ectrölux Model XII TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 11 APRIL 1932, No, 85. NEDERLANDSCH FABRIKAAT EN KOOP KRACHT. FEUILLETON. HARTENAAS EN RUITENDRIE. J, K. Mesu Jr, KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Wettelijke maatregelen t.a.v, uitstel van betaling enz. De geruischlooze, de bacteriënvanger (Ingez. Med.) (Wordt vervolgd.) Tijdens de dezer dagen te Amsterdam geopende „Nederlandsche Week ter be vordering Van den afzet van Neder- landsch fabrikaat" heeft de sociaal-de mocratische wethouder van Amsterdam de heer S. R. d e M i r a d a, in een door hem uitgesproken rede betoogd, dat het voor het Nederlandsch bedrijfsleven van overwegend belang is, dat de koopkracht van de arbeidersklasse ongerept blijft; dat de bevordering van den verkoop van Nederlandsche producten sterk in de hand wordt gewerkt, door te voor komen, clat het levenspeil van de werk- loozen daalt beneden het peil, waarop een (redelijk levensonderhoud mogelijk is; dat de belangstelling voor het Neder landsch product bij de arbeidersklasse in sterke mate kan worden opgewekt door haar zeggenschap te geven bij de productie, en dat tenslotte de voorkeur voor het product ook zal moeten betee- kenen voorkeur voor den Nederland- schen arbeider. Handhaving van 't tegenwoordige loon peil, waarvan volgens den heer de Mi randa het hart der Nederlandsche ar beiders vol is, en vermindering der werkloosheid zullen dus de koopkracht belangrijk vermeerderen en derhalve ook de afzetmogelijkheid, aldus spre ker. Het is duidelijk, dat de heer de Mi randa, sprekend over de arbeidersklas se, die groep bedoelt, die in de steden en in de industrie werkzaam is, en de zeker ook belangrijke groep der land arbeiders uitschakelt. En omdat hij allen, die direct of indi reet van den land- en tuinbouw afhan kelijk zijn, uitschakelt en dat is cir ca 45 procent van de Nederlandsche be volking gaat zijn koopkracht-theorie niet op. Handhaving van het hooge loonpeil met als gevolg hooge levenspeil van de eene groep is slechts mogelijk ten koste van de andere, in casu van een groot deel der plattelandsbevol king. Tegenover de verhoogde koop kracht van de eene groep staat de ver minderde koopkracht van de andere. Door de lage prijzen, die de land- en tuinbouwer voor het vee en producten ontvangen, wordt hun koopkracht ten opzichte van industrie-producten aan zienlijk verminderd. En wat voor den boer geldt, is ook van toepassing op den landarbeider, wiens belangen met die van den land bouwer zeer nauw verbonden zijn. Wie in dezen tijd kennis neemt van uitlatingen van sociaal-democratische voormannen, zal vooral getroffen worden door hun gebrek aan een juist inzicht in de maatschappelijke verhoudingen. De wereldbevolking is voor 89 pro cent voor haar geldelijk inkomen afhan kelijk van landbouw en mijnwerk, daar entegen slechts voor 11 procent van al het overige te zamen; 85 procent der wereldbevolking is voor haar physiek bestaan en lichamelijk comfort afhan kelijk van landbouw. Een ontwikkeld, Amerikaansch far mer, Nederlander van geboorte, die de zer dagen in „Het Vaderland" over de moeilijkheden in den landbouw schreef, trok uit het bovenstaande o.m. de vol gende conclusies: 1. Ware het mogelijk de prijzen En dat is wel een van de ergste verwijten, die men een soc.-dem. leider voor de voeten kan werpen, immers, 't is juist hun grief tegenover de niet- socialisten, dat laatstgenoemden geen inzicht in de huidige maatschappelijke verhoudingen zouden hebben! Red, 37). HOOFDSTUK XV. Eric liep vlug de straat af met voe ten, die licht waren van opwinding over een tot waarheid geworden droom en een hoofd, dat zwaar was door het pro bleem der obligaties. Maar hij was zelfs niet in het minst verwonderd waarom deze lijnrecht tegenovergestelde gevoe lens de twee uiteinden van zijn persoon zouden aandoen, want hij was niet ge woon te peinzen over de bewuste en onderbewuste gedachten. Hij aanvaard de eenvoudig de feiten dat Enid hem lief had en dat zijn vader betrokken was in een snood bedrijf. Als een jong en gezond zich zelf be wust man aanvaardde hij het eerste als iets, wat hem toe kwam. Als een krach tig en bekwaam lid der firma Aimsbu- ry en Zoon overwoog hij, wat het twee de feit betreft, dat het zijn dure plicht was het Aimsbury-fortuin in een gezon den, groeienden toestand te houden, en hij redeneerde, dat het niet in de beste belangen der gemeenschap was ze te berooven van de voedzame kwaliteiten der Aimsbury's Superior Biscuits, door zijn eigen blind vertrouwen in de eer lijkheid van het hoofd der firma. Zijn stap werd langzamer, toen hij het ein- voor landbouwproducten normaal te maken, dan zou vanzelf de koopkracht van 89 procent der wereldbevolking weder normaal worden. (Geven wij den gemiddelden verkoopprijs van land bouwproducten voor de jaren 1910 tot en met 1914 het cijfer 100, dan is voor de Vereenigde Staten de gemiddelde prijs voor 1930 het cijfer 81 en het voor- loopig geschatte gemiddelde voor 1932 is 78). Ware zulks mogelijk, dan zou daardoor 75 procent van de koopkracht der wereld (de totale som van de koop kracht voor levensbenoodigdheden plus de koopkracht van noodzakelijke luxe artikelen, die het leven vergemakkelij ken en veraangenamen plus de koop kracht van directe luxe-artikelen, die het leven wel veraangenamen, maar niet vergemakkelijken) weder normaal zijn. 2. Aangezien blijkt, dat de natuur wet van vraag en aanbod niet door men- schelijke wetten terzijde gezet kan wor den, moeten wij tot een of meer andere natuurwetten onze 'toevlucht zoeken, zoodat wij vraag en aanbod beter kun nen controleeren. Doch het is niet alleen het gemis aan een gezonden kijk op de maatschappe lijke verhoudingen, dat ons in dezen crisistijd bij sociaal-democratische lei ders opvalt, maar ook hun gebrek aan menschenkennis. Tijdens het Paaschcongres der S.D.A. P. kwam ook de kwestie van een even- tueele socialisatie van den grond ter sprake. De heer M a 11 h ij s e n, lid van het hoofdbestuur, stond er sceptisch te genover. Socialisatie van den grond, zoo betoogde hij is nog geen socialisa tie van de landbouwbedrijven. De boe ren b.v. zijn alleen maar gevoelig voor: centen! Ook van de landarbeiders hebben wij geen instemming te verwach ten. „De boeren zijn alleen gevoelig voor centen!" Ik zou zeggen: ze zijn nog veel gevoeliger voor guldens. Maar omdat men hun thans veel te lage prij zen voor hun landbouwproducten en hun vee betaalt, moeten zij wel hun be langstelling concentreeren voor: cen ten! Doch zonder scherts: Is 't in de an dere groepen onzer samenleving niet precies hetzelfde? Wanneer men naar de socialistische vakvereenigingen kijkt dan zal men moeten erkennen, dat hun streven voor, laten we eens heel schap pelijk zijn, 90 procent gericht is op het materieele en voor 10 procent op het ideëele. De boeren zijn op dat punt niet be ter, maar ook zeker niet slechter dan hun medemenschen. De wereld is nu eenmaal voor het grootste deel bevolkt door materialisten en slechts voor een gering percentage door idealisten. Ook in de toekomst zal daarin geen verandering komen. Door zijn uitlating over het materia lisme der boeren, toonde de heer Mat- thijsen zijn gebrek aan menschenken nis. Ook de -sociaal-democratische voor mannen in ons land mogen wel eens goed in hun ooren knoopen, hetgeen de Amerikaansche farmer in „Het Va derland" over de Volks- en ander lei ders in Amerika zegt. „Zij zijn bang, aldus deze boer, „dat de farmer nu ein delijk wijzer is geworden omtrent de zelf zucht en de onwetenheid van deze lei ders, dat de dag van afrekening weieens dichtbij kon zijn! Ik geloof, dat de f ar- merbezigiswakkerteworden dat hij begint na te denken. Niet met 't schitterend denken van den dichter of het logische van den ingenieur of het spitsvondige van den jurist neen, meer te vergelijken met de beweging van de molensteenen, langzaam, niet te weerhouden, knarsend, piepend, rate lend, alles opnemend, alles fijnmalend, met de onherroepelijkheid van den tijd, de onafwendbaarheid van het noodlot." de der straat naderde en hij bleef onze ker stil staan in den lichtkring van een straatlantaarn. Verscheidene voetgan gers gingen langs hem heen en keken nieuwsgierig naar hem, maar hij zag noch hoorde ze. Hij was bezig te over wegen het voor en tegen, kwade kan sen tegen mogelijk gunstige resultaten. Zeven, vijf, acht, één. Ja, dat was de combinatie. Misschien had Enid toch eigenlijk gelijk. Als de obligaties 's mor gens ontbraken, zou er groote drukte over zijn, en, zoo hij zijn vader juist beoordeelde, zou de stem van Henry Aimsbury luide overal gehoord worden. Dan zou het 't oogenblik zijn de papie ren terug te geven tegen een prijs! en die prijs zou zijn: de verklaring van de geheele kwestie. Waar waren zulke kostbare obligaties vandaan ge komen? Het was bijna ondenkbaar, dat zijn vader ze plotseling verkregen had en er over gezwegen zou heben. Dat paste niet bij het karakter van Henry Aimsbury in dien tijd. Neen. Er was j iets verdachts aan de geheele zaak en het was de blijkbare plicht van een zoon zijn vader te redden voor de gevolgen van zijn overijlde daden. Indien hij betrapt werd bij het zich toeëigenen der obligaties i nu, daar kon misschien wel een uitlegging voor gevonden worden! Maar hij wilde niet betrapt worden. Daarvoor kende hij den weg te goed. In ieder geval, Enid had ge zegd, dat het in de gegeven omstandig heden het beste was en als op dit oogen- Thans willen wij uitvoeriger terugko men op de behandeling van het voorstel van het Bureau om aan den Minister te melden, dat men aanneming van het wetsontwerp-van den Bergh c.s. niet ge raden acht en wettelijke maatregelen in zake uitstel van betaling enz. niet wen- QPnPillK flpnllp De heer SIEBENGA had ter zake een nota aan de leden der Kamer toegezon den, waarin hij eerst herinnert aan de woorden van den voorzitter der Kamer in zijn nieuwjaarsrede ten opzichte van den landbouw en waarbij deze het toe juichte dat het aantal leden, die zich op het terrein van landbouw en veeteelt thuis gevoelen, bij de gewijzigde samen stelling der Kamer onveranderd is geble ven, in dit district, waarbij landbouw en veeteelt de hoofdtakken van volksbe staan zijn en waar de welvaart daarin van zoo grooten invloed is op vele takken van handel en bedrijf. Volkomen stemt de heer Siebenga hier mede in en wijst er dan op, dat 't schrij ven van den Minister van A., H. en N, twee hoofdvragen bevat, n.l. of er aanlei ding bestaat wettelijke maatregelen te nemen in den geest van de wet van 4 September 1914 en of de heerschende economische crisis soortgelijke maatre gelen wenschelijk en noodig doet zijn. De heer Siebenga wijst in z'n schrijven er op, dat deze wet in 1914 een gevolg was van de drang naar een moratorium en dat zij was voorafgegaan door een circulaire van den Minister van Justi tie aan rechterlijke colleges, e.d. om de tijdsomstandigheden in aanmerking te nemen bij hun optreden tegen schuldena ren. Deze wet heeft volgens mr. Treub vooral 'n preventieve werking gehad. De heer Siebenga mist in het voorstel van het bureau en het advies van de com missie voor de wettelijke bepalingen een duidelijk en gemotiveerd antwoord op de gestelde tweede vraag. In landbouwkrin- gen zijn reeds stemmen opgegaan voor een moratorium voor pacht en hypo theekschulden. Verder merkt de schrijver op, dat zij, die onvoorzichtig betalingsverplichtingen op zich hebben genomen, toch reeds red deloos verloren zijn, maar ook zij die het niet op onvoorzichtige wijze deden geraken veelal in moeilijkheden, De heer Siebenga betoogt verder dat reeds in 1911 een crisis ontstond, al brak de oor log in 1914 plotseling uit, en hij ziet daarin overeenstemming met thans. Al leen de gevolgen openbaren zich op ge heel andere wijze, In 1914 trad voor ve len spoedig een verbetering in, terwijl thans de eene groep der bevolking door de crisis bij andere groepen dreigt te worden medegesleept. De heer Siebenga is van meening, dat de economische inzinking voldoende aanleiding geeft om maatregelen te ne men in den geest der wet van 4 Sep tember 1914. Juist voor Zeeland is dit van beteekenis, omdat het geheele plat teland, ja, de geheele provincie het slachtoffer dreigt te worden van de eco nomische inzinking, die zich in het bij zonder in den landbouw voordoet. Het staat vast dat een groot aantal debiteu ren tengevolge van de crisis in moeilijk heden verkeeren, terwijl crediteuren daarmede niet in voldoende mate reke ning houden. Er zijn nog vele personen blik Enid's woord geen wet voor hem was, dan was dit warme gevoel in zijn hart geen liefde. Hij keerde om en zeer beslist weer op zijn schreden terug en bij het naderen van het huis onverwacht hij de manieren waarop hij onbemerkt zou kunnen bin nenkomen. Hij wilde zich in den tuin verbergen totdat het huis donker was en dan den knip van het openslaande raam in de studeerkamer probeeren. Als hij zich goed herinnerde, beteeken- de die knip niet veel. Toen hij het hek naderde, zag hij met verbazing, dat de lichten in het huis reeds uit waren. Er waren ten minste van de straat geen lichten te zien. De kans bestond natuur lijk, dat sir Peter ditmaal vroeg naar bed was gegaan, maar het was slechts een geringe kans. Hij opende voorzichtig het hek en ging den tuin binnen en de maan, stand vastig in haar hulp bij de plannen van ware gelieven, trok zich bescheiden achter een zware bank van wolken te rug. Op zijn teenen over den streep gras langs de oprijlaan, sloop Eric langs den kant van het huis en bleef aan het ein de der waranda staan. Hij luisterde scherp eenige oogenblikken, rekte zijn hals uit en zag dat de lichten in de studeerkamer ook uit waren. Hij knoop te zijn jas dicht, keek fronsend naar den grond voor hem, lichtte plotseling het hoofd op, greep naar de leuning, sprong er over en kwam met een zachten bons op den grond der waranda. Zich toen die niet aan de crisis gelooven, die uit onkunde met den toestand de gevolgen niet inzien. Anderen eischen nakoming van de zwaarste verplichtingen; weer anderen trachten op de meest rigoureu ze wijze zonder kleerscheuren uit de crisis te komen, Ten opzichte van hy potheekgevers, verpachters en andere schuldeischers mag de vraag worden op geworpen of aan deze categoriën niet de redelijke eisch mag worden gesteld dat zij tijdelijk hun aflossingen en vor deringen enz., opschorten en nog een tijdje mede het risico van de buiten gewone omstandigheden meedragen. Dit is het voornaamste wat de maatregelen beoogen. De wet kan ook nu preven tief werken en voorkomen, dat velen in stilte worden afgeslacht. Resumeerende meent de heer Sie benga dat de voorgestelde maatregelen de strekking hebben en mogelijk maken, dat willekeurige en onredelijke execu ties word tegengegaan; opeisching van schulden op ongelegen tijdstippen wordt voorkomen; dat nadeelige gevol gen van bepaalde overeenkomsten'wor den tegengegaan, en willekeurige fail lietverklaringen worden geremd. De heer Siebenga geeft tenslotte de Kamer in ernstige overweging een gun stig advies over de maatregelen uit te brengen. De VOORZITTER zeide, dat behalve dit schrijven van den heer Siebenga, thans ook is ingekomen het rapport der Kamer te Rotterdam over dit onder werp en ook verschenen is het voorloo- pig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp. Spr. wees er op, dat de heer Siebenga een verkeerden uitleg gaf aan zijn woorden in de Nieuwjaars rede. Hij heeft niet bedoeld dat men in het bijzonder belang van den landbouw moet werken, de Kamer van Koophan del moet juist trachten te voorkomen, dat men de zaak eenzijdig beschouwt. Het betoog van den heer Siebenga heeft in het bijzonder betrekking op den land bouw en hier moet men verder kijken. Allen zijn het er over eens, dat de land bouw er niet gunstig voor staat, maar dit geldt ook voor vele andere bedrij ven. Spr. wil zich tot enkele algemeene opmerkingen beperken. De beide door spr- genoemde stukken luidden ook niet gunstig voor het ontwerp. Als dit wet wordt verwacht spr. een vreeselijke eco nomische ontreddering. Men kan de toe stand van nu niet vergelijken met dien van 1914, toen hij plotseling optrad, niemand dacht toen, dat de oorlog zoo lang zou duren, wel, dat hij een nasleep zou hebben. De huidige omstandighe den hebben zich geleidelijk ontwikkeld en begonnen feitelijk reeds in 1914. De heer S. neemt tot uitgangspunt „tijdje'" maar dat is verkeerd, want men moet juist op een lange duur van den huidigen toestand voorbereid zijn. Waar een hee- le groep noodlijdend wordt voorgesteld, zal heel de landbouw trachten van de wet gebruik te maken. De rechterlijke macht zal met aanvragen om uit stel van betaling overstelpt worden. Als het bleef bij helpen van den schuldenaar zou het nog gaan, maar men moet ook rekening houden met den schuldeischer. De heer Siebenga stelde het voor of al le schuldeischers een goed gevulden geldbuidel hebben, doch door de wet zullen juist tal van schuldeischers schul denaren worden. Dit zal leiden tot een economische déblacle. Men moet ook rekening houden met het crediet uit het buitenland, want ook daar zal men niet kunnen betalen. Dit zal geen goeden in vloed hebben op de Nederlandsche fi nanciën. Er is bij de rechters een wijs heid zoo groot als die van Salomé noo dig als zij zulkeen wet goed willen toe passen, want er moet toch ook rechts zekerheid blijven voor de schuldeischers. Als twee landbouwers onder precies dezelfde voorwaarden werken, en hun plat makend tegen den muur van het huis, sloop hij naar het openstaande raam der studeerkamer. Sir Peter stond midden in de donkere kamer en wachtte, dat er iets zou ge beuren, maar toen er eenige oogenblik ken voorbijgingen, zonder dat er een onheilspellend geluid of beweging merk baar was, zakte zijn vrees en zijn hu meur werd beter. Geleid door het flauwe schijnsel van het wegkwijnende vuur in den haard zocht hij den weg naar den schoorsteen en belde. Binnen enkele oogenblikken zag hij flauw de deur van den salon open gaan en Spencer op den drempel verschijnen. Belde U, sir Peter? Er klonk een trilling in de vraag van den butler, Belde? Natuurlijk belde ik! snauw de sir Peter. Wat is er met die vervloek te lichten gebeurd? Dat kan ik niet zeggen, sir Peter. Mogelijk een defect in de leiding. Sir Peter liep voorzichtig naar het venster, hield de gordijnen op zijde en keek in het donker. De lichten op straat branden nog zei hij kortaf. Zeker een zekering los geraakt op het bord. Kijk er eens naar! Spencer liep naar de telefoon, Kan jij het niet maken? vroeg sir Peter. Ik zou het wel kunnen, maar we hebben geen draad in voorraad. Alom verkrijgbaar. Showrooms in all® voorname plaatsen van Nederland. i p land met hypotheek bezwaard is, zal uitstel van betaling voor een hunner, die een pachtheer heeft met 'n goed gevul den geldbuidel toelaatbaar zijn, maar bij den ander, wiens pachtheer niet zoo ge lukkig is, zal het voor laatstgenoemde een zware slag zijn. Hoe moet de rechter daarin beslissen? Het is moeilijk uit te maken of een bepaald schuldenaar wer kelijk niet betalen kan. Dat er een groote toeloop van aanvragers zal komen, is reeds bij de pachtkwesties gebleken. Er dreigen heele groote gevaren, vooral voor de hypotheekhouders. Een derge lijke wet zal geen uitkomst brengen. Dan zou spr. liever zien dat een staatshypo- theekbank werd opgericht, die de schuld vorderingen zou overnemen. Dit zou lei den tot overname van het grondbezit door den staat en ook daarmede moet men zeer voorzichtig zijn. Het wetsont werp is dan ook niet in het belang van den handel. Er zijn veel kleine onderne mers, die in moeilijkheden zitten en zij zouden op hun beurt de leveranciers in moeilijkheden brengen. Men moet met zulke maatregelen dan ook zeer voor zichtig omgaan. Voor groote uitzon deringen moet men dan ook geen alge- gemeene wettelijke maatregelen nemen. Wel moet men niet te spoedig tot fail liet verklaringen overgaan, maar vooral niet alleen letten op de belangen van den schuldenaar. De heer SIEBENGA begon met woor den van dank voor de verwelkoming door den voorzitter, en zeide vervolgens dat de crisis in den landbouw niet zonder meer aan de regeering is voorbij gegaan. De landbouw is een bedrijf, dat men niet kan stilleggen of verminderen. Alleen als men alle kosten met 25 kon ver minderen was er kans op een rendabel bedrijf, maar dit geldt dan ook voor de loonen der arbeiders, die toch reeds zoo veel minder hebben, dan die in de in dustrie. De maatschappij is een ketting en als men er een schakel uitneemt, dan is zij geheel ontwricht. De regeering is den akkerbouw te hulp gekomen en nu de toestand daar iets gunstiger is, ver dwijnen verschillende bedrijven door het opeischen van achterstallige bedragen. Het gaat thans om te redden, wat nog te redden is. Het gaat er niet om een ge lijk tijdstip van begin op te sporen. Er zijn vele contracten bijv, voor pacht voor langen termijn aangegaan. Het is zeker moeilijk precies vast te stellen wat al of niet aan de crisis moet wor den toegeschreven, maar daarom staat ook in het ontwerp-wet, het woord „hoofdzakelijk". Spr. is het eens met het Niet? Waarom niet? Haal wat en gauw! Zorg dat we intussehen iets van licht hebben. Kaarsen of wat dan ook. Er is allleen maar de lantaarn in de garage, sir Peter. Haal die dan. Ja, sir Peter. Spencer verliet de telefoon met merk baren tegenzin en ging de kamer uit en toen hij den butler tegen een meubel stuk van den salon hoorde botsen, ging sir Peter naar den Chesterfield, en er in zitten, Er gaat altijd iets verkeerd in dit vervloekte huis, mompelde hij kwaad. Hij wachtte ongeduldig op de be- beloofde verlichting. Hij dacht aan de lucifers op de tafel en denkend aan hun groote breekbaarheid, vroeg hij zich kwaad af waarom hij met lucifers wilde zeuren. Hij was toch zeker in de gegeven omstandigheden niet zoo zenuwachtig, dat hij bang in het donker was? Hij antwoordde zich zelf met een niets beteekend gegrom, stond op, en tracht te het bijna uitgedoofde vuur wat op te poken, maar toen hij de kolen om keerde, werden ze tot asch en de kamer werd donkerder dan te voren. Hij keerde naar den Chesterfield te rug en verwenschte den butler van harte. Wat was er met den kerel gebeurd? Was hij in slaap gevallen?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5