KOOPT 'N STAN DAAROM ERK
ywfflJE BLAD VAfl OK KKU V IN tl ALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGS CHE COURANT VAN ZATERDAG 9 JULI 1932.
VERSCH
BRIEVEN UIT BERLIJN.
HOTEL DE PAUW ARNHEM
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
DE BRUID VAN HET GL0MDAL
TTo.161).
■iS
De zomer in Berlijn. Zo-
mersche Zondagen. Het
„Slot Marquart". Water
sport.
(Van onzen correspondent),
Berlijn, 2 Juli.
Onder meer normale onhandighe
den zouden we van een zomer genie
ten, die zij het ook wat laat zich
in volle schoonheid en verbluffende
overdaad bij ons gemeld heeft.
Zeer serieuse critici hebben ook over
Berlijn en omgeving het noodige te mop
peren. Het is geen eigenlijk onge
repte natuur, zeggen ze, die deze om
streken te bieden hebben. Het is alles
gemaakt, en niet gegroeid als rondom
vele andere groote Duitsche steden.
Ik ben, in alle bescheidenheid, van mee
ning, dat de Berlijners desondanks te
vreden kunnen zijn. Het is waar, dat
voor automobilisten de schoonheden,
der onmiddellijke omgeving wat.... te
kort-bij zijn. Ja, lieve hemel, moet dan
Moeder Natuur ook al gereed staan
voor grootstedelingen, die met sterke
motoren in één uur tijds honderd en
meer kilometers buiten de stad komen?
Het is juist een zoo groot voordeel van
deze stad, die dan toch maar een van
de vier uitgebreidste en dichtstbevolkte
op aarde is, dat de gelegenheid om zich
in heerlijke bosschen, op tallooze me
ren en in andere heerlijke dreven te
ontspannen, voor de bevolking zoo ui
terst gemakkelijk en zonder veel tijd
verlies te bereien is.
In Berlijn leven nu eenmaal ruim 4
millioen menschen. Op zomersche Zon
dagen zijn vaak.... anderhalf millioen
Berlijners in de omgeving te vinden.
Zooiets is voor Nederlandsche begrip
pen waarschijnlijk verbijsterend. En toch
gaat het. De trams hebben twee en
drie bijwagens. Honderdduizend parti
culiere auto's loopen in deze groote
stad. Tallooze omnibussen zijn in het
verkeer gebracht, zeker duizenden wa
gens meer dan op weekdagen. Zelfs
vrachtauto's en bestelauto's en motor
fietsen moeten voor het vervoer der ste
delingen zorgen. Een keurig net van
voorstadtreinen vervoert alleen op Zon
dagen vaak een millioen grootstedelin
gen. Het aantal fietsen is hier ook
enorm toegenomen. En ten slotte moe
ten de schoenfabrieken toch ook wat
verdienen!
Nu kan ik me voorstellen, dat u daar
ginds denkt: een stadsomgeving op een
derhalf tot twee millioen menschen
moet opnemen, is natuurlijk door over-
warmen Zondag in Juni of Juli, die an-
volle, door stof, lawaai boterhampapie
ren, harmonica-gekerm en kinderge
joel absoluut ongenietbaar. En dan moet
ik daarop antwoorden, het hangt er maar
van af, of u van veel drukte houdt
en waar u heen gaat. In de eerste plaats
is te bedenken, dat de Berlijner in alle
heid kan vinden en dat hij natuurlijk bij
richtingen afleiding en natuurschoon-
voorkeur de richting zoekt, die het
minst ver van zijn woonwijk verwijderd
ligt. Groote meren liggen in het Wes
ten en in het Oosten, maar ook in zui
delijke richting. En het noorden is rijk
aan bosschen, die ook in andere wind
streken de hoofdattractie vormen. De
Berlijner heeft het dus maar voor het
kiezen. Zijn keuze echter gaat in de
meeste gevallen uit naar de watersport.
Per zeil- of motorboot, per kano of
roeiboot kan men hier in alle richtin
gen wegkomen en de schoonheid van de
„Mark Brandenburg" is wellicht niet
grootsch en overweldigend, de „bergen"'
zijn meestal niet hooger dan 60100 m.
het geheel, heuvels meren bos
schen villa's uitspanningen
historische herinneringen is echter zoo
verlokkend, vriendelijk en opwekkend,
dat men er eerlijk gezegd nooit genoeg
van krijgt.
Dezer dagen heb ik nu ook het „Slot
Marquardt" leeren kennen, dat even bui
ten Potsdam ligt en waar men van Pots
dam of van Berlijn uit per boot, per
auto of per omnibus gemakkelijk in een
tot twee uren heen komen kan. Het
kasteel met zijn heerlijke park behoort
aan een van Berlijn's bekendste industri-
eelen, Geheimrat Ravené, die het dit
jaar voor 't eerst aan de ook in Neder
land zoo gunstig bekende firma Kem-
pinski verpacht heeft. Kempinski heeft
eigenlijk altijd geluk, met alles, wat zij
aanpakt. Deze firma van wereldreputa
tie, die eens met een wijnhandel klein
begon om in de „keizerlijke jaren" zijn
restaurant in de Berlijnsche Leipziger
Strasse tot een verkeersmiddelpunt
vooral voor alle vreemdelingen van bin
nen en buiten de grenzen te maken,
greep na den oorlog elke gelegenheid
aan om zijn gebied te vergrooten. Zij
is tegenwoordig pachter van het beken
de gebouw „Vaterland" op den Potz-
dammer Platz, van een uiterst druk be
zocht restaurant op den Kurfürsten-
damm, van de prachtige „Klub der Deut-
schen Presse" in de Tiergartenstasse en
nu ook van Slot Marquardt bij Postdam.
Ik kan den lezer die in de zomermaan
den naar Berlijn komt, slechts den raad
geven, bij gunstig weer dit Slot-restau-
rant te bezoeken waar men vooral op
weekdagen een zeer rustig publiek vindt,
dat aan het park en het verrukkelijke
uitzicht op den Schlenitz-See geniet en
op het kleine strand zonnebaden neemt
in uiterst mondaine omgeving.
Maar wie het Berlijnsche „volk" in
badbedrijf wil zien moet naar Wann-
see gaan en een kaartje voor het „Frei-
bad" nemen, dat wellicht op dit gebied
het grootste en meest verrassende in
Europa is. Goed, het is er een beetje
vol. Op warme Zondagen liggen 100.000
menschen op het strand en in de gol
ven van de Wannsee. Maar is het op
zulke dagen in Scheveningen en in Zand-
voort misschien verlaten? En, eerlijk ge
zegd, de volte van „Freibad Wannsee"
is van een heel wat aangenamer karak
ter. Onze „dagjesmenschen" zijn altijd
nog conservatief en bieden den wande
laar het storend beeld van zweetende
menschen, die in warme costumes en col
bertjes, liefst nog in het zwart, om er
toch vooral Zondags-„deftig" uit te zien,
in het heete zand gehurkt zitten, maar
niet bereid zijn, bij groote hitte verder
te gaan dan het uittrekken van jas, vest
en sokken. Zeker in de meening, dat ze
er nu uiterst verlokkend en sportief uit
zien
Het Berlijnsche volk van heden is an
ders opgevoed. De jeugd is hierbij voor
gegaan. Ook de arbeidersdorpen in hun
„Freibad" vlotte badpakjes van zeer be
hoorlijken snit, de meisjes zelfs hoogst
aanlokkelijke modieuse kleedjes die
haast niets kosten en ook haast niet be
dekken. Maar ze mogen er zijn die Ber
lijnsche meisjes, en ze dwingen vader en
moeder, het warme goedje in de kleed
kamers achter te laten, mee in de gol
ven te spartelen en zich bruin te laten
brandden. Voor den Nederlandschen
kleinstedeling wellicht een nog wat on
gegeneerd gedoe, voor ons wereldstads-
menschen een herademing. Men ziet, on
danks alle leed en werkeloosheid, rond
om Berlijn op Zon- en feestdagen veel
gezonde, goed gebouwde en door sport
lenig gebleven menschen, die niet bang
zijn, hun huid te toonen en het licht er
op te laten werken. En wie mocht vree
zen, dat dit alles een „onzedelijken" in
druk maakt en verderfelijke gevolgen"
heeft kan ik slechts raden zelf naar het
„Freibad Wannsee" te komen en indruk
ken op te doen.
Ja, voor den Berlijner beteekent de
zomer: watersport}- in eiken denkbaren
vorm. Talloos is het aantal roei- en zeil-
vereenigingen, bonden voor kanosport,
voor zwemmers en peddelaars. Door de
kleinste notendopjes, kajaks en paddel
booten, die een bijzondere kunstvaardig
heid vereischen en die soms zóó ge
bouwd zijn dat de roeier die er met rub-
berrand waterdicht in vastgesnoerd zit,
om zijn eigen boot-lengteas kan draaien
en zonder gevaar kopje onder kan ma
ken, tot motorjachten van 35 en meer
meters lengte is op de „See-en" van
Brandenburg elk vrij plekje water op
zonnige Zondagen bezet. Van het vroo-
lijk gedoe op de wateren kan zelfs de
Noord-Hollander, de Zeeuw of de Fries
die op zijn zeilen en roeien verzot is,
zich geen voorstelling maken. Zeker
een half millioen menschen drijft op de
golven der omringende meren. Honder
den kilometers oever zijn bezet met ten
ten, waarin dapper gekookt en gebraden
wordt. Alle gramofoonplaten der aarde
worden afgedraaid, alle vlaggencombi-
naties worden trotsch getoond. Men
moet een gedrukten en gekleurden gids
bezitten om de clubs naar haar vlaggen
te kunnen onderscheiden.
Dat is de Berlijnsche zomer. En wie
dien niet actief of passief meemaakt, wie
niet tenminste een kaartje neemt voor
een der tallooze pleizierbooten, die-
meest tot op voor- en achterdek volge
Geheel gemoderniseerd, is heden, Zaterdag 9 Juli, HEROPEND.
Evenals voor 100 jaar thans wederom het eerste hotel ter plaatse.
Logies met uitstekend ontbijt f 3.Pension f 5.50 p. d. en p. p.
Week-end f 10 per persoon. Telefoon 24334,
(Ingez. Med.)
propt zitten, kent Berlijn en den Berlij
ner niet.
Een bevolking, die zoo verzot op „de
natuur" is kan ook in de ellendigste tijds
omstandigheden een stootje verdragen.
Dat is dan ook een der redenen, waarom
het hier ondanks alle botsingen en
straatgevechten, verkiezingsherrie en
partijtegenstellingen eigenlijk nog nooit
tot een catastrophale ontwikkeling geko
men is.
Roland.
Bij Apoth. en Drogisten.
(Ingez. Med.)
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN.
In de Vrijdagmiddag gehouden ver
gadering van den gemeenteraad van
Vlissingen waren 16 leden aanwezig. Af
wezig waren de heeren Laernoes, Wes-
seling en Rorije allen wegens uitstedig-
heid.
Onder de mededeeling was er van
Ged. Staten, dat zij hunne beslissing om
trent de gemeentebegrooting voor 1932
hebben verdaagd en een dankbetuiging
van de K.L.M. voor de deelname in het
garantiefonds voor de luchtverbinding
Rotterdam-Haamsjede-Vlissingen.
Onder de over te leggen stukken was
een circulaire aan de Raadsleden tot wij
ziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1931, welke thans werd bekrach
tigd.
Verder een adres van het hoofdbe
stuur van den Ned. Kappersbond betref
fende de winkelsluiting en een van den
heer Frans Timmerman inzake 't open
houden van zijn kiosk op Zondag. Deze
adressen werden gevoegd bij het nader
te behandelen voorstel inzake de win
kelsluiting.
Vervolgens een adres van de Vlissing-
sche vischhandelaren om te verbieden
het venten met paling gedurende de ker-
misweek.
De VOORZITTER zeide, dat onmid
dellijk in Goes is geïnformeerd hoe daar
de verordening luidt. Toen is gebleken,
dat het alleen geldt gewone venters,
maar niet menschen, die elders een zaak
hebben, dat zou ook te gek worden. De
politie zal wel toezicht houden, dat de
verkoop niet plaats heeft vlak in de om
geving van de kermisterreinen.
De raad nam voor kennisgeving aan
de verslagen over 1931 van den Gem.
Reinigingsdienst; van het Woningbedrijf;
van de Vereeniging tot verbetering der
Volkshuisvesting; van het Vlissingsch
Studiefonds; van de Woningbouwvereen.
„Gemeenschappelijk B'elang"; ban het
Vlissingsch Drankweercomité en van
den Zeeuwschen Provincialen Brand-
weerbond en het proces-verbaal van de
opneming van de boeken en kas van den
gemeente-ontvanger. Verder was inge
komen een verzoek van ir. J. C. Heine
om eervol ontslag als leeraar aan de
Avondschool voor N. O. Dit ontslag ver
leende de raad met ingang van den da
tum, waarop de heer Heine te Heerlen
wordt benoemd.
Aan het gisteren reeds vermelde
voorstel van het raadslid ir. H. C. Wes-
seling inzake bezuiniging op uitgaven
en pensioenaftrek of loonsverlaging,
verleenden de heeren Paap en Wolte
ring steun, de laatste onder mededee
ling, dat men zich door steunverleening
toch niet bindt.
Burg. en Weth. zullen in de Augus-
tus-vergadering prae-advies uitbrengen.
De raad verleende aan den gemeente
secretaris op zijn verzoek verlof van
16 Juli tot en met 8 Augustus.
Tot leden van de Commissie van be
heer van het Vlissingsch Studiefonds
herbenoemde de raad de heeren A. M.
de Bont en ir. H. C. Wesseling en be
noemde tot lid der Schattingscommissie
voor de Inkomstenbelasting den heer W.
Anker Sr.
Het voorstel om het aantal leerkrach
ten aan school A terug te brengen van
4 tot 3 en tot het verplaatsen van een
onderwijzer van schooi A naar school
C werd z. h. st. aangenomen.
Winkelsluiting.
Thans waren aan de orde het voor
stel en de adressen inzake de wijziging
der verordening op de winkelsluiting.
De heer VAN HAL wees er op, dat
de minister alleen wijzigingen goedkeurt
als een groote groep der betrokken win
keliers daarmede accoord gaat en dit
betreft i.e. zeker de sluiting op één mid
dag van de kapperszaken. De raad heeft
dit echter de vorige maal niet erkend,
en spr. hoopt, dat de raad nu op dit
punt terug komt op zijn besluit. An
ders is er nog kans, dat de kappers zich
zelf tot den minister wenden en deze
dan toch nog dwang in die richting uit
kip
>4»
BLUE
(Ingez. Med.)
12)' n-
Daarna zei Tore:
Liefste, wat moeten wij nu doen!
Radeloos stondl hij voor zich uit te sta-
ren.
O, nu geeft 't niet, antwoordde zij.
Nu hij dat gedaan heeft! Zij staarde uit
met koude oogen. Hij drukte haar tegen
zich aan.
Liefste, zei hij.
Zij stond bewegenloos.
Wanneer jij maar wilt, zei ze.
Toen sloeg hij de armen om haar heen.
De hpeve is weldra gereed, fluis
terde hij. Wie nu maar een huis had.
O, antwoordde zij, daar zal wel
raad voor zijn.
Wanneer jij maar wilt, kwam er
weer.
Hij lachte.
Je weet, ik wil, fluisterde hij.
Ik ook! antwoordde ze.
Wanneer dan? Hij omarmde haar.
Ze legde haar hoofd tegen het zijne,
bvanneer jij wilt! fluisterde ze.
Dat kan wel spoedig zijn! Hij was
zeer ontroerd.
Dat is zoo dadelijk! fluisterde zij.
Later kunnen ze doen wat ze willen!
voegde zij er aan toe. Haar wangen
gloeiden.
Hij sloeg zijn arm om haar schouder.
Zoo liepen ze naar het woud. Daar spra
ken ze langen tijd met elkander en be
raamden allerlei plannen.
Flet liep tegen den herfst.
Bed'it was dien zomfer boven op de
bergweide geweest, maar op de Glom-
gaard was alles v.oor de bruiloft in or
de gebracht.
Toen Berit thuis kvyam en dit alles
zag, zei ze niets, schreide ook niet. Er
lag alleen iets verdachts over haar, wat
niemand begreep en iets behagelijks,
bijna vroolijks, wat evenmin voor ie
mand verklaarbaar was. Ze hielp aan
alles, wat voor de bruiloft in gereedheid
gebracht moest worden. Bekeek alle
nieuwe kleeren, paste ze en lei ze in
de bruidskist, die ze mee zou krijgen.
Met haar vader sprak ze nooit, ook
niet veel met haar tante. Zij en Gjer-
mund Hangsett zagen elkaar niet, zoo
als de zeden en gebruiken in het dorp
dit wilden.
Haar tante verwonderde zich over
deze verandering, maar meende, dat
zij er zich in geschikt had, of wel, dat
haar heftige tegenstand op 'dien eer
sten dag niet zoo ernstig gemeend was.
Haar vavder geloofde dit ook. Hij
liep rond' als iemand, wiens macht en
wil overwonnen hadden, zooals het ook
behoort en dient te zijn.
De bruilofsdag brak aan. Op de Glom
gaard waren ze tijdig opgestaan.
(Al het volk der hoeve, en ook zij
van de pachthoeven in het woud rond
om, waren toegestroomd om de bruid
te zien. Onder hen bevond zich <ook
Tore Braaten, die zich 's morgens over
had geboomd, maar zijn vader met de
boot had terug gezonden, welke nu,
zooals gewoonlijk, in de Braatenvik lag.
Tore stond nu bij het hek rondl te
kijken. De lui van de Glomgaard liepen
af en aan, deden klaver in de bakken
verzorgden de paarden, legden ze de
zadels op en maakten alles voor den
tocht in orde.
Eindelijk kwam Ola Glomgaarden zelf
met de bruid.
Karen, de tante, was vooruit gereisd
om de onthaling bij de kerk te regelen.
De bruid zette zich in het vrouwen
zadel. Ola Glomgaarden nam beide
paarden bij dien teugel en daarna trok
ken ze weg.
Het volk bleef nog lang bij het hek
staan om hen na te kijken, terwijl ze
langs den hofweg voortgingen.
Maar op hetzelfde oogenblik, dat
hij de bruid zag verschijnen, was Tore
Braaten verdwenen.
Van het Glomgaard.spad af loopt da
weg noordwaarts, tot hij bij het veer
de rivier bereikt. Vandaar gaat het te
gen de berghelling op het gebergte in.
Boven op de berghelling bij de Teg-
ningbeek ligt een huisje, waar de lui
van de Glomgaard gewoon waren ge
rusten, eer ze verder trokken over den
bergkam.
De vrouw op Tegnstaden had de kof
fie klaar en de Glomgaades stegen dan
altijd van hun paarden, die aan de hei
ning vastgebonden werden en stapten
naar binnen.
Heden, op den bruiloftsdag, sprak het
vanzelf, dat de bruid op iets bijzonders
onthaald moest worden en Ola Glom
gaarden hield dan ook een trommel
met gebak in de linkerhand, terwijl hij
met de dfechter de paarden leidde.
Ze spraken geen woord, die twee, op
hun weg naar de kerk.
Berit zat stil en rustig op den ouden
Grauwe. De groote Bruine liep met
leeg zadel terzijde.
Aan het veer gekomen bij de Glom,
waar ze langs het bergpad omhoog
moesten, hield Ola Eriksen stil om te
paard testijgen. Hij reikte Berit de trom
mel over, terwijl hij het paard naar een
steen leidUe. Daar steeg hij op, keerde
terug naar Berit, nam de trommel en
reed vooruit den weg op.
Berit had aldoor die zonderling har
de uitdrukking in haar oogen, die er in
den laatsten tijd nooit uitgeweken was.
Maar ze zei niets, nam alleen den teu
gel en liet dfezen los over de manen van
het paard hangen, gewoon als ze was
aan den regelmatigen gang van het
paard.
De vader keek nu en dan om en hield
den grooten Bruine in, zoodat de oude
Grauwe kon volgen. Zoo reden ze in
gelijkmatigen stap de helling op.
Ze konden wel ongeveer een stevig
uur hebben gereden, toen ze dichtbij
het ruischen der "Tegninga hoorden. De
paarden keken om en spitsten de ooren.
Ze waren er aan gewoon dat ze dan
spoedig mochten rusten.
Maar Berit had onrustig uitgekeken
over de rivier, daar waar het woud
hoog en dicht stond. Daarna had ze
stil voor zich heen geglimiacht. Ze had
iets bemerkt daar beneden.
En de twee paarden trokken verder
over de Tegnstadbrug naar Tegnstaden,
Prroe!
Ola Eriksen hield voor de huisdfeur
zijn paard in en stapte langzaam af. Hij
begon stijf te worden, de oude baas.
Daarna kwam Berit ook aanrijden, maar
bleef in het zadel zitten.
Ola Eriksen bond beide paarden met
de teugels aan de heining vast, nam de
trommel, die hij had neergezet, op, en
ging naar de deur.
Kom nu, zei hij"tot Berit.
Berit bleef ziten.
Zijn ze dan thuis? vroeg ze.
Haar vader antwoordde niet, maar
opende de deur en trad binnen. Op den
dorpel trof hij Goro Tegnstaden.
(Wordt vervolgd)