BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 25 JULI 1932. No. 173. een prijs- CrL DE REGEERING EN HET RAPPORT- WELTER. 'S EX-KEIZERS REPATRIEERINGS- GERUCHTEN. HET TELEGRAM VAN DEN EX-KEIZER. OPZEGGINGSTERMIJN VOOR HET WACHTGELD? DE BRUID VAN HET GLOMDAL WALCHEREN. HM-tt 540. De „Volkskrant" zegt uit zeer goede bron te vernemen, dat het bericht van De Gelderlander" meldende, dat de regeering het rapport-Weiter zou heb ben aanvaard, onjuist is. Vrijdag j.l. bespraken te Amsterdam de hoofdbesturen der bij het comité ter behartiging van de algemeene belangen van overheidspersoneel (A.C.O.P.) aan gesloten bonden het rapport-Weiter, dat algemeen werd gequalificeerd als een reactionnaire aanval op de positie van het overheidspersoneel en de arbeiders klasse. De vergadering liet zich in scherp afkeurenden zin over het rapport uit en besloot tot het voeren van een felle af- weeractie. In verband met de geruchten, volgens welke naar aanleiding van plannen van enkele Duitsche partijen om in Duitsch- land de monarchie te herstellen, door deze partijen met Wilhelm van Hohen- zollern, gewezen keizer van Duitschland contact is gezocht, heeft de heer Vos aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Buitenlandsche Zaken ge vraagd, of zij een onderzoek hebben in gesteld of deze in de pers verspreide geruchten op waarheid berusten en of het juist is, dat te Doorn of elders in ons land voorbereidselen worden getrof fen voor een eventueelen terugkeer naar Duitschland, Indien deze geruchten in de pers ge heel of gedeeltelijk op waarheid berus ten, zijn, zoo wordt door den heer Vos gevraagd ,de Ministers dan bereid mee te deelen, welke maatregelen door hen zijn getroffen ten einde nakoming te ver zekeren van de in 1920 door de Neder- landsche Regeering afgelegde belofte, volgens welke er door haar zou worden gewaakt tegen politieke activiteit van den gewezen Duitschen keizer? De heer Wijnkoop heeft aan de mi nisters van buitenlandsche zaken en van justitie gevraagd of de regeering wil mededeelen welke maatregelen zij heeft genomen of alsnog denkt te nemen ten aanzien van het jongste optreden van Wilhelm von Hohenzollern, welke thans te Doorn woonachtige uitgewekene en vreemdeling zich niet ontzien heeft op 19 Juli jl. aan een wapenschouwing van Duitsche cavaleristen een militant-fas- cistisch telegram te doen toekomen, in het Latijn onderteekend met de in het huidige moment politiek niet onbeteeke- nende qualificaties Keizer en Koning? De vraag is gerezen of bij ontslagver- leening aan een ambtenaar wegens op heffing zijner betrekking of wegens ver andering in de richting van het dienst vak waarbij hij werkzaam is, een opzeg gingstermijn in acht behoort te worden genomen. Door den Ministerraad is thans, volgens het „Vad." bepaald, dat nit niet noodzakelijk is, wanneer de ambtenaar na ontslag aanspraak heeft op wachtgeld. Komt de ambtenaar niet in aanmer king voor toekenning van wachtgeld, dan moet de opzeggingstermijn, bepaald in artikel 95 van het Rijksambtenaren reglement, wel in acht genomen worden. 9.— 9.— 25. Zonder een woord te zeggen ging hij en haalde den sleutel. Daarna trad hij op haar toe. Je m o e t hebben, moet je! zei hij. Hij dreigde haar met den sleutel. Ze glimlachte, Wat dan? vroeg ze. Daarna greep ze naar den sleutel. Hij hield vast. Neen, wacht nu even, zei hij. Toen trad ze dicht op hem toe en sloeg haar arm om zijn hals. Hij liet het toe. Het is zeker Tore, die je wilt hebben? zei hij heel zacht. Ze werd vuurrood. Ja, krijg ik toestemming van je? vroeg ze. 1 *S Hij streelde haar zacht over het hoofd. Ach ja. Jij vraagt wel om toe stemming, jij! gaf hij ten antwoord. Van terzijde zag ze naar hem op, ter wijl ze daar stond met den arm om zijn schouder. Deed jij het dan, toen je moeder nam? vroeg ze. Toen lachte hij. Ga nu, ondeugend kind, zei hij. Aldoor glimlachend ging ze heen. 1 oen Ola Glomgaarden even daarna 'de kamer inkwam, waar de dominee Gemeenteraad van Vrouwepolder, Vrijdagmiddag kwam de gemeenteraad van Vrouwepolder, onder Voorzitter schap van den burgemeester, in voltal lige vergadering bijeen. J De Voorzitter deelde o.a. mede, dat de betrokken minister voorloopig vrijstelling heeft verleend van de ver plichting der gemeente tot aansluiting bij een ziekeninrichting in verband met de verpleging van lijders aan besmette lijke ziekten. De Voorzitter deelde mede, dat B. en W. voorstellen, het door de Kamer van Koophandel te Middelburg aan de Staten Generaal verzonden adres inza ke de inkrimping van den postdienst, voor kennisgeving aan te nemen op grond dat er geen kans bestaat dat de oude dienstregeling wederom zal wor den ingevoerd, welk voorstel de raad z.h.st. aanneemt. Eveneens om het door verschillende Kamers van Koophandel aan den Minister van Waterstaat ver zonden adres inzake de overbrugging van het Holl. Diep nabij den Moerdijk voor kennisgeving aan te nemen, op grond dat er in der tijd door den raad adhaesie is betuigd aan het adres der gemeente Bergen op Zoom inzake overbrugging van het TIoll. Diep bij Willemstad. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloot de raad met algemeene stemmen de behandeling van het adres van C. Dingemanse e.a. houdende ver zoek om over te gaan tot afvoering van den ligger der Wegen en Voetpaden van het voetpad in den Schellachschenweg voorloopig alsnog aan te houden, opdat de reeds ingekomen en nog te verwach ten verzoeken van dien aard gezamen lijk zullen kunnen worden behandeld. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloot de raad z.h.st. de door den minister van Binnenlandsche Zaken voorgestelde wijzigingen in de vastge stelde verordening voor den veldwach ter aan te brengen en verder tot vast stelling van de door B. en W. opge maakte verordening ingevolge de art. 10 en 43 der Drankwet, bij welke ver ordening o.m. is bepaald dat in de afd. Gapinge geen vergunningen en in de afd. Vrouwenpolder geen verloven door B. en W, 'zullen mogen worden verleend. Aangeboden werd de gemeentereke ning over 1931 aanwijzende voor den gewonen dienst in ontvang 32.025, in uitgaaf 32.110 en een nadeelig slot van 85. Tot leden van de commissie van onderzoek dier rekening benoemde de raad de heeren Dingemanse, van Dis en W Maas. Vervolgens deelde de Voorzitter mede, dat met het gemeentebestuur van Oostkapelle en met dat van Veere overeenstemming is verkregen inzake het heffen van een gemeenschappe lijke regeling als bedoeld bij art. 19 der L.O.-Wet 1920, toelating van kinderen uit Vrouwenpolder op de O. L.-school te Oostkapelle of op die te Veere, een en ander in verband met de door den Raad aan B. en W. gegeven opdracht om de noodige stappen t» doen die kunnen leiden tot opheffing van de openbare scholen te Vrouwen polder en te Gapinge. De V oorzitter bracht in ver band hiermede allereerst in behande ling het ingekomen adres van W. de Vos en 12 anderen, allen ouders van kinderen die de O.L.-scholen in de ge meente bezoeken, houdende verzoek niet tot het aangaan van een gemeen schappelijke regeling met Oostkapelle •en Veere te besluiten, aan welk adres adhaesie is betuigd door den kring „Walcheren" van de Vereeniging Volks onderwijs. De heer Kesteloo zeide van mee zat, trad hij vroolijk op dezen toe. Nu krijgen we spoedig wat te eten, zei hij. Neem maar vast plaats aan tafel. De dominee knipoogde. Hij had zijn bril niet op, Ja, dat kon wel noodig zijn, mijn beste Ola, zei hij opgewekt en nam plaats. We hebben goed werk verricht, wij beiden, jij en ik, Ola Glomgaarden ging ook zitten. Meent U dat? zei hij. Ja, dat meen ik echt, antwoordde de dominee en zette zijn bril op. Ola Glomgaarden zat even na te den ken, terwijl de dominee zich bediende. Het wordt voor mij het ergst, zei hij, ik moet alles weer andersom doen. Neen, antwoordde de dominee, 't wordt het ergst voor mij, die ambts halve het huwelijk heb afgekondigd. Maar wij zullen dat zaakje wel in orde brengen! Hij smeerde het brood terdege. Toen zei Ola Glomgaarden: U moest eens met Gjermund pra ten! Tegelijkertijd sloeg hij zijn oogen neer. De dominee lachte luidkeels, terwijl hij zich over de knieën wreef, Meen je, dat ik niet genoeg ge daan heb, vroeg hij. O, jawel, maar! Ola keek bijna smeekend op naar den ning te zijn, dat als men het adres van 3e Vos e.a. nauwkeurig leest, het adres zonder nadere toelichting voor zichzelf spreekt en men toch wel degelijk tot de erkennig moet komen dat er in de gemeente nog steeds behoefte bestaat aan openbaar onderwijs, wanneer de voorgestelde gemeenschappelijke rege lingen worden aangenomen, gaat men aan degenen die voor hun kinderen openbaar /onderwijs verlangen, de ge legenheid ontnemen dit onderwijs in eigen gemeente te genieten, waarbij nog komt dat, zoo men toch openbaar onderwijs voor zijn kinderen verlangt, die kinderen genoodzaakt worden daar voor dagelijks een afstand af te leggen van ruim 2 maal 4 km voor de kinderen uit Vrouwenpolder en van ruim 2 maal 3 km voor de kinderen uit Gapinge, hetgeen volgens het oordeel van spreker voor zeer jonge kinderen ondoenlijk is, zoodat bij aanneming der regelingen de betrokken ouders in zekeren zin ge dwongen worden hunne kinderen naar de in de gemeente aanwezige bijzonde re Lagere Scholen te zenden, hetgeen z.i. het uitoefenen van een druk van hooger hand voor betrokken ouders beteekent, waarvan zij, dit getuigt z.i. het adres maar al te zeer, niet gediend zijn. Spreker zou het dan ook zeer toe juichen als, hetgeen niet door hem wordt verwacht, de voorgestelde rege lingen niet werden aangenomen. De heer Van Dis zeide dat het allerminst in de bedoeling ligt op de betrokken ouders dwang uit te oefenen, het gaat z.i. zuiver en alleen om de uitgaven der gemeente te bekrimpen, daar hij 't thans geen tijd vindt om uitgaven te doen die niet aan het gestelde doel be antwoorden en dat kan z.i. in dezen toch wel gezegd worden, gezien het kleine aantal leerlingen dat de beide openbare lagere scholen bezoekt. De heer A r e n d s e zeide, dat het hem zeer spijt dat den Raad geen gespeci ficeerde gegevens te dezer zake zijn verstrekt, hij verkeerde in de vaste overtuiging dat de Raad van deskundi ge hand in den breede zou worden in gelicht omtrent de voordeelen die een eventueele opheffing der scholen met zich zou brengen. Er is gezegd dat uit het adres zeer sterk de voorliefde der ouders blijkt voor het openbaar on derwijs voor hunne kinderen, doch dat is spreker niet met den heer Kesteloo eens, hem is bij bespreking van eventu eele opheffing der scholen met ouders van die scholen bezoekende kinderen gebleken dat inzake de opvatting om trent openbaar en bijzonder onderwijs een groot misverstand heerscht, waar om het er bij spreker niet in wil dat zoo het verschil werkelijk goed naar voren wordt gebracht men niet zou kunen zeggen dat het overgroote deel der betrokken ouders voor openbaar onderwijs is. De finantieele toestand van het Rijk en de gemeente is z.i. van dien aard dat men moet overgaan tot het invoeren van ingrijpende bezuini ging op die uitgaven waar dit eenigs- zins toelaatbaar en mogelijk is, en waar men geroepen zal worden gelden beschikbaar te stellen voor dringende en onafwendbare aangelegenheden, zal men noodgedwongen aangewezen zijn daar te bezuinigen waar werkelijk te bezuinigen valt, en er kan z.i. niet ge zegd worden dat in deze gemeente op het onderwijs werkelijk de noodige bezuiniging wordt toegepast. De Voorzitter zeide het niet eens te zijn met den heer Kesteloo dat betrok ken ouders allen onvoorwaardelijk voorstanders van openbaar onderwijs zijn en zet zijn standpunt te dezer zake nader uiteen, terwijl hij ook nog in den breede zijn standpunt omtrent eventu eele opheffing der scholen toelicht. Wat de door den heer Arendlse bedoelde finantieele gegevens betreft, zeide hij van oordeel te zijn dat die gege vens eerst dan moeten worden ver strekt zoo het besluit tot opheffing bij dominee. Deze lei het mes neer. Goed zei hij. Daar jij nog zooveel andersom moet doen, zal ik spreken zoowel met hem als met Berger Hang- sett. De jongen had niets afgesproken met je dochter, Ola Glomgaarden zat voor zich uit te kijken. Dat zou werkelijk wel goed we zen, zei hij. Nu kwam Berit binnen met de room- brij en beide mannen lieten zich waar lijk niet onbetuigd. Nu hebben we het recht gezellig hier, mijn waarde Ola, zei de dominee opgewekt en met glimmende kin, Hoe verlaten was het hier, vóór zij kwam. Ola keek naar Berit, die glimlachend de kamer uitging. Het is zoo eigenaardig met vrouw volk, zei hij. De dominee dronk het krachtige bier. Al Ik zal je één ding zeggen, Ola, zoo voegde hij er bij en haalde diep adem. De liefde komt van God; we moeten ons niet mengen in die dingen. Ola dronk na den dominee, maar ant- woorde niet. Het was eenige dagen later. Over den heuvel kwam de dominee langs den stroom afwaarts naar Hang- settgaard rijden. Hij was gewoon recht den Raad aanhangig wordt gemaakt, dit is thans nog niet het geval, de aan de orde zijnde vast te stellen gemeen schappelijke regelingen zijn z.i. voor- loopers van een eventueel voorstel tot opheffing, eerst wanneer die regelingen zijn vastgesteld en door Ged. Staten zijn goedgekeurd kan men z.i, verdere maatregelen treffen. De heer Dinge manse zeide nog steeds op hetzelf de standpunt te dezer zake te staan als in 1926 het geval was bij het nemen van een besluit tot opheffing der O. L. School te Gapinge, het is z.i. aan een leemte in de toen des tijds genomen besluiten te wijten geweest dat de op heffing toen niet is doorgegaan. Spre ker zeide het met den heer Arendse eens te zijn dat het jammer is dat geen gedetailleerde cijfers zijn overgelegd. Het gaat bij spreker persoonlijk niet om het feit dat het hier de openbare school betreft, met het oog op de finan tieele zijde van deze zaak is spreker evenals zes jaar geleden het geval was voor eventueele opheffing. Uit kerke lijk oogpunt bezien is z.i, de houding der ouders in dezen niet best verklaarbaar, daar z.i. degene die goed Chr. Hist, is, voelt en denkt, uit een politiek oogpunt genomen onmogelijk voor het behoud van een openbare school kan zijn. De heer Langebeeke verklaarde voor 't behoud van de openb. school te zijn, en wanneer toch tot opheffing zou worden overgegaan, betreurt hij zulks vooral met het oog op het huidige hoofd van de school te Gapinge, z.i. had dan beter die opheffing twee jaar geleden bij het ver trek van het toenmalige Hoofd van Maelsaeke ter sprake kunnen worden gebracht. Weth. Maas wees op het feit dat de school te Gapinge thans niet door het wettelijk vereischt aantal leer plichtige kinderen wordt bezocht en hij mitsdien niet overtuigd is van den toe- komstigen bloei van die school. De heer W. Maas ging in de breede na welke omstandigheden tot het doen van het voorstel aanleiding hebben gegeven en dat z.i. in hoofdzaak het zeer geringe aantal kinderen dat die scholen bezoekt en de daarmede verband houdende groo- te uitgaven die de gemeente zich voor het instandhouden van die schooltjes moet getroosten, terwijl mede de benar de tijdsomstandigheden waaronder thans geleefd wordt aanleiding hebben gege ven na te gaan op welke uitgaven doel treffende vermindering kan worden toe gepast. Spreker verklaarde het met den heer Arends eens te zijn omtrent de bestaande misverstanden bij degenen die zich voorstanders van openbaar onder wijs noemen, tusschen hetgeen het open baar- en het bijzonder onderwijs omvat. Men heeft in deze gemeente bijz. L. Scholen die aangesloten zijn bij de Ver een. Chr. Nat. Schoolonderwijs, zoodat z.i. ieder zijn kinderen naar die scholen kan zenden, daar die scholen niet een zijdig kerkelijk zijn georienteerd, men staat z.i. op dit punt dichter bij elkander dan men wel meent. De v o o r z. dien de laatstgenoemde sprekers van ant woord op het te dezer zake door hen naar voren gebrachte, en zeide het niet eens te zijn met het door den heer Din gemanse aangehaalde inzake een aanwe zig geweest zijnde leemte in de beslui ten van 1926 dat toen de opheffing geen feit is geworden, was z.i. gelegen in de opvatting van den toenmaligen Minister van Onderwijs en in de destijds heer- schende gunstige tijdsomstandigheden op finantieel en ander gebied. De heer Kesteloo verklaarde niet te hebben verwacht dat de politiek bij deze aange legenheid naar voren zou worden ge bracht, politiek is z.i. maar franje waar mede hij zich niet altijd kan vereenigen, hij is van meening dat adressanten uit volle overtuiging en met kennis van za ken 't aanhangige adres hebben getee- kend en ingediend. In antwoord op het door de heer Langebeeke naar voren gebrachte inzake opheffing van de school te Ga pinge bij de vacature van Maelsaeke door den bergstroom te rijden wanneer hij naar het oostelijk buurschap moest. Op Hangsett trof hij beiden thuis, zoo wel Gjermund als diens vader Berger Hangsett. Berger, die de hoeve aan zijn zoon had overgedragen, woonde in het bijge bouw, Gjermund, die alles in orde had gebracht voor de jonge vrouw, die ko men zou, woonde zelf in het winterhuis. Daarheen begaf de dominee zich het eerst. Gjermund zat bij de houten optree schoenen te verzolen, toen de dominee de deurklink optilde. Hij lei schoen en hamer weg en zijn gezicht veranderde gansch en al, toen hij zag, dat het de dominee was. Neen, neen, klop maar door, mijn waarde Gjermund, zei de dominee en trad op hem toe. Gjermund keek rond, Ga zitten, dominee zei hij. Daar na nam hij schoen en gereedschap op, bracht het naar de opkamer en kwam langzaam weer binnen stappen. —Is dominee op een uitstapje? De dominee nam plaats. Ja, dat ben ik Gjermund, ant woordde hij, haalde zijn bril voor den dag en zette hem op. Ik wilde graag eens met jou en je vader praten, maar eerst met jou. Gjermund keek onrustig. verklaarde de heer Arendse dat hij zich toentertijd persoonlijk tot de heeren Kesteloo en Langebeeke heeft gewend ten einde op schoolgebied tot een fusie te kunnen geraken en spreker heeft toen gewezen op het feit dat de Chr. Hist, en A. R. te dezer zake vlak naast elkander stonden en dat degene die zich Christ. Hist, noemt, onmogelijk voorstander van openbaar onderwijs kon zijn. Ofschoon de bijz. school te Gapinge te dezer zake een ruim standpunt inneemt, hetgeen bewe zen wordt door het feit dat aan die school een gereformeerd Onderwijzer en ook een hervprmd onderwijzer verbon den is, heeft zijn poging destijds geen ge volg, laat staan succes gehad. Spreker verklaarde van oordeel te zijn dat men thans met de veranderde tijdsomstandig heden rekening moet houden en blijft bjj zijn meening dat zoo men het adres zuiver wil beoordeelen, men ook thans de finantieele gegevens te zijner be schikking moet hebben. De voorz. zei de van meening te zijn dat de finantieele gegevens geen verband met het adres houden. De heer Kesteloo verklaarde het inzake het verstrekken van finantieele gege vens te dezer zake geheel en al eens te zijn met de door den heer Arendse ge maakte opmerking, als men een volle dig overzicht te dezer zake heeft, kan men ook beoordeelen of het voordeel dat de gemeente bij opheffing heeft, op weegt tegen het bezwaar van adressan ten, men kan z. i. thans zonder nadere gegevens, zijn stem niet motiveercn. De heer W. Maas verklaarde van oor deel te zijn dat men met de oogenblik- kelijke toestanden in deze rekening moet houden. De heer Dingemanse vondt dat degene die voor opheffing is, geen behoefte aan cijfers heeft, z.i. is reeds in de vorige vergadering in beginsel tot op heffing besloten. Wethouder Maas ver klaarde het met den heer Dingemanse eens te zijn en is er voor de zaak thans af te handelen. De heer Kesteloo zeide dat hij den heer Dingemanse nu niet meer begrijpt, daar toch ook hij in eer ste instantie aangedrongen heeft op de overlegging van cijfers, en zich nu eens klaps omdraait en zich voor het nemen van een definitieve beslissing verklaard, Spreker stelde voor het nemen van een beslissing op het adres aan te houden tot een volgende vergadering, in welke dan de verlangde cijfers worden overge legd, welk voorstel gesteund werd dooi den heer Arends, doch bij stemming met 4 tegen 3 stemmen werd verworpen. Na sluiting der besprekingen werd met 5 tegen 2 stemmen besloten afwijzend op het adres De Vos te beschikken. Vervolgens werd overgegaan tot arti- kelsgewijze behandeling van de door B. en W. in overleg met de gemeenten Oost kapelle en Veere ontworpen gemeen schappelijke regeling inzake toelating van kinderen op de O. L, scholen te Oostkapelle en te Veere. De heer Kesteloo geeft in overweging in de gemeenschappelijke regelingen op te nemen dat de daarvoor in aanmerking komende kinderen op kosten der ge meente naar en van de scholen worden gebracht en gehaald een en ander met het oog op de jeugdige kinderen en dat die kinderen des middags onder toezicht zullen kunnen koffiedrinken en dat hen warm drinken word verstrekt. Daar dit voorstel niet gesteund werd, kon het niet in stemming worden ge bracht Vervolgens werd de gemeenschappe lijke regeling aan te gaan met de ge meente Oostkapelle aangenomen met 6 tegen 1 stem, en die aan te gaan met de gemeente Veere aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Na bespreking werd m.a.st. besloten B. en W. machtiging te verleenen tot het aanschaffen van twee rookmaskers"voor de brandweer te Vrouwepolder en twee rookmaskers voor de brandweer te Ga pinge. Bij de rondvraag verschafte de voor- Ja, goed mompelde hij. Ik wil je eenige vragen stellen, zei de dominee en keek door zijn bril Gjer mund scherp aan. Gjermund sloeg de oogen neer. De dominee vouwde zijn kleine, dikke handen over de borst. Het betreft namelijk je verhouding tot Berit Glomgaarden vervolgde hij. En ik moet alles volledig weten. Er kan namelijk een rechtsgeding uit de zaak ontstaan Je moet dus, wat je zegt, met' een eed kunnen bevestigen, 't Is ambts halve, dat ik heden bij je kom. Gjermund keek schuin naar den do minee, maar sloeg de oogen weer neer. De dominee lei zijn hand weer op de tafel. Ga zitten, zei hij, Gjermund kwam schoorvoetend na der en ging eindelijk zitten, Je weet dat ik het huwelijk tus schen jou en Berit heb afgekondigd, op je eigen verzoek? Ja, dat is zoo, antwoordde Gjer mund. Hij kreeg zijn horlogeketting te pakken en bekeek deze. Over de zaak was je het natuur lijk met haar eens geworden, voor je' bij mij kwam? Gjermund verbleekte, maar ant woordde niet (Wprdt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5