«£G£1J)£ £B£N Middelhurg's Abattoirplannen. rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 17 NOVEMBER 1931. No. 071. BINNENLAND. LANDBOUW VI. Men schrijft ons van deskundige zijde: Vleesch is een bij uitstek gunstige voedingsbodum voor bacteriën! Het publiek belang eischt een abattoir. Algemeen wordt door het publiek toe gejuicht, dat de Warenwet verplicht tot afdekken van verschillende consumptie artikelen om deze tegen bezoedeling door vliegen, stof en onreinheden te be schermen. Fabrikanten van verschillende levens- en genotmiddelen verpakken hunne ar tikelen, omdat dit bij het publiek tot aanbeveling strekt, en maken reclame voor deze artikelen, door te wijzen op de zeer ver doorgevoerde zindelijkheid bij de vervaardiging en behandeling er van. Met de wetenschap voor oogen, dat vleesch meer dan eenig der bovenbedoelde artikelen een bij uitstek gunstige voedingsbodem vormt voor vrijwel iedere bacterie, 'is het dan toch zeker niet van onderge schikt belang te achten, dat men voor een zoo degelijk mogelijk toezicht op de behandeling van dit zoo belangrijk da- gelijksch voedsel, de beste waarborgen schept? Hiertoe is een permanent toezicht op alle slachthandelingen van primaire be- teekenis. En dit bereikt men met een aanpas sing der slachtplaatsen, door de slagers, nimmer. Uitzonderingen daargelaten, zal het onderhouden en reinigen der vèrschil- lende particuliere slachtplaatsen steeds ten achter staan bij een centrale inrich ting. Bedenkt men, dat de slager behalve het drijven van zijn winkel ook nog heeft te maken met keuring, aangifte voor ac cijns, aanvoer van het slachtvee, slach tingen, bereiding van vleeschwaren enz, en daarenboven nog met arbeidswetge ving ten opzichte van het personeel, het welk hij ook liefst zooveel mogelijk be perkt, dan is het bovenstaande alles zins begrijpelijk. Ten opzichte van het uiterlijk der slachtplaats zal, bij aanpassing aan de wettelijke voorschriften, oorspronkelijk verbetering worden bereikt vergeleken met den toestand thans. Of in 't algemeen deze verbetering blijvend zal zijn, is voor ieder die ter zake op de hoogte is, een open vraag. In het algemeen gesproken is de on dervinding in dit opzicht niet gunstig. De ervaring heeft geleerd, dat in vele gevallen een in behoorlijken toestand houden der oorspronkelijk voldoende slachtplaatsen niet dan met zeer groote moeite en dikwijls ten koste van voort durende wrijving tusschen belangheb benden en de met met toezicht belaste instanties was te verkrijgen. Dat dit niet in het publiek belang is, spreekt vanzelf. Acht men het van voldoende publiek belang, dat niet alleen ten opzichte van de keuring, maar evenzoo ten opzichte van de vleeschhygiëne in het algemeen, de verst gaande waarborgen worden ge schapen, dan moet aan de hand van het bovenstaande de vraag of het niet vol doende is te achten, wanneer de slagers in hun eigen slachtplaatsen voldoen aan wat de wet voorschrijft, ontkennend worden beantwoord. Een werkelijk afdoende oplossing wordt op deze wijze niet verkregen. Vandaar dan ook, dat tientallen gemeen- Willem was echter niet van zijn plan af te brengen. Hij vond het nooit gemak kelijk een besluit te nemen, voor hem was zoo iets geen kleinigheid, langzaam en moeilijk kon hij tot een beslissing komen. Maar had hij d'alt eenmaal ge daan, dan was he't voor goed. Zijn sta melen en blozen was een weinig bela chelijk'; hij scheen op helt punt in tranen uit te barsten, maar de vijandelijkle toon van zijn meester kon helm geen voet breed doen wankelen. Nooit in mijn leven heb ik zoo iets onzinnigs gehoord, zei S. Gedge sissend als een adder. Jongen, je moet krank zinnig zijn om je door zoo'n deern te laten inpalmen. Geef mij bet schilderijtje, Oom Si, riep de deern met zulk een krachtige stem, dat hij er van knipoogde, en ik zal er heel goed op passen en zorgen dal u mij nooit weerziet. De oude man jammerde1 haast Van woede. Maar hij had geen plan het ding op te geven en even min, wat hem bijna evenveel waard was, de diensten van den jongen man, die zijn rechterhand was. Willem kon niet door een ander ten in ons land, ook van de grootte van Middelburg en zelfs wel kleinere zooals Goes, tot oprichting van een gemeentelijk abattoir overgingen. Ook te Middelburg zal, evenals in an dere dichtere bevolkingscentra, het pu bliek belang der zaak telkens weer op den voorgrond komen. Het moment hiertoe zal evenwel nim mer meer zoo gunstig zijn als thans, nu vrijwel iedere slachtplaats in Middel burg in verband met de hiervoren ge noemde wettelijke voorschriften öf ge heel nieuw, öf belangrijk veranderd staat te worden. In 1925 gaf de toenmalige Middelburg- sche Raad blijk, op gronden als hiervo ren weergegeven, een gemeentelijk abat toir te prefereeren boven handhaving van de verschillende slachtplaatsen. Zij besloot in principe tot den bouw van een gemeentelijk slachthuis. Het verdere verloop kan bekend wor den verondersteld. Een samengaan met Vlissingen, waar eveneens tot den bouw van een gemeen telijk abattoir was besloten, mislukte te elfder ure. De pogingen in den laatsten tijd door Ged. Staten gedaan om alsnog tot sa menwerking te komen leverden geen succes op en de mogelijkheid om op de meest economische en rationeele manier de slachtingen voor de beide dicht bij een gelegen gemeenten te concen- treeren is hiermede voor geruimen tijd van de baan. De gronden evenwel, voor de concen tratie der slachtingen te Middelburg in een gemeentelijk slachthuis, zijn hierme de allerminst vervallen. Zelfs zij, die beweren, wèl voorstan der te zijn van één slachthuis voor beide gemeenten of voor geheel Walcheren, erkennen door deze bewering de wen- schelijkheid van concentratie der slach tingen op zich zelf. Ware dit niet het geval, dan zou de geheele bewering slechts een phrase zijn, daar de eerste bestaansreden van een openbaar slachthuis juist in de con centratie der slachtingen en het daaraan verbonden publiek belang gelegen is. November. Half November al weer door. Geen herfsttinten, want afgevallen blaren. Geen zacht weer meer, en geen koude nog. De begin periode der kale takken. Zoover is het weer: dat we weer zien kunnen de kale takken heen! En vooral op zoo'n zonnigen Novembermorgen, waarin nog al de klare, pure schoonheid is van den herfst, is het een vreugde te zitten voor het zonnige venster, een blik te slaan naar buiten, naar alles wat daar te zien is door die kale takken heen. Om maar te beginnen bij die kale tak ken zelf. Voor mij zijn ze een wonder van schoonheid. Én voor u waarschijn lijk ook, want degene voor wien ze dat niet zijn, is over 't algemeen geen lezer van deze bijdrage. Ik ken weinig dat in al zijn grootsche eenvoud mij altijd weer zoo ontroert en treft als dat fijne spel van wat kale takken, hoog tegen den zonnige blauwen hemel. Zij hebben hun werk gedaan, hun taak volbracht. Nog een enkel blad hangt, bruin en gerafeld, aan de twijgen als een laatste teeken van zomervolheid. Nog even een wind vlaag en 't dwarrelt naar beneden en leeg staan dan al de twijgen, 't Is als een sierlijk kantwerk gespannen tegen 't hemelblauw. Neen, veel mooier nog dan kantwerk is het, want immers: het leeft. Het leeft! Het groote Gods won der van het leven trilt en klopt erin: daaronder diep in de aarde waar de wortels zitten en hier boven hoog in de lucht, waar de fijnste takjes staan. Zij staan gespannen, ijl en strak vol inge houden kracht, van licht en gloed over goten, van leven, sterk kloppend leven doorstroomd. En door die kale takken heen, ja, daar blauwt een diepe, klare, hemel! Witte wolken zeilen er langs, vlugge vogels vliegen voorbij, trekvogels, die door zon en nevels naar nieuwe woonplaats gaan. Hier dichtbij, vlak voor het raam, daar zijn ze ook, de kale, al kaler ten minste wordende takken van sering en Meidoorn, van treurwilg en jasmijn. En ook door hun kaler wordend getwijgte heen, zijn mooie dingen te zien, die hun dichte kleed van den zomer verborgen hield. Dat roodborstje immers was er toen niet, 't zou niet zoo goed te zien zijn geweest, maar 't was er ook niet, want 't is een trekker uit het Oosten, die alleen 's winters hier komt. Nu tee kent hij zich fijntjes af met zijn geestig figuur en zijn terra borst tegen het dor rend seringeblad: een welkom winter- gast die we nu elk oogenblik, dag op dag, wel weer zullen zien. Daar zijn ook de meezen weer, de bon te zwervers, de fleurige pinkelaars, die als de takken kaal zijn en de dagen korten, prettig vertier geven in den win- terschen tuin. Daar zijn de bonte kraai en en de koperwieken, de merels en de vinken, die elk op hun wijze leven brengen in winterdorre dagen. Als de takken kaal zijn, wat is de he mel dan wijd, wat zijn de vergezichten dan ruim, wat kan de zon dan onbelem merd schijnen, wat laten de vogels zich dan veel beter bespieden! Wat kan een wandeling, een fietstocht, een autoritje dan nog, dan juist op zoo'n zonnig na- jaars- of winteruur een genot geven! Hoe wonder veelzijdig, hoe rijk, wonderbaar lijk rijk is toch het leven, het groote le ven in al zijn ontplooiingen. Niet in len te en zomer alleen: ook in herfst en win ter. Wie 't weten wil, die moet door bos- schen en lanen, langs veld en weg gaan, ook nu. Die moet stilstaan ook bij wat naakte twijgen onder den blauwen he mel. Die zal het Gods wonder zien: door de kale takken heen. A. L. B. gene en St. Maartensdijk; 2. in samen werking met den R. K. Diocesane Land en Tuin'bouwbond te Ovezandte, Kwa- dendamine en 's-Heerenhoek. 3. in sa menwerking met de N. G. Bi. te St. Jan steen, terwijl tevens subsidie is aange vraagd voor 'n cursus te Rloosterzande. De heer v. Lange raad wil adhaesie betuigen aan een adres van de Holl. Mij. van Landbouw1 tot de regeering gericht inzake den steun aan de suikerbietenteelt. De heer W. Kakebee'ke wil liever afwachten het resultaat van den arbeid der Kamerleden v. d. Heuvel en enkele andere C.HI. en R.-K. Kamerleden, die een voorstel heblben ingediend, dat reeds morgen in de Kamer in behandeling 'komt. De Voorzitter zou dan telegra fisch een motie ter kennis van de Ka merleden willen brengen. Hiertoe wordt besloten. De heer v. d. Minne wil op spoed aandringen. Ook vraagt spr. of er een in voerrecht op suikerbieten komt. De Voorzitter antwoor/dt dat het de bedoeling is terugwerkende kracht tot 12 Nov. te geven. Een invoerrecht op bieten ligt niet in de bedoeling. De heer Hu ij s sen vraagt op welken prijs we zullen kunnen rekenen. Komt men niet booger, nu is het misschien maar beter, dat de zaak eens vastloopt. De heer W. Kakebee'ke kan hierop geen direct antwoord geven. Wel is een steun van f 3 noodig. De heer Huijssen vraagt of f 15.70 een loonende prijs is. De heer Kaltebeeke noemt f 14.50 een loonende prijs. Hierna wordt de volgende motie m. a. st. .aangenomen. Ze zal telegrafisch ter kennis van de Kamer worden gebracht. Vergadering: Hoofdbestuur. Z. L. M. heeft met instemming 'kennis genomen van amendement Van den Heu vel c.s. lot verhooging invoerrecht suiker enz. en dringt met klem aan bij Uw1 Kamer dit amendement aan te nemen, waardoor de suikerbietencul'tuur in standi kan worden gehouden, hetgeen zonder meerderen steun dan het aanhangige wetsontwerp in uitzicht stelt niet mo gelijk zal zijn. Tertiaire wegen De beer S. Gast vindt dein steun voor de tertiaire wegen lang niet voldoende. De Voorzitter: De provincie Zee land kan niet meer doen. Het is zelfs de vraag of ze de bestaande regeling kian volhouden. De heer Gast wijst op Schouwen, dat f 70.000 (of f 8 per H.Avoor de tertiaire wegen moet betalen. En Schou wen staat daarin niet alleen. De Jieer S ie b eng a zegt, dat er niets aan te doen is. De Minister staat er af wijzend tegenover. De heer Gast wil' de colleges van Ged. Staten. in beweging brengen voor dit doel. De heer Siebemga verwacht ook daar niet veel van. l De heer Gast wil toch niet in den! bestaanden toestand berusten. Er moet voortdurend op geliamerd worden. De heer Lindenbergh wekt op tot bezoek van de vergadering van den Bi. B. N. op 26 Nov. te Goes, waar de tertiaire wegen besproken zullen wor den. De Voorzitter zegt toe, deze ver gadering te zullen bezoeken. Overigns zijn de besturen der landbouworganisa ties in dezen diligent. Belgisch brood. Ingekomen is 'n schrijven van den Baikkersbond, afd. Oostelijk Zeeuwscb- Vlaanderen. Daarin wordt gewezen op de ernstige concurrentie, ondervonden door den invoer van Belgisch brood. De hulp van de Z.L'M. wordt ingeroepen, om spoedig maatregelen te nemen. De heer G:ast begrijpt niet de hour ding der regeering, die eerst de tarwe- wet indient en nu het Belgisch brood (Wordt vervolgd.) WERKLOOSHEIDSBESTREIDING IN LAND- EN TUINBOUW. Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft aan de besturen der onderscheidene provinciën een brief ge zonden waarin er op wordt gewezen, dat het onder invloed van de uiterst moei lijke tijden waarin we leven, de laatste maanden meermalen voor komt, dan in gemeenten waar de land- en/of tuin bouw, hoofdbron van bestaan is (zijn), van gemeentewege steunregelingen wor den getroffen, in een of anderen vorm, aan land- en tuinbouwers, indien zij per soneel in dienst nemen, dan wel houden. Al is de grondgedachte sympathiek, daar tegenover staat evenwel, dat het normale bedrijfsleven, ook al gaat het met den landbouw en den tuinbouw niet goed, wil het zoo snel mogelijk door de moeilijke tijden heenkomen, niet te veel aan te Overheid moet zijn gebonden. De bedoelde steunverleening, hier en daar toegepast, heeft een sterken indi- vidualistischen inslag en leidt ook daar door tot onbillijkheden, b.v, dat gemeen tebesturen welke tot nu toe dat stelsel niet toepasten, genoopt werden tot in voering ervan over te gaan, willen de ingezetenen zich niet achtergesteld blij ven gevoelen ten opzichte van inwoners van gemeenten waar de regeling wel toepassing vindt. Een ander, zeer ernstig bezwaar is verder het feit, dat hetgeen in land- en tuinbouw wordt toegestaan, nl. het ge ven van loontoeslagen niet geweigerd kan worden, zoo toepassing wordt ge vervangen worden. En zoodra zijn mees ter inzag, dat de dwaze jongen in fernst sprak, begreep hij, dat hij geen keuze had. Hij moest water in zijn wijn doen. Met al den tact waarovter hij besdhjkken kon en de oude man kon veel tact aanwenden als het noodig was zou hij het dan zoo ernstig niet opnemen. Met zijn nichtje afrekenen zou hij later doen. Hij gaf haar echter den crn- stigen raad een andere betrekking te zoeken, want bij was overtuigd dat hij meisjes, als zij er een was, geen uur langer in huis wou houden dan strikt noodig was. En wat den jongen man betreft, Van wien hij altijd zulk een goede meening had' gehad, van den dag af dat hij hem als het ware vjain 'die straat had opgenomen en voor wien hij een vaderlijke vriendschap had ge koesterd, hij begreep bepaald niet en dit zeide hiji op 'n toon, Idien hiel hart zou doen smelten hoe hij zijn smart, zijn diep gewond hart zou bloot leggen en ónder woorden brengen wat hij gevoelde. Julie had dus eigenlijk de oVerwin- ning behaald. Het inpakken Van haar koffer kon nog wat uitgesteld worden. Maar zij begreep heel goed, dat zij dit geheel aan Willem te dankten bad en aan hem alleen. Het was zijn tusschen- 'kdmst die zoo prachtig op tijd kwa!m, en haar in staat gesteld had dien dag ten minste te winnen. vraagd in de industrie, welke evenzeer onder zware moeilijkheden gebukt gaat. En, zou de regeering erin berusten, dat de industrie dezen jveg opging, de ge volgen zouden financieel en economisch niet te overzien zijn. Zonder overdrij ving kan gezegd worden, dat het stelsel in zijn volle consequenties tot een de bacle moet leiden. Het gevaar is verder niet denkbeeldig, dat maatregelen als hier bedoeld, het ontslag van arbeiders in de hand zullen werken en dientenge volge de werkloosheid vergrooten. De minister verzoekt tenslotte met deze zienswijze der regeering rekening te houden. HOOFDBESTUUR Z. L. M. Gistermiddag vergaderde in 't Land- bouwhuis te Goes het lioofd'bestu|ur der Z. L. M. onder voorzitterschap van den heer mr. P. Dieleman. De voorzitter verwelkomt de H.-B.-leden en de advi seurs en herinnert aan het zilveren ju bileum van een der adviseurs, den heer C. Zwagerman. De Z. L. M. heeft op dien jubileumdag blijk igteigeven van haar groo- ten 'waardeering voor zijn werk' en per soon. Spr. hoopt, dat de heer Zwager man nog tot in lengte van dagen zijn twerkkrachten zal mogen geven aan den Zeeuwschen landbouw en veeteelt. De 'heer Zwagerman dankt voor deze vriendelijke woorden. Spr. houdt houdt van Zeeland en van de degelijke, gastvrije Zeeuwen en acht het een groot voorrecht onder de Zeeuwten zoo lang te hebben mogen werken. Eigenlijk had spr de Zeeuwen en Zeeland moeten huldigen. Spr. dankt hartelijk voor al de Den vorigen avond was zij ontevre den over hem geweest. Nadat hij haar het schilderstukje gege(v|em had, was het zijli plidht geweest er beter op te passen. Maar zij moest die zwakheid Vergeven. Hij had het goed gemaakt. HOOFDSTUK XXVI. Julie was geheel en al van één ge dachte vervuld. Het mocht kosten wat het wilde, zij moest het schilderijtje) terug hebben, voordat zij1 het huis uit ging. Als dat haar niet gelukte kreeg zij het nooit in haar leven terug en aan al' haar verwachtingen werd de bodem ingeslagen. Wat die verwachtingen pre cies waren, waagde zij niet zich zelVe af te vragen; ze zouden in ieder geval niet gemakkelijk onder woorden gebracht kunnen worden. Maar zij had een Vaag bewustzijn, dat Willem's toekomst en de hare onafscheidelijk aan elkaar ver bonden zouden zijn. Het was duidelijk' dat het stukje er gens in huis verborgen moest wezen, omdat mijnheer Thornton en zijn vlriend' Duponnet het den volgenden dag zon den komen bekijken. Julie begreep, dat dit een gelukje was, waarvan zij gebruik moest maken. Het was niet waarschijn lijk, dat ze er meer van zou hoor en Ze had reeds gehoord, dat ze Donder dagmiddag om drie uur zouden ko men. Het was nu Woensdag. Wat haar vriendschap 'in deze dagen ondervon- vonden. De jubileumdag is voor spr. onvergetelijk geworden. De voorzitter herinnert er nog aan, dat de heer P. Lindenb|ergh te We- meldingie deze week zijn tachtigsten ver jaardag hoopt te vieren. De Z. L. M. zal op dien dag van hare helangstelinlg blijk geven. De Voorzitter doet nu vele me dedelingen, die voor een groot deel reeds gepubliceerd zijn. Wij noemen daarom slechts steun sui- 'bietenteelt. Sinds korten tijd' is bekend dat de steunregteling voor 1932 dezelfde zal zijn als Voor 1931. Hoewel de uitzaai dit jaar slechts 62 o/o heeft bedragen Wan het gemiddtelde der 3 Vorige jaren, mag Verwacht worden dat dit percentage, in dien dte steunregeling niet wordt ver hoogd, voor het volgend jaar niet zal worden bereikt, waardoor een groot brok werkgelegenheid aan 't platteland wordt ontnomen daarbij tevens dte: uitvoering der Tarwe wet door een sterk Vermeer derde uitzaai Van tarwe in gevaar kan worden gebracht. •Met 1 October j.i. is aan het Rijk sub sidie geVraagd' voor: 14 algemeene land- bouwcursussen; 6 algemeene tuinbo uw- cursussen; 11 cursussen Voor volwasse nen; 1 cursus in paardenkennis; 1 cur sus in hoefbeslag en 2 cursussen in P'i'uimVteeteelt. In verband met gerezen bezwaren bij den Rijksgebouwendienst is een gtewijzjigd plan ingediend voor de schoolbouw te Zierikzee. Gehoopt wordt dat spoedig toestem ming tot den 'bouw der school zal wor den Verkregen. Momenteel worden cursussen gegeven 1 van de Z. L. M. te Schoondijke, Kort- straf ook mocht wezen, zij moest zorgen bij die samenkomst tegenwoordig te zijn en zien wat er met dien schat gebenfrde. Een gevoel van wanhoop drukte> haar, ze lag het grootste gedeelte Van den nacht wakker en zocht steeds naar 'n middel om haar doel te bereiken. Maar het was een hopeloos geVal. Oom Si kon zoo gemakkelijk ieder plan, dat bij haar mocht opkomen, in duigen doen Vallen. En hij zou nergtens voor terug deinzen. Ze moest hem in slimheid' over treffen, maar iets. slims bedenken, zoo dat ze zulk een vijand' kon overtroeven, daartoe waren haar hersenen niet in staat. Terwijl ze aaar lag te woelen in haar ongemakkelijk bed, terwijl haar gedach ten als evenveel booze geesten om haar kussen waarden, vervolgde de heelje droeve historie haar als een nachtmer rie. En zij haa zoo fantastisch mogelijk den winkel oeneden voor oogen en in het hijzonder het afgodsbeeld, de pre- sideerende geest, die haar nu voor oogen stond als de oopie van Oom Si zelf. Hij was stellig door een duivfel be zeten en die heidensche afgod beziel de hem ongetwijfeld'. Dien Donderdagmorgen stond 't meisje vroeg op. Zij was in een wanhopige stem ming. Zij had zoo weinig geslapen. Maar ondanks haar groote vermoeidheid stónd haar besluit vast: zij moest Oom' Si d!e baas zijn en haar eigendom terug krij gen. Ofschoon zij nergens 'n straaltje Van licht ontdfekte, de tijd was nog niet gekomen om alle hoop op te geven. Toen 'zij met stoffer en blik in die hand aan haar dagtaak begon, kwamen-aller lei plannen bij haar op, het ©ene al diwa- zer dan het andere. Als laatste red middel zou zij de politie in den arm nemen. Als zij had kunnen relkenen op Willem's steun, dan zou ze wel lust hebben dat te doen, maar het bezwaar was, dat ze van hem in 't gehete! niet kon afhangen. Ja, hij was ridderlijk vjoor haar opgekomen, dat moest zij erken nen, maar als het het schildterlstulkjje 'betrof, dan was hij op de hand Van Oom Si. Al ontkende hij niet, dat hij het haar had gegeven en dat het dus haar wtettig eigendom was, hij had zeker spijt van dat cadeau. Neen, de politie in den arm nemen zou haar niet helpen. Zij moest wat anders bedenken. Dien nacht was er een onwijs plan in haar hoofd opgeko men. En als ze in den loop van den mor gen niets anders bedacht, dan beslóot ze dat plan ten uitvoer te brengen. Zij begon dadelijk Oom Si zand in de oogen te strooien. Aan het ontbijt deelde ze hem mede, dat ze van plan was 's middags uit te gaan om een betrekking te zoeken. Ze zat daarbij zedig op haar bord te kijken. En hij. Oom Si maakte geen bezwaar tegen dat plan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 1