TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 28 JUNI 1932.
No. 150.
BINNENLAND.
winkelsluitingswet-netmazen.
FEUILLETON.
ZEELAND.
DE BRUID VAN HET GLOMDAL
O veler plaag, die Zondagssluiting! O
veler bron van doorglip-ingenieusheid!
Rotterdam. Een sigarenhandelaar aan
de Gedempte Botersloot. Zondags ge
sloten, natuurlijk, maar Zondag voor zijn
deur de door de wet toegestane auto
maat. Zoo was hij binnen, dacht de win
kelier. Eilaas: inderdaad binnen, maar
als de gepersonifieerde automaat. Als
de man, die achter de deur zat, en door
gleuven sigaren en sigaretten toeschoof.
Mocht natuurlijk heelemaal niet. Op de
kantongerecht-rol, 25 boete.
U denkt daarmee 's mans vondsten
rijkdom uitgeput? Mis.
Zondag zoo vertelt de N.R.C.,
prijkte er achter zijn raam: „Heden, Zon
dag, geopend".
't Stond er revolutionair-krachtig.
Tartend justitie, politie en welke instan
ce's over de naleving 's rijks wetten
waakt.
Groote verbazing aan alle zijden. Wat
bleek? De deur was open, de winkel ge
sloten, en in dien winkel groote automa
ten. Alzoo: een open-gesloten sigaren
zaak.
Mag zoo iets?
De politie spendeerde eenige uren aan
de aantrekkelijke lectuur der wet op de
winkelsluiting. Er stond niets in, dat be
letten van den verkoop rechtvaardigde.
Hoe zit 't?
De nieuwe gemeentelijke sluitingsver
ordening, die nog niet is goedgekeurd,
voorziet ook niet in deze kwestie. Het
is in verband met art. 3 ook zeer de
vraag, of zij dat zou mogen doen. Want
art. 9 maakt afwijking alleen mogelijk
in geval van „bijzondere omstandighe
den". Tenslotte gebeurt hetzelfde in de
café's, waar ook geen sigaretten ver
kocht mogen worden, en waar nu er
gens in gang, hal of zaal een automaat
wordt neergezet. Vroeger gaf de por
tier of de kellner er het gevraagde doosje
aan den bezoeker, en nu moet de auto
maat dit doen. Dit is het eenige verschil.
Indien alle sigarenwinkeliers er toe
overgingen, hun deuren open te laten
en dan in hun zaak een paar automa
ten zouden neerzetten, wordt het ech
ter onmogelijk voor de politie om na te
gaan, of nu wel uitsluitend de automa
ten verkoopen en of niet eens een enke
le maal de klant, die een merk begeert,
dat de automaat niet bevat, dit krijgt
„overhandigd".
Een collega aan den Schiedamschen
weg werd eerst evenzoo slachtoffer
door pogingen a la Ged. Botersloot, dus
wegens 'n achterdeursche automaat ook
veroordeeld. Ook hij overdacht toen 'n
andere wijze. Want „wettige" automa
ten zijn duur. En hij vond een apparaat.
Aldus: Een groote vierkante bak met
aan de eene zijde een groot aantal
klepjes, waarboven het omhulsel van
een sigarettendoosje is bevestigd. Het
apparaat bevat in totaal 50 van derge
lijke vakjes, er is dus keus genoeg.
Werpt men nu een kwartje in de
gleuf, dan valt er een palletje over en
het klepje slaat open, waardoor het
verlangde merk voor het wegnemen is.
Heeft de klant het merk weggenomen,
dan legt de eigenaar een nieuw doosje
aan de achterzijde van de automaat,
welke geheel open is, op dezelfde plaats
weer neer. Dus hetzelfde systeem als
het vroegere deurbord, met dit verschil
dat het doosje er al ligt, voordat men 'n
kwartje in de gleuf werpt en de waar
automatisch wordt verkregen. Den ver
koop met dit apparaat heeft de politie
nog toegestaan. Zij heeft er blijkbaar
geen overtreding in gezien van art. 7
der wet, dat zegt: „Het is verboden
gedurende den tijd dat een winkel voor
het publiek gesloten moet zijn, in, vóór,
in de onmiddellijke nabijheid van, of
van dien winkel of het daarbij behoo-
rende winkelhuis uit iemand te bedie
nen."
De aanschaffingskosten voor dit in
strument, dat men desnoods van 100
vakjes kan voorzien, is gering.
En ook dit apparaat is i n den win
kel!
2.)
Berit Glomgaarden werd vijftien jaar.
Ze zag zelden andere menschen dan die
der hoeve. Een enkele maal ging ze 's
winters wel eens mee naar de kerk.
Verder zat ze meestal thuis.
Ze werd groot en blond, mooier dan
de spruiten uit het geslacht Glomgaard
in den regel geweest waren, ranker van
gestalte en zachter van stem.
De menschen zeiden, dat ze dit van
haar moeder had en van de lieden bij
het Trya-naes.
Wanneer er iemand op bezoek kwam,
of wanneer zij zichzelf onder vreemden
bevond, was ze bescheiden en stil,
zacht en schuchter in al haar doen,
zoodat men zich afvroeg of zij wel de
geschiktheid zou bezitten om eenmaal
huisvrouw te worden op de een of an
dere groote hoeve, maar alleen haar
tante Karen wist, dat achter haar schuch
terheid vaders weerspannige aard ver
borgen lag.
Toen ze zestien jaar was, moest ze
naar het dorp om bij den dominee voor
haar belijdenis te gaan leeren. Rijdend
op een vrouwzadel en door haar va
der vergezeld, kwam ze het gebergte,
WALCHEREN.
GEMEENTERAAD VAN
KOUDEKERKE.
KOUDEKERKE. Gister vergaderde
de raad. Voorzitter de burgemeester, de
heer A. Bakker.
Notulen.
De notulen 'werden z.h.st. goedge
keurd, na verzoeken om eenige wijzi
gingen.
Ingekomen stukken.
De winkelsluitingsverordening is Kon.
goedgekeurd.
De rekening over 1930 is door Ged.
Staten definitief vastgesteld zonder
eenige aanmerking.
Hulpverleening brand.
B. en W. stellen voor een hulpover
eenkomst te sluiten met Middelburg.
De heer DE RIJKE vindt de bedra
gen voor het geval er wel geen dienst
gedaan wordt, nogal hoog. Is Vlissingen
niet goedkooper?
De VOORZITTER vindt de prijzen
niet hoog, gezien de moeite die er voor
gedaan wordt. De hulpverleening wordt
niet in alle gevallen gevraagd. Om met
Vlissingen alleen een overeenkomst aan
te gaan, is spr. niet voor. Het Zandt is
met Middelburg direct geholpen niet
met Vlissingen. Bovendien zullen de be
dragen wel 'hetzelfde zijn, daarin zal de
brandweerbond hebben geadviseerd.
De heer SANDERSE is van dezelfde
meening. Evenzoo de heer MOENS.
Het voorstel wordt z.h.st. goedge
keurd.
Salarisverlaging.
Een voorstel-Moens betreffende de
salarisverlaging der ambtenaren (ge
meentewerkman en veldwachter 3
pCt; salarissen beneden 2000 11%
pCt,; daarboven 16% pCt.).
B. en W. stellen voor naar prae-ad-
vies terugzenden aan B. en W.
De heer MOENS wijst op de moei
lijkheden bij de begrooting door de
hooge salarissen. Spr. geeft ,de voor
keur aan behandeling zonder prae-ad-
vies. 't Duurt een poosje voor we weer
raad hebben; en dan moet het nog naar
Ged. Staten. Dan is het voor de begroo
ting niet klaar.
De VOORZITTER zegt dat de voor
stellen behandeld zullen worden, zoo,
dat de zaak vóór de begrooting gereed
is.
De heer SANDERSE meent dat er
toch over 't principe kan worden gespro
ken. Wanneer blijkt, dat er in den raad
een meerderheid voor salarisverlaging
is, kunnen B. en W. prae-adviseeren.
Spr. zou een onderzoek willen hoe het
gesteld is in andere provincies.
De VOORZITTER meent, dat ook
voor het principebesluit een onderzoek
noodig is.
De heer SANDERSE zegt dat de
meeste fracties en leden zich toch wel
een meening zullen gevormd hebben
over het principe. Ook bij B. en W. zal
toch wel daarover een overtuiging zijn.
Spr. handhaaft zijn opvatting eerst over
het principe te beraadslagen.
De VOORZITTER acht praeadvies
noodzakelijk, zoowel t. a. v. de verlaging
als de mate der verlaging.
De heer DE KROO vraagt of het voor
stel MOENS gesteund wordt.
De VOORZITTER: Is er iemand, die
't steunen wil?
De heer LORIER: Over de kwestie is
over en bleef gedurende de weken,
waarin het onderwijs plaats had, bij een
familielid inwonen.
Er waren er velen van haar leeftijd,
zoowel jongens als meisjes. Maar zij be
moeide zich met weinigen, bijna met
niemand.
De eenige, met wie men haar nu en
dan zag praten, wanneer het toevallig
voorkwam, was een arme jongen uit
het Glomdal, die op een kleine pacht
hoeve woonde, een halve mijl ten noor
den van de Glomgaard in de woudeen
zaamheid aan den Westelijken oever
der Glom. Hij heette Tore en de hoeve
waarop hij woonde, werd Braaten ge
noemd. Ze lag vlak aan de Glom en on
der den Grötbratt. Het geslacht, waar
uit deze Tore stamde, kwam uit het
Noorden. Van heel ver, uit Tolgen,
meenden sommigen.
Deze Tore had blauwe oogen en een
knap gezicht. Hij was lang en mager en
sprak weinig. Nooit was hij netjes ge
kleed, Eenige meenden, dat hij daarom
zoo stilzwijgend was. Hij liet er zich
nooit mee in, wanneer de andere jon
gens vochten. Maar sommigen die hem
kenden, wisten, dat hij, zoo lenig was
als een wilg en dadelijk bereid tot
vechten, wanneer het er op aankwam.
Ze hadden hen eens op een avond zoo
hoog zien springen als tot zijn eigen
schouder en zij, die in de kerkbank
al verscheidene jaren gesproken. Ook
bij de behandeling der begrooting 1932.
Er is met die zaak nog niets geschied.
Spr. vindt 't zeer billijk dat deze voor
stellen in behandeling komen, doch is
voor praeadvies. Het voorstel-Sanderse
(behandeling zonder praeadvies) wordt
verworpen. Alleen de heer Sanderse
voor.
Rioleering weg Koudekerke
Vlissingen.
Een verzoek van den heer Caljouw be
treffende de rioleering van den weg
KoudekerkeVlissingen.
Naar B. en W. om praeadvies.
Straatverlichting O. VI. weg.
Voorgesteld wordt tot het aanbrengen
van drie lichtpunten, in overeenkomst
met Middelburg, de kosten voor Koude
kerke bedragen dan 217.50.
De heer LORIER juicht 't toe dat de
ze zaak haar beslag heeft gekregen. Spr
vraagt of in die 217 ook graafwerk in
zit. Kunnen ook onze werkloozen te
werk worden gesteld?
De VOORZITTER zegt toe, daar
moeite voor te zullen doen.
Het voorstel wordt z. h. st. goedge
keurd.
V ergunningsr echt.
Daar de geschatte waarde voor alle
drie de vergunningen beneden de 150
is, blijft het vergunningsrecht 40.
De drankwetverordeningen worden z.
h.st. goedgekeurd.
Ambtenarenreglement,
Aan de orde is het ambtenarenregle
ment.
De heer MOENS wil alle vrouwelijke
ambtenaren uitsluiten, als geen manne
lijke te krijgen zijn.
De heer SANDERSE vraagt naar welk
principe.
De heer MOENS acht dit bekend.
De heer LORIER zegt, dat het voor
stel overbodig is. In het betreffende ar
tikel wordt 't ondervangen.
De VOORZITTER: Alleen wat betreft
de gehuwde ambtenares. Wij zijn hoofd
voor hoofd er voor aan mannelijke amb
tenaren de voorkeur te verleenen. Het
voorstel-Moens is dus overbodig.
De heer SANDERSE zegt dat in dezen
tijd een ambtenares even waardig is dan
een ambtenaar. Ook in het landbouw
bedrijf wordt het principe overboord ge
gooid. Ook uit bezuinigingsoogpunt.
En in andere takken van bedrijf
wordt toch aan vrouwelijk personeel de
voorkeur gegeven.
De heer DE KROO zegt toch, dat pas
een vrouwelijke ambtenares tijdelijk is
aangesteld. Wij zijn dan toch pas op
dien weg.
De heer MOENS zegt toen tegen te
hebben gestemd.
Het voorstel-Moens wordt niet onder
steund.
De heer SANDERSE wil in de arti
kelen over het inwinnen van het gevoe
len der ambtenarenvereenigingen duide
lijke doen uitkomen de formatie van 'n
georganiseerd overleg.
De VOORZITTER vindt dat de moei
te niet in een gemeente met zoo weinig
ambtenaren. De kwestie is wel ter spra
ke geweest. Spr. is er principieel niet
tegen, mits het een uitsluitend advisee-
rend karakter behoudt.
De heer DE KROO acht het niet noo
dig in het reglement op te nemen, dat
de ambtenaar in het bezit moet zijn van
diploma's, die B. en W. noodig achten.
De raad benoemt toch.
De VOORZITTER: 't Staat overal in
alle reglementen zoo. Spr. acht de nood
zaak van schrapping dezer clausule niet
aanwezig. B. en W. zijn er toch om lei
ding te geven, ook voor de benoeming.
De heer DE KROO vindt dat B. en
W. zich hier ook binden.
De heer SANDERSE zegt dat de raad
toch een zeker vertrouwen neerlegt in
zijn wethouders. Ook met het oog op
eventueele protectie acht hij het voor-
stel-De Kroo ongewenscht.
De VOORZITTER geeft de voorkeur
aan de interpretatie, als voorgesteld
naast hem zaten, wisten, dat hij een
vuist had als ijzer. Het gebeurde wel
eens, dat Berit Glomgaarden met dezen
Tore Braaten een paar woorden wissel
de. De andere jongens konden dat niet
velen. Wie er zich het meest over er
gerde, dat was de zoon op Nordigaard
Hangsett, waar Berit verbleef. Hij was
aan haar verwant en vond het vanzelf
sprekend, dat zij boerin zou worden op
Hangsett, of wel, dat hij zou verhuizen
naar de Glomgaard.
Op het eind van den herfst vond de
bevestiging plaats. De vader kwam over
met botervormen en roomkaas voor den
dominee. Ditmaal kwam tante Karen
ook mee. Toen de bevestiging was afge-
loopen en de vrouwen in het zadel za
ten op.de paarden waarvan Oloka
Eriksen het eerste bij den teugel leidde
en Tore Braaten het andere, voelde men
het als een leegte en een groot gemis
dat Berit heenging.
Je moet weer eens gauw bij ons
terugkomen, zei de boerin op Hangsett.
Berit glimlachte.
Dat zal ik stellig doen, gaf ze ten
antwoord.
Daarna werd afscheid genomen.
Maar toen de paarden door het hek
naar buiten stapten, keek Berit niet om
naar de plaats waar de zoon stond. Aan
de wijze, waarop ze te paard zat, zag
men, dat ze blij was, daar te zitten en
door B. en W.
De heer DE KROO acht het onjuist,
dat een ambtenaar, die in geval van on
gesteldheid gedurende meer dan een
maand, boven zijn eigen wedde, reclu
heeft op de minimum-wedde, vastge
steld voor het waargenomen ambt. Dan
worden twee salarissen aan een amb
tenaar gegeven. Dat moet niet.
'De VOORZITTER zegt over deze
kwestie inlichtingen te hebben ingewon
nen ter griffie. Dit is de juiste redac
tie, Zoo'n waarneming moet vaak des
avonds gebeuren.
De heer LORIER zegt dat in zoo'n
geval een tijdelijke aangesteld moet.
De VOORZITTER zegt dat we ons
druk maken over gelden die we mis
schien nooit zullen uitgeven. Is het een
kwestie van zeer langen duur, dan moet
toch een nieuwe ambtenaar aangesteld.
De heer CONTANT wijst er op, dat
als het een kwestie van binnen de maand
blijft, de waarnemer niets extra's krijgt.
De heer DE RIJKE zegt dat de vorige
maal zooveel gesproken is over overla
ding van het werk van den secretaris.
Kunnen we dus wel de vervanging van
den eersten ambtenaar vergen? Er moet
dan een nieuwe worden aangesteld.
De VOORZITTER zegt dat het boven
de maand soms maar 14 dagen kan zijn.
Dan kan toch geen nieuwe worden be
noemd.
Het artikel wordt met 9 tegep 2 st.
aangenomen.
De heer DE KROO vraagt naar het
slotartikel over gevallen waarin het re
glement niet voorziet. Dan zouden B, en
W. met een mededeeling aan den raad
er af zijn. Zou dan ook een ambtenares
die huwt aan kunnen blijven op deze
wijze?
De VOORZITTER zegt dat dit dan
toch anders behandeld zou worden.
Het reglement wordt z. h. st. goed
gekeurd.
Benoembaarheid veldwachters.
Aan de orde is de verordening rege
lende de eischen van benoembaarheid
en bezoldiging van veldwachters der ge
meente.
De heer SANDERSE vraagt naar de
regeling der vacanties.
De VOORZITTER: Dat regelt de bur
gemeester, volgens de instructies. Ook
den tijdsduur.
De verordening wordt z. h. st. goed
gekeurd.
Werkverschaffing.
Blijkens een begrootingswijziging wordt
de post werkverschaffing verhoogd met
4000.
De heer LORIER vraagt of die vast
stelling niet beter in tweeën of drieën
kan. Zoo wordt onvoorzien opgesou
peerd.
De heer DE KROO is er ook niet voor,
nu ineens.
De VOORZITTER acht hiertoe geen
reden aanwezig. Er is nog geen verbe
tering in het zicht. We zullen die 4000
zeker noodig hebben.
De heer SANDERSE zegt dat B. en
W. toch ook voorzichtig in de raming
zijn.
De VOORZITTER is de werkloosheid
in de zomer tegengevallen en vreest,
dat die in de toekomst nog meer tegen
zal vallen.
De heeer CONTANT zegt dat er thans
17 werkloozen in werkverschaffing zijn,
dat wordt steeds meer.
De wijziging wordt z.h.s. goedgekeurd.
Besmettelijke ziekten.
De VOORZITTER deelt mede, dat
door den minister uitstel is verleend
voor de bouw van een barak van be
smettelijke ziekten aan de plattelands
gemeenten op Walcheren. Doch alleen
wanneer de financieele toestand der
gemeente dit absoluut vereischt.
De heer SANDERSE wijst op het nut
van een barak en vraagt of B. en W. di
ligent zullen blijven.
De VOORZITTER zegt dat toch de
afzonderingsbepaling van 'kracht blijft.
Het voorstel wordt z.h.s. goedgekeurd.
dat degenen, met wie ze vertrok, haar
het naaste waren.
Het ging opwaarts tegen de steile
helling. Ola Glomgaarden met zuster
Karen, op den grooten Bruine, reden in
een snel tempo voorop. Tore Braaten
met Berit, op den ouden Grauwe, kwa
men voorzichtiger achteraan.
Ze spraken niet. Hoefslag op steen
en zadelgeknars weerklonk door de
stilte, terwijl de paarden zich omhoog
werkten. Met ijzer beslagen schoenen
vonden zij het bekende voetspoor langs
den bekenden weg.
De geur uit Ola Eriksen's tabakspijp
prikkelde nu en dan Berit's neus, ter
wijl ze daar licht en zwijgend in het za
del zat. Tore Braaten liep, zonder om te
zien, voor haar uit.
Heel boven op de glooiing bleef de
oude Grauwe staan bij het groote rots
blok, zooals hij gewoon was te doen,
maar de groote Bruine met zijn gevolg
trok verder.
kocht paard van een stoerder soort dan
De groote Bruine was een pas ge-
de andere. Hij sloeg de beenen wijd uit
onder het loopen. Hij droeg ook lichter.
De oude Grauwe snoof en keek om.
Tore stond ter zijde met den teugel los
jes in de hand. Berit zat stil en wachtte.
Nu verdween de groote Bruine bij
den bocht.
Tore Braaten, die naast het paard
Rondvraag.
De heer VERHAGE vraagt of er
werk is voor de werkloozen.
De VOORZITTER zegt dat B. en W,
zooveel mogelijk moeite doen om puin
te krijgen. Doch op den duur houden
B. en W. hun hart vast, of er werk zal
zijn. Zij zullen echter hun best doen.
De heer DE RIJKE dringt aan, dat
adressanten aan den raad ook ant
woord krijgen.
Den heer SANDERSE is ook dikwijls
gebleken dat men in gebreke blijft ant
woord te geven op adressen en ver
zoekschriften.
De VOORZITTER zegt dat verzoe
ken die behandeld worden, ook worden
beantwoord.
De heer SANDERSE vraagt of B.
en W. iets bekend is van het bezoek
der gezondheidscommissie in de duinen.
Spr. wijst er verder op, dat de land
bouwers over de binnenwegen tevreden
zijn, doch het houtgewas eischt meer
toezicht (b.v. hoek Abeelsche weg-Lage
weg), ook met het oog op het snelver
keer. Spr. vraagt naar de plannen van
den Vlissingschen-Koudekerkschen weg
bij ter Boede?
Zijn er voorloopige plannen over den
Dishoekschen weg bij en W. in studie.
Er gaan geruchten over herziening der
loonen der werkverschaffing? Is dit
juist? Spr. vraagt vroegtijdige voorlich
ting.
De heer DE KROO vraagt hoe 't zit
met de bouwvergunning van den heer
v. d. Berge.
De heer GOOTE vraagt of 't gewoonte
is in 't geheel niet te verlichten op zo
meravonden.
De heer LORIER dankt B. en W. voor
de vlugge en goede wijze waarop zij uit
voering hebben gegeven aan de crisis-
zuivelwet. Spr. vraagt of B. en W. op de
hoogte zijn van den toestand op den O.
Vlissingschen weg. Onze bewoners zit
ten daar met overtollig vuil. Spr. ver
zoekt maatregelen.
Op de binnenwegen wordt stuksge
wijze gewerkt, en niets afgewerkt. Zoo
komen de wegen slechts gedeeltelijk in
orde. Dat is verkeerd. Spr. wil de bin
nenwegencommissie of erkend zien, of
ontbonden.
De heer MOENS dankt namens de be
woners van de Overveldlaan voor het in
orde maken daarvan.
Spr. wijst op sommige voetpaden en
wegen, die van den ligger afgevoerd zou
den kunnen worden.
De VOORZITTER zegt dat in de vol
gende raadsvergadering voorstellen ko
men n. a. v. het bezoek der gezondheids
commissie in de duinen.
Het houtgewas zal worden opgesnoeid.
Plannen van den VlissingschenKoude-
kerkschen weg komen voor dit najaar
in den raad.
De Dishoeksche weg wordt voor 1600
m2 herbestraat. Er zijn plannen voor een
nieuwen weg, die groote bochten zou
afsnijden. Van 'n provinciale subsidie is
geen sprake, naar spr. heeft vernomen,
in dezen tijd. De heele weg zou dus nu
komen voor rekening der gemeente en
van de aangelanden.
Er is inderdaad een schrijven inge
komen van het ministerie over verla
ging der loonen. Spr. heeft zich tot den
inspecteur Stevens gewend, die hem ver
wees naar den algemeenen inspecteur
in Den Haag. Deze heeft hem weer ver
wezen naar den heer Stevens. De alge
meen inspecteur kon spr. niet in audiën
tie ontvangen.
Wat de bouwvergunning van v. d.
Berge betreft, dat is nog bij Ged. Staten.
Intusschen is een schrijven uit Den Haag
ontvangen, dat de minister er nog over
oordeelen wil.
Wat de verlichting van den N. Vlis
singschen weg betreft, inderdaad is het
usance, die 's zomers niet te branden.
Bij B. en W. zal ter sprake worden ge
bracht de duistere punten bij de stad
te doen verlichten.
Wat betreft het vuil van den O. Vlis-
stond, sloeg nu zijn blauwe oogen op
en keek Berit aan. Ze glimlachte,. Haar
bekende vertrouwelijken glimlach, die
sprak van honderden dagen speelge
nootschap in bosch en gebergte, in hoe
ve en op bergweide. Een glimlach tus-
schen twee, die elkaar kenden.
We blijven achter, zei Berit.
Tore spuwde. Het was tabakssap
Ja, dat doen we zeker, antwoordde
hij. Zijn stem was zoo buigzaam en
wijddragend.
Nu gaf hij het paard een tikje.
De oude Grauwe draaide weer den
kop om en bleef staan. Hij snoof nog
eens.
Tore sloeg hem met het takje, waar
op hij onder het voortgaan liep te bij
ten. Zwijgend en rustig ging het nü ver
der, de laatste bergstijging op.
Daarboven wachtte Ola Glomgaarden
met den grooten Bruine, die aan den
wegkant graasde.
Hij kan nu weldra niet meer mee,
de oude Grauwe, zei hij. Het tweetal
kwam nu nader
Hij wilde uitblazen, zei Tore Braa
ten vroolijk.
Ola Eriksen glimlachte.
Hij is aan jou gewend, antwoordde hij.
(Wordt vervolgd.)