REISmarPAlïSfiNA
TWEEDE BLAD VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN DINSDAG 9 FEBRUARI 1932. No. 33.
HET JAPANSCH-
CHINEESCHE CONFLICT.
door raddyin S.PKdeVRIES.Mzn
ZEELAND.
KUNST EN WETENSCHAP.
RECHTZAKEN.
TEGEN 'T ONTWERP
TERPSTRA.
v.
LEGER EN VLOOT.
SPORT.
Wat er aan voorat ging.
De weergaloos snelle ontwik
keling van Japan,
(Bijzondere correspondentie,)
De gebeurtenissen, die zich in de
laatste paar weken in China hebben af
gespeeld, hebben de belangstelling van
de geheele wereld in bijzondere mate
op het #erre Oosten gevestigd.
Het is niet zonder eenige vrees, dat
men in de diplomatieke wereld de ont
wikkeling van het conflict te Shanghai
gadeslaat, en zich afvraagt, waartoe dit
leiden zal. Want, dat de Japanners op
het oogenblik op een gevaarlijke wijze
met vuur spelen, niemand, die eenigszins
bekend is met de politieke machtsver
houdingen in den Pacific zal 't willen
betwisten,
In de jaren vóór het uitbreken van
den wereldoorlog is er in dagbladen en
tijdschriften veel geschreven over de
mogelijkheid van een Pacific-oorlog. Dat
was toen, vooral voor de journalisten
in landen, die om den Pacific of Groo-
ten Oceaan gelegen zijn, een actueel
vraagstuk. De geweldige strijd in Euro
pa drong deze kwestie echter geheel op
den achtergrond, en na het sluiten van
den vrede was de wereld te zeer met
zorg vervuld, om veel aandacht te be
steden aan de Groote Oceaankwestie,
Maar nu door het agressief optreden
van Japan tegenover China is deze
kwestie weder actueel geworden.
Laten we hopen, dat de regeling van
de machtsverhoudingen in den Pacafic
niet met de wapenen zal geschieden,
maar indien dit onvermijdelijk mocht zijn,
dan zal de strijd zeker niet alleen tus-
schen China en Japan uitgevochten wor
den.
Tot goed begrip van hetgeen zich
thans daar afspeelt, is 't noodig de ont
wikkeling van de machtsverhoudingen
in het Verre Oosten in de laatste 50 jaar
eens onder de loupe te nemen.
Nadat in 1867 de eerste haven in Ja
pan voor den buitenlandschen handel is
opengesteld, begint het proces van „ver-
westelijking" van het land. Een Grond
wet maakt van de tot dusver feodaal ge
regeerde Japanners een constitutioneel
bestuurd volk. Met grooten ijver wordt
gewerkt aan de opvoeding van het volk.
Uitstekende leerkrachten laat men on
der gunstige condities uit Europa naar
Japan komen om het te onderwijzen en
in de wetenschappen te bekwamen. De
uitkomsten zijn boven verwachting. Het
volk is intelligent en weet zich met een
bewonderenswaardig gemak aan de
Europeesche denkbeelden aan te passen.
Maar men waakt er voor, dat van het Ja-
pansche volk (geen imitatie-Westerlin
gen worden gemaakt. De denkbeelden,
die van de Europeanen worden overge
nomen, worden gejapaniseerd. Ook bui-
tenlansche officieren laat men overko
men om het leger op westerschen grond
slag te organiseeren en de mannelijke
Japanners volgens westersche methode
in den wapenhandel te onderrichten;
want den militairen dienst beschouwt
men evenals het belasting-betalen als
een eersten plicht van alle burgers. Elke
mannelijke onderdaan wordt daarom, als
hij den ouderdom van 20 jaar bereikt
heeft, bij de landmacht of op de vloot
in dienst gesteld.
De opvoeding van het volk geschiedt
in een geest van vurig patriotisme. Steeds
wordt hun het besef bijgebracht, dat het
wel en wee van hét individu van geen
waarde is in vergelijking met het lot
der natie. Wil Japan echter de plaats,
24.)
Al vroeger had ik aan Teitelbaum,
een onzer jongens, in Holland als
.zrachistisch pionier gevormd en nu
in Rodges aan het harde werk een
plaats in de auto aangeboden, toen hij
mij toevallig vertelde, dat hij met een op
dracht naar Haifa en door den Emek
moest. We spraken toen af, dat hij mij in
Haifa zou treffen. Dr. Fries gaf later
gul zijn instemming.
En onze vierde reisgenoot is Schmidt,
Vroeg in den Vrijdag staat Schmidt
met zijn ros voor de deur. We gaan op
Acco aan. De weg voert vlak langs de
Zee Den Kischon over, dien we in de Zee
des Westens zien verdwijnen. De weg
is niet gebaand. Wagensporen, soms
heele diepe, zijn ons pad. Maar het gaat
er bijkans even vlug om. En we naderen
gauw genoeg het oude Acco, dat al spoe
dig duidelijker en duidelijker als een
mooie stad voor onze oogen opdoemt
uit de zee. De echte Orient. Een vol
maakt Arabische stad, rondom in de
palmen. Rondom en in den omtrek en
bij het binnenkomen. En ook in de stad
staan de palmen langs de straten, die
vol zijn van marktgegons en op vele
die 't zich droomt, in de rij der naties
innemen, en aan de toenemende behoef
ten van zijn snel aanwassend volk vol
doen, dan zal een metamorfose van be
trekkelijk primitieven Jandbouwstaat
tot industriestaat noodig zijn.
Dan begint de industrialisatie van Ja
pan. Met behulp van buitenlandsche in
genieurs en technici verrijst fabriek na
fabriek, naar de eischen des tijds uitge
rust, havens worden nieuw aangelegd of
gemoderniseerd, |spoorwegen gebouwd.
De Japanners zijn bevattelijk en toonen
een zeldzaam aanpassingsvermogen. Zij
beseffen, dat eenmaal de tijd zal ko
men, dat zij hun Europeesche leer
meesters niet meer noodig zullen heb
ben. De bloem van de Japansche jonge
lingschap trekt naar Europa en Amerika
om zich daar verder te bekwamen in de
westersche wetenschappen en de tech
niek, teneinde na ommekomst zich ge
heel te kunnen wijden aan de opheffing
van hun volk en de bloei en grootheid
van hun vaderland.
Eindelijk is dan het stadium van ont
wikkeling bereikt, dat Japan aanspraak
kan maken op den naam van modernen
staat. De snelheid der ontwikkeling is
zonder weerga in de geschiedenis. Een
nieuwe mededinger verschijnt tegen het
einde der 19de eeuw op den Grooten
Oceaan; 't is het nieuwe Japan.
In een volgend artikel zullen wij" de
wijze waarop deze mededinging van Ja
pan zich kenmerkte, nader beschouwen.
Steunt bij gelijken prijs en kwaliteit
DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE.
Gij dient daarmede Uw land
En ge bestrijdt de werkloosheid.
ZUID-BEVELAND.
BAARLAND. In de Zaterdag! gehoir
den raadsvergaderingwas de heer
Schout wegens ongesteldheid afwezig.
Besloten werd een der ledigstaande
schoollokalen die door verschillende bier
bestaande vereenigingen als vereenigings-
lokaal wordt gebruikt van electrisch licht
te voorzien.
De heer M. Boonman vond het loon
bij' de werkverschaffing (f 0.21 per uur)
wat laag. Spreker brengt hulde aan B.
en W. voor het ter dezer zakfe bereids
verrichtte en stelt 't vols'te vertrouwen in
het college van Bi. en Wi. maar vraagt
om maatregelen te nemen dat dit uur
loon wordt verhoogd.
De voorzitter zegt hierover reeds
een onderhoud te hebben gehad
met den leider van de R.-K. landarbei
ders-organisatie. Van deze organisatie zal
er thans bij den Minister op worden aan
gedrongen dit loon billijk te verhoogen.
De heer Boonman zegt met dit ant
woord van den voorzitter voorioopig te
vreden te zijn. j 1 1 I
ZEEUWSCH-VLAANDEREN O. D.
SAS VAN GENT, Zondag werd van de
gelegenheid tot maskerade bij het car
navalsfeest te Sas van Gent een be
scheiden gebruik gemaakt. De publieke
vermakelijkheden hadden veel belang
stelling, Alles verliep in de beste orde.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
CADZAND. De alhier gevestigde en
zich tevens over Nieuwvliet en Zuid-
zande uitstrekkende vereeniging voor
wijkverpleging en tuberculosebestrijding,
hield Vrijdagavond j.l, haar gewone jaar
vergadering, onder voorzitterschap van
den heer Iz. Erasmus, burgemeester van
Cadzand.
plaatsen versperd door hoog- en breed-
beladen bijzonder groote, kameelen. We
zouden de oude vestingwerken eens
goed willen zien. Maar daarvoor zijn for
maliteiten noodig, die te veel tijd zul
len nemen. We vergenoegen ons dus
met een oppervlakkig begluren. Een
mooie Moské zouden we zonder veel
formaliteiten binnen kunnen gaan.
„Wel" zegt dr. Fries „ze hebben
me al door zooveel Moské's gesleept,
dat ik er genoeg van heb. Laten we
verder gaan!" Hij is reeds door Egypte
gekomen. Met een reisgezelschap. We
gaan dus verder. De straat voert ons
dwars door de vestingwerken. Drievou
dige muren en drievoudige grachten, nu
drooggelegd. We begrijpen het een wei
nig, dat Napoleon hier eens zijnen kop
moest stooten, Tel-Napoleon, even bui
ten de stad, een hoogte, vanwaar hij de
belegering leidde, bewaart de herinne
ring.
En we snellen nu meer Oostwaarts
over een vruchtbare vlakte. Ginds
wenkt ons reeds de afhang van het Gal-
lileïsche gebergte. De dallaagte aan den
voet is bezaaid met olijfboomen, die on
baatzuchtige boom, die niets verlangt
en alles geeft, zonder veel verzorging
groeit, zijn wortelen ook in rotsen slaat
en eeuwen leeft. Groote geitenkudden,
schapen, koeien kruisen onzen weg. Aan
de bronnen herhalen zich voortdurend
de Bijbelsche tafereelen, en ook de put
ten ontbreken niet, waar de zeven doch
ters van Reoeël door de herders werden
weggejaagd en Mozes de emmers voor
De rekening over 193l sloot met een
batig slot van 157 2150 ontvangsten,
1993 uitgaven.)
De begrooting voor 1932 werd opge
maakt met een cijfer van 2160 aan in
komsten en uitgaven en met een post
van 242 voor onvoorziene uitgaven.
Het aantal leden der vereeniging be
droeg 1 Januari j.l. 659, n.l, 203 te Cad
zand, 204 te Nieuwvliet en 252 te Zuid-
zande. j
In het verslag van den secretaris werd
er aan herinnerd, dat aan zuster C. J.
Verhage eervol ontslag uit haar betrek
king van wijkverpleegster werd ver
leend, met ingang van 1 Mei 1931 en
gememoreerd, hoezeer zij er in geslaagd
is door haar optreden de in deze ge
meenten onbekende wijkverpleging po
pulair te maken.
Als opvolgster van zuster Verhage
werd benoemd zuster P. van der Pligt.
Door beide zusters werden in 1931 1033
bezoeken afgelegd, waarvan 96 ter be
strijding der t.b.c.
De vereeniging heeft in het afgeloo-
pen jaar twee kinderen uitgezonden
naar het koloniehuis „Heelsum". Met het
oog op de financieele draagkracht werd
aangespoord het ledental der vereeni
ging zoo hoog mogelijk op te voeren.
Zeeland door de Eeuwen
Heen, III.
Van het prachtwerk „Zeeland door
de eeuwen heen", dat, door de heeren
M. van Empel en H. Pieters geschreven,
bij de firma G. W. den Boer te Middel
burg verschijnt, is zoo juist de derde af
levering in ons bezit gekomen.
Zij behandelt nog de geographische
gesteldheid voor het jaar 1400. Beëindigd
wordt de beschrijving over Schouwen en
Duiveland, waarbij aan Zierikzee als de
voornaamste stad bijzondere aandacht
besteed is. Vpor de hierop volgende be
schrijving van Tholen, dat uit een vijftal
kleine eilanden gevormd is, konden de
schrijvers gebruik maken van het voor
treffelijke werk van A. Hollestelle, dank
zij wiens arbeid het ontstaan van dit
land polder voor polder beschreven kon
worden.
Met Walcheren komen de schrijvers
in de zuidelijke helft van Zeeland: Zee
land bewesten Schelde, waartoe tevens
de eilanden N. en Z.-Beveland, Wol-
faartsdijk en Borsele behoorden, Wal
cheren omvatte in deze periode nog
slechts het gebied van den tegenwoor-
digen polder Walcheren. De polders in
het oosten waren er nog niet; alleen in
het noorden van het eiland hooren we
van verschillende inpolderingen, waarbij
de abt van Middelburg en de abdis van
Rijnsburg een belangrijke rol speelden.
Ook de machtige heeren van Borsele, die
bij Zandijk hun kasteel hadden, ontmoe
ten we hier. Belangrijk waren in het
noorden van het eiland de bezittingen
van beide genoemde abdijen. Spoedig
kreeg de abt van Middelburg in Oost-
kapelle zooveel ambacht, dat hij als am
bachtsheer beschouwd moest worden.
Maar niet alleen van aanwinst van lan
den, ook van grondverlies vertelt deze
aflevering. Langs de oostkust gingen tel
kens kleinere en grootere stukken door
de vallen en grondbraken verloren. Aan
zienlijk was het verlies vooral ook in
de omgeving van Vlissingen,
Voor een beschrijving der plaatsen op
Walcheren gingen de schrijvers uit van
de vijf Walchersche moederkerken; W.-
Souburg, Noord- en Westmonster te
Middelburg, Oostkapelle en Westkapel-
le. Souburg en Westmonster waren van
deze vijf de oudste. Vlissingen, dat een
dochterkerk van Souburg had, wordt
verder behandeld in verband met zijn
hen vulde en ophaalde en in de drink-
goten ledigde. (1) Zoo stijgen we het
Gallileïsche gebergte op. Achthonderd
tot duizend meter. Rechts vóór ons ver
toont zich de 'Atsmon, die de hoogste
top van Palestina heet te zijn. Dan weer
gaat het lager de vlakte in door ver
scheidene Arabische dorpen, en na eeni
ge wegwendingen kunnen we tegelijk het
Meer van Genezareth beneden aan onze
voeten zien liggen, en achter ons de
Middellandsche Zee en vóór ons den
Tabor en den Mivzar-Barkochbah waar
nemen, We bevinden ons evenwel
twaalfhonderd meter boven het meer
van Tiberias en zijn er veertig kilometer
hemelsbreed van verwijderd. Hier staan
we even stil en schouwen in het rond,
onder den hoogen hemel, in de stralen
de zon, die ons blakert, maar den hori
zont verzet. Als we even verder zijn
gereden, moeten we nog eens uitstap
pen: de eerste lekke band! Gelukkig,
nu op een gelijken weg. Toen heb ik
opeens gedacht: Hoe houden de banden
het uit! En wat moet men toch begin
nen bij een ernstige pech in de wilder
nis? Of als het gebeurt in een bocht op
een der serpentine-wegen? Doch er is
weinig tijd voor overwegingen van de
zen aard. Schmidt en Teitelbaum zijn
al klaar. En binnen niet zoo heel veel
langer tijd, dan waarin ik dit hier neer
schrijf, rijden we alweder, en zien heel
in de verte soms Safed even te voor
schijn komen. Een witte stip tegen grij-
(1) II Moz. 2, 16—17,
ligging tegenover Vlaanderen, beschre
ven worden de beide oudste havens.
Uitvoerig wordt de oude topographie
van Middelburg behandeld, Middelburg
was in dien tijd de eenige Zeeuwsche
stad, die flink was uitgegroeid. Ten zui
den van de oude abdij, die als het begin
der stad beschouwd mag worden, vorm
de zich de nederzetting van kooplieden,
schippers en handwerkslieden, binnen
welke jongere nederzetting het kerkhof
van Westmonster (op de Groote Markt),
waar markt gehouden werd, het middel
punt vormde. Uitvoerige mededeelingen
volgen over de talrijke kloosters en ker
ken binnen de stad.
Van de illustraties trekt zeker het
fraaie gezicht op Middelburg naar een
zeer zeldzame gravure het meest de aan
dacht, Aan de beteekenis van Middel
burg als centrum van handel en scheep
vaart herinnert de reproductie van een
aldaar gedrukte zeekaart van den mond
der Wester-Schelde.
De Raad voor de Scheepvaart heeft,
zooals gemeld, eenige dagen geleden een
onderzoek ingesteld naar dereorzaak van
den brand in het s.s. „Enggano" van de
Stoomvaart Maatschappij „Nederland".
Uit dat onderzoek bleek dat het schip
in Lissabon was binnengesleept met een
gebroken schroefas. Deze as is Ver
nieuw en daarbij zijn in den tunnel beu
gels gelascht die vroeger met bouten wa
ren vastgezet. Door vonken van het
lasch-apparaat of door verhitting in den
wand van den tunnel is naar men meent
brand in ruim vijf ontstaan, toen men in
zee was.
Aan den hoofdmachinist werd op de
zitting van den Raad ten laste gelegd
onvoldoende toezicht. Zaterdag werd 't
onderzoek voortgezet. Na het verhoor
van nog enkele getuigen o.w. de tweede
machinist, handhaafde de hoofdinspec
teur van de Scheepvaart zijn meening,
dat van den hoofdmachinist geen vol
doende leiding uitging. De raadsman van
dezen meende, dat de oorzaak van den
brand niet is vast te stellen. Ook is niet
gebleken, dat de hoofdmachinist nalatig
is geweest. Het werk is uitgevoerd naar
volle tevredenheid van de directie van
de Mij. Nederland. De Raad zal later
uitspraak doen.
Het salaris van z'n vrouw,
In 1921 huwden een man en een
vrouw in gemeenschap van goederen.
De vrouw bleef haar 'betrekking1, waarin
zij ongeveer f 200 verdiende, waarnemen.
De f 200 besteedde zij iii de huishou
ding. In 1924 igjing de man failliet. Toen
in 1927 de zaken weer beter gingen,
zei dé vrouw haar werkkring vaariwel om
zich uitsluitend met de huishouding
bezig te houden. In 1930 echter gingen
de zaken weer slecht en de vouw' zocht
en vond opnieuw een werkkring. Op' 2
November verliet zij de echtelijke wo
ning om haar intrek bij haar moeder te
nemen. Zij liet f100 voor den man ach
ter, doch gaf hem te verstaan, dat üdj
zich nu verder zelf maar moest helpen.
Op 29 Jan. j.l. liet de man met toe
stemming van den president der Am-
slerTlamsclie rechtbank toeslag leggen op
het salaris van de vrouw daar hij flOO
per maand van zijn vrouw eischt voor
levensonderhoud.
.In kort geding eischte Vrijdag de
vrouw, middels haar advocaat opheffing
van het beslag.
De waarn. president overwoog in zijn
vonnis dat het beslag diende te wor-
opgeheven als zjjnde vexatoir. Hij over
woog voorts dat de man zoo zijn doel
niet kan bereiken, daar de vrouw door
het beslag kans zou loöpen, haar be
trekking te verbezen.
ze heuvelen aan. Nog een korte poos
langs nieuwe tabaksaanplantingen. We
passeeren de Meron-bron. En aanstonds
houden we halt bij Meron zelf.
Hier is het dus, alwaar op Lag-ba-
Omer, dat is de drie-en-dertigste dag van
de Omertelling, tusschen het Paasch-
en het Wekenfeest (2), de sterftedag
van Rabbie Simon ben Jochai op zoo
mystisch-extatische "wijze wordt ge
vierd. R. Simon ben Jochai is een der
Leeraren van de Mischnach (3), die tij
dens de Romeinsche bloedige geloofsver
volging onder keizer Hadrianus na den
Bar-Kochbah-oorlog aan den dood is
ontsnapt, en wiens leven en werken
met legenden doorweven en in mystiek
zijn gehuld. De Zohar, het boek, het
welk de Bijbel der Qabbalah is, wordt
in de kringen der Chassiediem hem nog
altijd toegeschreven. Wat en hoe hij zijn
aardsche hulsel ontsteeg, beschrijft de
Zohar als een vreugdedans, het licht te
gemoet. En daarom heet en is de vie
ring van zijn „jaartijd" in Meron „hei
„jubelfeest van Rabbie Simon" de Hi-
loelah d'Rabbie Schim'on.
Daar staat de rest van een Synagoge,
Slechts het front en daarvan niet de
heele hoogte. Ernaast de vorm van een
poort met een opschrift, in het He-
breeuwsch natuurlijk: „de Jeschievah
van R. Schim'on ben Jochai, met oude-
liedenhuis". Een voorpleintje en dan
een gebouw. En in dat gebouw een ge-
(2) Riten en Symbolen. Hoofdstuk 11.
(3) Idem Hoofdst, 45.
Betere Waarborgen,
Men schrijft ons:
In navolging van wat de meerderheid
der Staatscommissie-Rutgers rappor
teerde, acht Minister Terpstra de ouder
verklaring bij de aanvrage tot medewer
king aan de stichting eener nieuwe bij
zondere school niet meer noodig.
Die ouderverklaring leidt slechts tot
allerlei moeilijkheden en dusaf
schaffing is het beste.
Voor nieuwe bijzondere scholen, die
bestemd zijn voor minder dan 150 leer
lingen, wordt voorgesteld de te storten^
waarborgsom van 15 pet. tot 30 pet. te
verhoogen; dit komt in de plaats van de
ouderverklaring en de Minister acht
dan voldoende waarborg gegeven, dat
geen onnoodige scholen zullen worden
aangevraagd.
Allerminst wordt ontkend, dat door
de verhooging van de te storten waar
borgsom eenige tempering Verkregen
kan worden, maar heel veel behoeven
wij ons daarvan niet voor te stellen.
Het benoodigde bedrag is gemakkelijk
te verkrijgen en een behoorlijke rente
wordt door de gemeente vergoed. En in
de eerste zes jaar na de oprichting be
hoeft men zich omtrent mogelijk verlies
dezer som niet ongerust te maken; de
Wet geeft de nieuwe school gelegenheid
uit te groeien. Pas na die zes jaren be
gint de risico en als na negen lange ja
ren de school geen levensvatbaarheid
blijkt te bezitten, kan er verlies komen.
En zelfs dan noger is een maas in
de Wet te vinden, om aan het geheele of
gedeeltelijke verlies van de waarborg
som te ontkomen.
De verhooging van de waarborgsom is
dus, o.i., niet een betere waarborg te
gen onnoodigen scholenbouw.
Het is allerminst onmogelijk goede
waarborgen voor te schrijven.
De minderheid der Staatscommissie
stelt voor, de beslissing omtrent de aan
vrage tot stichting van een nieuwe bij
zondere school en de geldigheid van de
„lijst" te leggen in handen van den Ge
meenteraad. Wordt b.v. in de wet vast
gelegd, dat overge'egd moet worden een
ouderverklaring, waaruit ten genoe-
ge van den Gemeenteraad
blijkt, dat het geëischte aantal leerlin
gen de aangevraagde school zal bezoe
ken en wordt de gelegenheid geschapen,
dat handteekeningen, die door onjuiste
voorgevens verkregen zijn, binnen een
bepaalden termijn na de indiening terug
genomen kunnen worden, dan zal zoon
lijst een heel wat juister beeld geven.
Voorkomen zal op die wijze kunnen
worden, dat er de bekende „kooien"
komen, waarvoor geen „vogels" zijn! En
was dan bij de opening van sommige van
die scholen toch wel een behoorlijk aan
tal leerlingen, dan waren 't vaak andere
dan waarvoor de school gevraagd was,
afkomstig van reeds bestaande bijzon
dere scholen, waar nog voldoende plaats
ruimte was!
Geslaagd voor vaandrig o.a. de leer
lingen van de school voor reserve-officie
ren der infanterie: T. J. M. Andriessen,
L. Adams, F. A. F. Boot, J. G. de
Bruin, W. Dekker. r
Voetbal,
De voetbalclub D.V.O. II won Zaterdag
op „Houtrust' te K o r t ge n e van C. V. V.
II met 3—0.
metselde graftombe, koepelvormig, om
heind met een ijzeren hek, het graf van
Rabbie Schim'on ben Jochai.
Een man in de orientalische dracht
der Sephardische Joden, net uitzien,
kort en nogal dik, komt ons tegemoet
en geleidt ons naar een ruim en koel
vertrek. Leerzaal en Synagoge. Dat is
de Jeschievah, En de discipelen dezer
Hoogeschool? Wel, hier lezen en lee-
ren dag en nacht tien Chagamiem, dat
wil zeggen: wijzen, uit de boeken. Tal-
moedische en Qabbalistische, en uit de
laatste het meest. Uit de boeken, die
er staan in de kasten, welke in de dik
ke muren zijn uitgespaard. Wij bekij
ken een en ander en vragen het een en
ander en onderwijl wordt ons gevraagd
om onzen naam te schrijven in het boek
der bezoekers. Dit boek heeft staande
geldlijnen. Dus vullen we ook een gift
in. Zij is naar de meening van den Op
ziener niet groot genoeg. Naar onze
meening wel. We gaan naar het graf
van Rabbie Schim'on en naar dat van
zijnen zoon Rabbie Eliëzer, ook een be
langrijk Mischnach-leeraar. Bij het graf
van den grooten Leeraar hangt een kan
delaar met tuitjes, waaruit lichte sten
gels hangen. Lange, zeer dunne kaar
sen van was. Wij krijgen de eer, een
waskaarsje aan den kandelaar boven
de tombe te mogen ontsteken en ver
vullen die opdracht eerbiedig. Dan
spreekt de man, die de Opziener is, hier
bij het graf, van den Tsaddiek, dat is:
den brave, met veel innigheid een ze-
tenbede voor ons uit. (Wpjrdt vervolgd.)