„ARNHEM" „Zij" Crème •naan TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 11 FEBRUARI 1932. No. 35. DIEFSTALLEN IN EEN GROOT WARENHUIS. len?" LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ de basis voor een zorgenvrij bestaan. RECHTZAKEN. TEGEN 'T ONTWERP TERPSTRA. GEMENGD NIEUWS. (Van onzen bijzonderen medewerker.) Uitverkoop in den Haagschen Bijen, korf. De leider van het Bijenkorf-perso neel en ik dringen door de zwermen kijk en kooplustigen, die elkaar in vrijwel alle verkoop-afdeelingen de ruimte be twisten. Tijdens onzen tocht op de eer ste étage zegt mijn gids: „Let eens op die dame daar". Zijn hoofd duidt op de stoffen-afdeeling, waar ik een jonge, mo dieus gekleede vrouw gretig in den voorraad kleurige stoffen zie graaien. Bij nadere beschouwing komt het me voor, dat haar aandacht niet onverdeeld bij deze bezigheid is; zij kijkt herhaaldelijk sterk geïnteresseerd naar de aangren zende afdeeling, waar veel keus maken de dames loopen, „Onze vrouwelijke huis-detective", licht mijn leidsman mij in. „Zij is ver moedelijk iemand op het spoor; we zul len even verder wachten op de dingen die komen kunnen". Een paar minuten later roept een lang gerekt bel-signaal den leider van het personeel aan de telefoon. Hij luistert aan het toestel, spreekt, wenkt mij dan hem te volgen. De huis-detective komt op ons toe en zegt: „Ik heb zooeven een bezoekster een zijden shawl weg zien nemen. Aanhouden?" „Vooruit maar", antwoordt haar chef. Bij de trap, die naar beneden voert, spreekt de dective een circa 20-jarige dame aan. Vervolgens zie ik haar met een snellen greep een pakje uit de han den van de gevolgde rukken. Tusschen het touw, aan den onderkant van het pakje steekt.... een verfrommelde shawl. De detective leidt de aangehou dene naar een voor het publiek afgeslo ten gang, waar wij ons bij haar voegen. Tusschen den leider van het personeel en de twee dames ontstaat onmiddellijk een hooggeladen gesprek. De detective betoogt, de aangehoudene, uit wier knap gezicht het bloed weggevloeid is, pro testeert in gebroken Duitsch: „Maar das ies ja Wahnsinn". Zij geeft naam en adres op. Ze woont in de hoofdstad van een andere provincie, is met een vriend voor een dagje naar Den Haag gereisd in zijn auto, ze weet niet hoe de shawl tusschen haar pakje geraakt kan zijn, en ze wil naar den Kavalier, die haar bij het winkelen begeleid heeft, en die niet weten zal waar zij gebleven is. Wij gaan met haar mee. Het blijkt, dat de vriend tijdens de aanhouding, slechts enkele passen van de Duitsche verwijderd, naar een broekpers-apparaat heeft staan kij ken, en dat het gebeurde hem ontgaan is. We treffen hem bij de trap, zoekend naar zijn plotseling verdwenen vrien din. De chef van het personeel verklaart den heer, die een in de stad zijner in woning klinkenden naam blijkt te dra gen, hetgeen is voorgevallen. Hij wil aanvankelijk niet gelooven, dat zijn ge zellin in staat zou zijn een shawl weg te nemen, doch tenslotte moet hij voor de feiten zwichten. Hij biedt zijn excuses aan, vraagt de shawl te mogen betalen en geen verder gevolg aan de voor hem zeer pijnlijke zaak te geven, Tijdens het onderhoud glijden zijn blikken langs de gestalte van de vriendin, die kleintjes en deemoedig naast hem staat, heen. In een houding, die zoowel niet begrijpen als weerzin uitdrukt, zien we hem even later naast de jonge vrouw, zwijgend de trap afgaan. Naar de consequenties van dit kleine drama kunnen we slechts gissen De leider van het personeel zegt pein zend tot mij:" Dat is nu een stukje wa renhuis-tragiek. Vermoedelijk kent hij haar nog maar kort, wie weet hoe hij tegen haar heeft opgezien; en dan zoo'n ontgoocheling. Zij is natuurlijk geen win DOOR RABDYM S.PhdeVRIES.Mzn 26). Vanuit de kleine ruimte voor het Be dehuis kan men zijn grafgewelf zien, en den ingang van het ritueele Bad, het welk voor zijn veelvuldig gebruik spe ciaal het zijne was en dat nu nog voor de reiniging van dooden wordt gebezigd. Hier vóór de Sjoel staat ook een pilaar of zuil, zooals we die in Meron hebben gez'en. En op Lag-ba-'Omer groet deze met haar vlam en walm de vreugdevu ren van de Hiloelah d'Rabbie Schim'on van het_ gindsche Meron, dat we van hieruit in de verte kunnen ontdekken. Morgen is het „jaartijd" van de Ari! Dan zullen er ook heele drommen zijn graf bezoeken, al zal het niet den optocht evenaren op den dag van Meron, Op Sabbath-morgen leidt ons de Schammasch der Ari-sjoel van zeven tot acht uur langs en door die verschillende Synagogen, De titel Schammasch kun nen we ongeveer met het Nederland- sche koster benaderen. Zoo betreden we de Béth-Joséf-sjoel, de Alschech- sjoel, de Ri-Aboab-sjoel. En ook de ech te Ari-sjoel, alwaar de Ari zijn vaste plaats gehad moet hebben, maar waar de dienst minder op zijn intenties is ge keldievegge van beroep, maar een ge wone fatsoenlijke vrouw, die op mooie dingen gesteld is, en die de verleiding niet kon weerstaan. Deze pijnlijke les zal haar wel weer met beide beenen op den beganen grond gebracht hebben". „Komen zulke gevallen veel voor?" „Praat maar eens met de detectieve, die in een paar maanden 58 personen aan hield". De vrouwelijke detective van den Bijen korf gaat in de rustigen hoek van het groote warenhuis enthousiast op mijn belangstelling in haar werkkring in. Zij is nog kort genoeg in het beroep om zichtbaar van haar werk en van haar successen te kunnen genieten. Met lichtjes van pret en voldoening in de schrandere oogen vertelt zij over de aanhouding van twee, in dure bontjes- sen gehulde dames, die zij bij het stelen van een kunstvoorwerp van 34 gulden betrapte, en die in haar kamers voor een waarde van 1800 gulden aan goederen uit den Bijenkorf in voorraad hadden. „Zijn het meestal vrouwen, die ste- „Bijna allen, die hier wat wegnemen zijn dames. En wat voor dames; dik wijls elegant en kostbaar gekleed. Dat zijn de ergsten. Onlangs hield ik er zoo een aan, die met een modelhoed, die zij het vorige jaar hier gestolen had, op, in onze hoeden-afdeeling paradeerde. Zij was weer op buit uit, maar liep tegen de lamp". „Hoe krijgt U de dieveggen in het vi zier?" „Het is dikwijls alsof je van iemand voelt, dat ie met een bedoeling rond loopt. Als ik vermoed: die of die kon wel eens probeeren haar slag te slaan, volg ik haar van afdeeling tot afdeeling, en ik blijf haar gade slaan. Omdat ik rondloop als een winkelende vrouw val ik weinig op, Soms loopen de winkel dieveggen me gemakkelijk in de handen, maar het is ook wel voorgekomen, dat ik doen moest alsof ik zelf ook op buit uit was. De winkeljuffrouwen lieten mij natuurlijk stelen wat ik wilde, doch toen de echte dievegge, vermoedelijk door mijn brutaliteit aangestoken, eerder haar plan uitvoerde dan zij zonder mijn voor beeld gedaan zou hebben, werd zij op heeterdaad betrapt". Het zijn zeker meest kleine voorwer pen, die gestolen worden?" „Dat zou U tegen vallen. Bontjassen zijn niet bepaald klein, wel? En een grooten lederen reiskoffer steekt men ook maar niet zoo in den zak. Toch verdwijnen ze uit het Huis zonder dat er voor betaald werd. „Bestaan er benden van winkeldie veggen „Van tijd tot tijd. De meste vrouwen werken zelfstandig of in een combinatie van twee. De combinatie moeder en dochter komt heel voor, ook die van twee vriendinnen. „Komt de politie bij een aanhouding te pas?" „Daarover beslist de leider van het personeel. Elk geval wordt afzonderlijk beoordeeld. Zooeven zag U, dat een minnelijke schikking getroffen werd. Als we echter vermoeden met een ge routineerde te doen te hebben volgt een huiszoeking. Dat levert vaak interes sante verrassingen op." De flinke jonge vrouw neemt afscheid; ze gaat zich verkleeden in een van de vele uitrustingen, die zij tot haar be schikking heeft om langer onbekend te kunnen blijven. Ik voeg me weer bij den leider van het personeel, die me een en ander vertelt over de eischen, die het ongewone beroep stelt. „Het is zeer moeilijk een goed wa renhuis-detective te zijn", zegt mijn metgezel, „want stelende vrouwen gaan over het algemeen heel geraffineerd te werk, en geen enkele aanhouding mag opzien baren. Gebleken is, dat speciaal richt. Zoodat zij eerder de pseudo en de andere inderdaad mer de echte Ari- sjoel blijkt te zijn! Allemaal Sefardische Bedehuizen, ruime gebouwen, en ook met die hooge Almemmors. Maar hier zijn de banken alleen langs de wanden heen. En velen der biddenden zitten op die banken gelijk Arabieren, met de beenen kruiselings onder zich gevouwen. Hier is minder Kawanah, dus minder gegons en minder lijfbeweging en min der heen-en-weer geloop en meer de corum naar Westerschen smaak. Wij hadden verscheiden malen de eer kunnen hebben, om „opgeroepen" te worden, dat wil zeggen: een beurt te krijgen bij de Torahvoorlezing'. Maar we hadden onzen gastheer toegezegd om te acht uur in zijn Sjoel te komen, alwaar op dat moment de Dienst zou begin nen. We waren er op tijd. Doch daar was het Polen in optima forma. Er was nog bijna niemand aanwezig. Ook onze gast heer niet. En zoo lieten we ons met on zen gids, den Schammasch immers der Ari-sjoel, gewillig meetroonen naar de zijne, alwaar hij ons triomfantelijk bin nenvoerde en ons zette op eereplaatsen aan den Oostwand naast de Heilige Ar- ke. Of we hier ook werden opgeroepen? Wie is er zoo onnoozel, dit te vragen! Het was de Sabbath vóór den Vasten dag van Ab, den rouw- en Vastendag om de verwoesting van Jerusalem, om het verlies van stad en Tempel en van Staat en staatkundig volksbestaan. Dan wordt, na de wekelijksche Torah-voor- vrouwen het beroep op den duur met goede resultaten kunnen uitoefenen. Zij weten zich beter dan mannen onop vallend tusschen het publiek te bewe gen, en zij hebben vrouwen vlugger door. Bovendien speelt in het beroep de be roemde vrouwelijke intuitie een groote rol. Men moet soms tot aanhouding over gaan, hoewel men niet gezien heeft, dat er gestolen werd. Daartoe behoort een flinke dosis brutaliteit, vooral als het vermoeden is gevallen op een goed ge kleed type, dat vlot en hautain van zich af weet te bijlen." „Wie stelen hier zooals?" „Wie steelt hier eigenlijk niet, kunt U beter vragen. Tegen de groote ver leiding van het warenhuis zijn zelfs vrou wen van rijke en hooggeplaatste man nen niet altijd bestand. De een steelt uit winstbejag, de ander uit hebzucht, bij een derde is kleptomanie de drijfveer We hebben een lange lijst van zeer déli cate gevallen. De bestudeering daarvan geeft iemand een nieuwen kijk op het leven." Een belsignaal noodigt mijn geleider weer aan de telefoon. Ik hoor hem zeg gen: „Ga met de meisjes naar huis, en vertel het de ouders". Een controleur heeft twee jeugdige meisjes betrapt op het stelen van een armband. „Komt ook dit geval niet bij de politie?" vraag ik, „Neen, dat zullen we maar niet doen", luidt 'het antwoord. We moeten de ouders een kans geven. Blijken zij de kinderen niet aan te kunnen, dan krijgt de politie deze gevallen op den duur toch wel". Uitverkoop in het groote warenhuis met zijn sterke verle dingen. In den zóemenden menschenzwerm speurt de vrouwelijke detective naar begeerige handen. (Ingez. Med.) Het O.M. bij de Rotterdamsche rechtbank eischte tegen de inbrekers, die in den nacht van 12 op 13 Decem ber gepoogd hebben in te breken in den goudsmidswinkel van R. v. d. Berg op de Kruiskade te Rotterdam en waarbij een van hen drie schoten op een agent heeft gelost, resp. 8 en 3 jaar gevange nisstraf. Het Gerechtshof te Amsterdam be vestigde het vonnis van de arr, recht bank, waarbij een donkeyman wegens het veroorzaken van dood door schuld tot drie maanden hechtenis werd ver oordeeld. De donkeyman was werkzaam aan boord van het s.s. „Jagersfontein" lig gende in de Amsterdamsche haven. Een ketel werd nagezien en de man liet het water binnen, waardoor een machinist, die zich nog in den ketel bevond, zeer ernstige brandwonden opliep en kort na het gebeurde overleed. Het Gerechtshof te Amsterdam ver nietigde heden de beschikking van de rechtbank te Haarlem, waarbij surséance van betaling was verleend aan de N.V. Ned. Handel- en Landbouwbank te Haarlem. Overwogen werd, dat de po gingen der bank over te doen, zijn mis lukt. lezing, uit de Profeten het eerste Hoofd stuk van Jesaja voorgedragen. Dat doe ik jaarlijks in onze Synagoge thuis. En deze keer werd ik er te Safed voor „opgeroepen". Ik deed het natuurlijk op mijn gewone wijze. Voor de Ari-sjoel blijkbaar een nieuw geluid. Maar ook voor mij. En voortdurend nog een eigenaardige herinnering. We hebben dien Sabbath van de mil de lucht van Safed veel genoten. Het was ons als een fijne lentedag, die ons verkwikte en ons verlokte tot gezelli ge wandelingen. En tot leerzame rond gangen. Het bezoek aan de buurt, waar de Arabieren in de beruchte dagen der Palastijnsche progroms voor een paar jaren zoo afschuwelijk hebben huisgehou den, heeft onze Sabbathstemming toen niet weinig bedorven. Een stuk van het Joodsche kwartier is destijds ontzettend geteisterd. Het schijnt aan een nu eens gelukkig misversrtand te danken te zijn, dat toen n'et de heele Jodenwijk in de asch is gelegd. De afspraak en het sein, waarop in den eenen hoek de brand is gestoken, zijn aan de andere hoeken niet begrepen. En op het latere moment, toen daar met de uitvoering zou begon nen worden, was er politie en militie ter bescherming van leven en bezit present. Maar intusschen waren er een tiental menschen, weerlooze mannen en vrou wen en kindeken, vermoord; is er naar hartelust geplunderd; en zijn er ver scheiden huizen in de asch gelegd of op andere wijze verwoest. Thans is men bezig de materieele verwoesting met VII. Betere bezuinigingsvoorstellen. Men schrijft ons: De eenige bezuinigingsmaatregel, die Minister Terpstra voorstelt, is beperking van het aantal onderwijzers door de leerlingenschaal te verhoogen. Andere methoden van bezuiniging vond de Staatscommissie niet zoo zeg prof. mr. Rutgers in no. 6 van de door hem uitgegeven serie geschriftjes: „Her ziening der Lager Onderwijswet" en wat door anderen als bezuinigingsmaat regelen werd aangegeven, kwam neer op aantasting der vrijheid van onderwijs. 't Is de vraag of ernstig gezocht is naar andere methoden! Intusschen nu het der Regeering niet is mogen gelukken, bezuinigingen voor te stellen, dan met schade voor de vitale belangen van het onderwijs, heeft 't Comité van Actie tegen het Wets ontwerp-Terpstra niet willen nalaten, aan te wijzen, waar die bezuiniging op dit terrein w 1 kan worden verkregen, zonder eenig nadeel voor de vitale belangen en zonder in strijd te komen met het beginsel der financiëele gelijk stelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs. Het is van het hoogste belang, dat in de toekomst door gemeentebesturen géén medewerking tot de stichting van bijzondere scholen zal behoeven te wor den verleend, als deze ingevolge de be palingen betreffende het aantal leerlin gen, waarvoor het Rijk het salaris van één leerkracht betaalt, minder dan drie leerkrachten zou tellen. Die eisch ten minste drie leerkrach ten is uit onderwijskundig oogpunt zeker niet overdreven en wordt b.v. door Rector Goorts, directeur der Bisschop pelijke kweekschool te 's-Hertogenbosch, onderschreven in een artikel in „Het Huisgezin". Deze R.K. deskundige gaat zelfs verder; hij schrijft: „in verband met het 7de leerjaar is de school met vier leerkrachten toch wel het minste wat men een geschikte school kan noemen". Werd zoo'n bepaling in de wet opge nomen, dan zou het aantal één- en twee mans schooltjes bij het bijzonder onder wijs niet vermeerderen, terwijl de aan leiding tot het ontstaan van zulke school tjes bijna steeds het gevolg van de stichting van de eerste bij het open baar onderwijs voor een zeer groot deel zou zijn weggenomen. En een tweede bezuiniging is te ver krijgen, door in de wet vast te leggen, dat bij de aanvrage tot medewerking voor stichting van bijzondere scholen niet mogen meetellen leerlingen, die reeds 'n bijzondere school bezoeken; dat en niet meer eischt o. i. de grondgedachte van de pacificatie. Deze middelen tot bezuiniging zullen aan enkele der meest noodlottige toe standen bij ons lager onderwijs geleide lijk een einde maken, zonder het begin sel der financieele gelijkstelling en de vrijheid van onderwijs aan te tasten. Dit feit: dat de weinig- of eenmans- schooltjes bij het openbaar onderwijs vrijwel altijd hun ontstaan slechts te dan ken of te wijten hebben aan de bloed- aftappingen door het bijzonder onder wijs, wordt door onze politieke tegen standers maar al te vaak en al te zeer nagelaten te vermelden! Red. werkt zacht en weldadig als een Mei regen. Uw huid ontwaakt tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking. (Ingez. Med.) hulp van het Amerikaansche Steunfonds Kéren-ha-'Ezrah te herstellen. Safed is in deze tijden wel bitter bezocht. Oorlog en ep:demieën hebben de Jood sche bevolking tot op de helft vermin derd en tot ruim drieduizend terugge bracht. En sinds dien tijd en na de wreede overvallen en tengevolge van de door dat alles te zamen ook sterk bedreigde bestaansmogelijkheden in de s'ad, neemt het vertrek nog aanhou dend toe. Toch is men er niet verslagen. Het oude Joodsche leven laat er zich niet verstoren. Ook dat konden we de zen Sabbath op onze wandelingen con- stateeren. In den laten namiddag waren ook wij op de p-omenade. Oud en jong is buiten. 'Vaders en zonen, moeders en dochters. In de hoogte op den breeden mooien weg, boven de daken uit der huizen van de echte Jodenbuurt, die aan een steile berghelling is geklonken. Tegen het val len van den avond staan we op een punt waar het Arabische kwartier op den eenen heuvel en het Christelijke op den anderen hun lichten beg:nnen te ontste ken; en daar tusschendoor schemert in de verte het nu donkere blauw van het Meer van Tiberias. Bij volle maan moet dit onvergetelijk zijn. Wij stonden er lang ofschoon de nieuwe maansikkel nog slechts in zijn eerste aanvang was. Met vele instituten hebben we in Sa fed van nabij geen kennis gemaakt. Maar wel met bestuurderen. We kregen 's- avonds veel bezoek. En veel uitnoodi- gingen om Instellingen van allerlei aard STRAATROOF. Dinsdagnacht kwam een vrouw te Rotterdam bij de politie aangifte doen van een brutale bérooving waarvan ze het slachtoffer was geworden. Zij had op den Schiedamschen dijk 'n bankbiljet van 500 francs willen wisse len, maar daar alle zaken gesloten wa ren, wendde zij zich tot twee andere vrouwen. Dezen zeiden, dat zij niet zooveel ge'd bij zich hadden, maar zij telden voor naar het pos kantoor te gaan. Onderweg kwam men twee Span jaarden tegen, die aanboden het biljet te wisselen. Eerst voelde de vrouw er niet veel voor, maar toen een van de Spanjaarden Nederlandsch geld voor den dag haalde, stemde zij toe. Plotse ling trok de andere Spanjaard een re volver en hij bedreigde daarmee de vrouw; de eerste Spanjaard trok haar het biljet uit de handen, waarna beiden op de vlucht sloegen. De politie ging op onderzoek uit, en arresteerde kort daarna in de Een- drachtstraat een van de Spanjaa-den. Het bleek de 29-jarige zeeman T. M. G. te zijn. Hij wilde, toen hij werd aarge houden, juist een huis b'nnen gaan. Ook in dit huis is een onderzoek ingesteld. Hier trof men de beide vrouwen aan, welke in de Karrensteeg waren aange sproken en die met de benadeelde naar het postkantoor hadden willen gaan. Ook vond men er een geladen revolver. Het wapen is in beslag genomen. De 2 vrouwen en de Spanjaard zijn opgeslo ten. Naar den anderen Spanjaard en het bankbiljet wordt nog gezocht. FOUMEELE RATTENPLAAG. In verschillende deelen van het Oostelijk deel van Noor d-B r a b a n t krioelt het dezen winter van ratten. Vooral op de meer uit de bebouwde kommen der dorpen gelegen boerderijen richten de dieren groote schade aan en zijn zij met honderdtallen in de schuren, stallen en ook in de woonvertrekken te vinden. De graanvoorraden, die nog in ongedorsch- ten toestand verkeeren, vormen de voedselmagazijnen dezer ongewenschte klanten, die tevens in meerdere geval len en met dozijnen te gelijk het eten uit de vee- en varkensvoederbakken ver orberen. Het gebeurt, dat in enkele boerderijen in één dag tijds honderdtal len ratten worden gevangen, GESCHORST. Het Hoofdbestuur van het Limburgsche Groene Kruis heeft per circulaire bekend gemaakt dat de penningmeester dier vereeniging J. V. geschorst is luit zijn functie. Men wordt verzocht geen correspondentie en afrekeningen meer aan het adres van den heer V. te zenden. V.D. verneemt, dat dit besluit van het hoofdbestuur van het Limburgsche Groene Kruis verband houdt met gepleegde onregelmatighe den. Branden. Dinsdagmorgen ontstond brand in het café „Sporthu:s" te Amerongen. Het huis werd gedeeltelijk een prooi der vlammen. Eenig huisraad en café-inven taris kon worden gered. Ongelukken, Dinsdagvoormiddag kwam van Ede een vrachtauto met bloemen geladen. Uit de richting Arnhem kwam met flin ke vaart een auto, waarvan de bestuur der, misschien door de gladheid van den weg zijn stuur niet meer meester was. De auto botste eerst tegen de vracht auto en vervolgens tegen een boom. De vrachtauto werd zwaar beschad:gd en de andere auto totaal vernield. Van de carosserie was alleen de zitplaats van den bestuurder nog intact. Deze bloed de hevig uit den mond en het bleek, dat zijn tong gespleten was. te komen bezichtigen en scholen en Je- schievoth in werking te zien. Maar ons reisprogram had ons vertrek op Zondag morgen tijdig reeds gezet. Toch vond ik in de vroegte nog gelegenheid voor den aandrang van een paar mannen te be zwijken en met hen mede het schoolwerk te gaan zien, dat zij met onvernietig baar vertrouwen trachten in stand te houden. Geen wonder, dat men in het boek der bezoekers van dergelijke in richtingen dan de namen en aanbevelin gen van tal van bekenden aantreft. En treffende woorden van mannen als Weiz- mann, en van Bialik den Dichter, In Safed speurt men weinig van het nieuwe leven of van den kamp om het nieuwe leven, die er elders in Erets-Is- raël is te voelen. Het heeft zijn eigen sfeer en schijnt die te bewaren en te willen cultiveeren. De sfeer, die er zweeft over de graven en tomben, die de resten bevatten van vele beroemde leiders uit vroegere Joodsche geslach ten. Onsterfelijken onder hen, die van heinde en verre den weg naar het Land der Vaderen hebben weten te vinden. Voor eeuwen reeds. Hoe is het mogelijk, dat deze mannen in die da gen de moeilijkheden van hun tocht, uit Polen, u:t Duitschland, uit Spanje, heb ben kunnen overwinnen! Heimwee heeft hen gedreven. Liefde heeft hen over al les heen geholpen. Wij buigen deemoe dig het hoofd en groeten hen ten af scheid eerbiedig. (Wordt varvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1932 | | pagina 5