TWEKDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 15 JULI 1932. No. 165. BINNENLAND. overbrugging van het hol- landsgh diep bij moerdijk, over het voeren van een adelijken titel, ZEELAND. middelburg. zuid-beveland. zeeuwsch-vlaanderen w.d. DE BRUID VAN HET GL0MDAL De Vrachtwagenfabriek met de grootste ervaring KUNST EN WETENSCHAP. RECHTZAKEN. De Kamers van Koophandel te Breda, Delft, Dordrecht, Eindhoven, 's-Graven- hage, 's-Hertogenbosch, M i-d d e 1- burg, Rotterdam, Tilburg, Venlo, Vlaardingen en Waalwijk, hebben aan den Minister van Waterstaat een adres gezonden, waarin zij o.a. zeggen: Bij de mondelinge beraadslagingen in de Eerste Kamer der Staten-Generaa' over de begrooting van het wegenfonds voor 1932 is door Uwe Excellentie de indruk gewekt, dat een debat over de plaats van de overbrugging van het Hol landsch Diep geen practische beteekenis had en dus niet urgent was, omdat er voor het tot stand brengen van deze overbrugging toch geen geld is. Met eenige bezorgdheid hebben onze Kamers van deze uitlating kennis ge nomen, omdat deze er op zou kunnen wijzen, dat de beslissing over deze zoo belangrijke aangelegenheid voorloopig weder op de lange baan geschoven wordt. Dit nu zouden wij in hooge mate be treuren. In onze adressen aan den en aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal, onderscheidenlijk van 25 Juli 1931 en van 17 November 1931, hebben wij uitvoerig het nationale belang van een spoedige overbrugging van het Hol- landsch Diep bij Moerdijk uiteengezet. Het mag overbodig geacht worden de gronden voor deze opvatting opnieuw in den breede te gaan ontwikkelen, niet alleen, omdat deze intusschen reeds ge meengoed geworden zijn, maar bovenal, omdat het zeker niet noodig is Uwe Excellentie daarvan nog te overtuigen. Algemeen is men het er over eens, dat een overbrugging van het Hollandsch Diep in het belang van het bedrijfsleven boven en beneden den Moerdijk nood zakelijk is en het eenige, waarover bij slechts enkelen misschien nog verschil van meening zou kunnen bestaan, is de plaats van de overbrugging. Met groote instemming hebben wij vastgesteld, dat Uwe Excellentie op dit punt in de Eerste Kamer een geluid heeft laten hooren, dat allerminst on zeker mag heeten. De aanvankelijke, ons inziens eenig juiste, beslissing om de brug bij Moerdijk te leggen, werd im mers dqor Uwe Excellentie met overtui ging verdedigd. Met recht mocht Uwe Excellentie dan ook in de memorie van antwoord neer schrijven, dat ten deze geen nieuwe ge zichtspunten meer mochten worden ver wacht. Wanneer wij nagaan, wat in de Eerste Kamer tegen de overbrugging bij Moerdijk is aangevoerd, mogen wij ons bepalen tot de redevoering van prof. jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, daar mr. M. Slingenberg slechts gevraagd heeft de Kamer in de gelegenheid te stel len zich over de vraag Moerdijk of Wil lemstad uit te spreken. Prof. Lohman nu is er naar onze meening stellig niet in geslaagd nieuwe gezichtspunten te openen. Opnieuw werd door hem de stelling naar voren gebracht, dat, wan neer de brug gelegd wordt bij Moerdijk, het westelijk gedeelte van Noord-Bra bant eenigszins in het gedrang zou ko men. Het is ons niet duidelijk, hoe deze bewering is vol te houden, wanneer men in aanmerking neemt, dat op het rijks wegenplan voorzien wordt in een recht- streeksche verbinding van Bergen op Zoom naar Moerdijk. Maar wij kunnen dit laten voor wat het is. Waar wij ech ter tegen moeten opkomen, is, dat men •bij de beoordeeling van verkeersproble men van zoo eminente nationale en in ternationale beteekenis locale belangen maakt tot beslissende factoren. Als het uitsluitend ging om de ver binding van het havengebied van de Rijn- en Maasmonden, Delft en Den Haag met het weinig dicht bevolkte en in hoofdzaak agrarische gebied van het meest westelijk gedeelte van Noord-Bra bant en de Zeeuwsche eilanden, zou men het voorloopig beter nog eens kunnen aanzien met het bestaande pontveer bij Moerdijk. Het projecteeren van een goed we genplan is geen werk van de studeerka mer, waarbij men naar believen allerlei min of meer rechte lijnen kan traceeren, Daarom komt men er niet met abstrac ties als het beginsel van een gelijkmatige bruggenverdeeling, en zeker niet, als men allerlei verbindingen, zooals die van Zeeland met Rotterdam en die van Frankrijk en België met de groote ste den in het westen van ons land geïso leerd gaat beschouwen. Kan het verder werkelijk ernstig wor den opgenomen, als men de positie van Schouwen en Duiveland een rol wil la ten spelen bij de bepaling van de plaats van de overbrugging van het Hollandsch Diep? Het isolement van deze afgele gen eilanden zal met andere middelen opgeheven kunnen worden, zooals bij voorbeeld de onlangs tot stand gekomen vliegdienst, terwijl in dit verband vooral ook aan een verbetering van de veer diensten valt te denken. Maar het ergste, waaraan de voorstan ders van een brug bij Willemstad zich schuldig maken, is de volslagen misken ning van de economische beteekenis van een stad als Dordrecht. Bij een toetsing van de argumenten, die voor Willemstad worden aange voerd, blijken deze telkens weder te licht te worden bevonden. Maar zelfs als er aan deze argumenten meer waarde viel toe te kennen, zou daar nog tegen over blijven staan het ernstige bezwaar, dat een overbrugging bij Willemstad, in tegenstelling met een overbrugging bij Moerdijk, beteekent een overbrugging van den scheepvaartweg van den Rijn naar Antwerpen, waartegen, naar ook in schipperskringen als vaststaand wordt beschouwd, de scheepvaartbelangen zoo wel van ons land als van België zich verzetten. Hebben wij dus met instemming ge zien, dat Uwe Excellentie op goede gron den vasthoudt aan Moerdijk, wij betreu ren het levendig, dat Zij ons het uitzicht schijnt te ontnemen, dat de zoo hoog noodige overbrugging van 't Hollandsch Diep met spoed zal worden ter hand ge nomen. Wij betreuren dit, omdat langer uit stel 'van de overbrugging van het Hol landsch Diep niet te rechtvaardigen is, ook niet met een beroep op den min der gunstigen toestand van 's lands fi nanciën. Immers het wegenfonds, waar uit de kosten van deze overbrugging bestreden zullen moeten worden, leidt met zijn eigen bronnen van inkomsten een zelfstandig bestaan en de middelen van dit fonds laten een overbrugging van het Hollandsch Diep stellig toe. Al leen zal, indien daartoe besloten wordt, de besteding van deze middelen eenige wijziging moeten ondergaan. De bouw van de bruggen over de groote rivieren wordt bekostigd uit den kapitaaldienst en de gelden voor dezen dienst worden verkregen uit voorschotten van het Rijk, Het bedrag van deze voorschotten is voor het loopende jaar geraamd op 9.800.000. Daarvan wordt 4.794.000 voor den bouw van bruggen besteed. Wanneer men nu het Hollandsch Diep gaat overbruggen, zal het* voor den bouw van bruggen uitgetrokken bedrag, aangenomen, dat de .overige uitgaven uit dezen hoofde voorloopig op het te genwoordige peil gehandhaafd fnoeten blijven, gedurende een aantal jaren met eenige millioennen vermeerderd moe ten worden. Indien het op den kapitaal- dienst uitgetrokken bedrag voor verbe tering en aanleg van op het rijkswegen plan voorkomende wegen, waarvan de kosten niet uit den gewonen dienst kun nen worden gedekt, niet verminderd kan worden, beteekent dit dus, dat de uit- keering aan het Rijk wegens rente en aflossing van verstrakte voorschotten, die ten laste van de gewonen dienst ko men, zal toenemen, zoodat uit dezen dienst minder kan worden bekostigd dan te voren. Practisch komt het ter hand nemen van de overbrugging van het Hollandsch Diep, indien men deze niet geheel afzonderlijk wil financee- ren, dus hierop neer, dat de uitvoering van andere gewone werken daardoor eenigermate zal worden vertraagd en dit lijkt ons met het oog op het groote nationale belang van deze overbrugging alleszins gewettigd. Bovendien mag niet uit het oog wor den verloren, dat het hier geldt een werk, dat ook uit een oogpunt van werkverschaffing van de grootste ba- teekenis is. Bij de aanbesteding van wer ken van dezen aard blijken de bedra gen, waarvoor wordt ingeschreven door degenen, die voor gunning ernstig in aanmerking komen, steeds ver beneden de raming te blijven. Deze tak van onze nationale industrie doet dus alles om bij de aanbesteding van het leveren en maar werk te krijgen. Onlangs liepen bij de aanbesteding van het leveren en stellen van vier ijzeren bruggen over de Twentekanalen de inschrijvingen uiteen van 91.300 tot*/ 49.800. Laat men dan een werk als de overbrugging van het Hollandsch Diep, dat op zichzelf al in zoo belangrijke mate tot de bevorde ring van onze nationale welvaart zal bijdragen, ter hand nemen, vooral, nu de daaraan verbonden kosten lager zullen zijn dan ooit en tegelijkertijd door de uitvoering daarvan een belangrijke tak van industrie gesteund en de werkloos heid bestreden zal worden! Onze kamers vinden in deze overwe gingen dan ook de vrijheid Uwe Excel lentie met grooten nadruk te verzoeken het daarheen te willen leiden, dat op korten termijn met de overbrugging van het Hollandsch Diep bij Moerdijk wordt begonnen, In het voorloopig verslag van de Eer ste Kamer over een naturalisatie-ont werp wordt een opmerking gemaakt naar aanleiding van het verzoek om naturali satie, gedaan door jonkheer J. J. L. Hes- selt van Dinter. Het had nu de aandacht getrokken, dat de burgemeester van Voorburg in zijn aan den officier van justitie te 's- Gravenhage gerichten brief gewag maak te van een door den verzoeker overge legd request „om de gevraagde naturali satie zonder het praedicaat van jonk heer te doen geschieden." Dit request, alsmede een afschrift van het doopbe wijs van den aanvrager, waarvan in het zelfde schrijven melding wordt gemaakt, ontbreken intusschen bij de ter inzage verstrekte stukken. De vraag werd gesteld, of de verzoe ker al dan niet gerechtigd is tot het voe ren van bedoeld praedicaat. Zoo neen, dan zoude zijn desbetreffend verzoek iedere beteekenis missen; zoo ja, dan achtte men zoowel de inwilliging er van als de persoons-aanduiding, in het wets ontwerp gebezigd in strijd met het K. B. van 26 Jan. 1822, waarbij wordt be paald, dat de adellijke titels of qualifi- catiën in alle officieele stukken moeten zijn vermeld. Gaarne zou men te dezer zake nadere inlichtingen ontvangen. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot stichting van een Waterbouwkundig Laboratorium te Delft waarvoor onder art. 142 van Hoofdstuk IX der Rijksbegrooting 1931 een bedrag van 400.000 is toegestaan. De Vlaamsche Scheepvaartbond zal op 24 Juli a.s. met een 500-tal leden een studiereis maken naar de Rijn-Schelde- verbinding op Nederlandsch gebied. m f i m t Naar wij vernemen zond onze stad genoot, de heer H. den Engelsman, een Vredeshymne in Hollandschen en En- gelschen tekst „aan den Prins van Wales en ontving daarvoor een dankbetuiging. KRUININGEN. Bij het zeer zwaar on weer Woensdagavond sloeg de bliksem in een grooten klamp met vlas en hooi op de boerderij van den heer A. v. H. Onder stortregen rukte de vrijwillige brandweer uit en tastte het vuur met twee stralen op de waterleiding aan. Door den gunstigen wind bleek geen ge vaar voor de twee groote schuren. Heel den nacht duurde het blusschings- werk, 15000 kg vlas en 15000 kg hooi gingen verloren, die verzekerd waren. SCHORE. Bij het baden in de Schelde geraakte het dochtertje van den heer P. uit Kapelle onder water. De vader be gaf zich gekleed te water en wist door direct ingrijpen erger te voorkomen. SCHORE. Bij het onweder van Woens dagavond werd een huis aan den Schoor- schezandweg getroffen terwijl van een woning in den Steenweg een radioanten ne werd vernietigd. SCHORE Donderdagvoormiddag ver gaderde de gemeenteraad. Ingekomen is de rekening 1931 van het Burgerlijk Arm bestuur met een ontvang ad 4827, een uitgaaf ad 4823 en de begroo ting 1933 van genoemd bestuur met een eindcijfer van 4631. De rekening 1931 van den keurings dienst van vee en vleesch met een ont vang van 6142. een uitgaaf van 6000 en een batig slot van 142 is ingeko men. De begrooting 1933 van den dienst met een eindcijfer van 6166.50 wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Hierop komt in behandeling een ver zoek van enkele Schoorsche werklieden om een bijdrage uit de gemeentekas als aanvulling van het ingeschreven bedrag voor uit te voeren delfwerk. Uit de ge geven toelichting is gebleken, dat het werk ongeveer 12 weken zal duren en dat er 16 personen bij te werk gesteld kunnen worden. Bij de innschrijving is echter slechts rekening gehouden met het plaatsen van drie damwanden ter wijl volgens den opzichter van den pol der zes damwanden noodig zullen zijn. Bove'ndien zal premie moeten worden betaald ingevolge de Ongevallenwet. De meerdere kosten van een en ander zijn begroot op 450; verzocht wordt om 400. Bij de discussie bleek men 400 aan den hoogen kant te vinden. Met algemeene stemmen werd besloten een bedrag ad 300 beschikbaar te stel len en, indien hiermede geen genoegen kan worden genomen, dat de gemeente alsdan zal zorgen voor de kosten van de damwanden en de Ongevallenpremie tot een maximum van 400, een en ander behoudens goedkeuring van de betref fende wijziging van de gem. begrooting door Ged. Staten. WAARDE. Woensdagavond woedde er boven onze gemeente een hevig on weder gepaard met erge plasregens. De bliksem is ingeslagen in den korenmo len van Ph. M,, zonder brand te veroor zaken. Wel is er materieele schade aange richt, deze wordt echter gedekt door ver zekering. SLUIS. Wederom is een stukje oud- Holland gedoemd te verdwijnen, om plaats te maken voor den modernen mo tor. Wij vernemen n.l, uit goede bron, "1. - Ja, je weet om wie ik hier kom, zei hij met ijskoude stem. Tore Braaten keek hem strak aan. Neen, dat weet ik juist niet, gaf hij ten antwoord. Ola Eriksen stampte op d engrond, zoodat de nieuwe vloer kraakte. Leugenaar.' schreeuwde hij. De bijl op zijn schouder gleed neer. Tore Braaten keek hem aan. Zijn blauwe oogen werden al doknerder en donkerder. Ga zitten, antwoordde hij. Ola Eriksen omklemde de bijl vaster in zijn rechterhand. Waar is Berit? vroeg hij, Tore Braaten stond op en nam het geweer van den muur, Niet hier, antwoordde hij, en er kwam een ijzige koude in zijn jonge stem. Ola Eriksen keek naar zijn knecht, 't Was alsof beiden een huivering kregen. Waar is ze? vroeg Ola Eriksen bits. In het huis ginds, gaf Tore Braa ten ten antwoord. Hij stond met het ge weer in de hand naast den hoogen zetel, Ola Eriksen stampte op den vloer. Haal ze hier! riep hij. Neen, antwoordde Tore Braaten. Ik heb geen tijd. Beiden, haar en het paard! riep Ola woedend. Vraag er haar om, antwoordde To re luid. Ik heb het paard van haar ge leend en er ook voor betaald! Hij stond daar nog als tevoren. Ola Eriksen zette verbaasde oogen op, maar begon zich weer driftig te ma ken. Waar is ze dan? schreeuwde hij. In het huis ginds, heb ik je gezegd! schreeuwde Tore Braaten nu terug. En nu onmiddellijk de deur uit, beiden! voegde hij er toornig aan toe. Dit is mijn hoeve, nu weet jelui het! De blauwe oogen vlamden. Hoeve! schreeuwde Ola Glomgaar- den lioonend, terwijl hij zich zelf half omkeerde. Ja, hoeve, antwoordde Tore Braa ten en richtte zich op. Er uit! schreeuwde hij. Komen jelui tweeën hier met bijlen aan! Hij omvatte de geweerkolf. Toen keerde Ola Eriksen zich om en ging heen. Rechtstreeks stapte hij op het oude huis af. De jongen volgde. Maar Tore Braaten bleef in de deur staan met het geweer in de hand. In het Braatenhuis hadden ze alles gezien en gehoord. Berit stond voor het raam, onrustig, en wilde er heen. Maar de oude Jacob Braaten hield haar terug. Neen, Iaat hen de zaak maar af handelen, zei hij. i Ze hebben bijlen! antwoordde zij. Ze was bleek. Tore, heeft een geweer! Ze durven hem Ach kom, zei Jacob Braaten. Hij, toch niet aan! Nu kwam het tweetal aanstappen. Ola voorop en de knecht achteraan. Daar komen ze zei Jacob Braaten en ging zitten. Zijn vrouw Kari ging ook zitten, maar Berit bleef staan. Ga naar boven, naar den zolder! zei Jacob Braaten. Wanneer je bang bent, voegde hij er aan toe. Toen steeg het bloed Berit naar het gelaat. Bang.... voor vader! O, neen! zei ze. Daarna ging ook zij zitten, met de handen in haar schoot. Nu waren ze bij de deur. Maar men hoorde hen de bijlen neerleggen. Ola Eriksen kwam het eerst binnen. Achter hem, langzaam aan, de knecht. Ola bleef staan en bemerkte Berit. Goeden dag, zei hij bits. Beiden stonden nog bij de deur. Jacob Braaten schraapte zijn keel. Zoo, goeden dag, antwoordde hij. Komen jelui om hout te hakken? Hij keek schuin naar Ola Eriksen. Deze werd rood, O, je weet heel goed waarvoor wij komen, zei hij. Jacob Braaten glimlachte. Dat kan wel zijn, antwoordde hij. Gaat zitten, zei Kari. Ze schoof bankjes aan. Geen van beiden antwoordde, Het is met Berit, dat ik spreken wil, zei Ola Eriksen norsch. Ja, dat zal wel wezen, antwoordde Jacob Braaten. En daarna met jou! Ola Glomgaar- den keek Jacob Braaten scherp aan. Deze glimlachte. Het beste is, dat je eerst met mij spreekt, antwoordde hij. Ola Eriksen werd vuurrood. I Dat kan ik ook doen, zéi hij. Hij keek nijdig, eerst naar Jacob Braa ten en dan naar Kari, diens vrouw, Wat heb je voor den duivel met mijn dochter te maken? begon hij drif tig. Jacob Braaten zat heel rustig. Niets geen greintje antwoordde hij. Ola Eriksen trad nader. Waarom heb je haar dan hier? vroeg hij. Zijn oogen fonkelden. Waar wilde je dan, dat ze zou blij ven? vroeg Jacob Braaten rustig. Wan neer men haar thuis niet met rust laat! kwam van lieverlede meer drang in zijn woorden. Ola Glomgaarden stoof op. N.V. H. ENGLEBERT's AUTOMOBIEL» ANDR OEN HAAO. THERESIASTRAAT 145, TELEFOON 7720U AMSTERDAM. WETERINGSCHANS 130, TELEFOON 34MI MIDDELDURO. KORTE DELFT A83. TELEFOON 6U (Ingez. Med.) dat, behoudens onvoorziene omstandig heden, de oude molen „De Brak" in den loop van dit jaar nog zal worden afge broken. Ieder, die Sluis bezocht heeft, zal den prachtigen molen opgevallen zijn, die zich direct achter de oude stads wallen bij den Zuidelijken ingang van het stadje bevindt. De molen, die gebouwd is in 1739, en het eigendom is van den heer Iz. Sanders, trekt jaarlijks de be langstelling van de vreemdelingen, en men mag het dan ook beschouwen als een der attracties voor de buitenlan ders die vanuit de Belgische kust deze gemeente bezoeken. Van de gelegenheid om den molen, die een der mooiste van ons land is, van binnen te bezien tegen een klein entrée, maken er veel gebruik. De redenen, die tot den afbraak leiden, zijn: ten eerste de omstandigheid, dat het bedrijf zwaar gehandicapt wordt door de* hooge boomen, die rondom den molen staan ,en verder de hooge kosten, die noodig zijn om den molen in goeden bedrijfsstaat te houden. Zou hier geen mogelijkheid bestaan voor de vereeni- ging tot behoud onzer molens, om te trachten te redden wat te redden is? Ciska Kremer, f Woensdag is te Scheveningen een lijk aangespoeld van een nog jonge vrouw, dat later herkend werd als te zijn van de nog zeer jeugdige, zeer bekende ac trice, Ciska Kremer, die een paar jaar geleden in de tooneelbewerking van Merijntje Gijzen, op slag naam heeft ge maakt, zoodat er eigenlijk geen sprake meer was van een ontluikend of veel belovend, doch een natuurlijk, geboren talent, dat intuïtief het juiste gebaar, de goede expressie, de harmonieerende ac centen vond. Een jong leven, dat heel jong al emoties te verwerken en uit te beelden kreeg, die der ouderen zijn. Helaas te jong. Ongestaald door geest- en zielskracht, ongehard door rijpere levenservaring, is desillusie, wanhoop tenslotte, het nood lot. Wie van Ciska Kremer's spel hiel den, wie van dat talent in rijpere jaren alles verwachtten, bewaart een herin nering van zuiver, diep-doorvoeld kun stenaarschap. Schneevoigt, Naar het Vad. verneemt, is prof. Georg Schneevoigt door den gemeente raad van Helsingfors met algemeene stemmen benoemd tot Generalmusikdi- rektor der stad Helsingfors. De Haagsche kantonrechter deed heden uitspraak in de zaak tegen B. S. directeur der Haagsche ongevallen Verzekering Maatschappij te Den Haag, die 14 dagen geleden terzake van het Raak jou dat? riep hij. Ja, dat doet het, antwoordde Ja kob Braaten onverstoorbaar. Ik wil niet mee aanzien dat je dochter in de rivier springt! Er kwam een vastberaden uit drukking in de oogen van den rustigen ouden man. Ola Eriksen szweeg een oogenblik. Zijn oogen gleden langs Berit heen, die voor zich neer zat te kijken, Dat blijft mijn zaak, zei hij daarna, maar zijn stem klonk wel iets zachter. Nu sprak Kari. Jij wilt altijd geweld gebruiken, zei ze. Haar grijze oogen zochten de zijne. Dat wilde je ook met mij! Zij stond nu vlak voor hem. Zooiets helpt bij ons niet, dat wil ik je maar zeggen, vervolgde ze. Hou je bek, riep Ola Eriksen. Ze lachte spottend. Vrouwvolk bang maken! dat is wel flink van een man! riep ze. Laat je dochter doen wat ze zelf wil zij is ook een mensch! Hou je bek, herhaalde Ola Eriksen. Toen stond Jakob Braaten op. Hij ging naar hen toe. Zwijg nu, Kari, zei hij. Ga naar buiten, jij hij keerde zich naar den knecht. Deze keek naar Ola Eriksen en ging langzaam naar buiten. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5