TWEKDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 15 JULI 1932.
No. 165.
BINNENLAND.
overbrugging van het hol-
landsgh diep bij moerdijk,
over het voeren van een
adelijken titel,
ZEELAND.
middelburg.
zuid-beveland.
zeeuwsch-vlaanderen w.d.
DE BRUID VAN HET GL0MDAL
De Vrachtwagenfabriek
met de grootste ervaring
KUNST EN WETENSCHAP.
RECHTZAKEN.
De Kamers van Koophandel te Breda,
Delft, Dordrecht, Eindhoven, 's-Graven-
hage, 's-Hertogenbosch, M i-d d e 1-
burg, Rotterdam, Tilburg, Venlo,
Vlaardingen en Waalwijk, hebben aan
den Minister van Waterstaat een adres
gezonden, waarin zij o.a. zeggen:
Bij de mondelinge beraadslagingen in
de Eerste Kamer der Staten-Generaa'
over de begrooting van het wegenfonds
voor 1932 is door Uwe Excellentie de
indruk gewekt, dat een debat over de
plaats van de overbrugging van het Hol
landsch Diep geen practische beteekenis
had en dus niet urgent was, omdat er
voor het tot stand brengen van deze
overbrugging toch geen geld is.
Met eenige bezorgdheid hebben onze
Kamers van deze uitlating kennis ge
nomen, omdat deze er op zou kunnen
wijzen, dat de beslissing over deze zoo
belangrijke aangelegenheid voorloopig
weder op de lange baan geschoven
wordt.
Dit nu zouden wij in hooge mate be
treuren.
In onze adressen aan den
en aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, onderscheidenlijk van 25 Juli
1931 en van 17 November 1931, hebben
wij uitvoerig het nationale belang van
een spoedige overbrugging van het Hol-
landsch Diep bij Moerdijk uiteengezet.
Het mag overbodig geacht worden de
gronden voor deze opvatting opnieuw
in den breede te gaan ontwikkelen, niet
alleen, omdat deze intusschen reeds ge
meengoed geworden zijn, maar bovenal,
omdat het zeker niet noodig is Uwe
Excellentie daarvan nog te overtuigen.
Algemeen is men het er over eens, dat
een overbrugging van het Hollandsch
Diep in het belang van het bedrijfsleven
boven en beneden den Moerdijk nood
zakelijk is en het eenige, waarover bij
slechts enkelen misschien nog verschil
van meening zou kunnen bestaan, is de
plaats van de overbrugging.
Met groote instemming hebben wij
vastgesteld, dat Uwe Excellentie op dit
punt in de Eerste Kamer een geluid
heeft laten hooren, dat allerminst on
zeker mag heeten. De aanvankelijke, ons
inziens eenig juiste, beslissing om de
brug bij Moerdijk te leggen, werd im
mers dqor Uwe Excellentie met overtui
ging verdedigd.
Met recht mocht Uwe Excellentie dan
ook in de memorie van antwoord neer
schrijven, dat ten deze geen nieuwe ge
zichtspunten meer mochten worden ver
wacht. Wanneer wij nagaan, wat in de
Eerste Kamer tegen de overbrugging bij
Moerdijk is aangevoerd, mogen wij ons
bepalen tot de redevoering van prof.
jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, daar
mr. M. Slingenberg slechts gevraagd
heeft de Kamer in de gelegenheid te stel
len zich over de vraag Moerdijk of Wil
lemstad uit te spreken. Prof. Lohman
nu is er naar onze meening stellig niet
in geslaagd nieuwe gezichtspunten te
openen. Opnieuw werd door hem de
stelling naar voren gebracht, dat, wan
neer de brug gelegd wordt bij Moerdijk,
het westelijk gedeelte van Noord-Bra
bant eenigszins in het gedrang zou ko
men. Het is ons niet duidelijk, hoe deze
bewering is vol te houden, wanneer men
in aanmerking neemt, dat op het rijks
wegenplan voorzien wordt in een recht-
streeksche verbinding van Bergen op
Zoom naar Moerdijk. Maar wij kunnen
dit laten voor wat het is. Waar wij ech
ter tegen moeten opkomen, is, dat men
•bij de beoordeeling van verkeersproble
men van zoo eminente nationale en in
ternationale beteekenis locale belangen
maakt tot beslissende factoren.
Als het uitsluitend ging om de ver
binding van het havengebied van de
Rijn- en Maasmonden, Delft en Den
Haag met het weinig dicht bevolkte en
in hoofdzaak agrarische gebied van het
meest westelijk gedeelte van Noord-Bra
bant en de Zeeuwsche eilanden, zou men
het voorloopig beter nog eens kunnen
aanzien met het bestaande pontveer bij
Moerdijk.
Het projecteeren van een goed we
genplan is geen werk van de studeerka
mer, waarbij men naar believen allerlei
min of meer rechte lijnen kan traceeren,
Daarom komt men er niet met abstrac
ties als het beginsel van een gelijkmatige
bruggenverdeeling, en zeker niet, als
men allerlei verbindingen, zooals die van
Zeeland met Rotterdam en die van
Frankrijk en België met de groote ste
den in het westen van ons land geïso
leerd gaat beschouwen.
Kan het verder werkelijk ernstig wor
den opgenomen, als men de positie van
Schouwen en Duiveland een rol wil la
ten spelen bij de bepaling van de plaats
van de overbrugging van het Hollandsch
Diep? Het isolement van deze afgele
gen eilanden zal met andere middelen
opgeheven kunnen worden, zooals bij
voorbeeld de onlangs tot stand gekomen
vliegdienst, terwijl in dit verband vooral
ook aan een verbetering van de veer
diensten valt te denken.
Maar het ergste, waaraan de voorstan
ders van een brug bij Willemstad zich
schuldig maken, is de volslagen misken
ning van de economische beteekenis van
een stad als Dordrecht.
Bij een toetsing van de argumenten,
die voor Willemstad worden aange
voerd, blijken deze telkens weder te
licht te worden bevonden. Maar zelfs als
er aan deze argumenten meer waarde
viel toe te kennen, zou daar nog tegen
over blijven staan het ernstige bezwaar,
dat een overbrugging bij Willemstad, in
tegenstelling met een overbrugging bij
Moerdijk, beteekent een overbrugging
van den scheepvaartweg van den Rijn
naar Antwerpen, waartegen, naar ook
in schipperskringen als vaststaand wordt
beschouwd, de scheepvaartbelangen zoo
wel van ons land als van België zich
verzetten.
Hebben wij dus met instemming ge
zien, dat Uwe Excellentie op goede gron
den vasthoudt aan Moerdijk, wij betreu
ren het levendig, dat Zij ons het uitzicht
schijnt te ontnemen, dat de zoo hoog
noodige overbrugging van 't Hollandsch
Diep met spoed zal worden ter hand ge
nomen.
Wij betreuren dit, omdat langer uit
stel 'van de overbrugging van het Hol
landsch Diep niet te rechtvaardigen
is, ook niet met een beroep op den min
der gunstigen toestand van 's lands fi
nanciën. Immers het wegenfonds, waar
uit de kosten van deze overbrugging
bestreden zullen moeten worden, leidt
met zijn eigen bronnen van inkomsten
een zelfstandig bestaan en de middelen
van dit fonds laten een overbrugging
van het Hollandsch Diep stellig toe. Al
leen zal, indien daartoe besloten wordt,
de besteding van deze middelen eenige
wijziging moeten ondergaan. De bouw
van de bruggen over de groote rivieren
wordt bekostigd uit den kapitaaldienst
en de gelden voor dezen dienst worden
verkregen uit voorschotten van het Rijk,
Het bedrag van deze voorschotten is
voor het loopende jaar geraamd op
9.800.000. Daarvan wordt 4.794.000
voor den bouw van bruggen besteed.
Wanneer men nu het Hollandsch Diep
gaat overbruggen, zal het* voor den
bouw van bruggen uitgetrokken bedrag,
aangenomen, dat de .overige uitgaven
uit dezen hoofde voorloopig op het te
genwoordige peil gehandhaafd fnoeten
blijven, gedurende een aantal jaren met
eenige millioennen vermeerderd moe
ten worden. Indien het op den kapitaal-
dienst uitgetrokken bedrag voor verbe
tering en aanleg van op het rijkswegen
plan voorkomende wegen, waarvan de
kosten niet uit den gewonen dienst kun
nen worden gedekt, niet verminderd kan
worden, beteekent dit dus, dat de uit-
keering aan het Rijk wegens rente en
aflossing van verstrakte voorschotten,
die ten laste van de gewonen dienst ko
men, zal toenemen, zoodat uit dezen
dienst minder kan worden bekostigd
dan te voren. Practisch komt het ter
hand nemen van de overbrugging van
het Hollandsch Diep, indien men deze
niet geheel afzonderlijk wil financee-
ren, dus hierop neer, dat de uitvoering
van andere gewone werken daardoor
eenigermate zal worden vertraagd en
dit lijkt ons met het oog op het groote
nationale belang van deze overbrugging
alleszins gewettigd.
Bovendien mag niet uit het oog wor
den verloren, dat het hier geldt een
werk, dat ook uit een oogpunt van
werkverschaffing van de grootste ba-
teekenis is. Bij de aanbesteding van wer
ken van dezen aard blijken de bedra
gen, waarvoor wordt ingeschreven door
degenen, die voor gunning ernstig in
aanmerking komen, steeds ver beneden
de raming te blijven. Deze tak van onze
nationale industrie doet dus alles om
bij de aanbesteding van het leveren en
maar werk te krijgen. Onlangs liepen
bij de aanbesteding van het leveren en
stellen van vier ijzeren bruggen over de
Twentekanalen de inschrijvingen uiteen
van 91.300 tot*/ 49.800. Laat men dan
een werk als de overbrugging van het
Hollandsch Diep, dat op zichzelf al in
zoo belangrijke mate tot de bevorde
ring van onze nationale welvaart zal
bijdragen, ter hand nemen, vooral, nu de
daaraan verbonden kosten lager zullen
zijn dan ooit en tegelijkertijd door de
uitvoering daarvan een belangrijke tak
van industrie gesteund en de werkloos
heid bestreden zal worden!
Onze kamers vinden in deze overwe
gingen dan ook de vrijheid Uwe Excel
lentie met grooten nadruk te verzoeken
het daarheen te willen leiden, dat op
korten termijn met de overbrugging van
het Hollandsch Diep bij Moerdijk wordt
begonnen,
In het voorloopig verslag van de Eer
ste Kamer over een naturalisatie-ont
werp wordt een opmerking gemaakt naar
aanleiding van het verzoek om naturali
satie, gedaan door jonkheer J. J. L. Hes-
selt van Dinter.
Het had nu de aandacht getrokken,
dat de burgemeester van Voorburg in
zijn aan den officier van justitie te 's-
Gravenhage gerichten brief gewag maak
te van een door den verzoeker overge
legd request „om de gevraagde naturali
satie zonder het praedicaat van jonk
heer te doen geschieden." Dit request,
alsmede een afschrift van het doopbe
wijs van den aanvrager, waarvan in het
zelfde schrijven melding wordt gemaakt,
ontbreken intusschen bij de ter inzage
verstrekte stukken.
De vraag werd gesteld, of de verzoe
ker al dan niet gerechtigd is tot het voe
ren van bedoeld praedicaat. Zoo neen,
dan zoude zijn desbetreffend verzoek
iedere beteekenis missen; zoo ja, dan
achtte men zoowel de inwilliging er van
als de persoons-aanduiding, in het wets
ontwerp gebezigd in strijd met het K. B.
van 26 Jan. 1822, waarbij wordt be
paald, dat de adellijke titels of qualifi-
catiën in alle officieele stukken moeten
zijn vermeld.
Gaarne zou men te dezer zake nadere
inlichtingen ontvangen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot stichting van een
Waterbouwkundig Laboratorium te Delft
waarvoor onder art. 142 van Hoofdstuk
IX der Rijksbegrooting 1931 een bedrag
van 400.000 is toegestaan.
De Vlaamsche Scheepvaartbond zal
op 24 Juli a.s. met een 500-tal leden een
studiereis maken naar de Rijn-Schelde-
verbinding op Nederlandsch gebied.
m f i m
t Naar wij vernemen zond onze stad
genoot, de heer H. den Engelsman, een
Vredeshymne in Hollandschen en En-
gelschen tekst „aan den Prins van Wales
en ontving daarvoor een dankbetuiging.
KRUININGEN. Bij het zeer zwaar on
weer Woensdagavond sloeg de bliksem
in een grooten klamp met vlas en hooi
op de boerderij van den heer A. v. H.
Onder stortregen rukte de vrijwillige
brandweer uit en tastte het vuur met
twee stralen op de waterleiding aan.
Door den gunstigen wind bleek geen ge
vaar voor de twee groote schuren.
Heel den nacht duurde het blusschings-
werk, 15000 kg vlas en 15000 kg hooi
gingen verloren, die verzekerd waren.
SCHORE. Bij het baden in de Schelde
geraakte het dochtertje van den heer P.
uit Kapelle onder water. De vader be
gaf zich gekleed te water en wist door
direct ingrijpen erger te voorkomen.
SCHORE. Bij het onweder van Woens
dagavond werd een huis aan den Schoor-
schezandweg getroffen terwijl van een
woning in den Steenweg een radioanten
ne werd vernietigd.
SCHORE Donderdagvoormiddag ver
gaderde de gemeenteraad. Ingekomen is
de rekening 1931 van het Burgerlijk Arm
bestuur met een ontvang ad 4827,
een uitgaaf ad 4823 en de begroo
ting 1933 van genoemd bestuur met een
eindcijfer van 4631.
De rekening 1931 van den keurings
dienst van vee en vleesch met een ont
vang van 6142. een uitgaaf van 6000
en een batig slot van 142 is ingeko
men. De begrooting 1933 van den dienst
met een eindcijfer van 6166.50 wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Hierop komt in behandeling een ver
zoek van enkele Schoorsche werklieden
om een bijdrage uit de gemeentekas als
aanvulling van het ingeschreven bedrag
voor uit te voeren delfwerk. Uit de ge
geven toelichting is gebleken, dat het
werk ongeveer 12 weken zal duren en
dat er 16 personen bij te werk gesteld
kunnen worden. Bij de innschrijving is
echter slechts rekening gehouden met
het plaatsen van drie damwanden ter
wijl volgens den opzichter van den pol
der zes damwanden noodig zullen zijn.
Bove'ndien zal premie moeten worden
betaald ingevolge de Ongevallenwet. De
meerdere kosten van een en ander zijn
begroot op 450; verzocht wordt om
400.
Bij de discussie bleek men 400 aan
den hoogen kant te vinden.
Met algemeene stemmen werd besloten
een bedrag ad 300 beschikbaar te stel
len en, indien hiermede geen genoegen
kan worden genomen, dat de gemeente
alsdan zal zorgen voor de kosten van de
damwanden en de Ongevallenpremie tot
een maximum van 400, een en ander
behoudens goedkeuring van de betref
fende wijziging van de gem. begrooting
door Ged. Staten.
WAARDE. Woensdagavond woedde
er boven onze gemeente een hevig on
weder gepaard met erge plasregens. De
bliksem is ingeslagen in den korenmo
len van Ph. M,, zonder brand te veroor
zaken.
Wel is er materieele schade aange
richt, deze wordt echter gedekt door ver
zekering.
SLUIS. Wederom is een stukje oud-
Holland gedoemd te verdwijnen, om
plaats te maken voor den modernen mo
tor. Wij vernemen n.l, uit goede bron,
"1. -
Ja, je weet om wie ik hier kom,
zei hij met ijskoude stem.
Tore Braaten keek hem strak aan.
Neen, dat weet ik juist niet, gaf hij
ten antwoord.
Ola Eriksen stampte op d engrond,
zoodat de nieuwe vloer kraakte.
Leugenaar.' schreeuwde hij. De bijl
op zijn schouder gleed neer.
Tore Braaten keek hem aan. Zijn
blauwe oogen werden al doknerder en
donkerder.
Ga zitten, antwoordde hij.
Ola Eriksen omklemde de bijl vaster
in zijn rechterhand.
Waar is Berit? vroeg hij,
Tore Braaten stond op en nam het
geweer van den muur,
Niet hier, antwoordde hij, en er
kwam een ijzige koude in zijn jonge
stem.
Ola Eriksen keek naar zijn knecht, 't
Was alsof beiden een huivering kregen.
Waar is ze? vroeg Ola Eriksen
bits.
In het huis ginds, gaf Tore Braa
ten ten antwoord. Hij stond met het ge
weer in de hand naast den hoogen zetel,
Ola Eriksen stampte op den vloer.
Haal ze hier! riep hij.
Neen, antwoordde Tore Braaten.
Ik heb geen tijd.
Beiden, haar en het paard! riep
Ola woedend.
Vraag er haar om, antwoordde To
re luid. Ik heb het paard van haar ge
leend en er ook voor betaald! Hij stond
daar nog als tevoren.
Ola Eriksen zette verbaasde oogen
op, maar begon zich weer driftig te ma
ken.
Waar is ze dan? schreeuwde hij.
In het huis ginds, heb ik je gezegd!
schreeuwde Tore Braaten nu terug.
En nu onmiddellijk de deur uit,
beiden! voegde hij er toornig aan toe.
Dit is mijn hoeve, nu weet jelui het! De
blauwe oogen vlamden.
Hoeve! schreeuwde Ola Glomgaar-
den lioonend, terwijl hij zich zelf half
omkeerde.
Ja, hoeve, antwoordde Tore Braa
ten en richtte zich op.
Er uit! schreeuwde hij. Komen
jelui tweeën hier met bijlen aan! Hij
omvatte de geweerkolf.
Toen keerde Ola Eriksen zich om
en ging heen. Rechtstreeks stapte hij op
het oude huis af. De jongen volgde.
Maar Tore Braaten bleef in de deur
staan met het geweer in de hand.
In het Braatenhuis hadden ze alles
gezien en gehoord. Berit stond voor het
raam, onrustig, en wilde er heen. Maar
de oude Jacob Braaten hield haar terug.
Neen, Iaat hen de zaak maar af
handelen, zei hij.
i Ze hebben bijlen! antwoordde zij.
Ze was bleek.
Tore, heeft een geweer! Ze durven hem
Ach kom, zei Jacob Braaten. Hij,
toch niet aan!
Nu kwam het tweetal aanstappen.
Ola voorop en de knecht achteraan.
Daar komen ze zei Jacob Braaten
en ging zitten. Zijn vrouw Kari ging ook
zitten, maar Berit bleef staan.
Ga naar boven, naar den zolder!
zei Jacob Braaten. Wanneer je bang
bent, voegde hij er aan toe.
Toen steeg het bloed Berit naar het
gelaat.
Bang.... voor vader! O, neen! zei
ze.
Daarna ging ook zij zitten, met de
handen in haar schoot.
Nu waren ze bij de deur. Maar men
hoorde hen de bijlen neerleggen.
Ola Eriksen kwam het eerst binnen.
Achter hem, langzaam aan, de knecht.
Ola bleef staan en bemerkte Berit.
Goeden dag, zei hij bits. Beiden
stonden nog bij de deur. Jacob Braaten
schraapte zijn keel.
Zoo, goeden dag, antwoordde hij.
Komen jelui om hout te hakken? Hij
keek schuin naar Ola Eriksen. Deze
werd rood,
O, je weet heel goed waarvoor
wij komen, zei hij.
Jacob Braaten glimlachte.
Dat kan wel zijn, antwoordde hij.
Gaat zitten, zei Kari. Ze schoof
bankjes aan.
Geen van beiden antwoordde,
Het is met Berit, dat ik spreken
wil, zei Ola Eriksen norsch.
Ja, dat zal wel wezen, antwoordde
Jacob Braaten.
En daarna met jou! Ola Glomgaar-
den keek Jacob Braaten scherp aan.
Deze glimlachte.
Het beste is, dat je eerst met mij
spreekt, antwoordde hij.
Ola Eriksen werd vuurrood.
I Dat kan ik ook doen, zéi hij.
Hij keek nijdig, eerst naar Jacob Braa
ten en dan naar Kari, diens vrouw,
Wat heb je voor den duivel met
mijn dochter te maken? begon hij drif
tig.
Jacob Braaten zat heel rustig.
Niets geen greintje antwoordde hij.
Ola Eriksen trad nader.
Waarom heb je haar dan hier?
vroeg hij. Zijn oogen fonkelden.
Waar wilde je dan, dat ze zou blij
ven? vroeg Jacob Braaten rustig. Wan
neer men haar thuis niet met rust laat!
kwam van lieverlede meer drang in zijn
woorden.
Ola Glomgaarden stoof op.
N.V. H. ENGLEBERT's AUTOMOBIEL» ANDR
OEN HAAO. THERESIASTRAAT 145, TELEFOON 7720U
AMSTERDAM. WETERINGSCHANS 130, TELEFOON 34MI
MIDDELDURO. KORTE DELFT A83. TELEFOON 6U
(Ingez. Med.)
dat, behoudens onvoorziene omstandig
heden, de oude molen „De Brak" in den
loop van dit jaar nog zal worden afge
broken. Ieder, die Sluis bezocht heeft,
zal den prachtigen molen opgevallen
zijn, die zich direct achter de oude stads
wallen bij den Zuidelijken ingang van het
stadje bevindt. De molen, die gebouwd
is in 1739, en het eigendom is van den
heer Iz. Sanders, trekt jaarlijks de be
langstelling van de vreemdelingen, en
men mag het dan ook beschouwen als
een der attracties voor de buitenlan
ders die vanuit de Belgische kust deze
gemeente bezoeken. Van de gelegenheid
om den molen, die een der mooiste van
ons land is, van binnen te bezien tegen
een klein entrée, maken er veel gebruik.
De redenen, die tot den afbraak leiden,
zijn: ten eerste de omstandigheid,
dat het bedrijf zwaar gehandicapt wordt
door de* hooge boomen, die rondom den
molen staan ,en verder de hooge kosten,
die noodig zijn om den molen in goeden
bedrijfsstaat te houden. Zou hier geen
mogelijkheid bestaan voor de vereeni-
ging tot behoud onzer molens, om te
trachten te redden wat te redden is?
Ciska Kremer, f
Woensdag is te Scheveningen een lijk
aangespoeld van een nog jonge vrouw,
dat later herkend werd als te zijn van
de nog zeer jeugdige, zeer bekende ac
trice, Ciska Kremer, die een paar jaar
geleden in de tooneelbewerking van
Merijntje Gijzen, op slag naam heeft ge
maakt, zoodat er eigenlijk geen sprake
meer was van een ontluikend of veel
belovend, doch een natuurlijk, geboren
talent, dat intuïtief het juiste gebaar, de
goede expressie, de harmonieerende ac
centen vond. Een jong leven, dat heel
jong al emoties te verwerken en uit te
beelden kreeg, die der ouderen zijn.
Helaas te jong.
Ongestaald door geest- en zielskracht,
ongehard door rijpere levenservaring, is
desillusie, wanhoop tenslotte, het nood
lot. Wie van Ciska Kremer's spel hiel
den, wie van dat talent in rijpere jaren
alles verwachtten, bewaart een herin
nering van zuiver, diep-doorvoeld kun
stenaarschap.
Schneevoigt,
Naar het Vad. verneemt, is prof.
Georg Schneevoigt door den gemeente
raad van Helsingfors met algemeene
stemmen benoemd tot Generalmusikdi-
rektor der stad Helsingfors.
De Haagsche kantonrechter
deed heden uitspraak in de zaak tegen
B. S. directeur der Haagsche ongevallen
Verzekering Maatschappij te Den Haag,
die 14 dagen geleden terzake van het
Raak jou dat? riep hij.
Ja, dat doet het, antwoordde Ja
kob Braaten onverstoorbaar. Ik wil niet
mee aanzien dat je dochter in de rivier
springt! Er kwam een vastberaden uit
drukking in de oogen van den rustigen
ouden man.
Ola Eriksen szweeg een oogenblik.
Zijn oogen gleden langs Berit heen, die
voor zich neer zat te kijken,
Dat blijft mijn zaak, zei hij daarna,
maar zijn stem klonk wel iets zachter.
Nu sprak Kari.
Jij wilt altijd geweld gebruiken,
zei ze. Haar grijze oogen zochten de
zijne. Dat wilde je ook met mij! Zij stond
nu vlak voor hem. Zooiets helpt bij ons
niet, dat wil ik je maar zeggen, vervolgde
ze.
Hou je bek, riep Ola Eriksen.
Ze lachte spottend.
Vrouwvolk bang maken! dat is
wel flink van een man! riep ze. Laat je
dochter doen wat ze zelf wil zij is
ook een mensch!
Hou je bek, herhaalde Ola Eriksen.
Toen stond Jakob Braaten op. Hij ging
naar hen toe.
Zwijg nu, Kari, zei hij. Ga naar
buiten, jij hij keerde zich naar den
knecht. Deze keek naar Ola Eriksen en
ging langzaam naar buiten.
(Wordt vervolgd)