RLISnaarP/IESTiNA
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 FEBRUARI 1932, No. 39.
ZEELAND.
DOOR RADDYM SPh.deVRIES.Mzn
LIDO
ZUID-BEVELAND.
Gemeenteraad van Goes.
de
GOES. Gistermiddag vergaderde
Raad van Goes voltallig.
In bespreking kwam de bekende cir
culaire van Ged. Staten inzake salaris
vermindering van burgemeesters, secre
tarissen en ontvangers.
Wethouder V a n M e 11 e deelde mede,
dat de beide wethouders van meening
zijn, dat de noodzakelijkheid voor deze
verlaging in het algemeen en ook niet
voor Goes cestaat.
Enkele heeren betreuren het, dat E.
en W. hierover niet schriftelijk hebben
geprae-adviseerd. Dit punt wordt aange
houden tot de Besloten vergadering.
Het verzoek van den modernen Be-
stuurdersoond 0111 te verzoekende bouw-
vakarbeiders ouder de crisisregeling te
brengen, igaat naar B. en W. om prae-
advies, aangezien de meeningen verdeeld
zijn over de vraag of te Goes onder deze
arbeiders veel werkloosheid heerscht.
Het Burg. Armbestuur komt op tegen
enkele uitlatingen van den burgemeester
in de laatste Raadsvergadering aan het
adres van het B. A. en zijn secretaris.
De Voorzitter verklaart niets on
vriendelijks bedoeld te hebben.
De heer VanPoelge est heeft zelfs
gehoord, dat de heer v. d. Does (lid van
het B. A.) den voorzitter gelijk .gait.
De heer v. d. Does merkt op, dat dit
in besloten zitting is gezegd.
De heer VanPoelgeest stelt enkele
vragen over de kaspositie van Goes. Is
de voorstelling in de vorige vergadering
gegeven niet te gunstig geweest? Spr.
heeft wel andere geruchten gehoord.
De Voorzitter antwoordt, dat het
Rijk aan Goes 52.500 wil leenen voor
kasgeld. Dit moeten Ged. Staten nog
goedkeuren. Ook is aan den Minister
23.000 gevraagd voor buitengewone uit
gaven (werkverschaffing) maar hierop is
nog geen antwoord ontvangen.
De heer Van Poelgeest vraagt,
of er nog een schuld is van f 60.000.
De V oorzitter antwoordt beves
tigend. Deze kan momenteel niet betaald
worden. Dit wacht op de kasgeld-
leening.
Goes verkeert overigens niet in een
deplorabelen toestand. Er kan nog wat
geld worden opgenomen bij de giro en
bij de Bank voor Ned. Gemeenten. Er is
ook kans, dat de gemeente geld tegen
onderpand kan leenen voor de werkloo-
zenzorg.
Spr. erkent, dat de pogingen om
300.000 te leenen niet zijn geslaagd.
Weth. Goedbloed ziet geen reden
voor een verwijt aan B. en W. Zij meen
den destijds voordeel te zien in tijdelijke
kasgeldleeningen tegen lage rente. De
situatie is echter nu geheel veranderd.
De V oorzitter deelt nog mede,
dat als de leening van het Rijk komt,
alles kan draaien tot 1 Mei. Dan kunnen
de schulden van dit oogenblik betaald
worden. De toestand is onaangenaam,
maar niet erger dan voor vele andere ge
meenten.
Op een vraag van den heer D e R o o
zegt de Voorzitter toe, tegen de
volgende vergadering een duidelijk over
zicht te zullen geven.
Het verzoek van het R.K. Schoolbe
stuur om gelden voor verbouwing der
Jongensschool wordt aangehouden tot de
besloten zitting. B. en W. stellen afwij
zend voor. De heer Simons wil een
beter onderzoek door Gemeentewerken
30)
Door den Emek.
Emek te beginnen. Met de technische
Voor ongeveer een tiental jaren be
vonden zich in heel de vlakte, die tot
de grootste behoort en eens de vrucht
baarste was van het oude Palestina,
slechts enkele Arabische dorpen. En hun
weinige bewoners waren beklagens
waardige schepselen, die hun ellendig
leven voortsleepten in den strijd om een
kommerlijk bestaan en tegen de voort
durend doodelijke dreiging der malaria.
En verder kon men er begraafplaatsen
vinden en de steenen van verspreide
graven. Allemaal resten van nederzet
tingen Arabische en ook Duitsche
die aan moeraskoortsen waren ten
gronde gegaan.
En toen, voor een jaar of tien, heb
ben de leiders van het K.K.L. Kéren
Kajémeth Lejisraél. dat is het Joodsch
Nationaal Fonds den Vel zeer bru
taal schijnenden moed gevonden, om
met grondaankoop in het groot in den
middelen der wetenschap en de taaie en
en Gezondheidscommissie. Verbetering
der urinoirs is dringend noodig.
Met den heer Th. Verhoeven, café
houder hoek Ganzepoortstraat-Oostwal
wordt een ruiling van grond aangegaan.
Het verzoek tot intrekking staangeld
voor autobussen wordt zonder discussie
of hoofdelijke stemming afgewezen.
Het voorstel tot verandering der luid-
inrichting van de groote klok in den
Stadhuistoren wordt met 9 tegen 4 st.
voorloopig aangehouden, tot meer gege
vens over de financieele positie van
Goes bekend zijn. De Voorzitter
verklaarde ook geen enthousiaste voor
stander van een electrische luidinrichting
te zijn.
Onder de verhooging van het crediet
voor de kerkrestauratie werd een scher
pe discussie gevoerd.
De heer v. d. Wart (president-kerk
voogd) laakte den toon in het schrijven
van B. en W. Speciaal spijt het spr., dat
weth. Van Melle, die lid is der Ned
Herv. Gemeente, in zulk een schrijven
heeft bewilligd.
Er is geen schuld bij de kerkvoogdij
Er had tijdig verhooging van crediet ge
vraagd moeten worden, maar de restau
ratiecommissie financierde altijd de par
ticuliere bijdragen.
Spr. vindt het onaangenaam, dat deze
zaak op zulk een wijze door B. en W,
publiek is gemaakt. De kerkvoogdij steelt
niet en zal alles eerlijk aan de gemeente
terugbetalen.
De voorzitter vindt den uitva
van den h'eer Van der Wart tegen den
heer Van Melle onbehoorlijk, buitenge
woon onhebbelijk en beneden peil. B. en
W. zijn behandeld als quantité neglige
able en dat komt niet te pas.
Weth. Van Melle zegt, dat aan
frauduleuze handeling niet is gedacht
maar er is een administratieve fout ge
maakt, Tijdig had credietverhooging moe
ten zijn aangevraagd. Spr. erkent, dat
de toon in het schrijven van B. en W,
wat milder had kunnen zijn.
Weth. Goedbloed wil de zaak
niet maskeeren. Er is geld uitgegeven
waar de gemeente voor opdraait, zon
der B. en W. er in te kennen.
De heer v. d. Wart erkent dit. Maar
spr. kwam op tegen den onaangenamen
toon.
Het voorstel van B. en W. om nu
voor de laatste maal het crediet te ver-
hoogen, wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Rondvraag,
Gasvoorziening Oostelijk Zuid-
Beveland.
De heer Van Poelgeest brengt
weer ter sprake de onderhandelingen
tusschen Goes en de gemeenten in Oos
telijk Z. Beveland over de gaslevering.
Mede namens de heeren Van der Wart
en Visscher wil spr. verklaren, dat het
hem getroffen heeft, dat de geheele, oor
spronkelijke opzet der zaak zoo is ver
doezeld. Aan de opdracht van Ged. Sta
ten is niet voldaan. Daardoor komt het,
dat we nu met deze zaak nog niets ver
der zijn. Spr. zou willen dat de commis
sie alsnog een rapport uitbracht in den
geest van Ged, Staten. Gebeurt dit niet.
dan zou de Raad van Goes er het initi
atief voor moeten nemen.
De voorzitter zegt, dat de com
missie is aangewezen door Ged. Staten.
Naar spr. heeft gehoord, zijn een paar
leden van Ged. Staten aangewezen om
deze zaak te trachten in orde te krijgen
De heer Van Poelgeest betre.irt
het, dat er nog steeds geen rapporrt ;s
over de gasvoorziening van geheel Zu'd
Beveland.
Weth. v. M e 11 e merkt op, dat daartoe
geen opdracht aan deze commissie is ge
geven, doch dat is opgedragen aan de
Vereen, van Nederlandsche gemeenten.
De steunregeling.
De heer Visscher (s.d.) wil de
steunregeling voor werkloozen n)n in wer
king doen treden, aangezien verschillende
personen niet langer Bij de werkverschaf
fing kunnen werken.
heldhaftige 'volharding van Palestina-
pionieren zijn de moerassen opgeruimd
en is de koorts tot een zeer klein pro
cent teruggebracht of reeds geheel
verdreven. De Emek telt thans een 30
dorpen en nederzettingen, met meer dan
zesduizend Joodsche bewoners. Gezonde
en bezielde werkers, die de vreugde
van den arbeid kennen.
Aan drainage-werken en investee-
ringskosten is voor den Emek een paar
millioen pond uitgegeven. Of het teveel
is en of het roekeloos was en of die roe
keloosheid zich thans wreekt en in de
toekomst zich voortdurend sterk zal
blijven wreken, dat zijn vragen, waar
over wij geen oordeel hebben. En welke
wolken er zich in de huidige wereld
crisis boven den Palestina-opbouw sa
menpakken, die nu misschien ook door
de reusachtige onderneming van de
Emek bovendien topzwaar is geworden,
ligt in den schoot der naaste jaren. Wij
kunnen deze^ vragen niet zoo maar
voorbijgaan. Een antwoord hebben we
echter niet. We kunnen slechts hopen,
dat de Joodsche wereld het vereischte
antwoord wel zal geven. Hopen en ver
wachten.
Met zulke overdenkingen gaan we
den Emek in. We bevinden ons op Jood-
schen bodem; op grond, die voor het
overgroot gedeelte nu eigendom van
het Joodsche volk is geworden, en door
Ouderwetsche winters.
Het leek weer of we nog „winter"
zouden krijgen zoo'n winter als vroe
ger, dat wil dan zeggen de winters in de
historische verhalen en op schilderijen,
en „de" winter van 1890 en van 1929'
Februari is laat. Maar er zijn nóg la
tere.
In 't jaar 1667 b.v., begon het eerst
den 16en Maart de vriezen. De vorst
ging vergezeld van een Noord-Oosten
wind, welke den thermometer dusdanig
deed dalen, dat in één dag tijd het IJ
buten Amsterdam geheel was dichtge
vroren.
Op den 18en Maart 1667, schrijft
Commelin, liep men over het ijs en
quam van Nieuwen- en Durkerdam,
want heel de Zuyderzee was dichtge
vroren waardoor vele zoo inkomende
als uytgaande sceepen, op een zoo on
verwachte Vorst niet verdacht weesen-
de in Zee hevrooren raakten, zoodat de
menschen van 70 jaaren zeyden, zulks
noyt gezien te hébben, want men liep
den 25en dito noch over het IJ".
Even plotseling als de vorst gekomen
was, viel ook de dooi in, want gingen
op den morgen van den 26en Maart nog
drie jonge mannen over het ijs naar Wa
terland, den avond van denzelfden dag
zeilden de schepen reeds voor de stad.
Het fort Pampus raakte echter eerste
vele dagen later van het ijs bevrijd. Op
sommige plaatsen liepen in begin April
van genoemd jaar
„noch menschen voor Uytdam of
Scheepelsdoekhaven op de Zee, men
voegde daer en bij, dat een vrouw op
het ijs zat en spon."
Het jaar 1667 kon dus bogen op een
wintersch voorjaar, doch het werd nog
overtroffen door het jaar 1674,
Een vermaarde winter is, zooals de
ouderen onder ons zich nog best her
inneren, de winter van 1890—1891 ge
weest, toen het ijs reeds in November
duimen dik was en verder in den win
ter hier en daar kermis werd gehou
den op de Zuiderzee, op rivieren en ka
nalen, De laatste jaren zijn wij echter
van het winterweer verstoken gebleven.
De laatste bijzondere strenge winters
waarvan wij allen nog wel weten mee
te praten, zijn geweest in den aanvang
van 1917 en 1929.
Omstreeks half Januari 1917 begon
de thermometer te zakken en bleef maar
steeds dalen tot half Februari, Gedu
rende drie weken vroor het tusschen
10 en 19 graden. Voor de soldaten wer
den toen schaatswedstrijden uitgeschre
ven en men maakte van de gelegenheid
gebruik, om ook militaire oefeningen op
de schaats in strategisch verband te
doen. De groote rivieren voerden zwaar
drijfijs mede, dat de scheepvaart zelfs
in het Hollandsch Diep en op de Wes-
ter-Schelde aanzienlijk belemmerde. De
Zuiderzee- en de Waddeneilanden wa
ren totaal geïsoleerd, en slechts met de
grootste moeite gelukte het de bewo
ners van levensmiddelen te voorzien.
Ook de eerste maanden van het jaar
1929 kenmerkten zich door een hevige
koude en volop heeft men toen van
het ijsvermaak kunnen genieten. In 1930
heeft men echter hoegenaamd geen win
ter gehad en ook de wintermaanden van
19311932 ,zijn tot nu toe heel slap
geweest. Als het weer nu niet al te
plotseling weer omslaat, zal men ook
nog dezen winter kunnen schaatsenrij
den.
LIDO
De Voorzitter merkt op, dat op
de begrooting 5000 voorkomt voor een
steunregeling. Vanmorgen heeft spir. tele
fonisch bericht van Ged. Staten gekre
gen, dat daaruit gepjut kan worden.
Mits de gemeente geldmiddelen kan 'Brij-
gen natuurlijk. De mogelijkheid bestaat
dat dit lukt. B. en \V. willen echter liever
de steunregeling, zooals de minister die
destijds heeft ontworpen, omdat het toch
te verwachten is, dat we ook steun van
het Rijk ikrijgen voor de werkverschaffing,
Welh. Goedbloed verwacht spoe
dig bericht van den minister omtrent de
subsidie voor de werkverschaffing.
De heer Visscher wil, in afwach
ting daarvan, voorloopig de gemeente
steunregeling maar in werking doen tre-
den.
De voorzitter deelt mede, dat aan
loon bij werkverschaffing vanaf 7 Dec.
1931 tot 6 Febr. j.l. is uitgegeven 11.718
waarvan alleen in 1932 7696
De heer Van Poelgeest wil eerst
een plan voor werkverschaffing aanne
men en dan steun van het Rijk aanvra
gen. Eerder hooren we niets van den
Minister.
De voorzitter: het plan tot ha
venverbetering is spoedshalve reeds in
gediend bij Ged. Staten en het Ministe
rie. Natuurlijk behoudens goedkeuring
van den Raad.
De heer C r u c q vraagt waarom B. en
Joodsche handen is en wordt bewerkt;
die van een onherbergzame verlaten
heid, waar de malaria-koorts, dus de
dood, rondwaarde, tot een reeds vrucht
bare streek is gemaakt, welke bewijst,
wat hier de Joodsche wil vermag en
hoe volharding en idealisme, die elkan
der bevruchten, den Bijbelschen bodem
eer in cultuurland weten te herschep-
W. niet tijdig met hun voorstel, dat nu
door weth. Goedbloed wordt gedaan, zijn
gekomen, Spr. wil liever voorloopig de
gemeentelijke regeling.
De heer Visscher protesteert te
gen de wijze van behandeling dezer zaak.
Het blijkt nu, dat B. en W, de steunre
geling niet hebben willen invoeren.
En nu komt er op het laatste moment
bij de rondvraag een voorstel. Hebben
B. en W, daar twee maanden voor noo
dig gehad?
Weth, Goedbloed wil tegen deze
woorden geducht protesteeren. Van Dec.
tot nu is hier ƒ11.000 aan loon bij de
werkverschaffing uitgekeerd. Welke ge
meente van dezelfde grootte heeft dat
gedaan? B. en W. willen absoluut niet
traineeren. Het verwijt van den heer
Visscher is ongemotiveerd. Hij moest er
zich voor schamen.
De heer Visscher heeft geprotes
teerd tegen de wijze van behandeling der
steunregeling, niet tegen de werkver
schaffing.
Nadat na nog eenige discussie de ge
meentelijke steunregeling ter tafel is ge
bracht en voorgelezen, wordt op voor
stel van den heer De Roo besloten, deze
bedragen uit te betalen. Zoo noodig kun
nen dan enkele rijksbepalingen in acht
worden genomen.
Hierna volgt een besloten zitting.
Na heropening wordt het afwijzend
prae-advies van B. en W. ten opzichte
van de verbouwing der R. K. school aan
genomen met 2 stemmen tegen (de hee
ren v. d. Does en Simons).
Het werkverschaffingsplan (verbete
ring haventerrein) wordt met alg. st. aan
genomen.
Besloten wordt aan Ged. Staten te
berichten, dat de circulaire inzake ver-
laging salarissen ontijdig wordt geacht,
in verband met het bekende korting
wetje.
w
pen,
Wij missen den juisten maatstaf der
vergelijking, omdat we voor tien jaren
niet hebben gezien, hoe 't er hier uitzag
en ook niet de eerste pogingen en den
moeizaamsten tijd van den aanvang der
ontginningen hebben aanschouwd, Maar
we kennen toch de kale heuvelen en de
met steenen rotsbrokken bezaaide hel
lingen en uitgestrektheden, die ons als
uitdagend aankeken en vroegen: Wat
verwacht ge van ons? Wat verwacht ge
van deze woestenijen? Het land hier
heeft geen antwoord. De velden geven
antwoord. De bodem gehoorzaamt den
wil en den vlijt der Joodsche handen.
„En zij gehoorzamen Jisreëel" 1). Zoo
denkt men onwillekeurig.
En we zijn te Béth-Alpha aangeko
men. Het is juist middag. Pauze en
etenstijd. In een groote, luchtige, nog
houten, maar stevig gebouwde barak,
zitten mannen en vrouwen, allemaal
1). Hos. 2, 24.
nog in de jeugd of in ieder geval nog in
den opgang des levens, aan lange tafels
op lange banken aan het gezamenlijke
middagmaal. We zijn in een collectivis-
tische kolonie. Zoo zijn er eenige. Dat
is nog wat anders dan coöperatie. Hier
geschiedt alles vóór, maar ook uit en
door de gemeenschap. Alles, Zoo ergens,
dan komt het hier op het menschenma-
teriaal aan, en op de eenheid van over
tuiging en wil. In Béth-Alpha schijnt 't
goed te gaan. Wat we er zien, in het
woongedeelte en daarbuiten, getuigt
van geregelde ontwikkeling.
Bij onzen rondgang komen we na
tuurlijk ook op de plaats, waar nog
maar kort geleden de merkwaardige
vondst is gedaan van een oude Synago
ge. Onder het graven voor den aanleg
van besproeiingspijpen stiet men op een
onverwachten, steenen tegenstand, die
niet diep onder den grond lag. Zij, die
daar groeven, waren intellectueel geen
onontwikkelde menschen. Zij werden
voorzichtig en bemerkten heel ras, dat
er hier. sprake kon zijn van een histori
sche ontdekking. De Archeologische
Raad werd gewaarschuwd. En nu ligt er
de vrijwel intact gebleven vloer bloot
eener Synagoge, Een vloer van mozaiek
met duidelijke Bijbelsche tafereelen uit
Izak's offerande 2) Abraham en Izak
2). I Moz. 22.
KRUININGEN. Vrijdag vergaderde de
Gemeenteraad voltallig. De waarnemen
de burgemeester,' wethouder M, Kole
stelde voor een stille hulde te brengen
aan de nagedachtenis van den overle
den voorzitter, burgemeester J. N. Elen-
baas, dat door alle raadsleden staande
wordt gedaan.
De voorzitter deelt mede dat, op het
overlijdensbericht van den burgemeester
namens B. en W. en den Raad een brief
van rouwbeklag aan de fam. is gezon
den; dat verzoeken der besturen van
vakorganisaties zijn ontvangen om te
trachten de steunregeling verder uit te
breiden aan de landarbeiders. De voor
zitter vermeldt hierbij dat aan dit ver
zoek door B. en W. reeds is gevolg ge
geven en de minister de bouwvakarbei
ders niet in de steunregeling wil opne-
nen; over de anderen is het onderzoek
nog niet beëindigd; dat door Ged. Staten
een wijziging in de jaarwedden van bur
gemeesters, secretarissen en ontvangers
is voorgesteld.
De Voorzitter zegt dat dit op
deze gemeente niet van toepassing is
wegens de korting der pensioensbijdra
ge.
De heer B u r k u n k had een buiten
gewone raadsvergadering verwacht op
den dag van het overlijden van den bur
gemeester.
De heer v, Hootegem memoreer
de nog wat de gemeente in den overle
dene verliest, en uit zijn dankbaarheid
voor al wat hij voor de gemeente deed.
De heer Witte zegt de oorzaak on
derzocht te hebben dat de transportar
beiders door den minister nog niet als
crisiswerkloozen worden beschouwd, en
zegt dat dit verraad is van B. en W.
De voorzitter zegt dat B, en W.
gedaan hebben wat ze konden voor de
Transportarbeiders.
Wethouder Francoys protesteer
de tegen deze valsche beschuldiging; B.
en W. hadden het ook gaarne anders
gezien, doch al het mogelijke is gedaan
voor de werkloozen.
De heer B u r k u n k bejammerde het
dat dit schrijven van B. en W. de
Transportarbeiders niet meer ten goede
komt, waar weth. Francoys geheel mee
accoord gaat.
Voorgesteld wordt een wijziging in de
nieuwe winkelsluitingswet, n.l. dat bij
den zomertijd de uren van openen en
sluiten een uur worden verlaat.
Verschillende leden maken bezwaar
tegen de sluiting op Zondag vooral voor
Hansweert.
Daar de termijn van wijzigingen in
middels van 1 Maart is verlengd tot 1
Mei zullen B. en W. alsnog een en an
der onderzoeken.
De rekening-courant-overeenkomst
met de N.V. Bank voor Ned. gemeenten
wordt gewijzigd in een max. crediet van
15000 in plaats van 30.000,
Eervol ontslag wordt op diens ver
zoek verleend aan den heer B. J. Els-
man als plaatsvervangend onbezoldigd
ambtenaar van den burgerlijken stand.
Tot onbezoldigd ambtenaar van den
burgerlijken stand wordt benoemd wet
houder Francoys met 5 stemmen. Op
wethouder Kole worden 3 en op den heer
Burkunk 1 stem en 2 blanco uitgebracht.
Na een langdurige geheime zitting,
wordt op voorstel van B. en W. beslo
ten tot aankoop van een stukje grond
voor het uitbreidingsplan van den heer
C. P. Nap a 6000 per H.A. met 10 te
gen 1 stem.
Met 6 tegen 4 st, wordt besloten te
trachten een strook gronds te kopen
van 10 m breedte voor den verbindings-
LIDO
bergopwaarts, ieder met zijne beladen,
de twee knapen bij den ezel priester
emblemen wapenen der stammen, en zoo
meer. Met bijschriften in het He-
breeuwsch. Ook de indeeling en de om
trek der Synagoge konden gereconstru
eerd worden. De beelden in het moza
iek zijn primitief en veel kunstwaarde
wordt er niet aan toegekend. Maar uit
een cultuurhistorisch oogpunt is de
vondst belangrijk. De gegevens zijn vol
doende en beslissend om deze Synagoge
in de vijfde a zesde eeuw in het laat-
Romeinsche tijdperk te dateeren, vóór
de verovering van Palestina door de
Arabieren. De regeering heeft het
heele terrein om- en overbouwd en al
les goed verzorgd.
De kolonist, die ons rondleidde,
bleek, behalve spade en houweel, ook
deze wetenschappelijke stof volkomen
te beheerschen. Niet als een gids, die
reeds ongetelde keeren hetzelfde lesje
heeft opgezegd. Maar na onzen rond
gang vroeg ik naaf de eigen, de nieuwe
Synagoge. En ik kreeg ten antwoord,
dat ze deze oude hier archeologisch wel
van belang vonden, maar aan een nieu
we geen behoefte hadden. Ook dit
schijnt een onderdeel te zijn van het col
lectieve systeem. Hetgeen we in het na
bij gelegen En-Charod opnieuw ervoe
ren.
(Wordt vervolgd.)