TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 12 JULI 1932. No. 162.
BINNENLAND.
KUNST EN WETENSCHAP.
RECHTZAKEN.
GEMENGD NIEUWS.
DE BRUID VAK HET GL0MDAL
DE STADHUISKWESTIE TE LEIDEN.
De gemeenteraad van Leiden heeft
gister de tijdens de behandeling geamen
deerde voorstellen van B. en W. aange
nomen om de architecten C. J. Blaauw
te Haarlem, A, J. Kropholler te Was
senaar en ir. H. F. Mertens te Zeist en
de Leidsche architecten B. J. Huurman
en Ir. Jan v. d. Laan, uit te noodigen
plannen te ontwerpen voor een nieuw
raadhuis met behoud van den ouden ge
vel op het terrein aan de Breestraat, de
te verbreeden Koornbrugsteeg en de
Vischmarkt met dien verstande, dat in de
plannen worden opgenomen een toren
en de bouwkosten niet meer dan
1.250.000 zullen bedragen, de kosten
van restauratie van ouden gevel niet in
begrepen.
Voorts om een commissie van deskun
digen te benoemen; B. en W, te mach
tigen de noodige maatregelen te treffen
om den ouden gevel te beschermen, en
een onteigeningsprocedure voor de voor
den stadhuisbouw noodige perceelen,
aan te gaan,
DE BRAND OP DE „DEMPO."
Volgens een Aneta-bericht is de brand
aan boord van de „Dempo" ontstaan in
het passagiersgebied: niet voor de reis.
De aanblik van de geloste en op de
Kade uitgestalde passagiersgoederen le
verde een tafereel op van geblakerde
kisten en koffers, waaruit door het wa
ter beschadigde geschenken te voor
schijn bulkten, waaromheen verschil
lende passagiers, die de onbeschadigdé
restanten poogden uit te zoeken. Tot de
meest beschadigde arikelen behooren
o.a, piano'6, boeken en lampen, Eenige
praktisch verpulverde kisten, waarin
vermoedelijk de oorzaak van den brand
dient te worden gezocht, zijn onder be
waking der politie gesteld.
Een typisch bewijs van de onvoor
zichtigheid van passagiers leverde de
ontdekking op van een voor een deel
met petroleum gevulde lamp in een
koffer.
De tabakslading is door middel van
een lichter weggevoerd.
Gistermorgen vroeg was 80 pCt. van
den inhoud uit luik IV gelost. De res-
teerende 20 pCt. bestaande uit kapok
en boengkil is moeilijk te verwerken,
daar deze lading door de hitte is uitge
zet en met koevoeten moest worden
losgewrongen. Er zijn twee vuurhaar
den ontdekt, een in de bagage en een
kleinere in de kapoklading, welke laat
ste vermoedelijk is ontstaan door een
vonk uit de voornaamste vuurhaard.
Slechts enkele kisten zijn geheel ver
nield.
Luik IV was in den loop van Maan
dagmorgen geheel leeggemaakt. De
avery-grosse-verklaring wordt nader
verwacht.
De datum van vertrek hedenmor
gen van de „Dempo" blijft ongewij
zigd.
Lien Dyers.
De bekende filmactrice Lien Dyers
zal hedenavond in den loop van het
avondprogramma, na de persberichten
van Vaz Dias voor de Avro-microfoon
optreden. Max Tak zal haar inleiden,
Arrond.-Rechtbank te Middelburg.
Zitting van Maandag 11 Juli.
Onttrekking aan beslag.
J. F. E,, 28 j., landbouwer te Stoppel
dijk, werd verdacht dat hij tusschen 13
November 1931 en 20 April 1932 te
Stoppeldijk opzettelijk een tweetal big
gen, althans een big, waarop krachtens
de wet ingevolge verlof van den Presi
dent der Rechtbank op 13 November
1931 beslag was gelegd door deurwaar
der Huineman, aan dat beslag heeft ont
trokken, door die biggen te slachten,
zoodat die dieren op 20 April 1932 niet
meer aanwezig waren waar zij moesten
worden bewaard.
Eisch 1 maand gevangenisstraf.
Meineed.
E. A., echtgenoote van E, E. R., 44
jaar, zonder beroep te Sas van Gent,
werd ten laste gelegd dat zij op 9 Fe
bruari 1932 als getuige in de strafzaak
tegen M. S. Kalle, op het kantonge
recht te Terneuzen, mondeling opzette
lijk valschelijk onder eede heeft ver
klaard dat zij niet aan den wachtmees
ter Buijsse heeft verklaard dat Kalle
dronken was, dat zij evenmin niet heeft
verklaard dat zij heeft getracht Kalle
te bewegen om niet naar Driekwart om
zijn vrouw te gaan, daar zij merkte dat
Kalle nog al veel dronken was, dat zij
evenmin aan den wachtmeester heeft
verklaard Kalle te hebben voorgesteld
om koffie te drinken en te wachten tot
hij nuchter was en evenmin dat Kalle
dronken is weggegaan, zijnde deze ver
klaring onder eede opzettelijk valsch,
daar zij wist dat zij dat wel had ver
klaard.
De verdachte, door den President on
dervraagd, zeide erg zenuwachtig te zijn
geweest op het kantongerecht en niet
meer precies te weten wat zij tegen den
wachtmeester had gezegd.
De Officier van Justitie is van mee
ning dat de meineed vaststaat. Kalle
zegt zelf dat hij dronken is geweest. De
Officier vindt een flinke straf hier op
zijn plaats en eischte. 6 maanden gevan
genisstraf.
De verdediger van verdachte, de heer
mr. A, J. van der Weel, meende dat hier
een misverstand moet plaats gehad heb
ben, en verzoekt voor geval de recht
bank verdachte mocht veroordeelen,
haar een voorwaardelijke straf op te leg
gen.
Valsche aangifte.
Men zal zich nog wel herinneren, dat
onlangs op last van de Justitie, te Ter-
neuzen een opgraving geschiedde van
een vrouw, die naar men vermoedde,
onder verdachte omstandigheden zou
zijn overleden, n.l. door vergiftiging. Op
last van de Justitie werd toen zekere
P. K., huisvr. M. te Terneuzen, als ver
dacht van moord, aangehouden. Bij een
ingesteld onderzoek kwam al spoedig
aan het licht dat de vrouw niet door
vergiftiging was gestorven, en werd de
vrouw P. K. onmiddellijk in vrijheid ge
steld.
Genoemde juffrouw had te Middelburg
een zuster wonen, die achteraf bleek bij
den commissaris van politie aldaar aan
gifte te hebben gedaan als zoude haar
zuster, woonachtig te Terneuzen, de
overleden vrouw, door vergiftiging om
het leven hebben gebracht, terwijl zij
wist dat het in die aangifte voorkomen
de strafbare feit, dat volgens verdachte
zou zijn gepleegd, niet was gepleegd.
Door het afleggen van voornoemde
verklaring werd mej. P. K. in haar eer
en goeden naam aangerand, waarom
laatstgenoemde een klacht indiende te
gen haar zuster, C. K., 58 jaar, van be
roep kamerverhuurster te Middelburg,
wegens het doen van een valsche aan
gifte.
De commissaris van politie te Middel
burg, thans als getuige gehoord, ver
klaarde destijds de klacht van verdach
te te hebben opgenomen en deze bij her
haling te hebben gevraagd: is dat juist,
waarop verd. bevestigend antwoordde
Verder werden een viertal getuigen
gehoord, n.l. eenige familieleden, die
verklaring aflegden aangaande familie
aangelegenheden.
Verdachte, door den President onder
vraagd, zeide aangifte te hebben gedaan
omrede zij al meerdere malen had ge
twijfeld in andere gevallen, n.l. het on
der verdachte omstandigheden overlij
den van een tweetal andere familiele
den.
De Officier van Justitie, aan 't woord
komende, zegt dat men opschrikt als
men verneemt dat iemand verdacht
wordt van drie moorden. De Officier
heeft er zich weken en weken mede be
zig gehouden. Er was een zeer gegronde
verbittering tegen haar zuster. Spr. was
van meening dat het beter ware deze
zaak te laten rusten, doch verdachte's
zuster wilde de zaak doorzetten.
Spr. vraagt zich af: is hier sprake van
opzet, het was een slag in de lucht, de
eer en goede naam van de getuige kwam
hierdoor in 't gedrang.
De Officier van Justitie eisch 1 maand
gevangenisstraf.
De verdedigster van verdachte, mr. A,
M. J. van Deinse, meende, gezien de
omstandigheden, dat hier geen sprake
kon zijn van opzet en vroeg vrijspraak,
Dwang.
D. P. V., 19 j., landbouwersknecht te
Zonnemaire, werd ten laste gelegd dat
hij op 22 Mei 1932 te Zierikzee opzet
telijk H, A, Gilden en Johanna van de
Panne heeft bedreigd met misdrijf tegen
het leven gericht als zij samen wandel
den, en Johanne van de Panne heeft ge
dwongen met hem, verdachte, mede te
gaan.
Eisch 20 of 10 d. h.
Diefstal.
P. J., 18 jaar, bakkersknecht te We-
meldinge, werd verdacht dat hij 16 Mei
1932 te zamen en in vereeniging met 'n
ander te Wemeldinge heeft weggenomen
een pot scheerzeep, een kaart haarklem-
men, een literflesch Lotion, een scheer
kwast, een flesch brillantine, extract-
Carbe Champoo, toebehoorende aan H,
J. Gardon.
Eisch: een maand gevangenisstraf.
De fraude bij de militaire administratie.
In verband met de fraude bij de mi
litaire administratie te Breda heeft de
Krijgsraad te 's-Hertogenbosch den ser
geantkok L. A. v. d, V., tegen wien we
gens het aannemen van steekpenningen
14 dagen gevangenisstraf was geëischt,
vrijgesproken. Luit. K. werd veroordeeld
tot 25 gulden boete en J. D. tot 2 maan
den gevangenisstraf.
BIJ 'T MOTORRIJDEN LEEREN.
De 24-jarige mevrouw P. v, d. B,P. is
Maandagavond op den Kralingschen weg
te Rotterdam, terwijl zij aan het
motorrijden was, van haar motorrijwiel
geslingerd, doordat zij te veel gas gaf.
Met een schedelbreuk werd zij naar 't
ziekenhuis gebracht, alwaar zij in ern-
stigen toestand is opgenomen.
WONDERLIJKE CAPRIOLEN VAN'
EEN AUTO, Zondagnacht zoo om en
de bij half twee, heeft een personen
auto op den Schiedamschen weg te Rot
terdam wonderlijke capriolen ten bes
te gegeven. De bewuste auto reed om
streeks bovengemeld uur in de richting
Marconi plein. Aanvankelijk was er aan
het vehikel niets bijzonders te bespeu
ren, toen het plots met een flink vaartje
eerst een vluchtheuvel op reed, waar
hij een lantaarnpaal ten onderste bo
ven wierp. Daarop ging het recht toe
recht aan het trottoir op, waar de auto
kennis maakte met een étalage-ruit, die
natuurlijk bezweek. Door den schok'
veranderde de auto van koers, met het
gevolg dat nu de ruit van een sigaren
winkel aan de beurt kwam en in gru
zelementen viel.
Na eerst nog een boompje te heb
ben ontworteld ging de auto met een
vreeselijken zwaai van den rechterkant
van den weg naar den linkerkant, om
ten slotte nog een boompje omver te
werpen. Eerst toen scheen men uitge
raasd te zijn, want de auto bleef ineens
staan.
Politie en enkele nachtelijke wande
laars wierpen zich op den auto, waaruit
de inzittenden plotseling waren ver
dwenen op één na. De 21-jarige J, v. d.
G. lag bewusteloos achter in den wa
gen
HAAR GEWASSCHEN MET BENZINE.
Maandagavond is het haar van mevr.
E. K. uit de v. Landsbergenstraat te 's-
Gravenhage bij het wasschen met benzi
ne in brand geraakt. Huisgenooten slaag
den erin het brandende haar te dooven.
Mevr. K. liep niettemin ernstige brand
wonden op.
EEN ONDANKBARE POES. Zon
dagmiddag werden voorbijgangers op
den Amstelveenschen weg te Nieu
wer Amstel getroffen door een
klaag'lijk gèmiauw, dat uit de boomen
kwam. Het bleek, dat een poes, welke
door een hond was opgejaagd, reeds
zes dagen in een der boomen zat, zon
der dat iemand een poging had gedaan
het arme beest te redden. Een wielrijder,
door medelijden bewogen, wist een
ladder te bekomen en hiermede den tak
te bereiken, waarop het beest gezeten
was. Toen hij het dier wilde grijpen,
sloeg dit echter in zijn doodsangst zijn
nagels uit en trof den redder in het
rechteroog, dat zoo ernstig gewond werd
dat voor het behoud ervan wordt ge
vreesd, De poes zelf was door een en
ander naar beneden gevallen en weg-
geloopen.
VERKEERD GEDOKEN. Een in
woner van Haarlem, die bij 't zwem
men te IJmuiden ook eens zijn duik-
kunst wilde laten zien, deed dit even
wel te dicht onder de Zuidpier aldaar,
zoodat hij met zijn hoofd op de steenen
terecht kwam. De reddingsbrigade op 't
strand heeft den man bewusteloos uit
het water gehaald, waarna hij in zor-
gelijken toestand naar een ziekenhuis
werd overgebracht. Vermoedelijk is zijn
halswervel gebroken.
ZIJN VROUW MET DOLKMES GE
STOKEN. Op de van W'ijckskade te
Utrecht heeft een man Maandag
avond zijn vrouw, van wie hij gescheiden
leefde, met een dolkmes zoodanig ver
wond, dat zij op de plaats zelf bewuste
loos ineenzakte. De dader is gearres
teerd.
Hoewel de toestand van de vrouw
zich ernstig laat aanzien, bestaat er
geen direct levensgevaar.
Ongelukken,
Zaterdagavond is een vierjarig
kind uit het raam van de vierde ver
dieping van een perceel aan de Brou
wersgracht te Amsterdam geval
len. De val van den kleuter werd door
een droogrek gebroken. Zwaar gewond
is het kind naar een der gasthuizen ver
voerd.
Verdronken.
Het twee-jarig zoontje van den ar
beider P. G. te Nederweert ge
raakte bij het spelen in de Noorder
vaart, waaruit het korten tijd daarna
levenloos werd opgehaald.
(B.B.43-C
(Ingez. Med.)
14.
Overigens kan hij doen wat hij wil,
voegde hij er aan toe, terwijl de boot
over het zand schuurde, Hij heeft het
aan zich zelf te wijten door de brui
loft met Gjermund,
Toen glimlachte Berit.
Maar de oude ginds op het strand
stond radeloos te schreeuwen.
Hij had geen boot en durfde op het
paard niet over te zwemmen. Noch op
waarts, noch stroomafwaarts, was er
op mijlen afstand een 'boot te vinden.
Nu bereikte de groote Bruine den wal
een eind naar beneden en kwam langs
het strand naar hen toestappen.
Tore Braaten trok de boot over den
oever op, legde de ketting vast en sloot
alles af. Daarna nam hij het paard bij
den teugel,
Kom nu, Berit! zei hij.
En beiden gingen langs het boschpad
noordwaarts naar Braaten, zonder een
enkele maal om te kijken.
Berit Glomgaarden was sedert het
vorige jaar niet meer op Braaten ge
weest. De enkele jkeeren, dat zij en
Tore elkander hadden ontmoet, had zij
hem tevoren altijd een boodschap ge
zonden. Er was een kleine herdersjon
gen op de Glomgaard, die dan gaarne
■even overboomde noordwaarts.
Tore ging daarna met hem terug naar
het veer, waar Berit en hij elkaar dan
ontmoetten.
Een zonderlinge gewaarwording be
kroop Berit, een mengsel van angst, ver
driet en onbestemde verwachting, ter
wijl ze daar hand aan hand met Tore
langs het smalle boschpad noordwaarts
ging. Bij de nieuwe ontginning stonden
ze stil. Het werd haar opeens zoo warm
om het hart. Voor op den akker stond
een klein nieuw huis geheel op zich
zelf. Uit den schoorsteen steeg rook op.
De ruiten glinsterden.
Dat is onze hoeve, zei Tore en
lachte.
Ze keek tot hem op,
Dat zal ze worden, zei ze.
Warm en vast drukte hij haar hand.
Wil je het nu? vroeg hij.
Toen keek ze hem helder en diep in
de oogen.
Ja, ik wil het antwoordde zij.
En beiden schreden verder.
In de deur van het oude huis stonden
Jakob Braaten en Kari, zijn vrouw.
Toen het tweetal nader kwam, glim
lachte Jakob Braaten.
Daar komt de bruid, zei hij.
Maar Kari Braaten sloeg de handen
in elkaar.
O, almachtig wonder Gods, hoe kan
zooiets gebeuren? riep ze.
De beide jongelieden kwamen glim
lachend de stoep op.
Ja, van heden af zul je ons harte
lijk welkom zijn, zei Kari en reikte Be
rit de hand,
Jakob Braaten deed eveneens.
Daarna traden zij binnen, waar men
vol verwondering en verbazing alles be
sprak, wat heden gebeurd was, en zich
afvroeg welke keer de zaken zouden
nemen.
Toen het tegen den avond liep, keer
de Kari Braaten zich om op haar bank
en keek Tore aan,
Ga nu naar het huis ginds, Tore,
zei ze kalm. Berit zal boven in de dak
kamer slapen.
Er verscheen een ietwat wrang lach
je op het gezicht van haar zoon.
Er is ruimte voor velen in het huis
ginds, zei hij. Zijn blik gleed langs Be
rit, die opgestaan was,
Kari Braaten schoof haar spinnewiel
terzijde en stond op.
Ja, wanneer die tijd daar is, zei ze
zacht, maar beslist.
Ik moet toch voor jou een moeder
zijn, vervolgde ze met vriendelijke stem.
Sloeg haar arm zacht om Berit's schou
der, liep naar de zoldertrap en ging met
Berit naar boven.
Maar Tore, haar zoon, bleef nog 'n
poos met zijn handen op de knie zit
ten, totdat zijn vader eindelijk de jas
uittrok en over den kleerhanger wierp.
Toen ging hij ten laatste.
Ola Glomgaarden schuimde van woe
de, terwijl hij daar stond op het strand.
De schaamte en al de dorpspraatjes
brandden hem op de borst. Het heele
dorp zou er den gek mee steken! Het
zou dagen lang duren eer hij uit het
Elvedal een boot daarheen kon krijgen
om over te varen en nu juist stonden
de bruidegom en de dominéé en het
heele dorp bij de kerk te wachten. Er
bleef hem slechts één ding te doen over.
Langzaam klom hij weer op den ouden
Grauwe en reed de berghelling op. Te-
genstaden voorbij, zonder binnen te
gaan en verder naar 'het dorp toe.
Toen Ola Glomgaarden geheel alleen
over den bergweg naar de kerk kwam
aan rijden, was het daar zwart van al
de menschen. De dominee had meer dan
twee uur staan wachten. De bruigom
en de gansche familie stonden in druk,
onrustig gesprek, op het kerkplein.
Ola Glomgaarden reed rechtstreeks
op hen toe en stapte af. Hij keek don
ker en zweeg
Karen, de tante, kwam dadelijk op
hem af.
Wat is er gebeurd? vroeg ze zacht
jes. Waar is Berit gebleven?
Ola Glomgaarden hield zich met de
teugels bezig.
Ze is ziek geworden, gaf hij ten
antwoord.
Karen sloeg de handen in elkaar.
In 's hemels naam! riep ze uit. Ze
keek haar broer vragend aan.
Wat is dat nu voor een zet? Nog
steeds keek ze hem aan.
Ik weet het niet! antwoordde hij.
Ze moest terug.
Nu bond hij de teugels vast.
Karen vouwde de handen.
i Wie heeft ooit zoo iets gezien?
riep ze uit. Even stond ze na te denken.
Er rees een vermoeden bij haar op.
Ik had het bijna kunnen verwach
ten! fluisterde zij.
Ola Glomgaarden antwoordde niet.
Beiden stonden een poos zwijgend daar.
Toen kwam de oude Hangsett langzaam
op hen aan stappen. Hij groette,
Jelui bent lang weggebleven, zei
hij.
Ola Glomgaarden sloeg de oogen
naar den grond.
Ja, antwoordde hij,
Waar blijft Beri toch? De oude
Hangsett vroeg het op zachten toon.
Toen keek Ola Glomgaarden op,
Het is doortrapt, dat, zei hij, En
liet er onmiddellijk op volgen: ze is on
gesteld geworden.
Diep stilzwijgen.
De oude Hnagsett staat Ola Glom
gaarden aan te staren.
Wat zeg je? komt er eindelijk,
Ja, het was doortrapt, die streek,
herhaalt Ola Glomgaarden, maar....
Hij zwijgt,
(Wordt vervolgd)