Antwerpen en zijn verbinding met den Rijn TWXEDE BLAD YAH Dl PROVINCIALE Z1EUWSCBS MIDDELBURGSCHK COURANT VAN MAANDAG 6 MAART 1932. No. 56. Prol. dr. J. Valckenier Suringar. BINNENLAND. KUNST EN WETENSCHAP. KERKNIEUWS. LEGER EN VLOOT. door IV. Wat is de beteekenis der ge projecteerde kanalen en waarop heeft België recht? Vóór den wereidoörlog was er van een kanaal AntwerpenMoerdijk geen sprake, het idee er van kwam pas in België op in de periode na den oorlog, waarin het met behulp van Frankrijk onze zuidelijke provincies wilde anne- xeeren; dit mislukte; maar het kanaal zou een nieuwe kans geven. In het Dagblad van Noord-Brabant (Oct. 1931) werd gastvrijheid verleend aan den Belgischen annexionist Ach. Rotsaert om België's recht op een Moer dijkkanaal te bewijzen. Bestaat dit recht werkelijk? Men kan, behalve in vroe ger verschenen brochures en dagbladar tikelen, in „Vlaanderen" van 10 Oct. 1931 een beschouwing lezen van den Ne derlander mr. J. Zaayer. Bij de scheiding in 1830 behield Ne derland den Rijnmond, den Scheldemond en de wateren tusschen Rijn en Schelde, (Tusschenwateren). De Schelde was een BelgischNederlandsche, dus interna tionale rivier, waarvoor derhalve 'n re geling moest gemaakt worden; maar Rijn en Schelde-Rijn verbinding bleven daarbuiten, evenals de IJssel en overige wateren, waarin België na de scheiding niet meer deelhebber was. Betreffende den Rijn moest Nederland met de an dere staten, waardoorheen deze rivier loopt, een regeling treffen. (Rijnvaartak te van 1831)- Wat de wateren tusschen Rijn en Schelde betreft, behield Neder land en heeft Nederland ook nu nog vol ledige beschikking, met alle voor- en nadeelen er van. Wanneer België vruch ten geniet van den Rijn, d.i. van anderer bezit, dan is dat zuivere winst. Een Bel gisch servituut op de verbindingen tus schen Schelde en Rijn was en is een in breuk op Nederlands rechten. Toch is zulk een servituut tot stand gebracht, waartoe Belgisch-Britsch belang leid de. Antwerpen had tijdens de vereeni- ging een sterk ontwikkelden Rijnhandel gekregen; België trachtte het verlies er van te voorkomen. Maar de Conferentie van Londen verklaarde 18 Febr. 1831 uitdrukkelijk aan de Nederlandsche re geering dat de bepalingen van interna tionaal rivierrecht van 1815 alléén zou den gelden voor aan België en Nederland gemeenschappelijke rivieren, m.a.w. niet zouden gelden voor het gebied tusschen Schelde en Rijn, dat alleen Nederlandsch was. Onder Britschen druk heeft dit land echter toch in 1839 het recht verkregen voor Belgische schepen om te varen tot aan den Rijn over de Tusschenwateren,. maar ook niets meer dan dat. Later is, door voortgezete krachtige Belgische po litiek en een tamelijk zorgelooze Neder landsche politiek, verkregen dat Belgi sche schepen den geheelen Rijn mochten bevaren en dat schepen van elke nati onaliteit van den Rijn naar België mo gen varen langs den weg, dien zij verkie zen. Maar het karakter van België's „recht" op een verbinding met den Rijn is daardoor geenszins gewijzigd. 8.) HOOFDSTUK III. ,Nina stond een oogenblik verstijfd, toen zetten haar neusgaten uit, haar oogen sloten zich bijna geheel, totdat zij slechts spleten waren en haar lip krulde zich door den heftigen haat, waarmede zij dit verwaande wezen be schouwde, dat haar steeds behandelde, alsof zij een onverdragelijk insect was. Spencer legde zijn courant zorgvul dig op de andere tafel, werd een en al rustige aandacht en keek eerbiedig in de ruimte op de manier van den ouder- wetschen bediende. Zoo hij verontrust was, liet hij het niet blijken. Sir Peter keek met minachting naar den butler, toen zag hij Nina met ge fronste wenkbrauwen aan. Zijn grijze, borstelige wenkbrauwen trokken zich samen boven zijn gouden pince-nez; zijn volle beweeglijke lippen trokken aan de hoeken onheilspellend naar beneden, en zijn onderkaak stak strijdlustig vooruit. Zijn groenachtige oogen keken de uit dagende gestalte der kamenier van bo ven tot beneden aan. Wat doe je hier? vroeg hij, met 'n brommigen snauw. Miss Enid heeft mij om de muziek gestuurd, sir Petaire, antwoordde Nina, op een blad muziek wijzend, dat op een Het verkregen servituut, dat aan Ne derland is opgelegd, bevat de volgende, twee punten: le Nederland moet gedoogen dat sche- jpen over de tusschenwateren van Ant werpen naar den Rijn varen en omge keerd. 2e- Indien de natuur of kunstwerken den vaarweg onbruikbaar maken, moet de Nederlandsche regeering een ande ren, even gemakkelijken weg „aanwij- 1 zen. Er is dus niet 't minst sprake van een Belgische recht op een zeker aandeel in het Rijnverkeer, noch op een gemakke lijke of goede verbinding, noch ook is er iets van een onderhoudsplicht voor Nederland. Evenmin is er sprake van dat Nederland niet alle kunstwerken zou mogen maken die het wenschte; van het recht daartoe wordt zelfs uitdrukkelijk melding gemaakt. Alleen mocht België den waterweg gebruiken, zóó als die nu eenmaal zou zijn.Werd deze onbruikbaar dan zou Nederland een andere route „aanwijzen"; en, wat dat betreft, merkte reeds in 1839 de Nederlandsche Minister van Buitenl. Zaken zeer terecht op: „De ze paragraaf is nieuw en behelst eene ongerijmdheid, vermits de aanwijzing in het bedoelde geval van een gelijk goed vaarwater "ondergeschikt is aan de na tuur". Inderdaad kan men de wateren alleen aanwijzen, indien zij er zijn. Eene verplichting om te zorgen dat zij er zijn is nooit of nergens aan Nederland opge legd en bestaat derhalve niet. Door bij afdamming van het Kreekrak het kanaal van Zuid-Beveland te gra ven (Kanaal van Hansweert) deed het dus véél meer dan waartoe het werke lijk was verplicht. Maar gesteld zelfs, Nederland ware wél verplicht om een „even gemakkelijke" vaart zoo noodig te graven: ook dan zou Nederland vol ledig zijn verplichting zijn nagekomen. Tegenover België behoeft 't in geen ge val iets anders te doen dan dien weg „aan te wijzen", het hoeft met België daarover al evenmin van te voren over leg te plegen als met éénig ander land. Het Zuid-Bevelandsche kanaal was volgens Duitsche en Engelsche ingenieurs een volledig gelijkwaardige verbinding; zelfs in de Belgische Kamer van afge vaardigden werd dit erkend. Het was méér dan dat, want het Kreekrak was zeer ondiep en slechts een paar uur vóór tot een paar uur na vloed bevaarbaar. De scheepvaart gaf onmiddellijk aan het kanaal de voorkeur. Van officieele Bel gische zijde \$erd het niet erkend; maar evenals thans weer bij het Hellegat (1), was het slechts een politieke chicane, een poging om Nederland's vrijheid op zijn watergebied aan te tasten." (1) De naam Hellegat heeft niets met de scheepvaart te maken; de oorspron kelijke naam was Hillegat, naar den naam van een vluchtheuvel Hil, die la ter Hel werd genoemd naar aanleiding van een herberg in de buurt, waar het nogal luidruchtig toeging. DE CRISISIN V OER WET. Gisterochtend heeft het Comité van Actie inzake de toepassing van de Cri- sisinvoerwet een bespreking met verte genwoordigers van de pers gehouden, teneinde aan de doelstelling van het co mité meer bekendheid te geven, en bij het publiek een meer juiste beoordeeling en waardeering ingang te doen vinden. Dit comité is opgericht 25 Januari j.l. en beoogt uitsluitend „een gezamenlijk front te vormen van allen, die een snelle en krachtige uitvoering der crisisinvoer- wet in het algemeen Nederlandsch be lang achten". hoek van de tafel laag. Sir Peter keek vluchtig naar het blad, en zijn onderkaak sprong nog wat meer vooruit. Je liegt, zei hij kalm. Miss Enid is zoo juist met mij thuis gekomen en is nu in den tuin. Hij ging naar zijn geliefden armstoel naast de tafel. Ga weg! snauwde hij. Nina stampte met haar voet. Ik lieg niet! riep zij woedend. Sir Peter keek niet weer haar kant uit. Hij gaf zijn stoel knorrig een duw met zijn knie, stak een hand in zijn broekzak en nam met de andere de half opgerookte sigaar uit zijn mond. Spencer, mompelde hij scherp, wees zoo goed die vrouw te ver wijderen. Spencer boog eerbiedig en zich naar Nina keerende, maakte hij een veel be- teekenende beweging met zijn handen, een vriendelijke opjagende beweging, zooals een kip tegen een tegenstribbe lend kuiken maakt. Nina draaide zich om met een bestu deerd gebaar van de hoogste minach ting en ging langzaam naar de deur te genover die, door welke sir Peter was binnengekomen, iedere beweging van haar mooie schouders drukte uitdaging uit. Zij verdween in den salon, en sloot de deur met een harden bons achter zich dicht. Sir Peter keek naar de gesloten deur en zijn oogleden knipten. Hij was in de hoogste mate boos, maar zijn koele zelf- De bijeenkomst stond onder leiding van mr. M. P. L. Steenberghe uit Goirle, die er op wees, dat het comité van actie geen onderonsje is, doch de meest be langrijke Nederlandsche industrietakken zijn er in vertegenwoordigd. Er is een Nederlandsche werkgelegenheid van 188.203 arbeiders in vertegenwoordigd. Het betreft hier niet alleen een in dustrieel belang. Als wij op dezen weg voortgaan, zullen de goedkoope buiten- landsche artikelen in overvloed in Ne derland aanwezig zijn, doch de Neder landsche burgers zullen geen koopkracht meer bezitten om zelfs deze goedkoope artikelen aan te schaffen. In de laatste jaren was 70 pet, van de invoerwaarde door den uitvoer gedekt, in December 1931 was dit nog slechts 57.4 pet. en in Januari 1932 53.5 pet. Deze gang van za ken achtte spr. catastrophaal. Zooals met elk Regeeringsingrijpen het geval is, worden ook met contingenteeringsmaat- regelen particuliere belangen geschaad. De betrokken personen trachten dan hun belangen te verdedigen, doch spr. meen de, dat dit dikwijls geschiedt op onjuis te gronden. De Contingenteeringscommissie hoort steeds alle belanghebbende groepen, im porteurs, fabrikanten, grossiers, winke liers en dikwijls ook de verbruikers. Het is de zienswijze van het Comité, dat maatregelen ingevolge de Crisis-invoer- wet te lang uitblijven. Hierdoor krijgt men een averechtsche werking. Ieder een bespoedig zich zooveel mogelijk nog artikelen uit het buitenland in te voeren omdat hij vreest, dat contingen- teering te wachten staat. Wanneer niet binnen korten tijd verschillende maat regelen afkomen vreest spr. een cata- strophale vermeerdering van werkloos heid. Na deze inleidende bespreking ont stond er 'n langdurige gedachtenwisse- ling, waarbij de vertegenwoordigers van verschillende industriën mededeelingen deden over den toestand in hun bedrij ven. Vervolgens werd nog eenigen tijd van gedachte gewisseld over de algemeene zijde van het crisisvraagstuk. Daarbij merkte mr. Van Steenberghe op, dat Ne derland met deze maatregelen begon nen is. Ook het comité ziet geen nut in contigenteering als 'n handelspolitiek stelsel voor de toekomst, doch het zijn en blijven uitsluitend noodmaatregelen van uitgesproken tijdelijken aard. Dat zij tijdelijk zijn er zijn reeds sympto- nen te zien van betere en juistere ideeën, welke doorbreken in de mentaliteit der verschillende volken. In Engeland is een sterke strooming merkbaar om weer tot het vrije ruilverkeer te komeiy en spr. meent, dat men de Ottawa-Conferentie afwacht om met bepaalde voorstellen te komen. Thans gaat het er slechts om te trachten in den algemeenen economi- schen oorlog de basis van onze volks welvaart te behouden. Het comité heeft een groote grief, n.l. dat de uitvoering zoo uitermate lang zaam gaat. Hierdoor is het gevaar ver bonden, dat de importeurs op het oogen blik alles zien binnen te krijgen, wat maar mogelijk is, uit angst voor toekom- st'ge contigenteering. Daardoor zal het maanden en maanden duren, alvorens eenig resultaat merkbaar is. Wat de desiderata van het comité be treft, voegde mr. van Spaendonck hier aan toe, dat het zeer te wenschen zou zijn, dat er voor elk artikel of groep van artikelen een kleine commissie inge steld zou worden, welke bij de uitvoering der maatregelen zou adviseeren. De com missie-Spanjaard werkt zeer goed, doch zij adviseert slechts tot al- of niet con- tingenteering in een bepaalde branche. Voor de uitvoering der maatregelen is nog een kleine commissie van betrok kenen noodig, waardoor weer veel be zwaren ondervangen kunnen worden. beheersching deed hem niets anders dan een vragend: „nu" uiten. Het spijt me, sir Peter, veront schuldigde Spencer zich met rustige waardigheid, het was geheel en al mijn schuld. Ik Dat .begreep ik, grijnsde sir Peter. Zorg, dat het niet weer gebeurt. Spencer boog, terwijl sir Peter met de voorzichtigheid van den middelba ren leeftijd in den rijk bekleeden 6toeI ging 'zitten. Geef me den „Herald" van van ochtend. Spencer liep zwijgend door de kamer en zocht met geoefende hand in den stapel couranten op de tafel. Hij nam het gewenschte blad van bijna onderaf, en terwijl hij het aan sir Peter gaf, zei hij eerbiedig: Ik moet zeggen, sir Peter Sir Peter nam de aangegeven cou rant aan met een gebaar, dat men voor een ruk had kunnen houden. Zoo, bromde hij, bij wijze van dank, ik heb niets meer noodig, Spen cer. Ga heen. Spencer boog, maar maakte geen beweging om te gaan. Ik moet zeggen, sir Peter, begon hij weer. Waarom sta je hier nog?, viel sir Peter scherp in, even ophoudend met het openslaan van de courant, Ga heen! Ja, sir Peter. Ik moet zeggen, dat ik weer genoodzaakt ben geweest Lee Wang af te ranselen. DE RIJN-SCHELDEVERBINDING. De Kamer van Koophandel en Fa brieken van Rotterdam' heeft zich in een op 1 Maart j.l'. gehouden vergadering mei bespreking van de onrustbarende tijdingen, die in de pers de ronde doen over den stand der onderhandelingen tusschen Nederland en België. Tegenover het daarbij aangekondigde gtevaajr van het toestemmen door Nederland van den aanleg van een gesloten kanaal tot de Belgische grens t. b>. v. de Antwerpsche Rijnvaart dat daarna ongetwijfeld de zelfde kenmerken zal vertonnen, als het kanaal voorzien in hel verworpen ver drag van i927, heeft de Kamer met groote belangstelling kennis genomlen \Ofi de uitingen die in den lande zijn opgegaan van dit aan onze regeering toegeschre ven voornemen, waardoor de grondslag van het verkeer over de Nederlandsche zeehavens ernstig wordt aangetast. De belangen van N.-Brabant en de Ne derlandsche zeehavens, die op zich zelf groote nationale belangen zijn, zijn er, naar de vaste overtuiging der Kamer on- vereenigbaar met een oplossing van de NederTandsch-Belgische belangen-ver- schillen, waarlij een besloten kanaa'lver- bindïng tusschen de Belgische grens en eenig punt van de tusschen wateren tussschen Bijn en Schelde zou worden toegestaan. COMMISSIE VAN OVERLEG VOOR DE WEGEN. De Minister van Waterstaat is noor- nemens de Bijkscommissie voor de we gen op te heffen en te vervangen door een nieuwe commissie van overleg met den Commissaris der Koningin in N. Brabant, mr dr A. B'. G. M. van Rijcke- vorsel als voorzitter. Als ambtelijke leden zullen daarin zit ting hebben de hoofdingenieurs van den Bijkswalerstaat en als niet arajbtó- lijke leden vertegenwoordigers van de verkeersbionden A.N.W.B., KN.A.C, en Bond van Bedrijfsautohouders, voorts van de nijverheid, den landbouw, de chauf feurs, dfe Vereen, van Ned. Gemfeenlen en deskundigen op het gebied van stede- bouw en natuurschoon. De voorzitters van dé beide oude com. missies zullen in de nieuwe geen zitting nemen. DE BRUGGEN BïJ MOERDIJK EN DORDRECHT. Naar het Dgbl. van Noord-Brabant uit geloofwaardige bron verneemt, zo a aan het betrokken departement te 's- Gravenhage besloten zijn met den bouw der brug over het Hollaudsch Diep bij Moerdijk reeds in 1933 aan te vangen om daarmede in 1937 gereed te zijn. Met den bouw der brug bij Dordrecht zou, aldus het blad, begonnen worden in 1935. 'Ook deze brug zou dan 'in 51937 gereed komen. Uit Batavia komt het bericht, dat de operette-speler Poldi Reiff daar plotseling is overleden. Vroeger is Reiff ook hier te lande vaak opgetreden. Hij was een verdienstelijk komiek. Hij was op tournée in Ned.-Indië. De Paramount sluit theaters. De Paramount Public Corporation heeft onlangs het plan volbracht om 't aantal in exploitatie zijnde theaters te verminderen, door de minst rendabele dezer theaters, die in kleinere plaat sen zijn opgericht, te sluiten. Gemeld wordt dat er nog 900 wor den geëxploiteerd, terwijl dit aantal nog onlangs 1200 bedroeg. Sir Peter trok zijn wenkbrauwen op en krulde zijn lippen om. Zoo, werkelijk? vroeg hij minach tend. En waarom denk je dat me dat iets schelen kan? Het was bij roe opgekomen, sir Peter, antwoordde Spencer, dat, daar Lee Wang uw uw Hij aarzelde en Sir Peter's wenk brauwen zakten en zijn oogen flikker den koel. Mijn wat? vroeg de baronet scherp. Spencer merkte de plotselinge ver andering in sir Peter's toon op, en hij maakte een verontschuldigende bewe- ging. Mijn wat? herhaalde sir Peter, een beetje luider. Uwtoegewijde dienaar, sir Peter, antwoordde Spencer. Ik heb ge dacht dat, omdat hij uwtoegewijde dienaar is, U misschien aanmerking op mijn handelwijze zou maken. Er kwam ontspanning in sir Peter en hij zonk terug in zijn stoel. Hij glimlachte met één kant van zijn ge zicht en sprei4de zijn courant met een voldaan gebaar uit. Lee Wang zal wel op zich zelf passen, Spencer, antwoordde hij, en Spencer was lichtelijk verbaasd over de badinage in zijn stem. Zorg, dat jij dat ook doet. Hij zal waarschijnlijk je je keel afsnijden als hij er half kans toe ziet. Hij keek laatdunkend naar Spencer op. Kunstschildersmateriaal. Men schrijft ons: De tijd toen de kunstschilder zelf zijn materiaal vervaardigde, ligt reeds ver achter den rug. De moderne chemie heeft zóó vele nieuwe mogelijkheden geschapen op het gebied van kunstschildersverf, schilder mediums e.d-, dat het voor den kunst schilder niet meer doenlijk is, de berei ding daarvan voldoende te beheerschen. Deze heeft thans plaats in groote fabrie ken met laboratoria. Verschillende kleurstoffen, oliën, har sen e.d., die in den loop der eeuwen, zoomede bij de proefnemingen op de la boratoria, bestand gebleken zijn tegen den invloed van licht en lucht, worden ook thans nog gebruikt. Daarnaast ko men echter tal van producten van den lateren tijd in den handel. Vooral op het terrein van de kleurstoffen is de keuze sterk uitgebreid, waardoor de moderne kunstschilder kleurrijker werk kan ver vaardigen dan de Oude Meesters. Zal het werk van den modernen kunst schilder echter ook even duurzaam zijn? Dat hangt geheel af van de vraag of de keuze van zijn materiaal en de wijze, waarop hij dit gebruikt, juist is. Niet alle kleurstoffen, door de Oude Meesters gebruikt, hebben zich goed ge houden en ook lang niet alle later in gevoerde kleurstoffen zijn voldoende be stand tegen den tand des tijds. En het zelfde kan gezegd worden van de schil dermediums en vernissen, vroeger en thans in gebruik. Vele verouderde, bij nauwkeurige proefnemingen op de la boratoria minder deugdelijk gebleken materialen, worden nog bij voortduring door de kunstschilders gevraagd en bij gevolg ook nog door vele fabrieken ge leverd. In verband daarmede heeft de firma Talens Zoon, fabrikante van kunst schildersmateriaal te Apeldoorn, een werkje het licht doen zien, getiteld: „Kunstschildersmaterialen en Schilder techniek", van de hand van F. Kerdijk, waarin een beknopt overzicht wordt ge geven van de eigenschappen der thans in den handel voorkomende kunstschil dersverven, schildermediums, vernissen e.d. voor de olieverftechniek, en op kla re wijze wordt uiteengezet, welke mate rialen bij het olieverfschilderen dienen te worden gebruikt en welke techniek men te volgen heeft, wil men de grootst mo gelijke duurzaamheid van het schilderij bereiken. Het wil ons voorkomen, dat met de uitgave van dit werkje zoowel aan de kunstschilders als aan de koopers van schilderijen een groote dienst is bewe zen. Dr. H. W. Obbink, die Zondag i'Jhj de Hervormde gemeente te Middelburg afscheid heeft genomen, is Zondag ochtend in de Domkedk te Utlrecht bevestigd door zijn vader prof. dr. H. Th. Obbink als predikant bij de Neder- Muitsch Hervormde gemeente te Utrecht, als opvolger van ds. Bajrger. Woensdag avond zal ds. Obbink in de Domkerk' zijn intrede doen. Alhier is een vergadering ge houden, waarin is opgericht een afdee- ling Zeeland van de Nederlandsche Ver- eeniging van reserve-officieren. Het be stuur is als volgt samengesteld: H. Bier man, voorzitter; mr. W. K. H. Dieleman, secretaris; P. F. Goossens, penningmees ter; P. F. L. I. van der Grinten, allen te Middelburg, en P. J. Elout, te Domburg. Ik hoop, dat hij het doet, voegde hij er bij. Bedienden zijn goedkoop. Juist, sir Peter, stemde Spencer kalm toe. Oh, maak dat je weg komt! Spencer boog en ging heen met zijn gewone onverstoorbare deftigheid. Sir Peter keek hem na en vroeg zich af of de butler eigenlijk wel een gewoon menscb was; toen keerde hij weer tot zijn courant terug en keek de financi- eele berichten na. Over het geheel was de huishouding van Sir Peter Brace, zooals Robert Harker dikwijls zeide, meer merkwaar dig bijzonder, dan wel ordinair opval lend en de enkele gasten, die kwamen in het grootsche huis in Cavanach in Avenue Remuera, maakten geen ge heim van het feit, dat zij blij waren als hun bezoeken afgeloopen waren. Zij hadden medelijden, zeiden zij, met de arme Enid, die veroordeeld was om in een soort van miniatuur Mexico te le ven, een onrustige omgeving, die on derhevig was aan afwisselende uitbar stingen van partijgevoelens. Het was een wonder, vonden zij, dat het arme kind 's nachts slapen kon met een sluipenden Chinees, die zich door het huis bewoog en sir Peter, die op alle uren in de studeerkamer raasde. Vol gens hen was het alleen de aanwezig heid van dien Spencer, die de plaats veilig maakte. Wat dat brutale Fran- sche kameniertje betrof (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5