»Nög iemand heeft
genoten van de beste
sigaret voor
ieders
gezondheid!
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 16 APRIL 1932.
No. ff.
DE DRINKWATERVOORZIE
NING VAN ONS LAND.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
VIRGINIA
BINNENLAND.
ZEELAND.
'Ë8—
Watergebrek in de afgeloopen
lange droge periode; waar
drinkwaterleidingen zijn, waar
zij spoedig zuilen komen, en
waar men het ook in de eerste
toekomst zonder zal stellen.
(Van onzen specialen verslaggever.)
Gedurende de lange droge periode, die
we pas kort achter den rug hebben, is
tot uiting gekomen, dat de waterleiding
in ons land nog niet zoo algemeen is
doorgedrongen als men geneigd is, op
grotid van afwezigheid van klachten over
gebrek aan drinkwater, meestal te ver
onderstellen.
Berichten en illustraties hebben op
nieuw de aandacht gevestigd op stre
ken waar de regenputten en welpompen
de bewoners slechts zoolang van het on
misbaar vocht voorzien als de natuur
medewerking wil verleenen, en zij heb
ben de kwestie der drinkwatervoor
ziening van ons land ook buiten den
kring van betrokkenen en van insiders
actueel gemaakt.
Over den stand van dit vraagstuk voor
het geheele land hadden we dezer da
gen een onderhoud met Ir. W. F. J. M.
Krul, directeur van het Rijksbureau voor
drinkwatervoorziening, welke instelling
uiteraard voortdurend met alle onder
deden van het vraagstuk in aanraking
komt.
Blijkens de mededeelingen van den
heer Krul zijn in ons land nog 600 van
de 1070 gemeenten van leidingwater
verstoken. De eerste waterleiding ont
stond in 1853 te Amsterdam; langzamer
hand volgden andere gemeenten, en om
streeks 1900 waren alle belangrijke
plaatsen voorzien, zoodat alleen het plat
teland ter verzorging overbleef.
Het begin der plattelandsvoorziening
viel in 1910, toen 23 gemeenten op Z u i d
Beveland zich tot een groepswater-
leiding vereenigden en het vraagstuk
collectief oplosten. Tot 1920 heeft de
oorlog de verdere ontwikkeling van het
drinkwatervraagstuk belemmerd', hoer
wel in dien tijd het rijk en de provinciale
besturen zich de zaak waren gaan aan
trekken. Na 1920 kwam weer opleving,
en van dat jaar tot nu gingen 300 ge
meenten tot de waterleiding over. Mo
menteel is weer een inzinking te con-
stateeren, omdat deze tijd zich slecht
leent voor het tot stand brengen van
groote werken, die nieuwe lasten o'p de
bevolking leggen.
Van den stand van zaken in de ver
schillende provincies gaf Ir. Krul vervol
gens een overzicht.
Noord-Holland wordt voorzien
door het eenige zuiver provinciale wa
terbedrijf in ons land, dan 'n groep van
104 gemeenten in zich vereenigt. Dit
zeer welvarend bedrijf heeft de provin
cie nooit een cent gekost.
Na Noord Holland is in Friesland
de goede oplossing van het vraagstuk
vertoond. De landbouw-organisaties heb
ben er een belangrijke stoot gegeven aan
de drinkwatervoorziening, die ook voor
het zuivelbedrijf van groote waarde is
gebleken.
In Groningen zijn al heel lang
plannen voor een waterleiding ge
koesterd, doch ze kwamen eerst kortge
leden aan de werkelijkheid. Binnen twee
jaar zal ook daar het drinkwatervraag
stuk ook practisch geheel tot het verle
den behooren.
In O v e r ij s s e 1, waar men zeer
slechte toestanden heeft gekend, en waar
typhus veelvuldig voor kwam, is de zaak
eveneens in grooten stijl aangepakt.
Het watervraagstuk is er theoretisch
opgelost; de practische verwezenlijking
is een kwestie van tijd.
Zoover als in bovenstaande 4 provin
cies is men niet alleen elders nog niet:
enkele provincies kennen zelfs nog een
41.
U schijnt er vrij zeker van te zijn,
sir Peter, zei hij droogjes.
Ik ben er zeker van.
Oh. Waarom?
Nu wie anders zou ze hier la
ten? vroeg sir Peter zacht.
Dat vraag ik me af? antwoordde
Clinton kalm, den baronet met scherpen
argwaan aankijkend. Intusschen is voor
het oogenblik de hoofdzaak waar de obli
gaties zijn, die U zegt verloren te heb
ben. Zij kunnen niet heel ver weg zijn
als U Aimsbury trof, voordat hij de ka
mer verliet.
Maar je gelooft toch niet in ernst,
dat ik ze heb genomen? vroeg Eric on-
geloovig,
Raap je eigendommen bij elkaar,
beval Clinton kortaf. We zullen wach
ten met denken, totdat wij aan het bu
reau zijn.
Hij keerde zich naar sir Peter.
U kan meekomen en eenige inlich
tingen geven, sir Peter, zei hij. Er
schijnt van allerlei te zijn, dat voor
U zelf houdt. Er is meer schieten dan
inbreken bij deze zaak komt me voor.
Wat bedoel je?
drinkwater s t r ij d die de gemoederen
heftig in beroering brengt. Een voor
beeld van dezen strijd levert Zeeland,
met name Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
in 1927 zoo goed als vast stond, dat er
'n waterleiding zou komen, doch waar
nadien allerlei wrijvingen, naijver en
verdachtmakingen de zaak in het hon
derd hebben gestuurd. Het groote plan
tot voorziening van geheel Zeeuwsch-
Vlaanderen, dat aanvankelijk instemming
van 21 gemeenten had, is definitief van
de baan. Gewerkt wordt nu aan een
drinkwaterleiding voor de 3 grootste ge
meenten Terneuzen, Sas van Gent en
Hulst, die weldra tot stand zal komen;
de statuten der betrokken N.V. bevin
den zich reeds bij den minister van ju
stitie.
Op Zuid-Beveland, Tholen en Schou-
wen-Duiveland is de drinkwatervoor
ziening uitstekend geregeld, voor Wal
cheren zoekt men nog naar de goede op
lossing. Vermoedelijk zal daar op den
duur een belangengemeenschap van ge
meenten ontstaan, die water zal betrek
ken van de daarvoor uit te breiden Mid-
delburgsche waterleiding en van de Z-
Bevelandsche, met eenige hulp van het
Vlissingsche waterleidingbedrijf.
Zuid-Holland is het gewest van
zelfstandige waterleidingen, die zeer las
tig te verbinden waren met de plaatsen
waar nog geen water was. Over het al
gemeen is het platteland van Zuid-Hol
land vrij goed voorzien,
In Utrecht bestaan twee groeps-
waterleidingen; in het Oosten komen vrij
veel kleine zelfstandige waterleidingen
tot stand; de samenwerking voor een
groot geheel ontbreekt er.
In Drenthe zijn.twee groote plan
nen in bewerking.
In G e 1 d e r 1 a n d is al jaren gewerkt
aan een groote waterleiding voor het
Oostelijk deel; voor de industrie en de
mijnen in die streek zal zij binnen af-
zienbaren tijd noodig blijken. Voor overig
Gelderland, dat vrij goed verzorgd is,
bestaan geen groote plannen.
Noord-Brabant heeft in het
Westen het vraagstuk grootendeels op
gelost, 27 gemeenten worden daar be
diend door de gewestelijke waterleiding.
In overig Brabant heerst veel levendig
heid doch in het land van Heusden en
Aitena heerschen nog zeer droevige toe
standen op drinkwatergebied, het open
vaart-water wordt er meermalen ge
consumeerd.
L i m b u r g 's Zuidelijk deel wordt be-j
diend door een N.V., waarbij 35 gemeen-
ten aangesloten zijn. Het bedrijf is bloei- i
end en het breidt zich nog steeds uit. In j
Noord- en midden-Limburg hort de voor- j
ziening.
Dit was hetgeen Ir. Krul over den
stand van de watervoorziening in de ver
schillende provincies mede deelde.
Op de vraag hoe de algemeene toe
stand hier te lande is in vergelijking met
het buitenland luidde het antwoord:
„Zeer goed, in geheel Europa trekt de
wijze waarop het vraagstuk hier is en
wordt opgelost, de aandacht. Bijna over
al is men ver bij ons achter, niettegen
staande hier het Rijk niet met hooge
subsidies werkt, doch alleen met rente-
looze voorschotten en met garantiesom
men, die vooral moreele beteekenis heb
ben. In het buitenland, o.a. in Italië,
Frankrijk en België wordt door de over
heid zwaar gesubsidieerd, en dit geeft
wel eens aanleiding tot de overweging
of meer overheidssteun voor arme dee-
len van ons land eveneens gewenscht
zou zijn. Vooral in dezen tijd neemt de
bevolking niet gaarne nieuwe lasten op
zich, zelfs als zij het nut van een water
leiding volkomen beseft. Daar tegenover
staat dat men in dezen malaise-tijd goed
koop kan bouwen, en dat de aanleg
van drinkwaterleidingen mooie objecten
voor werkverschaffing vormen".
(Ingez. Med.)
U heeft me gehoord. Waar is de
Kaart?
De Harten drie die U zegt ontvan
gen te hebben. Waar is die?
Ik heb de kaart ontvangen, Clin
ton. Hier is ze.
Trillend van woede reikte sir Peter
in vol vertrouwen over de tafel, waar
hij de kaart had gelaten. Hij bleef on
zeker staan toen hij ze niet zag; daarna
verplaatste hij de verschillende voorwer
pen op tafel in groote haast, terwijl
Clinton gedienstig zijn licht bijhield.
Vreemd, mompelde hij verward, ik
heb ze op tafel gelegd.
Clinton's oogen knepen zich samen,
toen, hij den grond in de buurt nazocht.
Er gebeuren hier vanavond eene
massa vreemde dingen, zei hij veelbe-
teekenend.
Sir Pieter keek hem kwaadaardig
aan, en wendde zich toen tot den butler.
Spencer, heb jij die kaart gezien?
ik heb ze gezien, sir Peter, ant
woordde Spencer, naar de tafel komend
om mee te zoeken, maar ik zou niet
kunnen zeggen waar ze nu is.
Clinton richtte zijn licht vol op Spen- j
cer's gezicht.
Heb je ze gezien? snauwde hij.
Ja, mijnheer. Sir Peter liet ze mij
zien toen hij ze ontvangen had.
Oh, je nam de kaart aan de deur
aan, nietwaar?
Ja mijnheer.
DE WATELER VREDESPRIJS.
De Carnegiestichting heeft den Wa-
telervredesprijs voor 1932, ten bedrage
van 20.000 toegekend aan de Vereeni-
ging Volkenbond en Vrede, op grond
van de verdiensten dezer vereeniging op
het gebied van verspreiding van kennis
omtrent den Volkenbond en de bevor
dering van betere inzichten in de vraag
stukken betreffende de organisatie der
Statengemeenschap.
De Watelervredesprijs is ingesteld
door den heer J. G. D Wateier, in le
ven directeur der Oranje Nassau Hypo
theekbank te Den Haag, die bij zijn over
lijden zijn vermogen heeft vermaakt aan
de Carnegiestichting onder beding dat
uit het revenue jaarlijks een vredesprijs
zou v/orden toegekend aan dengene die
op eenigerlei wijze de zaak van den
vrede het beste zou hebben gediend, of
die zou hebben bijgedrage tot het vin
den van middelen ter bestrijding van den
oorlog.
De toekenning geschiedt beurtelings
aan een Nederlander en aan een buiten
lander, In 1931 voor het eerst aan Sir
Eric Drummond, secretaris-generaal van
den Volkenbond die het bedrag ervan
ter beschikking heeft gesteld van de in
ternationale Unie van Volkenbondsver-
eenigingen te Brussel.
Van een vreemdeling?
Ja mijnheer.
Je hebt hem natuurlijk niet her
kend?
Neen .mijnheer. Hij ging te gauw
weg. Ik zag, dat hij den tuin verliet en
in een auto ging.
Oh. Een taxi of particuliere auto?
Dat kon ik niet onderscheiden, mijn
heer.
Hm. Maar als de kerel je een speel
kaart gaf, heb je toch zeker wel een po
ging gedaan om hem te volgen, de ge
woonte van den Decker kennende.
De kaart zat in een enveloppe,
mijnheer.
Oh ja? Waar is dan de enveloppe?
Dat kan ik niet zeggen, mijnheer.
Dat kan je niet zeggen? Je bedoelt
je wilt het niet zeggen.
Ikik
Ik heb ze in het vuur gegooid, zei
sir Peter kortaf met een boozen blik
op Spencer.
Heeft U ze in het vuur gegooid?
Clinton bracht zijn ondervraging op
sir Peter over en zijn stem was hard en
scherp.
Waarom? Er lag een wereld van
achterdocht in de vraag.
Om geen andere reden dan dat het
mijn gewoonte is gebruikte enveloppes
op te ruimen,
Maar ik zou denken dat deze en
veloppe van meer belang voor U zou
v'LlSSINGEN.
De sigarenwinkeliersvereeniging
heeft adhaesie betuigd aan het verzoek
van de vereeniging „Gemeenschappelijk
Belang" aan de Kroon* om goedkeuring
te onthouden aan de verordening, waar
bij de winkelsluiting bepaald wordt op
7 uur en des Zaterdags op 9 uur.
In het jaarverslag deelt het bestuur
der Woningbouwvereeniging „Goed Wo
nen" mede, dat de vereeniging schade
heeft geleden door de débacle van het
bankierskantoor De Koster Co. Het
tegoed ad 2348 kan voor 85 pet. als
verloren worden beschouwd. Ondanks
dit alles is de financieele toestand der
vereeniging toch gunstig. De hypotheek
op 31 December j.l. bedroeg 699.421.
In Mei zullen 21 nieuwe woningen aan
de Eedestraat gereed komen en heeft de
vereeniging dan 218 woningen, een win
kel, een pakhuis en een werkplaats, die
te samen voor 759.121 op de balans
voorkomen.
Het ledental bedraagi 291.
ZUID-BEVELAND.
SCHORE. Donderdagavond vergader
de de afd. Schore van de Vereeniging
voor Ziekenhuisverpleging Noord- en
Zuid-Beveland. Uit het jaarverslag van
den secretaris blijkt, dat het aantal le
den thans 308 bedraagt, waarvan 280 be
talend (op 1 Januari 1932 resp. 273 en
243). De rekening over 1931 sloot met
een nadeelig slot ad 4.65, zoodat ge
tracht zal worden nog enkele donateurs
te werven. De commissie, belast met 't
onderzoek van deze rekening, brengt
bij monde van den heer A. Stevense ver
slag uit, waarbij blijkt, dat de rekening
en de bescheiden in orde zijn bevonden.
Tot bestuurslid werd gekozen de heer
J. van Nieuwenhuize en herkozen de
heer A. Bierens. In de vacature M. Hem-
mekam (niet herkiesbaar) werd tot lid
van de fin. commissie aangewezen de
heer A. C. Martijn, terwijl tot afgevaar
digde naar de algem. vergadering te
Goes werd gekozen de heer H. D. Trim-
pe en tot candidaat voor lid van het
hoofdbestuur de heer J. van Nieuwen
huize.
zijn dan
Er was niets, dat ze onderscheidde
van een:g andere enveloppe, die voor
particuliere correspondentie gebruikt
wordt.
Maar het adres? Was het getypt
of..?
Ze was niet geadresseerd. Er stond
niets op.
Oh. Hoe weet U dan, dat ze voor
U bestemd was?
Ik weet niet, dat ze voor mij be
stemd was. Alles wat ik weet is dat
Spencer ze mij gaf en dat een dief mijn
brandkast heeft opengemaakt.
Clinton knikte.
Ik zie het, zei hij zacht. Ik zie
het.
Maar wat hij zag, hield hij voor zich
zelf.
Nou jij, ging hij voort, zich tot
Eric keerend, die onbekommerd zijn
sigarettenkoker weer in zijn zak stak.
Jij weet natuurlijk niet, waarde
Dat is bijzonder juist geraden, ant
woordde Eric, met een uitdagenden glim
lach.
Clinton's oogen schitterden toornig.
Zijn vaderlijk geduld was uitgeput.
Wij zullen naar het bureau gaan,
jongmensch, zei hij. Misschien kan je
verstandig praten, als je op een plaat*
bent, waar je niet kunt bluffen.
IERSEKE. Bij een ingezetene in den
Burenpolder zijn door kwaadwillige han
den de ruiten ingeworpen. De bewoners
naar buiten gaande troffen daar den da
der nog aan en hebben hem een afstraf
fing toegediend. Waarna de politie pro
ces-verbaal heeft opgemaakt.
KRUININGEN. Donderdagavond ver
gaderde de feestcommissie tot vaststel-
Wie weet?, antwoordde Eric pein
zend. Wie weet?
Enid kwam opeens van achter den
stoel en legde haar hand smeekend op
de mouw van den detective.
Maar U gaat hem toch niet ar
resteeren, zei ze opgewonden. Hij heeft
niets gedaan, werkelijk niet.
Tob maar hiet kindje, zei Eric
vol vertrouwen. Hij keerde zich om en
nam het meisje in zijn armen.
Alles wat gebeurt, zal de oorzaak
van hoofdpijn voor mij morgenochtend
zijn, voegde hij er bij, een hand op zijn
hoofd leggend.
Je mag je gelukkig prijzen, dat 't
niet wat dichter bij was, Aimsbury, zei
Clinton koel.
Het spijt me, dat het dit niet was,
gromde sir Peter.
U beiden schijnt elkaar hevig te
haten, zei Clinton.
Volstrekt niet, antwoordde Eric
snel. We hopen inderdaad nauwer ver
want te worden.
Doen we dat? snauwde sir Peter,
alsof hij er sterk aan twijfelde.
Ja, verzekerde Eric hem, en hij
boog het hoofd, om Enid feeder op den
mond te kussen.
Kom mee, Aimsbury, beval Clinton,
den jongen man op den schouder tik
kend.
(Wordt vervolgd.)