HENNING
Voor een goede foto
ga ik naar
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 25 MAART 1932.
No. 72.
WERKTIJDENBESLUIT
VOOR WINKELS.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
FINANCIEEL-ECONOMISCH
WEEK-OVERZICHT.
ZEELAND.
329,
Met 1 Mei, den datum, waarop de
Winkelsluitingswet 1930 in werking
treedt, wordt het bestaande werktijden
besluit voor winkels 1929 vervangen
door een nieuw werktijdenbesluit voor
winkels:
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Arbeid op Zondag. Een man of een
vrouw mag in winkels op Zondag geen
arbeid verrichten. Deze bepaling is niet
van toepassing op arbeid, bestaande in
of onmiddellijk verband houdende met:
a. den verkoop en de aflevering van
brandstof en smeermiddelen voor en van
onderdeden voor spoedeischende her
stellingen aan voer- en vaartuigen en
rijwielen;
b. den verkoop van dag- en weekbla
den vóór 1 uur des namiddags;
c. den verkoop en de aflevering van
ruw ijs;
d. den verkoop en de aflevering van
winkelwaren, ten behoeve van binnen
komende, uitgaande en doorgaande sche
pen.
Bovendien is het verbod niet van toe
passing op arbeid:
ain winkels, waar uitsluitend of in
hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en
chocolade wordt verkocht, op 1 Januari
24, 26 en 31 December;
b. in bloemenwinkels op 1 Januari, 14
en 15 Augustus, 1 en 2 November, 24,
26 en 31 December;
c. in winkels, waar uitsluitend of in
hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en
chocolade wordt verkocht, gedurende
ten hoogste 4 achtereenvolgende uren,
liggende tusschen 9 uur des voormid
dags en 8 uur des namiddags;
d. in alle winkels op tijden dat zij in
gevolge het bepaalde krachtens art. 9
der Winkelsluitingswet op Zondag ge
opend mogen zijn.
Een arbeider, die in een winkel ar
beid verricht, moet een wekelijkschen
onafgebroken rusttijd hebben van ten
minste 32 uren.
Een vrije ochtend of middag. Behal
ve gedurende den wekelijkschen rusttijd
mag een arbeider die in een winkel ar
beid verricht, bovendien op één dag der
week geen arbeid verrichten vóór of na
1 uur des namiddegs.
Indien de wekelijksche rusttijd begint
op den dag, dat de arbeider na 1 uur des
namiddags geen arbeid mag verrichten,
moet de rusttijd ten minste 41 uren be
dragen-
Een man of een vrouw mag in winkels
geen arbeid verrichten tusschen 8% uur
des namiddags en 6 uur des voormiddags.
De arbeidsduur. Een arbeider mag in
winkels niet langer arbeid verrichten dan
9% uur per dag en 53 uren per week.
In afwijking van deze bepaling mag:
aeen man of een vrouw in winkels,
waar uitsluitend of in hoofdzaak visch
wordt verkocht, arbeid verrichten, het
zij op Donderdag, hetzij op Vrijdag, en
op 30 Dec. gedurende ten hoogste 11
uren, op 31 December gedurende ten
hoogste 14 uren en bovendien in de
week, waarin 31 December valt, gedu
rende ten hoogste 62 uren;
b. een man of een vrouw in winkels
waar uitsluitend of in hoofdzaak vleesch
of vleeschwaren worden verkocht, ar
beid verrichten op 31 December gedu
rende ten hoogste 11 uren.
c. een jeugdig persoon van 16 jaar of
ouder in alle winkels in het tijdvak van
25 November tot en met 5 December
gedurende ten hoogste 10 uren per dag
en 60 uren per week arbeid verrichten,
onder voorwaarde, dat hij in het tijdvak
van 3 weken aanvangende den Zondag
vóór 25 November, in totaal niet lan
ger dan 166 uren arbeid verricht.
Avond- en nachtarbeid. In afwijking
van het arbeidsverbod tusschen 8% uur
24.
Onzin! zei sir Peter met zooveel
nadruk, dat de anderen hem verbaasd
aankeken.
Dat is mijn meening ook sir Peter,
zei Harker, veelbeteekenend.
Sir Peter staarde Harker even aan,
toen kreeg hij een kleur en bracht zijn
glas naar zijn lippen met een hand, die
niet geheel vast was.
Spencer keek scherp naar sir Peter
en trok zijn lippen even samen.
Maar het praatje gaat, ging Har
ker voort. Eén of ander knappe man
heeft zich in de geschiedenis verdiept
en de legenden opgehaald van het Robin
Hood-achtige werk van den Aas, zijn
methoden enz. en heeft de gelijkheid
met de handelwijze van den Decker aan
geduid. Ik zou er Drew van verdenken
die knappe man te zijn, als het niet
zeer onwaarschijnlijk was, dat Drew
eenige weldadige beweegreden aan den
Aas of den Decker zou toeschrijven,
Ik herinner mij niet gelezen te heb
ben, dat de Ruiten Aas ooit zijn liefda
dige neigingen toonde, zei sir Peter
sche-p.
Ik wel, antwoordde Harker.
Ik dien tijd hield men het er al
des namiddags en 6 uur des voormiddags
mag een man of een vrouw in winkels
arbeid verrichten, bestaande in of on
middellijk verband houdende met: a. den
verkoop en de aflevering van brandstof
en smeermiddelen voor en van onder-
deelen voor spoedeischende herstellin
gen aan voer- en vaartuigen en rijwielen;
b, den verkoop en de aflevering van
winkelwaren ten behoeve van binnen
komende, uitgaande en doorgaande sche
pen.
Wanneer langer dan normaal mag
worden gewerkt. In de hierna genoemde
winkels mag een man of een vrouw ar
beid verrichten in afwijking van den
bepaalden werkuur per dag en per week
en in afwijking van het arbeidsverbod
na 8J4 uur des namiddags, doch niet la
ter dan een half uur na het tijdstip,
waarop de winkel voor het publiek ge
sloten moet zijn:
a. in winkels op Zaterdag gedurende
ten hoogste elf uren;
b. in alle winkels op den dag, vooraf
gaande aan Goeden Vrijdag en Hemel
vaartsdag, op 14 Augustus en 31 Octo
ber gedurende ten hoogste elf uren;
c- in alle winkels in het tijdvak van
25 November tot en met 5 December ge
durende ten hoogste elf uren per dag en
zes-en-dertig uren per week;
d. in alle winkels in het tijdvak van
10 tot en met 24 December gedurende
ten hoogste elf uren per dag en twee-
en-zestig uren per week;
e. in bloemenwinkels op 22, 23, 24 en
30 December gedurende ten hoogste
veertien uren per dag en in de week,
waarin 30 December valt, gedurende ten
hoogste twee-en-zestig uren;
f. in winkels, waar uitsluitend of in
hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en
chocolade wordt verkocht, op 3, 4, 5
en 24 December gedurende ten hoogste
veertien uren per dag, op 31 December
gedurende ten hoogste dertien uren en
bovendien in de week, waarin 31 De
cember valt, gedurende ten hoogste
twee-en-zestig uren;
g. in alle winkels op dagen, dat zij in
gevolge het bepaalde krachtens artikel
9 der Winkelsluitingswet 1930 na 8 uur
des namiddags geopend zijn, gedurende
ten hoogste elf uren per dag, echter met
uitsluiting van winkels, die geregeld na
dat tijdstip geopend zijn.
In winkels, die ingevolge het bepaal
de krachtens artikel 9 der Winkelslui
tingswet 1930 geregeld na 8 uur des na
middags geopend mogen zijn, mag een
man of een vrouw arbeid verrichten na
8)4 uur des namiddags, doch niet latei
dan een half uur na het tijdstip waarop
de winkel voor het publiek gesloten
moet zijn.
De dagelijksche rusttijd. Een man of
een vrouw, die in een winkel arbeid ver
richt, moet een dagelijkschen onafgebro
ken rusttijd hebben van tenminste ell
uren.
De arbeidstijd van een arbeider in een
winkel moet op eiken dag, waarop hij
meer dan zes uren arbeid verricht, tel
kens na ten hoogste vijf en een half uur
arbeid worden afgewisseld door een on
afgebroken rusttijd van tenminste een
half uur.
Rusttijden van minder dan een kwar
tier worden geacht tijden te zijn, gedu
rende welke arbeid wordt verricht.
Een arbeider mag gedurende deze
rusttijden niet verblijven op een beslo
ten plaats, waar alsdan de bedrijfsarbeid
wordt verricht.
Barbiers- of kapperswinkels. Een man
of een vrouw mag in een barbiers- of
kapperswinkel op Zaterdag, op den dag
voorafgaande aan Goeden Vrijdag en He
melvaartsdag of 14 Augustus, 31 Octo
ber, 24 December en op dagen waarop
ingevolge het bepaalde krachtens art
3 der Winkelsluitingswet die winkel na
8 uur des namiddags geopend is tus
schen 8)4 en 11 uur des namiddags en
gedurende ten hoogste 12 uur arbeid
verrichten.
Een arbeider van 16 jaar of ouder mag
in een barbiers- of kapperswinkel in de
week, voorafgaande aan Paschen of
Pinksteren gedurende ten hoogste 58
uren per week arbeid verrichten.
gemeen voor dat hij meer philanthroop
dan misdadiger was. Hij beroofde nooit
anderen, dan die het lijden konden, en
deelde de opbrengst van zijn werk aan
de armen uit. Het is natuurlijk nooit be
wezen, maar gewoonlijk is er eenige
grond voor zulk soort geruchten.
Ik geloof het niet, zei sir Peter af
doend,
En de oude heer zal nooit gelooven
dat zulk een man met mogelijkheid de
Decker zou kunnen zijn, zei Eric, recht
op gaand zittend.
Daar heb je gelijk in, mijn jongen,
stemde Aimsbury droevig glimlachend
toe.
Hij is een schurkachtige dief! Niet
meer en niet minder!
En wordt van den Decker gezegd,
dat hij philanthropische invallen heeft?
vroeg sir Peter.
Nu, hier ook is weer niets bewezen.
Maar er zijn algemeene aanduidingen
dat een groot aantal weldadigheidsver-
eenigingen door het geheele land heen
begiftigd zijn met schenkingen van een
persoon, die een speelkaart van zijn
handteekening gebruikt.
Dat bewijst zeker niets....
Juist. Maar het feit, dat deze schen
kingen altijd volgen na de ambtsbezoe-
ken van den Decker, en dat de kaart
die aan de begiftigde gezonden wordt,
gelijk is aan die welke aan het slacht
offer gezonden is.-
Zoo er niets bewezen is, hoe kan
Onze financieele deskundige uit Am
sterdam schrijft ons:
Terwijl op de New Yorksche beurs
tenminste een tijdelijk herstel viel waar
te nemen, is de stemming op de Amster-
damsche beurs vrijwel tot het einde der
week toe zeer gedeprimeerd gebleven.
Voor een belangrijk deel WuS dit toe te
schrijven aan den ongunstigen indruk
dien het dezer dagen gepubliceerde jaar
verslag van de Amsterdamsche Bank
heeft gemaakt.
De in het afgeloopen jaar bereikte fi
nancieele resultaten der instelling zijn,
rekening houdende met de tijdsomstan
digheden en den ongekend lagen rente
stands, geenszins onbevredigend.
De renterekening toont een winst aan
van 9.9 millioen, tegen 10.4 millioen
in het vorige jaar; de provis erekening
gaf een batig slot van 4.69 millioen te
gen 4.95 millioen vorig jaar. Er moes
ten echter op groote schaal voorzienin
gen worden getroffen voor kwade of de-
bieuze posten, verliezen of fondsen enz.
Hoeveel in totaal de afschrijvingen u t
dien hoofde hebben bedragen, komt in de
balans niet tot uiting. Uit de winst wordt
ruim 8 millioen aangewend voor het
dekken van directe verliezen op wissels
en effecten, die voor een aanzienlijk
deel geleden zijn op het bezit der bank
aan Engelsche Ponden, als gevolg van
de waardevermindering van deze valuta.
Men mag echter aannemen, dat ook
intern belangrijke stille afschrijvingen en
reserveeringen hebben plaats gevonden.
Naar in 't verslag wordt verklaard, over
treft de algemeene debiteurenreserve
(opgenomen onder de post „crediteuren")
de vorderingen op debiteuren, die op
zich zelf beschouwd aanleiding tot twij
fel geven. Onder „diverse debiteuren"
zijn ook de vorderingen begrepen op
banken en bankiers, gevestigd in
Duitschland en Oostenrijk, welke onder
de „Stillhalte"-overeenkomst vallen, In
Duitschland staat een bedrag van 34
millioen uit, in Oostenrijk een kleine 3
millioen, makende dus in totaal 37
millioen, die in Midden-Europa voorloo-
pig „bevroren" zijn. Al mag men aan
nemen, dat hieronder een meer of min
der groot percentage debiteuren zijn
begrepen, die op zich zelf goed zijn te
achten, toch is het begrijpelijk, dat de
directie der Amsterdamsche Bank er de
voorkeur aan heeft gegeven om ge
zien de onzekere vooruitzichten in Cen-
traal-Europa, waarop in het verslag
nog speciaal de aandacht wordt geves
tigd, dit maal geen dividend uit te kee-
ren.
Voor de aandeelhouders is dit een
groote teleurstelling, vooral in den te-
genwoordigen tijd, nu de inkomsten uit
het effectenbezit toch reeds zoo zeer
verminderd zijn. Op den duur is het ech
ter ook in het belang van aandeelhou
ders, dat de positie der instelling niet
verzwakt wordt op een tijdstip, waar
op het in de eerste plaats noodzakelijk
is, paraat te zijn tegen eventueele toe
komstige gevaren, die stellig niet denk
beeldig zijn.
Niet alleen de aandeelen der Amster
damsche Bank, maar ook die van an
dere bankinstellingen hebben den in
vloed der dividendpasseering door de
A. B. ondervonden. De verwachting, dat
ook de andere banken geen dividend
dat dan een feit zijn? vroeg sir Peter,
kwaad. Het eenige feit, dat omtrent den
kerel bewezen is, is dat hij niet zoo kies
keurig bij de keus van zijn slachtoffers
is, als je denkt, dat de Ruiten-Aas ge
weest is. Er was een groot geschreeuw
enkele maanden geleden, toen hij de ge
heele opbrengst stal van het concert,
dat in Town Hall ten voordeele der
blinde soldaten gegeven werd als ik mij
goed herinner. Je zult toch zoo iets
niet aan een philanthroop willen toe
schrijven? Ba! Zooals Aimsbury zegt,
de kerel is een gewone dief, en al die
romantische praatjes zijn niets dan on
zin!
Indien de Decker werkelijk Ruiten
Aas is, zei Eric, waarom is er dan zoo'n
lang hiaat in zijn misdadige loopbaan?
Precies, snauwde sir Peter. Toen
wendde hij zich woedend tot den jongen
man.
En wie heeft je gevraagd aan het
gesprek deel te nemen? vroeg hij.
Niemand, antwoordde Eric oprecht.
Ik dacht alleen dat ik voor de gezellig
heid ook wat zeggen wilde.
Zijn vroolijke glimlach maakte sir Pe
ter woedend, die zijn glas opnam alsof
hij het naar den jongen man wilde gooi
en, maar in plaats daarvan keek hij er
in en zag toen boos rond naar de karaf
Spencer kwam stil bij hem met het ge-
wenschte voorwerp en was inwendig
verbaasd, dat sir Peter niets er van zei-
de, dat hij nog aanwezig was,-
(Ingez. Med.)
zouden uitkeeren, is inmiddels gelogen
straft door het bericht, dat de Rotter-
damsche Bankvereeniging een dividend
van 3 pet. zal voorstellen. Daarentegen
moet worden aangenomen, dat de Ne-
derlandsche Handel Mij. ook geen divi
dend zal betalen, evenmin als de Neder-
landsch-Indische Handelsbank, welke
laatste instelling nog meer dan de Han
del Mij. op de Indische cultures is aan
gewezen.
De in de eerstvolgende maanden te
verwachten jaarverslagen zullen, in het
algemeen trouwens wel weinig bevre
diging wekken en de invloed hiervan
zal ongetwijfeld ook op de beurs terug
werken, vooral ook omdat, wat de ont
wikkeling :n het nieuwe boekjaar betreft
niet veel hoopvols zal kunnen worden
gezegd. Een onderneming als de Land
bouw Mij. „Ngoepit", een Java-tabaks-
mij., die een dividend van 24 pet. kan
uitkeeren tegen 12 pet. in het vorige
jaar, na een bijzondere reserve van
f 100.000 te hebben gevormd, is als een
„witte raaf" te beschouwen.
De resultaten van de groote Sumatra-
tabaksondernem:ngen over 1931 laten
niet toe, een dividend uit te keeren, en
ook de in de eerste voorjaarsinschrijving
van dit jaar gemaakte prijzen openen
geen gunstige perspectieven voor het
loopende jaar. In het algemeen zijn de
gemaakte prijzen weer aanzienlijk lager
dan die, welke voor dezelfde merken in
het vorige jaar werden behaald.
De afwijzing der rubberrestrictie-plan
nen heeft als eerste reactie een verdere
prijsdaling voor het artikel te weeg ge
bracht. Er zullen in de naaste toekomst
een groot aantal ondernemingen, die tot
dusverre het bedrijf gaande hadden ge
houden, in de hoop op een verbetering
als gevolg van eventueele restrictiemaat
regelen, tot algeheele stopzetting van den
tap overgaan. Op deze wijze zal langs
natuurlijken weg een vermindering van
het aanbod worden verkregen, In ver
band met de aanzienlijke voorraden
zal het echter nog lang moeten duren, al
vorens een toestand van evenwicht in
de statistische positie is bereikt en zelfs
dan blijft de „potentiëele" productie,
d.w.z. de mogelijkheid van hervatting van
den tap op tijdelijk verlaten rubberlan-
den, een druk op de markt uitoefenen.
Men behoeft slechts de lijst van notee
ringen van rubberaandeelen op de Am
sterdamsche beurs aan te zien, om zich
een denkbeeld te vormen van den on
gunstigen toestand, waarin de onderne
mingen verkeeren. Zelfs het voornaamste
fonds, Amsterdam-Rubber, is thans bene
den de 40 pet. gedaald.
De stemming voor suikeraandeelen was
iets beter, dank zij het feit, dat op het
allerlaatste oogenblik, op de Parijsche
suikerconferentie principieele overeen
stemming is bereikt. Daarentegen waren
aandeelen Koninklijke Petroleum Mij. al
weer flauw, en ook voor industrieele
fondsen bestond slechts weinig belang
stelling, zoodat de koersen afbrokkelden.
Nederlandsche staats- en gemeentelee-
ningen werden gunstig beinvloed door 't
goede resultaat van de jongste uitgifte
Soda!
Spencer schonk er soda bij.
Nu, heeren, zei sir Peter, zijn glas
opheffend en beurtelings Aimsbury en
Harker met een spottenden, duivelschen
glimlach aankenkend:
Op de gezondheid van den Dec
ker!
En hij dronk de whisky in één slok op
en gooide het glas daarna in het vuur.
Hij heeft mijn droomen vooruit ge
holpen, zei hij geheimzinnig, in antwoord
op de verschrikte verbazing op het ge
zicht van de anderen.
Hij heeft mij bijna geruineerd,
klaagde Aimsbury.
Dat is betrekkelijk, Aimsbury.
Sir Peter wendde zich tot Spenser,
die alleen kalm was gebleven.
Ik wensch volstrekte geheimhou
ding omtrent de zaak van hedenavond,
Spencer, zei hij gebiedend. Begrepen?
Spencer boog zwijgend, terwijl Har
ker en Aimsbury in antwoord op sir Pe
ter's toon, zich gereed maakten om te
vertrekken.
Aimsbury stond langzaam op, met
een uitdrukking van verwarden twijfel
in zijn trekken, die niet verdween toen
Harker de chèque en de P.N. over de
tafel naar hem toe schoof.
Hé, i wat het afschrift betreft,
begon hij afgetrokken, terwijl hij ze sa
menvouwde.
Die zal ik je in den morgen zen
den, Aimsbury, antwoordde Harker vlug,
van schatkistpapier. De nieuwe Neder
landsche 5 pet. staatsleening is tot iets
boven pari gestegen.
Amsterd. Bank 9388)491%.
Nederl. Handel Mij. 81%73%.
Philips Gem. Bez. 68%— 70%—69—73.
Unilever 115%109111%.
Zweedsche Luciferstrust 39%29%.
Koninkl. Petroleum 140128%129%.
Amsterdam Rubber 42%38%.
H.V.A. 176—172—178.
Deli Batavia Mij. 140—126—130—128.
Senembah Mij. 180—169—170%.
Liberale Staatspartij de V.B.
Gistermiddag is in „De Vergenoe
ging" te Middelburg een algemeene
vergadering gehouden van de Centrale
„Zeeland" der Liberale Staatspartij „De
Vrijheidsbond", onder voorzitterschap
van den heer C. G. Hage.
Daar is besloten aan te bevelen voor
leden van het Hoofdbestuur der partij
de heeren: mr. D. Fock, mr. G. A. Boon,
Ebels, Den Hartog, mr. C. Wendelaar en
ir. C. Wolterbeek,
Tot leden van den Partijraad zijn
voor Zeeland herbenoemd de heeren P.
Koo'man te Zierikzee en mr. J. Erasmus
te Oostburg; als plaatsvervangende le
den werden aangewezen de heeren P.
Callenfels te Goes en dr. S. S, Smeding
te Middelburg.
MIDDELBURG.
Gisterenavond had in de Flora Bi
oscope vanwege de afdeeling van den
Algemeenen Nederlandschen Typogra
fenbond een bijeenkomst plaats, die druk
bezocht was door velen, die in het ty-
pografenbedrijf als patroon of gezel
werkzaam zijn.
De voorzitter der afdeeling, de heer
J a c- O n d e r d ij k, heette de aanwezi
gen welkom en deelde mede, dat de heer
B. Ponstein, die spreken zou, door an
dere bondszaken verhinderd was en dat
in zijn plaats was gekomen de heer H.
Korte, lid van het hoofdbestuur.
Nadat de bioscope courant, een tee
kenfilm en een tweeacter waren ver
toond, verkreeg de heer Korte het
woord, en zeide hij dat er een groeien
de verantwoordelijkheid is voor de vak
bonden, hun werk wordt steeds om
vangrijker en van meer beteekenis. Zij
moeten zich al meer en meer bezig hou
den met het leven der arbeiders in het
algemeen. Maar ook is er een groeiende
verantwoordelijkheid voor de leden en
hun huisgezinnen. Spr. geeft een terug
blik en wijst er op hoe in de helft der
vorige eeuw de v.akvereenigingen ont
stonden meer voor onderlinge steun in
den tijd van grooten nood in de arbei
dersgezinnen, als uitvloeisel van het
kapitalisme. In 1860 waren er van de
werkhebbende arbeiders 40 pet. die
steun moesten hebben. De vakvereeni-
gingen kwamen met verzoeken bij de
patroons, maar zij, die teekende, werden
als oproerkraaiers beschouwd. De vak-
terwijl hij zijn papieren in zijn tasch
borg.
Heel goed.
Aimsbury ging bij de tafel weg en
deed een schreede naar de deur.
Ho!
Aimsbury schrikte schuldbewust en
keerde zich kwaad naar zijn zoon om,
die in drie stappen door de kamer liep.
Denk er aan, waar je bent! beval
de woedende man. En schreeuw niet zoo!
Het is een ongelukkige gewoonte
gaf Eric luchtig toe, voor zijn vader
stilhoudend, maar ik hoop dat U er met
tertijd aan gewend zult raken, vader.
Hij legde zijn hand vriendschappelijk
op den schouder van zijn vader en keek
hem ernstig aan.
Wat is het voor een samenzwering
vader? vroeg hij eenvoud:g.
Aimsbury herinnerde zich intijds, dat
het zijn zoon was en dat het daarom
onnoodig was de vraag te beantwoor
den,
Ik zou denken, Eric, antwoo'dde
hij streng, dat je, opgevoed, zooals je
bent, de beleefdheid zoudt hebben te.
Beste vader, viel Eric ongeduldig
in de rede, dit ken :k alles van buiten.
Maar mijn beleefdheid gaat niet zoo ver,
dat ik U kan toestaan handel te drij
ven in de tenten der goddeloozen. Wat
voor zaak is het? En waarom moet zij
geheim gehouden worden?
(Wordt vervolgd.)