ectrölux
Model XII
TWEEDE BLAD VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 11 APRIL 1932, No, 85.
NEDERLANDSCH
FABRIKAAT EN KOOP
KRACHT.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
J, K. Mesu Jr,
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR DE ZEEUWSCHE
EILANDEN.
Wettelijke maatregelen t.a.v,
uitstel van betaling enz.
De geruischlooze,
de bacteriënvanger
(Ingez. Med.)
(Wordt vervolgd.)
Tijdens de dezer dagen te Amsterdam
geopende „Nederlandsche Week ter be
vordering Van den afzet van Neder-
landsch fabrikaat" heeft de sociaal-de
mocratische wethouder van Amsterdam
de heer S. R. d e M i r a d a, in een door
hem uitgesproken rede betoogd, dat het
voor het Nederlandsch bedrijfsleven van
overwegend belang is, dat de koopkracht
van de arbeidersklasse ongerept blijft;
dat de bevordering van den verkoop
van Nederlandsche producten sterk in
de hand wordt gewerkt, door te voor
komen, clat het levenspeil van de werk-
loozen daalt beneden het peil, waarop
een (redelijk levensonderhoud mogelijk
is; dat de belangstelling voor het Neder
landsch product bij de arbeidersklasse
in sterke mate kan worden opgewekt
door haar zeggenschap te geven bij de
productie, en dat tenslotte de voorkeur
voor het product ook zal moeten betee-
kenen voorkeur voor den Nederland-
schen arbeider.
Handhaving van 't tegenwoordige loon
peil, waarvan volgens den heer de Mi
randa het hart der Nederlandsche ar
beiders vol is, en vermindering der
werkloosheid zullen dus de koopkracht
belangrijk vermeerderen en derhalve
ook de afzetmogelijkheid, aldus spre
ker.
Het is duidelijk, dat de heer de Mi
randa, sprekend over de arbeidersklas
se, die groep bedoelt, die in de steden
en in de industrie werkzaam is, en de
zeker ook belangrijke groep der land
arbeiders uitschakelt.
En omdat hij allen, die direct of indi
reet van den land- en tuinbouw afhan
kelijk zijn, uitschakelt en dat is cir
ca 45 procent van de Nederlandsche be
volking gaat zijn koopkracht-theorie
niet op.
Handhaving van het hooge loonpeil
met als gevolg hooge levenspeil
van de eene groep is slechts mogelijk
ten koste van de andere, in casu van
een groot deel der plattelandsbevol
king. Tegenover de verhoogde koop
kracht van de eene groep staat de ver
minderde koopkracht van de andere.
Door de lage prijzen, die de land- en
tuinbouwer voor het vee en producten
ontvangen, wordt hun koopkracht ten
opzichte van industrie-producten aan
zienlijk verminderd.
En wat voor den boer geldt, is ook
van toepassing op den landarbeider,
wiens belangen met die van den land
bouwer zeer nauw verbonden zijn.
Wie in dezen tijd kennis neemt van
uitlatingen van sociaal-democratische
voormannen, zal vooral getroffen worden
door hun gebrek aan een juist inzicht
in de maatschappelijke verhoudingen.
De wereldbevolking is voor 89 pro
cent voor haar geldelijk inkomen afhan
kelijk van landbouw en mijnwerk, daar
entegen slechts voor 11 procent van al
het overige te zamen; 85 procent der
wereldbevolking is voor haar physiek
bestaan en lichamelijk comfort afhan
kelijk van landbouw.
Een ontwikkeld, Amerikaansch far
mer, Nederlander van geboorte, die de
zer dagen in „Het Vaderland" over de
moeilijkheden in den landbouw schreef,
trok uit het bovenstaande o.m. de vol
gende conclusies:
1. Ware het mogelijk de prijzen
En dat is wel een van de ergste
verwijten, die men een soc.-dem. leider
voor de voeten kan werpen, immers, 't
is juist hun grief tegenover de niet-
socialisten, dat laatstgenoemden geen
inzicht in de huidige maatschappelijke
verhoudingen zouden hebben! Red,
37).
HOOFDSTUK XV.
Eric liep vlug de straat af met voe
ten, die licht waren van opwinding over
een tot waarheid geworden droom en
een hoofd, dat zwaar was door het pro
bleem der obligaties. Maar hij was zelfs
niet in het minst verwonderd waarom
deze lijnrecht tegenovergestelde gevoe
lens de twee uiteinden van zijn persoon
zouden aandoen, want hij was niet ge
woon te peinzen over de bewuste en
onderbewuste gedachten. Hij aanvaard
de eenvoudig de feiten dat Enid hem
lief had en dat zijn vader betrokken was
in een snood bedrijf.
Als een jong en gezond zich zelf be
wust man aanvaardde hij het eerste als
iets, wat hem toe kwam. Als een krach
tig en bekwaam lid der firma Aimsbu-
ry en Zoon overwoog hij, wat het twee
de feit betreft, dat het zijn dure plicht
was het Aimsbury-fortuin in een gezon
den, groeienden toestand te houden, en
hij redeneerde, dat het niet in de beste
belangen der gemeenschap was ze te
berooven van de voedzame kwaliteiten
der Aimsbury's Superior Biscuits, door
zijn eigen blind vertrouwen in de eer
lijkheid van het hoofd der firma. Zijn
stap werd langzamer, toen hij het ein-
voor landbouwproducten normaal te
maken, dan zou vanzelf de koopkracht
van 89 procent der wereldbevolking
weder normaal worden. (Geven wij den
gemiddelden verkoopprijs van land
bouwproducten voor de jaren 1910 tot
en met 1914 het cijfer 100, dan is voor
de Vereenigde Staten de gemiddelde
prijs voor 1930 het cijfer 81 en het voor-
loopig geschatte gemiddelde voor 1932
is 78). Ware zulks mogelijk, dan zou
daardoor 75 procent van de koopkracht
der wereld (de totale som van de koop
kracht voor levensbenoodigdheden plus
de koopkracht van noodzakelijke luxe
artikelen, die het leven vergemakkelij
ken en veraangenamen plus de koop
kracht van directe luxe-artikelen, die
het leven wel veraangenamen, maar niet
vergemakkelijken) weder normaal zijn.
2. Aangezien blijkt, dat de natuur
wet van vraag en aanbod niet door men-
schelijke wetten terzijde gezet kan wor
den, moeten wij tot een of meer andere
natuurwetten onze 'toevlucht zoeken,
zoodat wij vraag en aanbod beter kun
nen controleeren.
Doch het is niet alleen het gemis aan
een gezonden kijk op de maatschappe
lijke verhoudingen, dat ons in dezen
crisistijd bij sociaal-democratische lei
ders opvalt, maar ook hun gebrek aan
menschenkennis.
Tijdens het Paaschcongres der S.D.A.
P. kwam ook de kwestie van een even-
tueele socialisatie van den grond ter
sprake. De heer M a 11 h ij s e n, lid van
het hoofdbestuur, stond er sceptisch te
genover. Socialisatie van den grond,
zoo betoogde hij is nog geen socialisa
tie van de landbouwbedrijven. De boe
ren b.v. zijn alleen maar gevoelig voor:
centen! Ook van de landarbeiders
hebben wij geen instemming te verwach
ten.
„De boeren zijn alleen gevoelig voor
centen!" Ik zou zeggen: ze zijn nog
veel gevoeliger voor guldens. Maar
omdat men hun thans veel te lage prij
zen voor hun landbouwproducten en
hun vee betaalt, moeten zij wel hun be
langstelling concentreeren voor: cen
ten!
Doch zonder scherts: Is 't in de an
dere groepen onzer samenleving niet
precies hetzelfde? Wanneer men naar
de socialistische vakvereenigingen kijkt
dan zal men moeten erkennen, dat hun
streven voor, laten we eens heel schap
pelijk zijn, 90 procent gericht is op het
materieele en voor 10 procent op het
ideëele.
De boeren zijn op dat punt niet be
ter, maar ook zeker niet slechter dan
hun medemenschen.
De wereld is nu eenmaal voor het
grootste deel bevolkt door materialisten
en slechts voor een gering percentage
door idealisten. Ook in de toekomst zal
daarin geen verandering komen.
Door zijn uitlating over het materia
lisme der boeren, toonde de heer Mat-
thijsen zijn gebrek aan menschenken
nis.
Ook de -sociaal-democratische voor
mannen in ons land mogen wel eens goed
in hun ooren knoopen, hetgeen de
Amerikaansche farmer in „Het Va
derland" over de Volks- en ander lei
ders in Amerika zegt. „Zij zijn bang,
aldus deze boer, „dat de farmer nu ein
delijk wijzer is geworden omtrent de zelf
zucht en de onwetenheid van deze lei
ders, dat de dag van afrekening weieens
dichtbij kon zijn! Ik geloof, dat de f ar-
merbezigiswakkerteworden
dat hij begint na te denken. Niet met 't
schitterend denken van den dichter of
het logische van den ingenieur of het
spitsvondige van den jurist neen,
meer te vergelijken met de beweging van
de molensteenen, langzaam, niet te
weerhouden, knarsend, piepend, rate
lend, alles opnemend, alles fijnmalend,
met de onherroepelijkheid van den tijd,
de onafwendbaarheid van het noodlot."
de der straat naderde en hij bleef onze
ker stil staan in den lichtkring van een
straatlantaarn. Verscheidene voetgan
gers gingen langs hem heen en keken
nieuwsgierig naar hem, maar hij zag
noch hoorde ze. Hij was bezig te over
wegen het voor en tegen, kwade kan
sen tegen mogelijk gunstige resultaten.
Zeven, vijf, acht, één. Ja, dat was de
combinatie. Misschien had Enid toch
eigenlijk gelijk. Als de obligaties 's mor
gens ontbraken, zou er groote drukte
over zijn, en, zoo hij zijn vader juist
beoordeelde, zou de stem van Henry
Aimsbury luide overal gehoord worden.
Dan zou het 't oogenblik zijn de papie
ren terug te geven tegen een prijs!
en die prijs zou zijn: de verklaring
van de geheele kwestie. Waar waren
zulke kostbare obligaties vandaan ge
komen? Het was bijna ondenkbaar, dat
zijn vader ze plotseling verkregen had
en er over gezwegen zou heben. Dat
paste niet bij het karakter van Henry
Aimsbury in dien tijd. Neen. Er was j
iets verdachts aan de geheele zaak en
het was de blijkbare plicht van een zoon
zijn vader te redden voor de gevolgen
van zijn overijlde daden.
Indien hij betrapt werd bij het zich
toeëigenen der obligaties i nu, daar
kon misschien wel een uitlegging voor
gevonden worden! Maar hij wilde niet
betrapt worden. Daarvoor kende hij den
weg te goed. In ieder geval, Enid had ge
zegd, dat het in de gegeven omstandig
heden het beste was en als op dit oogen-
Thans willen wij uitvoeriger terugko
men op de behandeling van het voorstel
van het Bureau om aan den Minister te
melden, dat men aanneming van het
wetsontwerp-van den Bergh c.s. niet ge
raden acht en wettelijke maatregelen in
zake uitstel van betaling enz. niet wen-
QPnPillK flpnllp
De heer SIEBENGA had ter zake een
nota aan de leden der Kamer toegezon
den, waarin hij eerst herinnert aan de
woorden van den voorzitter der Kamer
in zijn nieuwjaarsrede ten opzichte van
den landbouw en waarbij deze het toe
juichte dat het aantal leden, die zich op
het terrein van landbouw en veeteelt
thuis gevoelen, bij de gewijzigde samen
stelling der Kamer onveranderd is geble
ven, in dit district, waarbij landbouw en
veeteelt de hoofdtakken van volksbe
staan zijn en waar de welvaart daarin
van zoo grooten invloed is op vele
takken van handel en bedrijf.
Volkomen stemt de heer Siebenga hier
mede in en wijst er dan op, dat 't schrij
ven van den Minister van A., H. en N,
twee hoofdvragen bevat, n.l. of er aanlei
ding bestaat wettelijke maatregelen te
nemen in den geest van de wet van 4
September 1914 en of de heerschende
economische crisis soortgelijke maatre
gelen wenschelijk en noodig doet zijn.
De heer Siebenga wijst in z'n schrijven
er op, dat deze wet in 1914 een gevolg
was van de drang naar een moratorium
en dat zij was voorafgegaan door een
circulaire van den Minister van Justi
tie aan rechterlijke colleges, e.d. om
de tijdsomstandigheden in aanmerking te
nemen bij hun optreden tegen schuldena
ren. Deze wet heeft volgens mr. Treub
vooral 'n preventieve werking gehad. De
heer Siebenga mist in het voorstel van
het bureau en het advies van de com
missie voor de wettelijke bepalingen een
duidelijk en gemotiveerd antwoord op de
gestelde tweede vraag. In landbouwkrin-
gen zijn reeds stemmen opgegaan voor
een moratorium voor pacht en hypo
theekschulden.
Verder merkt de schrijver op, dat zij,
die onvoorzichtig betalingsverplichtingen
op zich hebben genomen, toch reeds red
deloos verloren zijn, maar ook zij die
het niet op onvoorzichtige wijze deden
geraken veelal in moeilijkheden, De heer
Siebenga betoogt verder dat reeds in
1911 een crisis ontstond, al brak de oor
log in 1914 plotseling uit, en hij ziet
daarin overeenstemming met thans. Al
leen de gevolgen openbaren zich op ge
heel andere wijze, In 1914 trad voor ve
len spoedig een verbetering in, terwijl
thans de eene groep der bevolking door
de crisis bij andere groepen dreigt te
worden medegesleept.
De heer Siebenga is van meening, dat
de economische inzinking voldoende
aanleiding geeft om maatregelen te ne
men in den geest der wet van 4 Sep
tember 1914. Juist voor Zeeland is dit
van beteekenis, omdat het geheele plat
teland, ja, de geheele provincie het
slachtoffer dreigt te worden van de eco
nomische inzinking, die zich in het bij
zonder in den landbouw voordoet. Het
staat vast dat een groot aantal debiteu
ren tengevolge van de crisis in moeilijk
heden verkeeren, terwijl crediteuren
daarmede niet in voldoende mate reke
ning houden. Er zijn nog vele personen
blik Enid's woord geen wet voor hem
was, dan was dit warme gevoel in zijn
hart geen liefde.
Hij keerde om en zeer beslist weer op
zijn schreden terug en bij het naderen
van het huis onverwacht hij de manieren
waarop hij onbemerkt zou kunnen bin
nenkomen. Hij wilde zich in den tuin
verbergen totdat het huis donker was
en dan den knip van het openslaande
raam in de studeerkamer probeeren.
Als hij zich goed herinnerde, beteeken-
de die knip niet veel. Toen hij het hek
naderde, zag hij met verbazing, dat de
lichten in het huis reeds uit waren. Er
waren ten minste van de straat geen
lichten te zien. De kans bestond natuur
lijk, dat sir Peter ditmaal vroeg naar
bed was gegaan, maar het was slechts
een geringe kans.
Hij opende voorzichtig het hek en
ging den tuin binnen en de maan, stand
vastig in haar hulp bij de plannen van
ware gelieven, trok zich bescheiden
achter een zware bank van wolken te
rug. Op zijn teenen over den streep gras
langs de oprijlaan, sloop Eric langs den
kant van het huis en bleef aan het ein
de der waranda staan. Hij luisterde
scherp eenige oogenblikken, rekte zijn
hals uit en zag dat de lichten in de
studeerkamer ook uit waren. Hij knoop
te zijn jas dicht, keek fronsend naar den
grond voor hem, lichtte plotseling het
hoofd op, greep naar de leuning, sprong
er over en kwam met een zachten bons
op den grond der waranda. Zich toen
die niet aan de crisis gelooven, die uit
onkunde met den toestand de gevolgen
niet inzien. Anderen eischen nakoming
van de zwaarste verplichtingen; weer
anderen trachten op de meest rigoureu
ze wijze zonder kleerscheuren uit de
crisis te komen, Ten opzichte van hy
potheekgevers, verpachters en andere
schuldeischers mag de vraag worden op
geworpen of aan deze categoriën niet
de redelijke eisch mag worden gesteld
dat zij tijdelijk hun aflossingen en vor
deringen enz., opschorten en nog een
tijdje mede het risico van de buiten
gewone omstandigheden meedragen. Dit
is het voornaamste wat de maatregelen
beoogen. De wet kan ook nu preven
tief werken en voorkomen, dat velen in
stilte worden afgeslacht.
Resumeerende meent de heer Sie
benga dat de voorgestelde maatregelen
de strekking hebben en mogelijk maken,
dat willekeurige en onredelijke execu
ties word tegengegaan; opeisching
van schulden op ongelegen tijdstippen
wordt voorkomen; dat nadeelige gevol
gen van bepaalde overeenkomsten'wor
den tegengegaan, en willekeurige fail
lietverklaringen worden geremd.
De heer Siebenga geeft tenslotte de
Kamer in ernstige overweging een gun
stig advies over de maatregelen uit te
brengen.
De VOORZITTER zeide, dat behalve
dit schrijven van den heer Siebenga,
thans ook is ingekomen het rapport der
Kamer te Rotterdam over dit onder
werp en ook verschenen is het voorloo-
pig verslag van de Tweede Kamer over
het wetsontwerp. Spr. wees er op, dat
de heer Siebenga een verkeerden uitleg
gaf aan zijn woorden in de Nieuwjaars
rede. Hij heeft niet bedoeld dat men in
het bijzonder belang van den landbouw
moet werken, de Kamer van Koophan
del moet juist trachten te voorkomen,
dat men de zaak eenzijdig beschouwt.
Het betoog van den heer Siebenga heeft
in het bijzonder betrekking op den land
bouw en hier moet men verder kijken.
Allen zijn het er over eens, dat de land
bouw er niet gunstig voor staat, maar
dit geldt ook voor vele andere bedrij
ven. Spr. wil zich tot enkele algemeene
opmerkingen beperken. De beide door
spr- genoemde stukken luidden ook niet
gunstig voor het ontwerp. Als dit wet
wordt verwacht spr. een vreeselijke eco
nomische ontreddering. Men kan de toe
stand van nu niet vergelijken met dien
van 1914, toen hij plotseling optrad,
niemand dacht toen, dat de oorlog zoo
lang zou duren, wel, dat hij een nasleep
zou hebben. De huidige omstandighe
den hebben zich geleidelijk ontwikkeld
en begonnen feitelijk reeds in 1914. De
heer S. neemt tot uitgangspunt „tijdje'"
maar dat is verkeerd, want men moet
juist op een lange duur van den huidigen
toestand voorbereid zijn. Waar een hee-
le groep noodlijdend wordt voorgesteld,
zal heel de landbouw trachten van de
wet gebruik te maken. De rechterlijke
macht zal met aanvragen om uit
stel van betaling overstelpt worden. Als
het bleef bij helpen van den schuldenaar
zou het nog gaan, maar men moet ook
rekening houden met den schuldeischer.
De heer Siebenga stelde het voor of al
le schuldeischers een goed gevulden
geldbuidel hebben, doch door de wet
zullen juist tal van schuldeischers schul
denaren worden. Dit zal leiden tot een
economische déblacle. Men moet ook
rekening houden met het crediet uit het
buitenland, want ook daar zal men niet
kunnen betalen. Dit zal geen goeden in
vloed hebben op de Nederlandsche fi
nanciën. Er is bij de rechters een wijs
heid zoo groot als die van Salomé noo
dig als zij zulkeen wet goed willen toe
passen, want er moet toch ook rechts
zekerheid blijven voor de schuldeischers.
Als twee landbouwers onder precies
dezelfde voorwaarden werken, en hun
plat makend tegen den muur van het
huis, sloop hij naar het openstaande raam
der studeerkamer.
Sir Peter stond midden in de donkere
kamer en wachtte, dat er iets zou ge
beuren, maar toen er eenige oogenblik
ken voorbijgingen, zonder dat er een
onheilspellend geluid of beweging merk
baar was, zakte zijn vrees en zijn hu
meur werd beter.
Geleid door het flauwe schijnsel van
het wegkwijnende vuur in den haard
zocht hij den weg naar den schoorsteen
en belde. Binnen enkele oogenblikken
zag hij flauw de deur van den salon
open gaan en Spencer op den drempel
verschijnen.
Belde U, sir Peter?
Er klonk een trilling in de vraag van
den butler,
Belde? Natuurlijk belde ik! snauw
de sir Peter. Wat is er met die vervloek
te lichten gebeurd?
Dat kan ik niet zeggen, sir Peter.
Mogelijk een defect in de leiding.
Sir Peter liep voorzichtig naar het
venster, hield de gordijnen op zijde en
keek in het donker.
De lichten op straat branden nog
zei hij kortaf. Zeker een zekering los
geraakt op het bord.
Kijk er eens naar!
Spencer liep naar de telefoon,
Kan jij het niet maken? vroeg sir
Peter.
Ik zou het wel kunnen, maar we
hebben geen draad in voorraad.
Alom verkrijgbaar. Showrooms in all®
voorname plaatsen van Nederland.
i p
land met hypotheek bezwaard is, zal
uitstel van betaling voor een hunner, die
een pachtheer heeft met 'n goed gevul
den geldbuidel toelaatbaar zijn, maar bij
den ander, wiens pachtheer niet zoo ge
lukkig is, zal het voor laatstgenoemde
een zware slag zijn. Hoe moet de rechter
daarin beslissen? Het is moeilijk uit te
maken of een bepaald schuldenaar wer
kelijk niet betalen kan. Dat er een groote
toeloop van aanvragers zal komen, is
reeds bij de pachtkwesties gebleken. Er
dreigen heele groote gevaren, vooral
voor de hypotheekhouders. Een derge
lijke wet zal geen uitkomst brengen. Dan
zou spr. liever zien dat een staatshypo-
theekbank werd opgericht, die de schuld
vorderingen zou overnemen. Dit zou lei
den tot overname van het grondbezit
door den staat en ook daarmede moet
men zeer voorzichtig zijn. Het wetsont
werp is dan ook niet in het belang van
den handel. Er zijn veel kleine onderne
mers, die in moeilijkheden zitten en zij
zouden op hun beurt de leveranciers in
moeilijkheden brengen. Men moet met
zulke maatregelen dan ook zeer voor
zichtig omgaan. Voor groote uitzon
deringen moet men dan ook geen alge-
gemeene wettelijke maatregelen nemen.
Wel moet men niet te spoedig tot fail
liet verklaringen overgaan, maar vooral
niet alleen letten op de belangen van
den schuldenaar.
De heer SIEBENGA begon met woor
den van dank voor de verwelkoming
door den voorzitter, en zeide vervolgens
dat de crisis in den landbouw niet zonder
meer aan de regeering is voorbij gegaan.
De landbouw is een bedrijf, dat men niet
kan stilleggen of verminderen. Alleen
als men alle kosten met 25 kon ver
minderen was er kans op een rendabel
bedrijf, maar dit geldt dan ook voor de
loonen der arbeiders, die toch reeds zoo
veel minder hebben, dan die in de in
dustrie.
De maatschappij is een ketting en als
men er een schakel uitneemt, dan is zij
geheel ontwricht. De regeering is den
akkerbouw te hulp gekomen en nu de
toestand daar iets gunstiger is, ver
dwijnen verschillende bedrijven door het
opeischen van achterstallige bedragen.
Het gaat thans om te redden, wat nog te
redden is. Het gaat er niet om een ge
lijk tijdstip van begin op te sporen. Er
zijn vele contracten bijv, voor pacht
voor langen termijn aangegaan. Het is
zeker moeilijk precies vast te stellen
wat al of niet aan de crisis moet wor
den toegeschreven, maar daarom staat
ook in het ontwerp-wet, het woord
„hoofdzakelijk". Spr. is het eens met het
Niet? Waarom niet? Haal wat en
gauw! Zorg dat we intussehen iets van
licht hebben. Kaarsen of wat dan ook.
Er is allleen maar de lantaarn in
de garage, sir Peter.
Haal die dan.
Ja, sir Peter.
Spencer verliet de telefoon met merk
baren tegenzin en ging de kamer uit
en toen hij den butler tegen een meubel
stuk van den salon hoorde botsen, ging
sir Peter naar den Chesterfield, en er
in zitten,
Er gaat altijd iets verkeerd in dit
vervloekte huis, mompelde hij kwaad.
Hij wachtte ongeduldig op de be-
beloofde verlichting. Hij dacht aan de
lucifers op de tafel en denkend aan hun
groote breekbaarheid, vroeg hij zich
kwaad af waarom hij met lucifers wilde
zeuren. Hij was toch zeker in de gegeven
omstandigheden niet zoo zenuwachtig,
dat hij bang in het donker was?
Hij antwoordde zich zelf met een niets
beteekend gegrom, stond op, en tracht
te het bijna uitgedoofde vuur wat op
te poken, maar toen hij de kolen om
keerde, werden ze tot asch en de kamer
werd donkerder dan te voren.
Hij keerde naar den Chesterfield te
rug en verwenschte den butler van harte.
Wat was er met den kerel gebeurd?
Was hij in slaap gevallen?