„ARNHEM"
„Zij" Crème
•naan
TWEEDE BLAD VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 11
FEBRUARI 1932. No. 35.
DIEFSTALLEN IN EEN
GROOT WARENHUIS.
len?"
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
de basis voor een zorgenvrij bestaan.
RECHTZAKEN.
TEGEN 'T ONTWERP
TERPSTRA.
GEMENGD NIEUWS.
(Van onzen bijzonderen medewerker.)
Uitverkoop in den Haagschen Bijen,
korf. De leider van het Bijenkorf-perso
neel en ik dringen door de zwermen kijk
en kooplustigen, die elkaar in vrijwel
alle verkoop-afdeelingen de ruimte be
twisten. Tijdens onzen tocht op de eer
ste étage zegt mijn gids: „Let eens op
die dame daar". Zijn hoofd duidt op de
stoffen-afdeeling, waar ik een jonge, mo
dieus gekleede vrouw gretig in den
voorraad kleurige stoffen zie graaien. Bij
nadere beschouwing komt het me voor,
dat haar aandacht niet onverdeeld bij
deze bezigheid is; zij kijkt herhaaldelijk
sterk geïnteresseerd naar de aangren
zende afdeeling, waar veel keus maken
de dames loopen,
„Onze vrouwelijke huis-detective",
licht mijn leidsman mij in. „Zij is ver
moedelijk iemand op het spoor; we zul
len even verder wachten op de dingen
die komen kunnen".
Een paar minuten later roept een lang
gerekt bel-signaal den leider van het
personeel aan de telefoon. Hij luistert
aan het toestel, spreekt, wenkt mij dan
hem te volgen. De huis-detective komt
op ons toe en zegt: „Ik heb zooeven
een bezoekster een zijden shawl weg
zien nemen. Aanhouden?"
„Vooruit maar", antwoordt haar chef.
Bij de trap, die naar beneden voert,
spreekt de dective een circa 20-jarige
dame aan. Vervolgens zie ik haar met
een snellen greep een pakje uit de han
den van de gevolgde rukken. Tusschen
het touw, aan den onderkant van het
pakje steekt.... een verfrommelde
shawl. De detective leidt de aangehou
dene naar een voor het publiek afgeslo
ten gang, waar wij ons bij haar voegen.
Tusschen den leider van het personeel
en de twee dames ontstaat onmiddellijk
een hooggeladen gesprek. De detective
betoogt, de aangehoudene, uit wier knap
gezicht het bloed weggevloeid is, pro
testeert in gebroken Duitsch: „Maar das
ies ja Wahnsinn". Zij geeft naam en
adres op. Ze woont in de hoofdstad van
een andere provincie, is met een vriend
voor een dagje naar Den Haag gereisd
in zijn auto, ze weet niet hoe de shawl
tusschen haar pakje geraakt kan zijn, en
ze wil naar den Kavalier, die haar bij
het winkelen begeleid heeft, en die niet
weten zal waar zij gebleven is. Wij gaan
met haar mee. Het blijkt, dat de vriend
tijdens de aanhouding, slechts enkele
passen van de Duitsche verwijderd, naar
een broekpers-apparaat heeft staan kij
ken, en dat het gebeurde hem ontgaan
is. We treffen hem bij de trap, zoekend
naar zijn plotseling verdwenen vrien
din. De chef van het personeel verklaart
den heer, die een in de stad zijner in
woning klinkenden naam blijkt te dra
gen, hetgeen is voorgevallen. Hij wil
aanvankelijk niet gelooven, dat zijn ge
zellin in staat zou zijn een shawl weg te
nemen, doch tenslotte moet hij voor de
feiten zwichten. Hij biedt zijn excuses
aan, vraagt de shawl te mogen betalen
en geen verder gevolg aan de voor hem
zeer pijnlijke zaak te geven, Tijdens het
onderhoud glijden zijn blikken langs de
gestalte van de vriendin, die kleintjes en
deemoedig naast hem staat, heen. In
een houding, die zoowel niet begrijpen
als weerzin uitdrukt, zien we hem even
later naast de jonge vrouw, zwijgend de
trap afgaan.
Naar de consequenties van dit kleine
drama kunnen we slechts gissen
De leider van het personeel zegt pein
zend tot mij:" Dat is nu een stukje wa
renhuis-tragiek. Vermoedelijk kent hij
haar nog maar kort, wie weet hoe hij
tegen haar heeft opgezien; en dan zoo'n
ontgoocheling. Zij is natuurlijk geen win
DOOR RABDYM S.PhdeVRIES.Mzn
26).
Vanuit de kleine ruimte voor het Be
dehuis kan men zijn grafgewelf zien, en
den ingang van het ritueele Bad, het
welk voor zijn veelvuldig gebruik spe
ciaal het zijne was en dat nu nog voor
de reiniging van dooden wordt gebezigd.
Hier vóór de Sjoel staat ook een pilaar
of zuil, zooals we die in Meron hebben
gez'en. En op Lag-ba-'Omer groet deze
met haar vlam en walm de vreugdevu
ren van de Hiloelah d'Rabbie Schim'on
van het_ gindsche Meron, dat we van
hieruit in de verte kunnen ontdekken.
Morgen is het „jaartijd" van de Ari! Dan
zullen er ook heele drommen zijn graf
bezoeken, al zal het niet den optocht
evenaren op den dag van Meron,
Op Sabbath-morgen leidt ons de
Schammasch der Ari-sjoel van zeven tot
acht uur langs en door die verschillende
Synagogen, De titel Schammasch kun
nen we ongeveer met het Nederland-
sche koster benaderen. Zoo betreden
we de Béth-Joséf-sjoel, de Alschech-
sjoel, de Ri-Aboab-sjoel. En ook de ech
te Ari-sjoel, alwaar de Ari zijn vaste
plaats gehad moet hebben, maar waar
de dienst minder op zijn intenties is ge
keldievegge van beroep, maar een ge
wone fatsoenlijke vrouw, die op mooie
dingen gesteld is, en die de verleiding
niet kon weerstaan. Deze pijnlijke les
zal haar wel weer met beide beenen op
den beganen grond gebracht hebben".
„Komen zulke gevallen veel voor?"
„Praat maar eens met de detectieve,
die in een paar maanden 58 personen
aan hield".
De vrouwelijke detective van den Bijen
korf gaat in de rustigen hoek van het
groote warenhuis enthousiast op mijn
belangstelling in haar werkkring in. Zij
is nog kort genoeg in het beroep om
zichtbaar van haar werk en van haar
successen te kunnen genieten. Met
lichtjes van pret en voldoening in de
schrandere oogen vertelt zij over de
aanhouding van twee, in dure bontjes-
sen gehulde dames, die zij bij het stelen
van een kunstvoorwerp van 34 gulden
betrapte, en die in haar kamers voor een
waarde van 1800 gulden aan goederen
uit den Bijenkorf in voorraad hadden.
„Zijn het meestal vrouwen, die ste-
„Bijna allen, die hier wat wegnemen
zijn dames. En wat voor dames; dik
wijls elegant en kostbaar gekleed. Dat
zijn de ergsten. Onlangs hield ik er zoo
een aan, die met een modelhoed, die zij
het vorige jaar hier gestolen had, op, in
onze hoeden-afdeeling paradeerde. Zij
was weer op buit uit, maar liep tegen
de lamp".
„Hoe krijgt U de dieveggen in het vi
zier?"
„Het is dikwijls alsof je van iemand
voelt, dat ie met een bedoeling rond
loopt. Als ik vermoed: die of die kon
wel eens probeeren haar slag te slaan,
volg ik haar van afdeeling tot afdeeling,
en ik blijf haar gade slaan. Omdat ik
rondloop als een winkelende vrouw val
ik weinig op, Soms loopen de winkel
dieveggen me gemakkelijk in de handen,
maar het is ook wel voorgekomen, dat
ik doen moest alsof ik zelf ook op buit
uit was. De winkeljuffrouwen lieten mij
natuurlijk stelen wat ik wilde, doch toen
de echte dievegge, vermoedelijk door
mijn brutaliteit aangestoken, eerder haar
plan uitvoerde dan zij zonder mijn voor
beeld gedaan zou hebben, werd zij op
heeterdaad betrapt".
Het zijn zeker meest kleine voorwer
pen, die gestolen worden?"
„Dat zou U tegen vallen. Bontjassen
zijn niet bepaald klein, wel? En een
grooten lederen reiskoffer steekt men
ook maar niet zoo in den zak. Toch
verdwijnen ze uit het Huis zonder dat
er voor betaald werd.
„Bestaan er benden van winkeldie
veggen
„Van tijd tot tijd. De meste vrouwen
werken zelfstandig of in een combinatie
van twee. De combinatie moeder en
dochter komt heel voor, ook die van
twee vriendinnen.
„Komt de politie bij een aanhouding
te pas?"
„Daarover beslist de leider van het
personeel. Elk geval wordt afzonderlijk
beoordeeld. Zooeven zag U, dat een
minnelijke schikking getroffen werd.
Als we echter vermoeden met een ge
routineerde te doen te hebben volgt een
huiszoeking. Dat levert vaak interes
sante verrassingen op."
De flinke jonge vrouw neemt afscheid;
ze gaat zich verkleeden in een van de
vele uitrustingen, die zij tot haar be
schikking heeft om langer onbekend te
kunnen blijven. Ik voeg me weer bij den
leider van het personeel, die me een en
ander vertelt over de eischen, die het
ongewone beroep stelt.
„Het is zeer moeilijk een goed wa
renhuis-detective te zijn", zegt mijn
metgezel, „want stelende vrouwen gaan
over het algemeen heel geraffineerd te
werk, en geen enkele aanhouding mag
opzien baren. Gebleken is, dat speciaal
richt. Zoodat zij eerder de pseudo en
de andere inderdaad mer de echte Ari-
sjoel blijkt te zijn! Allemaal Sefardische
Bedehuizen, ruime gebouwen, en ook
met die hooge Almemmors. Maar hier
zijn de banken alleen langs de wanden
heen. En velen der biddenden zitten
op die banken gelijk Arabieren, met de
beenen kruiselings onder zich gevouwen.
Hier is minder Kawanah, dus minder
gegons en minder lijfbeweging en min
der heen-en-weer geloop en meer de
corum naar Westerschen smaak. Wij
hadden verscheiden malen de eer
kunnen hebben, om „opgeroepen" te
worden, dat wil zeggen: een beurt te
krijgen bij de Torahvoorlezing'. Maar we
hadden onzen gastheer toegezegd om te
acht uur in zijn Sjoel te komen, alwaar
op dat moment de Dienst zou begin
nen.
We waren er op tijd. Doch daar was
het Polen in optima forma. Er was nog
bijna niemand aanwezig. Ook onze gast
heer niet. En zoo lieten we ons met on
zen gids, den Schammasch immers der
Ari-sjoel, gewillig meetroonen naar de
zijne, alwaar hij ons triomfantelijk bin
nenvoerde en ons zette op eereplaatsen
aan den Oostwand naast de Heilige Ar-
ke. Of we hier ook werden opgeroepen?
Wie is er zoo onnoozel, dit te vragen!
Het was de Sabbath vóór den Vasten
dag van Ab, den rouw- en Vastendag
om de verwoesting van Jerusalem, om
het verlies van stad en Tempel en van
Staat en staatkundig volksbestaan. Dan
wordt, na de wekelijksche Torah-voor-
vrouwen het beroep op den duur met
goede resultaten kunnen uitoefenen. Zij
weten zich beter dan mannen onop
vallend tusschen het publiek te bewe
gen, en zij hebben vrouwen vlugger door.
Bovendien speelt in het beroep de be
roemde vrouwelijke intuitie een groote
rol. Men moet soms tot aanhouding over
gaan, hoewel men niet gezien heeft, dat
er gestolen werd. Daartoe behoort een
flinke dosis brutaliteit, vooral als het
vermoeden is gevallen op een goed ge
kleed type, dat vlot en hautain van zich
af weet te bijlen."
„Wie stelen hier zooals?"
„Wie steelt hier eigenlijk niet, kunt
U beter vragen. Tegen de groote ver
leiding van het warenhuis zijn zelfs vrou
wen van rijke en hooggeplaatste man
nen niet altijd bestand. De een steelt uit
winstbejag, de ander uit hebzucht, bij
een derde is kleptomanie de drijfveer
We hebben een lange lijst van zeer déli
cate gevallen. De bestudeering daarvan
geeft iemand een nieuwen kijk op het
leven."
Een belsignaal noodigt mijn geleider
weer aan de telefoon. Ik hoor hem zeg
gen: „Ga met de meisjes naar huis, en
vertel het de ouders".
Een controleur heeft twee jeugdige
meisjes betrapt op het stelen van een
armband. „Komt ook dit geval niet bij
de politie?" vraag ik,
„Neen, dat zullen we maar niet doen",
luidt 'het antwoord. We moeten de
ouders een kans geven. Blijken zij de
kinderen niet aan te kunnen, dan krijgt
de politie deze gevallen op den duur
toch wel".
Uitverkoop in het groote warenhuis
met zijn sterke verle dingen. In den
zóemenden menschenzwerm speurt de
vrouwelijke detective naar begeerige
handen.
(Ingez. Med.)
Het O.M. bij de Rotterdamsche
rechtbank eischte tegen de inbrekers,
die in den nacht van 12 op 13 Decem
ber gepoogd hebben in te breken in den
goudsmidswinkel van R. v. d. Berg op
de Kruiskade te Rotterdam en waarbij
een van hen drie schoten op een agent
heeft gelost, resp. 8 en 3 jaar gevange
nisstraf.
Het Gerechtshof te Amsterdam be
vestigde het vonnis van de arr, recht
bank, waarbij een donkeyman wegens
het veroorzaken van dood door schuld
tot drie maanden hechtenis werd ver
oordeeld.
De donkeyman was werkzaam aan
boord van het s.s. „Jagersfontein" lig
gende in de Amsterdamsche haven. Een
ketel werd nagezien en de man liet het
water binnen, waardoor een machinist,
die zich nog in den ketel bevond, zeer
ernstige brandwonden opliep en kort na
het gebeurde overleed.
Het Gerechtshof te Amsterdam ver
nietigde heden de beschikking van de
rechtbank te Haarlem, waarbij surséance
van betaling was verleend aan de N.V.
Ned. Handel- en Landbouwbank te
Haarlem. Overwogen werd, dat de po
gingen der bank over te doen, zijn mis
lukt.
lezing, uit de Profeten het eerste Hoofd
stuk van Jesaja voorgedragen. Dat doe
ik jaarlijks in onze Synagoge thuis.
En deze keer werd ik er te Safed voor
„opgeroepen". Ik deed het natuurlijk
op mijn gewone wijze. Voor de Ari-sjoel
blijkbaar een nieuw geluid. Maar ook
voor mij. En voortdurend nog een
eigenaardige herinnering.
We hebben dien Sabbath van de mil
de lucht van Safed veel genoten. Het
was ons als een fijne lentedag, die ons
verkwikte en ons verlokte tot gezelli
ge wandelingen. En tot leerzame rond
gangen. Het bezoek aan de buurt, waar
de Arabieren in de beruchte dagen der
Palastijnsche progroms voor een paar
jaren zoo afschuwelijk hebben huisgehou
den, heeft onze Sabbathstemming toen
niet weinig bedorven. Een stuk van het
Joodsche kwartier is destijds ontzettend
geteisterd. Het schijnt aan een nu eens
gelukkig misversrtand te danken te zijn,
dat toen n'et de heele Jodenwijk in de
asch is gelegd. De afspraak en het sein,
waarop in den eenen hoek de brand is
gestoken, zijn aan de andere hoeken niet
begrepen. En op het latere moment,
toen daar met de uitvoering zou begon
nen worden, was er politie en militie ter
bescherming van leven en bezit present.
Maar intusschen waren er een tiental
menschen, weerlooze mannen en vrou
wen en kindeken, vermoord; is er naar
hartelust geplunderd; en zijn er ver
scheiden huizen in de asch gelegd of op
andere wijze verwoest. Thans is men
bezig de materieele verwoesting met
VII.
Betere bezuinigingsvoorstellen.
Men schrijft ons:
De eenige bezuinigingsmaatregel, die
Minister Terpstra voorstelt, is beperking
van het aantal onderwijzers door de
leerlingenschaal te verhoogen.
Andere methoden van bezuiniging
vond de Staatscommissie niet zoo zeg
prof. mr. Rutgers in no. 6 van de door
hem uitgegeven serie geschriftjes: „Her
ziening der Lager Onderwijswet" en
wat door anderen als bezuinigingsmaat
regelen werd aangegeven, kwam neer op
aantasting der vrijheid van onderwijs.
't Is de vraag of ernstig gezocht is
naar andere methoden!
Intusschen nu het der Regeering
niet is mogen gelukken, bezuinigingen
voor te stellen, dan met schade voor de
vitale belangen van het onderwijs, heeft
't Comité van Actie tegen het Wets
ontwerp-Terpstra niet willen nalaten,
aan te wijzen, waar die bezuiniging op
dit terrein w 1 kan worden verkregen,
zonder eenig nadeel voor de vitale
belangen en zonder in strijd te komen
met het beginsel der financiëele gelijk
stelling tusschen openbaar en bijzonder
onderwijs.
Het is van het hoogste belang, dat in
de toekomst door gemeentebesturen
géén medewerking tot de stichting van
bijzondere scholen zal behoeven te wor
den verleend, als deze ingevolge de be
palingen betreffende het aantal leerlin
gen, waarvoor het Rijk het salaris van
één leerkracht betaalt, minder dan drie
leerkrachten zou tellen.
Die eisch ten minste drie leerkrach
ten is uit onderwijskundig oogpunt
zeker niet overdreven en wordt b.v. door
Rector Goorts, directeur der Bisschop
pelijke kweekschool te 's-Hertogenbosch,
onderschreven in een artikel in „Het
Huisgezin". Deze R.K. deskundige gaat
zelfs verder; hij schrijft: „in verband met
het 7de leerjaar is de school met vier
leerkrachten toch wel het minste wat
men een geschikte school kan noemen".
Werd zoo'n bepaling in de wet opge
nomen, dan zou het aantal één- en twee
mans schooltjes bij het bijzonder onder
wijs niet vermeerderen, terwijl de aan
leiding tot het ontstaan van zulke school
tjes bijna steeds het gevolg van de
stichting van de eerste bij het open
baar onderwijs voor een zeer groot deel
zou zijn weggenomen.
En een tweede bezuiniging is te ver
krijgen, door in de wet vast te leggen,
dat bij de aanvrage tot medewerking
voor stichting van bijzondere scholen niet
mogen meetellen leerlingen, die reeds 'n
bijzondere school bezoeken; dat en niet
meer eischt o. i. de grondgedachte van
de pacificatie.
Deze middelen tot bezuiniging zullen
aan enkele der meest noodlottige toe
standen bij ons lager onderwijs geleide
lijk een einde maken, zonder het begin
sel der financieele gelijkstelling en de
vrijheid van onderwijs aan te tasten.
Dit feit: dat de weinig- of eenmans-
schooltjes bij het openbaar onderwijs
vrijwel altijd hun ontstaan slechts te dan
ken of te wijten hebben aan de bloed-
aftappingen door het bijzonder onder
wijs, wordt door onze politieke tegen
standers maar al te vaak en al te zeer
nagelaten te vermelden! Red.
werkt zacht en weldadig als een Mei
regen. Uw huid ontwaakt tot nieuwe
schoonheid onder haar aanraking.
(Ingez. Med.)
hulp van het Amerikaansche Steunfonds
Kéren-ha-'Ezrah te herstellen.
Safed is in deze tijden wel bitter bezocht.
Oorlog en ep:demieën hebben de Jood
sche bevolking tot op de helft vermin
derd en tot ruim drieduizend terugge
bracht. En sinds dien tijd en na de
wreede overvallen en tengevolge van
de door dat alles te zamen ook sterk
bedreigde bestaansmogelijkheden in de
s'ad, neemt het vertrek nog aanhou
dend toe. Toch is men er niet verslagen.
Het oude Joodsche leven laat er zich
niet verstoren. Ook dat konden we de
zen Sabbath op onze wandelingen con-
stateeren.
In den laten namiddag waren ook wij
op de p-omenade. Oud en jong is buiten.
'Vaders en zonen, moeders en dochters.
In de hoogte op den breeden mooien
weg, boven de daken uit der huizen van
de echte Jodenbuurt, die aan een steile
berghelling is geklonken. Tegen het val
len van den avond staan we op een punt
waar het Arabische kwartier op den
eenen heuvel en het Christelijke op den
anderen hun lichten beg:nnen te ontste
ken; en daar tusschendoor schemert in
de verte het nu donkere blauw van het
Meer van Tiberias. Bij volle maan moet
dit onvergetelijk zijn. Wij stonden er lang
ofschoon de nieuwe maansikkel nog
slechts in zijn eerste aanvang was.
Met vele instituten hebben we in Sa
fed van nabij geen kennis gemaakt. Maar
wel met bestuurderen. We kregen 's-
avonds veel bezoek. En veel uitnoodi-
gingen om Instellingen van allerlei aard
STRAATROOF. Dinsdagnacht
kwam een vrouw te Rotterdam bij
de politie aangifte doen van een brutale
bérooving waarvan ze het slachtoffer
was geworden.
Zij had op den Schiedamschen dijk 'n
bankbiljet van 500 francs willen wisse
len, maar daar alle zaken gesloten wa
ren, wendde zij zich tot twee andere
vrouwen. Dezen zeiden, dat zij niet
zooveel ge'd bij zich hadden, maar zij
telden voor naar het pos kantoor te
gaan. Onderweg kwam men twee Span
jaarden tegen, die aanboden het biljet
te wisselen. Eerst voelde de vrouw er
niet veel voor, maar toen een van de
Spanjaarden Nederlandsch geld voor
den dag haalde, stemde zij toe. Plotse
ling trok de andere Spanjaard een re
volver en hij bedreigde daarmee de
vrouw; de eerste Spanjaard trok haar
het biljet uit de handen, waarna beiden
op de vlucht sloegen.
De politie ging op onderzoek uit, en
arresteerde kort daarna in de Een-
drachtstraat een van de Spanjaa-den.
Het bleek de 29-jarige zeeman T. M. G.
te zijn. Hij wilde, toen hij werd aarge
houden, juist een huis b'nnen gaan. Ook
in dit huis is een onderzoek ingesteld.
Hier trof men de beide vrouwen aan,
welke in de Karrensteeg waren aange
sproken en die met de benadeelde naar
het postkantoor hadden willen gaan.
Ook vond men er een geladen revolver.
Het wapen is in beslag genomen. De 2
vrouwen en de Spanjaard zijn opgeslo
ten. Naar den anderen Spanjaard en het
bankbiljet wordt nog gezocht.
FOUMEELE RATTENPLAAG. In
verschillende deelen van het Oostelijk
deel van Noor d-B r a b a n t krioelt het
dezen winter van ratten. Vooral op de
meer uit de bebouwde kommen der
dorpen gelegen boerderijen richten de
dieren groote schade aan en zijn zij met
honderdtallen in de schuren, stallen en
ook in de woonvertrekken te vinden. De
graanvoorraden, die nog in ongedorsch-
ten toestand verkeeren, vormen de
voedselmagazijnen dezer ongewenschte
klanten, die tevens in meerdere geval
len en met dozijnen te gelijk het eten uit
de vee- en varkensvoederbakken ver
orberen. Het gebeurt, dat in enkele
boerderijen in één dag tijds honderdtal
len ratten worden gevangen,
GESCHORST. Het Hoofdbestuur
van het Limburgsche Groene Kruis
heeft per circulaire bekend gemaakt dat
de penningmeester dier vereeniging J.
V. geschorst is luit zijn functie. Men
wordt verzocht geen correspondentie
en afrekeningen meer aan het adres van
den heer V. te zenden. V.D. verneemt,
dat dit besluit van het hoofdbestuur van
het Limburgsche Groene Kruis verband
houdt met gepleegde onregelmatighe
den.
Branden.
Dinsdagmorgen ontstond brand in
het café „Sporthu:s" te Amerongen.
Het huis werd gedeeltelijk een prooi der
vlammen. Eenig huisraad en café-inven
taris kon worden gered.
Ongelukken,
Dinsdagvoormiddag kwam van Ede
een vrachtauto met bloemen geladen.
Uit de richting Arnhem kwam met flin
ke vaart een auto, waarvan de bestuur
der, misschien door de gladheid van den
weg zijn stuur niet meer meester was.
De auto botste eerst tegen de vracht
auto en vervolgens tegen een boom. De
vrachtauto werd zwaar beschad:gd en
de andere auto totaal vernield. Van de
carosserie was alleen de zitplaats van
den bestuurder nog intact. Deze bloed
de hevig uit den mond en het bleek, dat
zijn tong gespleten was.
te komen bezichtigen en scholen en Je-
schievoth in werking te zien. Maar ons
reisprogram had ons vertrek op Zondag
morgen tijdig reeds gezet. Toch vond ik
in de vroegte nog gelegenheid voor den
aandrang van een paar mannen te be
zwijken en met hen mede het schoolwerk
te gaan zien, dat zij met onvernietig
baar vertrouwen trachten in stand te
houden. Geen wonder, dat men in het
boek der bezoekers van dergelijke in
richtingen dan de namen en aanbevelin
gen van tal van bekenden aantreft. En
treffende woorden van mannen als Weiz-
mann, en van Bialik den Dichter,
In Safed speurt men weinig van het
nieuwe leven of van den kamp om het
nieuwe leven, die er elders in Erets-Is-
raël is te voelen. Het heeft zijn eigen
sfeer en schijnt die te bewaren en te
willen cultiveeren. De sfeer, die er
zweeft over de graven en tomben, die
de resten bevatten van vele beroemde
leiders uit vroegere Joodsche geslach
ten. Onsterfelijken onder hen, die van
heinde en verre den weg naar het
Land der Vaderen hebben weten te
vinden. Voor eeuwen reeds. Hoe is het
mogelijk, dat deze mannen in die da
gen de moeilijkheden van hun tocht, uit
Polen, u:t Duitschland, uit Spanje, heb
ben kunnen overwinnen! Heimwee heeft
hen gedreven. Liefde heeft hen over al
les heen geholpen. Wij buigen deemoe
dig het hoofd en groeten hen ten af
scheid eerbiedig.
(Wordt varvolgd.)