BEISmarPABESTïNA
TWEEDE BLAD VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 15 FEBRUARI 1932. No. 38.
HET JAPANSCH-
CHINEESCHE CONFLICT.
DOOR RAD DY N S.PkdeVRIES.Mzn
29) -« i 5
0
ZEELAND.
IV
Japan's overbevolkingsprobleem
De onbloedige strijd tusschen
Japan en Amerika om de al*
leenheerschappij op den Groo-
ten Oceaan. Vrees voor het
behoud van den vrede in den
Pacific.
Door zijn overwinning op de Russen
is Japan in 1905 een algemeen erkende
groote mogendheid geworden, Zijn aan
zien is overal gestegen, vooral in de
Oostersche wereld. Een Oostersch volk
heeft de zich zoo verheven voelende
Westerlingen een afstraffing toegediend,
die hen nog lang heugen zal.
Echter voor Japan is het succes niet
evenredig geweest aan de groote offers
aan goed en bloed, die het in den Rus-
sisch-Japanschen oorlog heeft moeten
brengen. Vermoedelijk onder pressie
van 't machtige Amerika heeft Japan erin
toegestemd, het in Zuid-Mantsjoerije op
de Russen veroverde grondgebied, in
1915 aan China te zullen teruggeven.*)
Mantsjoerije biedt dus op dat oogen-
blik geen gelegenheid tot stichtingen en
vestigingen van duurzamen aard aan Ja
pan. Het dreigende spook der overbe
volking blijft der Japansche regeering
voordurend voor oogen zweven. Waar
een uitweg te vinden voor het snel toe
nemend proletariaat in de steden, de
groote massa van primitief levende keu
terboertjes op het land?
In het Zuiden van den Pacific liggen
de Philippijnen, die Amerika in 1898 op
de Spanjaarden veroverde, Malakka, Si-
am, Nederlandsch Indië. Sedert eeuwen
trekken de Chineezen erheen om er
zich te vestigen als handelaar, ambachts
man, koelie. Zij zijn een ijverig en spaar
zaam volk, met groot aanpassingsvermo
gen. In den loop der jaren hebben zij er
zich vermengd met de inheemsche be
volking en hun kinderen zijn onderda
nen geworden van de over deze landen
gestelde regeeringen.
Zullen deze gebieden ook een immi
gratieterrein kunnen worden voor het
overschot van de Japansche bevolking?
Reeds trokken verscheidene Japanners
er heen, als handelaar, fotograaf, win
kelier, tandarts, administrateur en em
ployé op cultuur ondernemingen in Ja-
pansch beheer, bankemployé op Japan
sche banken, maar nimmer als ambachts
man en koelie (ongeschoolde arbeider).
Ze leven er afzonderlijk van de andere
bevolkingsgroepen.
Maar deze landen zijn gebieden met
een tropisch klimaat en de Japanner
kan er niet goed aarden.
De Japanner is er voor de wet de ge
lijke van den Europeaan. In Neder-
Door een nieuwe overeenkomst
met China in 1915 wordt dit voorkomen.
In dat jaar wordt de pacht van de ha
vens Port Arthur en Dalny (Dairen), van
den Zuid-Mantsjoerijschen Spoorweg en
van den spoorweg van Antoeng naar
Moekden tot een termijn van 99 jaar
verlengd.
We mogen ons Tiberias voorstellen in
den winter, als het hier een der heerlijk
ste plekken in Palestina zal zijn. Hier
aan het verrukkelijke Meer in lentelucht,
We kunnen ons Tiberias in de toekomst
denken, wanneer eens de in de oudheid
reeds beroemde heete bronnen, die we
ook in den Talmoed telkens ontmoe
ten, op moderne wijze geëxploiteerd zul
len worden en er een badplaats zal zijn
ontstaan, die Karlsbad en andere derge
lijke Europeesche Kurorte naar de
kroon zal steken.
Wij mogen ons vandaag echter ge
lukkig prijzen, dat de wind ons niet nog
meer warmte tegemoet waait, en ons
voorloopig paaien met de hoop, dat we
niet genoodzaakt zullen zijn den nacht
onder den blooten hemel door te bren
gen. Zoo was het, gelijk de waard ons
vertelde, een paar nachten tevoren.
Toch rijden we nog uit. Want ginds,
ietwat hooger in de nabijheid, ligt een
kolonie, een Mizrachistische. de kolo
nie K'far Chittiem, die mij interesseert.
Op den weg erheen vertoeven we
een wijle aan het graf van Maimonides,
den onovertroffen Codificator, den Jood-
schen wijsgeer der Middeleeuwen, die
hier in 1207 werd begraven 1), De graf
stede is uitstekend verzorgd en welver
diende woorden en opschriften, aan de
gedachtenis van dezen heros gewijd,
ontbreken er niet.
Chittiem worstelt nog om zijn bestaan.
In den leider, nog een jongen man, ont
moet ik een bekende van vroegere con
gressen, die mij weet te verhalen van
veel tegenslag en inspanning, van pogen
1) Meer over hem Riten en Symbo
len I, Hoofdstuk 46.
landsch Indië verschijnt hij voor dezelf
de rechtbank als de Europeaan; de Chi
nees niet, hij moet bij een misdrijf te
rechtstaan voor de over de inheem
sche bevolking rechtsprekende rechtban
ken, (De met Europeanen gelijk gestel
de Chineezen uitgezonderd.)
Zou hij dan, afgezien van het voor hem
minder geschikte klimaat, evenals de
Chinees als koelie kunnen gaan werken
bij de tinmijnen op Malakka, de rubber
en tabaksondernemingen op Sumatra, op
de olieterreinen in Borneo?
Ten Zuiden van den Indischen Archi
pel ligt het werelddeel Australië, een
reusachtig gebied met een oppervlakte
als de Vereenigde Staten van Amerika
met plm. 5 K millioen inwoners, waarvan
ongeveer de helft in de zes grootste ste
den samenhokt. Onmetelijke gebieden
zijn vrijwel onbewoond, Het Westen,
Zuiden en Oosten hebben een gematigd
klimaat, alleen het Noorden is tropisch.
Voor de Japansche landbouwbevolking
zouden vooral de streken met gematigd
klimaat een gunstig terrein voor vesti
ging kunnen bieden.
Maar in Australië hebben de arbeiders
de macht in handen. De Labourpartij, die
er de lakens uitdeelt, voert een „white
labourpolitiek", een blanke arbeiders-
politiek, die den toegang aan niet zuiver
blanke arbeiders in Australië verbiedt.
De Australische arbeiders vreezen de
concurrentie van de arbeiders met een
gekleurde huid. Zij vreezen, dat hun
levenstandaard erdoor omlaag zal gaan,
en zij zich dan in hun nogal hoog gestel
de eischen zullen moeten matigen.
Australië blijft dus voor de Japansche
landverhuizers verboden terrein. Toch
biedt dit land enorme mogelijkheden.
Volgens berekeningen van de Australi
sche geleerden Griffith en Taylor is
Australië in staat een bevolking van 100
millioen te onderhouden.
Vaststaat dat het tropisch gebied van
Australië zonder hulp van gekleurde
werkkrachten nooit tot bloei zal kunnen
worden gebracht.
De Japansche emigratie heeft zich na
1900 vooral naar Californië gericht, de
„Far West" van Amerika, het vrucht
bare, rijke land met zijn schitterend kli
maat, aan den oostelijken oever van den
Grooten Oceaan gelegen.
Het gaat er de Japanners naar den
vleeze. Zij verwerven er gronden in
eigendom en leggen zich toe op groenten-
en vruchtenteelt. Zij willen zich er een
gezin vormen en in de Japansche bladen
verschijnen huwelijksadvertenties van
het soort, dat men ook hier kent: „toe
zending van portret gewenscht, dat op
eerewoord wordt geretourneerd".
Deze Japansche vrouwtjes, die op goed
geluk naar Californië komen, noemen de
Amerikanen „picturebrides"portret
bruiden.
De toevloed van Japanners naar Cali
fornië verontrust de Amerikanen. De
Amerikaansche regeering gaat de Japan
sche emigratie naar Californië allerlei
moeilijkheden in den weg leggen en de
behandeling van de daar wonende Ja
panners begint het karakter aan te ne
men van een bejegening, die men tegen-
en falen en ook van overwinning. En
ten slotte van de hoop, die bij deze men-
schen nooit verloren gaat. En als wij in
een grooten kring te zamen zitten en
herinneringen ophalen en verwachtin
gen overwegen, dan ziet men het de
zen mannen en vrouwen alleen maar aan,
dat zij gelooven in hun werk; dat zij
voelen een taak te dragen; en dat hun
schouders niet licht bezwijken zullen.
Waarom eigenlijk ben ik dezen nacht
niet bij hen gebleven? Dat was het ver
wijt, hetwelk ik mijzelf heb gemaakt,
toen ik na zonsondergang in het Hotel
terugkeerde. Het was er zoo stil, zoo
vol stemming, zoo aartsvaderlijk.
De nacht viel mee. Er is veel wind.
En hij is niet overmatig warm.. Open de
ramen der slaapkamer. Open de deur er
tegenover. En zóó, tusschen de zuiging,
is 't uit te houden en laat ook de slaap
zich niet geheel onbetuigd, nu bizon
der gelukkig mèt de zuiging er niet
ook zandvliegen de bloote deelen van
het lichaam komen teisteren.
Vroeg in den ochtend gaan we vóór
ons vertrek door de bazarstraten der
oude stad, waar we ook eenige histori
sche Synagogen en andere plaatsen be
zoeken. We bezichtigen ook de nu nog
zeer primitieve badgelegenheid der heete
bronnen en overtuigen ons van de kook
hitte van het water, zooals het uit den
bodem stroomt. Maar wij wagen ons niet
aan een langer oponthoud. Graven, ook
van beroemdheden, ook van mannen,
wier gedachtenis met wonderaureolen is
omstraald zooals dat van R. Meijer
Baal-Hanés Jeschievoth daarbij en
afzonderlijk, scholen, musea en zooveel
meer, we moeten het alles achterlaten
voor hetgeen het is.
Weldra zijn we genaderd aan de plek,
waar de Jordaan het meer Tiberias ver
laat. Hier houden we natuurlijk halt en
schouwen in het rond. Snel stroomt de
Jordaan naar beneden. Slechts een smal
le streep, 't Is zomer. Op den hoogen
oever aan de overzijde ligt het reeds
oudere Dagania in het groen tusschen
de palmen en andere boomen en struik
gewassen. Het is er een en al bedrij-
over onwelkome gasten aan den dag
legt, en nog erger.
Talrijke conflicten ontstaan tusschen
de Californische autoriteiten en de Ja
pansche ingezetenen. Kort na het sluiten
van den vrede van Portsmouth neemt de
Amerikaansche Senaat een wet aan,
waarbij de toegang tot het vasteland van
Amerika aan Aziatische landverhuizers
verboden wordt.
Dit besluit wekt groote verontwaardi
ging in Japan; de betrekkingen tusschen
de Japansche en Amerikaansche regee
ringen raken eenigszins gespannen, maar
Japan is nog te zeer uitgeput door den
oorlog met Rusland en vermijdt een con
flict met de Vereenigde Staten van Ame
rika,
Ook de Chineezen voelen zich getrof
fen door het landverhuizersverbod van
Amerika en beginnen een boycotactie
tegen de Amerikaansche handelswaren,
die door de Chineesche regeering echter
spoedig onderdrukt wordt.
Japan laat zich evenwel niet ontmoe
digen door het besluit van Amerika. Het
knoopt onderhandelingen aan met Mexi
co, teneinde zijn expansie op het vaste
land van Amerika te bevredigen. Er
wordt onderhandeld over de vestiging
van een Japansch kolenstation aan de
Mexicaansche kust, doch de Amerikaan
sche Senaat voorkomt dit door het aan
nemen van een resolutie, behelzend de
uitsluiting van buitenlandsche maat
schappijen van den aankoop van havens
en plaatsen aan de Westkust van het
vasteland van Amerika.
Steeds feller wordt de concurrentie
tusschen Japan en Amerika om de al
leenheerschappij op den Grooten Oce
aan.
De betrekkingen tusschen de beide
mogendheden worden voortdurend slech
ter, zoodat voor het behoud van den
vrede in het Verre Oosten ernstig ge
vreesd wordt.
Vooral toen Amerika in 1908 zijn
vloot in den Grooten Oceaan samentrok.
Vreemdelingenverkeer.
Zaterdag heeft het Dag. bestuur yam 'die
Veréeniging tot Bevordering van het
Vreemdelingenverkeer in Zuid- en Noord-
Beveland, ten kantore van den Provinci
alen Stoomnootdienst op de Wester schel
de te Vlissingen eene conferentie gehad
met den directeur van dien dienst, een
vertegenwoordiger van de Nederlandsche
Spoorwegen en den directeur van de
Stoomtrammaatschappij Breskens-Malde-
ghem, terwijl de Belgische buurtspoorwe
gen op het laatste oogennlik bericht zon
den verhinderd te zijn de conferentie bij
te wonen. De bedoeling der besprekingen
was het daarheen te sluren, dat in het
vervolg niet alleen op Donderdagen in
het reisseizoen, maar iederen dag de ge
legenheid zal worden opengesteld recht-
streeksche retourbiljëtten te verkrijgen
van de Belgische badplaatsen naar Zee
land, en zoo mogelijk is ook het recht
om op die retours een nacht in een dei
Zeeuwsche plaatsen over te 'blijven
Mocht dit plan slagen, dan zal het 't be
zoek aan Zeeland, ook op niet marktda
gen zeker kunnen bevorderen.
vigheid. Een kloeke vrouw, groot, ge
bronsd, ontvangt ons. „Holland?" vraagt
zij. En er gaat een straal van vreugde
over haar gelaat. Alsof een blijde herin
nering bij haar op komt. Eens is zij, toen
reeds moeder van zeven kinderen, naar
Holland getogen. Zij heeft er in Utrecht
de Veeartsenijschool bezocht. Zij heeft
er in Groningen geleerd. Zij heeft er
Holland en vele menschen, die goed en
hartelijk voor haar waren, lief gekregen.
Zij noemt mij namen en geeft mij warme
innige groeten mede. Deze vrouw, nu
moeder van reeds volwassen zonen en
dochteren, is hier in de leiding. We
zien veel. Maar het meest en het langst
de kleuters, jongens en meisjes, die bij
groepen onder toezicht van respectie
velijk onderwijzers en onderwijzeressen
zwemmen, spartelen, spelevaren, bene
den in den Jordaan. Het is vacantie en
van de grootere schoolkinderen vfertoe-
ven er een aantal tijdelijk aan het strand
te Haïfa. Anderen zullen hen vervan
gen. Overigens zijn hier de kinderen al
tijd overdag onder afzonderlijke leiding
in het kinderhuis. De ouders werken
op het land. Zij hebben alleen 's avonds
en 's nachts hun kinderen bij zich thuis
en onder hunne hoede.
We hadden intusschen den Jordaan
overschreden en bevinden ons in het
Oost- of Overjordaansche. De eenige
kleine strook van den Ewer-Hajardén,
die bij het Palestijnsche mandaatgebied
getrokken is. Aan dezen kant blijven
wij, totdat we Géscher voorbij zijn ge
komen, alwaar de belangrijke werken
van Ruttenberg in aanleg zijn en waar
wij natuurlijk een poos vertoeven, Gé
scher beteekent: brug. Brug over den
Jordaan. Hier valt de Jarmoek in den
Jordaan. En deze plek werd uitgezocht
om er de electrische centrale te bou
wen, welke haar kracht zal ontleenen
aan het water van den Jardén, die zij
nen naam dankt aan het feit, dat hij in
zijn zoo korten loop honderden meters
daalt. De centrale, die haar kracht aan
het land zal teruggeven voor licht en
voor beweging. Groot is het werk. De
stuw een der belangrijkste onder-
WALCHEREN.
Gemeenteraad van Westkapelle.
Vrijdagmiddag hield de raad een
openbare v#rgadering, voorzitter de bur
gemeester, tegenwoordig zes leden, ééjn
vacature.
Na opening der vergadering verzocht
de voorzitter de leden een opgenblik van
hun zetels op te staan, waarop hij den
brief voorlas met rouwbeklag, namens
den raad gericht a,an de familie van het
overleden raadslid, den heer H. Verhulst.
Spr. wijdt daarna enkele woorden Slian de
nagedachtenis van den overledene, wien
het slechts vergund is geweest een paar
malen de raadsvergadering te bezoeken.
Zijn opvolger de heer J. Minderhoud,
heeft voor een benoeming bedankt.
Voorgelezen werd daarop een schrijven
van Jan Minderhoud Jz. c.s., waarin ver
zocht wordt om „Het Hout" niet te be
straten, of, indien tot bestrating wordli
overgegaan, eventueeie kosten niet te
doen betalen door de aangelanden, omdat
adressanten van meening zijn, dat „Het
Hout' geen landweg meer maar een
dorpstraat geworden is.
De voorzitter deelt mede, dat „Hel
Hout" een deel uitmaakt van den Noord-
weg en dus in de baatbelasting no. 1
van de gemeente "Westkapelle is begre
pen
In de vorige vergadering, aldus de
voorzitter ging het er alleen om
of de aangelanden van bedoeld gedeelte
de geheele of een gedeelde der baat
belasting zou moeten betalen, waarbij
bij meerderheid van stemmen werd be
sloten, de aangelanden de volle baatbe
lasting te doen betalen; dat de ver
gelijking met K. de Vos' wegeling in
genoemd adres niet opgaat, omdat dit
wegeling, niet in het plan tot wegenver
harding en ook niet in de baatbelasting
betrokken was. De voorzitter wijst
er in dal verband nog op, dat door den
heer Jaks Gij so uw aangelande van den
Nieuwen weg, destijds ook het volle be
drag w egenbelasling is betaald.
De heer K. Cijsouw had het goed ge
vonden, dat bedoelde personen voor de
helft der kosten in aanmerking kwa
men, en vindt het stootend, dat ze hel
volle bedrag moeten betalen. Ook de
heer L. Minderhoud vindt het onbillijk,
te meer daar deze weg aan één kant
is bebouwd.
Het voorstel, het besluit in de vorige
'vergadering genomen, te handhaven,
aangenomen met 4 tegen 2 st., die der
heeren L Minderhoud en K. Cijsouw.
Hel bekende schrijven van Ged. Staten
betreffende een tijdelijke verlaging der
jaarwedden van burgermeester, secreta
ris en ontvanger, werd voor kennisgeving
aangenomen, aangezien alhier reeds het
maximum-verhaai, 81/2 pet pensioenpre
mie op de ambtenaren verhaald wordt.
In verband met deze circulaire merkt
de heer H ulb r e g t s e nog op, niet te
kunnen begrijpen, waarom Ged. Staten
,in deze nog het advies vragen, omdat
dit college toch haar zin doet.
Daarna wordt vastgesteld het kohier
hondenbelasting 1932.
De vergoeding aangegeven in art, 101
der Lager Onderwijswet, voor de Bijz.
school over 1930 wordt bepaald op
7.52 per leerling.
Het totaal bedrag wordt vastgesteld op
deelen schijnt uit de natuurlijke ge
steldheid der omgeving te groeien. Of
eigenlijk reeds gegroeid te zijn. Want
het blijkt uit alles dat het werk reeds
zijn voltooiing nadert. En het zal waar
schijnlijk geen jaar meer duren, of het
zal kiaar zijn en, in gebruik gesteld, een
der gewichtigste en machtigste midde
len zijn voor de ontsluiting van Pales
tina.
Bij Beisan zijn we weder in het West-
Jordaansche gebied. En aan het begin
van den Emek, dien we nu zullen bin
nengaan.
Het is markt vandaag in Beisan en het
is er tamelijk vol in de nu volkomen
Arabische stad. Maar onze gedachten
gaan over vele eeuwen achterwaarts.
Beth-Schan is de Bijbelsche plaats, die
den laatsten strijd heeft gezien van Saul
en van Jonathan 2); den strijd tegen de
Philistijnen op de heuvelen van Gilboa,
welke uitzien over de vlakte van Jis-
reeël. Daar „zijn de helden gevallen".
„Saul en Jonathan, elkander zoo lief, zoo
dierbaar in hun leven, zijn ook in den
dood niet gescheiden" 3). Dergelijke Bij
belverzen komen ons hier vanzelf op de
lippen. Die puinheuvel ginds, zouden
daar de muren zijn geweest, die gedra
gen hebben de lijken van Saul en zijn
zonen, welke er door de overwinnaars
aan vastgespijkerd werden? Daar wordt
gezocht, en geprobeerd het oude Beth-
Schan uit den grond te spitten. Op dit
moment echter is men-niet bezig, is er
niemand, en wacht de heuvel op de
menschen, die in zijn ingewanden zullen
afdalen, om er de geheimzinnige sporen
der oude tijden terug te vinden. Er valt
voor ons thans niets te zien en zeker
niets te leeren.
Onze weg buigt zich om.
Wij gaan de vlakte van Jisreëel in,
Tegenwoordig kortweg: de Emek.
2) I Sam, 31.
3) II Sam. 1, 23.
(Wordt vervolgd.)
f 635, vermeerderd met 75 vergoeding
voor vakonderwijs (handwerken).
Besloten wordt ook om het voorschot
op de gemeentelijke vergoeding, art.
101 L.O.-wet, over 1932 vast te stellen
op 600.
Op verzoek van den Pensioenraad
wordt aan de heeren F. de Vos en M,
Dieleman, met terugwerkende kracht
met ingang van 1 Oct. 1929 eervol ont
slag verleend, resp als hoofd- en onder
wijzer aan den cursus voor onderwijs
aan leerlingen, buiten den leerplichti
gen leeftijd, in verband met het ontbre
ken van een voldoend aantal leerlingen.
In verband met de aanneming van 't
werkloosheidbesluit zijn de werkzaam
heden voor den correspondent van de
arbeidsbemiddelling zeer toegenomen,
zoodat het gewenscht is, dat deze daar
voor ook Donderdags komt.
De Raad gaat daarmede accoord,
terwijl hij de regeling voor die belooning
overlaat aan B. en W.
Daarop wordt besloten ineengeheime
vergadering over te gaan, tot bespre
king, betreffende het rechttrekken van
Slaakwegswegeling.
Na heropening der vergadering wordt
besloten, B. en W. te machtigen, be
treffende het rechttrekken van genoemd
wegeling in onderhandeling te treden
met belanghebbenden, en indien tot
overeenstemming geraakt kan worden,
het werk te doen uitvoeren als object
voor werkverschaffing.
Rondvraag.
De heer Huibregtse wenscht en
kele inlichtingen te verneemen over de
werkverschaffing in deze ge
meente. Spr. vraagt, of pogingen zijn
aangewend voor kindertoeslag. Ook
verzocht hij om zoo spoedig mogelijk
verk te verschaffen, daar hij meent,
Jat veel memchen het noodig hebben.
De Voorzitter zegt dat door de
vorst de werkverschaffing, waarmede
reeds begonnen was, moest stopgezet
worden. Bovendien moet de gemeente
rekening houden met de op de begroo-
.ing geplaatste som van 1500. Van het
Rijk is nog geen toezegging ontvangen
van een hoogere subsidie. Wanneer
Joor het Rijk, in plaats von de toege
zegde 25 pCt., 50 pCt. gegeven kon
vorden, zou er meer gedaan kunnen
worden.
Toen de werkzaamheden aan het
vroon zouden beginnen, bleek, dat nog
toestemming van den Polder noodig was,
daar het vroon dicht bij de duinen ligt.
De Voorzitter hoopt spoedig de
werkverschaffing te kunnen hervatten.
De heer Huibregtse zou het loon
van 22 cent per uur willen, als het Rijk
daarvoor geen meerder steun geeft.
De Voorzitter zegt, dat, mogelijk
wanneer de voorschriften van het Rijk
niet opgevolgd worden, dan ook geen
subsidie verleend wordt.
De heer Huibregtse zou dan
voor groote gezinnen brandstoffen wil
len geven.
De Voorzitter zegt, dat invoe
ring van een steunregeling voor West
kapelle niet mogelijk is.
De heer Huibregtse zou pogin
gen willen om een kindertoeslag te krij
gen.
De Voorzitter zegt vernomen te
hebben, dat de gemeente St. Laurens
en Serooskerke een verzoek om kin
dertoeslag geweigerd is.
Bovendien wil spr. pogingen voor een
hooger uurloon, omdat de grootste groep
van Westkappelaars, wanneer zij werk
hebben, een hooger loon verdiennen dan
2 per dag.
Bij de verdere discussie zei de heer
Huibregtse, dat voor de georgani
seerde wekelijks de 50 ets. contributie
bij betaald wordt, waartegen de heer
H. C y s o u w opkomt.
De Voorzitter zegt er niet tegen
te zijn, dat die 50 cent per week er bij
betaald wordt.
De Voorzitter acht het ge
wenscht een commissie uit den Raad
te benoemen om met B. en W. de aan
gelegenheden te regelen voor de werk
verschaffing.
De heer Huibregtse wil een com
missie samengesteld uit iedere organisa
tie in deze gemeente, n.l. een lid uit den
transportarbeidersbond, één uit den
bouwvakarbeidersbond en één uit den
landarbeidersbond.
Met dit voorstel vereenigt zich de
Raad.
De heer K. Minderhoud vraagt
nog, of die 50 cent per week voor ge-
organiseerden van de beschikbare 1500
betaald moet worden, dan zou z.i. daar
door de ongeorganiseerden daarvan min
der profiteeren. De voorz. meent van
wel.
De heer K. C ij s o u w meent dat dit
een prikkel zal zijn voor de arbeiders om
zich te organiseeren.
De heer Louwerse wijst er op, dat
bij toekenning van dien toeslag, toch niet
meer dan 1500 gld. uitgekeerd zal kun
nen worden. De voorz. stelt dan voor, 50
cent per week toe te kennen, zoo noodig
onder nadere goedkeuring, wat wordt
aangenomen met 4 tegen 2 stemmen, die
der heeren H. Cijsouw en L, Minderhoud.
De heer Huibregtse vraagt daar
op inlichtingen, waarom de bewaarschool
thans ondergebracht is in de openbare
school.
De Voorzitter zegt, dat de geslo
ten bewaarschool verbouwd wordt, en
nu gevraagd is, tijdens den verbouw, ge-