mits op verzoek van de vverLgjevejrs.
Spr. begrijpt niet den tegenstand der
winkeliers. De fractie zal geen voor
stellen inzake een vasten vrijen majflt-
dag doen. Wanneer de slagers willen
sluiten, wil spr. dat wel opnemen. Maar
niet de bijbepaling. Spreker acht voor
Zaterdagavond. 9 uur lang genoeg, waar
er nog 'n i/2 uur afhelptijd bij komt. Spr.
acht echter 1/4 uur afhelp tijd voldoende.
De kappers tot elf uur, acht spr. niet
gemjotiveerd en wil ook voor hen 9
uur bepalen.
Spr. ziet in den Woensdagavond open
stelling, een minder gewenscht iets, hij
vreest, dat men zal komen tot werken
met personeel. Spr. juicht de actie der
sigarenwinkeliers toe, en vraagt of als
men voor Goeden Vrijdag en Hemels
vaartdag een Zaterdagavondsluiting in-
voerd, die dagen ook als Zondag wor
den beschouwt.
De VOORZITTER zegt, dat voor K
uur voor afhelptijd reeds is gevraagd,
doch dat de kans op goedkeuring zeer
gering is.
De heer VAN ANDEL bespreekt
vooral de kwestie der Middagsluiting, en
verwijst naar een art. in de Midd. Crt.
van 9 September 1931 ter zake, waarin
de kwestie duidelijk is uiteengezet.
Spr, wijst er op, dat mr. dr. v. d. Berg
in Amsterdam ook eerst voor een Dins
dagmiddag was en nu er in toestemde
dat dit niet plaats had.
De heer MONDEEL en de VOORZIT
TER zeggen, dat dit na de houding van
den minister is gebeurd.
De heer VAN ANDEL komt nu op het
voorstel van den heer Jeronimus, en
wijst op de adressen van de Chr. werk
nemers en werkgeversbonden tegen zul
ke bepalingen, ook vooral in het belang
van filiaalhouders en in dat der Zon
dagsrust.
De heer HARTHOORN zegt, dat de
Chr. organisaties niet mede hebben ge
vraagd om een vrijen middag al hebben
zij dien ook liever. Maar men wilde
overleg krijgen met de werkgevers, die
moreel moeten voelen, dat een vrijen
middag wenschelijker is.
Spr. is principieel tegen openstelling
van winkels op Zondag, hij ziet zooveel
menschen niet op Zondag hier, maar een
enkele keer komt hier een plezierboot
uit België.
Spr. begrijpt ook niet waarom de win
kels Zaterdagsavonds langer moeten
open zijn, dan tot nu toe en spr. kan
zich dan ook goed met 9 uur vereeni
gen. Met het verzoek der slagers-
troons wil spr. zonder de bekende be
paling mede gaan, het kan een goed
voorbeeld worden voor andere winkels.
De VOORZITTER zegt, dat zij 't uit
eigen beweging kunnen doen en andere
winkeliers even goed. Doet men dit al
gemeen, dan is de verordening nog te
wijzigen. Controle op verkoop in andere
wijzigen. Contole op verkoop in andere
winkels is onuitvoerbaar.
De heer HARTHOORN blijft voor een
vrijen middag.
De heer JERONIMUS is alleen be
langstellend voor het zooveel mogelijk
vrijheid geven om te werken door de
winkeliers zooveel zij willen. De wet is
ten deze als onzedelijk te qualificeeren.
Spr. brengt dank aan den heer Boasson
voor den steun aan zijn voorstel. Het
gaat om enkele winkeliers, die belang
hebben bij het vreemdelingenverkeer.
Er zijn Zondagen van 250 lunches en
60 auto s alleen over Breskens.
Spr. ontkent dat er alleen sigarenwin
keliers en snoepwinkels open zijn, er zijn
ook anderen, die enkele zouden gaarne
verkoopen willen. De automaten zullen
er bij bosjes komen.
Spr. begrijpt niet, dat zij, die eischen
vrijheid voor eigen groep, niet een
anders vrijheid eerbiedigen om wat te
verdienen. Spr. zou er dan ernstig over
denken te stemmen tegen optochten op
Zondag.
De heer DEN HOLLANDER is per
soonlijk voor een bepaalden vrijen mid
dag, maar hij zal voor het voorstel van
B. en W. stemmen, omdat er met de pa
troons geen overeenstemming is kunnen
worden verkregen op dit gebied.
Men gebruikt dezelfde argumentaties
bij alle uitbreiding van de sociale wet
geving, reeds bij het opheffen der kin
derarbeid, bij den vrijen Zaterdagmiddag
enz. Groote zaken als de Bijenkorf slui
ten reeds om 6 uur.
Reeds in September wist de heer Van
den Berg, dat de minister medegaan van
de winkeliers als voorwaarde stelt.
Spr. gelooft ook niet, dat er Zondags
winkels open moeten zijn, vooral waar
gedurende vier uur het meest noodige
door doortrekkenden kan worden ge
kocht. Spr. ziet bovendien in den Zon
dag nog iets anders dan de heer Jero
nimus.
Spr. kreeg iemand bij zich die langer
wilde open zijn om te verkoopen aan
menschen die in het gasthuis bezoeken
af gaan leggen. Spr. meent dat er toch
tijd is Zaterdag daarvoor inkoopen te
doen.
Spr. is voor Zaterdagavond 9 uur.
De heer ONDERDIJK zegt, dat per
tinent de verordening te Amsterdam
eerst was vastgesteld voor de minister
zich beslist had uitgesproken en daar
om kon men toch niet verlangen dat
men van alle verdere medewerking af
zag. Spr. voelt ook veel voor een rege
ling, alleen van die winkels waar geen
overeenstemming is te bereiken tus
schen winkeliers en personeel.
Spr. ziet geen bezwaar in de Woens
dagavond openstelling als er pertinent
vast staat dat er geen personeel Is.
Er zit geen risico aan voor hen, die
de belangen van het personeel willen
behartigen.
De siagerspatrodns moeten geholpen
worden, alleen als zij de beperkende be
paling van andere winkeliers laten val
len.
Inzake de Zondagsopening zegt spr.
dat men in de wet ook getracht heeft
de Sigarenwinkeliers vier uur open te
laten, doch de minister achtte dit niet
aannemelijk, en hij zal ook een afwij
king niet toe staan voor Middelburg.
Te Domburg is dit wat anders, dat is in
veel meerdere mate een seizoen plaats.
Voor het dreigement van de heer Je
ronimus, inzake verbod van optochten,
gaat de S.D.A.P. niet op zijde in deze
kwestie.
De heer PORTHEINE waagt het er
op een andere meening te hebben dan
de heer Den Hollander, en hij vindt dat
de wet veel vrijheidsbeperking oplegt
in een daarvoor zeer slechten tijd. De
winkeliers zonder of met weinig per
soneel v/orden wel erg door de wet ge
dupeerd. Spr. verdedigt het voorstel
Jeronimus met warmte, en spr. meent,
dat Middelburg is te rangschikken on
der de seizoen-plaatsen, en vooral op
Zondag komen er veel die Middelburg
aan doen en dan een en ander willen
koopen, Spr. dient een sub-amendement
in en wel om te bepalen van 12 tot 4 uur
open houden van alle winkels gedu
rende de zomermaanden.
Het aspect der stad zal men dien ver
anderen.
De aanbieding van de verordening is
zeer laat, en dit is een verwijt aan B.
en W.; er resten nu nog maar vier da
gen voor de inwerking treding der wet.
De VOORZITTER zegt, dat vele ant
woorden laat inkwamen.
De heer v. d. FELTZ acht de indiening
ook laat, maar het heeft ook een voor
deel, dat men nu veel meer weet. Het
is geen subjectieve beoordeeling van den
minister inzake den vrijen middag, de
wet schrijft ook reeds voor, dat de wet
geldt voor de winkeliers, voor de werk
nemers geldt het winkelwerktijdbe-
sluit. Als men art. 9 wilt toepassen voor
den Zondag, dan zal dit niet worden
goedgekeurd, want er is hier geen deel
der gemeente, waar alle winkels nu open
zijn.
In het voorstel van B. en W. komt
niet duidelijk uit, dat op de bijzondere
dagen, van half negen geen personeel
in de winkels aanwezig mogen zijn, en
spr. stelt daarom een betere resolutie
voor. Spr. kan met het voorstel-Mondeel
mede gaan.
De heer MES meent, dat de midden
stand B. enW. dankbaar kan zijn. De
Zondagsopening zal zeker niet goedge
keurd worden en spr. wil in de wet een
verbetering der oude Zondagswet. Men
zou de menschen gaan dwingen hun win
kels te openen, en die willen ook nog
wel eens vrij zijn. Dit is een algemeen
belang.
De heer CORNELISSE heeft vooral
bezwaren tegen den Woensdagavond
het geldt meer voor enkele winkeliers
rondom de Markt, en het kan concurren
ten dwingen, dit ook te doen, dit acht
spr. een achteruitgang het is een wensch
die eerst de laatste jaren gehoord wordt.
Spr. bepleit ook de sluiting op Zaterdag
avond te 9 uur. Na 9 uur ziet men niet
veel menschen meer in de winkels, en
in het laatste half uur wordt niet van be-
teekenis meer verkocht.
Wat den Zondag betreft daarvoor voelt
spr. niet veel, 't vreemdelingenverkeer is
dien dag niet van zulkeen belang.
Het personeel is den vrijen Zondag
reeds gewaarborgd bij de wet. De S.D.
A.P. eischt niet voor zichzelf alleen het
recht op om Zondags te betoogen, maar
voor iedereen.
Het is goed gezien, dat de wet niet
is voor Zondagsheiliging maar voor Zon
dagsrust.
De heer HEEMSKERK is sterk voor
Zondagssluiting. Maar men moet dan
ook de winkeliers Zaterdags zooveel mo
gelijk vrij laten om te verkoopen. Spr.
zou alleen willen bepalen, dat de werk
nemers niet langer mogen blijven, maar
wel dat de winkels open mogen blijven.
De heer BOASSON stelt nader voor
Zaterdagavond kwart over negen voor,
dan blijft het laatste tijdstip, dat er
werknemers aanwezig moge zijn, kwart
voor tien.
Spr. ontkent, dat er geen voldoende
controle is op naleving der arbeidswet;
en een dringende bepaling voor een deel
der winkeliers inzake den vrijen mid
dag, acht spr. zeer onbillijk.
Wat den Zondag betreft, wijst spr. er
op al meer en meer excursies naar Mid
delburg en omgeving plaats vinden en
dan wil men ook winkelen. Men erkent
nog veel te weinig het groote belang
van het vreemdelingenverkeer. Men
moet de vreemdelingen industrie, al is
dit wellicht een eigenaardig woord,
steeds bevorderen. Er is geen enkele
-eden, dat er meer winkels zullen open
zijn dan tot nu toe.
Dat er 25 sigarenwinkeliers tegen
zijn is een zeer zwak argument, 't Geldt
hier 'n verhooging van de welvaart voor
geheel Middelburg.
De heer JERONIMUS neemt het
amendement van den heer Portheine
over en wil zeker een minimum zien te
krijgen voor de winkeliers, die nu ook
open zijn en die ook nu niet door ande
ren gevolgd zijn. Of een plaats seizoen
plaats is, kan toch de raad het best zei:
beoordeelen. Men zal nu toch automaten
krijgen, met als gevolg toch weer ver
zoek om Zondagopenstelling.
De heer HARTHOORN is niet tegen
het openstellen op Woensdagavond.
De heer DEN HOLLANDER ontkent
zich geringschattend over de vrijheid
van een anders meening te hebben uitge
laten. De heer Portheine vergat de
vrijheid van de filiaalhouders en de
kleine winkeliers. De wet heeft ge
tracht een compromis te beiken tus-
schen de verschillende groepen der be
volking.
Het onderdeel van dx Woensdag
avond wordt aangenomen met alleen de
heeren Paul en Cornelisse tegen, die
van de kermis en den oudejaarsavond
z.h.s.
Het voorstel inzake de ZondaglsPf.©*
ning kreeg alleen de stemjmen van mevr.
Weijl en de heeren Boasson, Potheine
en Jeronimus.
Zaterdagavnd 9 uur sluiten werd ver
worpen niet 9 legem StehCmmen. Tegen
stemden mevr. Weijl en de heeren Bo-
assn, Portheine De Veer, v. d. Feltz,
Jeronimus, Heemskerk, Mes en Bybau.
Het voorstel 9% uur werd aangeno
men met 14 tegen 3 stemmen, tegen de
heeren Portheine, Jeronimus en Heems
kerk.
Naar aanleiding van de auton.'mtaten
zegt de heer HEEMSKERK, dat hij daar
van niet veel schade verwacht voor de
winkeliers, omdat men gebonden .'s a
een bepaalde hoeveelheid en aan stan
daard merken.
Spr. meent dat B. en W. toezicht moe
ten houden naast verkeersbelangen, ook
op hygiënische en aestthetische belan
gen en ook op oneerlijke concurrentie.
Men moet goed beperkende bepalingen
maken.
De VOORZITTER zegt goed toezicht
toe en stelt voor afwijzend te beschikken
op het verzoek om geen automaten toe
te laten, omdat de wet zich daartegen
verzet. Aldus besluit de raad.
Op de adressen inzak,e Dinsdag en in
zake de islagerswin'kels rip Maandag
wordt z. h. st. afwijzend beschikt.
Rondvraag.
Thans wordt de rondvraag aan de
orde gesteld.
De heer PAUL wijst op een stuk ge
reden paal naast het stadhuis en vraagt
of de twee palen voor de Noordstraat
die vroeger gebruikt werden bij de af
sluiting tijdens de raadsvergaderingen,
niet weg kunnen genomen worden en
een daarvan niet kan worden geplaatst
in plaats van de stukgeredene.
De VOORZITTER heeft reeds in ge
lijken geest gedacht.
De heer MONDEEL vraagt of er wel
goed toezicht is op de openbare gebou
wen, gezien wat met het Schuttershof
geschiedt.
De VOORZITTER zegt dat er gere
geld toezicht is.
De heer CORNELISSE dringt er nog
eens op aan te overwegen het rijwiel-
verkeer in de Langedelft in eene rich
ting te leiden.
De VOORZITTER zal het nog eens
bespreken, maar het stuit op groote
moeilijkheden.
De heer WONDERGEM vraagt of nu
iet zomerseizoen weer in aantocht is,
toch niets te doen is aan het bedelen
vooral door Arnemuidsche vrouwen met
rinderen.
De VOORZITTER zegt dat dit zeer
i astig is, want hij heeft er wel zich mede
lemoeid, maar de vreemden zeggen zelf
,,ik mag ze toch wel wat geven".
De heer BOASSON wijst op werkloo-
zen, die aangezocht om een schip of een
wagen te lossen, zeggen: dank je, ik trek
liever steun. Hij meent, dat men moet
trachten schippers enz. naar de arbeids
beurs te zenden, dan kan men daar de
personen aanwijzen.
De VOORZITTER zegt dat bijv. door
borden met opschrift, „vraagt uw werk
krachten aan de Arbeidsbeurs" in die
richting zal worden gewerkt.
De heer JERONIMUS meent, dat er
personen in gemeentedienst zijn, die
reeds pensioengerechtigd zijn en niet
weggaan, hij acht dit niet goed.
De VOORZITTER verzoekt de namen
aan burg. en weth. bekend te maken.
De heer JERONIMUS zegt nog, dat
laatst de directeur der gemeentewerken
in den raad betoogd heeft, dat het ge
bouw van het electrisch bedrijf aan het
Langeviele Bolwerk van Waalsteen
is, de steen komt echter uit de bakkerij
De Belvedère te Maastricht en is dan
toch geen Waalsche steen.
Hierna wordt te ruim zes uur de ver
gadering geschorst tot des avonds 8 uur
Avondvergadering.
14. Bezwaarschrift Schoolgeldheifing
1931-1932.
Besloten volgens het advies.
Daarna keert de raad zich terug naar:
13. Verhaal pensioensbijdrage c. a,
Gemeente-personeel.
Hierbij krijgt het eerst het woord de
heer PAUL, die eerst nagaat de tot
standkoming der kortingswet en dan
wie er voor en wie er tegen stemden, j
Spr. wijst op het voorstel van de meer
derheid van burg. en weth., omdat bij
de beraadslagingen over de begrooting
de heer De Veer nog een heel ander
standpunt innam ten opzichte der sala
rissen alhier, waarvoor spr. een deel der
notulen citeert. Toen waren er toch
reeds een 600 a 700 werkloozen en was
de druk van de crisis zeker ook reeds
zeer merkbaar. Geen enkel der leden
van het georganiseerd overleg kon zich
met dit voorstel vereenigen. Bij de stem
ming hebben 80 pet. van de georgani
seerde ambtenaren gestemd tegen elke
korting.
Het is duidelijk wie de drie leden der
commissie van financiën zijn. De heer
v. d. Feltz zegt tot driemaal dat er re
delijkerwijze niets tegen het voorstel is
in te brengen.
Spr. gaat in op hetgeen in 1920 is ge
schied, foen zijn zoo ongeveer de huidi
ge salarissen vastgesteld. Men moet dat
zien in het licht der feiten en van het
geen toen bestond. Men moet ook zeg
gen, dat door spr, toen bij de behande
ling verschillende opmerkingen zijn ge
maakt. Het was toen een flinke stap,
die men deed; het kostte 100.000 aan
de gemeente. De salarissen waren toen
vooral ten achter, en het was toen ook
reeds geen makkelijke taak het geld te
vinden.
Men moet nu vergelijken met de .sa
larissen elders vau thans, want vele
zijn verbeterd.
Er is toen later nog een verbetering
vastgesteld, die echter door Ged. Sta
ten en de Kroon niet zijn goedgekeurd.
Hetzelfde lid zegt, dat vergelijkingen
voor hem geen waarde hebben. Men
moet daarbij natuurlijk met pensioen
kortingen enz. rekening houden. Maar
als men zegt dat de wer.kzaamhfcdien
niet altijd te vergelijken zijn, dan zegt
spr. dat die te Middelburg toch zeker
niet altii.d minder ziin. men moet in
kleinere gemeenten soms nog meer ores-
teeren door samenvoeging van werk
zaamheden.
Vergelijkingen doet men alom, de pro
vincie Zeeland [deed hetzelf ook, en
kwam tot de conclusie, dat Zeeland', ach
teraan hinkte.
Spreker komt dan tot andere ge
meenten, die het meest met Middelburg
te vergelijken zijn. Voor de eerste klas
se gemeenten van de Rijksregeling, komt
Middelburg erg achteraan, wat spr. met
cijfers aantoont. Ook bij vergelijking
met de provincie Zeeland, komt Middel
burg erg achteraan, terwijl Ged. Staten
zelf erkennen, dat de provincie te wei
nig betaalt. Bij vergelijking met 't Rijk,
dat zelf geen model werkgever is ten op
zichte van de salarissen, komt Middel
burg verre achteraan, dus is Middel
burg zeker geen model werkgeefster.
B. en W. meenen, dat de ambtenaren
en werklieden, een veer moeten, laten,
en een sluitpost van de begrooting moe
ten worden. Men mag alleen verminde
ren als het niet anders kan en men be
hoorlijke salarissen geeft.
Een bedreiging met vermindering van
de uitkeering aan de werkloozen, komt
niet te pas, en spr. gaat er dan ook niet
voor uit den weg. Spr. ontkent niet, dat
voor verschillende artikelen de prijzen
gedaald zijn, maar meent, dat de eischen
van cultureelen en socialen aard zijn ge
stegen en vele andere uitgaven zijn niet
of bijna niet gedaald.
Men moet eerst erkennen, dat de sa
larissen goed zijn, alvorens er aan te
tornen. Juist is, dat de regeeringsmaat-
regëlen mede stijging ten gevolge zullen
kunnen hebben. Van de menschen, die
nu wat minder inkomen hebben, mag
men verwachten, dat zij in goeden tijd
wat ter zijde hebben gelegd. In de tij
den van hoogconjunctuur hebben de
ambtenaren er ook niet van geprofi
teerd De tijden zijn inderdaad slecht.
Maar in Middelburg zijn er nog goede
zaken als een Hypotheekbank die nog
18 percent uitkeert.
Men mag niet wanhopend zijn, en
moet een gezond optimisme behouden.
Met 80 opcenten op de gemeente
fondsbelasting betaalt men tot 13000
inkomen nog minder dan vroeger met de
gemeentelijke inkomstenbelasting.
Spr. wijst er op, dat in België met la
ge loonen niets minder werkloosheid is
dan hier met hooge loonen, en in
Duitschland met ook heel lage loonen, is
het veel erger dan hier.
Spr. vraagt of waar de heer Jeronimus
berekende, dat 10 pet. 47000 en dus
komt tot een salaris van 47000 en dus
wijl B. en W. nu komen tot 334.000,
of de heer Jeronimus zich 1% ton ver
gist heeft.
De heer JERONIMUS heeft alles ook
vee- en vleeschkeuringsdienst, godshui
zen, enz. medegerekend
De heer PAUL wijst op Vlissingen met
hoogere salarissen, bij nog hoogeren be
lastingdruk.
De opbrengst van de Rijksmiddelen
valt volgens spr. nog wel mede, vooral
ten opzichte van de inkomstenbelasting.
Spr. is nog geen voorstander om met
het voorstel van B. en W. mede te gaan,
maar hij wil niet alles op een ander af
wentelen, en is bereid aan te geven hoe
men de gelden moet vinden. Spr. meent,
dat de cijfers over de werkloozenzorg
van den heer v. de Feltz niet juist zijn en
hij vraagt daarover inlichtingen. Er zul
len voor de werkloosheid nog tienduizen
den guldens noodig zijn, maar daarom
moeten de ambtenaren nog niet worden
getroffen. Spr. vraagt hoe het staat met
het goed slot 1931? Spr. vraagt verder
of de aanvragen van vastrecht groot in
aantal zijn en of de kosten berekenbaar
zijn? Met de electriciteit is het niet mede
gevallen, het minder bedrag van 7000
zal z.i. in de verste verte niet worden
gedekt.
Hoe staat het met de kolenprijzen?
Zijn ze lager, dan kan het medevallen.
Er is ook nog een post onvoorzien van
25.000 en een H.B.S. potje van 50.000,
Men zal minder moeten betalen voor
Handelsonderwijs, Gymnasium en N. O
door de salarissen. Verder minder voor
boventallige onderwijzers en vakonder
wijzers, ook als uitvloeisel van maat
regelen, die de raad niet maakte.
Dan de verhooging van de opcenten
op de vermogensbelasting en een diep
gaande progressie bij het schoolgeld.
Als het gas 1 cent duurder wordt
brengt dit ruim f 12000 op, en zoo noodig
ook bij het electrisch licht, dat brengt
3000 op.
Zeker niet alle middelen zijn even
goed, en uitvoerbaar, maar wel nader
onder de oogen te zien.
Met het voorstel zal een ambtenaartje
dubbele belasting betalen.
Mevr. WEIJL brengt namens een lid
der commissie van financiën dank voor
de gegevens en zegt verwacht te heb
ben, dat men voor de hoogere een 4 of 5
pet. zou hebben moeten voorstellen. Er
is in het antwoord toch een verbetering
van het voorstel van het genoemd lid
van financien, omdat men bij aftrek van
pensioen niet verder kan gaan dan tot
30G0 voor weduwen pensioen.
Spr. neemt het idee als voorstel over
n 1. tot 1300 en 25 niets, tot 1560
en 30 3 pCt., eri vervolgens 3 van
eigen en Y pet. voor weduwen-pensioen;
met uitzondering van de bijbetrekkingen.
Spr. gelooft niet, dat er iets kan ko
men van een verzoek Middelburg van de
korting vrij te stellen.
Van 81 gemeenten waren er hoog
stens 10 of 11, die minder waren in sa
laris: en dan Middelburg. Er zijn tal van
gemeenten en ook rijk en provincies
waar de salarissen veel hooger zijn.
Spr. wees op het feit, dat men in 1920
zeide te vreden te zijn, en sedert dien
de levensmiddelen daalden en aan de
salarissen niets is veranderd..
De geheele burgerij is meer of
minder getroffen door de crisis, de
salarissen zijn in waarde gestegen,
en daarom mag men er niet aan tornen,
zonder dat de ambtenaren aan crisisuit
gaven medewerken. Verlaging moet zeer
voorzichtig gaan nu er weinig hoop is,
dat er een commissie van onderzoek zal
komen.
Spreker's voorstel ontgaat het treffen
van de laagste inkomens. Het is een
verschil van opcenten, de heer Jeroni
mus wil 15 pCt., B. en W. 8% pCt.
Het is mogelijk dat na deze maat
regelen geen korting wordt toegepast,
dat scheelt twee maal 10.000. Verdere
crisiskosten moeten allen samen dragen;
wellicht komt er een rijks-crisisbelas
ting. De positie van een ambtenaar is
zeker goed, maar dit ziet men alleen bij
aag conjunctuur, bij hoop conjunctuur
vergeet men het.
De ambtenaar moet in staat zijn voor
zijn weduwe iets meer na te laten dan
iet pensioen. Dit is reden om de sala
rissen niet meer dan hoog noodig te
rorten. Naar aanleiding van opmerkingen
van den heer Paul zegt spr. dat verla
ging van de salarissen niet de koop
kracht vermindert, maar verplaatst,
door dat anderen iets op de belasting
minder betalen.
Spr. is tevreden met de daling op
gelegd door de Kortingswet.
De heer v. d. FELTZ zegt, dat in de
Commissie van Financiën was één lid
voor bet voorstel, een er tegen, en een
ten deelë voor en ten deele tegen.
Spr. heeft met eenige verwondering
kennis genomen van de minderheid van
van B. en W. aisl die wil afwachten de'sta
bi'liteit en de kostten van levensonder
houd en dit bezien bij 'de vaststtellling
van de begrooting 1933. Spr. zou wil
len (dj at men het wereldwonder in zijn
midden had, die over die stabiliteit kan
beslissen. Te Amsterdam zullen de lei
dende S.D.A.P.-mannen voor verlaging
der salarissen stemmen.
Er moeten menschen zijn, die de moei
lijke en pijnlijke operatie durven ver
richten.
Spr. acht het niet juist, dat men hoo
gere ambtenaren meer kort dan de lage
re, daar de eerste veel minder in per
centen gestegen zijn. Tegen het voorstel
zijn is een gebrek aan moed en inzicht,
het is kortzichtigheid. „De man in de
straat" wil nog altijd niet gelooven, dat
de toestanden zeer slecht zijn. De raads
leden die het niet gelooven, roept spr.
toe: volg de berichten en stel een on
derzoek in. De koopkracht is toch reeds
aanzienlijk verhoogd en zal dit ook na
toepassing der korting blijven. Ook na
deze korting zullen de ambtenaarssala
rissen hoog genoeg zijn. De uitgaven ne
men toe, o.a. voor de werkloozen.
In de eerste drie maanden van 1932
is 2500 meer uitgegeven aan armen
zorg dan in het eerste kwartaal 1931.
De belastingen kunnen niet veel meer
naar boven als bijv. tweede klasse der
fondsbelasting. Als men het niet wil, dan
rest er niets meer dan vermindering van
de uitkeering aan armen en werkloozen;
of vermindering van het aantal ambte
naren met langen arbeidstijd. Spr. heeft
hooren verluiden, dat 1932 meer dan
50.000 te kort zal zijn. Spr. zou veel
liever ongelijk hebben, maar de kans is
groot, dat de pessimisten gelijk krijgen,
en optimisme mag niet leiden tot struis
vogelpolitiek. De feiten hebben helaas
spreker's waarschuwen in het gelijk ge
steld. De Rijksambtenaren krijgen reeds
een tweede korting.
Spr. heelt bij de vorige sprekers ge
mist een zeer noode werkelijkheid.
Men wil bij de groote malaise, een
deel het beter laten krijgen. Dit zegt spr.
niet uit leedvermaak. Ieder die verla
ging treft, vindt het onaangenaam, maar
spr. vertrouwt, dat als de teleurstelling
voorbij is, men zal inzien dat het nood
zakelijk was.
Als er iets goeds gedaan is, zegt de
S.D.A.P.: dat hebben wij gedaan, zoo ook
in 1920, toen de heer Paul zeide, dat
de goede regeling te danken was aan den
vertegenwoordiger zijner partij in de
commissie van voorbereiding. Spr. heeft
geen dreigementen bedoeld, maar heeft
willen waarschuwen en feiten geconsta
teerd. Zie verder Hoofdblad.)