TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 12 APRIL 1932. No, 86, ZEELAND. FEUILLETON. HARTENAAS EN RUITENDRIE, niet tusschen 8 en 9 gaan naar 't Zand om boodschappen te doen. De heer SANDERSE heeft bedoeld een regeling tusschen gemeenten, die zoo nauw met elkaar in verband staan. In de vliegende winkels in de duinen komt toch wel personeel, daarom moe ten er in de verordening bepalingen zijn. Een aparte sluitingsregeling voor 't Zand heeft spr. niet bedoeld. De VOORZITTER betoogt, dat een 9 uur sluiting voor de vier zomermaan den zeer gewenscht is. De heer SANDERSE betoogt, dat er nu nog wel geen personeel in de win kels is, doch dat kan komen. Laat men die bepalingen opnemen. Spr. stelt voor de Zondagsluiting te schrappen en een andere regeling daarvoor te ontwerpen. Spr. stelt voor de 8 uur sluiting het heele jaar door. Het voorstel-Sanderse wordt niet on dersteund. De verordening wordt z.h.st. vastge steld. Geweigerde bouwvergunning in de duinen. Aangaande het beroepsschrift der ge weigerde bouwvergunning door B. en W. aan J. J. van den Bergen te Biggekerke (villa Slobberdamsche pad), stellen B. en W. voor geen ontheffing van het bouw- verbod te verleenen, op grond van een artikel in de bouwverordening, waarbij het bouwen verboden wordt anders dan aan straten en tot 'n bepaalden afstand van de straat. In bepaalde gevallen kan hiervan ontheffing worden verleend. B. en W. achten die niet aanwezig. De heer SANDERSE zegt eerst een enkele blik terug te willen slaan, tot de algemeene beschouwingen in den raad, waarbij is gewezen dat een bepaalde toe stand spaak dreigde te loopen. Dit staat vast dat Koudekerke van hoogerhand is duidelijk gemaakt hoe 't zal worden. Hoe staat men plotseling zoo scherp tegen over het bouwen van villa's in de duin streek? Er is destijds door B. en W- a. h. w. vergunning gegeven om den chaos te doen ontstaan, die daar gekomen is. Ook de raad is schuldig aan dien toestand ter plaatse in de duinen. Doch wie is die hoogerhand, die B. en W. genoopt heb ben een zeer verkeerd standpunt in te nemen. Ontheffing is, wordt gezegd, in strijd in onze bouwverordening, doch spr, meent, dat dit niet juist is. Want dan hebben B. en W. reeds vele malen gezondigd. Spr. toont dit nader aan. Deze woningen kun nen juist wedijveren ook op hygiënisch gebied met degene die in de kom zijn ge bouwd. Spr. wijst op de advertentie, dat er geen zomerhuisjes meer gebouwd mogen worden. Is dit nageleefd? Spr- meent dat er nog wel eens van is afgeweken, en geeft daarvan een voorbeeld. Spr. meent dat het hier een landhuisje betreft, dat geen landhuisje is, als be doeld wordt in de verordening. Waarom mag 't daarom niet worden gezet? Van technische zijde is spr. medegedeeld dat 't hier een woning geldt die zomer en winter bewoond kan worden. Ook heeft spr. vernomen, dat aangedrongen is dat, binnen de 300 m van het buizennet der waterleiding niet gebouwd mag worden, doch ook vernomen dat menschen uit Vlissingen grond kochten. Hadden die er belang bij? Spr- meent dat de gelegenheid ;g!?g'e- ven moet worden tot bouw en veroouw volgens de bouwverordening. De heer DE KROO zet uiteen dat ver gunning 'moet fworden verleend. Hij meent dat dat ook volgens de verorde ning kan. En die is door Ged. Staten goedgekeurd. Spr. stelt voor de ver gunning 'te verleenen met de voorwaar de, dat de technische mogelijkheden wor den aaangewend, dat de drainage der watergang er geen schade van ondervindt en gelet op de open bebouwing. Spr. hoopt dat 't zoo goed bevalt, dat er steeds meer landhuizen gebouwd kun nen worden. De heer CONTANT zegt dat de autonomie van de gemeente behouden blijft. Wij zullen bepalen of er gebouwd wordt of niet. Alleen als het door een hooger college verboden wordt kunnen we er niets aan doen, Spr, behoudt zich het recht voor om in af wijking van het prae-advies zijn stem uit te brengen. De VOORZITTER zegt dat het prae- advies met alg. st. door B. en W. is aanvaard. Ook door den heer Contant, dus. Juist om de menschen ter wille te zijn, zijn B. en W. te soepel geweest bij het geven van bouwvergunningen, niet de afmetingen voorziende van thans. Ged. Staten en de Kroon zijn voor ons hoogerhand. Spr. meent, dat die ont heffing van het verbod zou vernietigen. Inderdaad is niet streng de hand gehou den aan enkele bepalingen, doch spr. wijst op een raadsbesluit, waardoor een chaotische bebouwing dreigde, dat ter vernietiging is voorgedragen, wat is ge schied. Er is na de advertentie nog gebouwd na rijp beraad en na het inwinnen van het gevoelen van de instantie, die la ter er over zouden kunnen oordeelen. Het gaat er hier om of het gebouw wat de plaats betreft voldoet aan de bouwverordening, niet hoe het gebouw eruit ziet. Dat er geëischt is dat er gebouwd moet worden 300 M buiten de waterlei ding, daarvan is spr. niets bekend. De heer v. d. Bergen wordt niet aan getast in zijn rechten, die hij had, doch hem wordt iets niet toegestaan. Dat 't een villa is moet spr. ontkennen. Nu er ontsnapt moet worden aan een bouw verordening, nu moet het een villa ge noemd worden. De kwestie der waterleiding zou door een deskundige onderzocht moeten worden. Aantasting der autonomie der ge meente kan spr. er niet in zien. Het gaat hier om een verordening, die we zelf vast stellen, en waar gebruik van gemaakt wordt. Vernietiging door de Kroon gaat alleen volgens de wet. Dat is geen aantasting der autonomie. De inerpretatie van wat een straat is, is beslist, daar wordt niet van afge weken. Art. 7 f verbiedt het bouwen anders dan aan straten. Geen van de beide hui zen staat aan straten meent spr. Ver gunning kan dus alleen verleend wor den door ontheffing. Spr, twijfelt niet, of die ontheffing zal door Ged. Staten aan de Kroon ter vernietiging worden voorgedragen. De heer SANDERSE komt er tegen op, dat er na de advertentie nog ver gunning is gegeven. Dat is tegen rechts- vaardigheidsgevoel. Spr. zou het be treuren, dat de burgemeester, mocht de raad nog gunstig beslissen, die beslis sing ter vernietiging zou voordragen. Wat voor belang heeft de burgemees ter, als die woning er niet komt? We zouden tegenover den burgemeester stelling moeten nemen, wat spr. zeer zou betreuren. Spr. zegt dat toch niet altijd art. 7f overal is toegepast. Waarom wordt dan hier toestemming op grond van dit ar tikel geweigerd? En wat „hoogerhand" betreft, spr. is verzekerd, dat kort gele den den inspecteur der volksgezondheid is geraadpleegd, is dat dan geen hooger hand? De zaak zelf is in geen enkel op zicht weerlegd geworden. Spr. noemt het prae-advies van B. en W. tegen het belang der gemeente. Hij heeft gesproken na grondig onderzoek- De heer DE KROO vindt de kwestie wel degelijk aantasting der autonomie. Er is in het prae-advies gezegd, dat dit gebouw niet aan de verordening vol- WALCHEREN. Gemeenteraad van Koudekerke. KOUDEKERKE, Gister vergaderde de Raad. Voorziter de burgemeester, de heer A. Bakker. Er was veel belang stelling. Huldiging wethouder Contant. De VOORZITTER sprak hartelijke woorden van huldiging tot den heer J. A. Contant, die Zaterdag voor Paschen zijn 25-jarig jubileum als raadslid vier de. Hij werd 13 April '07 als lid van den raad beeëdigd. Spr. wenscht hem geluk namens den raad, en brengt zijn erken telijkheid over voor den ijver en nauw gezetheid, waarmee hij zijn werk ver richt, in 't bijzonder ook als wethou der. Spr. hoopt dat de samenwerking zal blijven bestendigd (applaus). De heer CONTANT dankt voor deze woorden. In die 25 jaar is hij meerma len mijlpalen voorbijgegaan, ook in zijn persoonlijk leven. Hoe meer mijlpalen men voorbijgaat, hoe spoediger het eind in het zicht is. Doch men moet tot het einde met opgewektheid zijn taak ver vullen. Spr. ziet met genoegen op zijn werk in die periode terug: de uitgespro ken waardeering zal spr. een aansporing zijn, zijn taak met opgewektheid te blij ven vervullen. Notulen. De notulen worden z.h.s. goedge keurd. Ingekomen stukken. De bekende circulaire aan B. en W. over de wijziging der jaarwedden van burgemeester, secretaris, en ontvanger. Voor kennisgeving aangenomen. Een adres van het bestuur van Pa trimonium pver de werkverschaffing, waarin er op wordt gewezen, dat het wenschelijk is verschil te maken tus schen georganiseerden en ongeorgani seerden, enz., en een commissie voor de werkverschaffing in te stellen, B, en W. deelen mede, dat het ver schil bij de werkverschaffing reeds ge maakt is. Destijds is besloten die com missie niet in te stellen. De heer SANDERSE heeft reeds in de vorige vergadering al uitvoerig de wenschelijkheid eener commissie uit eengezet. Dat blijkt nu ook weer uit dit adres. Een dergelijke commissie zou ze ker den wethouder, die met de werk- loozenzorg is belast, ten goede zijn ge komen, Spr, stelt opnieuw voor een derge lijke commissie samen te stellen. Deze zal dan alleen adviseerend optreden. De heer DE RIJKE zit zelf in het ge westelijk bestuur. Hij heeft gezegd dat veel vragen van Koudekerke overbodig waren. Hij gelooft niet dat een com missie zooveel gauwer zal werken. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. geen behoefte voelen aan een commis sie. Eventueele klachten kunnen in B. en W. worden aangebracht. Voor den spoed is een commissie niet noodig; in dat opzicht is het zelfs beter dat er geen is. Veel klachten over de werkverschaf fing hebben B, en W. niet bereikt. Trou wens ook de werkloozen zelf zijn mans genoeg, als ze zich onrechtvaardig be handeld meenen, die te komen bespre ken. De heer SANDERSE beeft niet be weerd, dat B. en W. de klachten niet vlug behandelen. Spr, heeft alleen be doeld dat de arbeiders hun klachten bij de commissie kunnen brengen. Niet alle arbeiders durven het aan B, en W, zeggen. Overal waar de commissie bestaat blijkt, dat die uitstekend werk doet. Het voorstel het verzoek van „Patri monium" voor kennisgeving aan te ne- 37, Hij trachtte de voorwerpen aan den anderen kant der kamer te onderschei den, toen een zacht geluid op de waran da hem opschrikte en zijn aandacht trok en hij zonk weer terug in de behaag lijke diepte van den Chesterfield, van waar hij scherp keek naar de gordijnen van het openstaande raam. Hij was niet zoo zeer bang als wel hoogst verbaasd. Hij hoorde den knip van het raam wegschuiven en den klank van den op komenden wind in de boomen, terwijl het raam langzaam geopend werd. Toen werden de gordijnen vaneen gehouden en een kort oogenblik teekende een gedaante zich diep zwart af tegen de zwakke verlichting der lucht. De gordij nen sloten zich weer en sir Peter hield den adem in. Stilte. Toen kwam een geluid, dat geleek op maar luider was dan de wind in de boo men het geluid van zoekende vin gers langs den muur. Een zwak bekend gepiep zeide sir Peter, dat het bewer- te paneel in zijn gleuf gleed, een zwak ke bons duidde de welgeslaagde han teering van den grendel der brandkast aan en toen weer stilte. men werd aangenomen met alleen de heer Sanderse tegen. Het bekende adres van Ooststelling werf voor adhaesie aan een adres aan de regeering om spoed voor den land en tuinbouwsteun. B. en W. meenen dat allerlei land en tuinbouworganisaties dit al doen. Het adres van Ooststellingwerf is dus overbodig. De heer SANDERSE wijst op de be raadslagingen in de Tweede Kamer; tel kens weer wordt door de leden bij den minister op spoed aangedrongen, 't Is een zeer belangrijk vraagstuk, en zeer urgent. Laat men dus het adres steunen. Baat 't niet, 't schaadt ook niet. De heer LORIER vraagt wat er voor die adhaesiebetuiging is? Steeds wordt er door organisaties bij de regeering op maatregelen aangedrongen. Dat is voldoende. Spr. verwacht dat nu eens door rijk, provincie en gemeente ook eens tot daden wordt overgegaan. Ook in Koudekerke. De VOORZITTER wijst ook op de ve len aandrang op de regeering. De regee ring heeft al heel wat maatregelen ge troffen. Wij kunnen moeilijk de spoed- kwestie beoordeelen; er zit heel wat aan die maatregelen vast. Spr. is overtuigd dat de regeering van zeer goeden wille is. Gemeentebesturen moeten niet aldoor adressen richten. We moeten matig daar in zijn, ook terwille van de kracht van zoo'n adres. De heer SANDERSE vraagt zich af, of de regeering wel genoeg spoed betracht, ook gezien de opmerkingen in de Twee de Kamer. Hij verdedigde adhaesiebe tuiging. Het prae-advies van B. en W. (geen adhaesie) wordt aangenomen. De heer Sanderse tegen. Een schrijven van het Ned. Instituut van architecten met verzoek geen archi tecten in overheidsdienst particulier werk te laten doen. Voor kennisgeving aangenomen. Pensioengrondslag. Vastgesteld wordt de pensioengrond slag van den gemeentewerkman v. d. Vijver 1300). Goedgekeurd. Vermindering pacht bouwland. B. en W. stellen voor de pacht voor 1931 van het bouwland te verminderen met 20 pCt. voor P. de Potter (gevraagd was 25 pet.). De heer LORIER verdedigde een ver mindering van 25 pet. op billijkh'eidsgron- den. Hij wenscht ookoverleg met het B. A. voor vermindering van de pachten. De heer SANDERSE is van dezelfde meening. De VOORZITTER zegt dat het ver zoek besproken is. Voorbeelden van an dere overheidslichamen hebben B. en W- voor oogen gestaan bij het bepalen van 20 pet. Overigens vindt spr. 't geen groote kwestie. De pachters van het B. A. hebben pachtverlaging gevraagd zij zullen dat voor 1931 krijgen. De heer CONTANT acht 't gewenscht 20 pet. te handhaven. Dat is heusch niet aan den lagen kant, en is principieel be ter. De heer LORIER houdt vol, dat 25 pet. vermindering alleszins billijk is. De heer MOENS zegt, dat 't hier een bijzonder geval is, ook de heer DE RIJ KE wil 25 pet. korten. Het voorstel-Lorier (25 pet.) wordt aangenomen met 10 tegen 1 st. Tegen de heer Contant, Vergoeding Brandweer cursus, Voorgesteld wordt t.b.v, het volgen van een brandweercursus te Middelburg een vergoeding te geven aan J, W, Christiaanse van 10. De heer DE KROO vindt een gratifi catie onjuist, 't Schijnt een belooning, omdat hij de eenige cursist is. Mogelijk maken de andere toch ook extra studie van hun werk. Spr. acht een gratificatie beter, wanneer bij het blusschen van 'n brand door iemand bijzondere ijver aan den dag wordtgelegd.Bovendienkan dit ongewenschte praecedenten scheppen. De heer SANDERSE juicht het voor stel toe. De heer DE RIJKE wil ook beloonen, als Christiaanse zich bij een brand bij zonder onderscheidt. De VOORZITTER wijst er ook op, dat Chr. alles heeft gedaan in zijn eigen tijd. Hier is alleen sprake van een tege moetkoming in de kosten voor het vol gen van dien cursus. Die cursus zal ze ker ook de gemeente ten goede komen. De heer LORIER meent ook, dat de heer Christiaanse beloond moet wor den, als hij bijzonder werk bij een brand- blussching gedaan heeft. Laat dan het gemeentebelang blijken van dien cur sus. De VOORZITTER zet uiteen dat het moeilijk is na een brand extra beloo ningen „te geven. Het voorstel wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Verkoop Bouwland, B. en W. stellen voor het bouwland aan den Braamweg te verkoopen aan den polder t.b.v, het verbreeden van den Sprink, Voor een gedeelte 35 c. per Mr, overigens 20 ets. Aldus besloten. Tijdelijk schrijfster, I Voorgesteld wordt tot tijdelijk schrijf ster ter secretarie aan te stellen miéj. Schut, op een jaarwedde van f 25 alleen terwille van meer dienstjaren voor pen sioen. Een en ander voor een tijd van, twee jaar. De heer MOENS; heeft hjertegen be zwaar. iWij erkennen dat er behoefte is aan een ambtenares, en spr. meent, dat dit niet het geval is. Dat is 'n stap in de richting van een benoeming. Spr. heeft bovendien in prin cipe bezwaar tegen het benoemen 'van een ambtenares. De VOORZITTER betoogt dat het voor stel niet voorkomt uit een behoefte aan een ambtenaar. Uitsluitend' ter wille van den aankoop voor pensioendienstjaren. Spr. meent dat hier de principekwestie er toch wel buiten kan blijven. De heer SANDERSE juicht het voor stel toe. Temeer waar dit van tijdelijken aard is. Het voorstel wordt aangenomen met 9 tegen 1 stern (.de heep Moens). D.ef hem Lorier was afwezig. Winkelsluitingsverordening. Voorgesteld wordt in de winkelslui tingsverordening aan te brengen, wan neer de winkels gesloten moeten zijn. (In Mei, Juni, Juli en Aug. in plaats van 8 uur tot 9 uur open; verder een algeheele Zondagsluiting). De heer SANDERSE wijst op een manque n.a.v. de wetsbepalingen aan gaande het winkelpersoneel. Daarvan staats niets in de verordening. Spr. vreest, dat door de Zondagslui ting ook „vliegende winkels" in de dui nen zullen moeten verdwijnen. Hij komt hiertegen op, vooral waar de raad zich destijds uitsprak in de kwestie der slui ting der café's. We kunnen niet zoo maar de 9 uur sluiting aanvaarden. Vlissingen heeft be sloten de 7 uur sluiting in te voeren; Middelburg is wel tot 8 uur open, doch de buurtschap in de grensgemeente ('t Zand) is tot 9 uur open. Spr. vindt dat met een en ander rekening gehouden had moeten worden. De VOORZITTER zegt, dat in deze gemeente geen winkel-personeel is. Wat betreft de Zondagsluiting, die der café's staat hier buiten. Spr. gelooft niet dat er reden is voor 't Zand aparte bepalingen te maken. In Middelburg is de sluiting om 8 uur, men zal in de zomermaanden zich verontschuldigend, hij hijgde alsof hij hard geloopen had. Toen hij de studeerkamer binnen kwam, zag sir Peter de buitengewone bleekheid van den butler, het trillen van zijn lippen en het rinkelen der lan taarn in zijn bevende hand, en hij voel de zich vaag teleurgesteld, dat zijn ge vestigde meening van Spencer blijk baar zoo gegrond was. De butler was be paald verlamd van zenuwachtigheid. Ik. ik hoorde een schot, sir Pe ter. begon Spencer buiten adem. Dat verwondert mij niet, viel sir Pe ter hem sarcastisch in de rede. Waar ben je geweest? Ik had moeite de lantaarn te vin den, sir Peter. Ik.... ik.... Och breng het licht hier! snauwde sir Peter geërgerd, toen hij voorging naar het raam. Kom hier met het licht. Ik heb iemand gepakt. Spencer volgde gehoorzaam en hield de lantaarn zenuwachtig boven hetgeen op den grond lag. Sir Peter bukte en gooide de omhullende gordijnen ruw ter zijde. Goede God! riep hij uit, plotseling rechtop staande. Wie is het, sir Peter? vroeg Spen cer bevend. Ik heb den Decker neergeschoten! antwoordde sir Peter met een boosaar- digen glimlach om zijn mond. Kijk maar eens naar hem, Spencer. Spencer boog zich angstig over het lichaam, staarde ongeloovig in het met bloed beloopen gezicht en hijgde: Mijnheer Eric, sir Peter! Wat heeft hij gedaan? Wij zullen het hem laten verklaren Spencer als hij dat nog kan doen, HOOFDSTUK XVI. Er klonk een zacht geruisch van zij de, toen Enid uit den salon binnenkwam. Wat is er met het licht gebeurd, vader, vroeg zij bevend. Wat was het leven..? Zij hield op met een hijgend: Oh! toen haar oog op de gedaante op grond viel. Zij greep een met bont ge- garneerden mantel over haar borst te samen, om haar nachtgewaad te verber gen en de kaars, die zij droeg, helde in den kandelaar door het beven van haar hand en in de uitstraling van bleek licht scheen zij de verheerlijkte voorstelling van een kunstenaarsdroom. Tenminste, dat dacht Spencer, maar haar vader was niet zoo romantisch. Sir Peter draaide den revolver rond zijn wijsvinger om den beugel. Kom hier Enid, zei hij koel. Hier is een inbreker, die een beroep op je romantische verbeelding zal doen. Enid gewoog zich niet. Een inbreker! fluisterende zij ang stig. Heeft U hem gepakt? Ik heb hem geschoten, verbeterde* haar vader kalm. Kom naar hem zien- (Wordt vervolgd.) Sir Peter bewoog zich voorzichtig, bang dat een losse veer in de bekleeding van den Chesterfield zijn gewoon „plung"! zou laten hooren en hij haalde zachtjes den revolver uit zijn zak. Hij wachtte nog wat langer, zich bewust van een merkwaardig genot in den toestand het veroude genot van den gelukki gen jager, of het afschuwelijk genot van een kat met een muis. Toen hoorden zijn ooren het zachte geritsel van pa pier en hij sprak luide: Goeden avond! Het geluid hield op en er volgde stil te, een stilte, die nog dieper dan te vo ren was. Te oordeelen naar je melodrama tisch binnenkomen, heb je zeker je werk in den schouwburg geleerd, ging sir Pe ter voort op scherpen sarcastischen toon en in dat geval zal je, als het ware het onverwachte verwacht hebben. Stil, als het je belieft, voegde hij er dreigend bij of ik schiet je neer! Het kwam niet bij hem op dat hij zeer groot gevaar liep zelf dood geschoten te worden, met aldus zijn aanwezig heid te doen blijken voor de scherpe aankondiging van zijn voornemen. Slechts toen de stilte voortduurde, be greep hij het gevaar, dat hij liep en dien tengevolge veranderde hij snel zijn po sitie in den Chesterfield. Hij meende dat hij een zwakke bewe ging in de buurt van de tafel hoorde. Vervloekt! raasde hij inwendig, waar is Spencer? Een licht! Iets van een licht! Hij bemerkte plotseling, dat hij zicht baar was voor den inbreker in den laatsten zwakken gloed van den haard. Zijn breed overhemd zou tenminste zicht baar zijn. Hij sprong op. i Maak je bekend en zeg wat je wilt beval hij, of in drie sconden.. Terwijl hij sprak snelde de indringer naar het raam en toen een gedaante weer zichtbaar werd tusschen de gordij nen, vuurde sir Peter vastberaden. Een sissende kreet van pijn beant woordde het schot; de gedaante bleef nog een oogenblik staan, maar zonk toen op den grond neer onder de gor dijnen, die zij van de ringen trok in een vergeefsche poging om staande te blij ven. Zij bewoog zich even, en bleef toen stil liggen. Sir Peter ging, zonder haast te ma ken, de kamer door, en bleef bij zijn slachtoffer staan. Spencer! riep hij kwaad. Geen antwoord. Hij keek even naar hetgeen op den grond lag, toen overtuigd dat het niet met onbehoorlijke haast zou verdwij nen, ging hij tastend naar de salondeur en wierp die open. Spencer! Ik kom al, sir Peter. Ik kom al. Spencer kwam door den salon een Êlikkerenden iiantaarn bp armlengte voor zich houdend. Ik kom al, sir Peter, herhaalde hij,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5