BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 25 JULI 1932.
No. 173.
een
prijs-
CrL
DE REGEERING EN HET RAPPORT-
WELTER.
'S EX-KEIZERS REPATRIEERINGS-
GERUCHTEN.
HET TELEGRAM VAN DEN
EX-KEIZER.
OPZEGGINGSTERMIJN VOOR HET
WACHTGELD?
DE BRUID VAN HET GLOMDAL
WALCHEREN.
HM-tt
540.
De „Volkskrant" zegt uit zeer goede
bron te vernemen, dat het bericht van
De Gelderlander" meldende, dat de
regeering het rapport-Weiter zou heb
ben aanvaard, onjuist is.
Vrijdag j.l. bespraken te Amsterdam
de hoofdbesturen der bij het comité ter
behartiging van de algemeene belangen
van overheidspersoneel (A.C.O.P.) aan
gesloten bonden het rapport-Weiter, dat
algemeen werd gequalificeerd als een
reactionnaire aanval op de positie van
het overheidspersoneel en de arbeiders
klasse. De vergadering liet zich in scherp
afkeurenden zin over het rapport uit en
besloot tot het voeren van een felle af-
weeractie.
In verband met de geruchten, volgens
welke naar aanleiding van plannen van
enkele Duitsche partijen om in Duitsch-
land de monarchie te herstellen, door
deze partijen met Wilhelm van Hohen-
zollern, gewezen keizer van Duitschland
contact is gezocht, heeft de heer Vos
aan de Ministers van Binnenlandsche
Zaken en van Buitenlandsche Zaken ge
vraagd, of zij een onderzoek hebben in
gesteld of deze in de pers verspreide
geruchten op waarheid berusten en
of het juist is, dat te Doorn of elders in
ons land voorbereidselen worden getrof
fen voor een eventueelen terugkeer naar
Duitschland,
Indien deze geruchten in de pers ge
heel of gedeeltelijk op waarheid berus
ten, zijn, zoo wordt door den heer Vos
gevraagd ,de Ministers dan bereid mee
te deelen, welke maatregelen door hen
zijn getroffen ten einde nakoming te ver
zekeren van de in 1920 door de Neder-
landsche Regeering afgelegde belofte,
volgens welke er door haar zou worden
gewaakt tegen politieke activiteit van
den gewezen Duitschen keizer?
De heer Wijnkoop heeft aan de mi
nisters van buitenlandsche zaken en
van justitie gevraagd of de regeering wil
mededeelen welke maatregelen zij heeft
genomen of alsnog denkt te nemen ten
aanzien van het jongste optreden van
Wilhelm von Hohenzollern, welke thans
te Doorn woonachtige uitgewekene en
vreemdeling zich niet ontzien heeft op
19 Juli jl. aan een wapenschouwing van
Duitsche cavaleristen een militant-fas-
cistisch telegram te doen toekomen, in
het Latijn onderteekend met de in het
huidige moment politiek niet onbeteeke-
nende qualificaties Keizer en Koning?
De vraag is gerezen of bij ontslagver-
leening aan een ambtenaar wegens op
heffing zijner betrekking of wegens ver
andering in de richting van het dienst
vak waarbij hij werkzaam is, een opzeg
gingstermijn in acht behoort te worden
genomen. Door den Ministerraad is
thans, volgens het „Vad." bepaald, dat
nit niet noodzakelijk is, wanneer de
ambtenaar na ontslag aanspraak heeft
op wachtgeld.
Komt de ambtenaar niet in aanmer
king voor toekenning van wachtgeld,
dan moet de opzeggingstermijn, bepaald
in artikel 95 van het Rijksambtenaren
reglement, wel in acht genomen worden.
9.—
9.—
25.
Zonder een woord te zeggen ging hij
en haalde den sleutel. Daarna trad hij
op haar toe.
Je m o e t hebben, moet je! zei
hij. Hij dreigde haar met den sleutel.
Ze glimlachte,
Wat dan? vroeg ze. Daarna greep
ze naar den sleutel. Hij hield vast.
Neen, wacht nu even, zei hij.
Toen trad ze dicht op hem toe en
sloeg haar arm om zijn hals.
Hij liet het toe.
Het is zeker Tore, die je wilt
hebben? zei hij heel zacht.
Ze werd vuurrood.
Ja, krijg ik toestemming van je?
vroeg ze. 1 *S
Hij streelde haar zacht over het
hoofd.
Ach ja. Jij vraagt wel om toe
stemming, jij! gaf hij ten antwoord.
Van terzijde zag ze naar hem op, ter
wijl ze daar stond met den arm om zijn
schouder.
Deed jij het dan, toen je moeder
nam? vroeg ze.
Toen lachte hij.
Ga nu, ondeugend kind, zei hij.
Aldoor glimlachend ging ze heen.
1 oen Ola Glomgaarden even daarna
'de kamer inkwam, waar de dominee
Gemeenteraad van Vrouwepolder,
Vrijdagmiddag kwam de gemeenteraad
van Vrouwepolder, onder Voorzitter
schap van den burgemeester, in voltal
lige vergadering bijeen. J
De Voorzitter deelde o.a. mede,
dat de betrokken minister voorloopig
vrijstelling heeft verleend van de ver
plichting der gemeente tot aansluiting
bij een ziekeninrichting in verband met
de verpleging van lijders aan besmette
lijke ziekten.
De Voorzitter deelde mede, dat B.
en W. voorstellen, het door de Kamer
van Koophandel te Middelburg aan de
Staten Generaal verzonden adres inza
ke de inkrimping van den postdienst,
voor kennisgeving aan te nemen op
grond dat er geen kans bestaat dat de
oude dienstregeling wederom zal wor
den ingevoerd, welk voorstel de raad
z.h.st. aanneemt. Eveneens om het door
verschillende Kamers van Koophandel
aan den Minister van Waterstaat ver
zonden adres inzake de overbrugging
van het Holl. Diep nabij den Moerdijk
voor kennisgeving aan te nemen,
op grond dat er in der tijd door den
raad adhaesie is betuigd aan het adres
der gemeente Bergen op Zoom inzake
overbrugging van het TIoll. Diep bij
Willemstad.
Overeenkomstig het voorstel van B.
en W. besloot de raad met algemeene
stemmen de behandeling van het adres
van C. Dingemanse e.a. houdende ver
zoek om over te gaan tot afvoering van
den ligger der Wegen en Voetpaden van
het voetpad in den Schellachschenweg
voorloopig alsnog aan te houden, opdat
de reeds ingekomen en nog te verwach
ten verzoeken van dien aard gezamen
lijk zullen kunnen worden behandeld.
Overeenkomstig het voorstel van B.
en W. besloot de raad z.h.st. de door den
minister van Binnenlandsche Zaken
voorgestelde wijzigingen in de vastge
stelde verordening voor den veldwach
ter aan te brengen en verder tot vast
stelling van de door B. en W. opge
maakte verordening ingevolge de art.
10 en 43 der Drankwet, bij welke ver
ordening o.m. is bepaald dat in de afd.
Gapinge geen vergunningen en in de afd.
Vrouwenpolder geen verloven door B.
en W, 'zullen mogen worden verleend.
Aangeboden werd de gemeentereke
ning over 1931 aanwijzende voor den
gewonen dienst in ontvang 32.025, in
uitgaaf 32.110 en een nadeelig slot
van 85. Tot leden van de commissie
van onderzoek dier rekening benoemde
de raad de heeren Dingemanse, van
Dis en W Maas.
Vervolgens deelde de Voorzitter
mede, dat met het gemeentebestuur van
Oostkapelle en met dat van Veere
overeenstemming is verkregen inzake
het heffen van een gemeenschappe
lijke regeling als bedoeld bij art.
19 der L.O.-Wet 1920, toelating van
kinderen uit Vrouwenpolder op de O.
L.-school te Oostkapelle of op die te
Veere, een en ander in verband met de
door den Raad aan B. en W. gegeven
opdracht om de noodige stappen t»
doen die kunnen leiden tot opheffing
van de openbare scholen te Vrouwen
polder en te Gapinge.
De V oorzitter bracht in ver
band hiermede allereerst in behande
ling het ingekomen adres van W. de
Vos en 12 anderen, allen ouders van
kinderen die de O.L.-scholen in de ge
meente bezoeken, houdende verzoek
niet tot het aangaan van een gemeen
schappelijke regeling met Oostkapelle
•en Veere te besluiten, aan welk adres
adhaesie is betuigd door den kring
„Walcheren" van de Vereeniging Volks
onderwijs.
De heer Kesteloo zeide van mee
zat, trad hij vroolijk op dezen toe.
Nu krijgen we spoedig wat te
eten, zei hij. Neem maar vast plaats
aan tafel.
De dominee knipoogde. Hij had zijn
bril niet op,
Ja, dat kon wel noodig zijn, mijn
beste Ola, zei hij opgewekt en nam
plaats. We hebben goed werk verricht,
wij beiden, jij en ik,
Ola Glomgaarden ging ook zitten.
Meent U dat? zei hij.
Ja, dat meen ik echt, antwoordde
de dominee en zette zijn bril op.
Ola Glomgaarden zat even na te den
ken, terwijl de dominee zich bediende.
Het wordt voor mij het ergst, zei
hij, ik moet alles weer andersom doen.
Neen, antwoordde de dominee, 't
wordt het ergst voor mij, die ambts
halve het huwelijk heb afgekondigd.
Maar wij zullen dat zaakje wel in orde
brengen!
Hij smeerde het brood terdege.
Toen zei Ola Glomgaarden:
U moest eens met Gjermund pra
ten! Tegelijkertijd sloeg hij zijn oogen
neer.
De dominee lachte luidkeels, terwijl
hij zich over de knieën wreef,
Meen je, dat ik niet genoeg ge
daan heb, vroeg hij.
O, jawel, maar!
Ola keek bijna smeekend op naar den
ning te zijn, dat als men het adres van
3e Vos e.a. nauwkeurig leest, het adres
zonder nadere toelichting voor zichzelf
spreekt en men toch wel degelijk tot
de erkennig moet komen dat er in de
gemeente nog steeds behoefte bestaat
aan openbaar onderwijs, wanneer de
voorgestelde gemeenschappelijke rege
lingen worden aangenomen, gaat men
aan degenen die voor hun kinderen
openbaar /onderwijs verlangen, de ge
legenheid ontnemen dit onderwijs in
eigen gemeente te genieten, waarbij
nog komt dat, zoo men toch openbaar
onderwijs voor zijn kinderen verlangt,
die kinderen genoodzaakt worden daar
voor dagelijks een afstand af te leggen
van ruim 2 maal 4 km voor de kinderen
uit Vrouwenpolder en van ruim 2 maal
3 km voor de kinderen uit Gapinge,
hetgeen volgens het oordeel van spreker
voor zeer jonge kinderen ondoenlijk is,
zoodat bij aanneming der regelingen de
betrokken ouders in zekeren zin ge
dwongen worden hunne kinderen naar
de in de gemeente aanwezige bijzonde
re Lagere Scholen te zenden, hetgeen
z.i. het uitoefenen van een druk van
hooger hand voor betrokken ouders
beteekent, waarvan zij, dit getuigt z.i.
het adres maar al te zeer, niet gediend
zijn.
Spreker zou het dan ook zeer toe
juichen als, hetgeen niet door hem
wordt verwacht, de voorgestelde rege
lingen niet werden aangenomen. De
heer Van Dis zeide dat het allerminst
in de bedoeling ligt op de betrokken
ouders dwang uit te oefenen, het gaat
z.i. zuiver en alleen om de uitgaven
der gemeente te bekrimpen, daar hij 't
thans geen tijd vindt om uitgaven te
doen die niet aan het gestelde doel be
antwoorden en dat kan z.i. in dezen
toch wel gezegd worden, gezien het
kleine aantal leerlingen dat de beide
openbare lagere scholen bezoekt. De
heer A r e n d s e zeide, dat het hem
zeer spijt dat den Raad geen gespeci
ficeerde gegevens te dezer zake zijn
verstrekt, hij verkeerde in de vaste
overtuiging dat de Raad van deskundi
ge hand in den breede zou worden in
gelicht omtrent de voordeelen die een
eventueele opheffing der scholen met
zich zou brengen. Er is gezegd dat uit
het adres zeer sterk de voorliefde der
ouders blijkt voor het openbaar on
derwijs voor hunne kinderen, doch dat
is spreker niet met den heer Kesteloo
eens, hem is bij bespreking van eventu
eele opheffing der scholen met ouders
van die scholen bezoekende kinderen
gebleken dat inzake de opvatting om
trent openbaar en bijzonder onderwijs
een groot misverstand heerscht, waar
om het er bij spreker niet in wil dat
zoo het verschil werkelijk goed naar
voren wordt gebracht men niet zou
kunen zeggen dat het overgroote deel
der betrokken ouders voor openbaar
onderwijs is. De finantieele toestand
van het Rijk en de gemeente is z.i. van
dien aard dat men moet overgaan tot
het invoeren van ingrijpende bezuini
ging op die uitgaven waar dit eenigs-
zins toelaatbaar en mogelijk is, en
waar men geroepen zal worden gelden
beschikbaar te stellen voor dringende
en onafwendbare aangelegenheden, zal
men noodgedwongen aangewezen zijn
daar te bezuinigen waar werkelijk te
bezuinigen valt, en er kan z.i. niet ge
zegd worden dat in deze gemeente op
het onderwijs werkelijk de noodige
bezuiniging wordt toegepast. De
Voorzitter zeide het niet eens te
zijn met den heer Kesteloo dat betrok
ken ouders allen onvoorwaardelijk
voorstanders van openbaar onderwijs
zijn en zet zijn standpunt te dezer zake
nader uiteen, terwijl hij ook nog in den
breede zijn standpunt omtrent eventu
eele opheffing der scholen toelicht. Wat
de door den heer Arendlse bedoelde
finantieele gegevens betreft, zeide hij
van oordeel te zijn dat die gege
vens eerst dan moeten worden ver
strekt zoo het besluit tot opheffing bij
dominee. Deze lei het mes neer.
Goed zei hij. Daar jij nog zooveel
andersom moet doen, zal ik spreken
zoowel met hem als met Berger Hang-
sett. De jongen had niets afgesproken
met je dochter,
Ola Glomgaarden zat voor zich uit te
kijken.
Dat zou werkelijk wel goed we
zen, zei hij.
Nu kwam Berit binnen met de room-
brij en beide mannen lieten zich waar
lijk niet onbetuigd.
Nu hebben we het recht gezellig
hier, mijn waarde Ola, zei de dominee
opgewekt en met glimmende kin, Hoe
verlaten was het hier, vóór zij kwam.
Ola keek naar Berit, die glimlachend
de kamer uitging.
Het is zoo eigenaardig met vrouw
volk, zei hij.
De dominee dronk het krachtige
bier. Al
Ik zal je één ding zeggen, Ola, zoo
voegde hij er bij en haalde diep adem.
De liefde komt van God; we moeten
ons niet mengen in die dingen.
Ola dronk na den dominee, maar ant-
woorde niet.
Het was eenige dagen later.
Over den heuvel kwam de dominee
langs den stroom afwaarts naar Hang-
settgaard rijden. Hij was gewoon recht
den Raad aanhangig wordt gemaakt,
dit is thans nog niet het geval, de aan
de orde zijnde vast te stellen gemeen
schappelijke regelingen zijn z.i. voor-
loopers van een eventueel voorstel tot
opheffing, eerst wanneer die regelingen
zijn vastgesteld en door Ged. Staten
zijn goedgekeurd kan men z.i, verdere
maatregelen treffen. De heer Dinge
manse zeide nog steeds op hetzelf
de standpunt te dezer zake te staan als
in 1926 het geval was bij het nemen van
een besluit tot opheffing der O. L.
School te Gapinge, het is z.i. aan een
leemte in de toen des tijds genomen
besluiten te wijten geweest dat de op
heffing toen niet is doorgegaan. Spre
ker zeide het met den heer Arendse
eens te zijn dat het jammer is dat geen
gedetailleerde cijfers zijn overgelegd.
Het gaat bij spreker persoonlijk niet
om het feit dat het hier de openbare
school betreft, met het oog op de finan
tieele zijde van deze zaak is spreker
evenals zes jaar geleden het geval was
voor eventueele opheffing. Uit kerke
lijk oogpunt bezien is z.i, de houding der
ouders in dezen niet best verklaarbaar,
daar z.i. degene die goed Chr. Hist, is,
voelt en denkt, uit een politiek oogpunt
genomen onmogelijk voor het behoud
van een openbare school kan zijn. De
heer Langebeeke verklaarde voor 't
behoud van de openb. school te zijn, en
wanneer toch tot opheffing zou worden
overgegaan, betreurt hij zulks vooral
met het oog op het huidige hoofd van de
school te Gapinge, z.i. had dan beter die
opheffing twee jaar geleden bij het ver
trek van het toenmalige Hoofd van
Maelsaeke ter sprake kunnen worden
gebracht. Weth. Maas wees op het
feit dat de school te Gapinge thans niet
door het wettelijk vereischt aantal leer
plichtige kinderen wordt bezocht en hij
mitsdien niet overtuigd is van den toe-
komstigen bloei van die school. De heer
W. Maas ging in de breede na welke
omstandigheden tot het doen van het
voorstel aanleiding hebben gegeven en
dat z.i. in hoofdzaak het zeer geringe
aantal kinderen dat die scholen bezoekt
en de daarmede verband houdende groo-
te uitgaven die de gemeente zich voor
het instandhouden van die schooltjes
moet getroosten, terwijl mede de benar
de tijdsomstandigheden waaronder thans
geleefd wordt aanleiding hebben gege
ven na te gaan op welke uitgaven doel
treffende vermindering kan worden toe
gepast. Spreker verklaarde het met den
heer Arends eens te zijn omtrent de
bestaande misverstanden bij degenen die
zich voorstanders van openbaar onder
wijs noemen, tusschen hetgeen het open
baar- en het bijzonder onderwijs omvat.
Men heeft in deze gemeente bijz. L.
Scholen die aangesloten zijn bij de Ver
een. Chr. Nat. Schoolonderwijs, zoodat
z.i. ieder zijn kinderen naar die scholen
kan zenden, daar die scholen niet een
zijdig kerkelijk zijn georienteerd, men
staat z.i. op dit punt dichter bij elkander
dan men wel meent. De v o o r z. dien
de laatstgenoemde sprekers van ant
woord op het te dezer zake door hen
naar voren gebrachte, en zeide het niet
eens te zijn met het door den heer Din
gemanse aangehaalde inzake een aanwe
zig geweest zijnde leemte in de beslui
ten van 1926 dat toen de opheffing geen
feit is geworden, was z.i. gelegen in de
opvatting van den toenmaligen Minister
van Onderwijs en in de destijds heer-
schende gunstige tijdsomstandigheden
op finantieel en ander gebied. De heer
Kesteloo verklaarde niet te hebben
verwacht dat de politiek bij deze aange
legenheid naar voren zou worden ge
bracht, politiek is z.i. maar franje waar
mede hij zich niet altijd kan vereenigen,
hij is van meening dat adressanten uit
volle overtuiging en met kennis van za
ken 't aanhangige adres hebben getee-
kend en ingediend.
In antwoord op het door de
heer Langebeeke naar voren gebrachte
inzake opheffing van de school te Ga
pinge bij de vacature van Maelsaeke
door den bergstroom te rijden wanneer
hij naar het oostelijk buurschap moest.
Op Hangsett trof hij beiden thuis, zoo
wel Gjermund als diens vader Berger
Hangsett.
Berger, die de hoeve aan zijn zoon
had overgedragen, woonde in het bijge
bouw, Gjermund, die alles in orde had
gebracht voor de jonge vrouw, die ko
men zou, woonde zelf in het winterhuis.
Daarheen begaf de dominee zich het
eerst.
Gjermund zat bij de houten optree
schoenen te verzolen, toen de dominee
de deurklink optilde. Hij lei schoen en
hamer weg en zijn gezicht veranderde
gansch en al, toen hij zag, dat het de
dominee was.
Neen, neen, klop maar door, mijn
waarde Gjermund, zei de dominee en
trad op hem toe.
Gjermund keek rond,
Ga zitten, dominee zei hij. Daar
na nam hij schoen en gereedschap op,
bracht het naar de opkamer en kwam
langzaam weer binnen stappen.
—Is dominee op een uitstapje?
De dominee nam plaats.
Ja, dat ben ik Gjermund, ant
woordde hij, haalde zijn bril voor den
dag en zette hem op.
Ik wilde graag eens met jou en je
vader praten, maar eerst met jou.
Gjermund keek onrustig.
verklaarde de heer Arendse dat hij zich
toentertijd persoonlijk tot de heeren
Kesteloo en Langebeeke heeft gewend
ten einde op schoolgebied tot een fusie
te kunnen geraken en spreker heeft toen
gewezen op het feit dat de Chr. Hist, en
A. R. te dezer zake vlak naast elkander
stonden en dat degene die zich Christ.
Hist, noemt, onmogelijk voorstander van
openbaar onderwijs kon zijn. Ofschoon de
bijz. school te Gapinge te dezer zake een
ruim standpunt inneemt, hetgeen bewe
zen wordt door het feit dat aan die
school een gereformeerd Onderwijzer en
ook een hervprmd onderwijzer verbon
den is, heeft zijn poging destijds geen ge
volg, laat staan succes gehad. Spreker
verklaarde van oordeel te zijn dat men
thans met de veranderde tijdsomstandig
heden rekening moet houden en blijft
bjj zijn meening dat zoo men het adres
zuiver wil beoordeelen, men ook thans
de finantieele gegevens te zijner be
schikking moet hebben. De voorz. zei
de van meening te zijn dat de finantieele
gegevens geen verband met het adres
houden.
De heer Kesteloo verklaarde het inzake
het verstrekken van finantieele gege
vens te dezer zake geheel en al eens te
zijn met de door den heer Arendse ge
maakte opmerking, als men een volle
dig overzicht te dezer zake heeft, kan
men ook beoordeelen of het voordeel
dat de gemeente bij opheffing heeft, op
weegt tegen het bezwaar van adressan
ten, men kan z. i. thans zonder nadere
gegevens, zijn stem niet motiveercn.
De heer W. Maas verklaarde van oor
deel te zijn dat men met de oogenblik-
kelijke toestanden in deze rekening
moet houden. De heer Dingemanse vondt
dat degene die voor opheffing is, geen
behoefte aan cijfers heeft, z.i. is reeds in
de vorige vergadering in beginsel tot op
heffing besloten. Wethouder Maas ver
klaarde het met den heer Dingemanse
eens te zijn en is er voor de zaak thans
af te handelen. De heer Kesteloo zeide
dat hij den heer Dingemanse nu niet
meer begrijpt, daar toch ook hij in eer
ste instantie aangedrongen heeft op de
overlegging van cijfers, en zich nu eens
klaps omdraait en zich voor het nemen
van een definitieve beslissing verklaard,
Spreker stelde voor het nemen van een
beslissing op het adres aan te houden
tot een volgende vergadering, in welke
dan de verlangde cijfers worden overge
legd, welk voorstel gesteund werd dooi
den heer Arends, doch bij stemming met
4 tegen 3 stemmen werd verworpen. Na
sluiting der besprekingen werd met 5
tegen 2 stemmen besloten afwijzend op
het adres De Vos te beschikken.
Vervolgens werd overgegaan tot arti-
kelsgewijze behandeling van de door B.
en W. in overleg met de gemeenten Oost
kapelle en Veere ontworpen gemeen
schappelijke regeling inzake toelating
van kinderen op de O. L, scholen te
Oostkapelle en te Veere.
De heer Kesteloo geeft in overweging
in de gemeenschappelijke regelingen op
te nemen dat de daarvoor in aanmerking
komende kinderen op kosten der ge
meente naar en van de scholen worden
gebracht en gehaald een en ander met
het oog op de jeugdige kinderen en dat
die kinderen des middags onder toezicht
zullen kunnen koffiedrinken en dat hen
warm drinken word verstrekt.
Daar dit voorstel niet gesteund werd,
kon het niet in stemming worden ge
bracht
Vervolgens werd de gemeenschappe
lijke regeling aan te gaan met de ge
meente Oostkapelle aangenomen met 6
tegen 1 stem, en die aan te gaan met
de gemeente Veere aangenomen met 5
tegen 2 stemmen.
Na bespreking werd m.a.st. besloten
B. en W. machtiging te verleenen tot het
aanschaffen van twee rookmaskers"voor
de brandweer te Vrouwepolder en twee
rookmaskers voor de brandweer te Ga
pinge.
Bij de rondvraag verschafte de voor-
Ja, goed mompelde hij.
Ik wil je eenige vragen stellen, zei
de dominee en keek door zijn bril Gjer
mund scherp aan.
Gjermund sloeg de oogen neer.
De dominee vouwde zijn kleine, dikke
handen over de borst.
Het betreft namelijk je verhouding
tot Berit Glomgaarden vervolgde hij.
En ik moet alles volledig weten. Er kan
namelijk een rechtsgeding uit de zaak
ontstaan Je moet dus, wat je zegt, met'
een eed kunnen bevestigen, 't Is ambts
halve, dat ik heden bij je kom.
Gjermund keek schuin naar den do
minee, maar sloeg de oogen weer neer.
De dominee lei zijn hand weer op de
tafel.
Ga zitten, zei hij,
Gjermund kwam schoorvoetend na
der en ging eindelijk zitten,
Je weet dat ik het huwelijk tus
schen jou en Berit heb afgekondigd, op
je eigen verzoek?
Ja, dat is zoo, antwoordde Gjer
mund. Hij kreeg zijn horlogeketting te
pakken en bekeek deze.
Over de zaak was je het natuur
lijk met haar eens geworden, voor je'
bij mij kwam?
Gjermund verbleekte, maar ant
woordde niet
(Wprdt vervolgd)