mm
ONGEREGELDE GOEDEREN
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 OCTOBER 1931. No. 253.
BINNENLAND.
DE MALAISE IN DE SCHOEN
INDUSTRIE.
HET KANAALPLAN-VAN DER LANDE
WEREN VAN GEPENSIONNEERDEN
UIT RIJKSBETREKKINGEN.
DE VISCHINVOER IN FRANKRIJK.
7Z/CrtBQ AS5f
Steunt bij gelijken prijs en kwaliteit
DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE
Gij dient daarmede Uw land
En ge bestrijdt de werkloosheid.
KUNST EN WETENSCHAP.
Steenen der Wet.
Psychisch evenwicht.
SPELLINGVEREENVOUDIGING.
Een film van het Hollandsche redding
wezen.
Het Goethe-museum te Frankfort.
Men. schrijft aan de Maasbode uit
Waalwijk-:
Dat het hoog noodig is, dat door de
Regeering wordt ingegrepen opdat de
schoenindustrie niet geheel ten gronde
gaat, bewijzen onderstaande cijfers die
door het Bureau voor de Statistiek zijn
gegeven.
In de afgeloopen maand werden 70.262
paar meer ingevoerd dan in September
van het vorig jaar.
Van Januari tot en met September
van het loopende jaar werden 291.712
paar meer ingevoerd dan in een over
eenkomstig tijdperk van het vorig jaar.
Van Januari tot en met September
werden 73.427 paar schoenen minder
uitgevoerd dan in deze periode in 1930.
Alleen uit Tsjecho Slowakije werd in
de maand Augustus naar ons land inge
voerd 33.781 paar schoenen en in de af
geloopen maand September bedroeg dit
getal reeds 82.074.
Geen wonder dat het aantal werk-
loozen met den dag enorm toeneemt,
In de brochure van ir. Ramaer „de
Zeeuwsche Oestercultuur in gevaar"
komt de volgende passage voor over het
kanaalplan-v. d. Lande.
Een door het lid der Eerste Kamer
van der Lande op 12 Maart 1931 inge
diend ontwerp (het Scheldearmkanaal)
heeft geen nadeelen, verbonden aan het
Eendrachtskanaal en aan het projet
officiel. Het loopt beoosten Bergen op
Zoom door hoogen grond, de hooge brug
over het kanaal brengt daardoor slechts
geringe kosten met zich, er wordt aan
de geheel vlakte van het verdronken
Zuid-Beveland en het verdronken land
van Bergen op Zoom niets gewijzigd en
het kanaal komt evenals het plan-Schön-
feld (maar dit facultatief) bij Willem
stad in het Hollandsch Diep, zoodat men
bij zuidwester of noordooster storm, die
niet veel maar toch van tijd tot tijd voor
komen, geen last heeft, terwijl dit in
het Volkerak wel bezwaar geeft. Het
Hollandsch Diep is onvermijdelijk, maar
het is bij westen- en noordoostenwind
eeniger mate beschermd door het eiland
tien gemeten.
„De Gelderlander" teekent hierbij
aan
Hiermede is aan het plan van den
heer Van der Lande de naam Ramaer
verbonden, wat beteekent, dat het lee-
kenplan het stempel van een uiterst be
voegden deskundige verkregen heeft.
Het behoort thans tot de plannen, die in
discussie zijn.
In de eerstvolgende Legerorders deelt
de minister van Defensie mede, dat,
mede in verband met de tijdsomstandig
heden, in den regel geen gepensionneer-
den te werk zullen mogen worden ge
steld in burgerlijke rijksbetrekkingen,
In verband hiermede brengt de minis
ter ter kennis van de autoriteiten der
landmacht, dat in den vervolge geen
personen, die in het genot zijn van een
pensioen, mogen worden aangesteld als
ambtenaar in den zin van het Algemeen
Rijksambtenarenreglement of te werk
mogen worden gesteld krachtens het Ar-
beidsovereenkomstenbesluit.
Aanstelling of tewerkstelling in strijd
met vorenbedoelden regel is slechts mo
gelijk, voor zoover de minister in elk
bepaald geval aan die afwijking zijn
goedkeuring heeft gehecht.
De correspondent van de N.R.C
te Parijs schrijft:
De memorie van toelichting bij het
vermelde besluit tot contingenteering
van den vischinvoer in Frankrijk beroept
zich o.a. op de ernstige crisis van de
Fransche visscherij, welke voornamelijk
aan den toenemenden invoer toege
schreven wordt. De prijzen zijn daar
door zoo sterk gedaald, dat in bepaalde
gevallen de exploitatie van de schepen
onmogelijk werd. Dit geldt voornamelijk
voor de kabeljauw. Daarom heeft de
Fransche regeering gemeend, gebruik te
moeten maken van de middelen die het
decreet van 1926 omtrent de douane-
wetten ter harer beschikking gesteld
heeft. De verdeeling van het' contingent
tusschen de invoerende landen zal den
invoerders nader worden medegedeeld.
De betrokken vischsoorten zijn bij de
versche of in verschen staat door be
vriezing verduurzaamde zeevisch zijn
griet, baars, steur, harder, zeehaan, tong
en tarbot, die op de lijst voor 7000 cen
tenaar voorkomen, en de andere voor
220.000. Bij de gedroogde, gezouten of
gerookte visch vermeldt het besluit ka
beljauw, heilbot, schelvisch en stokvisch
(30.000 centenaar), gezouten haring
(110,000), uitgesneden bokking en op
andere wijze bereid, gedroogd of gerookt
(3.500) en andere soorten 26.000 cente
naar. Deze cijfers gelden van 1 October
1931 tot 30 September 1932.
Het decreet heet een uitzonderings
maatregel.
Ik ga uit om eens naar een hoec
te kijken was het antwoord.
Oom Si vond dat iets ongehoords. En
dan volgt er zeker op dat je een hoed
gaat koopen t
Julie erkende, dat dit best mogelijk
was.
Je hebt er al een, niet waar Daar
enboven zullen de winkels toch niet open
zijn.
De mooie winkels zouden misschien
niet open zijn, stemde Julie toe. Maar
ze zocht ook niet een mooien hoed. Ze
had er een noodig voor iederen dag
maar die hoed was maar een voorwend
sel. Zij had geen plan een goed te koo
pen, ze wou dien ouden vent alleen maar
wat zand in de oogen strooien. Had hij
begrepen, dat zij met Willem naar het
schilderijenmuseum ging, dan zou hij er
wel een stokje voor gestoken hebben.
Om echter haar geweten gerust te
stellen en niet in de oogen der menschen
voor een leugenaarster aangezien te wor|-
den, ging Julie naar de winkelstraten,
waar ze voor een hoedenwinkel inleef
staan en met aandacht dó hoeden voor
de winkelramen, bekeek., En toen het
Men schrijft ons: Uit Arnemuiden
vonden wij vermeld, dat aldaar nog te
vinden zijn herinneringen aan vroegere
rechtspleging; ook te Oud-Vossemeer
vond men die voorheen, maar zij zijn nu
afgestaan aan het Museum te Middel
burg. Verder waren die ook eenmaal te
Zierikzee voor het Stadhuis, Aan den
voorgevel hingen twee zware steenen,
door een ijzeren ketting met pik aan el
kander verbonden, welke den schuldige
om den hals werden geworpen en waar
mee hij (of zij) anderen ten afschrik, on
der den spot en schimp der menigte, zoo
zeide de oudheidkundige Van Dale, door
de gerechtsdienaars werd voortgeleid en
rondgevoerd. Deze onteerende straf, het
dragen der Steenen van de Wet ge-
heeten, en reeds in de dertiende eeuw
in zwang, werd voornamelijk toegepast
op vrouwen, die zich aan laster- of
vloektaal, gekijf of gevecht, schuldig
hadden gemaakt. Ze zouden dus thans
bij de ingevoerde verordening op ver
schillende plaatsen op stuk van het
vloekverbod weer dienst kunnen bewij
zen, Het bleef niet bij het aanwezig zijn
der Steenen, want letterlijk vonden wij
een vonnis aangegeven, waarbij Tryn
van Bronckhorst en Claes van Leeuwar
den, zich schuldig hebben gemaakt aan
bedriegerij door middel van valsche
brieven op den 24 April 1529 werden
gecondemneerd, omme, met den steene
om haer halse hangende, binnen dezer
Stede eene ommeganck bezijden mal-
cander te doen; bovendien werd Claes
vervolgens gegeeseld en Tryn Jeen
brantteycken in hoer wange gezet.
Bovenvermelde Steenen hebben aan
leiding gegeven, dat de Zierikzeesche
moeders en zeker ook te Arnemuiden,
Baarland, Oud-Vossemeer en andere
plaatsen, waar zij in het openbaar te
kijk hingen, plachten te zeggen tegen
hare kinderen, als zij ongehoorzaam wa
ren, dat zij nog eenmaal de Steenen van
de Wet zouden moeten dragen.
Uit een stadskeur zagen wij ook, da-
teerende begin 14e eeuw, letterlijk: Soe
wat wiven onhooschelic schelden onder-
linghe ende verboden woorden spreken
in scheldene woerden die eene jegens
den anderen verboeren also dicke 111
leb. als sy daer aff bedregen worden
van wiven ofte mannen enz. en ten
slotte: Ende die deze core verboert
ende niet gelden en mach, ,,sy sal den
Steen dragen."
Een braaf man wilde aan een achtjarig
jongetje eens een les in zedelijkheid
geven en zei:
„Hoor eens, baas, ik heb vijf en veer
tig jaar geleefd, en nooit tabak in eeni-
gerlei vorm gerookt, noch een leugen
gezegd, noch gevloekt, noch valsch ge
speeld, noch...."
„Och, meneer" zei 't manneke
„dan heeft u nooit pret in uw leven ge
had, is 't wel
i ui miin i
Ds. Vunderink te Zeist heeft j.l. Vrij
dag voor de afd. Middelburg van den
Ned. Chr, Vrouwenbond een lezing ge
houden over het onderwerp Psychisch
evenwicht.
Spreker zou het leven van iederen
mensch in twee deelen willen verdee-
len n.l. het bewuste leven en het on
derbewuste leven. Naar het onderbewus
te leven gaat tegenwoordig meer dan
vroeger de belangstelling uit. In de zie
spelen de groote levensgeheimen zich
af daar wordt de blijdschap en het leed
geboren. Ons leven naar buiten is een
weerspiegeling van ons zieleleven.
Hoe komen we achter 't zieleleven
van den mensch, of van onszelven
Ie. Door zelfwaarneming, d. i. den
moed te hebben ons zelf rekenschap te
geven van onze gedachten.
2e. 't Kennen van de zielszieken, dit
zijn de menschen die innerlijk overhoop
liggen.
3e. De droom. In den droom komt 't
onderbewuste leven tot uiting.
4e. De extatische toestand, waarin de
mensch iets laat zien, wat er innerlijk
in hem woelt en stookt.
Ons bewuste leven en ons onderbe
wuste leven staan met elkander in ver
band. Het onderbewuste kan en mag
zich niet altijd uitleven.
Er is in ons onderbewuste leven veel
wat wij moeten terugdringen, maar daar
niets zich laat verdringen, komen we
voor verdrongen conflicten. Wij zouden
ons bewuste leven een spiegelbeeld van
het onderbewuste kunnen noemen. Wij
moeten zorgen evenwicht te brengen in
onze conflicten.
Wat leeft daar eigenlijk in 't onder
bewuste
Ie. Freud noemt 't voornaamste het
sexueele leven. Een eeuwig zoeken van
de liefde naar bevrediging.
2e. Adler noemt in zijn Individualpsy
chologie de wensch om te heerschen, ko
ning te zijn een groote factor.
3e. De keerzijde van 't heerschen is
de angst, vooral de angst voor den dood.
(Todesfurcht).
4e. Leeft in ieder mensch nog iets van
het beeld Gods, dat tot uiting komt in
drie uur sioeg, liep ze volgens afspraak
Willem tegemoet en ontmoette hem wel
dra op den hoek van het plein.
Het was een prachtige September mid
dag. En voor Juxie was het een "heerlijk,
maar lcort oogenolik van vrijheid. Zij
had Willem nog nooit gezien buiten den
winkel en toen zij hem1 daar bij het
postkantoor zag siaan, was zij bepaald
getroffen door zijn uiterlijk. Hij was lang
en slank en had een goede houding, was
goed gekleed, een donker blauw pak en
een heel eigenaardig gestrikte das: Julie
vond bepaald dat hij er interessant uit
zag. Ze was er eenigszins trotsch op,met
hem' in gezelschap gezien te worden.
Want het was niet te ontkennen: de
jonge man had een knap voorkomen. Hij
stond daar -met zijn opgerichte gestalte,
vlug, met een glimlach op de lippen en
dien geheimzinnig hekoorlijkjen blik, die
hem ten minste in het oog van die eene
verre verhief boven de meeste men
schen
Toen hij Julie zag aankomen, nam hij
zijn ouden strooien hoed af met een ze
kere hulde en levens een weinig 'blozen
de, hetgeen hem hijzonder goed stond.
Hij zag in dat alles iets poëtisch, maar
zorgde er wel voor er niets van te laten
merken.
Hoe heerlijk is alles! Hij wuifde
vroolijk tegen de lucht. En te denken
dat dat alles aan u en aan mij behoort.
Julie, het meest practische meisje dat
den drang naar waarheid, in 't verlan
gen om goed te zijn.
In ieder mensch speelt de ,,ik-Trieb",
't verlangen om iets te zijn in eigen
kring, een groote rol. Niet ieder echter
kan wat beteekenen. Juist in 't kind leeft
dit verlangen heel sterk. Een kind, dat
zwak is en daardoor niet kan robbedoe
zen en gehoond wordt door de sterken,
zal lijden onder zijn minderwaardigheids
gevoel. 't Voelt dit ook door minder ca
paciteiten of karakterfouten.
Ieder mensch en ieder kind, dat zijn
minderwaardigheidsgevoel voelt, zoekt
op peil te komen. Hoe doen we dit
Ie. Door een vlucht voor 't leven d.
w. z, verlegen worden, zenuwachtig, in
zich zelf gekeerd.
2e. Men probeert zich zelf omhoog te
halen óf de omgeving naar omlaag.
3e. Door compensatie in de vriend
schap, waarin men eigen leegte tracht
aan te vullen.
Ook is er een zoeken naar evenwicht
in 't gevoelsleven dat culmineert in de
erotiek. Hier zijn verlangens, die niet
vervuld kunnen en mogen worden; en
zullen de pogingen krachtiger moeten
zijn, al naar mate de begeerten krach
tiger zijn. Bijna kunstmatig gaat hier de
mensch zich 't omgekeerde aanwennen
om de lagere lusten te overwinnen. De
angstige speelt den held, de verlegene
de brutale, etc.
Een nieuwe vorm van evenwicht zoe
ken is de compensatie. Compensatie
staat steeds in verband met schuld, met
verwijt. Schuldgevoel, uit 't bewustzijn
verdrongen, is niet weg.
Hoe pogen wij 't schuldgevoel te ver
dringen
Ie Door 't goed te praten (zonden om
zetten in deugden).
2e Door 't goed te maken. (Een rijk
aard, die zijn goederen op ongeoorloofde
wijze verkreeg, wordt een philantroop).
3e Door boetedoening.
't Was een dankbaar gehoor, dat Ds.
Vunderink voor zich had. Hij heeft zijn
gehoor weten te boeien, en hen gewe
zen op den rijkdom van 't Evangelie.
Zonder deze compensatie
zoeken, aldus spr.
blijven we
een stad als Blackhampton ooit had
voortgebracht, had wel 'lust om' te vragen
wat Willem' eigenlijk bedoelde met die
zonderlinge opmerking. Zij vond het we'l
heel aardig, maar toch ergerde het ha,ar
ook wel wat.
Schoonheid, schoonheid overal, zei
de jonge mam, terwijl hij zijn stem lieL
dalen. Er was eens een oude Fransch-
man, die zeide: als men schoonheid ziel
dan bezit men ze. Kijk, Juffrouw Julie
naar die wonderlijk mooie blauwe-lucht
en naar die heerlijke welkin, die zelfs
een Van Roon ternauwernood had kun
nen schilderen. Dat behoort alles ons toe,
het is alles voor ons een genot, voor u en
voor mij.
"Maar u sprak zoo aanstonds van
de heele wereld, nietwaar?
Julie begreep het niet goed.
Aan den ingang van het Museuml stond
een statige politieagent. Julie Deschouwde
hem eenvoudig als een heel gewone ver
tegenwoordiger van de wet, maar Willem
neschouwde hem ook nog uit een ander
oogpunt.
Goeden morgen, mijnheer!
Bij deze ongewone begroetinfg stond
agent X rechtop en beantwoordde den
groet met een fieren glimlach.
Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar
ik u ben dat ge zorg wilt dragenvoor
onze schatten.
De politieagent scheen het eengiszins
grappig te vinden. Het is inüjn taak, zei
De serie artikelen, die dr. J. JE. War
tena, rector van het Winschoter Gym
nasium, voor de Middelburgsche Cou
rant heeft geschreven over de noodza
kelijkheid van Spellingvereenvoudiging
zijn nu in brochurevorm verschenen als
uitgave van de „Vereniging tot vereen
voudiging van onze spelling", met een
voorwoord van den directeur-hoofd
redacteur van ons blad.
In dat woord vooraf wordt in het kort
behandeld hoe de Nederlandsche dag
bladpers over 't algemeen staat, en naar
des schrijvers meening zou behooren te
staan, tegenover de spellingbeweging
Het volgende uiteraard in de vereen
voudigde spelling, waarin het gestelc
werd, gelaten is aan die uiteenzetting
ontleend.
„Dat over het algemeen de dagbla
den, en met name de „grote" onder hen
van neutraal-met-een-afkerige-inslag tot
positief-vijandig tegenover de spelling
beweging staan, is bekend. Het komt
tot uiting in het „omspellen" van inge
zonden stukken en, in zijn ergste vorm
in het weigeren van bijdragen, welker
schrijver voet bij stuk houdt, en zegt
„óf in 't Kollewijns in de krant, óf niet
erin!.
Dit nu lijkt mij niet de juiste opvat
ting.
Er is echter iets, dat ik ten voordele
mijner vakgenoten moet aanvoeren.
Wij moeten vaak vaste lijnen trekken
en ons daaraan dan, tot vrijwel elke
prijs houden zelfs als we daardoor
eens voor konservatief gescholden
worden.
Op een redaksieburo komt de waan
zin der wereld zich het eerst aanmel
den; daar verschijnt de man, die ia een
sportbloese op een Vliegende hollander
of 'n autoped de wereld wil omrollen,
daar komen de fantastiese uitvinders en
de idealistiese wereldhervormers, daar
brengt de post brochures van brave
lieden, die voor alle kwalen van het
mensdom een universeel geneesmidde
uitvonden, of die precies weten, wat er
aan de Volkenbond of aan Moskou ha
pert.en in dat alles moeten wij jour
nalisten het hoofd koel houden en met
vaste hand de eens uitgezette koers
dijven sturen, opdat onze bladen elke
dag rustig-systematies verschijnen, als de
regelmatige voortzetting van de reeks,
die in zijn aaneensluitend geheel pas de
geestelike eenheid vormt, waaraan de
lezer hecht en die hij „zijn krant"
noemt.
Anarchie is in een dagbladbedrijf min
der dan ergens toelaatbaar.
Dit verklaart geheel, en verontschul
digt voor een deel, dunkt mij, de hou
ding van de vele hoofdredacties, die
van de beweging der Vereenvoudigde-
spelling niet willen weten.
Ik zou daarmee volkomen instemmen,
en doen als zij, ware het niet dat:
le. Nederland dreigt een stuurloos
schip te worden op de spelling-zee met
z'n drie bovenstromen van De Vries
Te Winkel, Kollewijn en Terpstra en de
onderstroompjes van Van Eden, Van
Wijk etc.; en
2e. de beweging tot Vereenvoudiging
van onze schrijftaal reeds van zo mach
tige omvang is, dat men hier heus niet
van een nieuwlichters-beweginkje kan
spreken
Daar komt nog bij dat men, zo ergens,
op een dagbladredaksie dageliks in de
gelegenheid is, vast te stellen, dat onze
tegenwoordige spelling te lastig en te
moeilik is; het gaat niet meer aan, in
deze tijd, te debatteren over één of twee
o's, om tenslotte, zonder enig logies
verband te voelen, het stomme woor
denboek te laten beslissen....
Dus: tegen anarchie èn tegen het
weren van de V. S. uit onze dagbladen?
Ja. Want dat kan.
Toen de oekase van minister Terp
stra ons dwong, de zaak onder de ogen
te zien, is onzerzijds óók een oekase
uitgegaan. Daarin zijn wij tot dit stelsel
gekomen:
a. In het redaksionele gedeelte van
ons blad wordt de bestaande spelling
(d.i. De V. T, met de alom aanvaarde
afwijkinkjes) zo goed en zo streng mo-
gelik gehandhaafd, zowel wat het werk
der eigen redakteuren, als dat van ver
slaggevers, korrespondenten etc. betreft.
b. Bijdragen, geschreven door mede
werkers buiten de redaksie, met de
naam des schrijvers ondertekend, wor
den, evenals ingezonden stukken, des
gewenst opgenomen in de Vereenvou
digde spelling, volgens de regels, door
die vereniging gesteld en, eveneens des-
gewenscht, in de spelling-Terpstra. (Dit
laatste is sindsdien echter nog nooit
■voorgekomen; daarentegen namen we
geregeld artikelen en ingezonden stuk
ken in de V. S. op).
c. Ten aanzien van de advertenties is
een soortgelijke gedragslijn vastgesteld.
Mij dunkt zoo concludeert schr.
dit is de enig juiste weg.
De Vereenvoudigde spelling komt er
op een goede dag. Dat staat voor mij
vast. Is het nu niet 't beste, dat Neder
land daarop voorbereid is, door deze
spelling al geregeld, nadst de oude, in
zijn dagbladen gezien te hebben?"
o—
De Noord- en Zuid-Hollandsche Red
dingmaatschappij droeg Manus Franken
de vervaardiging op van een film, die
het reddingwezen op de Nederlandsche
kust in beeld brengt. Verschillende op
namen werden reeds gemaakt op Ter
schelling en Vlieland, terwijl in de ko
mende week de opnamen zullen worden
voortgezet op Texel, Ameland, Rottum
en de Friesche kust.
o
Twee naast het Goethehgus te Frank
fort gelegen huizen die uit den tijd van
Goelhe stammen zullen als Goethe-mu
seum worden ingericht. De plechtige in
huldiging van dit museum vindt plaats op
22 Maart 1932. Het museum zal de
grootste Goe Ihebibliotheek van de wereld
hij, terwijl hij Julie aanzag, mei een blik
van grappige verstandhouding. Het was
merkwaardig, die agent X. had zijn stren
ge gelaatsuitdrukking heelem'aaU-verloren
Zoodra Willem den drempel betrad
van zijn schatkamer, scheen hij door een
soort 'betoovering bevangen. Hij fluister
de. En Julie maakte zich ongerust of
hij ooit verder zou komen dan het Her
mes'beeld boven aan de groote trap. Toen
hij eenmaal in het paleis der schoonheid
was aangeland, begon hij aille begrip van
tijd en plaats te vergeten, en ofschoon
hij de ridderlijkheid in persoon, was, hij
scheen zelfs gevaar te loopen te vergeten
dat liij een dame vergezelde
Eindelijk begon Julie zich ongerust te
maken over het stilzwijgen van haar
geleide en ze zei heel jachtjesHet
schijnt hier wel even groot als het Mu
seum in Blackhampton.
De jongeling met zijn fijn waarne
mingsvermogen zag ook hierin een herin
nering dat de kunst eeuwig, is, maar dat
het Museum' in September om zes uur
gesloten wordt
Hij zuchtte en wendde zich af. Op
de groote trap liepen zij naast elkaar.
Loop recht door, juffrouw Julie, als
wij rechts afdwalen of 'links dan zijn wij'
misschien niet bij Van Roon voor den
volgenden Zaterdag. a.
Wij! dacht Julie. Spreek liever voor
je zelf alleen. In ons museum te Black
hampton hebben wij veel mooiere din
gen dan die oude, kapotte beelden. Ge
lukkig bleef dit no,g maar eeu gedachte.
Zij sprak ze niet uit.
Ze gingen door een kamfer rechts en
toen inaar een vertrek', dat daajrin uit
kwam. Julie moest mee naar den versten
hoek, waar ze staan hieven voor een
voorwerp, zoo klein en zoo onbeduidénd,
dat het haar werkelijk, verbaasde dat
Willem er liet geringste belang in stelde.
Eén blik reeds bewees!, dat 't niet zoo
verbazingwekkend was. Er was een wöfk
op dat stukje, een boom, wat water en
een molen. En die dingen op zich zelf
zoo onbeduidend, waren voldoende, zoo
als Julie reeds geleerd had, om Wdlliejm
in den zevenden hemel te brengen.
Een vluchtige bezichtiging van het
stukje was Julie voldoende. Naar haar
meening was het niets bijzonders. Maar
Willem' stond er tegenover in een hou
ding van stille aanbidding, met zijn hoofd
op zij en zijn. adem zoo lang inhoudende,
dat Julie er niets van begreep. Zij was
eigenlijk genoodzaakt om: in zijn stilzwij
gende extase te deelen, maar nadat zij
het eenigen tijd geprobeerd had om1 nu
op den eene, dan op- den anderen, voet
te gaan staan, besloot zij eindelijk die rol
op te geven.
(Wordt vervolgd.)