BEISmarPABESTïNA TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 15 FEBRUARI 1932. No. 38. HET JAPANSCH- CHINEESCHE CONFLICT. DOOR RAD DY N S.PkdeVRIES.Mzn 29) -« i 5 0 ZEELAND. IV Japan's overbevolkingsprobleem De onbloedige strijd tusschen Japan en Amerika om de al* leenheerschappij op den Groo- ten Oceaan. Vrees voor het behoud van den vrede in den Pacific. Door zijn overwinning op de Russen is Japan in 1905 een algemeen erkende groote mogendheid geworden, Zijn aan zien is overal gestegen, vooral in de Oostersche wereld. Een Oostersch volk heeft de zich zoo verheven voelende Westerlingen een afstraffing toegediend, die hen nog lang heugen zal. Echter voor Japan is het succes niet evenredig geweest aan de groote offers aan goed en bloed, die het in den Rus- sisch-Japanschen oorlog heeft moeten brengen. Vermoedelijk onder pressie van 't machtige Amerika heeft Japan erin toegestemd, het in Zuid-Mantsjoerije op de Russen veroverde grondgebied, in 1915 aan China te zullen teruggeven.*) Mantsjoerije biedt dus op dat oogen- blik geen gelegenheid tot stichtingen en vestigingen van duurzamen aard aan Ja pan. Het dreigende spook der overbe volking blijft der Japansche regeering voordurend voor oogen zweven. Waar een uitweg te vinden voor het snel toe nemend proletariaat in de steden, de groote massa van primitief levende keu terboertjes op het land? In het Zuiden van den Pacific liggen de Philippijnen, die Amerika in 1898 op de Spanjaarden veroverde, Malakka, Si- am, Nederlandsch Indië. Sedert eeuwen trekken de Chineezen erheen om er zich te vestigen als handelaar, ambachts man, koelie. Zij zijn een ijverig en spaar zaam volk, met groot aanpassingsvermo gen. In den loop der jaren hebben zij er zich vermengd met de inheemsche be volking en hun kinderen zijn onderda nen geworden van de over deze landen gestelde regeeringen. Zullen deze gebieden ook een immi gratieterrein kunnen worden voor het overschot van de Japansche bevolking? Reeds trokken verscheidene Japanners er heen, als handelaar, fotograaf, win kelier, tandarts, administrateur en em ployé op cultuur ondernemingen in Ja- pansch beheer, bankemployé op Japan sche banken, maar nimmer als ambachts man en koelie (ongeschoolde arbeider). Ze leven er afzonderlijk van de andere bevolkingsgroepen. Maar deze landen zijn gebieden met een tropisch klimaat en de Japanner kan er niet goed aarden. De Japanner is er voor de wet de ge lijke van den Europeaan. In Neder- Door een nieuwe overeenkomst met China in 1915 wordt dit voorkomen. In dat jaar wordt de pacht van de ha vens Port Arthur en Dalny (Dairen), van den Zuid-Mantsjoerijschen Spoorweg en van den spoorweg van Antoeng naar Moekden tot een termijn van 99 jaar verlengd. We mogen ons Tiberias voorstellen in den winter, als het hier een der heerlijk ste plekken in Palestina zal zijn. Hier aan het verrukkelijke Meer in lentelucht, We kunnen ons Tiberias in de toekomst denken, wanneer eens de in de oudheid reeds beroemde heete bronnen, die we ook in den Talmoed telkens ontmoe ten, op moderne wijze geëxploiteerd zul len worden en er een badplaats zal zijn ontstaan, die Karlsbad en andere derge lijke Europeesche Kurorte naar de kroon zal steken. Wij mogen ons vandaag echter ge lukkig prijzen, dat de wind ons niet nog meer warmte tegemoet waait, en ons voorloopig paaien met de hoop, dat we niet genoodzaakt zullen zijn den nacht onder den blooten hemel door te bren gen. Zoo was het, gelijk de waard ons vertelde, een paar nachten tevoren. Toch rijden we nog uit. Want ginds, ietwat hooger in de nabijheid, ligt een kolonie, een Mizrachistische. de kolo nie K'far Chittiem, die mij interesseert. Op den weg erheen vertoeven we een wijle aan het graf van Maimonides, den onovertroffen Codificator, den Jood- schen wijsgeer der Middeleeuwen, die hier in 1207 werd begraven 1), De graf stede is uitstekend verzorgd en welver diende woorden en opschriften, aan de gedachtenis van dezen heros gewijd, ontbreken er niet. Chittiem worstelt nog om zijn bestaan. In den leider, nog een jongen man, ont moet ik een bekende van vroegere con gressen, die mij weet te verhalen van veel tegenslag en inspanning, van pogen 1) Meer over hem Riten en Symbo len I, Hoofdstuk 46. landsch Indië verschijnt hij voor dezelf de rechtbank als de Europeaan; de Chi nees niet, hij moet bij een misdrijf te rechtstaan voor de over de inheem sche bevolking rechtsprekende rechtban ken, (De met Europeanen gelijk gestel de Chineezen uitgezonderd.) Zou hij dan, afgezien van het voor hem minder geschikte klimaat, evenals de Chinees als koelie kunnen gaan werken bij de tinmijnen op Malakka, de rubber en tabaksondernemingen op Sumatra, op de olieterreinen in Borneo? Ten Zuiden van den Indischen Archi pel ligt het werelddeel Australië, een reusachtig gebied met een oppervlakte als de Vereenigde Staten van Amerika met plm. 5 K millioen inwoners, waarvan ongeveer de helft in de zes grootste ste den samenhokt. Onmetelijke gebieden zijn vrijwel onbewoond, Het Westen, Zuiden en Oosten hebben een gematigd klimaat, alleen het Noorden is tropisch. Voor de Japansche landbouwbevolking zouden vooral de streken met gematigd klimaat een gunstig terrein voor vesti ging kunnen bieden. Maar in Australië hebben de arbeiders de macht in handen. De Labourpartij, die er de lakens uitdeelt, voert een „white labourpolitiek", een blanke arbeiders- politiek, die den toegang aan niet zuiver blanke arbeiders in Australië verbiedt. De Australische arbeiders vreezen de concurrentie van de arbeiders met een gekleurde huid. Zij vreezen, dat hun levenstandaard erdoor omlaag zal gaan, en zij zich dan in hun nogal hoog gestel de eischen zullen moeten matigen. Australië blijft dus voor de Japansche landverhuizers verboden terrein. Toch biedt dit land enorme mogelijkheden. Volgens berekeningen van de Australi sche geleerden Griffith en Taylor is Australië in staat een bevolking van 100 millioen te onderhouden. Vaststaat dat het tropisch gebied van Australië zonder hulp van gekleurde werkkrachten nooit tot bloei zal kunnen worden gebracht. De Japansche emigratie heeft zich na 1900 vooral naar Californië gericht, de „Far West" van Amerika, het vrucht bare, rijke land met zijn schitterend kli maat, aan den oostelijken oever van den Grooten Oceaan gelegen. Het gaat er de Japanners naar den vleeze. Zij verwerven er gronden in eigendom en leggen zich toe op groenten- en vruchtenteelt. Zij willen zich er een gezin vormen en in de Japansche bladen verschijnen huwelijksadvertenties van het soort, dat men ook hier kent: „toe zending van portret gewenscht, dat op eerewoord wordt geretourneerd". Deze Japansche vrouwtjes, die op goed geluk naar Californië komen, noemen de Amerikanen „picturebrides"portret bruiden. De toevloed van Japanners naar Cali fornië verontrust de Amerikanen. De Amerikaansche regeering gaat de Japan sche emigratie naar Californië allerlei moeilijkheden in den weg leggen en de behandeling van de daar wonende Ja panners begint het karakter aan te ne men van een bejegening, die men tegen- en falen en ook van overwinning. En ten slotte van de hoop, die bij deze men- schen nooit verloren gaat. En als wij in een grooten kring te zamen zitten en herinneringen ophalen en verwachtin gen overwegen, dan ziet men het de zen mannen en vrouwen alleen maar aan, dat zij gelooven in hun werk; dat zij voelen een taak te dragen; en dat hun schouders niet licht bezwijken zullen. Waarom eigenlijk ben ik dezen nacht niet bij hen gebleven? Dat was het ver wijt, hetwelk ik mijzelf heb gemaakt, toen ik na zonsondergang in het Hotel terugkeerde. Het was er zoo stil, zoo vol stemming, zoo aartsvaderlijk. De nacht viel mee. Er is veel wind. En hij is niet overmatig warm.. Open de ramen der slaapkamer. Open de deur er tegenover. En zóó, tusschen de zuiging, is 't uit te houden en laat ook de slaap zich niet geheel onbetuigd, nu bizon der gelukkig mèt de zuiging er niet ook zandvliegen de bloote deelen van het lichaam komen teisteren. Vroeg in den ochtend gaan we vóór ons vertrek door de bazarstraten der oude stad, waar we ook eenige histori sche Synagogen en andere plaatsen be zoeken. We bezichtigen ook de nu nog zeer primitieve badgelegenheid der heete bronnen en overtuigen ons van de kook hitte van het water, zooals het uit den bodem stroomt. Maar wij wagen ons niet aan een langer oponthoud. Graven, ook van beroemdheden, ook van mannen, wier gedachtenis met wonderaureolen is omstraald zooals dat van R. Meijer Baal-Hanés Jeschievoth daarbij en afzonderlijk, scholen, musea en zooveel meer, we moeten het alles achterlaten voor hetgeen het is. Weldra zijn we genaderd aan de plek, waar de Jordaan het meer Tiberias ver laat. Hier houden we natuurlijk halt en schouwen in het rond. Snel stroomt de Jordaan naar beneden. Slechts een smal le streep, 't Is zomer. Op den hoogen oever aan de overzijde ligt het reeds oudere Dagania in het groen tusschen de palmen en andere boomen en struik gewassen. Het is er een en al bedrij- over onwelkome gasten aan den dag legt, en nog erger. Talrijke conflicten ontstaan tusschen de Californische autoriteiten en de Ja pansche ingezetenen. Kort na het sluiten van den vrede van Portsmouth neemt de Amerikaansche Senaat een wet aan, waarbij de toegang tot het vasteland van Amerika aan Aziatische landverhuizers verboden wordt. Dit besluit wekt groote verontwaardi ging in Japan; de betrekkingen tusschen de Japansche en Amerikaansche regee ringen raken eenigszins gespannen, maar Japan is nog te zeer uitgeput door den oorlog met Rusland en vermijdt een con flict met de Vereenigde Staten van Ame rika, Ook de Chineezen voelen zich getrof fen door het landverhuizersverbod van Amerika en beginnen een boycotactie tegen de Amerikaansche handelswaren, die door de Chineesche regeering echter spoedig onderdrukt wordt. Japan laat zich evenwel niet ontmoe digen door het besluit van Amerika. Het knoopt onderhandelingen aan met Mexi co, teneinde zijn expansie op het vaste land van Amerika te bevredigen. Er wordt onderhandeld over de vestiging van een Japansch kolenstation aan de Mexicaansche kust, doch de Amerikaan sche Senaat voorkomt dit door het aan nemen van een resolutie, behelzend de uitsluiting van buitenlandsche maat schappijen van den aankoop van havens en plaatsen aan de Westkust van het vasteland van Amerika. Steeds feller wordt de concurrentie tusschen Japan en Amerika om de al leenheerschappij op den Grooten Oce aan. De betrekkingen tusschen de beide mogendheden worden voortdurend slech ter, zoodat voor het behoud van den vrede in het Verre Oosten ernstig ge vreesd wordt. Vooral toen Amerika in 1908 zijn vloot in den Grooten Oceaan samentrok. Vreemdelingenverkeer. Zaterdag heeft het Dag. bestuur yam 'die Veréeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer in Zuid- en Noord- Beveland, ten kantore van den Provinci alen Stoomnootdienst op de Wester schel de te Vlissingen eene conferentie gehad met den directeur van dien dienst, een vertegenwoordiger van de Nederlandsche Spoorwegen en den directeur van de Stoomtrammaatschappij Breskens-Malde- ghem, terwijl de Belgische buurtspoorwe gen op het laatste oogennlik bericht zon den verhinderd te zijn de conferentie bij te wonen. De bedoeling der besprekingen was het daarheen te sluren, dat in het vervolg niet alleen op Donderdagen in het reisseizoen, maar iederen dag de ge legenheid zal worden opengesteld recht- streeksche retourbiljëtten te verkrijgen van de Belgische badplaatsen naar Zee land, en zoo mogelijk is ook het recht om op die retours een nacht in een dei Zeeuwsche plaatsen over te 'blijven Mocht dit plan slagen, dan zal het 't be zoek aan Zeeland, ook op niet marktda gen zeker kunnen bevorderen. vigheid. Een kloeke vrouw, groot, ge bronsd, ontvangt ons. „Holland?" vraagt zij. En er gaat een straal van vreugde over haar gelaat. Alsof een blijde herin nering bij haar op komt. Eens is zij, toen reeds moeder van zeven kinderen, naar Holland getogen. Zij heeft er in Utrecht de Veeartsenijschool bezocht. Zij heeft er in Groningen geleerd. Zij heeft er Holland en vele menschen, die goed en hartelijk voor haar waren, lief gekregen. Zij noemt mij namen en geeft mij warme innige groeten mede. Deze vrouw, nu moeder van reeds volwassen zonen en dochteren, is hier in de leiding. We zien veel. Maar het meest en het langst de kleuters, jongens en meisjes, die bij groepen onder toezicht van respectie velijk onderwijzers en onderwijzeressen zwemmen, spartelen, spelevaren, bene den in den Jordaan. Het is vacantie en van de grootere schoolkinderen vfertoe- ven er een aantal tijdelijk aan het strand te Haïfa. Anderen zullen hen vervan gen. Overigens zijn hier de kinderen al tijd overdag onder afzonderlijke leiding in het kinderhuis. De ouders werken op het land. Zij hebben alleen 's avonds en 's nachts hun kinderen bij zich thuis en onder hunne hoede. We hadden intusschen den Jordaan overschreden en bevinden ons in het Oost- of Overjordaansche. De eenige kleine strook van den Ewer-Hajardén, die bij het Palestijnsche mandaatgebied getrokken is. Aan dezen kant blijven wij, totdat we Géscher voorbij zijn ge komen, alwaar de belangrijke werken van Ruttenberg in aanleg zijn en waar wij natuurlijk een poos vertoeven, Gé scher beteekent: brug. Brug over den Jordaan. Hier valt de Jarmoek in den Jordaan. En deze plek werd uitgezocht om er de electrische centrale te bou wen, welke haar kracht zal ontleenen aan het water van den Jardén, die zij nen naam dankt aan het feit, dat hij in zijn zoo korten loop honderden meters daalt. De centrale, die haar kracht aan het land zal teruggeven voor licht en voor beweging. Groot is het werk. De stuw een der belangrijkste onder- WALCHEREN. Gemeenteraad van Westkapelle. Vrijdagmiddag hield de raad een openbare v#rgadering, voorzitter de bur gemeester, tegenwoordig zes leden, ééjn vacature. Na opening der vergadering verzocht de voorzitter de leden een opgenblik van hun zetels op te staan, waarop hij den brief voorlas met rouwbeklag, namens den raad gericht a,an de familie van het overleden raadslid, den heer H. Verhulst. Spr. wijdt daarna enkele woorden Slian de nagedachtenis van den overledene, wien het slechts vergund is geweest een paar malen de raadsvergadering te bezoeken. Zijn opvolger de heer J. Minderhoud, heeft voor een benoeming bedankt. Voorgelezen werd daarop een schrijven van Jan Minderhoud Jz. c.s., waarin ver zocht wordt om „Het Hout" niet te be straten, of, indien tot bestrating wordli overgegaan, eventueeie kosten niet te doen betalen door de aangelanden, omdat adressanten van meening zijn, dat „Het Hout' geen landweg meer maar een dorpstraat geworden is. De voorzitter deelt mede, dat „Hel Hout" een deel uitmaakt van den Noord- weg en dus in de baatbelasting no. 1 van de gemeente "Westkapelle is begre pen In de vorige vergadering, aldus de voorzitter ging het er alleen om of de aangelanden van bedoeld gedeelte de geheele of een gedeelde der baat belasting zou moeten betalen, waarbij bij meerderheid van stemmen werd be sloten, de aangelanden de volle baatbe lasting te doen betalen; dat de ver gelijking met K. de Vos' wegeling in genoemd adres niet opgaat, omdat dit wegeling, niet in het plan tot wegenver harding en ook niet in de baatbelasting betrokken was. De voorzitter wijst er in dal verband nog op, dat door den heer Jaks Gij so uw aangelande van den Nieuwen weg, destijds ook het volle be drag w egenbelasling is betaald. De heer K. Cijsouw had het goed ge vonden, dat bedoelde personen voor de helft der kosten in aanmerking kwa men, en vindt het stootend, dat ze hel volle bedrag moeten betalen. Ook de heer L. Minderhoud vindt het onbillijk, te meer daar deze weg aan één kant is bebouwd. Het voorstel, het besluit in de vorige 'vergadering genomen, te handhaven, aangenomen met 4 tegen 2 st., die der heeren L Minderhoud en K. Cijsouw. Hel bekende schrijven van Ged. Staten betreffende een tijdelijke verlaging der jaarwedden van burgermeester, secreta ris en ontvanger, werd voor kennisgeving aangenomen, aangezien alhier reeds het maximum-verhaai, 81/2 pet pensioenpre mie op de ambtenaren verhaald wordt. In verband met deze circulaire merkt de heer H ulb r e g t s e nog op, niet te kunnen begrijpen, waarom Ged. Staten ,in deze nog het advies vragen, omdat dit college toch haar zin doet. Daarna wordt vastgesteld het kohier hondenbelasting 1932. De vergoeding aangegeven in art, 101 der Lager Onderwijswet, voor de Bijz. school over 1930 wordt bepaald op 7.52 per leerling. Het totaal bedrag wordt vastgesteld op deelen schijnt uit de natuurlijke ge steldheid der omgeving te groeien. Of eigenlijk reeds gegroeid te zijn. Want het blijkt uit alles dat het werk reeds zijn voltooiing nadert. En het zal waar schijnlijk geen jaar meer duren, of het zal kiaar zijn en, in gebruik gesteld, een der gewichtigste en machtigste midde len zijn voor de ontsluiting van Pales tina. Bij Beisan zijn we weder in het West- Jordaansche gebied. En aan het begin van den Emek, dien we nu zullen bin nengaan. Het is markt vandaag in Beisan en het is er tamelijk vol in de nu volkomen Arabische stad. Maar onze gedachten gaan over vele eeuwen achterwaarts. Beth-Schan is de Bijbelsche plaats, die den laatsten strijd heeft gezien van Saul en van Jonathan 2); den strijd tegen de Philistijnen op de heuvelen van Gilboa, welke uitzien over de vlakte van Jis- reeël. Daar „zijn de helden gevallen". „Saul en Jonathan, elkander zoo lief, zoo dierbaar in hun leven, zijn ook in den dood niet gescheiden" 3). Dergelijke Bij belverzen komen ons hier vanzelf op de lippen. Die puinheuvel ginds, zouden daar de muren zijn geweest, die gedra gen hebben de lijken van Saul en zijn zonen, welke er door de overwinnaars aan vastgespijkerd werden? Daar wordt gezocht, en geprobeerd het oude Beth- Schan uit den grond te spitten. Op dit moment echter is men-niet bezig, is er niemand, en wacht de heuvel op de menschen, die in zijn ingewanden zullen afdalen, om er de geheimzinnige sporen der oude tijden terug te vinden. Er valt voor ons thans niets te zien en zeker niets te leeren. Onze weg buigt zich om. Wij gaan de vlakte van Jisreëel in, Tegenwoordig kortweg: de Emek. 2) I Sam, 31. 3) II Sam. 1, 23. (Wordt vervolgd.) f 635, vermeerderd met 75 vergoeding voor vakonderwijs (handwerken). Besloten wordt ook om het voorschot op de gemeentelijke vergoeding, art. 101 L.O.-wet, over 1932 vast te stellen op 600. Op verzoek van den Pensioenraad wordt aan de heeren F. de Vos en M, Dieleman, met terugwerkende kracht met ingang van 1 Oct. 1929 eervol ont slag verleend, resp als hoofd- en onder wijzer aan den cursus voor onderwijs aan leerlingen, buiten den leerplichti gen leeftijd, in verband met het ontbre ken van een voldoend aantal leerlingen. In verband met de aanneming van 't werkloosheidbesluit zijn de werkzaam heden voor den correspondent van de arbeidsbemiddelling zeer toegenomen, zoodat het gewenscht is, dat deze daar voor ook Donderdags komt. De Raad gaat daarmede accoord, terwijl hij de regeling voor die belooning overlaat aan B. en W. Daarop wordt besloten ineengeheime vergadering over te gaan, tot bespre king, betreffende het rechttrekken van Slaakwegswegeling. Na heropening der vergadering wordt besloten, B. en W. te machtigen, be treffende het rechttrekken van genoemd wegeling in onderhandeling te treden met belanghebbenden, en indien tot overeenstemming geraakt kan worden, het werk te doen uitvoeren als object voor werkverschaffing. Rondvraag. De heer Huibregtse wenscht en kele inlichtingen te verneemen over de werkverschaffing in deze ge meente. Spr. vraagt, of pogingen zijn aangewend voor kindertoeslag. Ook verzocht hij om zoo spoedig mogelijk verk te verschaffen, daar hij meent, Jat veel memchen het noodig hebben. De Voorzitter zegt dat door de vorst de werkverschaffing, waarmede reeds begonnen was, moest stopgezet worden. Bovendien moet de gemeente rekening houden met de op de begroo- .ing geplaatste som van 1500. Van het Rijk is nog geen toezegging ontvangen van een hoogere subsidie. Wanneer Joor het Rijk, in plaats von de toege zegde 25 pCt., 50 pCt. gegeven kon vorden, zou er meer gedaan kunnen worden. Toen de werkzaamheden aan het vroon zouden beginnen, bleek, dat nog toestemming van den Polder noodig was, daar het vroon dicht bij de duinen ligt. De Voorzitter hoopt spoedig de werkverschaffing te kunnen hervatten. De heer Huibregtse zou het loon van 22 cent per uur willen, als het Rijk daarvoor geen meerder steun geeft. De Voorzitter zegt, dat, mogelijk wanneer de voorschriften van het Rijk niet opgevolgd worden, dan ook geen subsidie verleend wordt. De heer Huibregtse zou dan voor groote gezinnen brandstoffen wil len geven. De Voorzitter zegt, dat invoe ring van een steunregeling voor West kapelle niet mogelijk is. De heer Huibregtse zou pogin gen willen om een kindertoeslag te krij gen. De Voorzitter zegt vernomen te hebben, dat de gemeente St. Laurens en Serooskerke een verzoek om kin dertoeslag geweigerd is. Bovendien wil spr. pogingen voor een hooger uurloon, omdat de grootste groep van Westkappelaars, wanneer zij werk hebben, een hooger loon verdiennen dan 2 per dag. Bij de verdere discussie zei de heer Huibregtse, dat voor de georgani seerde wekelijks de 50 ets. contributie bij betaald wordt, waartegen de heer H. C y s o u w opkomt. De Voorzitter zegt er niet tegen te zijn, dat die 50 cent per week er bij betaald wordt. De Voorzitter acht het ge wenscht een commissie uit den Raad te benoemen om met B. en W. de aan gelegenheden te regelen voor de werk verschaffing. De heer Huibregtse wil een com missie samengesteld uit iedere organisa tie in deze gemeente, n.l. een lid uit den transportarbeidersbond, één uit den bouwvakarbeidersbond en één uit den landarbeidersbond. Met dit voorstel vereenigt zich de Raad. De heer K. Minderhoud vraagt nog, of die 50 cent per week voor ge- organiseerden van de beschikbare 1500 betaald moet worden, dan zou z.i. daar door de ongeorganiseerden daarvan min der profiteeren. De voorz. meent van wel. De heer K. C ij s o u w meent dat dit een prikkel zal zijn voor de arbeiders om zich te organiseeren. De heer Louwerse wijst er op, dat bij toekenning van dien toeslag, toch niet meer dan 1500 gld. uitgekeerd zal kun nen worden. De voorz. stelt dan voor, 50 cent per week toe te kennen, zoo noodig onder nadere goedkeuring, wat wordt aangenomen met 4 tegen 2 stemmen, die der heeren H. Cijsouw en L, Minderhoud. De heer Huibregtse vraagt daar op inlichtingen, waarom de bewaarschool thans ondergebracht is in de openbare school. De Voorzitter zegt, dat de geslo ten bewaarschool verbouwd wordt, en nu gevraagd is, tijdens den verbouw, ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5