TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 28 JUNI 1932. No. 150. BINNENLAND. winkelsluitingswet-netmazen. FEUILLETON. ZEELAND. DE BRUID VAN HET GLOMDAL O veler plaag, die Zondagssluiting! O veler bron van doorglip-ingenieusheid! Rotterdam. Een sigarenhandelaar aan de Gedempte Botersloot. Zondags ge sloten, natuurlijk, maar Zondag voor zijn deur de door de wet toegestane auto maat. Zoo was hij binnen, dacht de win kelier. Eilaas: inderdaad binnen, maar als de gepersonifieerde automaat. Als de man, die achter de deur zat, en door gleuven sigaren en sigaretten toeschoof. Mocht natuurlijk heelemaal niet. Op de kantongerecht-rol, 25 boete. U denkt daarmee 's mans vondsten rijkdom uitgeput? Mis. Zondag zoo vertelt de N.R.C., prijkte er achter zijn raam: „Heden, Zon dag, geopend". 't Stond er revolutionair-krachtig. Tartend justitie, politie en welke instan ce's over de naleving 's rijks wetten waakt. Groote verbazing aan alle zijden. Wat bleek? De deur was open, de winkel ge sloten, en in dien winkel groote automa ten. Alzoo: een open-gesloten sigaren zaak. Mag zoo iets? De politie spendeerde eenige uren aan de aantrekkelijke lectuur der wet op de winkelsluiting. Er stond niets in, dat be letten van den verkoop rechtvaardigde. Hoe zit 't? De nieuwe gemeentelijke sluitingsver ordening, die nog niet is goedgekeurd, voorziet ook niet in deze kwestie. Het is in verband met art. 3 ook zeer de vraag, of zij dat zou mogen doen. Want art. 9 maakt afwijking alleen mogelijk in geval van „bijzondere omstandighe den". Tenslotte gebeurt hetzelfde in de café's, waar ook geen sigaretten ver kocht mogen worden, en waar nu er gens in gang, hal of zaal een automaat wordt neergezet. Vroeger gaf de por tier of de kellner er het gevraagde doosje aan den bezoeker, en nu moet de auto maat dit doen. Dit is het eenige verschil. Indien alle sigarenwinkeliers er toe overgingen, hun deuren open te laten en dan in hun zaak een paar automa ten zouden neerzetten, wordt het ech ter onmogelijk voor de politie om na te gaan, of nu wel uitsluitend de automa ten verkoopen en of niet eens een enke le maal de klant, die een merk begeert, dat de automaat niet bevat, dit krijgt „overhandigd". Een collega aan den Schiedamschen weg werd eerst evenzoo slachtoffer door pogingen a la Ged. Botersloot, dus wegens 'n achterdeursche automaat ook veroordeeld. Ook hij overdacht toen 'n andere wijze. Want „wettige" automa ten zijn duur. En hij vond een apparaat. Aldus: Een groote vierkante bak met aan de eene zijde een groot aantal klepjes, waarboven het omhulsel van een sigarettendoosje is bevestigd. Het apparaat bevat in totaal 50 van derge lijke vakjes, er is dus keus genoeg. Werpt men nu een kwartje in de gleuf, dan valt er een palletje over en het klepje slaat open, waardoor het verlangde merk voor het wegnemen is. Heeft de klant het merk weggenomen, dan legt de eigenaar een nieuw doosje aan de achterzijde van de automaat, welke geheel open is, op dezelfde plaats weer neer. Dus hetzelfde systeem als het vroegere deurbord, met dit verschil dat het doosje er al ligt, voordat men 'n kwartje in de gleuf werpt en de waar automatisch wordt verkregen. Den ver koop met dit apparaat heeft de politie nog toegestaan. Zij heeft er blijkbaar geen overtreding in gezien van art. 7 der wet, dat zegt: „Het is verboden gedurende den tijd dat een winkel voor het publiek gesloten moet zijn, in, vóór, in de onmiddellijke nabijheid van, of van dien winkel of het daarbij behoo- rende winkelhuis uit iemand te bedie nen." De aanschaffingskosten voor dit in strument, dat men desnoods van 100 vakjes kan voorzien, is gering. En ook dit apparaat is i n den win kel! 2.) Berit Glomgaarden werd vijftien jaar. Ze zag zelden andere menschen dan die der hoeve. Een enkele maal ging ze 's winters wel eens mee naar de kerk. Verder zat ze meestal thuis. Ze werd groot en blond, mooier dan de spruiten uit het geslacht Glomgaard in den regel geweest waren, ranker van gestalte en zachter van stem. De menschen zeiden, dat ze dit van haar moeder had en van de lieden bij het Trya-naes. Wanneer er iemand op bezoek kwam, of wanneer zij zichzelf onder vreemden bevond, was ze bescheiden en stil, zacht en schuchter in al haar doen, zoodat men zich afvroeg of zij wel de geschiktheid zou bezitten om eenmaal huisvrouw te worden op de een of an dere groote hoeve, maar alleen haar tante Karen wist, dat achter haar schuch terheid vaders weerspannige aard ver borgen lag. Toen ze zestien jaar was, moest ze naar het dorp om bij den dominee voor haar belijdenis te gaan leeren. Rijdend op een vrouwzadel en door haar va der vergezeld, kwam ze het gebergte, WALCHEREN. GEMEENTERAAD VAN KOUDEKERKE. KOUDEKERKE. Gister vergaderde de raad. Voorzitter de burgemeester, de heer A. Bakker. Notulen. De notulen 'werden z.h.st. goedge keurd, na verzoeken om eenige wijzi gingen. Ingekomen stukken. De winkelsluitingsverordening is Kon. goedgekeurd. De rekening over 1930 is door Ged. Staten definitief vastgesteld zonder eenige aanmerking. Hulpverleening brand. B. en W. stellen voor een hulpover eenkomst te sluiten met Middelburg. De heer DE RIJKE vindt de bedra gen voor het geval er wel geen dienst gedaan wordt, nogal hoog. Is Vlissingen niet goedkooper? De VOORZITTER vindt de prijzen niet hoog, gezien de moeite die er voor gedaan wordt. De hulpverleening wordt niet in alle gevallen gevraagd. Om met Vlissingen alleen een overeenkomst aan te gaan, is spr. niet voor. Het Zandt is met Middelburg direct geholpen niet met Vlissingen. Bovendien zullen de be dragen wel 'hetzelfde zijn, daarin zal de brandweerbond hebben geadviseerd. De heer SANDERSE is van dezelfde meening. Evenzoo de heer MOENS. Het voorstel wordt z.h.st. goedge keurd. Salarisverlaging. Een voorstel-Moens betreffende de salarisverlaging der ambtenaren (ge meentewerkman en veldwachter 3 pCt; salarissen beneden 2000 11% pCt,; daarboven 16% pCt.). B. en W. stellen voor naar prae-ad- vies terugzenden aan B. en W. De heer MOENS wijst op de moei lijkheden bij de begrooting door de hooge salarissen. Spr. geeft ,de voor keur aan behandeling zonder prae-ad- vies. 't Duurt een poosje voor we weer raad hebben; en dan moet het nog naar Ged. Staten. Dan is het voor de begroo ting niet klaar. De VOORZITTER zegt dat de voor stellen behandeld zullen worden, zoo, dat de zaak vóór de begrooting gereed is. De heer SANDERSE meent dat er toch over 't principe kan worden gespro ken. Wanneer blijkt, dat er in den raad een meerderheid voor salarisverlaging is, kunnen B. en W. prae-adviseeren. Spr. zou een onderzoek willen hoe het gesteld is in andere provincies. De VOORZITTER meent, dat ook voor het principebesluit een onderzoek noodig is. De heer SANDERSE zegt dat de meeste fracties en leden zich toch wel een meening zullen gevormd hebben over het principe. Ook bij B. en W. zal toch wel daarover een overtuiging zijn. Spr. handhaaft zijn opvatting eerst over het principe te beraadslagen. De VOORZITTER acht praeadvies noodzakelijk, zoowel t. a. v. de verlaging als de mate der verlaging. De heer DE KROO vraagt of het voor stel MOENS gesteund wordt. De VOORZITTER: Is er iemand, die 't steunen wil? De heer LORIER: Over de kwestie is over en bleef gedurende de weken, waarin het onderwijs plaats had, bij een familielid inwonen. Er waren er velen van haar leeftijd, zoowel jongens als meisjes. Maar zij be moeide zich met weinigen, bijna met niemand. De eenige, met wie men haar nu en dan zag praten, wanneer het toevallig voorkwam, was een arme jongen uit het Glomdal, die op een kleine pacht hoeve woonde, een halve mijl ten noor den van de Glomgaard in de woudeen zaamheid aan den Westelijken oever der Glom. Hij heette Tore en de hoeve waarop hij woonde, werd Braaten ge noemd. Ze lag vlak aan de Glom en on der den Grötbratt. Het geslacht, waar uit deze Tore stamde, kwam uit het Noorden. Van heel ver, uit Tolgen, meenden sommigen. Deze Tore had blauwe oogen en een knap gezicht. Hij was lang en mager en sprak weinig. Nooit was hij netjes ge kleed, Eenige meenden, dat hij daarom zoo stilzwijgend was. Hij liet er zich nooit mee in, wanneer de andere jon gens vochten. Maar sommigen die hem kenden, wisten, dat hij, zoo lenig was als een wilg en dadelijk bereid tot vechten, wanneer het er op aankwam. Ze hadden hen eens op een avond zoo hoog zien springen als tot zijn eigen schouder en zij, die in de kerkbank al verscheidene jaren gesproken. Ook bij de behandeling der begrooting 1932. Er is met die zaak nog niets geschied. Spr. vindt 't zeer billijk dat deze voor stellen in behandeling komen, doch is voor praeadvies. Het voorstel-Sanderse (behandeling zonder praeadvies) wordt verworpen. Alleen de heer Sanderse voor. Rioleering weg Koudekerke Vlissingen. Een verzoek van den heer Caljouw be treffende de rioleering van den weg KoudekerkeVlissingen. Naar B. en W. om praeadvies. Straatverlichting O. VI. weg. Voorgesteld wordt tot het aanbrengen van drie lichtpunten, in overeenkomst met Middelburg, de kosten voor Koude kerke bedragen dan 217.50. De heer LORIER juicht 't toe dat de ze zaak haar beslag heeft gekregen. Spr vraagt of in die 217 ook graafwerk in zit. Kunnen ook onze werkloozen te werk worden gesteld? De VOORZITTER zegt toe, daar moeite voor te zullen doen. Het voorstel wordt z. h. st. goedge keurd. V ergunningsr echt. Daar de geschatte waarde voor alle drie de vergunningen beneden de 150 is, blijft het vergunningsrecht 40. De drankwetverordeningen worden z. h.st. goedgekeurd. Ambtenarenreglement, Aan de orde is het ambtenarenregle ment. De heer MOENS wil alle vrouwelijke ambtenaren uitsluiten, als geen manne lijke te krijgen zijn. De heer SANDERSE vraagt naar welk principe. De heer MOENS acht dit bekend. De heer LORIER zegt, dat het voor stel overbodig is. In het betreffende ar tikel wordt 't ondervangen. De VOORZITTER: Alleen wat betreft de gehuwde ambtenares. Wij zijn hoofd voor hoofd er voor aan mannelijke amb tenaren de voorkeur te verleenen. Het voorstel-Moens is dus overbodig. De heer SANDERSE zegt dat in dezen tijd een ambtenares even waardig is dan een ambtenaar. Ook in het landbouw bedrijf wordt het principe overboord ge gooid. Ook uit bezuinigingsoogpunt. En in andere takken van bedrijf wordt toch aan vrouwelijk personeel de voorkeur gegeven. De heer DE KROO zegt toch, dat pas een vrouwelijke ambtenares tijdelijk is aangesteld. Wij zijn dan toch pas op dien weg. De heer MOENS zegt toen tegen te hebben gestemd. Het voorstel-Moens wordt niet onder steund. De heer SANDERSE wil in de arti kelen over het inwinnen van het gevoe len der ambtenarenvereenigingen duide lijke doen uitkomen de formatie van 'n georganiseerd overleg. De VOORZITTER vindt dat de moei te niet in een gemeente met zoo weinig ambtenaren. De kwestie is wel ter spra ke geweest. Spr. is er principieel niet tegen, mits het een uitsluitend advisee- rend karakter behoudt. De heer DE KROO acht het niet noo dig in het reglement op te nemen, dat de ambtenaar in het bezit moet zijn van diploma's, die B. en W. noodig achten. De raad benoemt toch. De VOORZITTER: 't Staat overal in alle reglementen zoo. Spr. acht de nood zaak van schrapping dezer clausule niet aanwezig. B. en W. zijn er toch om lei ding te geven, ook voor de benoeming. De heer DE KROO vindt dat B. en W. zich hier ook binden. De heer SANDERSE zegt dat de raad toch een zeker vertrouwen neerlegt in zijn wethouders. Ook met het oog op eventueele protectie acht hij het voor- stel-De Kroo ongewenscht. De VOORZITTER geeft de voorkeur aan de interpretatie, als voorgesteld naast hem zaten, wisten, dat hij een vuist had als ijzer. Het gebeurde wel eens, dat Berit Glomgaarden met dezen Tore Braaten een paar woorden wissel de. De andere jongens konden dat niet velen. Wie er zich het meest over er gerde, dat was de zoon op Nordigaard Hangsett, waar Berit verbleef. Hij was aan haar verwant en vond het vanzelf sprekend, dat zij boerin zou worden op Hangsett, of wel, dat hij zou verhuizen naar de Glomgaard. Op het eind van den herfst vond de bevestiging plaats. De vader kwam over met botervormen en roomkaas voor den dominee. Ditmaal kwam tante Karen ook mee. Toen de bevestiging was afge- loopen en de vrouwen in het zadel za ten op.de paarden waarvan Oloka Eriksen het eerste bij den teugel leidde en Tore Braaten het andere, voelde men het als een leegte en een groot gemis dat Berit heenging. Je moet weer eens gauw bij ons terugkomen, zei de boerin op Hangsett. Berit glimlachte. Dat zal ik stellig doen, gaf ze ten antwoord. Daarna werd afscheid genomen. Maar toen de paarden door het hek naar buiten stapten, keek Berit niet om naar de plaats waar de zoon stond. Aan de wijze, waarop ze te paard zat, zag men, dat ze blij was, daar te zitten en door B. en W. De heer DE KROO acht het onjuist, dat een ambtenaar, die in geval van on gesteldheid gedurende meer dan een maand, boven zijn eigen wedde, reclu heeft op de minimum-wedde, vastge steld voor het waargenomen ambt. Dan worden twee salarissen aan een amb tenaar gegeven. Dat moet niet. 'De VOORZITTER zegt over deze kwestie inlichtingen te hebben ingewon nen ter griffie. Dit is de juiste redac tie, Zoo'n waarneming moet vaak des avonds gebeuren. De heer LORIER zegt dat in zoo'n geval een tijdelijke aangesteld moet. De VOORZITTER zegt dat we ons druk maken over gelden die we mis schien nooit zullen uitgeven. Is het een kwestie van zeer langen duur, dan moet toch een nieuwe ambtenaar aangesteld. De heer CONTANT wijst er op, dat als het een kwestie van binnen de maand blijft, de waarnemer niets extra's krijgt. De heer DE RIJKE zegt dat de vorige maal zooveel gesproken is over overla ding van het werk van den secretaris. Kunnen we dus wel de vervanging van den eersten ambtenaar vergen? Er moet dan een nieuwe worden aangesteld. De VOORZITTER zegt dat het boven de maand soms maar 14 dagen kan zijn. Dan kan toch geen nieuwe worden be noemd. Het artikel wordt met 9 tegep 2 st. aangenomen. De heer DE KROO vraagt naar het slotartikel over gevallen waarin het re glement niet voorziet. Dan zouden B, en W. met een mededeeling aan den raad er af zijn. Zou dan ook een ambtenares die huwt aan kunnen blijven op deze wijze? De VOORZITTER zegt dat dit dan toch anders behandeld zou worden. Het reglement wordt z. h. st. goed gekeurd. Benoembaarheid veldwachters. Aan de orde is de verordening rege lende de eischen van benoembaarheid en bezoldiging van veldwachters der ge meente. De heer SANDERSE vraagt naar de regeling der vacanties. De VOORZITTER: Dat regelt de bur gemeester, volgens de instructies. Ook den tijdsduur. De verordening wordt z. h. st. goed gekeurd. Werkverschaffing. Blijkens een begrootingswijziging wordt de post werkverschaffing verhoogd met 4000. De heer LORIER vraagt of die vast stelling niet beter in tweeën of drieën kan. Zoo wordt onvoorzien opgesou peerd. De heer DE KROO is er ook niet voor, nu ineens. De VOORZITTER acht hiertoe geen reden aanwezig. Er is nog geen verbe tering in het zicht. We zullen die 4000 zeker noodig hebben. De heer SANDERSE zegt dat B. en W. toch ook voorzichtig in de raming zijn. De VOORZITTER is de werkloosheid in de zomer tegengevallen en vreest, dat die in de toekomst nog meer tegen zal vallen. De heeer CONTANT zegt dat er thans 17 werkloozen in werkverschaffing zijn, dat wordt steeds meer. De wijziging wordt z.h.s. goedgekeurd. Besmettelijke ziekten. De VOORZITTER deelt mede, dat door den minister uitstel is verleend voor de bouw van een barak van be smettelijke ziekten aan de plattelands gemeenten op Walcheren. Doch alleen wanneer de financieele toestand der gemeente dit absoluut vereischt. De heer SANDERSE wijst op het nut van een barak en vraagt of B. en W. di ligent zullen blijven. De VOORZITTER zegt dat toch de afzonderingsbepaling van 'kracht blijft. Het voorstel wordt z.h.s. goedgekeurd. dat degenen, met wie ze vertrok, haar het naaste waren. Het ging opwaarts tegen de steile helling. Ola Glomgaarden met zuster Karen, op den grooten Bruine, reden in een snel tempo voorop. Tore Braaten met Berit, op den ouden Grauwe, kwa men voorzichtiger achteraan. Ze spraken niet. Hoefslag op steen en zadelgeknars weerklonk door de stilte, terwijl de paarden zich omhoog werkten. Met ijzer beslagen schoenen vonden zij het bekende voetspoor langs den bekenden weg. De geur uit Ola Eriksen's tabakspijp prikkelde nu en dan Berit's neus, ter wijl ze daar licht en zwijgend in het za del zat. Tore Braaten liep, zonder om te zien, voor haar uit. Heel boven op de glooiing bleef de oude Grauwe staan bij het groote rots blok, zooals hij gewoon was te doen, maar de groote Bruine met zijn gevolg trok verder. kocht paard van een stoerder soort dan De groote Bruine was een pas ge- de andere. Hij sloeg de beenen wijd uit onder het loopen. Hij droeg ook lichter. De oude Grauwe snoof en keek om. Tore stond ter zijde met den teugel los jes in de hand. Berit zat stil en wachtte. Nu verdween de groote Bruine bij den bocht. Tore Braaten, die naast het paard Rondvraag. De heer VERHAGE vraagt of er werk is voor de werkloozen. De VOORZITTER zegt dat B. en W, zooveel mogelijk moeite doen om puin te krijgen. Doch op den duur houden B. en W. hun hart vast, of er werk zal zijn. Zij zullen echter hun best doen. De heer DE RIJKE dringt aan, dat adressanten aan den raad ook ant woord krijgen. Den heer SANDERSE is ook dikwijls gebleken dat men in gebreke blijft ant woord te geven op adressen en ver zoekschriften. De VOORZITTER zegt dat verzoe ken die behandeld worden, ook worden beantwoord. De heer SANDERSE vraagt of B. en W. iets bekend is van het bezoek der gezondheidscommissie in de duinen. Spr. wijst er verder op, dat de land bouwers over de binnenwegen tevreden zijn, doch het houtgewas eischt meer toezicht (b.v. hoek Abeelsche weg-Lage weg), ook met het oog op het snelver keer. Spr. vraagt naar de plannen van den Vlissingschen-Koudekerkschen weg bij ter Boede? Zijn er voorloopige plannen over den Dishoekschen weg bij en W. in studie. Er gaan geruchten over herziening der loonen der werkverschaffing? Is dit juist? Spr. vraagt vroegtijdige voorlich ting. De heer DE KROO vraagt hoe 't zit met de bouwvergunning van den heer v. d. Berge. De heer GOOTE vraagt of 't gewoonte is in 't geheel niet te verlichten op zo meravonden. De heer LORIER dankt B. en W. voor de vlugge en goede wijze waarop zij uit voering hebben gegeven aan de crisis- zuivelwet. Spr. vraagt of B. en W. op de hoogte zijn van den toestand op den O. Vlissingschen weg. Onze bewoners zit ten daar met overtollig vuil. Spr. ver zoekt maatregelen. Op de binnenwegen wordt stuksge wijze gewerkt, en niets afgewerkt. Zoo komen de wegen slechts gedeeltelijk in orde. Dat is verkeerd. Spr. wil de bin nenwegencommissie of erkend zien, of ontbonden. De heer MOENS dankt namens de be woners van de Overveldlaan voor het in orde maken daarvan. Spr. wijst op sommige voetpaden en wegen, die van den ligger afgevoerd zou den kunnen worden. De VOORZITTER zegt dat in de vol gende raadsvergadering voorstellen ko men n. a. v. het bezoek der gezondheids commissie in de duinen. Het houtgewas zal worden opgesnoeid. Plannen van den VlissingschenKoude- kerkschen weg komen voor dit najaar in den raad. De Dishoeksche weg wordt voor 1600 m2 herbestraat. Er zijn plannen voor een nieuwen weg, die groote bochten zou afsnijden. Van 'n provinciale subsidie is geen sprake, naar spr. heeft vernomen, in dezen tijd. De heele weg zou dus nu komen voor rekening der gemeente en van de aangelanden. Er is inderdaad een schrijven inge komen van het ministerie over verla ging der loonen. Spr. heeft zich tot den inspecteur Stevens gewend, die hem ver wees naar den algemeenen inspecteur in Den Haag. Deze heeft hem weer ver wezen naar den heer Stevens. De alge meen inspecteur kon spr. niet in audiën tie ontvangen. Wat de bouwvergunning van v. d. Berge betreft, dat is nog bij Ged. Staten. Intusschen is een schrijven uit Den Haag ontvangen, dat de minister er nog over oordeelen wil. Wat de verlichting van den N. Vlis singschen weg betreft, inderdaad is het usance, die 's zomers niet te branden. Bij B. en W. zal ter sprake worden ge bracht de duistere punten bij de stad te doen verlichten. Wat betreft het vuil van den O. Vlis- stond, sloeg nu zijn blauwe oogen op en keek Berit aan. Ze glimlachte,. Haar bekende vertrouwelijken glimlach, die sprak van honderden dagen speelge nootschap in bosch en gebergte, in hoe ve en op bergweide. Een glimlach tus- schen twee, die elkaar kenden. We blijven achter, zei Berit. Tore spuwde. Het was tabakssap Ja, dat doen we zeker, antwoordde hij. Zijn stem was zoo buigzaam en wijddragend. Nu gaf hij het paard een tikje. De oude Grauwe draaide weer den kop om en bleef staan. Hij snoof nog eens. Tore sloeg hem met het takje, waar op hij onder het voortgaan liep te bij ten. Zwijgend en rustig ging het nü ver der, de laatste bergstijging op. Daarboven wachtte Ola Glomgaarden met den grooten Bruine, die aan den wegkant graasde. Hij kan nu weldra niet meer mee, de oude Grauwe, zei hij. Het tweetal kwam nu nader Hij wilde uitblazen, zei Tore Braa ten vroolijk. Ola Eriksen glimlachte. Hij is aan jou gewend, antwoordde hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5