolk, dat zoekend en tastend zich vormt, zijn organisatie tot bloei wil brengen, en hierin is het volkomen gelijk aan alle volkeren. Alle elementen zijn aanwezig, goede, zoowel als kwade; energie, intellect en slapheid; serieuze werkers en zij, die alleen het plezier najagen; altruïstisch idealisme en egoïs tisch materialisme. Maar toch, heelemaal gelijk aan dat, wat wij gewoon zijn een volk te noemen is het zeker niet. Waar men alleen maar te midden van een nationaal volk geboren behoeft te zijn om er toe te behooren, is het alleen door middel van werken (zij het voor velen dan ook gering) dat men tot het Espe rantovolk kan worden toegelaten. En hierdoor is een zekere geestelijke elite verzekerd, tegenover een willekeurige mengeling van andere volken. Zaterdag 30 Juli kwamen dus 2000 c EERSTE KV: VOLLE MMN O LAMSTE KVZvPJlER 0 NIEUWE KAAN Laag in het Z.W., het Z. en het Z.O. drie maantjes. De Volle Maan van den 16en, staat in de Waterman. deelnemers uit 35 landen bijeen in de Esperantohoofdstad van dit jaar: Parijs. Het groote „Maison de la Mutualité" is geheel voor het congres ingericht; naast de vele vergaderzalen en een restaurant, ontbreken postkantoor, wis selbureau, reisbureau, en balzaal niet. In de gangen staan boekenstalletjes op gesteld. Zaterdagavond was het kennisma kingsavond, een niet-officieel feest met muziek en dans, waar zij, die voor het eerst een congres bijwonen zich tot hun groote vreugde ervan konden overtui gen, dat zij werkelijk konden spreken met Bulgaren, Japanners, Egyptenaren, Finnen, Amerikanen, Zweden, enz. enz. zonder moeite; ook flirt en dans werden niet vergeten. Nadat de congressisten gelegenheid hadden gehad verschillende godsdienst oefeningen (o.a. in de Notre Dame) in het Esperanto bij te wonen vond Zon dagochtend in de Sorbonne de officieele plechtige opening plaats. De groote ge hoorzaal was tot den nok toe gevuld en onder een diepe stilte sprak de voorzitter van het vorige congres te Krakau, prof. Odo Bujwid, de inleidings rede uit, waarna hij het voorzitterschap over gaf aan den heer Georges Warnier. De heer Warnier gaf o.a. een kort overzicht van de beweging in Frankrijk. Het blijkt, dat ook in Frankrijk de be langstelling zienderoogen toeneemt. Het feit, dat 20 ministers in het Eerecomité hebben zitting genomen is hiervan wel een duidelijk bewijs. Het woord werd gevoerd door Re- geeringsafgevaardigen uit 13 landen, af gevaardigden van handelscoöperaties uit 26 landen. De militaire kapel, die voor de muzi kale afwisseling gezorgd had besloot met de Esperanto-hymne, die staande door alle aanwezigen werd meege zongen. Zondagmiddag werd de „Zomeruni- versiteit" geopend met een interessante lezing van den heer Georges Avril over de evolutie in de filmkunst, hetgeen met eenige karakteristieke films gedemon streerd werd Zondagavond werd „Knock", het be kende tooneelstuk van Jules Romains in een uitstekende vertaling door een zeer internationaal gezelschap beroeps acteurs opgevoerd. Maandagochtend had de eerste werk zitting plaats. Het eerst werd het woord gegeven aan Lidja Zamenhof, de dochter van Ludoviko Zamenhof. Gedachtig aan de vele discussies, disputen en polemieken die helaas tengevolge van meeningsver- schillen over organisatie in het afgeloo- pen jaar hebben plaats gehad sprak zij de innige hoop uit, dat alles gedurende het congres een goede oplossing zou vinden. Na een verslag van het hoofdbestuur van de Internationle Polica Ligo en de Bond van Saksische Onderwijzers en Leeraren volgde een boeiende rede van dr. J. Olsvanger over „Individueele en collectieve Kunst". Behalve voor de vele vergaderingen hebben de organisatoren er uitstekend voor gezorgd dat het de congressisten niet aan de noodige ontspanning ont breekt. Galerie Lafayette bood een buitenge woon geslaagde lunch op 't dak aan, een esperantist, chef van een restaurant arrangeerde een alleraardigst diner en eenige rasechte Parijzenaars namen 's avonds voor verschillende groepen de leiding op zich in Montmartre. Ook van twee interessante excursies naar Fon- tainebleau en Versailles werd bijzonder genoten. Een beetje frissche wind en een zonnetje zorgden voor de goede stem ming; eveneens mocht de excursie 's avonds over de Seine met zijn verlichte zeer geslaagi oevers naar St. Cloud worden genoemd. Dinsdagochtend bereidde de Kamer van Koophandel het congres een plech tige ontvangst in het prachtige gebouw van de K. v. K. Ook een voordrachtavond van Litera tura Mondois nog het vermelden waard. Artisten van zeer diverse pluimage heb ben er het hunne toe bijgedragen om ieders smaak tevreden te stellen. In een volgenden brief volgen de re sultaten van de verschillende vergade ringen en eenige officieele ontvangsten, die het congres door belangrijke instel lingen te Parijs zijn bereid. Het „Staatsblad" heeft zoo juist de re sultaten ter kennis gebracht van de volkstelling, die op 31 Dec. van ver leden jaar is gehouden. Het aantal zie len, dat België telt, bedraagt thans 8.159.185, (4.041.707 mannen en 4.117.478 vrouwen). De bevolking is in 1931 im'et '167.181 inwoners gestegen. De talrijkste bevolkte provincie is Ant werpen, die 1.188.353 inwoners telt, de provincie Brabant volgt met 1.699.740, West-Vlaanderen telt 911.760, Oost- Vlaanderen 1,157,386, De stad Antwerpen telt het grootst aantal inwoners n.l. 284.811, Brussel slechts 200.707; doch Brussel met voor steden ruim 800.000 inwoners. Dan komt Gent met inuim 170.000 en Luik teniet ruim 169.000 zielen. Het stadje Genek (met zijn kolenmijnen en zijn buiten landsche bevolking) telt bijna 29.000 in woners, terwijl de hoofdplaats der pro vincie, Hasselt, er slechts 23.000 telt. Doch de kleinste gemeente van België blijft onveranderd Zoetenaeye: 35 inwoners! Herhaaldelijk is het voorgekomen, dat de vangsten weer in zee moesten worden geworpen. De visschers hebben zich thans tot den minister voor de handelsmarine gewend, om zijn bemiddeling in te roepen. Deze op zijn beurt heeft de prefecten opdracht gegeven, zich met de fabrikanten in ver binding te stellen, wat tot gevolg heeft gehad, dat Maandag op drie plaatsen overeenstemming is bereikt, zoodat de visschers van deze plaatsen weer uitva ren. De besluiten, genomen door de ver trouwensmannen van den rijksdag in bepaalde gevallen op aanbeveling van de regeering zijn door den rijksdag aan een diepgaand onderzoek onderworpen zonder dat dit onderzoek eenige critiek heeft uitgelokt. Hamrin zeide nog steeds van meening te zijn dat de besluiten, welke genomen zijn, volkomen gemoti veerd waren en hij moest bestrijden dat daarbij onbehoorlijke overwegingen had den gegolden. De vrees voor dumping van meel, an ders gezegd de verkoop van meel door de Dominions in Groot-Britannië tegen een lageren prijs dan tot nog toe, zou de Britsche gedelegeerden op de conferen tie te Ottawa er toe kunnen brengen, •vast te houden aan een belasting op meel of andere middelen tot verminde ring van den, invoer van tnéêl, afkomstig uit andere deelen van het Britsche Rijk of het buitenland, ofschoon eventueel 'n belasting op buitenlandsch meel hooger zou zijn. Dit zou volstrekt geen afbreuk doen aan het aanbod, dat Groot-Britan nië zou kunnen doen wat betreft de pre- ferentieele rechten op graan. Een defini tieve beperking van den invoer van graan uit Rusland in Groot-Britannië wordt naar men meent te weten even eens onderzocht. (Ing. Med.) Van de N.V. Em Querido's Uitg. Mij. te Amsterdam: Eqa de Queiroz: „De misdaad van pater Amaro". Querido's Initialenregister, betref fende gangbare innitialen en afkortingen op sociaal, economisch en politiek ge bied, samengesteld door I. G. Keesing. Vijfde druk van „Duczika", een Ber- lijnsche roman door Herman Heyer- mans, met een inleiding van J. F. An kersmit en een voorwoord van Annie Heyermans-Jurgens. „Bijbel, Oorlog, Vrede", door dr. M. H. A. van der Valk (Koning's Uit geverij, B a a r n), Van de uitgevers Valkhoff Co. te Amersfoort: „De wijde, wijde wereld", door Viva Lütken. „Sonja als journaliste", door Estrid Ott. „Het Geheim", door Erna Hein- berg. Geaut. vertaling van deze drie boeken uit het Deensch door Mary Horrix en illustraties van Hans Borre- bach. Deze meisjesboeken zijn bekroond in den door het Deensche .dagblad „Poli- tiken" uitgeschreven wedstrijd voor het beste meisjesboek. „Tropische Zoutwaterliefde", humo ristische roman door Henri van Wermes- kerken (L. J. Veen's Uitg. Mij. N.V. Amsterda m). „Zal ik medicus worden?", het eerste deeltje van de Nieuwe-Reeks „Wat zal ik worden'. (N.V, Hollandia Drukkerij, B a a r n). „De gouden sleutel", kindertooneel- stukje in vier bedrijven door W. G. F. Bauer (W. J. Thieme Cie., Zut- p h e n). Van denzelfden uitgever „Zonne kind", kinderzangspel in 4 bedrijven door T. Westra en T. Straatsma. J. Boomsma: „De techniek van kampeeren", een handleiding voor allen, die er met de tent op uit willen trekken. Met teekeningen van lek Bouma (W. L. J. Brusse's Uitg. Mij., Rotterdam). Reisboek voor de provincie Gel derland door J. Wesselink; uitgegeven op initiatief van de Prov. Geldersche V.V.V. bij van Loghum Slaterus' Uitg. Mij., Arnhem. Gids der Rijks-Universiteit te Lei den voor 1932/33, uitgegeven door de faculteiten der Leidsche studenten met medewerking van den Academischen Senaat en met steun van het Het Leid sche Universiteitsfonds (S. C. van Does- burgh, Leiden). „Mijn reis naar de Russische grens of wat ik zag van het werk van dr. O. Schabert e.a." Dertiende radiotoespraak van dr. F. J. Krop. Uitgave „Geloof en Vrijheid", Rotterdam. „Brood- en Gebakvermen en hunne beteekenis in de folklore, door J. H. Nannings. Penteekeningen van Gerhard Selis (Uitgeversbedrijf „Eigen Volk", Scheveningen). In dit verzamelwerk zijn ook enkele korte bijzonderheden omtrent Zeeuwsche folkloristische brood- en gebakvormen opgenomen. Zoo b.v. de gebakvormen bij het Sinterklaasfeest, de vogel van brood in het Palmpaasch te Tholen en gebrui ken die met den kermiskoek samenhin gen. Op beknopte wijze vervolgens de gebakvormen van den Oogsttijd o.a., de aeremstokjes bij het stra-rijden op Schouwen. „De Uitvinder" door Nine van der Schaaf (N.V. Em Querido's Uitgevers Mij,, Amsterdam). 2 et. 18 S de 1 vliet harer koops zij r want en nu fort land

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 6