Antwerpen
en zijn verbinding
met den Rijn
TWXEDE BLAD YAH Dl PROVINCIALE Z1EUWSCBS MIDDELBURGSCHK COURANT VAN MAANDAG 6 MAART 1932. No. 56.
Prol. dr. J. Valckenier Suringar.
BINNENLAND.
KUNST EN WETENSCHAP.
KERKNIEUWS.
LEGER EN VLOOT.
door
IV.
Wat is de beteekenis der ge
projecteerde kanalen en waarop
heeft België recht?
Vóór den wereidoörlog was er van
een kanaal AntwerpenMoerdijk geen
sprake, het idee er van kwam pas in
België op in de periode na den oorlog,
waarin het met behulp van Frankrijk
onze zuidelijke provincies wilde anne-
xeeren; dit mislukte; maar het kanaal
zou een nieuwe kans geven.
In het Dagblad van Noord-Brabant
(Oct. 1931) werd gastvrijheid verleend
aan den Belgischen annexionist Ach.
Rotsaert om België's recht op een Moer
dijkkanaal te bewijzen. Bestaat dit recht
werkelijk? Men kan, behalve in vroe
ger verschenen brochures en dagbladar
tikelen, in „Vlaanderen" van 10 Oct.
1931 een beschouwing lezen van den Ne
derlander mr. J. Zaayer.
Bij de scheiding in 1830 behield Ne
derland den Rijnmond, den Scheldemond
en de wateren tusschen Rijn en Schelde,
(Tusschenwateren). De Schelde was een
BelgischNederlandsche, dus interna
tionale rivier, waarvoor derhalve 'n re
geling moest gemaakt worden; maar
Rijn en Schelde-Rijn verbinding bleven
daarbuiten, evenals de IJssel en overige
wateren, waarin België na de scheiding
niet meer deelhebber was. Betreffende
den Rijn moest Nederland met de an
dere staten, waardoorheen deze rivier
loopt, een regeling treffen. (Rijnvaartak
te van 1831)- Wat de wateren tusschen
Rijn en Schelde betreft, behield Neder
land en heeft Nederland ook nu nog vol
ledige beschikking, met alle voor- en
nadeelen er van. Wanneer België vruch
ten geniet van den Rijn, d.i. van anderer
bezit, dan is dat zuivere winst. Een Bel
gisch servituut op de verbindingen tus
schen Schelde en Rijn was en is een in
breuk op Nederlands rechten. Toch is
zulk een servituut tot stand gebracht,
waartoe Belgisch-Britsch belang leid
de. Antwerpen had tijdens de vereeni-
ging een sterk ontwikkelden Rijnhandel
gekregen; België trachtte het verlies er
van te voorkomen. Maar de Conferentie
van Londen verklaarde 18 Febr. 1831
uitdrukkelijk aan de Nederlandsche re
geering dat de bepalingen van interna
tionaal rivierrecht van 1815 alléén zou
den gelden voor aan België en Nederland
gemeenschappelijke rivieren, m.a.w. niet
zouden gelden voor het gebied tusschen
Schelde en Rijn, dat alleen Nederlandsch
was.
Onder Britschen druk heeft dit land
echter toch in 1839 het recht verkregen
voor Belgische schepen om te varen tot
aan den Rijn over de Tusschenwateren,.
maar ook niets meer dan dat. Later is,
door voortgezete krachtige Belgische po
litiek en een tamelijk zorgelooze Neder
landsche politiek, verkregen dat Belgi
sche schepen den geheelen Rijn mochten
bevaren en dat schepen van elke nati
onaliteit van den Rijn naar België mo
gen varen langs den weg, dien zij verkie
zen. Maar het karakter van België's
„recht" op een verbinding met den Rijn
is daardoor geenszins gewijzigd.
8.)
HOOFDSTUK III.
,Nina stond een oogenblik verstijfd,
toen zetten haar neusgaten uit, haar
oogen sloten zich bijna geheel, totdat
zij slechts spleten waren en haar lip
krulde zich door den heftigen haat,
waarmede zij dit verwaande wezen be
schouwde, dat haar steeds behandelde,
alsof zij een onverdragelijk insect was.
Spencer legde zijn courant zorgvul
dig op de andere tafel, werd een en al
rustige aandacht en keek eerbiedig in
de ruimte op de manier van den ouder-
wetschen bediende. Zoo hij verontrust
was, liet hij het niet blijken.
Sir Peter keek met minachting naar
den butler, toen zag hij Nina met ge
fronste wenkbrauwen aan. Zijn grijze,
borstelige wenkbrauwen trokken zich
samen boven zijn gouden pince-nez; zijn
volle beweeglijke lippen trokken aan de
hoeken onheilspellend naar beneden, en
zijn onderkaak stak strijdlustig vooruit.
Zijn groenachtige oogen keken de uit
dagende gestalte der kamenier van bo
ven tot beneden aan.
Wat doe je hier? vroeg hij, met 'n
brommigen snauw.
Miss Enid heeft mij om de muziek
gestuurd, sir Petaire, antwoordde Nina,
op een blad muziek wijzend, dat op een
Het verkregen servituut, dat aan Ne
derland is opgelegd, bevat de volgende,
twee punten:
le Nederland moet gedoogen dat sche-
jpen over de tusschenwateren van Ant
werpen naar den Rijn varen en omge
keerd.
2e- Indien de natuur of kunstwerken
den vaarweg onbruikbaar maken, moet
de Nederlandsche regeering een ande
ren, even gemakkelijken weg „aanwij-
1
zen.
Er is dus niet 't minst sprake van een
Belgische recht op een zeker aandeel in
het Rijnverkeer, noch op een gemakke
lijke of goede verbinding, noch ook is
er iets van een onderhoudsplicht voor
Nederland. Evenmin is er sprake van dat
Nederland niet alle kunstwerken zou
mogen maken die het wenschte; van het
recht daartoe wordt zelfs uitdrukkelijk
melding gemaakt. Alleen mocht België
den waterweg gebruiken, zóó als die nu
eenmaal zou zijn.Werd deze onbruikbaar
dan zou Nederland een andere route
„aanwijzen"; en, wat dat betreft, merkte
reeds in 1839 de Nederlandsche Minister
van Buitenl. Zaken zeer terecht op: „De
ze paragraaf is nieuw en behelst eene
ongerijmdheid, vermits de aanwijzing in
het bedoelde geval van een gelijk goed
vaarwater "ondergeschikt is aan de na
tuur". Inderdaad kan men de wateren
alleen aanwijzen, indien zij er zijn. Eene
verplichting om te zorgen dat zij er zijn
is nooit of nergens aan Nederland opge
legd en bestaat derhalve niet.
Door bij afdamming van het Kreekrak
het kanaal van Zuid-Beveland te gra
ven (Kanaal van Hansweert) deed het
dus véél meer dan waartoe het werke
lijk was verplicht. Maar gesteld zelfs,
Nederland ware wél verplicht om een
„even gemakkelijke" vaart zoo noodig
te graven: ook dan zou Nederland vol
ledig zijn verplichting zijn nagekomen.
Tegenover België behoeft 't in geen ge
val iets anders te doen dan dien weg
„aan te wijzen", het hoeft met België
daarover al evenmin van te voren over
leg te plegen als met éénig ander land.
Het Zuid-Bevelandsche kanaal was
volgens Duitsche en Engelsche ingenieurs
een volledig gelijkwaardige verbinding;
zelfs in de Belgische Kamer van afge
vaardigden werd dit erkend. Het was
méér dan dat, want het Kreekrak was
zeer ondiep en slechts een paar uur vóór
tot een paar uur na vloed bevaarbaar.
De scheepvaart gaf onmiddellijk aan het
kanaal de voorkeur. Van officieele Bel
gische zijde \$erd het niet erkend; maar
evenals thans weer bij het Hellegat (1),
was het slechts een politieke chicane,
een poging om Nederland's vrijheid op
zijn watergebied aan te tasten."
(1) De naam Hellegat heeft niets met
de scheepvaart te maken; de oorspron
kelijke naam was Hillegat, naar den
naam van een vluchtheuvel Hil, die la
ter Hel werd genoemd naar aanleiding
van een herberg in de buurt, waar het
nogal luidruchtig toeging.
DE CRISISIN V OER WET.
Gisterochtend heeft het Comité van
Actie inzake de toepassing van de Cri-
sisinvoerwet een bespreking met verte
genwoordigers van de pers gehouden,
teneinde aan de doelstelling van het co
mité meer bekendheid te geven, en bij
het publiek een meer juiste beoordeeling
en waardeering ingang te doen vinden.
Dit comité is opgericht 25 Januari j.l.
en beoogt uitsluitend „een gezamenlijk
front te vormen van allen, die een snelle
en krachtige uitvoering der crisisinvoer-
wet in het algemeen Nederlandsch be
lang achten".
hoek van de tafel laag.
Sir Peter keek vluchtig naar het blad,
en zijn onderkaak sprong nog wat meer
vooruit.
Je liegt, zei hij kalm. Miss Enid is
zoo juist met mij thuis gekomen en is nu
in den tuin.
Hij ging naar zijn geliefden armstoel
naast de tafel.
Ga weg! snauwde hij.
Nina stampte met haar voet.
Ik lieg niet! riep zij woedend.
Sir Peter keek niet weer haar kant
uit. Hij gaf zijn stoel knorrig een duw
met zijn knie, stak een hand in zijn
broekzak en nam met de andere de
half opgerookte sigaar uit zijn mond.
Spencer, mompelde hij scherp,
wees zoo goed die vrouw te ver
wijderen.
Spencer boog eerbiedig en zich naar
Nina keerende, maakte hij een veel be-
teekenende beweging met zijn handen,
een vriendelijke opjagende beweging,
zooals een kip tegen een tegenstribbe
lend kuiken maakt.
Nina draaide zich om met een bestu
deerd gebaar van de hoogste minach
ting en ging langzaam naar de deur te
genover die, door welke sir Peter was
binnengekomen, iedere beweging van
haar mooie schouders drukte uitdaging
uit. Zij verdween in den salon, en sloot
de deur met een harden bons achter
zich dicht.
Sir Peter keek naar de gesloten deur
en zijn oogleden knipten. Hij was in de
hoogste mate boos, maar zijn koele zelf-
De bijeenkomst stond onder leiding
van mr. M. P. L. Steenberghe uit Goirle,
die er op wees, dat het comité van actie
geen onderonsje is, doch de meest be
langrijke Nederlandsche industrietakken
zijn er in vertegenwoordigd. Er is een
Nederlandsche werkgelegenheid van
188.203 arbeiders in vertegenwoordigd.
Het betreft hier niet alleen een in
dustrieel belang. Als wij op dezen weg
voortgaan, zullen de goedkoope buiten-
landsche artikelen in overvloed in Ne
derland aanwezig zijn, doch de Neder
landsche burgers zullen geen koopkracht
meer bezitten om zelfs deze goedkoope
artikelen aan te schaffen. In de laatste
jaren was 70 pet, van de invoerwaarde
door den uitvoer gedekt, in December
1931 was dit nog slechts 57.4 pet. en in
Januari 1932 53.5 pet. Deze gang van za
ken achtte spr. catastrophaal. Zooals met
elk Regeeringsingrijpen het geval is,
worden ook met contingenteeringsmaat-
regelen particuliere belangen geschaad.
De betrokken personen trachten dan hun
belangen te verdedigen, doch spr. meen
de, dat dit dikwijls geschiedt op onjuis
te gronden.
De Contingenteeringscommissie hoort
steeds alle belanghebbende groepen, im
porteurs, fabrikanten, grossiers, winke
liers en dikwijls ook de verbruikers. Het
is de zienswijze van het Comité, dat
maatregelen ingevolge de Crisis-invoer-
wet te lang uitblijven. Hierdoor krijgt
men een averechtsche werking. Ieder
een bespoedig zich zooveel mogelijk
nog artikelen uit het buitenland in te
voeren omdat hij vreest, dat contingen-
teering te wachten staat. Wanneer niet
binnen korten tijd verschillende maat
regelen afkomen vreest spr. een cata-
strophale vermeerdering van werkloos
heid.
Na deze inleidende bespreking ont
stond er 'n langdurige gedachtenwisse-
ling, waarbij de vertegenwoordigers van
verschillende industriën mededeelingen
deden over den toestand in hun bedrij
ven.
Vervolgens werd nog eenigen tijd van
gedachte gewisseld over de algemeene
zijde van het crisisvraagstuk. Daarbij
merkte mr. Van Steenberghe op, dat Ne
derland met deze maatregelen begon
nen is. Ook het comité ziet geen nut in
contigenteering als 'n handelspolitiek
stelsel voor de toekomst, doch het zijn
en blijven uitsluitend noodmaatregelen
van uitgesproken tijdelijken aard. Dat
zij tijdelijk zijn er zijn reeds sympto-
nen te zien van betere en juistere ideeën,
welke doorbreken in de mentaliteit der
verschillende volken. In Engeland is een
sterke strooming merkbaar om weer tot
het vrije ruilverkeer te komeiy en spr.
meent, dat men de Ottawa-Conferentie
afwacht om met bepaalde voorstellen te
komen. Thans gaat het er slechts om te
trachten in den algemeenen economi-
schen oorlog de basis van onze volks
welvaart te behouden.
Het comité heeft een groote grief, n.l.
dat de uitvoering zoo uitermate lang
zaam gaat. Hierdoor is het gevaar ver
bonden, dat de importeurs op het oogen
blik alles zien binnen te krijgen, wat
maar mogelijk is, uit angst voor toekom-
st'ge contigenteering. Daardoor zal het
maanden en maanden duren, alvorens
eenig resultaat merkbaar is.
Wat de desiderata van het comité be
treft, voegde mr. van Spaendonck hier
aan toe, dat het zeer te wenschen zou
zijn, dat er voor elk artikel of groep van
artikelen een kleine commissie inge
steld zou worden, welke bij de uitvoering
der maatregelen zou adviseeren. De com
missie-Spanjaard werkt zeer goed, doch
zij adviseert slechts tot al- of niet con-
tingenteering in een bepaalde branche.
Voor de uitvoering der maatregelen
is nog een kleine commissie van betrok
kenen noodig, waardoor weer veel be
zwaren ondervangen kunnen worden.
beheersching deed hem niets anders dan
een vragend: „nu" uiten.
Het spijt me, sir Peter, veront
schuldigde Spencer zich met rustige
waardigheid, het was geheel en al mijn
schuld. Ik
Dat .begreep ik, grijnsde sir Peter.
Zorg, dat het niet weer gebeurt.
Spencer boog, terwijl sir Peter met
de voorzichtigheid van den middelba
ren leeftijd in den rijk bekleeden 6toeI
ging 'zitten.
Geef me den „Herald" van van
ochtend.
Spencer liep zwijgend door de kamer
en zocht met geoefende hand in den
stapel couranten op de tafel. Hij nam
het gewenschte blad van bijna onderaf,
en terwijl hij het aan sir Peter gaf, zei
hij eerbiedig:
Ik moet zeggen, sir Peter
Sir Peter nam de aangegeven cou
rant aan met een gebaar, dat men voor
een ruk had kunnen houden.
Zoo, bromde hij, bij wijze van
dank, ik heb niets meer noodig, Spen
cer. Ga heen.
Spencer boog, maar maakte geen
beweging om te gaan.
Ik moet zeggen, sir Peter, begon
hij weer.
Waarom sta je hier nog?, viel sir
Peter scherp in, even ophoudend met
het openslaan van de courant,
Ga heen!
Ja, sir Peter. Ik moet zeggen, dat
ik weer genoodzaakt ben geweest Lee
Wang af te ranselen.
DE RIJN-SCHELDEVERBINDING.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken van Rotterdam' heeft zich in een
op 1 Maart j.l'. gehouden vergadering
mei bespreking van de onrustbarende
tijdingen, die in de pers de ronde doen
over den stand der onderhandelingen
tusschen Nederland en België. Tegenover
het daarbij aangekondigde gtevaajr van
het toestemmen door Nederland van den
aanleg van een gesloten kanaal tot de
Belgische grens t. b>. v. de Antwerpsche
Rijnvaart dat daarna ongetwijfeld de
zelfde kenmerken zal vertonnen, als het
kanaal voorzien in hel verworpen ver
drag van i927, heeft de Kamer met
groote belangstelling kennis genomlen \Ofi
de uitingen die in den lande zijn opgegaan
van dit aan onze regeering toegeschre
ven voornemen, waardoor de grondslag
van het verkeer over de Nederlandsche
zeehavens ernstig wordt aangetast.
De belangen van N.-Brabant en de Ne
derlandsche zeehavens, die op zich zelf
groote nationale belangen zijn, zijn er,
naar de vaste overtuiging der Kamer on-
vereenigbaar met een oplossing van de
NederTandsch-Belgische belangen-ver-
schillen, waarlij een besloten kanaa'lver-
bindïng tusschen de Belgische grens en
eenig punt van de tusschen wateren
tussschen Bijn en Schelde zou worden
toegestaan.
COMMISSIE VAN OVERLEG VOOR
DE WEGEN.
De Minister van Waterstaat is noor-
nemens de Bijkscommissie voor de we
gen op te heffen en te vervangen door
een nieuwe commissie van overleg met
den Commissaris der Koningin in N.
Brabant, mr dr A. B'. G. M. van Rijcke-
vorsel als voorzitter.
Als ambtelijke leden zullen daarin zit
ting hebben de hoofdingenieurs van
den Bijkswalerstaat en als niet arajbtó-
lijke leden vertegenwoordigers van de
verkeersbionden A.N.W.B., KN.A.C, en
Bond van Bedrijfsautohouders, voorts van
de nijverheid, den landbouw, de chauf
feurs, dfe Vereen, van Ned. Gemfeenlen
en deskundigen op het gebied van stede-
bouw en natuurschoon.
De voorzitters van dé beide oude com.
missies zullen in de nieuwe geen zitting
nemen.
DE BRUGGEN BïJ MOERDIJK EN
DORDRECHT.
Naar het Dgbl. van Noord-Brabant
uit geloofwaardige bron verneemt, zo a
aan het betrokken departement te 's-
Gravenhage besloten zijn met den bouw
der brug over het Hollaudsch Diep bij
Moerdijk reeds in 1933 aan te vangen
om daarmede in 1937 gereed te zijn.
Met den bouw der brug bij Dordrecht
zou, aldus het blad, begonnen worden
in 1935. 'Ook deze brug zou dan 'in
51937 gereed komen.
Uit Batavia komt het bericht, dat
de operette-speler Poldi Reiff daar
plotseling is overleden. Vroeger is Reiff
ook hier te lande vaak opgetreden. Hij
was een verdienstelijk komiek.
Hij was op tournée in Ned.-Indië.
De Paramount sluit theaters.
De Paramount Public Corporation
heeft onlangs het plan volbracht om 't
aantal in exploitatie zijnde theaters te
verminderen, door de minst rendabele
dezer theaters, die in kleinere plaat
sen zijn opgericht, te sluiten.
Gemeld wordt dat er nog 900 wor
den geëxploiteerd, terwijl dit aantal
nog onlangs 1200 bedroeg.
Sir Peter trok zijn wenkbrauwen op
en krulde zijn lippen om.
Zoo, werkelijk? vroeg hij minach
tend. En waarom denk je dat me dat
iets schelen kan?
Het was bij roe opgekomen, sir
Peter, antwoordde Spencer, dat, daar
Lee Wang uw uw
Hij aarzelde en Sir Peter's wenk
brauwen zakten en zijn oogen flikker
den koel.
Mijn wat? vroeg de baronet
scherp.
Spencer merkte de plotselinge ver
andering in sir Peter's toon op, en hij
maakte een verontschuldigende bewe-
ging.
Mijn wat? herhaalde sir Peter,
een beetje luider.
Uwtoegewijde dienaar, sir
Peter, antwoordde Spencer. Ik heb ge
dacht dat, omdat hij uwtoegewijde
dienaar is, U misschien aanmerking
op mijn handelwijze zou maken.
Er kwam ontspanning in sir Peter
en hij zonk terug in zijn stoel. Hij
glimlachte met één kant van zijn ge
zicht en sprei4de zijn courant met een
voldaan gebaar uit.
Lee Wang zal wel op zich zelf
passen, Spencer, antwoordde hij, en
Spencer was lichtelijk verbaasd over de
badinage in zijn stem.
Zorg, dat jij dat ook doet. Hij zal
waarschijnlijk je je keel afsnijden als hij
er half kans toe ziet.
Hij keek laatdunkend naar Spencer
op.
Kunstschildersmateriaal.
Men schrijft ons:
De tijd toen de kunstschilder zelf zijn
materiaal vervaardigde, ligt reeds ver
achter den rug.
De moderne chemie heeft zóó vele
nieuwe mogelijkheden geschapen op het
gebied van kunstschildersverf, schilder
mediums e.d-, dat het voor den kunst
schilder niet meer doenlijk is, de berei
ding daarvan voldoende te beheerschen.
Deze heeft thans plaats in groote fabrie
ken met laboratoria.
Verschillende kleurstoffen, oliën, har
sen e.d., die in den loop der eeuwen,
zoomede bij de proefnemingen op de la
boratoria, bestand gebleken zijn tegen
den invloed van licht en lucht, worden
ook thans nog gebruikt. Daarnaast ko
men echter tal van producten van den
lateren tijd in den handel. Vooral op het
terrein van de kleurstoffen is de keuze
sterk uitgebreid, waardoor de moderne
kunstschilder kleurrijker werk kan ver
vaardigen dan de Oude Meesters.
Zal het werk van den modernen kunst
schilder echter ook even duurzaam zijn?
Dat hangt geheel af van de vraag of de
keuze van zijn materiaal en de wijze,
waarop hij dit gebruikt, juist is.
Niet alle kleurstoffen, door de Oude
Meesters gebruikt, hebben zich goed ge
houden en ook lang niet alle later in
gevoerde kleurstoffen zijn voldoende be
stand tegen den tand des tijds. En het
zelfde kan gezegd worden van de schil
dermediums en vernissen, vroeger en
thans in gebruik. Vele verouderde, bij
nauwkeurige proefnemingen op de la
boratoria minder deugdelijk gebleken
materialen, worden nog bij voortduring
door de kunstschilders gevraagd en bij
gevolg ook nog door vele fabrieken ge
leverd.
In verband daarmede heeft de firma
Talens Zoon, fabrikante van kunst
schildersmateriaal te Apeldoorn, een
werkje het licht doen zien, getiteld:
„Kunstschildersmaterialen en Schilder
techniek", van de hand van F. Kerdijk,
waarin een beknopt overzicht wordt ge
geven van de eigenschappen der thans
in den handel voorkomende kunstschil
dersverven, schildermediums, vernissen
e.d. voor de olieverftechniek, en op kla
re wijze wordt uiteengezet, welke mate
rialen bij het olieverfschilderen dienen te
worden gebruikt en welke techniek men
te volgen heeft, wil men de grootst mo
gelijke duurzaamheid van het schilderij
bereiken.
Het wil ons voorkomen, dat met de
uitgave van dit werkje zoowel aan de
kunstschilders als aan de koopers van
schilderijen een groote dienst is bewe
zen.
Dr. H. W. Obbink, die Zondag i'Jhj
de Hervormde gemeente te Middelburg
afscheid heeft genomen, is Zondag
ochtend in de Domkedk te Utlrecht
bevestigd door zijn vader prof. dr. H.
Th. Obbink als predikant bij de Neder-
Muitsch Hervormde gemeente te Utrecht,
als opvolger van ds. Bajrger. Woensdag
avond zal ds. Obbink in de Domkerk' zijn
intrede doen.
Alhier is een vergadering ge
houden, waarin is opgericht een afdee-
ling Zeeland van de Nederlandsche Ver-
eeniging van reserve-officieren. Het be
stuur is als volgt samengesteld: H. Bier
man, voorzitter; mr. W. K. H. Dieleman,
secretaris; P. F. Goossens, penningmees
ter; P. F. L. I. van der Grinten, allen te
Middelburg, en P. J. Elout, te Domburg.
Ik hoop, dat hij het doet, voegde
hij er bij. Bedienden zijn goedkoop.
Juist, sir Peter, stemde Spencer
kalm toe.
Oh, maak dat je weg komt!
Spencer boog en ging heen met zijn
gewone onverstoorbare deftigheid. Sir
Peter keek hem na en vroeg zich af
of de butler eigenlijk wel een gewoon
menscb was; toen keerde hij weer tot
zijn courant terug en keek de financi-
eele berichten na.
Over het geheel was de huishouding
van Sir Peter Brace, zooals Robert
Harker dikwijls zeide, meer merkwaar
dig bijzonder, dan wel ordinair opval
lend en de enkele gasten, die kwamen
in het grootsche huis in Cavanach in
Avenue Remuera, maakten geen ge
heim van het feit, dat zij blij waren als
hun bezoeken afgeloopen waren. Zij
hadden medelijden, zeiden zij, met de
arme Enid, die veroordeeld was om in
een soort van miniatuur Mexico te le
ven, een onrustige omgeving, die on
derhevig was aan afwisselende uitbar
stingen van partijgevoelens. Het was
een wonder, vonden zij, dat het arme
kind 's nachts slapen kon met een
sluipenden Chinees, die zich door het
huis bewoog en sir Peter, die op alle
uren in de studeerkamer raasde. Vol
gens hen was het alleen de aanwezig
heid van dien Spencer, die de plaats
veilig maakte. Wat dat brutale Fran-
sche kameniertje betrof
(Wordt vervolgd.)