mits op verzoek van de vverLgjevejrs. Spr. begrijpt niet den tegenstand der winkeliers. De fractie zal geen voor stellen inzake een vasten vrijen majflt- dag doen. Wanneer de slagers willen sluiten, wil spr. dat wel opnemen. Maar niet de bijbepaling. Spreker acht voor Zaterdagavond. 9 uur lang genoeg, waar er nog 'n i/2 uur afhelptijd bij komt. Spr. acht echter 1/4 uur afhelp tijd voldoende. De kappers tot elf uur, acht spr. niet gemjotiveerd en wil ook voor hen 9 uur bepalen. Spr. ziet in den Woensdagavond open stelling, een minder gewenscht iets, hij vreest, dat men zal komen tot werken met personeel. Spr. juicht de actie der sigarenwinkeliers toe, en vraagt of als men voor Goeden Vrijdag en Hemels vaartdag een Zaterdagavondsluiting in- voerd, die dagen ook als Zondag wor den beschouwt. De VOORZITTER zegt, dat voor K uur voor afhelptijd reeds is gevraagd, doch dat de kans op goedkeuring zeer gering is. De heer VAN ANDEL bespreekt vooral de kwestie der Middagsluiting, en verwijst naar een art. in de Midd. Crt. van 9 September 1931 ter zake, waarin de kwestie duidelijk is uiteengezet. Spr, wijst er op, dat mr. dr. v. d. Berg in Amsterdam ook eerst voor een Dins dagmiddag was en nu er in toestemde dat dit niet plaats had. De heer MONDEEL en de VOORZIT TER zeggen, dat dit na de houding van den minister is gebeurd. De heer VAN ANDEL komt nu op het voorstel van den heer Jeronimus, en wijst op de adressen van de Chr. werk nemers en werkgeversbonden tegen zul ke bepalingen, ook vooral in het belang van filiaalhouders en in dat der Zon dagsrust. De heer HARTHOORN zegt, dat de Chr. organisaties niet mede hebben ge vraagd om een vrijen middag al hebben zij dien ook liever. Maar men wilde overleg krijgen met de werkgevers, die moreel moeten voelen, dat een vrijen middag wenschelijker is. Spr. is principieel tegen openstelling van winkels op Zondag, hij ziet zooveel menschen niet op Zondag hier, maar een enkele keer komt hier een plezierboot uit België. Spr. begrijpt ook niet waarom de win kels Zaterdagsavonds langer moeten open zijn, dan tot nu toe en spr. kan zich dan ook goed met 9 uur vereeni gen. Met het verzoek der slagers- troons wil spr. zonder de bekende be paling mede gaan, het kan een goed voorbeeld worden voor andere winkels. De VOORZITTER zegt, dat zij 't uit eigen beweging kunnen doen en andere winkeliers even goed. Doet men dit al gemeen, dan is de verordening nog te wijzigen. Controle op verkoop in andere wijzigen. Contole op verkoop in andere winkels is onuitvoerbaar. De heer HARTHOORN blijft voor een vrijen middag. De heer JERONIMUS is alleen be langstellend voor het zooveel mogelijk vrijheid geven om te werken door de winkeliers zooveel zij willen. De wet is ten deze als onzedelijk te qualificeeren. Spr. brengt dank aan den heer Boasson voor den steun aan zijn voorstel. Het gaat om enkele winkeliers, die belang hebben bij het vreemdelingenverkeer. Er zijn Zondagen van 250 lunches en 60 auto s alleen over Breskens. Spr. ontkent dat er alleen sigarenwin keliers en snoepwinkels open zijn, er zijn ook anderen, die enkele zouden gaarne verkoopen willen. De automaten zullen er bij bosjes komen. Spr. begrijpt niet, dat zij, die eischen vrijheid voor eigen groep, niet een anders vrijheid eerbiedigen om wat te verdienen. Spr. zou er dan ernstig over denken te stemmen tegen optochten op Zondag. De heer DEN HOLLANDER is per soonlijk voor een bepaalden vrijen mid dag, maar hij zal voor het voorstel van B. en W. stemmen, omdat er met de pa troons geen overeenstemming is kunnen worden verkregen op dit gebied. Men gebruikt dezelfde argumentaties bij alle uitbreiding van de sociale wet geving, reeds bij het opheffen der kin derarbeid, bij den vrijen Zaterdagmiddag enz. Groote zaken als de Bijenkorf slui ten reeds om 6 uur. Reeds in September wist de heer Van den Berg, dat de minister medegaan van de winkeliers als voorwaarde stelt. Spr. gelooft ook niet, dat er Zondags winkels open moeten zijn, vooral waar gedurende vier uur het meest noodige door doortrekkenden kan worden ge kocht. Spr. ziet bovendien in den Zon dag nog iets anders dan de heer Jero nimus. Spr. kreeg iemand bij zich die langer wilde open zijn om te verkoopen aan menschen die in het gasthuis bezoeken af gaan leggen. Spr. meent dat er toch tijd is Zaterdag daarvoor inkoopen te doen. Spr. is voor Zaterdagavond 9 uur. De heer ONDERDIJK zegt, dat per tinent de verordening te Amsterdam eerst was vastgesteld voor de minister zich beslist had uitgesproken en daar om kon men toch niet verlangen dat men van alle verdere medewerking af zag. Spr. voelt ook veel voor een rege ling, alleen van die winkels waar geen overeenstemming is te bereiken tus schen winkeliers en personeel. Spr. ziet geen bezwaar in de Woens dagavond openstelling als er pertinent vast staat dat er geen personeel Is. Er zit geen risico aan voor hen, die de belangen van het personeel willen behartigen. De siagerspatrodns moeten geholpen worden, alleen als zij de beperkende be paling van andere winkeliers laten val len. Inzake de Zondagsopening zegt spr. dat men in de wet ook getracht heeft de Sigarenwinkeliers vier uur open te laten, doch de minister achtte dit niet aannemelijk, en hij zal ook een afwij king niet toe staan voor Middelburg. Te Domburg is dit wat anders, dat is in veel meerdere mate een seizoen plaats. Voor het dreigement van de heer Je ronimus, inzake verbod van optochten, gaat de S.D.A.P. niet op zijde in deze kwestie. De heer PORTHEINE waagt het er op een andere meening te hebben dan de heer Den Hollander, en hij vindt dat de wet veel vrijheidsbeperking oplegt in een daarvoor zeer slechten tijd. De winkeliers zonder of met weinig per soneel v/orden wel erg door de wet ge dupeerd. Spr. verdedigt het voorstel Jeronimus met warmte, en spr. meent, dat Middelburg is te rangschikken on der de seizoen-plaatsen, en vooral op Zondag komen er veel die Middelburg aan doen en dan een en ander willen koopen, Spr. dient een sub-amendement in en wel om te bepalen van 12 tot 4 uur open houden van alle winkels gedu rende de zomermaanden. Het aspect der stad zal men dien ver anderen. De aanbieding van de verordening is zeer laat, en dit is een verwijt aan B. en W.; er resten nu nog maar vier da gen voor de inwerking treding der wet. De VOORZITTER zegt, dat vele ant woorden laat inkwamen. De heer v. d. FELTZ acht de indiening ook laat, maar het heeft ook een voor deel, dat men nu veel meer weet. Het is geen subjectieve beoordeeling van den minister inzake den vrijen middag, de wet schrijft ook reeds voor, dat de wet geldt voor de winkeliers, voor de werk nemers geldt het winkelwerktijdbe- sluit. Als men art. 9 wilt toepassen voor den Zondag, dan zal dit niet worden goedgekeurd, want er is hier geen deel der gemeente, waar alle winkels nu open zijn. In het voorstel van B. en W. komt niet duidelijk uit, dat op de bijzondere dagen, van half negen geen personeel in de winkels aanwezig mogen zijn, en spr. stelt daarom een betere resolutie voor. Spr. kan met het voorstel-Mondeel mede gaan. De heer MES meent, dat de midden stand B. enW. dankbaar kan zijn. De Zondagsopening zal zeker niet goedge keurd worden en spr. wil in de wet een verbetering der oude Zondagswet. Men zou de menschen gaan dwingen hun win kels te openen, en die willen ook nog wel eens vrij zijn. Dit is een algemeen belang. De heer CORNELISSE heeft vooral bezwaren tegen den Woensdagavond het geldt meer voor enkele winkeliers rondom de Markt, en het kan concurren ten dwingen, dit ook te doen, dit acht spr. een achteruitgang het is een wensch die eerst de laatste jaren gehoord wordt. Spr. bepleit ook de sluiting op Zaterdag avond te 9 uur. Na 9 uur ziet men niet veel menschen meer in de winkels, en in het laatste half uur wordt niet van be- teekenis meer verkocht. Wat den Zondag betreft daarvoor voelt spr. niet veel, 't vreemdelingenverkeer is dien dag niet van zulkeen belang. Het personeel is den vrijen Zondag reeds gewaarborgd bij de wet. De S.D. A.P. eischt niet voor zichzelf alleen het recht op om Zondags te betoogen, maar voor iedereen. Het is goed gezien, dat de wet niet is voor Zondagsheiliging maar voor Zon dagsrust. De heer HEEMSKERK is sterk voor Zondagssluiting. Maar men moet dan ook de winkeliers Zaterdags zooveel mo gelijk vrij laten om te verkoopen. Spr. zou alleen willen bepalen, dat de werk nemers niet langer mogen blijven, maar wel dat de winkels open mogen blijven. De heer BOASSON stelt nader voor Zaterdagavond kwart over negen voor, dan blijft het laatste tijdstip, dat er werknemers aanwezig moge zijn, kwart voor tien. Spr. ontkent, dat er geen voldoende controle is op naleving der arbeidswet; en een dringende bepaling voor een deel der winkeliers inzake den vrijen mid dag, acht spr. zeer onbillijk. Wat den Zondag betreft, wijst spr. er op al meer en meer excursies naar Mid delburg en omgeving plaats vinden en dan wil men ook winkelen. Men erkent nog veel te weinig het groote belang van het vreemdelingenverkeer. Men moet de vreemdelingen industrie, al is dit wellicht een eigenaardig woord, steeds bevorderen. Er is geen enkele -eden, dat er meer winkels zullen open zijn dan tot nu toe. Dat er 25 sigarenwinkeliers tegen zijn is een zeer zwak argument, 't Geldt hier 'n verhooging van de welvaart voor geheel Middelburg. De heer JERONIMUS neemt het amendement van den heer Portheine over en wil zeker een minimum zien te krijgen voor de winkeliers, die nu ook open zijn en die ook nu niet door ande ren gevolgd zijn. Of een plaats seizoen plaats is, kan toch de raad het best zei: beoordeelen. Men zal nu toch automaten krijgen, met als gevolg toch weer ver zoek om Zondagopenstelling. De heer HARTHOORN is niet tegen het openstellen op Woensdagavond. De heer DEN HOLLANDER ontkent zich geringschattend over de vrijheid van een anders meening te hebben uitge laten. De heer Portheine vergat de vrijheid van de filiaalhouders en de kleine winkeliers. De wet heeft ge tracht een compromis te beiken tus- schen de verschillende groepen der be volking. Het onderdeel van dx Woensdag avond wordt aangenomen met alleen de heeren Paul en Cornelisse tegen, die van de kermis en den oudejaarsavond z.h.s. Het voorstel inzake de ZondaglsPf.©* ning kreeg alleen de stemjmen van mevr. Weijl en de heeren Boasson, Potheine en Jeronimus. Zaterdagavnd 9 uur sluiten werd ver worpen niet 9 legem StehCmmen. Tegen stemden mevr. Weijl en de heeren Bo- assn, Portheine De Veer, v. d. Feltz, Jeronimus, Heemskerk, Mes en Bybau. Het voorstel 9% uur werd aangeno men met 14 tegen 3 stemmen, tegen de heeren Portheine, Jeronimus en Heems kerk. Naar aanleiding van de auton.'mtaten zegt de heer HEEMSKERK, dat hij daar van niet veel schade verwacht voor de winkeliers, omdat men gebonden .'s a een bepaalde hoeveelheid en aan stan daard merken. Spr. meent dat B. en W. toezicht moe ten houden naast verkeersbelangen, ook op hygiënische en aestthetische belan gen en ook op oneerlijke concurrentie. Men moet goed beperkende bepalingen maken. De VOORZITTER zegt goed toezicht toe en stelt voor afwijzend te beschikken op het verzoek om geen automaten toe te laten, omdat de wet zich daartegen verzet. Aldus besluit de raad. Op de adressen inzak,e Dinsdag en in zake de islagerswin'kels rip Maandag wordt z. h. st. afwijzend beschikt. Rondvraag. Thans wordt de rondvraag aan de orde gesteld. De heer PAUL wijst op een stuk ge reden paal naast het stadhuis en vraagt of de twee palen voor de Noordstraat die vroeger gebruikt werden bij de af sluiting tijdens de raadsvergaderingen, niet weg kunnen genomen worden en een daarvan niet kan worden geplaatst in plaats van de stukgeredene. De VOORZITTER heeft reeds in ge lijken geest gedacht. De heer MONDEEL vraagt of er wel goed toezicht is op de openbare gebou wen, gezien wat met het Schuttershof geschiedt. De VOORZITTER zegt dat er gere geld toezicht is. De heer CORNELISSE dringt er nog eens op aan te overwegen het rijwiel- verkeer in de Langedelft in eene rich ting te leiden. De VOORZITTER zal het nog eens bespreken, maar het stuit op groote moeilijkheden. De heer WONDERGEM vraagt of nu iet zomerseizoen weer in aantocht is, toch niets te doen is aan het bedelen vooral door Arnemuidsche vrouwen met rinderen. De VOORZITTER zegt dat dit zeer i astig is, want hij heeft er wel zich mede lemoeid, maar de vreemden zeggen zelf ,,ik mag ze toch wel wat geven". De heer BOASSON wijst op werkloo- zen, die aangezocht om een schip of een wagen te lossen, zeggen: dank je, ik trek liever steun. Hij meent, dat men moet trachten schippers enz. naar de arbeids beurs te zenden, dan kan men daar de personen aanwijzen. De VOORZITTER zegt dat bijv. door borden met opschrift, „vraagt uw werk krachten aan de Arbeidsbeurs" in die richting zal worden gewerkt. De heer JERONIMUS meent, dat er personen in gemeentedienst zijn, die reeds pensioengerechtigd zijn en niet weggaan, hij acht dit niet goed. De VOORZITTER verzoekt de namen aan burg. en weth. bekend te maken. De heer JERONIMUS zegt nog, dat laatst de directeur der gemeentewerken in den raad betoogd heeft, dat het ge bouw van het electrisch bedrijf aan het Langeviele Bolwerk van Waalsteen is, de steen komt echter uit de bakkerij De Belvedère te Maastricht en is dan toch geen Waalsche steen. Hierna wordt te ruim zes uur de ver gadering geschorst tot des avonds 8 uur Avondvergadering. 14. Bezwaarschrift Schoolgeldheifing 1931-1932. Besloten volgens het advies. Daarna keert de raad zich terug naar: 13. Verhaal pensioensbijdrage c. a, Gemeente-personeel. Hierbij krijgt het eerst het woord de heer PAUL, die eerst nagaat de tot standkoming der kortingswet en dan wie er voor en wie er tegen stemden, j Spr. wijst op het voorstel van de meer derheid van burg. en weth., omdat bij de beraadslagingen over de begrooting de heer De Veer nog een heel ander standpunt innam ten opzichte der sala rissen alhier, waarvoor spr. een deel der notulen citeert. Toen waren er toch reeds een 600 a 700 werkloozen en was de druk van de crisis zeker ook reeds zeer merkbaar. Geen enkel der leden van het georganiseerd overleg kon zich met dit voorstel vereenigen. Bij de stem ming hebben 80 pet. van de georgani seerde ambtenaren gestemd tegen elke korting. Het is duidelijk wie de drie leden der commissie van financiën zijn. De heer v. d. Feltz zegt tot driemaal dat er re delijkerwijze niets tegen het voorstel is in te brengen. Spr. gaat in op hetgeen in 1920 is ge schied, foen zijn zoo ongeveer de huidi ge salarissen vastgesteld. Men moet dat zien in het licht der feiten en van het geen toen bestond. Men moet ook zeg gen, dat door spr, toen bij de behande ling verschillende opmerkingen zijn ge maakt. Het was toen een flinke stap, die men deed; het kostte 100.000 aan de gemeente. De salarissen waren toen vooral ten achter, en het was toen ook reeds geen makkelijke taak het geld te vinden. Men moet nu vergelijken met de .sa larissen elders vau thans, want vele zijn verbeterd. Er is toen later nog een verbetering vastgesteld, die echter door Ged. Sta ten en de Kroon niet zijn goedgekeurd. Hetzelfde lid zegt, dat vergelijkingen voor hem geen waarde hebben. Men moet daarbij natuurlijk met pensioen kortingen enz. rekening houden. Maar als men zegt dat de wer.kzaamhfcdien niet altijd te vergelijken zijn, dan zegt spr. dat die te Middelburg toch zeker niet altii.d minder ziin. men moet in kleinere gemeenten soms nog meer ores- teeren door samenvoeging van werk zaamheden. Vergelijkingen doet men alom, de pro vincie Zeeland [deed hetzelf ook, en kwam tot de conclusie, dat Zeeland', ach teraan hinkte. Spreker komt dan tot andere ge meenten, die het meest met Middelburg te vergelijken zijn. Voor de eerste klas se gemeenten van de Rijksregeling, komt Middelburg erg achteraan, wat spr. met cijfers aantoont. Ook bij vergelijking met de provincie Zeeland, komt Middel burg erg achteraan, terwijl Ged. Staten zelf erkennen, dat de provincie te wei nig betaalt. Bij vergelijking met 't Rijk, dat zelf geen model werkgever is ten op zichte van de salarissen, komt Middel burg verre achteraan, dus is Middel burg zeker geen model werkgeefster. B. en W. meenen, dat de ambtenaren en werklieden, een veer moeten, laten, en een sluitpost van de begrooting moe ten worden. Men mag alleen verminde ren als het niet anders kan en men be hoorlijke salarissen geeft. Een bedreiging met vermindering van de uitkeering aan de werkloozen, komt niet te pas, en spr. gaat er dan ook niet voor uit den weg. Spr. ontkent niet, dat voor verschillende artikelen de prijzen gedaald zijn, maar meent, dat de eischen van cultureelen en socialen aard zijn ge stegen en vele andere uitgaven zijn niet of bijna niet gedaald. Men moet eerst erkennen, dat de sa larissen goed zijn, alvorens er aan te tornen. Juist is, dat de regeeringsmaat- regëlen mede stijging ten gevolge zullen kunnen hebben. Van de menschen, die nu wat minder inkomen hebben, mag men verwachten, dat zij in goeden tijd wat ter zijde hebben gelegd. In de tij den van hoogconjunctuur hebben de ambtenaren er ook niet van geprofi teerd De tijden zijn inderdaad slecht. Maar in Middelburg zijn er nog goede zaken als een Hypotheekbank die nog 18 percent uitkeert. Men mag niet wanhopend zijn, en moet een gezond optimisme behouden. Met 80 opcenten op de gemeente fondsbelasting betaalt men tot 13000 inkomen nog minder dan vroeger met de gemeentelijke inkomstenbelasting. Spr. wijst er op, dat in België met la ge loonen niets minder werkloosheid is dan hier met hooge loonen, en in Duitschland met ook heel lage loonen, is het veel erger dan hier. Spr. vraagt of waar de heer Jeronimus berekende, dat 10 pet. 47000 en dus komt tot een salaris van 47000 en dus wijl B. en W. nu komen tot 334.000, of de heer Jeronimus zich 1% ton ver gist heeft. De heer JERONIMUS heeft alles ook vee- en vleeschkeuringsdienst, godshui zen, enz. medegerekend De heer PAUL wijst op Vlissingen met hoogere salarissen, bij nog hoogeren be lastingdruk. De opbrengst van de Rijksmiddelen valt volgens spr. nog wel mede, vooral ten opzichte van de inkomstenbelasting. Spr. is nog geen voorstander om met het voorstel van B. en W. mede te gaan, maar hij wil niet alles op een ander af wentelen, en is bereid aan te geven hoe men de gelden moet vinden. Spr. meent, dat de cijfers over de werkloozenzorg van den heer v. de Feltz niet juist zijn en hij vraagt daarover inlichtingen. Er zul len voor de werkloosheid nog tienduizen den guldens noodig zijn, maar daarom moeten de ambtenaren nog niet worden getroffen. Spr. vraagt hoe het staat met het goed slot 1931? Spr. vraagt verder of de aanvragen van vastrecht groot in aantal zijn en of de kosten berekenbaar zijn? Met de electriciteit is het niet mede gevallen, het minder bedrag van 7000 zal z.i. in de verste verte niet worden gedekt. Hoe staat het met de kolenprijzen? Zijn ze lager, dan kan het medevallen. Er is ook nog een post onvoorzien van 25.000 en een H.B.S. potje van 50.000, Men zal minder moeten betalen voor Handelsonderwijs, Gymnasium en N. O door de salarissen. Verder minder voor boventallige onderwijzers en vakonder wijzers, ook als uitvloeisel van maat regelen, die de raad niet maakte. Dan de verhooging van de opcenten op de vermogensbelasting en een diep gaande progressie bij het schoolgeld. Als het gas 1 cent duurder wordt brengt dit ruim f 12000 op, en zoo noodig ook bij het electrisch licht, dat brengt 3000 op. Zeker niet alle middelen zijn even goed, en uitvoerbaar, maar wel nader onder de oogen te zien. Met het voorstel zal een ambtenaartje dubbele belasting betalen. Mevr. WEIJL brengt namens een lid der commissie van financiën dank voor de gegevens en zegt verwacht te heb ben, dat men voor de hoogere een 4 of 5 pet. zou hebben moeten voorstellen. Er is in het antwoord toch een verbetering van het voorstel van het genoemd lid van financien, omdat men bij aftrek van pensioen niet verder kan gaan dan tot 30G0 voor weduwen pensioen. Spr. neemt het idee als voorstel over n 1. tot 1300 en 25 niets, tot 1560 en 30 3 pCt., eri vervolgens 3 van eigen en Y pet. voor weduwen-pensioen; met uitzondering van de bijbetrekkingen. Spr. gelooft niet, dat er iets kan ko men van een verzoek Middelburg van de korting vrij te stellen. Van 81 gemeenten waren er hoog stens 10 of 11, die minder waren in sa laris: en dan Middelburg. Er zijn tal van gemeenten en ook rijk en provincies waar de salarissen veel hooger zijn. Spr. wees op het feit, dat men in 1920 zeide te vreden te zijn, en sedert dien de levensmiddelen daalden en aan de salarissen niets is veranderd.. De geheele burgerij is meer of minder getroffen door de crisis, de salarissen zijn in waarde gestegen, en daarom mag men er niet aan tornen, zonder dat de ambtenaren aan crisisuit gaven medewerken. Verlaging moet zeer voorzichtig gaan nu er weinig hoop is, dat er een commissie van onderzoek zal komen. Spreker's voorstel ontgaat het treffen van de laagste inkomens. Het is een verschil van opcenten, de heer Jeroni mus wil 15 pCt., B. en W. 8% pCt. Het is mogelijk dat na deze maat regelen geen korting wordt toegepast, dat scheelt twee maal 10.000. Verdere crisiskosten moeten allen samen dragen; wellicht komt er een rijks-crisisbelas ting. De positie van een ambtenaar is zeker goed, maar dit ziet men alleen bij aag conjunctuur, bij hoop conjunctuur vergeet men het. De ambtenaar moet in staat zijn voor zijn weduwe iets meer na te laten dan iet pensioen. Dit is reden om de sala rissen niet meer dan hoog noodig te rorten. Naar aanleiding van opmerkingen van den heer Paul zegt spr. dat verla ging van de salarissen niet de koop kracht vermindert, maar verplaatst, door dat anderen iets op de belasting minder betalen. Spr. is tevreden met de daling op gelegd door de Kortingswet. De heer v. d. FELTZ zegt, dat in de Commissie van Financiën was één lid voor bet voorstel, een er tegen, en een ten deelë voor en ten deele tegen. Spr. heeft met eenige verwondering kennis genomen van de minderheid van van B. en W. aisl die wil afwachten de'sta bi'liteit en de kostten van levensonder houd en dit bezien bij 'de vaststtellling van de begrooting 1933. Spr. zou wil len (dj at men het wereldwonder in zijn midden had, die over die stabiliteit kan beslissen. Te Amsterdam zullen de lei dende S.D.A.P.-mannen voor verlaging der salarissen stemmen. Er moeten menschen zijn, die de moei lijke en pijnlijke operatie durven ver richten. Spr. acht het niet juist, dat men hoo gere ambtenaren meer kort dan de lage re, daar de eerste veel minder in per centen gestegen zijn. Tegen het voorstel zijn is een gebrek aan moed en inzicht, het is kortzichtigheid. „De man in de straat" wil nog altijd niet gelooven, dat de toestanden zeer slecht zijn. De raads leden die het niet gelooven, roept spr. toe: volg de berichten en stel een on derzoek in. De koopkracht is toch reeds aanzienlijk verhoogd en zal dit ook na toepassing der korting blijven. Ook na deze korting zullen de ambtenaarssala rissen hoog genoeg zijn. De uitgaven ne men toe, o.a. voor de werkloozen. In de eerste drie maanden van 1932 is 2500 meer uitgegeven aan armen zorg dan in het eerste kwartaal 1931. De belastingen kunnen niet veel meer naar boven als bijv. tweede klasse der fondsbelasting. Als men het niet wil, dan rest er niets meer dan vermindering van de uitkeering aan armen en werkloozen; of vermindering van het aantal ambte naren met langen arbeidstijd. Spr. heeft hooren verluiden, dat 1932 meer dan 50.000 te kort zal zijn. Spr. zou veel liever ongelijk hebben, maar de kans is groot, dat de pessimisten gelijk krijgen, en optimisme mag niet leiden tot struis vogelpolitiek. De feiten hebben helaas spreker's waarschuwen in het gelijk ge steld. De Rijksambtenaren krijgen reeds een tweede korting. Spr. heelt bij de vorige sprekers ge mist een zeer noode werkelijkheid. Men wil bij de groote malaise, een deel het beter laten krijgen. Dit zegt spr. niet uit leedvermaak. Ieder die verla ging treft, vindt het onaangenaam, maar spr. vertrouwt, dat als de teleurstelling voorbij is, men zal inzien dat het nood zakelijk was. Als er iets goeds gedaan is, zegt de S.D.A.P.: dat hebben wij gedaan, zoo ook in 1920, toen de heer Paul zeide, dat de goede regeling te danken was aan den vertegenwoordiger zijner partij in de commissie van voorbereiding. Spr. heeft geen dreigementen bedoeld, maar heeft willen waarschuwen en feiten geconsta teerd. Zie verder Hoofdblad.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 7