TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 23 JUNI 1932. No. 146.
BINNENLAND.
ZEELAND.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
LANDBOUW.
l'Ui
amsi
DE VARKENSSTEUNWET.
Het Comité van Verweer uit de lan
delijke Bonden van Slagers, Vleeschwa-
renfabrikanten, handelaren in varkens
en varkensvleesch, schrijft ons, dat uit
de besturen der beide landelijke slagers
bonden en uit de organisatie van
vleeschwarenfabrikanten, uit een ver
gadering van varkenshandelaren, gros
siers en mesters een protest is opge
gaan tegen het thans aanhangige wets
ontwerp inzake steun aan de varkens
houderij en uit die groepen een Comité
van Verweer is samengesteld en is den
minister en de Tweede Kamer telegra
fisch verzocht de verdere behandeling
van dit wetsontwerp op te schorten.
En dat waarom?
Wenscht men de boeren dan niet te
helpen?
Zeer zeker wel, maar het comité
ducht de uitvoering van een wet, die
geweldig ingrijpt in het economische le
ven van heel den varkens- en vleesch-
handel en de vleeschvoorziening, die een
geweldige rompslomp van maatregelen
meebrengt en ten slotte degepen, waar
voor de wet is bedoeld zoo meent
het tot steun weinig zal helpen, maar
wel hun mest- en fokbedrijf in maatre
gelen zal doen verstrikken.
De varkensvleeschconsument zal, naar
de meening van het comité van ver
weer, de dupe worden. Het acht het van
de Regeering geen daad van wijs beleid
om het ontwerp-varkenssteunwet in éen
paar weken tijds door de Kamers te ja
gen en tot noodwet te doen verheffen
op het oogenblik, dat de groote nood in
de varkenshouderij, aldus het comité, is
gekeerd en gelukkig tot een bijna,
ja zelfs even loonende productie is ge
komen.
MIDDELBURG.
Openbare les Volkszangschool „Uit het
VolkVoor het Volk".
Een fleurig podium van jonge en héél
jonge executanten. Een veelkleurigheid,
een bloemstuk gelijk. En die vroolijke
stemming, altijd bij deze „lessen". Ook
in de goed volle zaal. Bovendien een
debuut van den nieuwen directeur, den
heer Bosdijk. Geen gemakkelijke taak,
waar hij in dit cursusjaar twee voorgan
gers had: de heer Bommeljé, die om ge
zondheidsredenen ontslag nam, en de
heer De Klerck, die daarop de leiding
heeft waargenomen. Vandaar dan ook
een clementie-verzoek, door den voor
zitter overgebracht. Reeds nu bleek een
groote sympathie, ook getoond door
fraaie bloemstukken voor den leider en
mevrouw Bosdijk, de begeleidster. En
óók een goed willen, een ijverig pogen,
een hartelijk apprecieeren. Dan is al
veel gewonnen, volgt 't overige vanzelf
wel. Reden dus om met goeden moed
het 50ste jaar der zangschool in te gaan.
10 October 1883 de heer De Graaf
herdacht het in zijn dank- en huide
woord na de pauze was de oprich
tingsdatum: 63 jongens, 62 meisjes. Dat
is zoo stationair gebleven. Maar.... de
animo onder de jongens kon véél meer,
al wordt 't beter! Want met het halve
eeuwfeest, aldus de heer De Graaf, moet
er iets gebeuren: Een viering de zang
school waardig.
De „les" toonde de gewone progres
sie in zangtechniek, als steeds. Een keu
ze van aardige, meerendeels vroolijke
liedjes. Met soms een solistje, die iets
méér kan bereiken dan „het" oordeel
der middelmatigheid „wel aardig".
De vier klassen zongen Worps „Een
Lentedag", een dankbare, wel wat moei
lijke (fuga aan het slot!) cantate.
De zaal toonde hartelijke waardeering
97).
Spencer aanvaardde schouderopha
lend het vonnis van den baronet en zijn
gelaat verried geen aandoening.
Harker, die sir Peter's handelwijze
met duidelijke afkeuring had opgemerkt
greep Spencer's hand en drukte die met
een kracht, die de beenderen van een
minder sterk man zou gebroken heb
ben. Toen keerde hij zich af en liep
naar het raam om de dwaze aandoening
te verbergen, die hij niet geheel kon
onderdrukken.
Eric liepde kamer door, stak zijn
hand impulsief uit en drukte openlijk
zijn blijdschap uit over de eer die hem
aangedaan werd, toen Spencer zijn
hand met een dankbaren glimlach aan
nam
Vaarwel, Eric, zei Spencer. Zorg
voor de weezen, wil je?
Ik zal mijn best doen, mijnheer,
antwoorde Eric. Het is een heele afstand
van de biscuits.
Dan is het aan jou dien afstand
te verkleinen, viel Spencer in, den wak
keren jongen man vriendelijk op den
schouder kloppend.
Hij liep de kamer door naar Enid en
voor deze eerste uitvoering onder nieuw
bewind, dat zeker, in den loop van het
a.s. lesjaar, de zangschool ten goede zal
komen.
WALCHEREN.
Gemeenteraad van Vrouwenpolder.
VROUWENPOLDER. Dinsdagmiddag
kwam de Raad der gemeente Vrouwen
polder, onder Voorziterschap van den
Burgemeester in voltallige zitting bij
een.
De Voorzitter deelde mede dat
de gemeente over het jaar 1931 aan bij
drage voor de R. H. B. S. te Middelburg
verschuldigd is een bedrag van 211,92.
Dat over het 4e kwartaal het bedrag
der normale subsidie ingevolge het
werkloosheidsbesluit 1917 is vastgesteld
op 47,77, dat tot leden der gecombi
neerde schattingscommissie voor de In
komstenbelasting door Ged. Staten zijn
benoemd de heeren C. Langebeeke en
A. van Dis.
Dat door den Directeur-Generaal van
de P. T. T. afwijzend is beschikt op het
verzonden adres van den Raad inzake
niet inkrimping van den postdienst in
de gemeente, dat aan de gemeenten
Veere en St. Laurens over de jaren '29,
1930 en 1931 ingevolge de art.' 101 en
205 der L. O. Wet 1920 verschuldigd is
resp. 66.62, 78.en 0.69. De me-
dedeelingen des Voorzitters en de inge
komen stukken werden voor kennisge
ving aangenomen.
Naar aanleiding van het verzoek van
C. P. de Rijke e. a. om afvoering van den
ligger der wegen en voetpaden van hel
voetpad Ioopende van af den Gaping-
scheweg tot aan den z.g.n. Berg stellen
B. en W. voor dit verzoek aan te hou
den, mede in verband met het feit dat
later nog wel meer verzoeken dienaan
gaande zullen inkomen. De heer D i n -
g e m a n s e verklaart, dat het voetpad
naar den Berg z.i. thans geheel overbo
dig is geworden. Er zijn z.i. geen redenen
meer om dit pad te behouden, ook zou
afvoering van bedoeld voetpad z.i. zeer
ten goede komen aan de verbetering
van den waterafvoer aldaar. De Voor
zitter verklaart het niet geheel hier
mee eens te zijn. Besloten werd het
adres ter nadere informatie wederom
terug te zenden naar B. en W.
Van den Chr. Besturenbond te Seroos-
kerke (W.) is wederom een adres inge
komen inzake het uitbetalen van loon
aan bij de werkverschaffing te werk ge
stelde werkloozen op christelijke feest
dagen en om de werkloozen bij de werk
verschaffing in plaats van drie zes da
gen te werk te stellen en de gemeente
te doen toetreden tot de Rijkscrisisrege-
ling. B. en W. stellen voor het geheele
adres voor kennisgeving aan te nemen,
op grond dat inzake de uitbetaling van
loon op Chr. feestdagen geen onbillijk
heden hebben plaats gehad, dit geheel
overeenkomstig het raadsbesluit van 5
Februari j.I. te dezer zake is gehandeld,
en dat B. en W. zoodra dit noodig blijkt
den Raad de noodige voorstellen zul
len doen omtrent de in het adres aan
gehaalde punten inzake meerdere werk
dagen en het in het leven roepen van
een steunregeling. Met a. st. werd over
eenkomstig het voorstel van B. en W.
besloten.
Waterleiding.
N. a. v. het adres der Vereeniging tot
bèvordering van het Vreemdelingenver
keer te Vrouwenpolder, dat Vrouwen
polder aansluiting krijgt op de Middel-
burgsche duinwaterleiding aan de Oran
jezon, deelde de voorzitter mede, dat te
dezer zake door hem reeds overleg is
gepleegd met den directeur der gemeen
tebedrijven te Middelburg welke daarbij
heeft verklaard de noodige gegevens en
de aan eventueele aansluiting verbon
den kosten te zullen toezenden en ver
strekken en dat B. en W. met geen defi
nitieve voorstellen te deze zake konden
komen, daar het adres eerst heden is
het meisje stond, bij zijn nadering, ver
legen op.
Moet U heengaan, mijnheer Spen
cer? vroeg zij weemoedig.
Ik vrees van wel, miss Enid, ant
woordde Spencer met een wrangen
glimlach, Ziet U, ik ben voor het oogen
blik noch heer, noch knecht. Ik ben zon
der betrekking. Ik hoop U echter nog
eens te ontmoeten éénmaal.
Het meisje nam haar zakdoek en
wreef bevend /over haar wangen.
Ik hoop ook op onze volgende
ontmoeting, mijnheer Spencer, zei ze
zacht.
Spencer boog over haar hand en zijn
lippen raakten haar vingers met onein
dige teederheid.
Vaarwel, miss Enid.
Hij sttond rechtop, trok zijn schou
ders en mond strak, keerde zich plech
tig om en liep door de kamer heen. Hij
bleef naast de tafel staan en sloeg op
zijn borstzak, alsof hij zich plotseling
iets herinnerde.
Oh, Eric, zei hij luchtig, terwijl hij
een dikke enveloppe uit een binnenzak
haalde en die aan den jongenman gaf.
Dit behoort aan je vader. Je zult me ge
noegen doen als je hem dit met mijn
groeten wilt overgeven en hem wilt zeg
gen, dat de andere dingen, die ongeveer
twaalf maanden geleden uit zijn brand
kast gestolen werden, hem langs den
gewonen weg terug gegeven zullen wor
den
ontvangen, doch dat zij in beginsel zeer
veel voor verwezenlijking van het ver
zoek voelen. Na bespreking van het
adres werd m. a. st. besloten B. en W.
uit te noodigen de mogelijkheid van
eventueele aansluiting te onderzoeken
en den Raad mededeeling te doen van
de resultaten.
Ingekomen is nog een adres van W.
de Vos en 12 anderen, allen ouders van
de openbare lagere scholen der gemeen
te ingeschreven leerlingen, met bezwaar
tegen het treffen van een gemeenschap
pelijke regeling met naburige gemeen
ten als bedoeld bij art. 19 der L. O. wet
1920. B. en W. stellen voor dit adres
gelijk te behandelen met de door B, en
W. aan den Raad te verstrekken gege
vens inzake al of niet opheffing der bei
de O. L. scholen in de gemeente, welk
voorstel z. h. st. werd aangenomen.
Vervolgens werd na breedvoerige be
spreking besloten de verhardingswerk
zaamheden aan het Kortewegje door
werkloozen te laten uitvoeren en de le
vering van het voor dat werk benoo-
digde zand met inbegrip van het voer
loon op te dragen aan K. Osté voor de
som van 0.79 de m3, op grond dat Osté
de laagste inschrijver was.
MET DE Z. L. M. NAAR THOLEN.
Algemeene Vergadering,
Betreffende de algemeene vergade
ring welke Woensdagmorgen in het
gymnastieklokaal der openbare school
plaats had kan nog het volgende wor
den gemeld:
De VOORZITTER de heer mr. P.
Dieleman, heette speciaal welkom de
heeren Mansholt, dr. Molhuijsen, Burg.
en Weth. van Tholen, leden van Ged.
en Prov. Staten, de voorzitters van de
Groninger en de Noord Brabantsche
Landbouwvereeniging en niet in het
minst de bestuursleden van den Boerin-
nenbond, die voor het eerst de algemee
ne vergadering bijwoonden.
Spr. deelde mede, dat o.a. bericht van
verhindering was ingekomen van den
Commissaris der Koningin, die in ver
band met het binnenscheepvaartcongres
te Terneuzen moest zijn.
De mededeelingen, uit het hoofdbe
stuur werden niet herhaald, doch zullen
in het landbouwblad worden opgeno
men.
De rekening werd overeenkomstig
het voorstel van de financieele commis
sie goedgekeurd.
In afwijking van de agenda volgde nu:
de lezing van den heer H. D. L o u w e s
te Westpolder, voorzitter der Groninger
Maatschappij van Landbouw, over
Onze lijdende en strijdende
boerenstand,
Spr. begon met er op te wijzen, hoe de
begon met er op te wijzen, hoe de
eeuwen door de boerenstand voor de
groote economische en sociale diensten,
welke zij de samenleving bewees, be
loond is met een zeer karig en sober be
staan. Reeds een oud talmoedisch woord
spreekt daarvan (Babyl. Talmoed Trac-
taat Jebamoth): Honderd „Zoes" (een
kleine zilvermunt) in den handel .el-
ken dag vleesch en wijn, honderd „Zoes"
in den landbouw ....zout en gras (On
rijpe groente).
Niet alleen een sober bestaan, maar
ook groot gebrek aan belangstelling len
opzichte van het wel en wee van den
boerenstand moet worden geconstateerd
en toen omstreeks 1800 de predikant
Uilkens in Eenrum trachtte door voor
drachten en natuurkundige proeven ont
wikkeling te brengen, keurde men dat
in beschaafde stedelijke kringen af; ont
wikkeling paste niet bij den boer. Er is
in den huidigen tijd veel ten goede ver-
Eric nam werktuigelijk de enveloppe
en keek onnoozel.
En Harker, ging Spencer op den
zelfden zakelijken toon voort, terwijl hij
twee pakketten op tafel wierp bun
dels papieren met roze lint samenge
bonden deze zijn van jou geloof ik.
Je zult de Wairarapa-petroleumaan-
deelen van sir Peter daar ook bij vin
den
Harker, die nieuwsgierig had toege
keken toen Spencer Eric aansprak,
keek even onnoozel als Eric en zijn
oogen staarden naar de pakketten zon
der er iets van te begrijpen
Spencer, trok zijn jas glad, nam den
stok op, die tegen een stoel leunde en
glimlachte opgelucht, alsof hij blij was
dat hij van een verantwoordelijkheid
ontslagen was
Dat is alles, geloof ik, zei hij, ter
wijl hij ernstig naar de deur ging, waar
sir Peter hem donker fronsend stond
aan te kijken
Harker sputterde en kreeg zijn stem
terug.
W|at duivel beteekent dit? barstte
hij uit.
Spencer bleef staan.
Die zijn van jou, Harker, herhaal
de hij, naar de pakketten op tafel wij
zend.
Van mij? riep Harker uit, terwijl
hij langzaam naor de tafel liep en de
papieren opnam, alsof hij bang was dat
ze hem zouden bijten. Van mij?
anderd en met name de ontwikkelings
mogelijkheden werden het platteland
niet meer bewust onthouden, maar ge
lijkheid in overheidszorg en ontwikke
lingsmogelijkheden is er nog geenszin.s
Als de heer Zaalberg, directeur-generaal
van den Arbeid zegt „verbeterde volks
huisvesting, achturen dag, fabriekshy-
giëne, sport, jeugdzorg, gezondheidsdien
sten, sociale verzekeringen, verminderd
drankgebruik", hebben een einde ge
maakt aan het vroeger als onvermijde
lijk beschouwde verschijnsel, dat de be
volking eener fabrieksstad in enkele ge
slachten degenereerde, dan acht spr. dit
slechts ten deele juist. Al deze factoren
rustten deze bevolking niet toe met den
wil door een talrijk gezin het geboorte
cijfer op peil te houden en zijn zonder
veel invloed op de mentaliteit, een veel
voornamer factor nog dan lichamelijke.
De landbouwer kent de afhankelijkheid
van den mensch en voelt zich daardoor
geen heerscher over zijn lot, hij is min
der toegankelijk voor den waan van
den dag. Dit alles verschaft de land
bouwende bevolking een zoo groote be-
leekenis voor de mentaliteit van een
volk, dat zij ook op deze gronden ten
eenemale onmisbaar is.
Ook blijkt welke zorg in sociaal-hy-
giënsch opzicht aan de stadsbevolking
wordt besteed, welke ed boerenbevol
king meestal moet missen, zooals bijv.
het gymnastiekonderwijs, dal de platte
landsgemeenten ook na 1935 niet zul
len kunnen betalen. De positie van den
landbouw in de huidige samenleving is
die van een lijdend orgaan in het li
chaam, of om hel merl den heer J. Smid
van Voorburg te zeggen, die van den
pakdragenden ezel in een reizende fa
milie. De boerenstand kon de maatschap
pelijke ontwikkeling in de laatste 50
jaar op economisch, sociaal en politiek
terrein niet meemaken, en de arbeid-
organisatie en vakverbonden kregen
een voorsprong. Ook kwam de boeren
stand achteraan om naast zijn beginse
len in de politiek ook zijn belang doel
matig te dienen. Daarbij kwam als voor
name oorzaak, dat de stedelijke bevol
king, de intellectueele kringen, de
spraakmakende gemeente den landbouw
niet kende en maar een heel flauw of
heelemaal geen besef had van de econo
mische wetten, welke in den landbouw
heerschen. Er is thans een dubbele cri
sis, een economische en een in de ver
houding van den landbouw tot de andere
bevolkingsgroepen. Maar aan den land
bouw is in dezen tijd bewaarheid het
woord uit den tweeden Corinthen brief:
als ik zwak ben dan ben ik machtig. Er
zal niet langer over hem geregeerd wor
den, hij zal van nu af aan mee regeeren
als hij volhardt in het nu begonnen werk.
De organisaties worden steeds beter en
de publicaties van de landbouwboek-
houdbureaux openen steeds meer oogen
voor de slechte bezoldiging van den land-
bouw-ondernemer.
Spr. wees er verder op, dat de land-
bouwvoormannen spoedig j a tegen de
crisis zeide en deze aanvaardde als een
tijd van „Umwertung aller Werte", ter
wijl andere bevolkingsgroepen, ook on
ze economen, het omverwerpend karak
ter der crisis nog niet konden of wil
den zien, terwijl een groote groep als
bijv. de S.D.A.P. er nog altijd neen te
gen tracht te zeggen. Men begreep in
landbouwkringen, dat bij groote kwalen
alleen groote middelen kunnen helpen.
De hulpverleening is te laat en in on
voldoende mate gekomen en komt dat
nog. Maar toch heeft de georganiseerde
landbouw het volk een grooten dienst
bewezen door tijdig de oogen te hel
pen openen voor den ernst der tijden,
het vertrouwd maken met de noodza
kelijkheid veel, dat vroeger ondenkbaar
was, te moeten aanvaarden. Het is al
leen zoo jammer, dat er bij de regeering
niet éénzelfde begrip van den ernst der
landbouwcrisis werd gevonden en bij
ons volk zoo vaak aan doovemansooren
i Van jou verzekerde Spencer hem
ernstig.
Maar, wat.... wat.... oh, drom
mels! mompelde Harker slap.
Spencer glimlachte.
Je verbijstering doet mij leed.
Harker, zei hij. Misschien zou het niet
behoorlijk van me zijn heen te gaan
zonder een enkele verklaring, na de
edelmoedige behandeling, die je mij be
toond hebt. Zie je, het begon alles
Hij hield zich in. Maar neen, dat deel
van de geschiedenis doet niets terzake.
Nu, als Albert T. Ryan had ik reden om
te vermoeden dat Henry Aimsbury
vergeef me als ik oneerbiedig van je
vader schijn te spreken, Eric dat
Henry Aimsbury eigenlijk geen geschikt
man was om belast te zijn met het Wee-
zenfonds. Ik ben geen man om een an
der zonder bewijs te veroordeelen en
daarom beroofde ik zijn brandkast, toen
ik wist dat hij in financieele moeilijk
heden was. Alleen om te zien hoe hij
reageeren zou.
Eric hield zijn mond dicht en boog
zijn hoofd om de enveloppe, die hij in
de hand had, te bekijken, meer om zijn
gedachten te verbergen dan om den
vorm te bestudeeren.
Hij reageerde zooals ik verwacht
had, ging Spencer rustig voort. Hij be
leende de Weeshuisbezittingen van vijf
tig duizend, teneinde zich uit de moei
lijkheden te redden, waarin hij door zijn
spelen geraakt was, Verder beleende hij
werd geklopt. Schoone droomen over
een wereld van vrijhandel maakt dat
men vergeet in de huidige protectionis
tische verdwazing de scherpe wapens te
gebruiken, die men tegen over een land
als Duitschland in handen heeft. Tijdig
gewaarschuwd, met klem bezworen om
in te grijpen, heeft de overheid maanden
in de veehouderij de zaken zich tot een
catastrophe laten ontwikkelen. Het
schijnt of men trachtte er zoo gemakke
lijk mogelijk af te komen en dat zal zich
wreken. Onze export is vernield, onze
veehouders verloren in razend tempo
hun kapitaal, In een verarmde streek
kan men slechts door schulden en vor
deringen de pen halen en met elkander
van voren af aan beginnen. Ook de fi
nancieele huishouding van provinciën,
gemeenten, waterschappen loopt geheel
vast en allen gaan er toe bijdragen het
rijkscrediet te overspannen en ontred
deren. Het dralen bij de steunverleening
aan den akkerbouw, bij die aan de vee-,
houderij bovenal, zal zich bitter wreken
en spoedig kan blijken, welke stinkende
wonden zachte heelmeesters hier heb
ben gemaakt. De boerenstand moet be
seffen, dat de leerling geworpen is, en
voortgaan den hem toekomenden in
vloed te verordenen, maar dat is een
grootsche taak. Die taak is den boeren
stand, mannen zoowel als vrouwen te
doordringen van éen gepast gevoel van
eigenwaarde, van fierheid, van den wil
een gelijkberechtigd deelgenoot der sa
menleving te zijn. Om te voorkomen, dat
men in de crisis te onder gaat moet de
landbouwstand zich vooral op drie din
gen richten en wel op I. Organisatie; II.
De Pers en de openbare meening en III.
De politiek.
De boeren kunnen veel leeren van de
arbeiders- en ambtenarenorganisaties en
men moet den laatsten boer er toe bren
gen zijn plaats in de organisatie in te
nemen. De gelden daarvoor moet hij be
schouwen als onmisbare bedrijfsuitga-
ven. Ook aan de vorming en organisatie
van den vrouwelijken boerenstand moet
groote aandacht worden gewijd, zij vor
men de helft en hun opvattingen, geest
en werkzaamheid is voor de zaak van
den landbouw van groot belang.
Als de Nederlandsche boeren grieven
tegen de pers hebben, vooral tegen de
groote pers, dan valt een deel van die
grieven terug op hen zelf, omdat zij haar
te veel verwaarloosd hebben als instru
ment tot het bespelen der volksconciën-
tie.
Men moet invloed in de pers hebben;
naar sprekers inzicht is die bij goede
organisatie te verkrijgen en zal de pers
de gelegenheid de meening der landbou
wers te uiten niet onthouden, indien men
ze in goeden vorm te harer beschikking
stelt. Naast organisatie is de beschik
king over het noodige geld hier onont
beerlijk. Iedere gulden aan eên goeden
persdienst besteed zal 10-dubbel worden
vergoed.
Ten slotte de politiek, hier bij staan
drie wegen open, nl. via een aparte
boerenpartij, via de opgerichte boeren
bonden en via de bestaande politieke
partijen. Spr. aarzelt niet den eersten
weg beslist te verwerpen. Zij zal aan
nemende, dat men andere groepen niet
wil onthouden wat men zelf doet
voeren naar absolute belangen politiek,
waarbij de boerenstand zeker aan het
korste eind zal trekken. De weg via de
boerenbonden en die via de politieke
partijen vertoonen groote overeenkomst.
Spr. behoort tot hen, die den laatstge
noemden weg voorstaan. Men moet han
delen in contact met andere bevolkings
groepen en het voorkomt, dat er
wrijving ontstaat tusschen de boeren
bonden en de landbouworganisaties, en
dat de eensgezindheid van den georgani-
s eerden boerenstand verloren gaat. Ont
waking van groote- groepen van den
boerenstand, uit hun politieke lusteloos
heid en bereidheid om daadwerkelijk in
de politiek, onder erkennig van de hoog-
ze met de B.F.I. voor eigen rekening,
zooals ik vermoedde, want ik had re
den om te denken, dat de B.F.I. in dien
tijd geneigd was twijfelachtige zaken
aan te nemen. Dat is genoeg hiervan.
Ik mag zeggen dat ik Harten drie als
waarschuwing naar Aimsbury j zond.
Zooals Clinton U zeggen zal, beteekent
Harten drie „binnen een week" volgens
de beste handleidingen voor het kaart
lezen. Daarom was Clinton zoo in de
war toen U een Harten drie ontving,
sir Peter, zei hij, zich tot den baronet
richtend.
Harker had driftig willen invallen, maar
Spencer hield hem gebiedend tegen.
Als het je belieft. Er was nog iets
anders, waarin ik meer dan gewoon be
lang stelde. Sir Peter's overheerschen-
de houding. Ik besloot te trachten die
te doen verdwijnen en daar Aimsbury
mijn plannen zeer vriendelijk onder
steunde, bracht ik sir Peter in een zeer
moeilijke positie door zijn Wairara-pe-
troleum-aandeelen te stelen. Klaveren
vier was een verontschuldiging voor
den overlast, die ik jou bezorgd kan
hebben, Harker, Dat kan je ook in de
handleiding opzoeken. Sir Peter had de
keuze tusschen een bankroet of red
ding ten koste van vernedering. Het
overige weet je. En daar mijn doel in
deze zaak bereikt is, zie ik geen reden,
waarom ik je eigendom niet zou terug
geven. Ik heb het niet noodig.
(Wordt vervolgd.)