HEffilHK OM IN HUIS TE/HEBBEN
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 29 APRIL 1932.
No. 101.
MOEILIJKHEDEN IN HET
OESTERBEDRIJF.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
DOMBURG
ZEELAND.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
De toestand in het centrum van
den Nederlandschen oesterhan-
del; een onderhoud met den bur
gemeester van Ierseke; de op
brengst der oesters dit jaar tot
op de helft gedaald.
Het aantal maanden met de door visch-
liefhebbers zoozeer gewaardeerde „r"
loopt ten einde, en het slot van het oes
ter-seizoen van dit jaar is in zicht. Dat
het nu bijna afgeloopen seizoen voor
het Nederlandsche oesterbedrijf verre
van gunstig is geweest, is geen geheim.
Ook in dezen tak van onze welvaart
heeft de algemeene crisis zich doen gel
den, hetgeen vooral in het centrum van
den binnenlandschen oesterhandel, in
Ierseke, tot uiting is gekomen. Een on
zer medewerkers heeft dezer dagen een
onderhoud gehad met den burgemeester
van Ierseke, den heer H. C. J. Gunning,
die, alvorens de tegenwoordige moei
lijkheden in het bedrijf te bespreken,
een overzicht van vroeger perioden gaf.
,,De oester-cultuur is altijd een wis
selvallig bedrijf geweest", aldus conclu
deerde de burgemeester. Op zich zelf
is een laag prijsgemiddelde nog zoo
erg niet, mits dit, zooals normaal is,
verband houdt met een grooten omzet.
De seizoenen tusschen '21 en '31 gaven
gemiddeld 25 millioen oesters en 2 mil-
lioen gulden, of 80 per duizend. De
schommelingen in het quantum waren
toen vrij groot, maar zij werden geni
velleerd door de prijzen.
Het afgeloopen seizoen geeft echter
een productie, iets beneden het gemid
delde tegen een prijs van slechts de
helft, zoodat de opbrengst op 1 milli
oen gulden kan worden geschat. Dat
is de groote strop, waarbij nog komt,
dat de oorzaken voorloopig geen hoop
op verbetering geven. De oorzaken im
mers zijn de sterfte onder de oesters
en de malaise, voornamelijk die in En
geland. De sterfte wordt teweegge
bracht door den zgn. „doorn." Door een
mysterieuzen invloed, misschien zwakte
van den oester, ontstaan donkere vlek
ken in het paarlemoer van de schelp.
Dit kwaad vreet verder in, er komt een
gat in de schelp, en de oester sterft.
Een merkwaardigheid is daarbij, dat
de oesters, die niet of weinig zijn aan
getast, dit jaar juist van superieure
kwaliteit zijn. Ik heb nooit zulke goede
oesters gegeten als dezen winter. Maar
van de 60 millioen in 1931 voor de con
sumptie uitgezaaide oesters zijn er maar
30 millioen overgebleven, als het niet
nog minder is.
Dit was bij het begin van het sei
zoen reeds bekend; de prijzen werden
flink opgezet, zoodat we onze normale
2 millioen gulden hadden kunnen be
reiken. Ook de stoot door den val van
het Pond werd tamelijk wel opgevan
gen. Maar weldra bleek dat er geen
afname was. Vooral de vraag naar
groote oesters, die anders vooral naar
Engeland gaan tegen 150 tot 200
per duizend, en die het geld in het
laatje brengen, bleef uit.
Wanneer men zijn voorraad ziet uit
sterven en de prijzen ziet dalen ont
staat de gedachte: opruimen. Zoo moest
de ramp wel komen. De markt liep tot
beneden de helft terug en ze blijft zak
ken, want nog kan men den geringen
voorraad niet kwijt, en dat is het
ergst men blijft met de groote soor
ten zitten. Tot overmaat van ramp heft
Engeland van 27 April af 30 pet. in
voerrecht.
Wat er tegen te doen? Concurrentie
beteugelen zeggen velen. Al is de po
ging van niemand minder dan Treub
met de verkoop-centrale de „Coczo"
totaal mislukt, dan desnoods maar met
dwang. Neen, zeggen anderen, zonder
concurrentie waren er lang geen 24 mil
lioen verzonden; daardoor juist hebben
we België als groot-afnemer herwon
nen. Mis repliceeren de eersten; België
winnen is geen kunst, dat land neemt
altijd af als de prijzen laag zijn. Bij min
der verzending, hadden de prijzen zoo
veel hooger kunnen zijn, dat totaal
meer zou zijn opgebracht. In '25 op
'26 was de omzet slechts 14 millioen,
maar de opbrengst toch 1.5 millioen
gulden. Toen kon men betalen, beweren
anderen, nu niet, getuige de overgeble
ven groote oesters. Bovendien zou bij
geringer omzet minder werkgelegen
heid in het bedrijf zijn geweest.
Zooals meestal hebben beide partijen
gelijk.. H. voor een doel. Meer samen
werking zou in het algemeen stellig be
tere resultaten geven, maar ook zal ei
gen initiatief, geprikkeld door concur
rentie, steeds veld doen winnen.
Ik geloof echter, niet, dat het thans
hierom gaat; betere organisatie zou de
malaise niet overwinnen. De steenfa
brieken b.v. hebben een prachtige orga
nisatie in hun verkoop-centrale de
„Vlamoven", en toch liggen ze nu stil.
En als het oesterbedrijf in Ierseke ook
eens stil of bijna stil zou moeten lig
gen, aldus burgemeester Gunning, waar
moet ik dan met mijn 4000 zielen heen?
Zeker, meer samenwerking zou be
ter zijn, maar men is wel wat al te
gauw geneigd de oesterboeren de schuld
te geven. De „Coczo'" is mislukt de
kleintjes konden het er niet in uithou
den, konden het niet uitzingen, en on
der de grooten waren er, die schanda
lig knoeiden en zich ten koste der me
deleden bevoordeelden, terwijl anderen
er hun voordeel in zagen buiten de
„Coczo" te staan en den afzet naar zich
toe te trekken, waardoor zij kapitalen
verdlienden.
Een groep ongeschoolden in een vrij
jong bedrijf, die de eeuwenlange trai
ning van den gevestigden koopman
stand mist, kan men er geen verwijt van
maken, dat zij onder die omstandighe
den het spoor in den warwinkel kwijt
raakt. Er is jarenlange oefening noodig
om tot samenwerking te kunnen komen.
Die weg is nu ingeslagen; het succes is
matig, maar het matige, dat er is geeft
toch hoop voor de toekomst. Die toe
komst ligt echter ver, en inmiddels zit
ten we in het moeras. Als een somber
spook dreigt de sterfte, en nog som
berder dreigt de malaise waarvan wij
de gevolgen de eerste jaren nog zullen
hebben te dragen. Dat bij een opbrengst
van 1 millioen de pacht der oester-per-
ceelen ad 600.000 en de verdere ex
ploitatie-kosten niet betaald kunnen
worden, althans niet op den duur, dat
spreekt vanzelf. Een bescheiden beroep
is reeds op de regeering gedaan ten ba
te van enkele zwaar getroffenen, en
het is te vreezen, dat wij dat in de naas
te toekomst zullen moeten herhalen, 't
wegnemen der Engelsche handelsbe
lemmeringen zou een groote stap in de
goede richting zijn. De regeering heeft
als groot-verpachter overigens 't meeste
belang bij een niet verarmden pachter
stand. Dankbaar gedenken we het vele,
dat de regeering op allerlei gebied in
vroegere jaren al deed.
Inmiddels zoeken we nieuwe banen;
we trachten o.a. het eigen land voor
oesters te winnen. Men denkt hier bij
oesters nog te veel aan champagne, en
men vergeet, dat men bij een glas bier
voor een gulden kan smullen van een
portie sublieme Zeeuwsche oesters. U
moet het vast eens probeeren.
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden aangenomen door
den Agent W. TRIELLER
CONTINGENTEERING VAN
TEXTIELGOEDEREN.
Naar het Corr. Bureau verneemt zal
een dezer dagen een Kon. besluit af
komen, waarbij de contingenteering van
textylgoederen verlengd wordt. De
percentages worden vastgesteld voor
wollen en half wollen stoffen 65 pCt.
gerekend op een basis van den gemid
delden invoer van de jaren 1929, 1930
en 1931, voor tricotgoederen 70 pCt.
gerekend op een basis van den gemid
delden invoer in de jaren 1929 en 1930,
voor confectiegoederen 6214 pCt. gere
kend op een basis van den gemiddel
den invoer in de jaren 1929, 1930 en
1931 en voor rubberconfectie 75 pCt.
gerekend op een basis van den gemid
delden invoer in de jaren 1930 en 1931.
Deze contingenten zijn van kracht
voor het tijdvak van den lsten Februari
19321 Februari 1933.
R,K, STAATSPARTIJ EN
DE RIJNSCHELDEKWESTIE.
De R.K. Kieskring-organisatie Til
burg heeft een ad es gericht tot het
Partijbestuur, meldt het „D. v. N.-Br.
waarin ze verklaart de hoop te koeste
ren, dat de verwezenlijking van het z.g.
Eendrachtsk-.naal, van Dintelsas tot
Bath, in een open zeehaven aan den
Brabantschen wal ei digend, tot een
punt van het werkprogram der R.K.
Staatspartij voo- de eerstvolgende ver
kiezingen van leden der Staten-Generaal
zal worden verklaard.
De Rijkskieskring-org^nisatie wordt
daarbij geleid door de volgende over
wegingen .-
1. Het kanaal van ir. E. van Konij
nenburg is noodzakelijk voor ons gewest;
2. Het dient groote nationale belan
gen.
3. Het is van internationaal stand
punt de beste oplossing van het vraag
stuk der verbetering van de verbinding
tusschen Westerschelde en Rijn.
CONFLICT STROOCARTONNAGE-
FABRIEK GEËINDIGD.
De samenwerkende organisaties van
arbeiders in de stroocartonindustrie heb
ben aan de bemiddelingscommissie be
richt ingezonden, dat de stakers met
groote meerderheid hebben besloten op
door de bemiddelingscommissie mede
gedeelde voorwaarden den arbeid te
hervatten. Het conflict in de stroocar
tonindustrie, dat vele weken duurde,
kan hiermede als geëindigd worden be
schouwd.
De fabrieken zullen binnen enkele da
gen v/eer in bedrijf worden gesteld.
mmsK
(Ingez. Med.)
De gemeenteraad van Amster
dam heeft hedennacht het voorstel van
B. en W., om over te gaan tot een tijde
lijke korting der loonen van de gemeen
tewerklieden, gemiddeld 5 pet., verwor
pen met 23 tegen 21 stemmen.
Op 1 Juni a.s. komt de electrische
lijn AmsterdamPurmerend in gebruik,
op 1 Juli die naar Monnikendam.
Verwacht wordt, dat de A. T. O.
voorloopig het monopolie voor perso
nenvervoer over den afsluitdijk tusschen
N. Holland en Friesland zal krijgen.
De opbrengst van de Emfmabtoem-
collecte. welke Dinsdag te Den H a a g
is gehouden bedraagt ruim f 9500.
De Koningin-Moeder heeft, door de
stad' rijdende, op verschjeidene plaat
sen een aantal gouden tientjes voor de
collecte gegeven.
52.
HOOFDSTUK XXI.
Er volgde een verbluffende stilte.
Sir Peter bleef midden in een adem
haling steken, en hij stond met uitpuilen
de oogen, hangende onderkaak, zijn
handen verstijfd, terwijl hij ze balde en
zijn deftigheidsgevoel blijkbaar alle aan
genomen theorieën tartend.
Enid hield op met haar ellebogen te
wrijven, en hield haar hoofd op zijde,
alsof zij de herhaling van een wonder
wachtte, waarvan zij zeker was, dat het
niet gebeurd kon zijn.
Wat?
Sir Peter kwam langzaam weer bij
en zijn stem was als een verbaasde gil.
Hij bracht zijn gezicht in een fitdruk- -
king van groote ongeloovigheid, en keek
zijn butler aan, alsof hij verwachtte dat
die achtenswaardige dienaar tot eer
loos stof zou verbrokkelen als een don
derende vergelding van den beleedig-
den persoonlijken God van het Huis
Brace.
Maar Spencer verbrokkelde niet, en
gaf ook geen blijk, dat hij binnen eenigen
tijd zou verbrokkelen. Hij scheen zich
integende.el te ontwikkelen, en toen hij
zich kalm tot sir Peter wendde, kregen
zijn grijze oogen bijna 'n biologleerende
uitdrukking, terwijl de trek om zijn
mond niet die was, welke men van den
volmaakten butler verwachtte of ver
langde; en toen hij sprak, was het met
een rustige overmacht, over de druk
kende atmosfeer van machtige emoties,
welke de kamer bijna zichtbaar vulden,
Ga zitten! beval hij, met zijn lin
kerhand naar een stoel naast de tafel
wijzend.
Sir Peter verstijfde weer. Bij deze
enorme on-eerbiedigheid voor zijn ge
slacht was hij zich vaak bewust, dat zij
den eeuwenlangen slaap der Olympi
sche goden had verstoord, want een ge
rommel van onweer werd in de verte
gehoord, en de zon werd plotseling ver
duisterd door een snel naderbij komen
de stormwolk.
Maar de cosmische verschijnselen wa
ren lang zoo merkwaardig niet als de
houding van sir Peter Brace, want hij
ging langzaam terug van Spencer, en
toen de achterkant van zijn knieën in
aanraking kwam met den rand van den
stoel, waarheen de butler nog steeds
wees, viel hij er in neer en staarde den
naderbij komenden Spencer aan, alsof hij
den origineelen draak ontdekt had!
Enid's oogen gingen zoo wijd moge
lijk open, en haar open mond getuigde
van den schok harer verbazing; want
de hedendaagsche jonge dame opent
haar mond niet ver, behalve in oogen-
blikken van de diepste emotie, of wan
neer zij tijdelijk-interessante zanglessen
neemt.
Spencer stond voor den starenden en
schijnbaar verlamden baronet, en zijn
blik bleef niet minder biologeerend.
Ik heb alles wat ik van plan was
te verdragen van U verdragen, sir Pe
ter, zei hij rustig, en wij zullen de zaak
van de inbraak, en mijn aandeeel daar
aan, op een vriendschappelijker manier
behandelen dan U zich had voorgesteld.
Sir Peter keerde zich afgemat naar
Enid.
Enid, beval hij, met een poging om
zijn gezag te herstellen, roep Lee Wang!
Als U maar eenigszins denk aan
Lee Wang's lichamelijk welzijn, zal U
hem op dit oogenblik niet roepen,
dreigde Spencer ernstig, voordat het
meisje antwoorden kon.
Sir Peter stond half van zijn stoel op
Blijf zitten!
Sir Peter ging zitten, en klopte met
zijn handen op zijn stoelleuningen op
een buitengewoon hulpelooze manier.
1 Ik zal Lee Wang niet roepen, zei
Enid.
Sir Peter verschrikte onder de koel
heid van deze openlijke uitdaging, en
zijn woede was de twistzieke woede van
den zieke, die tegen zijn geneesmiddel
strijdt. I
Tart jij me, Enid? vroeg hij met
MIDDELBURG.
De Chr, muziek-vereen. „Oefening
na den Arbeid" zal op Zaterdag 30 April
's avonds half negen ter gelegenheid van
den verjaardag van Prinses Juliana een
muzikale wandeling door de stad ma
ken.
De route is als volgt: vertrek Buiten
tuin, Langeviele, Markt, Gortstraat, Var-
kensmarkt, Hoogstraat, de Kaden, Ba
teau Port, Dam, Korte- en Lange Delft,
Burg, Balans, Abdij, Balans, Wagenaar-
straat, Hofplein, Korte Noordstraat,
Noordpoortstraat, Klein Vlaanderen,
Seisstraat, Krommeweele, Vlasmarkt,
Markt, Langeviele, Schuitvlot, Buiten
tuin.
Op den Dam, Abdij en Markt zal halt
gehouden worden en enkele nummers ten
j gehoore worden gebracht.
i Voor de afd. Walcheren van de
Ned. Chr. Reisvereeniging hield het
Hoofdbestuurslid van die vereeniging, ds.
W. F. M. Lindeboom van Serooskerke,
Woensdagavond in de Bogardzaal een
lezing over een reis naar Palestina en
Egypte. Eerst rijden we door Zwitser
land naar Genua, waar we aan boord
gaan van de „Monte Rosa", die ons in
Beiroeth aan wal brengt. Van Haifa bij
het Karmelgebergte sporen we naar
Tell-Aviv, een stad uit den laatsten tijd,
waar uitsluitend joden wonen en het
Hebreeuwsch de spreektaal is. In Jaffa
't oude Joppe bezoeken we het
huis van Simon den lederbei^ider, be
kend uit de geschiedenis van Petrus; de
haven van deze stad is echter minder
geschikt. Jeruzalem houdt ons langer op:
dit is immers de heilige stad van Chris
tenen, Joden en Mohamedanen. Hier
bezoeken we het oude Tempelplein met
de Omarmoskee, den klaagmuur, waar
schijnlijk een overblijfsel van de fonda
menten van den tweeden Tempel, den
Olijfberg met Gethsemané, Golgotha met
de grafkerk, het Kedrondal, de Via do-
larosa en andere historische plaatsen.
We brengen ook nog een bezoek aan
Sichem met de Jakobsbron, Nazareth,
Kana, Tiberias, Kapernaüm, Bethlehem
met den geboortegrot, alle gewijde plaat
sen, en dan gaan we -r- na een korte
pauze naar Egypte, het land der Fa
rao's.
Machtigen indruk maken de gewel
dige pyramiden, de begraafplaatsen der
koningen, waar de sfynx als een trouwe
wachter waakt. We staan ook even stil
bij het groote standbeeld nu liggend
van den Farao der verdrukking, toen
Israël in slavernij verkeerde, zien nog
enkele mooie kiekjes van den Nijl, die
Egypte vruchtbaarheid schenkt, van
Port-Said en Kaïro en verlaten dan het
Oosten om weer naar huis terug te
keeren.
Jaarverslag van den Middelburgschen
Bestuurdersbond en van het Bureau
voor Arbeidsrecht over het jaar 1931,
Moest het bestuur in het vorig jaar
verslag een kleinen teruggang in het
ledental constateeren, thans kan het
een aanmerkelijken groei daarvan ver
melden, wat, gezien den slechten econo-
mischen toestand waaronder wij leven,
een groote vooruitgang beteekent, en
zeker een bewijs is, dat het besef bij
de arbeiders dat zij georganiseerd moe
ten zijn, steeds veld wint.
Het aantal aangesloten afdeelingen
bevende stem.
Enid knikte met het hoofd, en zag
hem zonder medelijden aan.
Heel goed, knarste hij, terwijl hij
de telefoon naar zich toe trok en den
hoorn opnam. Heeel goed, wij zullen de
politie weeer laten komen.
Leg den hoorn neer! beval Spen
cer. De politie is te roepen en ik zal ze
roepen.... als het noodig is. Leg den
hoorn neer!
Zenuwachtig als sir Peter was door
het vooruitzicht der noodlottige gevol
gen, die onvermijdelijk zouden zijn na
het verlies der obligaties, nam deze on
begrijpelijke opstand van een onderge
schikte een omvang voor hem aan, die
hij in normale oogenblikken niet zou
gekregen hebben, en in zijn geest zag hij
een ongekende paniek voor zich. Hij
herkende in Spencer een wil, die onein
dig veel krachtiger dan de zijne was
een dynamische persoonlijkheid, die om
een duistere reden, zich in de gedaan
te van een butler verscholen had, een
macht, die de kracht uit zijn geest en
lichaam kon halen een bedreiging!
Hij, die geen meester gekend had, hij,
die zich onkwetsbaar had gewaand, zag
zich nu gedwongen in een toestand te
gelooven, die onmogelijk moest zijn in
een wereld, die uitsluitend bestond uit
het Huis Brace en anderen, en zijn toorn
was bitter. Hij trachtte wanhopig zijn
meesterschap te handhaven.
bleef gelijk. Pogingen om ook de afdee-
ling van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers te doen aansluiten, had
den tot nog toe geen resultaat.
Het ledental bedroeg op 1 Januari
j.l. 1365.
De werkloosheid was dit jaar grooter
dan eenig jaar te voren. Niet minder
dan 40340 dagen van werkloosheid der
leden moest men boeken, waarvan de
fabrieksarbeiders wel het grootste aan
tal hadden te dragen. Dit is begrijpelijk,
daar deze groep ongeschoolde arbeiders
slechts op enkele industrieën zijn aan
gewezen, in welke ook voor een groot
deel de crisis zich sterk doet gevoelen.
Naast deze werkloosheid is er nog 'n
groot aantal leden welke gedeeltelijk
werkloos zijn, door inkrimping van den
normalen werktijd. Dat de B.B. in deze
het mogelijke deed om den toestand
voor de werkloozen nog zoo dragelijk
mogelijk te maken, spreekt vanzelf.
Geen moeite en tijd werd ontzien om
in deze toestanden eenige verbetering
te brengen, daar waar het eenigszins
mogelijk was. Daar waar dit noodig en
mogelijk was, had men steeds de volle
medewerking van de S.D. raadsfractie,
en meer speciaal van den wethouder be
last met de werkloozenzorg. Voor deze
medewerking is een woord van dank
zeker wel gepast.
Hiermede hebben wij, aldus het slot,
zij het beknopt, de belangrijkste zaken,
welke in dit verslagjaar de aandacht van
den B.B. vroegen, weergegeven, al zijn
er dit jaar natuurlijk veel meer zaken
van kleiner belang behandeld.
De werkloozenzorg nam >vel een zeer
groot deel van onze aandacht en tijd in
beslag, doch wij kunnen dan ook met
genoegen op verschillende resultaten
van ons werk terug zien. Dit zou nog
beter kunnen zijn, als alle leden vol
doende begrepen welke moeite meerma
len moet worden gedaan om iets te be
reiken in het belang der leden. Immers,
als dit voldoende werd begrepen, zou
den zij meer dan tot heden propaganda
maken tot versterking der moderne ar
beidersbeweging, daar zeker de sterkte
van een Bestuurdersbond voor het ver
krijgen van verbetering van belang is.
Wel is het zeker een verheugend ver
schijnsel dat zelfs in dezen crisistijd het
ledental belangrijk steeg, maar bij inten
sieve propaganda van meer leden dan
tot nog toe, kan dit nog beter worden.
Wij hopen dat de werkloosheid dit
jaar belangrijk zal verminderen, zoodat
in de gezinnen onzer leden meerdere
welvaart zal komen.
Bij het verschijnen van dit verslag is
de afdeeling van den slagersgezellen-
bond met 16 leden toegetreden. Dit gaat
goed, maar nu allen aan het werk om de
1500 leden te bereiken. De grootmaking
van den M. B. B. beteekent meerdere
welvaart voor de arbeidersklasse. Dus
hieraan mede te werken is aller plicht.
Het Bureau voor Arbeidsrecht behan
delde in 1930 102, dit jaar 103 zaken.
Van het aantal behandelde zaken
waren er 37 waarbij hulp werd ver
leend en 66 waarbij inlichtingen werden
verstrekt.
Over dit werkjaar werden er 7 on
georganiseerden, in wier vak geen or
ganisatie bestaat, geholpen.. Vorig jaar
was dit 3.
De door het Bureau behaalde resul
taten zijn, zoover bekend is geworden:
inzake arbeidscontract 114.42; belas
tingen ƒ218.11 en Ziektewet (uitkeering
60.
Ik laat me niet door een bediende
ringelooren! snauwde hij en de klank
van zijn stem verleende hem een denk
beeldig zelfvertrouwen.
Leg den hoorn neer!
De kalme stem beukte zijn hersens
als met duivelsche hamers en hij voelde
dat zijn weerstand als door een wonder
uit zijn hart verdween. Hij liet den
hoorn op de tafel vallen, kromp terug
in zijn stoel en keek onrustig naar den
muur, de kloppende polsslag in zijn
oogen maakte dat de schilderijen zich
spottend opwaarts schenen te bewegen.
Goed, zei Spencer rustig. Het
woord „lafaard" zuilen we wat later be
handelen. Hij wendde zich tot het meis
je, dat hem met verbazing aankeek.
i Het spijt me dat ik tot dezen stap
moest overgaan, miss Enid, zei hij, met
een beleefde leugen.
Het verwondert me, dat je het niet
vroeger gedaan hebt, Spencer! klonk
het onverwachte antwoord.
Maar aan sir Peter ontging de be-
teekenis er van.
De tijd was er niet gunstig voor,
miss Enid, legde Spencer ernstig uit.
Ik zal het hem betaald zetten! Bij
den hemel! Hij zal er met zijn harte-
bloed voor boeten! Sir Peter mompel
de de woorden eentonig, toen Spencer
zijn aandacht tot zich riep.
(Wordt vervolgd.)