TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 23 JUNI 1932. No. 146. BINNENLAND. ZEELAND. FEUILLETON. HARTENAAS EN RUITENDRIE. LANDBOUW. l'Ui amsi DE VARKENSSTEUNWET. Het Comité van Verweer uit de lan delijke Bonden van Slagers, Vleeschwa- renfabrikanten, handelaren in varkens en varkensvleesch, schrijft ons, dat uit de besturen der beide landelijke slagers bonden en uit de organisatie van vleeschwarenfabrikanten, uit een ver gadering van varkenshandelaren, gros siers en mesters een protest is opge gaan tegen het thans aanhangige wets ontwerp inzake steun aan de varkens houderij en uit die groepen een Comité van Verweer is samengesteld en is den minister en de Tweede Kamer telegra fisch verzocht de verdere behandeling van dit wetsontwerp op te schorten. En dat waarom? Wenscht men de boeren dan niet te helpen? Zeer zeker wel, maar het comité ducht de uitvoering van een wet, die geweldig ingrijpt in het economische le ven van heel den varkens- en vleesch- handel en de vleeschvoorziening, die een geweldige rompslomp van maatregelen meebrengt en ten slotte degepen, waar voor de wet is bedoeld zoo meent het tot steun weinig zal helpen, maar wel hun mest- en fokbedrijf in maatre gelen zal doen verstrikken. De varkensvleeschconsument zal, naar de meening van het comité van ver weer, de dupe worden. Het acht het van de Regeering geen daad van wijs beleid om het ontwerp-varkenssteunwet in éen paar weken tijds door de Kamers te ja gen en tot noodwet te doen verheffen op het oogenblik, dat de groote nood in de varkenshouderij, aldus het comité, is gekeerd en gelukkig tot een bijna, ja zelfs even loonende productie is ge komen. MIDDELBURG. Openbare les Volkszangschool „Uit het VolkVoor het Volk". Een fleurig podium van jonge en héél jonge executanten. Een veelkleurigheid, een bloemstuk gelijk. En die vroolijke stemming, altijd bij deze „lessen". Ook in de goed volle zaal. Bovendien een debuut van den nieuwen directeur, den heer Bosdijk. Geen gemakkelijke taak, waar hij in dit cursusjaar twee voorgan gers had: de heer Bommeljé, die om ge zondheidsredenen ontslag nam, en de heer De Klerck, die daarop de leiding heeft waargenomen. Vandaar dan ook een clementie-verzoek, door den voor zitter overgebracht. Reeds nu bleek een groote sympathie, ook getoond door fraaie bloemstukken voor den leider en mevrouw Bosdijk, de begeleidster. En óók een goed willen, een ijverig pogen, een hartelijk apprecieeren. Dan is al veel gewonnen, volgt 't overige vanzelf wel. Reden dus om met goeden moed het 50ste jaar der zangschool in te gaan. 10 October 1883 de heer De Graaf herdacht het in zijn dank- en huide woord na de pauze was de oprich tingsdatum: 63 jongens, 62 meisjes. Dat is zoo stationair gebleven. Maar.... de animo onder de jongens kon véél meer, al wordt 't beter! Want met het halve eeuwfeest, aldus de heer De Graaf, moet er iets gebeuren: Een viering de zang school waardig. De „les" toonde de gewone progres sie in zangtechniek, als steeds. Een keu ze van aardige, meerendeels vroolijke liedjes. Met soms een solistje, die iets méér kan bereiken dan „het" oordeel der middelmatigheid „wel aardig". De vier klassen zongen Worps „Een Lentedag", een dankbare, wel wat moei lijke (fuga aan het slot!) cantate. De zaal toonde hartelijke waardeering 97). Spencer aanvaardde schouderopha lend het vonnis van den baronet en zijn gelaat verried geen aandoening. Harker, die sir Peter's handelwijze met duidelijke afkeuring had opgemerkt greep Spencer's hand en drukte die met een kracht, die de beenderen van een minder sterk man zou gebroken heb ben. Toen keerde hij zich af en liep naar het raam om de dwaze aandoening te verbergen, die hij niet geheel kon onderdrukken. Eric liepde kamer door, stak zijn hand impulsief uit en drukte openlijk zijn blijdschap uit over de eer die hem aangedaan werd, toen Spencer zijn hand met een dankbaren glimlach aan nam Vaarwel, Eric, zei Spencer. Zorg voor de weezen, wil je? Ik zal mijn best doen, mijnheer, antwoorde Eric. Het is een heele afstand van de biscuits. Dan is het aan jou dien afstand te verkleinen, viel Spencer in, den wak keren jongen man vriendelijk op den schouder kloppend. Hij liep de kamer door naar Enid en voor deze eerste uitvoering onder nieuw bewind, dat zeker, in den loop van het a.s. lesjaar, de zangschool ten goede zal komen. WALCHEREN. Gemeenteraad van Vrouwenpolder. VROUWENPOLDER. Dinsdagmiddag kwam de Raad der gemeente Vrouwen polder, onder Voorziterschap van den Burgemeester in voltallige zitting bij een. De Voorzitter deelde mede dat de gemeente over het jaar 1931 aan bij drage voor de R. H. B. S. te Middelburg verschuldigd is een bedrag van 211,92. Dat over het 4e kwartaal het bedrag der normale subsidie ingevolge het werkloosheidsbesluit 1917 is vastgesteld op 47,77, dat tot leden der gecombi neerde schattingscommissie voor de In komstenbelasting door Ged. Staten zijn benoemd de heeren C. Langebeeke en A. van Dis. Dat door den Directeur-Generaal van de P. T. T. afwijzend is beschikt op het verzonden adres van den Raad inzake niet inkrimping van den postdienst in de gemeente, dat aan de gemeenten Veere en St. Laurens over de jaren '29, 1930 en 1931 ingevolge de art.' 101 en 205 der L. O. Wet 1920 verschuldigd is resp. 66.62, 78.en 0.69. De me- dedeelingen des Voorzitters en de inge komen stukken werden voor kennisge ving aangenomen. Naar aanleiding van het verzoek van C. P. de Rijke e. a. om afvoering van den ligger der wegen en voetpaden van hel voetpad Ioopende van af den Gaping- scheweg tot aan den z.g.n. Berg stellen B. en W. voor dit verzoek aan te hou den, mede in verband met het feit dat later nog wel meer verzoeken dienaan gaande zullen inkomen. De heer D i n - g e m a n s e verklaart, dat het voetpad naar den Berg z.i. thans geheel overbo dig is geworden. Er zijn z.i. geen redenen meer om dit pad te behouden, ook zou afvoering van bedoeld voetpad z.i. zeer ten goede komen aan de verbetering van den waterafvoer aldaar. De Voor zitter verklaart het niet geheel hier mee eens te zijn. Besloten werd het adres ter nadere informatie wederom terug te zenden naar B. en W. Van den Chr. Besturenbond te Seroos- kerke (W.) is wederom een adres inge komen inzake het uitbetalen van loon aan bij de werkverschaffing te werk ge stelde werkloozen op christelijke feest dagen en om de werkloozen bij de werk verschaffing in plaats van drie zes da gen te werk te stellen en de gemeente te doen toetreden tot de Rijkscrisisrege- ling. B. en W. stellen voor het geheele adres voor kennisgeving aan te nemen, op grond dat inzake de uitbetaling van loon op Chr. feestdagen geen onbillijk heden hebben plaats gehad, dit geheel overeenkomstig het raadsbesluit van 5 Februari j.I. te dezer zake is gehandeld, en dat B. en W. zoodra dit noodig blijkt den Raad de noodige voorstellen zul len doen omtrent de in het adres aan gehaalde punten inzake meerdere werk dagen en het in het leven roepen van een steunregeling. Met a. st. werd over eenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Waterleiding. N. a. v. het adres der Vereeniging tot bèvordering van het Vreemdelingenver keer te Vrouwenpolder, dat Vrouwen polder aansluiting krijgt op de Middel- burgsche duinwaterleiding aan de Oran jezon, deelde de voorzitter mede, dat te dezer zake door hem reeds overleg is gepleegd met den directeur der gemeen tebedrijven te Middelburg welke daarbij heeft verklaard de noodige gegevens en de aan eventueele aansluiting verbon den kosten te zullen toezenden en ver strekken en dat B. en W. met geen defi nitieve voorstellen te deze zake konden komen, daar het adres eerst heden is het meisje stond, bij zijn nadering, ver legen op. Moet U heengaan, mijnheer Spen cer? vroeg zij weemoedig. Ik vrees van wel, miss Enid, ant woordde Spencer met een wrangen glimlach, Ziet U, ik ben voor het oogen blik noch heer, noch knecht. Ik ben zon der betrekking. Ik hoop U echter nog eens te ontmoeten éénmaal. Het meisje nam haar zakdoek en wreef bevend /over haar wangen. Ik hoop ook op onze volgende ontmoeting, mijnheer Spencer, zei ze zacht. Spencer boog over haar hand en zijn lippen raakten haar vingers met onein dige teederheid. Vaarwel, miss Enid. Hij sttond rechtop, trok zijn schou ders en mond strak, keerde zich plech tig om en liep door de kamer heen. Hij bleef naast de tafel staan en sloeg op zijn borstzak, alsof hij zich plotseling iets herinnerde. Oh, Eric, zei hij luchtig, terwijl hij een dikke enveloppe uit een binnenzak haalde en die aan den jongenman gaf. Dit behoort aan je vader. Je zult me ge noegen doen als je hem dit met mijn groeten wilt overgeven en hem wilt zeg gen, dat de andere dingen, die ongeveer twaalf maanden geleden uit zijn brand kast gestolen werden, hem langs den gewonen weg terug gegeven zullen wor den ontvangen, doch dat zij in beginsel zeer veel voor verwezenlijking van het ver zoek voelen. Na bespreking van het adres werd m. a. st. besloten B. en W. uit te noodigen de mogelijkheid van eventueele aansluiting te onderzoeken en den Raad mededeeling te doen van de resultaten. Ingekomen is nog een adres van W. de Vos en 12 anderen, allen ouders van de openbare lagere scholen der gemeen te ingeschreven leerlingen, met bezwaar tegen het treffen van een gemeenschap pelijke regeling met naburige gemeen ten als bedoeld bij art. 19 der L. O. wet 1920. B. en W. stellen voor dit adres gelijk te behandelen met de door B, en W. aan den Raad te verstrekken gege vens inzake al of niet opheffing der bei de O. L. scholen in de gemeente, welk voorstel z. h. st. werd aangenomen. Vervolgens werd na breedvoerige be spreking besloten de verhardingswerk zaamheden aan het Kortewegje door werkloozen te laten uitvoeren en de le vering van het voor dat werk benoo- digde zand met inbegrip van het voer loon op te dragen aan K. Osté voor de som van 0.79 de m3, op grond dat Osté de laagste inschrijver was. MET DE Z. L. M. NAAR THOLEN. Algemeene Vergadering, Betreffende de algemeene vergade ring welke Woensdagmorgen in het gymnastieklokaal der openbare school plaats had kan nog het volgende wor den gemeld: De VOORZITTER de heer mr. P. Dieleman, heette speciaal welkom de heeren Mansholt, dr. Molhuijsen, Burg. en Weth. van Tholen, leden van Ged. en Prov. Staten, de voorzitters van de Groninger en de Noord Brabantsche Landbouwvereeniging en niet in het minst de bestuursleden van den Boerin- nenbond, die voor het eerst de algemee ne vergadering bijwoonden. Spr. deelde mede, dat o.a. bericht van verhindering was ingekomen van den Commissaris der Koningin, die in ver band met het binnenscheepvaartcongres te Terneuzen moest zijn. De mededeelingen, uit het hoofdbe stuur werden niet herhaald, doch zullen in het landbouwblad worden opgeno men. De rekening werd overeenkomstig het voorstel van de financieele commis sie goedgekeurd. In afwijking van de agenda volgde nu: de lezing van den heer H. D. L o u w e s te Westpolder, voorzitter der Groninger Maatschappij van Landbouw, over Onze lijdende en strijdende boerenstand, Spr. begon met er op te wijzen, hoe de begon met er op te wijzen, hoe de eeuwen door de boerenstand voor de groote economische en sociale diensten, welke zij de samenleving bewees, be loond is met een zeer karig en sober be staan. Reeds een oud talmoedisch woord spreekt daarvan (Babyl. Talmoed Trac- taat Jebamoth): Honderd „Zoes" (een kleine zilvermunt) in den handel .el- ken dag vleesch en wijn, honderd „Zoes" in den landbouw ....zout en gras (On rijpe groente). Niet alleen een sober bestaan, maar ook groot gebrek aan belangstelling len opzichte van het wel en wee van den boerenstand moet worden geconstateerd en toen omstreeks 1800 de predikant Uilkens in Eenrum trachtte door voor drachten en natuurkundige proeven ont wikkeling te brengen, keurde men dat in beschaafde stedelijke kringen af; ont wikkeling paste niet bij den boer. Er is in den huidigen tijd veel ten goede ver- Eric nam werktuigelijk de enveloppe en keek onnoozel. En Harker, ging Spencer op den zelfden zakelijken toon voort, terwijl hij twee pakketten op tafel wierp bun dels papieren met roze lint samenge bonden deze zijn van jou geloof ik. Je zult de Wairarapa-petroleumaan- deelen van sir Peter daar ook bij vin den Harker, die nieuwsgierig had toege keken toen Spencer Eric aansprak, keek even onnoozel als Eric en zijn oogen staarden naar de pakketten zon der er iets van te begrijpen Spencer, trok zijn jas glad, nam den stok op, die tegen een stoel leunde en glimlachte opgelucht, alsof hij blij was dat hij van een verantwoordelijkheid ontslagen was Dat is alles, geloof ik, zei hij, ter wijl hij ernstig naar de deur ging, waar sir Peter hem donker fronsend stond aan te kijken Harker sputterde en kreeg zijn stem terug. W|at duivel beteekent dit? barstte hij uit. Spencer bleef staan. Die zijn van jou, Harker, herhaal de hij, naar de pakketten op tafel wij zend. Van mij? riep Harker uit, terwijl hij langzaam naor de tafel liep en de papieren opnam, alsof hij bang was dat ze hem zouden bijten. Van mij? anderd en met name de ontwikkelings mogelijkheden werden het platteland niet meer bewust onthouden, maar ge lijkheid in overheidszorg en ontwikke lingsmogelijkheden is er nog geenszin.s Als de heer Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid zegt „verbeterde volks huisvesting, achturen dag, fabriekshy- giëne, sport, jeugdzorg, gezondheidsdien sten, sociale verzekeringen, verminderd drankgebruik", hebben een einde ge maakt aan het vroeger als onvermijde lijk beschouwde verschijnsel, dat de be volking eener fabrieksstad in enkele ge slachten degenereerde, dan acht spr. dit slechts ten deele juist. Al deze factoren rustten deze bevolking niet toe met den wil door een talrijk gezin het geboorte cijfer op peil te houden en zijn zonder veel invloed op de mentaliteit, een veel voornamer factor nog dan lichamelijke. De landbouwer kent de afhankelijkheid van den mensch en voelt zich daardoor geen heerscher over zijn lot, hij is min der toegankelijk voor den waan van den dag. Dit alles verschaft de land bouwende bevolking een zoo groote be- leekenis voor de mentaliteit van een volk, dat zij ook op deze gronden ten eenemale onmisbaar is. Ook blijkt welke zorg in sociaal-hy- giënsch opzicht aan de stadsbevolking wordt besteed, welke ed boerenbevol king meestal moet missen, zooals bijv. het gymnastiekonderwijs, dal de platte landsgemeenten ook na 1935 niet zul len kunnen betalen. De positie van den landbouw in de huidige samenleving is die van een lijdend orgaan in het li chaam, of om hel merl den heer J. Smid van Voorburg te zeggen, die van den pakdragenden ezel in een reizende fa milie. De boerenstand kon de maatschap pelijke ontwikkeling in de laatste 50 jaar op economisch, sociaal en politiek terrein niet meemaken, en de arbeid- organisatie en vakverbonden kregen een voorsprong. Ook kwam de boeren stand achteraan om naast zijn beginse len in de politiek ook zijn belang doel matig te dienen. Daarbij kwam als voor name oorzaak, dat de stedelijke bevol king, de intellectueele kringen, de spraakmakende gemeente den landbouw niet kende en maar een heel flauw of heelemaal geen besef had van de econo mische wetten, welke in den landbouw heerschen. Er is thans een dubbele cri sis, een economische en een in de ver houding van den landbouw tot de andere bevolkingsgroepen. Maar aan den land bouw is in dezen tijd bewaarheid het woord uit den tweeden Corinthen brief: als ik zwak ben dan ben ik machtig. Er zal niet langer over hem geregeerd wor den, hij zal van nu af aan mee regeeren als hij volhardt in het nu begonnen werk. De organisaties worden steeds beter en de publicaties van de landbouwboek- houdbureaux openen steeds meer oogen voor de slechte bezoldiging van den land- bouw-ondernemer. Spr. wees er verder op, dat de land- bouwvoormannen spoedig j a tegen de crisis zeide en deze aanvaardde als een tijd van „Umwertung aller Werte", ter wijl andere bevolkingsgroepen, ook on ze economen, het omverwerpend karak ter der crisis nog niet konden of wil den zien, terwijl een groote groep als bijv. de S.D.A.P. er nog altijd neen te gen tracht te zeggen. Men begreep in landbouwkringen, dat bij groote kwalen alleen groote middelen kunnen helpen. De hulpverleening is te laat en in on voldoende mate gekomen en komt dat nog. Maar toch heeft de georganiseerde landbouw het volk een grooten dienst bewezen door tijdig de oogen te hel pen openen voor den ernst der tijden, het vertrouwd maken met de noodza kelijkheid veel, dat vroeger ondenkbaar was, te moeten aanvaarden. Het is al leen zoo jammer, dat er bij de regeering niet éénzelfde begrip van den ernst der landbouwcrisis werd gevonden en bij ons volk zoo vaak aan doovemansooren i Van jou verzekerde Spencer hem ernstig. Maar, wat.... wat.... oh, drom mels! mompelde Harker slap. Spencer glimlachte. Je verbijstering doet mij leed. Harker, zei hij. Misschien zou het niet behoorlijk van me zijn heen te gaan zonder een enkele verklaring, na de edelmoedige behandeling, die je mij be toond hebt. Zie je, het begon alles Hij hield zich in. Maar neen, dat deel van de geschiedenis doet niets terzake. Nu, als Albert T. Ryan had ik reden om te vermoeden dat Henry Aimsbury vergeef me als ik oneerbiedig van je vader schijn te spreken, Eric dat Henry Aimsbury eigenlijk geen geschikt man was om belast te zijn met het Wee- zenfonds. Ik ben geen man om een an der zonder bewijs te veroordeelen en daarom beroofde ik zijn brandkast, toen ik wist dat hij in financieele moeilijk heden was. Alleen om te zien hoe hij reageeren zou. Eric hield zijn mond dicht en boog zijn hoofd om de enveloppe, die hij in de hand had, te bekijken, meer om zijn gedachten te verbergen dan om den vorm te bestudeeren. Hij reageerde zooals ik verwacht had, ging Spencer rustig voort. Hij be leende de Weeshuisbezittingen van vijf tig duizend, teneinde zich uit de moei lijkheden te redden, waarin hij door zijn spelen geraakt was, Verder beleende hij werd geklopt. Schoone droomen over een wereld van vrijhandel maakt dat men vergeet in de huidige protectionis tische verdwazing de scherpe wapens te gebruiken, die men tegen over een land als Duitschland in handen heeft. Tijdig gewaarschuwd, met klem bezworen om in te grijpen, heeft de overheid maanden in de veehouderij de zaken zich tot een catastrophe laten ontwikkelen. Het schijnt of men trachtte er zoo gemakke lijk mogelijk af te komen en dat zal zich wreken. Onze export is vernield, onze veehouders verloren in razend tempo hun kapitaal, In een verarmde streek kan men slechts door schulden en vor deringen de pen halen en met elkander van voren af aan beginnen. Ook de fi nancieele huishouding van provinciën, gemeenten, waterschappen loopt geheel vast en allen gaan er toe bijdragen het rijkscrediet te overspannen en ontred deren. Het dralen bij de steunverleening aan den akkerbouw, bij die aan de vee-, houderij bovenal, zal zich bitter wreken en spoedig kan blijken, welke stinkende wonden zachte heelmeesters hier heb ben gemaakt. De boerenstand moet be seffen, dat de leerling geworpen is, en voortgaan den hem toekomenden in vloed te verordenen, maar dat is een grootsche taak. Die taak is den boeren stand, mannen zoowel als vrouwen te doordringen van éen gepast gevoel van eigenwaarde, van fierheid, van den wil een gelijkberechtigd deelgenoot der sa menleving te zijn. Om te voorkomen, dat men in de crisis te onder gaat moet de landbouwstand zich vooral op drie din gen richten en wel op I. Organisatie; II. De Pers en de openbare meening en III. De politiek. De boeren kunnen veel leeren van de arbeiders- en ambtenarenorganisaties en men moet den laatsten boer er toe bren gen zijn plaats in de organisatie in te nemen. De gelden daarvoor moet hij be schouwen als onmisbare bedrijfsuitga- ven. Ook aan de vorming en organisatie van den vrouwelijken boerenstand moet groote aandacht worden gewijd, zij vor men de helft en hun opvattingen, geest en werkzaamheid is voor de zaak van den landbouw van groot belang. Als de Nederlandsche boeren grieven tegen de pers hebben, vooral tegen de groote pers, dan valt een deel van die grieven terug op hen zelf, omdat zij haar te veel verwaarloosd hebben als instru ment tot het bespelen der volksconciën- tie. Men moet invloed in de pers hebben; naar sprekers inzicht is die bij goede organisatie te verkrijgen en zal de pers de gelegenheid de meening der landbou wers te uiten niet onthouden, indien men ze in goeden vorm te harer beschikking stelt. Naast organisatie is de beschik king over het noodige geld hier onont beerlijk. Iedere gulden aan eên goeden persdienst besteed zal 10-dubbel worden vergoed. Ten slotte de politiek, hier bij staan drie wegen open, nl. via een aparte boerenpartij, via de opgerichte boeren bonden en via de bestaande politieke partijen. Spr. aarzelt niet den eersten weg beslist te verwerpen. Zij zal aan nemende, dat men andere groepen niet wil onthouden wat men zelf doet voeren naar absolute belangen politiek, waarbij de boerenstand zeker aan het korste eind zal trekken. De weg via de boerenbonden en die via de politieke partijen vertoonen groote overeenkomst. Spr. behoort tot hen, die den laatstge noemden weg voorstaan. Men moet han delen in contact met andere bevolkings groepen en het voorkomt, dat er wrijving ontstaat tusschen de boeren bonden en de landbouworganisaties, en dat de eensgezindheid van den georgani- s eerden boerenstand verloren gaat. Ont waking van groote- groepen van den boerenstand, uit hun politieke lusteloos heid en bereidheid om daadwerkelijk in de politiek, onder erkennig van de hoog- ze met de B.F.I. voor eigen rekening, zooals ik vermoedde, want ik had re den om te denken, dat de B.F.I. in dien tijd geneigd was twijfelachtige zaken aan te nemen. Dat is genoeg hiervan. Ik mag zeggen dat ik Harten drie als waarschuwing naar Aimsbury j zond. Zooals Clinton U zeggen zal, beteekent Harten drie „binnen een week" volgens de beste handleidingen voor het kaart lezen. Daarom was Clinton zoo in de war toen U een Harten drie ontving, sir Peter, zei hij, zich tot den baronet richtend. Harker had driftig willen invallen, maar Spencer hield hem gebiedend tegen. Als het je belieft. Er was nog iets anders, waarin ik meer dan gewoon be lang stelde. Sir Peter's overheerschen- de houding. Ik besloot te trachten die te doen verdwijnen en daar Aimsbury mijn plannen zeer vriendelijk onder steunde, bracht ik sir Peter in een zeer moeilijke positie door zijn Wairara-pe- troleum-aandeelen te stelen. Klaveren vier was een verontschuldiging voor den overlast, die ik jou bezorgd kan hebben, Harker, Dat kan je ook in de handleiding opzoeken. Sir Peter had de keuze tusschen een bankroet of red ding ten koste van vernedering. Het overige weet je. En daar mijn doel in deze zaak bereikt is, zie ik geen reden, waarom ik je eigendom niet zou terug geven. Ik heb het niet noodig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5