&POORV V MOSTERD
Un
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 16 MAART 1932. No. 64.
WEST-SOUBURG MET OOST
SOUBURG VEREENIGD.
FEUILLETON.
HARTENAAS EN
RUITENDRIE.
ZEELAND.
iengewig
van ïierpeu\
ze storingen
door over-
mrkings>
eenig op
de wereld
16 Maart 1832.
(Slot.)
De Hervormde Gemeente te West-
Souburg heeft de volgende 19 predikan
ten gehad. 1595 L. de Herde. 1598 J.
van Corenhuizen. 1612 G. van Deinse.
1623 M. Buis. 1653 G. de Raadt. 1657 P.
Larcher. 1668 J. van Laren. 1674 J. van
Rooyen. 1686 A. van Deinse. 1691 P. Im
mens, 1695 J. Breukeland. 1704 J. Boo
gaard. 1715 D. Reynierse, 1732 M. de
Crane. 1755 J. Teellink le Grand. 1785
H. van den Hespel, 1807 G. J. Lette.
1815 F. van Ruyven. 1823 J. de Roche-
fort.
Bij Koninklijk besluit van 16 Maart
1832 No. 92 werd de Ned. Herv, gemeen
te van West-Souburg met die van Oost-
Souburg vereenigd. De grootste aanlei
ding hiertoe moet geweest zijn, dat de
betrekkelijk arme kerkelijke gemeente
niet meer in staat was om het oude
kerkgebouw, dat meer en meer verviel,
voldoende te onderhouden.
Op Zondag 24 Juni 1832 des namid
dags is voor het laatst in de kerk gepre
dikt door ds. Jac. de Rochefort. Zijn
tekst was Hand. 21 vers 14b, 15, 17 en 18.
Ds. J. de Rochefort, die reeds 59 j. was,
werd emeritus verkyaard. Hij vertrok
naar Middelburg, waar hij 11 October
1856 op 83-jarigen leeftijd overleed.
Op Zondag 1 Juli 1832 is de combina
tie tusschen beide gemeenten tot stand
gekomen. Predikant te Oost-Souburg
was ds. B. Loose, die reeds in 1824 al
daar was beroepen. In 1840 verkreeg
hij zijn emeritaat.
Op den len Dec, 1832 hebben de kerk
voogden van West-Souburg het kerkge
bouw en de consistorie ten overstaan
van den notaris A. Stuart Makkers pu
bliek voor afbraak te koop geveild.
Kooper was de heer A. P. Dronkers
voor 300. Doch deze verkoop is op
den lOen December door het Prov. col
lege van toezicht geïmprobeerd (niet
goedgekeurd). Daarna is de kerk met de
pastorie bij onderhandschen /Verkoop
overgedragen aan den heer H. F. Ha-
man, heel- en vroedmeester te Oost-
Souburg voor 1800.
De heer Haman had vroeger een hy
potheek op de pastorie gegeven, zoodat
door dezen verkoop de schuld kon wor
den afgelost.
Eindelijk werd den 15 April 1833 een
begin gemaakt met de slooping der kerk.
Volgens de conditiën van verkoop ble
ven de preekstoel, de banken, de op
stal der grafzerken en het uurwerk het
eigendom der kerkvoogdij. De preek
stoel werd overgebracht naar de kerk
te Oost-Souburg om den aldaar ouden
en minder fraaien te vervangen. Deze
laatste is vervolgens in de Gasthuiskerk
te Middelburg geplaatst, evenals het
overige kerkameublement, voor zoover
het niet te Oost-Souburg kon gebruikt
worden.
Het torenuurwerk werd verkocht aan
de gemeente Nieuw- en St. Joosland, die
nog geen uurwerk in den toren had. Een
paar gave grafzerken werden gelegd en
liggen er nog aan den ingang van het
kerkhof te West-Souburg. Blijkens de
opschriften hebben zij eenmaal de gra
ven gedekt van Simon Willem Huygens,
schout van West-Souburg f 1694 en van
Rombout van Doorn f 1760, Minder
gave of kleine zerken werden verkocht
aan particulieren, die ze gebruikten als
stoepsteenen. Zoo'n grafsteen ligt b.v.
voor de deur van het Zwitsersche huisje,
't geboortehuis van den bekenden Sou-
burgschen schrijver en dichter P. Lou-
werse, aan den oud-Middelburgschen
weg. Ook ligt een grafsteen in den keu
kenvloer van de hofstede Vlugtenburg.
De twee klimmende leeuwen, die het
wapen van West-Souburg omvatten en
op de twee pilaren stonden aan den in-
16.
Hij liep de kamer door en nam haar
hand met een vaderlijk gebaar.
Hoe gaat het U? vroeg zij ontwij
kend. Het lijkt wel maanden geleden
sedert wij U het laatst gezien hebben,
mijnheer Aimsbury.
Ik heb het in dezen tijd zeer druk,
verontschuldigde hij zich met een onder
drukten lach, zeer druk. Wij brengen
een nieuw artikel aan de markt, ziet U
en het gaat zoo goed van de hand, dat
ik geloof, dat de halve bevolking van
Auckland uitsluitend leeft van Aimsbu
ry's Cennamon Crackers.
Dat klinkt aantrekkelijk, lachte
Enid.
U wilt toch niet zeggen, dat U ze
niet geproefd hebt? Eric heeft er toch ze
ker over gesproken?
Ik herinner mij niet dat hij het
gedaan heeft.
Sir Peter bewoog zich onrustig en keek
de anderen zijdelings aan. Hij had een
afschuw van nonsenspraatjes, maar ver
droeg ze gewoolijk ter wille van zijn
dochter. Maar hij vond dat zij vanavond
het recht verbeurd had op zijn gewone
vriendelijkheid.
Heel nalatig van ham, zeide Aims-
gang der kerk, hebben langen tijd in de
bergplaats der Ned. Herv. kerk van
Oost-Souburg gestaan, totdat een der
kerkvoogden, de heer D. Kodde, ze
kocht en ze deed plaatsen op twee hoe
ken van het woonhuis zijner hofstede
Triton, waar ze nog staan. De later aan
gebrachte kleuren op de wapens zijn
echter foutief.
De oude pastorie van West-Souburg
staat er nog, al is zij als zoodanig niet
meer te herkennen. Zij staat aan 't be
gin van de Zuidzijde van het dorp en is
omgebouwd in drie woningen: de nos.
6, 7 en 8.
Na de opheffing der kerkelijke ge
meente volgde ook spoed g de opheffing
der school. Van ouds heeft West-Sou
burg, evenals andere zelfstandige dor
pen een eigen school gehad. Waar die
moet gestaan hebben, heb ik niet kun
nen uitvorschen. Zooals elders zal het
ook maar een gewoon huis geweest zijn,
door niets bijzonders van een woonhuis
onderscheiden. De school was het ei
gendom van den schoolmeester, die te
vens ook koster, voorzanger, klokluider
enz. was.
Daar de aanwezige acteboeken van
den kerkeraad van West-Souburg maar
dagteekenen van 1648, ofschoon de ker
kelijke gemeente 55 jaar vroeger is ge
sticht, is uit die acteboeken als eerste
schoolmeester bekend Abraham de
M e ij e r, die in 1652 overleed. Hij heeft
nog 11 opvolgers gehad. De laatste was
Jacob Delzenne, die tegen 1 Mei
1833 ontslag had gevraagd en gekregen.
Daar het aantal leerlingen niet groot
was en men een spoedige combinatie
voorzag van beide burgerlijke gemeen
ten, werd geen nieuwe onderwijzer
meer benoemd.
De West-Souburgsche jeugd moest nu
de school te Oost-Souburg bezoeken,
waar Cornelis Pleyte Cz. school
meester was. De familie Pleyte was op
't eind der 18e eeuw en in 't begin der
19de eeuw een uitgebreide onderwij
zersfamilie. De school te West-Souburg
heeft dus maar bijna anderhalf jaar lan
ger bestaan dan de kerk.
Vrij spoedig volgde ook de burgerlijke
vereeniging van de beide Souburgen.
Volgens het Kon, besluit van 16 Juli
1834, no. 95 werden beide gemeenten
tot één gemeente vereenigd met ingang
van 1 Jan. 1835. De laatste burgemees
ter van West-Souburg was P. de Stop
pelaar, wonende te Middelburg.
Als gevolg van die vereeniging zijn
ook beide gemeente wapens tot één ge
maakt. Dit kon gemakkelijk, daar beide
gemeenten hetzelfde wapen hadden, n.l.
een burg, doch verschillend van kleur,
zoodat thans het wapen is een veld,
half zwart, half goud, beladen met een
burg, half goud, half rood.
Vóór de vereeniging telde West-Sou
burg 317 inw. en Oost-Souburg 545 in
woners. West-Souburg heeft echter
vroeger ruim 100 inw. moeten missen
daar een groot deel van haar gebied bij
Vlissingen was gevoegd, volgens het
tractaat van Fontainebleau 11 Nov. 1807
om de laatste stad beter als vesting te
kunnen versterken.
West-Souburg is altijd grooter (bijna
600 gemeten) van grondgebied geweest
dan Oost-Souburg. De grens tusschen
beide was de oude Vlissingsche weg. De
tegenwoordige Oost-Souburgsche molen
behoorde vroeger tot West-Souburg. De
Oost-Souburgsche molen stond waar
thans de hooggelegen tuin is van den
heer Bosschaart aan den Ritthemschen
straatweg. Deze was een houten molen
en is in 1890 afgebroken.
Door het graven van het kanaal door
Walcheren, echter van Vlissingen naar
Middelburg, het andere deel was er al
van 1817, is ook het dorp West-Sou
burg verkleind. Niet alleen, dat een
paar boerderijtjes, n.l. Rustlust van M.
Breel en een hofsteedje van J. Geerse
kwamen te vervallen, maar ook de
smidse en eenige andere huizen van 't
dorp moesten weg. De smid C. Sanderse
liet in 1868 een nieuwe smederij met wo
ning bouwen verder het dorp op, thans
de smidse van den heer Dingemanse.
Bijna in 't midden van 't dorpsplein
van West-Souburg lag vroeger de z.g.n.
parochieput. Waarschijnlijk lag deze
waar nu een gemetselde put is. De dorps
herberg heette „Het Landregt", daar
hier vroeger schout en schepenen ver
gaderden. De dichteres EL Wolf-Bekker
spreekt van deze herberg in haar ge
dicht „Walcheren", als zij het ringrijden
beschrijft. Het Landregt is in 1913 ver
kocht en afgebroken.
Oost- en West-Souburg zijn twee af
zonderlijke ambachtsheerlijkheden. Toen
Cornelis van Pere, die ambachtsheer
was van West-Souburg, in 1694 ook 't
ambacht Oost-Souburg kocht, hebben
beide heerlijkheden tot nu toe denzelf
den ambachtsheer of dezelfde ambachts
vrouw gehad. Sinds 1825 behooren zij
aan de familie S c h o r e r. De tegen
woordige ambachtsheer is mr. L. Scho-
rer van de Souburgen te Amsterdam.
R. B. J. d. M,
WALCHEREN.
Gemeenteraad van Serooskerke.
SEROOSKERKE (W). Maandagavond
vergaderde de raad. Afwezig wegens
ziekte weth. Wondergem. Een talrijk
publiek was aanwezig.
De Voorzitter leest de notulen der
laatste vergadering voor, waarna de-
heer Hoegen opmerkt, dat enkele woor
den daarin dienen te worden weggeno
men. Hij meent, dat deze door hem niet
zoo zijn gebruikt en derhalve in de no
tulen niet thuis behooren.
De Voorzitter antwoordt dat de heer
Hoegen in de vorige vergadering zelfs
het woord „boerenbedrog" heeft ge
bruikt in een zinsverband welke in het
minst niet steekhoudend, maar boven
dien voor den desbetreffenden persoon
onaangenaam kon zijn. Hij meent, dat de
notulen nog in zachteren term zijn opge
nomen, dan werkelijk is gezegd.
Weth. G o e d b 1 o e d zegt, dat hij
juist den Voorzitter een woord van lof
wilde toespreken voor de juiste en
breedvoerige notuleering.
De heer A. Melis spreekt in gelij
ken geest.
De Voorzitter zegt, dat hier sinds
zijn 10-jarige bijwoning der Raadsver
gadering nimmer zulke onaangename
en scherpe woo-den zijn gebruikt, dan in
den laatsten tijd.
De heer Hoegen repliceert.
Spr. stelt voor om de woorden >die
zijns inziens, Mameer end zijn voor den
raad, door te halen. Dit voorstel wordt
niet ondersteund. Hierna worden de no
tulen z. h. st. onveranderd vastgesteld
Verschillende ingekomen stukken wor-
VRAAGT VV-Y Let op het Fabrieksmerk
(Ingez. Med.)
bury, zijn hoofd glimlachend schuddend,
Heel nalatig. Ik weet zeker, dat ik op
zijn leeftijd U alles verteld zou hebben.
Maar ik verwachtte hem vanavond hier
te zien, ging hij voort met eenige verba
zing, de kamer rondziende met den
speurzin van dert middelbaren leeftijd, die
verwacht verborgen minnaars achter de
gordijnen te ontdekken. Ik meende, dat
hij zeide, dat hij vanavond hier zou ko
men.
Ik verwacht hem hier te zien voor
dat de avond veel verder is, zei sir Pe
ter scherp. Ik geloof, dat hij hier woont.
Dat toont, dat hij 'n goeden smaak
heeft, antwoordde Aimsbury hoffelijk,
Enid's hand strelend en haar bewonde
rend aankijkend.
Ik wilde, dat de smaak van mijn
dochter even goed waö, antwoordde sir
Peter.
Aimsbury stoof op en toonde meer
vuur dan de ander hem had toegeschre
ven.
1 Werkelijk, sir Peter! Er mankeert
niets aan Enid, dat kan ik U verzeke
ren.
Misschien niet, gaf sir Peter pein
zend toe. Misschien niet. Ik denk dat hij
niet verantwoordelijk gesteld kan worden
voor zijn afstamming.
Daar behoeft hij zich niet over te
schamen, mijnheer! was het scherpe ant
woord.
Aimsbury liep boos naar het haardkleed
waar hij een miniaterieele houding aan
nam en de revers van zijn avondjacquet-
met de handen vastgreep. Hij was zich
bewust van de bedekte bewondering in
Enid's oogen, en zijn weeke kin met den
kleinen baard kwam even naar voren
terwijl zijn kortzichtge oogen den on
bewogen baronet toornig aanzagen. Maar
hij was geen helfdhaftig man en de Na
poleontische houding paste hem slecht.
Het doet me genoegen het te hoo-
ren, mompelde sir Peter, zonder eenige
notitie te nemen van den toorn van den
ander. Toen veranderde zijn houding
plotseling,
Maar U is niet gekomen als gevol
machtigde in de liefdeszaak van Uw
zoon, voegde hij er ruw bij. Laten we
tot de zaken komen.
Aimsburij verslapte wat en keek Enid
onrustig aan. Het was zijn gewoonte
niee* in tegenwoordigheid >van dames
uitdrukking aan zijn opgewekte gevoe
lens te geven.
Het meisje glimlachte en keerde zich
om om heen te gaan.
Ik vraag verschooning voor de ma
nieren van mijn vader, mijnheer Aims
bury, zeide zij, een minachtenden blik
op sir Peter werpend. En als U mij wil
verontschuldigen.
Aimsbury haastte zich de deur voor
haar te openen.
Laat ik U niet storen, verzocht
hij.
Maar Enid legde hem met een betee-
kennisvollen knik van haar hoofd het
den voor kennisgeving aangenomen. De
Voorzitter doet verslag van kasppneming
bij den gemeente-ontvanger. De heer
Hoegen vroeg, boe 't toch komt,dat
telkens bij die opneming een le 'kort
of te veel aanwezig is. Wel is waar zijn
die toedragen zeer gering, maar bij juiste
boekhouding is noch te veel, uoch :te
weinig aanwezig. De voorzitter zegt
dat eenige slordigheid van den ontvan
ger daarvan de oorzaak is.
Op voorstel van B. en Wi. wordt het
kohier hondenbelasting 1932 vastgesteld
op 168.
Voorgelezen wepd de rekening van
den Vleeschkeuringsdienst Oostka^e'lle
over 1931. De ontvangsten bedroegen
f 8.832, de uitgaven f 6168. B. en W stel
len voor deze rekening goed te keuren.
De heer Cornelisfse vroeg of dat
deel, dat onze gemeente van dit batig
slot krijgt een meevaller is. De voor
zitter zeide gedeeltelijk, daar op de
begrooting een post voorkomt. Wat hier
boven komt is meevaller.
De heer H o e g e n vroeg, waar zoo
een groote winst wordt gemaakt, het
keurloon omlaag kan. De voorzitter
zal dit punt straks in besloten zitting be
handelen.
De rekening wordt z.h.st, goedge
keurd.
Van de rekening van de Comm. van
den Vrouwepolderschen straatweg over
1931 bedragen de ontv. f 963.76, de
uitgaven f 959.85. B. en W. herinneren
er aan, dat de commissie een jaarlijksche
bijdrage heeft toegezegd van 200.in
de jaarwedde van den gemeentewerk
man, te beginnen met 1 Mei 1931. Van
deze 200.zal de gemeentewerkman
dezen weg onderhouden, niet alleen wat
herstelling betreft van de klinkerbaan,
maar ook zuiveren van modder, enz. De
Gemeente heeft in 1931 twee derde ge
deelte van 200.is 133.33 in reke
ning gebracht; nu wordt deze f 133.33
gevraagd voor het tijdperk 1 Mei31
Dec. waarin steeds het straatmakers-
werk verricht wordt, welke kosten dus
bij normale herstellingen zeker meer
zouden hebben bedragen dan 133.33.
Niettemin heeft deze commissie nog in
rekening gebracht een bedrag van
25.60, het werkloon voor het zuiveren
van den weg van modder en slijk, omdat
de gemeentewerkman niet tijdig gereed
kon zijn met de verharding van den
Kleinen Putweg; de commissie heeft dit
bedrag reeds afgehouden van de f 133.33
en slechts 107.73 gestort in de ge
meentekas, wat op zichzelf reeds ver
keert! is, het volle bedrag behoorde te
worden gestort en de f 25.60 zoo noodig
aan de gemeente in rekening te worden
gebracht. B. en W. vinden het echter
onbillijk, dat op deze voor 1931 toch ge
ringe bijdrage nog wordt beknibbeld,
weshalve zij voorstellen om de rekening
van dit aan den Raad rekenplichtig
lichaam niet goed te keuren, zoolang
geen volle 133.33 is gestort. De heer
A. Melis zegt, dat hij, als voorzitter
van genoemde commissie, met deze aan
gelegenheid volkomen bekend is. De
voorzitter van den Raad heeft hem des
tijds wel de wensch kenbaar gemaakt
óm het volle bedrag in de gemeentekas
te storten. Waar echter nimmer officieel
die eisch aan de commissie is gesteld,
heeft deze dit ook niet in behandeling
genomen al vermoedt hij wel, dat geen
bezwaar zal zijn daaraan te voldoen.
Z. h. st. wordt aangenomen de goed
keuring der rekening op te schorten en
te verzoeken alsnog het te weinig ge
storte af te dragen.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken heeft bericht dat de werkverschaf
fing voorloopig kan worden voortgezet
tot en met 26 Maart a.s. B. en W. zijn
overtuigd, dat ook na dien datum de
werkloosheid niet tot het verleden zal
behooren, zoodat zij geen vrijheid kun
nen vinden om alle werkverschaffing
zwijgen op, waaruit hij begreep, dat 't
den wensch van haar vader was dat zij
gaan zou, en, met een glimlach tot af
scheid, verdween zij in den salon.
Sir Peter keek met blijkbaar voldoe
ning toen de deur zich sloot. Hij vond
Enid bepaald lastig vanavond en kon
niet begrijpen wat er met het meisje
gebeurd was.
Ga zitten, Aimsbury, vroeg hij met
een poging tot vriendelijkheid, en nu
wees hij bepaald een stoel aan, aan den
anderen kant van de tafel.
Ga zitten man.
Maar Aimsbury voelde, dat hij iets
aan zijn eigen waardigheid verschuldigd
was. De beleediging stak. Eric, rede
neerde hij, was de dochter van ieder
man waardig en in zoover het hem zelf
betrof was er niets bijzonder aantrekke
lijks in het vooruitzicht van een verbin
ding met het Huis Brace het geld
schietende huis Brace! Als hij sterk ge
noeg was geweest, zou hij zijn zoon ver
boden hebben voort te gaan met zijn
attenties voor Enid, ofschoon zij onge
twijfeld een bekoorlijk meisje was; maar
hij wist al sedert lang, dat Eric een aan
geboren smaak voor verboden dingen
had.
Hij sloeg geen acht op de uitnoodiging
om te gaan zitten.
Ik kan niet gewend raken aan Uw
laatdunkende houding, sir Peter, zei hij
laatdunkende houding, sir Peter, zei hij
op vasten toon, heimelijk verbaasd over
Het ademlooze tempo van
het tegenwoordige econo
mische leven met zijn ver
scherpten concurrentiestrijd,
zijn gejaagdheid en zijn
drukte is de schuld van
veel nerveuze storingen,
welke zich door hevige
hoofdpijn om en nabij ae
slapen doen gevoelen.
In deze, zoowel als in
andere gevallen van hoofd
pijn werkt Aspirin ongeë
venaard. 1 -2 tabletten met
een slok water ingenomen,
en na korten tijd is men
weer frisch, kan weer wer
ken, zonder dat de hoofd
zenuwen zich doen gelden.
Weiger namaak en lef er op dat op elke
tablet het woord .BAYER" staat. Prijs 75 ets.
(Ingez. Med.)
stop te zetten. Echter dient rekening ge
houden met de gemeente-financiën. Zij
stellen daarom voor, om aan den Minis
ter te verzoeken, ook na 26 Maart de
werkverschaffing te mogen voortzetten,
maar dan diegenen der arbeiders die nog
uit de bondskas kunnen trekken, eerst
te laten uittrekken en dan kunnen nog
vrijwel allen in de maand April. Mocht
dan nog werkloosheid heerschen, dan
kunnen de werkloozen, wier gezinsom
standigheden zulks noodzakelijk maken,
daarna nog bij de werkverschaffing ge
plaatst worden, een en ander als de
Minister verlenging wil toestaan.
De heer H o e g e n vraagt welk week-
bedrag uit de bondskas kan worden ge
trokken en welk zuiver weekinkomen
een tewerkgestelde ontvangt. De voor
zitter antwoordt dat de eerste 7.20
en de laatste 9.70 ontvangt. De heer
Hoegen vraagt of niet de mogelijkheid
bestaat om alsdan de 7.20 aan te vul
len tot 9.70 en wenscht daartoe het
volgende punt op de agenda tegelijk met
dit te behandelen. Dit behelst een schrij
ven van het Nationaal Crisis-Comité,
dat de Minister voor de gemeente die
een goedgekeurde werkverschaffing heb
ben, heeft goedgevonden, ook die ge
meente te doen deelen in de 750.000
van Rijkswege aan genoemd comité ver
strekt. Het crisis-comité mag voor een
tijdvak van twaalf maanden een bijdrage
verstrekken van 0.05 per ingezetene
als ook de gemeente een zelfde bedrag
voor dit doel uittrekt. Dit bedrag is voor
deze gemeente 83.10.
B, en W. stellen voor dit bedrag te
verleenen, waardoor de mogelijkheid
wordt geopend, de alhier te werk ge
stelden met 166.20 in een tijdvak van
12 maanden te steunen voor zoover
daaraan behoefte bestaat.
De heer H o e g e n stelt voor de kas-
trekkers in de maand April van ge
noemd bedrag hun uitkeering aan te vul
len tot op het bedrag dat een tewerk
gestelde per week ontvangt. Z. h. st.
worden beide voorstellen van B. en W.
aangenomen, benevens genoemde aan
vulling. Dit bedraagt 2.50 per week.
Van den Commissaris der Koningin
v/as een verzoek ingekomen of deze ge
meente bereid is gedurende 40 jaren een
zijn eigen moed.
Sir Peter onderdrukte met moeite
zijn opkomenden toorn. Het was voor
den tweeden keer vanavond dat zijn
„laatdunkendheid" hem voor de voeten
werd gegooid.
Houd vol, Aimsbury, raadde hij
spottend aan. Maar misschien passen
volharding en biscuits niet goed samen?
Ga zitten, man!
Aimsbury werd boos. Hij liep naar de
tafel en sloeg er hard op, zonder te let
ten op de levendige manier, waarop de
nephrietvaas op zijn harden slag rea
geerde.
Ik wil niet gaan zitten! schreeuwde
hij. U kunt biscuits minachten, maar
i Integendeel, ik houd veel van een
biscuit, 's ochtends, hoewel ik mij niet
herinner Uw Cinamon Crackers geproefd
te heben!
Aimsbury bleef met opgeheven vu;st
staan, en nam een snel besluit. Hij ging
rechtop staan en trok zijn mouwen weer
op hun plaats.
Ik wensch U goeden avond, sir Pe
ter, zei hij koel. Ik verdraag dergelijke
beleedigingen van niemand!
Sir Peter keek hem onverschillig na,
terwijl Aimsbury naar de deur ging met
een Napoleontischen tred.
Goeden avond, Aimsbury, ant
woordde hij kalm, en hij greep naar een
andere courant.
(Wordt vervolgd.)