OVER DE WAARDE VAN
STOELEN EN BOEKEN
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 7 MEI 1932. No. 107.
ZEELAND.
KERKNIEUWS.
ONDERWIJS
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
OLMAAKTI
LWALITEIT
door
GABRIëL SMIT.
Niets is zoo gevaarlijk voor het besef
fen van de volledige waarde der dingen
dan de dagelijksche omgang ermede
Moet ik u in dit verband nog aan uw
meubilair herinneren? Hoe trotsch en
voorzichtig gij geweest zijt toen gij het
juist uw eigendom noemde? En de he-
mel-tergende ontstemming over hel eer
ste krasje?
Zoo is het ook met het boek gegaan.
Toen ge het mee naar huis bracht van
den boekverkooper hebt ge het zeer
zorgvuldig gekoesterd en er misschien
zelfs een krant omheen gevouwen. Maar
nu? Ge hebt het een half jaar en uw
vrouw zet er zuinig de warme melkko
ker op: anders komen er vieze kringen
in het fluweelen tafelkleed.
Het pijnlijkste van dit alles is nog,,
dat wij in het dagelijksche slijtingspro-
ces het verschil in waarde vergeten tus-
schen de stoel en het boek. Het zijn
beiden gebruiksvoorwerpen, nietwaar?
Maar als de schrijver nu plotseling eens
bij u binnen kwam?
Wanneer de meubelmaker u met een
onverwacht bezoek vereerde en uw
jongste spruit gebruikte de pooten van
diens eikenhouten gewrocht als oefen
terrein voor zijn indianen-neigingen, in
argelooze geestdrift vandaliseerende,
ge zoudt zonder twijfel den binnenhuis
kunstenaar met familietrots attent ma
ken op de phenomenale capaciteiten
van kinderspieren. Kwam de schrijver
binnen.... het fundament voor een du
rende echtelijke verbittering was vol
komen gelegd. Uw vrouw zou een groo-
te krant drapeeren over melkkoker en
kunstwerk en wanneer toch de pijnlijke
situatie aan het licht kwam, ge zoudt
duizenden excuses maken en den on-
schuldigen man voorloopig niet meer
durven groeten.
Alleen plotselinge omstandigheden ont
doen ons besef van de mechanische huls
der dagelijksche nivelleeringswoede. Een
dergelijke verrassing bijna wordt zij
u allen toegewenscht openbaart ons
de lang vergeten bizondere waarde van
het boek, de (vergeef de economische
term meerwaarde, welke het overhoudt,
wanneer ge van de som zijner eigen
schappen de kosten van het papier
en inkt aftrekt. En deze meerwaarde
is niets meer of minder dan de mensch,
die het schiep; het is zijn liefde, zijn
haat, het is kort en goed: zijn hart.
Een boek is dus 'n in papier gewikkeld
hart? Ja, het is duidelijker: een hart,
waaromheen de kunstenaar een lichaam
van schoone woorden schiep, welk
lichaam door den uitgever werd gekleed
in een gedrukt omhulsel. Het is dus 'n
soort mechanische mensch, de incorpo
ratie der stoutste ingenieursdroomen?
Inderdaad, met een klein verschil: het
is een mechanische mensch, waarin de
bijna een echt, werkelijk mensch? Wij
goddelijke droom leven kan. Het is dus
zijn er. Ja, boeken zijn als menschen,
zij hebben volledig recht op de zelfde
menschwaardige behandeling, de zelfde
naastenliefde, als die, welke gij uw lot-
genooten in den „struggle for life" toe
draagt.
Want hebt ge wel eens 's avonds, na
een langen, vermoeienden dag bij uw
boekenkast gezeten. (Verondersteld
wordt, dat gij er een hebt, naast de
broodtrommel van uw vrouw en dat ge
de kast niet lukraak hebt volgestopt,
maar er boeken hebt staan, die iets
werkelijks voor u beteekenen.) Gij zit
zoo'n beetje in uw stoel te soezen. Ge
dachten gaan als zachte schimmen met
vertrouwde gebaren voor uw oogen
langs, er zijn er, die tegen u spreken, er
zijn er ook, die zwijgend voorbijtrekken.
Het zijn beelden uit uw leven, ontmoe
tingen, die gij reeds lang vergeten
waandet, een goede handdruk, een war
me oogopslag. Maar daartusschen, daar
achter, daarvóór? Zonder dat gij het
wildet, zijn uw boeken er bij, zij trek
ken mee in den dierbaren stoet van
vrienden, zij groeten u: de spichtige
Droomkoninkje alle figuren van uw
boekenkast hebben zich in de rij ge
schaard. Hebt ge hen niet werkelijk
ontmoet? Ge kent geen wezenlijk on
derscheid tusschen deze mijmergestal-
ten, want het zijn allen levens, stem
men, handen, oogen, harten.
Dit zijn wij vergeten. Hoe kon het
anders^ Zeker, de boekenproducenten
hebben het er wel naar gemaakt. Zij
brachten boeken in de etalages, waar
in met de beste wil van de wereld geen
hart te ontdekken viel. Maar wanneer
wij het over het boek hebben, nemen
wij toch het boek in ^ijn schoonsten
vorm?
Dat boek is een mensch. En, wees
daar zeker van, het is in uw leven als
een mensch. Een slecht boek is even
onbetrouwbaar en hinderlijk als een
slecht mensch wees daarom zeer
nauwgezet in de keuze van uw boeken
maar een goed boek zal uw beste
vriend zijn. Gij kunt er tochten mee
maken en gij zult nooit eenzaam zijn,
gij kunt het raadplegen als een ver
trouwde gids. Het is stil en bescheiden,
het zal zich nooit ongevraagd op den
voorgrond dringen, en gij zult het on
misbaar weten.
Daarom: neem vanavond eens een
boek ter hand en denk eens na over
wat ik u zeide. Eeuwen wijsheid en toe
wijding liggen op uw vingers, een
schoon verleden en een schoone toe
komst. Het is al wat het leven geven
kon en geven zal, het groote leven,
waarvan gij een nietig schakeltje zijt.
Alles komt tot u in dit kleine moment,
het vraagt u niets, het is stil en beschei
den, het zwijgt. Het wacht, het kan
wachten, jaren, jaren, want het is zeker
van zijn zaak, maar wanneer gij niet
inkeert, wanneer gij niet luistert naar
de roepstem van het hart der eeuwen,
wanneer gij niet antwoordt op de drin
gende, groote vraag van dit boek,
een der schoonste dingen, waartoe de
eene mensch tegenover den ander in
staat is, zal u achteloos zijn voorbijge
gaan.
A.utcbusconcessies.
Ged. Staten van Zeeland hebben
voor den tijd van 5 jaar vergunning ver
leend voor het in werking houden van
autobusdiensten aan:
Jos. Wauters te Hulst, dagelijks van
Hulst over St. Jlnsteen en Kapelle-
brug naar de Belgische grens en omge
keerd;
J, A. Manneke te Breskens, dagelijks
van Breskens over Schoondijke, Oost
burg en Aardenburg naar Eede (Belgi
sche grens, en omgekeerd en dagelijks
van 1 Juli tot 15 September van Bres
kens over Schoondijke en Oostburg
naar Sluis (Belgische grens) en omge
keerd;
L. M. Blom te Haamstede, dagelijks
van BurghHaamstede over Renesse,
Noordwelle en Serooskerke naar Zie-
rikzee en terug.
Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten.
De afdeeling Zeeland van de Vereeni
ging, van Nederlandsche Gemeenten
houdt haar algemeene vergadering te
Middelburg op Donderdag 26 Mei.
De agenda bevat behalve de gewone
vereenigingszaken een lezing van den
(Ingez. Med.)
heer P. Noordenbos, directeur van het
Registratiebureau van de Vereeniging
van Nederlandsche gemeenten over de
gemeentelijke registratuur.
Aan het jaarverslag der afdeeling ont-
leenen wij, dat het ledental iets toenam
en thans 70 bedraagt. Het totaal aantal
gemeenten in Zeeland is 109. Het jaar
verslag vermeldt bemoeiingen der afdee
ling inzake begrootings- en rekenings
voorschriften; minimum huurprijzen;
schoolgeldheffing; kosten van verpleging
van armlastige krankzinnigen en vleesch-
destructie en de mededeeling, dat fi-
nancieele bezwaren het niet toelieten
aan cursussen uitgaande van den Ne-
derlandschen Bond voor gemeenteamb
tenaren subsidie toe te kennen.
Na een gemeenschappelijken lunch in
de sociëteit ,,St. Joris" zal gelegenheid
gegeven worden tot het bezichtigen van
het openbaar coöperatief slachthuis te
Vlissingen.
Onderhoud wegen.
Ingevolge de Wegenibelastingvero,rde-
ning Zeeland hebben Ged. Slaten de vol
gende bijdrage in de kosten van onder
houd van wegen over 1931 toegekend:
aan de provincie Zeeland voor den
weg Schoondijke—IJzendij'ke f 1202: den
weg Oostburg-Zuidzande-Cadzand f592;
den weg Neuzen-AxeT f 106; aan de ge
meente Vlissingen voor een d'eel van
den weg KoudekeiJke-Vlissingen f 198;
en voor eien deel van dén weg Middel
burg-West Souburg-Vlissingen f 470;
aan de gemeente Middelburg voor een
deel van 1 a a l s t ge n oe i n d én, ,-av eg f 392.
Alg. Synode Commissie der Ned.
Herv. Kerk.
De vereeniging voor Volkenbond en
Vrede heeft evenals in vorige jaren ge
vraagd, de aandacht der he. vormde ge
meente te vestigen op den „Volken
bondsdag", welke op 18 Mei in verschil
lende plaatsen van Nederland wordt
georgan seerd in het belang van den
Volkenbond, zijn werk en zijn beteeke-
nis. Besloten wordt in het officieel or
gaan der kerk tot de kerkeraden het
verzoek te richten, op den Zondag voor
afgaande aan bovenvermelden datum
het werk dier vereeniging onder de
aandacht der kerkgangers te brengen.
In de tweede zitting worden verder
behandeld de aanvragen om steun uit
het fonds voor noodlijdende kerken en
personen. Het betre t thans de zgn.
groote toelagen, welke bestemd zijn voor
het bouwen van pastoriën en kerken.
Op de agenda zijn 35 van die aanvra
gen vermeld, doch later bij de behande
ling van de genera'e kas, zal blijken, dat
er nog heel wat meer'- gemeenten onder
steuning behoeven. Het geheele aantal
aanvragen, voor d e k s be temd (waar
onder dan ook veletjicaor andere doel
einden en voor personen), bedraagt 166.
Evenals telkenjare zal menige gemeen
te wegens gebrek aan middelen moeten
worden teleurgesteld of minder ont
vangen dan waa"op zij rekende.
Ned. Herv. Kerk.
Ds. D. J. Vossers te Rozenburg, vroe
ger te Serooskerke (W.), is beroepen
te Vlissingen.
Nieuwe oogheelkundige kliniek te
Groningen.
Onder groote belangstelling van auto
riteiten heeft Woensdagmiddag te Gro
ningen de officieele opening plaats ge
had van de nieuwe oogheelkundige kli
niek, behoorende bij het Stads Provin
ciaal en Academisch Ziekenhuis te Gro
ningen.
In de collegezaal van het nieuwe ge
bouw, dat verrezen is in het uitbrei
dingsplan van het ziekenhuis, had de
opening plaats met een redevoering van
prof. dr. G. F, Rochat.
58).
Gaan? Waar? Waarom zou ik
heen gaan?
Sir Peter stond met den siphon in zijn
handen en zijn kaak begon weer voor
uit te steken.
Je vragen in volgorde beantwoor
dend, antwoordde Spencer geduldig,
naar de provisiekamer en omdat ik voor
het oogenblik je diensten niet noodig
heb. De behoorlijke manier is, beleefd
te buigen en zwijgend heen te gaan.
Moet je me nog verder vernede
ren in tegenwoordigheid van mijn doch
ter? vroeg de ongelukkige baronet, en
zijn levendige geest stond weer op
een zeer laag punt.
Ik zal het je wijzen, ging Spencer
voort, zonder acht te slaan op de vraag
Zoo.
Hij stond ernstig. Brace, je kunt gaan.
Hij hoog deftig, keerde zich langzaam
om en liep in de richting van de deur
met een waardigheid, die het resultaat
van jaren praktijk was. Zoo, zie je?
voegde hij er bij, zich omkeerend en
weer door de kamer terugkomend. Het
is inderdaad zeer eenvoudig. Nu, Brace,
je kunt 1
Ma .r .vii n.i j antwoordde de
baronet, weer aan de vijf dagen uitstel
denkend.
Jij kunt gaan, Spencer!
Spencer stond midden in de kamer,
•en rolde veelbeteekenend zijn linker
hemdsmouw op.
Daar ik een kort particulier on
derhoud met miss Brace verlang, be
gon hij.
Brace, viel Enid in, naar de deur
van den salon wijzend. Wees zoo goed
de kamer te verlaten.
Wat? Wees zoo goed de kamer te
verlaten!
Sir Peter aarzelde een oogenblik,
toen stak hij zijn kaak vooruit en hij
g;ng naar de deur, onbewust den siphon
in zijn linkerhand meenemend.
Je zult hiervoor betalen, Spencer,
snauwde hij, toen hij de kamer verliet,
en de deur zoo heftig dicht gooide, dat
het huis er van dreunde.
Er volgde een pijnlijke stilte, toen de
meubels niet meer rammelden, daarna
hoestte Spencer verontschuldigend.
Ik ben bang dat we wat moeite
met onzen nieuwen butler zullen heb
ben, zei hij luchtig. Hij is nu nog tame
lijk onhebbelijk.
Enid kwam naar hem toe en legde
haar hand op zijn arm.
Mag ik vragen wat je ware reden
is van dit zonderlinge voorstel, Spen
cer? vroeg zij en haar toon klonk wat
streng.
Spencer was toch tenslotte een be
diende en dat moest men hem niet ge
heel laten vergeten.
Miss Enid, pleitte hij ernstig, met
een uitdrukking van pijn in zijn even
opgetroken oogen, heeft hij deze verne
dering niet verdiend? Heeft hij in de
laatste jaren niet ieder schepsel hondsch
behandeld, dat zwakker was dan hij?
Heeft hij niet bijna het recht verbeurd
een gentleman genoemd te worden? En
heeft hij niet een misdaad beraamd
zoo hij die al niet reeds begaan heeft
die zijn naam door den modder zou
sleepen
Zijn laatste woorden waren bitter en
sarcastisch.
Enid hief trotsch het hoofd op.
Hij is mijn vader, mijnheer! herin
nerde zij hem toornig.
Spencer was even stil en hij keek
naar het opgewonden gelaat voor hem
met oogen, die in de verte zagen.
Dan dank ik God, dat U op Uw
moeder gelijkt, zei hij raadselachtig.
HOOFDSTUK XXIII.
Waarom zeg je dat? vroeg het
meisje, na een pauze, en veel van de
strengheid harer stem was vervangen
door een zeer natuurlijke nieuwsgierig
heid.
Spencer glimlachte tamelijk droevig.
De gevolgtrekking is natuurlijk,
wanneer ik aan Uw vader denk, ant
woordde hij ontwijkend.
Enid keek hem verbaasd en verward
aan. Zij was Spencer meer als een wel-
doenden bloedverwant dan als een be
taald dienaar gaan beschouwen voor
al in deze laatste dagen, toen het hu
meur van haar vader haar slechts een
zwak symptoon van zijn sympathie voor
haar had doen blijken en deze ver
bijsterende openbaring, dat Spencer 'n
man van geld was, en dat zijn toespraak
niet het vernisje was, dat eerste bedien
den dikwijls als hun gereedschap be
schouwen, maar de beschaafde verkla
ring van een beschaafd man, riep een
natuurlijken argwaan in haar wakker.
Zeg me, Spencer vroeg zij, hem
recht in de oogen ziende, wie heeft die
obligaties gestolen?
Spencer beantwoordde haar blik vast.
Blijkbaar een of ander volmaakt
gewetenloos mensch beantwoordde hij
met kalme overtuiging.
Het meisje keek hem peinzend aan,
toen, besluitend dat haar achting voor
den man vóór haa- gerechtvaardigd
was, schonk zij hem een openhartigen
glimiach.
Het staat niet aan mij je particulie
re zaken te onderzoeken, zei ze, onbe
wust Spencer's gematigde spreekwijze
navolgend, en met een vleugje van hu
moristisch sarcasme, evenmin als mij
te verbazen over je gedaanteverwisse
ling. Ik moet je echter vooruit al dan
ken voor de voordeelen, die voor het
Huis Brace zullen voortspruiten uit je
ridderlijke liefdadigheid. Sir "Vy i'
redelijk mensch onder zijn
verwaandheid en als je dat kunt aan-
toonen, tot je eigen en zijn tevreden
heid, dan zijn alle middelen, die tot dat
doel mogen voeren, volkomen geoor
loofd.
Zij stak haar hand uit en Spencer
boog er met een horfe!ijk gebaar over
heen en zij zag niet de zwakke uitdruk
king van leed in zijn oogen en op zijn
lippen, toen hij op de vinges neerkeek,
die hij even langer vasthield dan zelfs
zulk een oogenbl'k rechtvaardigde.
Dank, U, miss Enid, antwoordde
hij ernstig. Ik zal mijn best doen. Het is
niet mijn bedoeling sir Peter noodeloos
te vernederen, maar een beetje tucht
is goed voor ieder mensch. Het houdt t
onkruid van het hart in bedwang. Hij
zag haar ernstig in de oogen. Mag ik U
verzoeken Uw tegenwoordige plaats in
de huishouding te blijven innemen als
mijn gast? ging hij grillig voort.
Heb ik dat al niet aangenomen,
mijnheer Spencer? Ik ben in goed ver
trouwen op Uw uitnoodiging vooruit
geloopen en blijf hier voor een heel
langdurig bezoek.
Spencer kleurde even bij de ongewo
ne wijze van aanspreken. Hij was opge
klommen van eenvoudig Spencer tot een
wezen, die een beleefden titel waard
was. Hij boog weer even.
(Wordt vervolgd.)