TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 12 APRIL 1932.
No, 86,
ZEELAND.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE,
niet tusschen 8 en 9 gaan naar 't Zand
om boodschappen te doen.
De heer SANDERSE heeft bedoeld
een regeling tusschen gemeenten, die
zoo nauw met elkaar in verband staan.
In de vliegende winkels in de duinen
komt toch wel personeel, daarom moe
ten er in de verordening bepalingen zijn.
Een aparte sluitingsregeling voor 't
Zand heeft spr. niet bedoeld.
De VOORZITTER betoogt, dat een
9 uur sluiting voor de vier zomermaan
den zeer gewenscht is.
De heer SANDERSE betoogt, dat er
nu nog wel geen personeel in de win
kels is, doch dat kan komen. Laat men
die bepalingen opnemen. Spr. stelt voor
de Zondagsluiting te schrappen en een
andere regeling daarvoor te ontwerpen.
Spr. stelt voor de 8 uur sluiting het
heele jaar door.
Het voorstel-Sanderse wordt niet on
dersteund.
De verordening wordt z.h.st. vastge
steld.
Geweigerde bouwvergunning
in de duinen.
Aangaande het beroepsschrift der ge
weigerde bouwvergunning door B. en W.
aan J. J. van den Bergen te Biggekerke
(villa Slobberdamsche pad), stellen B. en
W. voor geen ontheffing van het bouw-
verbod te verleenen, op grond van een
artikel in de bouwverordening, waarbij
het bouwen verboden wordt anders dan
aan straten en tot 'n bepaalden afstand
van de straat. In bepaalde gevallen kan
hiervan ontheffing worden verleend. B.
en W. achten die niet aanwezig.
De heer SANDERSE zegt eerst een
enkele blik terug te willen slaan, tot de
algemeene beschouwingen in den raad,
waarbij is gewezen dat een bepaalde toe
stand spaak dreigde te loopen. Dit staat
vast dat Koudekerke van hoogerhand is
duidelijk gemaakt hoe 't zal worden. Hoe
staat men plotseling zoo scherp tegen
over het bouwen van villa's in de duin
streek?
Er is destijds door B. en W- a. h. w.
vergunning gegeven om den chaos te
doen ontstaan, die daar gekomen is. Ook
de raad is schuldig aan dien toestand ter
plaatse in de duinen. Doch wie is die
hoogerhand, die B. en W. genoopt heb
ben een zeer verkeerd standpunt in te
nemen.
Ontheffing is, wordt gezegd, in strijd in
onze bouwverordening, doch spr, meent,
dat dit niet juist is. Want dan hebben B.
en W. reeds vele malen gezondigd. Spr.
toont dit nader aan. Deze woningen kun
nen juist wedijveren ook op hygiënisch
gebied met degene die in de kom zijn ge
bouwd.
Spr. wijst op de advertentie, dat er
geen zomerhuisjes meer gebouwd mogen
worden. Is dit nageleefd? Spr- meent dat
er nog wel eens van is afgeweken, en
geeft daarvan een voorbeeld.
Spr. meent dat het hier een landhuisje
betreft, dat geen landhuisje is, als be
doeld wordt in de verordening. Waarom
mag 't daarom niet worden gezet? Van
technische zijde is spr. medegedeeld dat
't hier een woning geldt die zomer en
winter bewoond kan worden. Ook heeft
spr. vernomen, dat aangedrongen is dat,
binnen de 300 m van het buizennet der
waterleiding niet gebouwd mag worden,
doch ook vernomen dat menschen uit
Vlissingen grond kochten. Hadden die er
belang bij?
Spr- meent dat de gelegenheid ;g!?g'e-
ven moet worden tot bouw en veroouw
volgens de bouwverordening.
De heer DE KROO zet uiteen dat ver
gunning 'moet fworden verleend. Hij
meent dat dat ook volgens de verorde
ning kan. En die is door Ged. Staten
goedgekeurd. Spr. stelt voor de ver
gunning 'te verleenen met de voorwaar
de, dat de technische mogelijkheden wor
den aaangewend, dat de drainage der
watergang er geen schade van ondervindt
en gelet op de open bebouwing. Spr.
hoopt dat 't zoo goed bevalt, dat er
steeds meer landhuizen gebouwd kun
nen worden.
De heer CONTANT zegt dat
de autonomie van de gemeente
behouden blijft. Wij zullen bepalen of
er gebouwd wordt of niet. Alleen als
het door een hooger college verboden
wordt kunnen we er niets aan doen, Spr,
behoudt zich het recht voor om in af
wijking van het prae-advies zijn stem
uit te brengen.
De VOORZITTER zegt dat het prae-
advies met alg. st. door B. en W. is
aanvaard. Ook door den heer Contant,
dus. Juist om de menschen ter wille
te zijn, zijn B. en W. te soepel geweest
bij het geven van bouwvergunningen,
niet de afmetingen voorziende van thans.
Ged. Staten en de Kroon zijn voor
ons hoogerhand. Spr. meent, dat die ont
heffing van het verbod zou vernietigen.
Inderdaad is niet streng de hand gehou
den aan enkele bepalingen, doch spr.
wijst op een raadsbesluit, waardoor een
chaotische bebouwing dreigde, dat ter
vernietiging is voorgedragen, wat is ge
schied.
Er is na de advertentie nog gebouwd
na rijp beraad en na het inwinnen van
het gevoelen van de instantie, die la
ter er over zouden kunnen oordeelen.
Het gaat er hier om of het gebouw
wat de plaats betreft voldoet aan de
bouwverordening, niet hoe het gebouw
eruit ziet.
Dat er geëischt is dat er gebouwd
moet worden 300 M buiten de waterlei
ding, daarvan is spr. niets bekend.
De heer v. d. Bergen wordt niet aan
getast in zijn rechten, die hij had, doch
hem wordt iets niet toegestaan. Dat 't
een villa is moet spr. ontkennen. Nu er
ontsnapt moet worden aan een bouw
verordening, nu moet het een villa ge
noemd worden.
De kwestie der waterleiding zou door
een deskundige onderzocht moeten
worden.
Aantasting der autonomie der ge
meente kan spr. er niet in zien. Het
gaat hier om een verordening, die we
zelf vast stellen, en waar gebruik van
gemaakt wordt. Vernietiging door de
Kroon gaat alleen volgens de wet. Dat
is geen aantasting der autonomie.
De inerpretatie van wat een straat
is, is beslist, daar wordt niet van afge
weken.
Art. 7 f verbiedt het bouwen anders
dan aan straten. Geen van de beide hui
zen staat aan straten meent spr. Ver
gunning kan dus alleen verleend wor
den door ontheffing. Spr, twijfelt niet,
of die ontheffing zal door Ged. Staten
aan de Kroon ter vernietiging worden
voorgedragen.
De heer SANDERSE komt er tegen
op, dat er na de advertentie nog ver
gunning is gegeven. Dat is tegen rechts-
vaardigheidsgevoel. Spr. zou het be
treuren, dat de burgemeester, mocht de
raad nog gunstig beslissen, die beslis
sing ter vernietiging zou voordragen.
Wat voor belang heeft de burgemees
ter, als die woning er niet komt? We
zouden tegenover den burgemeester
stelling moeten nemen, wat spr. zeer
zou betreuren.
Spr. zegt dat toch niet altijd art. 7f
overal is toegepast. Waarom wordt dan
hier toestemming op grond van dit ar
tikel geweigerd? En wat „hoogerhand"
betreft, spr. is verzekerd, dat kort gele
den den inspecteur der volksgezondheid
is geraadpleegd, is dat dan geen hooger
hand? De zaak zelf is in geen enkel op
zicht weerlegd geworden.
Spr. noemt het prae-advies van B. en
W. tegen het belang der gemeente. Hij
heeft gesproken na grondig onderzoek-
De heer DE KROO vindt de kwestie
wel degelijk aantasting der autonomie.
Er is in het prae-advies gezegd, dat dit
gebouw niet aan de verordening vol-
WALCHEREN.
Gemeenteraad van Koudekerke.
KOUDEKERKE, Gister vergaderde
de Raad. Voorziter de burgemeester, de
heer A. Bakker. Er was veel belang
stelling.
Huldiging wethouder
Contant.
De VOORZITTER sprak hartelijke
woorden van huldiging tot den heer J.
A. Contant, die Zaterdag voor Paschen
zijn 25-jarig jubileum als raadslid vier
de. Hij werd 13 April '07 als lid van den
raad beeëdigd. Spr. wenscht hem geluk
namens den raad, en brengt zijn erken
telijkheid over voor den ijver en nauw
gezetheid, waarmee hij zijn werk ver
richt, in 't bijzonder ook als wethou
der. Spr. hoopt dat de samenwerking
zal blijven bestendigd (applaus).
De heer CONTANT dankt voor deze
woorden. In die 25 jaar is hij meerma
len mijlpalen voorbijgegaan, ook in zijn
persoonlijk leven. Hoe meer mijlpalen
men voorbijgaat, hoe spoediger het eind
in het zicht is. Doch men moet tot het
einde met opgewektheid zijn taak ver
vullen. Spr. ziet met genoegen op zijn
werk in die periode terug: de uitgespro
ken waardeering zal spr. een aansporing
zijn, zijn taak met opgewektheid te blij
ven vervullen.
Notulen.
De notulen worden z.h.s. goedge
keurd.
Ingekomen stukken.
De bekende circulaire aan B. en W.
over de wijziging der jaarwedden van
burgemeester, secretaris, en ontvanger.
Voor kennisgeving aangenomen.
Een adres van het bestuur van Pa
trimonium pver de werkverschaffing,
waarin er op wordt gewezen, dat het
wenschelijk is verschil te maken tus
schen georganiseerden en ongeorgani
seerden, enz., en een commissie voor
de werkverschaffing in te stellen,
B, en W. deelen mede, dat het ver
schil bij de werkverschaffing reeds ge
maakt is. Destijds is besloten die com
missie niet in te stellen.
De heer SANDERSE heeft reeds in
de vorige vergadering al uitvoerig de
wenschelijkheid eener commissie uit
eengezet. Dat blijkt nu ook weer uit dit
adres. Een dergelijke commissie zou ze
ker den wethouder, die met de werk-
loozenzorg is belast, ten goede zijn ge
komen,
Spr, stelt opnieuw voor een derge
lijke commissie samen te stellen. Deze
zal dan alleen adviseerend optreden.
De heer DE RIJKE zit zelf in het ge
westelijk bestuur. Hij heeft gezegd dat
veel vragen van Koudekerke overbodig
waren. Hij gelooft niet dat een com
missie zooveel gauwer zal werken.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W.
geen behoefte voelen aan een commis
sie. Eventueele klachten kunnen in B.
en W. worden aangebracht. Voor den
spoed is een commissie niet noodig; in
dat opzicht is het zelfs beter dat er
geen is.
Veel klachten over de werkverschaf
fing hebben B, en W. niet bereikt. Trou
wens ook de werkloozen zelf zijn mans
genoeg, als ze zich onrechtvaardig be
handeld meenen, die te komen bespre
ken.
De heer SANDERSE beeft niet be
weerd, dat B. en W. de klachten niet
vlug behandelen. Spr, heeft alleen be
doeld dat de arbeiders hun klachten
bij de commissie kunnen brengen. Niet
alle arbeiders durven het aan B, en W,
zeggen. Overal waar de commissie
bestaat blijkt, dat die uitstekend werk
doet.
Het voorstel het verzoek van „Patri
monium" voor kennisgeving aan te ne-
37,
Hij trachtte de voorwerpen aan den
anderen kant der kamer te onderschei
den, toen een zacht geluid op de waran
da hem opschrikte en zijn aandacht trok
en hij zonk weer terug in de behaag
lijke diepte van den Chesterfield, van
waar hij scherp keek naar de gordijnen
van het openstaande raam. Hij was niet
zoo zeer bang als wel hoogst verbaasd.
Hij hoorde den knip van het raam
wegschuiven en den klank van den op
komenden wind in de boomen, terwijl
het raam langzaam geopend werd. Toen
werden de gordijnen vaneen gehouden
en een kort oogenblik teekende een
gedaante zich diep zwart af tegen de
zwakke verlichting der lucht. De gordij
nen sloten zich weer en sir Peter hield
den adem in.
Stilte.
Toen kwam een geluid, dat geleek op
maar luider was dan de wind in de boo
men het geluid van zoekende vin
gers langs den muur. Een zwak bekend
gepiep zeide sir Peter, dat het bewer-
te paneel in zijn gleuf gleed, een zwak
ke bons duidde de welgeslaagde han
teering van den grendel der brandkast
aan en toen weer stilte.
men werd aangenomen met alleen de
heer Sanderse tegen.
Het bekende adres van Ooststelling
werf voor adhaesie aan een adres aan
de regeering om spoed voor den land
en tuinbouwsteun.
B. en W. meenen dat allerlei land
en tuinbouworganisaties dit al doen.
Het adres van Ooststellingwerf is dus
overbodig.
De heer SANDERSE wijst op de be
raadslagingen in de Tweede Kamer; tel
kens weer wordt door de leden bij den
minister op spoed aangedrongen, 't Is
een zeer belangrijk vraagstuk, en zeer
urgent. Laat men dus het adres steunen.
Baat 't niet, 't schaadt ook niet.
De heer LORIER vraagt wat er voor
die adhaesiebetuiging is? Steeds wordt
er door organisaties bij de regeering
op maatregelen aangedrongen. Dat is
voldoende. Spr. verwacht dat nu eens
door rijk, provincie en gemeente ook
eens tot daden wordt overgegaan. Ook
in Koudekerke.
De VOORZITTER wijst ook op de ve
len aandrang op de regeering. De regee
ring heeft al heel wat maatregelen ge
troffen. Wij kunnen moeilijk de spoed-
kwestie beoordeelen; er zit heel wat aan
die maatregelen vast. Spr. is overtuigd
dat de regeering van zeer goeden wille is.
Gemeentebesturen moeten niet aldoor
adressen richten. We moeten matig daar
in zijn, ook terwille van de kracht van
zoo'n adres.
De heer SANDERSE vraagt zich af, of
de regeering wel genoeg spoed betracht,
ook gezien de opmerkingen in de Twee
de Kamer. Hij verdedigde adhaesiebe
tuiging.
Het prae-advies van B. en W. (geen
adhaesie) wordt aangenomen. De heer
Sanderse tegen.
Een schrijven van het Ned. Instituut
van architecten met verzoek geen archi
tecten in overheidsdienst particulier
werk te laten doen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Pensioengrondslag.
Vastgesteld wordt de pensioengrond
slag van den gemeentewerkman v. d.
Vijver 1300).
Goedgekeurd.
Vermindering pacht bouwland.
B. en W. stellen voor de pacht voor
1931 van het bouwland te verminderen
met 20 pCt. voor P. de Potter (gevraagd
was 25 pet.).
De heer LORIER verdedigde een ver
mindering van 25 pet. op billijkh'eidsgron-
den. Hij wenscht ookoverleg met het B.
A. voor vermindering van de pachten.
De heer SANDERSE is van dezelfde
meening.
De VOORZITTER zegt dat het ver
zoek besproken is. Voorbeelden van an
dere overheidslichamen hebben B. en
W- voor oogen gestaan bij het bepalen
van 20 pet. Overigens vindt spr. 't geen
groote kwestie.
De pachters van het B. A. hebben
pachtverlaging gevraagd zij zullen dat
voor 1931 krijgen.
De heer CONTANT acht 't gewenscht
20 pet. te handhaven. Dat is heusch niet
aan den lagen kant, en is principieel be
ter.
De heer LORIER houdt vol, dat 25
pet. vermindering alleszins billijk is.
De heer MOENS zegt, dat 't hier een
bijzonder geval is, ook de heer DE RIJ
KE wil 25 pet. korten.
Het voorstel-Lorier (25 pet.) wordt
aangenomen met 10 tegen 1 st. Tegen de
heer Contant,
Vergoeding Brandweer
cursus,
Voorgesteld wordt t.b.v, het volgen
van een brandweercursus te Middelburg
een vergoeding te geven aan J, W,
Christiaanse van 10.
De heer DE KROO vindt een gratifi
catie onjuist, 't Schijnt een belooning,
omdat hij de eenige cursist is. Mogelijk
maken de andere toch ook extra studie
van hun werk. Spr. acht een gratificatie
beter, wanneer bij het blusschen van 'n
brand door iemand bijzondere ijver aan
den dag wordtgelegd.Bovendienkan dit
ongewenschte praecedenten scheppen.
De heer SANDERSE juicht het voor
stel toe.
De heer DE RIJKE wil ook beloonen,
als Christiaanse zich bij een brand bij
zonder onderscheidt.
De VOORZITTER wijst er ook op,
dat Chr. alles heeft gedaan in zijn eigen
tijd. Hier is alleen sprake van een tege
moetkoming in de kosten voor het vol
gen van dien cursus. Die cursus zal ze
ker ook de gemeente ten goede komen.
De heer LORIER meent ook, dat de
heer Christiaanse beloond moet wor
den, als hij bijzonder werk bij een brand-
blussching gedaan heeft. Laat dan het
gemeentebelang blijken van dien cur
sus.
De VOORZITTER zet uiteen dat het
moeilijk is na een brand extra beloo
ningen „te geven.
Het voorstel wordt aangenomen met
7 tegen 4 stemmen.
Verkoop Bouwland,
B. en W. stellen voor het bouwland
aan den Braamweg te verkoopen aan
den polder t.b.v, het verbreeden van
den Sprink, Voor een gedeelte 35 c. per
Mr, overigens 20 ets.
Aldus besloten.
Tijdelijk schrijfster,
I Voorgesteld wordt tot tijdelijk schrijf
ster ter secretarie aan te stellen miéj.
Schut, op een jaarwedde van f 25 alleen
terwille van meer dienstjaren voor pen
sioen. Een en ander voor een tijd van,
twee jaar.
De heer MOENS; heeft hjertegen be
zwaar. iWij erkennen dat er behoefte is
aan een ambtenares, en spr. meent, dat
dit niet het geval is.
Dat is 'n stap in de richting van een
benoeming. Spr. heeft bovendien in prin
cipe bezwaar tegen het benoemen 'van
een ambtenares.
De VOORZITTER betoogt dat het voor
stel niet voorkomt uit een behoefte aan
een ambtenaar. Uitsluitend' ter wille van
den aankoop voor pensioendienstjaren.
Spr. meent dat hier de principekwestie
er toch wel buiten kan blijven.
De heer SANDERSE juicht het voor
stel toe. Temeer waar dit van tijdelijken
aard is.
Het voorstel wordt aangenomen met
9 tegen 1 stern (.de heep Moens). D.ef hem
Lorier was afwezig.
Winkelsluitingsverordening.
Voorgesteld wordt in de winkelslui
tingsverordening aan te brengen, wan
neer de winkels gesloten moeten zijn.
(In Mei, Juni, Juli en Aug. in plaats
van 8 uur tot 9 uur open; verder een
algeheele Zondagsluiting).
De heer SANDERSE wijst op een
manque n.a.v. de wetsbepalingen aan
gaande het winkelpersoneel. Daarvan
staats niets in de verordening.
Spr. vreest, dat door de Zondagslui
ting ook „vliegende winkels" in de dui
nen zullen moeten verdwijnen. Hij komt
hiertegen op, vooral waar de raad zich
destijds uitsprak in de kwestie der slui
ting der café's.
We kunnen niet zoo maar de 9 uur
sluiting aanvaarden. Vlissingen heeft be
sloten de 7 uur sluiting in te voeren;
Middelburg is wel tot 8 uur open, doch
de buurtschap in de grensgemeente ('t
Zand) is tot 9 uur open. Spr. vindt dat
met een en ander rekening gehouden
had moeten worden.
De VOORZITTER zegt, dat in deze
gemeente geen winkel-personeel is. Wat
betreft de Zondagsluiting, die der café's
staat hier buiten. Spr. gelooft niet dat er
reden is voor 't Zand aparte bepalingen
te maken. In Middelburg is de sluiting
om 8 uur, men zal in de zomermaanden
zich verontschuldigend, hij hijgde alsof
hij hard geloopen had.
Toen hij de studeerkamer binnen
kwam, zag sir Peter de buitengewone
bleekheid van den butler, het trillen
van zijn lippen en het rinkelen der lan
taarn in zijn bevende hand, en hij voel
de zich vaag teleurgesteld, dat zijn ge
vestigde meening van Spencer blijk
baar zoo gegrond was. De butler was be
paald verlamd van zenuwachtigheid.
Ik. ik hoorde een schot, sir Pe
ter. begon Spencer buiten adem.
Dat verwondert mij niet, viel sir Pe
ter hem sarcastisch in de rede. Waar
ben je geweest?
Ik had moeite de lantaarn te vin
den, sir Peter. Ik.... ik....
Och breng het licht hier! snauwde
sir Peter geërgerd, toen hij voorging
naar het raam. Kom hier met het licht.
Ik heb iemand gepakt.
Spencer volgde gehoorzaam en hield
de lantaarn zenuwachtig boven hetgeen
op den grond lag. Sir Peter bukte en
gooide de omhullende gordijnen ruw ter
zijde.
Goede God! riep hij uit, plotseling
rechtop staande.
Wie is het, sir Peter? vroeg Spen
cer bevend.
Ik heb den Decker neergeschoten!
antwoordde sir Peter met een boosaar-
digen glimlach om zijn mond. Kijk maar
eens naar hem, Spencer.
Spencer boog zich angstig over het
lichaam, staarde ongeloovig in het met
bloed beloopen gezicht en hijgde:
Mijnheer Eric, sir Peter! Wat heeft
hij gedaan?
Wij zullen het hem laten verklaren
Spencer als hij dat nog kan doen,
HOOFDSTUK XVI.
Er klonk een zacht geruisch van zij
de, toen Enid uit den salon binnenkwam.
Wat is er met het licht gebeurd,
vader, vroeg zij bevend. Wat was het
leven..? Zij hield op met een hijgend:
Oh! toen haar oog op de gedaante op
grond viel. Zij greep een met bont ge-
garneerden mantel over haar borst te
samen, om haar nachtgewaad te verber
gen en de kaars, die zij droeg, helde in
den kandelaar door het beven van haar
hand en in de uitstraling van bleek licht
scheen zij de verheerlijkte voorstelling
van een kunstenaarsdroom.
Tenminste, dat dacht Spencer, maar
haar vader was niet zoo romantisch.
Sir Peter draaide den revolver rond
zijn wijsvinger om den beugel.
Kom hier Enid, zei hij koel. Hier
is een inbreker, die een beroep op je
romantische verbeelding zal doen.
Enid gewoog zich niet.
Een inbreker! fluisterende zij ang
stig. Heeft U hem gepakt?
Ik heb hem geschoten, verbeterde*
haar vader kalm. Kom naar hem zien-
(Wordt vervolgd.)
Sir Peter bewoog zich voorzichtig,
bang dat een losse veer in de bekleeding
van den Chesterfield zijn gewoon
„plung"! zou laten hooren en hij haalde
zachtjes den revolver uit zijn zak. Hij
wachtte nog wat langer, zich bewust van
een merkwaardig genot in den toestand
het veroude genot van den gelukki
gen jager, of het afschuwelijk genot van
een kat met een muis. Toen hoorden
zijn ooren het zachte geritsel van pa
pier en hij sprak luide:
Goeden avond!
Het geluid hield op en er volgde stil
te, een stilte, die nog dieper dan te vo
ren was.
Te oordeelen naar je melodrama
tisch binnenkomen, heb je zeker je werk
in den schouwburg geleerd, ging sir Pe
ter voort op scherpen sarcastischen toon
en in dat geval zal je, als het ware het
onverwachte verwacht hebben. Stil, als
het je belieft, voegde hij er dreigend bij
of ik schiet je neer!
Het kwam niet bij hem op dat hij zeer
groot gevaar liep zelf dood geschoten
te worden, met aldus zijn aanwezig
heid te doen blijken voor de scherpe
aankondiging van zijn voornemen.
Slechts toen de stilte voortduurde, be
greep hij het gevaar, dat hij liep en dien
tengevolge veranderde hij snel zijn po
sitie in den Chesterfield.
Hij meende dat hij een zwakke bewe
ging in de buurt van de tafel hoorde.
Vervloekt! raasde hij inwendig, waar is
Spencer? Een licht! Iets van een licht!
Hij bemerkte plotseling, dat hij zicht
baar was voor den inbreker in den
laatsten zwakken gloed van den haard.
Zijn breed overhemd zou tenminste zicht
baar zijn. Hij sprong op.
i Maak je bekend en zeg wat je wilt
beval hij, of in drie sconden..
Terwijl hij sprak snelde de indringer
naar het raam en toen een gedaante
weer zichtbaar werd tusschen de gordij
nen, vuurde sir Peter vastberaden.
Een sissende kreet van pijn beant
woordde het schot; de gedaante bleef
nog een oogenblik staan, maar zonk
toen op den grond neer onder de gor
dijnen, die zij van de ringen trok in een
vergeefsche poging om staande te blij
ven. Zij bewoog zich even, en bleef
toen stil liggen.
Sir Peter ging, zonder haast te ma
ken, de kamer door, en bleef bij zijn
slachtoffer staan.
Spencer! riep hij kwaad.
Geen antwoord.
Hij keek even naar hetgeen op den
grond lag, toen overtuigd dat het niet
met onbehoorlijke haast zou verdwij
nen, ging hij tastend naar de salondeur
en wierp die open.
Spencer!
Ik kom al, sir Peter. Ik kom al.
Spencer kwam door den salon een
Êlikkerenden iiantaarn bp armlengte
voor zich houdend.
Ik kom al, sir Peter, herhaalde hij,