mm ONGEREGELDE GOEDEREN TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 OCTOBER 1931. No. 253. BINNENLAND. DE MALAISE IN DE SCHOEN INDUSTRIE. HET KANAALPLAN-VAN DER LANDE WEREN VAN GEPENSIONNEERDEN UIT RIJKSBETREKKINGEN. DE VISCHINVOER IN FRANKRIJK. 7Z/CrtBQ AS5f Steunt bij gelijken prijs en kwaliteit DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE Gij dient daarmede Uw land En ge bestrijdt de werkloosheid. KUNST EN WETENSCHAP. Steenen der Wet. Psychisch evenwicht. SPELLINGVEREENVOUDIGING. Een film van het Hollandsche redding wezen. Het Goethe-museum te Frankfort. Men. schrijft aan de Maasbode uit Waalwijk-: Dat het hoog noodig is, dat door de Regeering wordt ingegrepen opdat de schoenindustrie niet geheel ten gronde gaat, bewijzen onderstaande cijfers die door het Bureau voor de Statistiek zijn gegeven. In de afgeloopen maand werden 70.262 paar meer ingevoerd dan in September van het vorig jaar. Van Januari tot en met September van het loopende jaar werden 291.712 paar meer ingevoerd dan in een over eenkomstig tijdperk van het vorig jaar. Van Januari tot en met September werden 73.427 paar schoenen minder uitgevoerd dan in deze periode in 1930. Alleen uit Tsjecho Slowakije werd in de maand Augustus naar ons land inge voerd 33.781 paar schoenen en in de af geloopen maand September bedroeg dit getal reeds 82.074. Geen wonder dat het aantal werk- loozen met den dag enorm toeneemt, In de brochure van ir. Ramaer „de Zeeuwsche Oestercultuur in gevaar" komt de volgende passage voor over het kanaalplan-v. d. Lande. Een door het lid der Eerste Kamer van der Lande op 12 Maart 1931 inge diend ontwerp (het Scheldearmkanaal) heeft geen nadeelen, verbonden aan het Eendrachtskanaal en aan het projet officiel. Het loopt beoosten Bergen op Zoom door hoogen grond, de hooge brug over het kanaal brengt daardoor slechts geringe kosten met zich, er wordt aan de geheel vlakte van het verdronken Zuid-Beveland en het verdronken land van Bergen op Zoom niets gewijzigd en het kanaal komt evenals het plan-Schön- feld (maar dit facultatief) bij Willem stad in het Hollandsch Diep, zoodat men bij zuidwester of noordooster storm, die niet veel maar toch van tijd tot tijd voor komen, geen last heeft, terwijl dit in het Volkerak wel bezwaar geeft. Het Hollandsch Diep is onvermijdelijk, maar het is bij westen- en noordoostenwind eeniger mate beschermd door het eiland tien gemeten. „De Gelderlander" teekent hierbij aan Hiermede is aan het plan van den heer Van der Lande de naam Ramaer verbonden, wat beteekent, dat het lee- kenplan het stempel van een uiterst be voegden deskundige verkregen heeft. Het behoort thans tot de plannen, die in discussie zijn. In de eerstvolgende Legerorders deelt de minister van Defensie mede, dat, mede in verband met de tijdsomstandig heden, in den regel geen gepensionneer- den te werk zullen mogen worden ge steld in burgerlijke rijksbetrekkingen, In verband hiermede brengt de minis ter ter kennis van de autoriteiten der landmacht, dat in den vervolge geen personen, die in het genot zijn van een pensioen, mogen worden aangesteld als ambtenaar in den zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of te werk mogen worden gesteld krachtens het Ar- beidsovereenkomstenbesluit. Aanstelling of tewerkstelling in strijd met vorenbedoelden regel is slechts mo gelijk, voor zoover de minister in elk bepaald geval aan die afwijking zijn goedkeuring heeft gehecht. De correspondent van de N.R.C te Parijs schrijft: De memorie van toelichting bij het vermelde besluit tot contingenteering van den vischinvoer in Frankrijk beroept zich o.a. op de ernstige crisis van de Fransche visscherij, welke voornamelijk aan den toenemenden invoer toege schreven wordt. De prijzen zijn daar door zoo sterk gedaald, dat in bepaalde gevallen de exploitatie van de schepen onmogelijk werd. Dit geldt voornamelijk voor de kabeljauw. Daarom heeft de Fransche regeering gemeend, gebruik te moeten maken van de middelen die het decreet van 1926 omtrent de douane- wetten ter harer beschikking gesteld heeft. De verdeeling van het' contingent tusschen de invoerende landen zal den invoerders nader worden medegedeeld. De betrokken vischsoorten zijn bij de versche of in verschen staat door be vriezing verduurzaamde zeevisch zijn griet, baars, steur, harder, zeehaan, tong en tarbot, die op de lijst voor 7000 cen tenaar voorkomen, en de andere voor 220.000. Bij de gedroogde, gezouten of gerookte visch vermeldt het besluit ka beljauw, heilbot, schelvisch en stokvisch (30.000 centenaar), gezouten haring (110,000), uitgesneden bokking en op andere wijze bereid, gedroogd of gerookt (3.500) en andere soorten 26.000 cente naar. Deze cijfers gelden van 1 October 1931 tot 30 September 1932. Het decreet heet een uitzonderings maatregel. Ik ga uit om eens naar een hoec te kijken was het antwoord. Oom Si vond dat iets ongehoords. En dan volgt er zeker op dat je een hoed gaat koopen t Julie erkende, dat dit best mogelijk was. Je hebt er al een, niet waar Daar enboven zullen de winkels toch niet open zijn. De mooie winkels zouden misschien niet open zijn, stemde Julie toe. Maar ze zocht ook niet een mooien hoed. Ze had er een noodig voor iederen dag maar die hoed was maar een voorwend sel. Zij had geen plan een goed te koo pen, ze wou dien ouden vent alleen maar wat zand in de oogen strooien. Had hij begrepen, dat zij met Willem naar het schilderijenmuseum ging, dan zou hij er wel een stokje voor gestoken hebben. Om echter haar geweten gerust te stellen en niet in de oogen der menschen voor een leugenaarster aangezien te wor|- den, ging Julie naar de winkelstraten, waar ze voor een hoedenwinkel inleef staan en met aandacht dó hoeden voor de winkelramen, bekeek., En toen het Men schrijft ons: Uit Arnemuiden vonden wij vermeld, dat aldaar nog te vinden zijn herinneringen aan vroegere rechtspleging; ook te Oud-Vossemeer vond men die voorheen, maar zij zijn nu afgestaan aan het Museum te Middel burg. Verder waren die ook eenmaal te Zierikzee voor het Stadhuis, Aan den voorgevel hingen twee zware steenen, door een ijzeren ketting met pik aan el kander verbonden, welke den schuldige om den hals werden geworpen en waar mee hij (of zij) anderen ten afschrik, on der den spot en schimp der menigte, zoo zeide de oudheidkundige Van Dale, door de gerechtsdienaars werd voortgeleid en rondgevoerd. Deze onteerende straf, het dragen der Steenen van de Wet ge- heeten, en reeds in de dertiende eeuw in zwang, werd voornamelijk toegepast op vrouwen, die zich aan laster- of vloektaal, gekijf of gevecht, schuldig hadden gemaakt. Ze zouden dus thans bij de ingevoerde verordening op ver schillende plaatsen op stuk van het vloekverbod weer dienst kunnen bewij zen, Het bleef niet bij het aanwezig zijn der Steenen, want letterlijk vonden wij een vonnis aangegeven, waarbij Tryn van Bronckhorst en Claes van Leeuwar den, zich schuldig hebben gemaakt aan bedriegerij door middel van valsche brieven op den 24 April 1529 werden gecondemneerd, omme, met den steene om haer halse hangende, binnen dezer Stede eene ommeganck bezijden mal- cander te doen; bovendien werd Claes vervolgens gegeeseld en Tryn Jeen brantteycken in hoer wange gezet. Bovenvermelde Steenen hebben aan leiding gegeven, dat de Zierikzeesche moeders en zeker ook te Arnemuiden, Baarland, Oud-Vossemeer en andere plaatsen, waar zij in het openbaar te kijk hingen, plachten te zeggen tegen hare kinderen, als zij ongehoorzaam wa ren, dat zij nog eenmaal de Steenen van de Wet zouden moeten dragen. Uit een stadskeur zagen wij ook, da- teerende begin 14e eeuw, letterlijk: Soe wat wiven onhooschelic schelden onder- linghe ende verboden woorden spreken in scheldene woerden die eene jegens den anderen verboeren also dicke 111 leb. als sy daer aff bedregen worden van wiven ofte mannen enz. en ten slotte: Ende die deze core verboert ende niet gelden en mach, ,,sy sal den Steen dragen." Een braaf man wilde aan een achtjarig jongetje eens een les in zedelijkheid geven en zei: „Hoor eens, baas, ik heb vijf en veer tig jaar geleefd, en nooit tabak in eeni- gerlei vorm gerookt, noch een leugen gezegd, noch gevloekt, noch valsch ge speeld, noch...." „Och, meneer" zei 't manneke „dan heeft u nooit pret in uw leven ge had, is 't wel i ui miin i Ds. Vunderink te Zeist heeft j.l. Vrij dag voor de afd. Middelburg van den Ned. Chr, Vrouwenbond een lezing ge houden over het onderwerp Psychisch evenwicht. Spreker zou het leven van iederen mensch in twee deelen willen verdee- len n.l. het bewuste leven en het on derbewuste leven. Naar het onderbewus te leven gaat tegenwoordig meer dan vroeger de belangstelling uit. In de zie spelen de groote levensgeheimen zich af daar wordt de blijdschap en het leed geboren. Ons leven naar buiten is een weerspiegeling van ons zieleleven. Hoe komen we achter 't zieleleven van den mensch, of van onszelven Ie. Door zelfwaarneming, d. i. den moed te hebben ons zelf rekenschap te geven van onze gedachten. 2e. 't Kennen van de zielszieken, dit zijn de menschen die innerlijk overhoop liggen. 3e. De droom. In den droom komt 't onderbewuste leven tot uiting. 4e. De extatische toestand, waarin de mensch iets laat zien, wat er innerlijk in hem woelt en stookt. Ons bewuste leven en ons onderbe wuste leven staan met elkander in ver band. Het onderbewuste kan en mag zich niet altijd uitleven. Er is in ons onderbewuste leven veel wat wij moeten terugdringen, maar daar niets zich laat verdringen, komen we voor verdrongen conflicten. Wij zouden ons bewuste leven een spiegelbeeld van het onderbewuste kunnen noemen. Wij moeten zorgen evenwicht te brengen in onze conflicten. Wat leeft daar eigenlijk in 't onder bewuste Ie. Freud noemt 't voornaamste het sexueele leven. Een eeuwig zoeken van de liefde naar bevrediging. 2e. Adler noemt in zijn Individualpsy chologie de wensch om te heerschen, ko ning te zijn een groote factor. 3e. De keerzijde van 't heerschen is de angst, vooral de angst voor den dood. (Todesfurcht). 4e. Leeft in ieder mensch nog iets van het beeld Gods, dat tot uiting komt in drie uur sioeg, liep ze volgens afspraak Willem tegemoet en ontmoette hem wel dra op den hoek van het plein. Het was een prachtige September mid dag. En voor Juxie was het een "heerlijk, maar lcort oogenolik van vrijheid. Zij had Willem nog nooit gezien buiten den winkel en toen zij hem1 daar bij het postkantoor zag siaan, was zij bepaald getroffen door zijn uiterlijk. Hij was lang en slank en had een goede houding, was goed gekleed, een donker blauw pak en een heel eigenaardig gestrikte das: Julie vond bepaald dat hij er interessant uit zag. Ze was er eenigszins trotsch op,met hem' in gezelschap gezien te worden. Want het was niet te ontkennen: de jonge man had een knap voorkomen. Hij stond daar -met zijn opgerichte gestalte, vlug, met een glimlach op de lippen en dien geheimzinnig hekoorlijkjen blik, die hem ten minste in het oog van die eene verre verhief boven de meeste men schen Toen hij Julie zag aankomen, nam hij zijn ouden strooien hoed af met een ze kere hulde en levens een weinig 'blozen de, hetgeen hem hijzonder goed stond. Hij zag in dat alles iets poëtisch, maar zorgde er wel voor er niets van te laten merken. Hoe heerlijk is alles! Hij wuifde vroolijk tegen de lucht. En te denken dat dat alles aan u en aan mij behoort. Julie, het meest practische meisje dat den drang naar waarheid, in 't verlan gen om goed te zijn. In ieder mensch speelt de ,,ik-Trieb", 't verlangen om iets te zijn in eigen kring, een groote rol. Niet ieder echter kan wat beteekenen. Juist in 't kind leeft dit verlangen heel sterk. Een kind, dat zwak is en daardoor niet kan robbedoe zen en gehoond wordt door de sterken, zal lijden onder zijn minderwaardigheids gevoel. 't Voelt dit ook door minder ca paciteiten of karakterfouten. Ieder mensch en ieder kind, dat zijn minderwaardigheidsgevoel voelt, zoekt op peil te komen. Hoe doen we dit Ie. Door een vlucht voor 't leven d. w. z, verlegen worden, zenuwachtig, in zich zelf gekeerd. 2e. Men probeert zich zelf omhoog te halen óf de omgeving naar omlaag. 3e. Door compensatie in de vriend schap, waarin men eigen leegte tracht aan te vullen. Ook is er een zoeken naar evenwicht in 't gevoelsleven dat culmineert in de erotiek. Hier zijn verlangens, die niet vervuld kunnen en mogen worden; en zullen de pogingen krachtiger moeten zijn, al naar mate de begeerten krach tiger zijn. Bijna kunstmatig gaat hier de mensch zich 't omgekeerde aanwennen om de lagere lusten te overwinnen. De angstige speelt den held, de verlegene de brutale, etc. Een nieuwe vorm van evenwicht zoe ken is de compensatie. Compensatie staat steeds in verband met schuld, met verwijt. Schuldgevoel, uit 't bewustzijn verdrongen, is niet weg. Hoe pogen wij 't schuldgevoel te ver dringen Ie Door 't goed te praten (zonden om zetten in deugden). 2e Door 't goed te maken. (Een rijk aard, die zijn goederen op ongeoorloofde wijze verkreeg, wordt een philantroop). 3e Door boetedoening. 't Was een dankbaar gehoor, dat Ds. Vunderink voor zich had. Hij heeft zijn gehoor weten te boeien, en hen gewe zen op den rijkdom van 't Evangelie. Zonder deze compensatie zoeken, aldus spr. blijven we een stad als Blackhampton ooit had voortgebracht, had wel 'lust om' te vragen wat Willem' eigenlijk bedoelde met die zonderlinge opmerking. Zij vond het we'l heel aardig, maar toch ergerde het ha,ar ook wel wat. Schoonheid, schoonheid overal, zei de jonge mam, terwijl hij zijn stem lieL dalen. Er was eens een oude Fransch- man, die zeide: als men schoonheid ziel dan bezit men ze. Kijk, Juffrouw Julie naar die wonderlijk mooie blauwe-lucht en naar die heerlijke welkin, die zelfs een Van Roon ternauwernood had kun nen schilderen. Dat behoort alles ons toe, het is alles voor ons een genot, voor u en voor mij. "Maar u sprak zoo aanstonds van de heele wereld, nietwaar? Julie begreep het niet goed. Aan den ingang van het Museuml stond een statige politieagent. Julie Deschouwde hem eenvoudig als een heel gewone ver tegenwoordiger van de wet, maar Willem neschouwde hem ook nog uit een ander oogpunt. Goeden morgen, mijnheer! Bij deze ongewone begroetinfg stond agent X rechtop en beantwoordde den groet met een fieren glimlach. Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar ik u ben dat ge zorg wilt dragenvoor onze schatten. De politieagent scheen het eengiszins grappig te vinden. Het is inüjn taak, zei De serie artikelen, die dr. J. JE. War tena, rector van het Winschoter Gym nasium, voor de Middelburgsche Cou rant heeft geschreven over de noodza kelijkheid van Spellingvereenvoudiging zijn nu in brochurevorm verschenen als uitgave van de „Vereniging tot vereen voudiging van onze spelling", met een voorwoord van den directeur-hoofd redacteur van ons blad. In dat woord vooraf wordt in het kort behandeld hoe de Nederlandsche dag bladpers over 't algemeen staat, en naar des schrijvers meening zou behooren te staan, tegenover de spellingbeweging Het volgende uiteraard in de vereen voudigde spelling, waarin het gestelc werd, gelaten is aan die uiteenzetting ontleend. „Dat over het algemeen de dagbla den, en met name de „grote" onder hen van neutraal-met-een-afkerige-inslag tot positief-vijandig tegenover de spelling beweging staan, is bekend. Het komt tot uiting in het „omspellen" van inge zonden stukken en, in zijn ergste vorm in het weigeren van bijdragen, welker schrijver voet bij stuk houdt, en zegt „óf in 't Kollewijns in de krant, óf niet erin!. Dit nu lijkt mij niet de juiste opvat ting. Er is echter iets, dat ik ten voordele mijner vakgenoten moet aanvoeren. Wij moeten vaak vaste lijnen trekken en ons daaraan dan, tot vrijwel elke prijs houden zelfs als we daardoor eens voor konservatief gescholden worden. Op een redaksieburo komt de waan zin der wereld zich het eerst aanmel den; daar verschijnt de man, die ia een sportbloese op een Vliegende hollander of 'n autoped de wereld wil omrollen, daar komen de fantastiese uitvinders en de idealistiese wereldhervormers, daar brengt de post brochures van brave lieden, die voor alle kwalen van het mensdom een universeel geneesmidde uitvonden, of die precies weten, wat er aan de Volkenbond of aan Moskou ha pert.en in dat alles moeten wij jour nalisten het hoofd koel houden en met vaste hand de eens uitgezette koers dijven sturen, opdat onze bladen elke dag rustig-systematies verschijnen, als de regelmatige voortzetting van de reeks, die in zijn aaneensluitend geheel pas de geestelike eenheid vormt, waaraan de lezer hecht en die hij „zijn krant" noemt. Anarchie is in een dagbladbedrijf min der dan ergens toelaatbaar. Dit verklaart geheel, en verontschul digt voor een deel, dunkt mij, de hou ding van de vele hoofdredacties, die van de beweging der Vereenvoudigde- spelling niet willen weten. Ik zou daarmee volkomen instemmen, en doen als zij, ware het niet dat: le. Nederland dreigt een stuurloos schip te worden op de spelling-zee met z'n drie bovenstromen van De Vries Te Winkel, Kollewijn en Terpstra en de onderstroompjes van Van Eden, Van Wijk etc.; en 2e. de beweging tot Vereenvoudiging van onze schrijftaal reeds van zo mach tige omvang is, dat men hier heus niet van een nieuwlichters-beweginkje kan spreken Daar komt nog bij dat men, zo ergens, op een dagbladredaksie dageliks in de gelegenheid is, vast te stellen, dat onze tegenwoordige spelling te lastig en te moeilik is; het gaat niet meer aan, in deze tijd, te debatteren over één of twee o's, om tenslotte, zonder enig logies verband te voelen, het stomme woor denboek te laten beslissen.... Dus: tegen anarchie èn tegen het weren van de V. S. uit onze dagbladen? Ja. Want dat kan. Toen de oekase van minister Terp stra ons dwong, de zaak onder de ogen te zien, is onzerzijds óók een oekase uitgegaan. Daarin zijn wij tot dit stelsel gekomen: a. In het redaksionele gedeelte van ons blad wordt de bestaande spelling (d.i. De V. T, met de alom aanvaarde afwijkinkjes) zo goed en zo streng mo- gelik gehandhaafd, zowel wat het werk der eigen redakteuren, als dat van ver slaggevers, korrespondenten etc. betreft. b. Bijdragen, geschreven door mede werkers buiten de redaksie, met de naam des schrijvers ondertekend, wor den, evenals ingezonden stukken, des gewenst opgenomen in de Vereenvou digde spelling, volgens de regels, door die vereniging gesteld en, eveneens des- gewenscht, in de spelling-Terpstra. (Dit laatste is sindsdien echter nog nooit ■voorgekomen; daarentegen namen we geregeld artikelen en ingezonden stuk ken in de V. S. op). c. Ten aanzien van de advertenties is een soortgelijke gedragslijn vastgesteld. Mij dunkt zoo concludeert schr. dit is de enig juiste weg. De Vereenvoudigde spelling komt er op een goede dag. Dat staat voor mij vast. Is het nu niet 't beste, dat Neder land daarop voorbereid is, door deze spelling al geregeld, nadst de oude, in zijn dagbladen gezien te hebben?" o— De Noord- en Zuid-Hollandsche Red dingmaatschappij droeg Manus Franken de vervaardiging op van een film, die het reddingwezen op de Nederlandsche kust in beeld brengt. Verschillende op namen werden reeds gemaakt op Ter schelling en Vlieland, terwijl in de ko mende week de opnamen zullen worden voortgezet op Texel, Ameland, Rottum en de Friesche kust. o Twee naast het Goethehgus te Frank fort gelegen huizen die uit den tijd van Goelhe stammen zullen als Goethe-mu seum worden ingericht. De plechtige in huldiging van dit museum vindt plaats op 22 Maart 1932. Het museum zal de grootste Goe Ihebibliotheek van de wereld hij, terwijl hij Julie aanzag, mei een blik van grappige verstandhouding. Het was merkwaardig, die agent X. had zijn stren ge gelaatsuitdrukking heelem'aaU-verloren Zoodra Willem den drempel betrad van zijn schatkamer, scheen hij door een soort 'betoovering bevangen. Hij fluister de. En Julie maakte zich ongerust of hij ooit verder zou komen dan het Her mes'beeld boven aan de groote trap. Toen hij eenmaal in het paleis der schoonheid was aangeland, begon hij aille begrip van tijd en plaats te vergeten, en ofschoon hij de ridderlijkheid in persoon, was, hij scheen zelfs gevaar te loopen te vergeten dat liij een dame vergezelde Eindelijk begon Julie zich ongerust te maken over het stilzwijgen van haar geleide en ze zei heel jachtjesHet schijnt hier wel even groot als het Mu seum in Blackhampton. De jongeling met zijn fijn waarne mingsvermogen zag ook hierin een herin nering dat de kunst eeuwig, is, maar dat het Museum' in September om zes uur gesloten wordt Hij zuchtte en wendde zich af. Op de groote trap liepen zij naast elkaar. Loop recht door, juffrouw Julie, als wij rechts afdwalen of 'links dan zijn wij' misschien niet bij Van Roon voor den volgenden Zaterdag. a. Wij! dacht Julie. Spreek liever voor je zelf alleen. In ons museum te Black hampton hebben wij veel mooiere din gen dan die oude, kapotte beelden. Ge lukkig bleef dit no,g maar eeu gedachte. Zij sprak ze niet uit. Ze gingen door een kamfer rechts en toen inaar een vertrek', dat daajrin uit kwam. Julie moest mee naar den versten hoek, waar ze staan hieven voor een voorwerp, zoo klein en zoo onbeduidénd, dat het haar werkelijk, verbaasde dat Willem er liet geringste belang in stelde. Eén blik reeds bewees!, dat 't niet zoo verbazingwekkend was. Er was een wöfk op dat stukje, een boom, wat water en een molen. En die dingen op zich zelf zoo onbeduidend, waren voldoende, zoo als Julie reeds geleerd had, om Wdlliejm in den zevenden hemel te brengen. Een vluchtige bezichtiging van het stukje was Julie voldoende. Naar haar meening was het niets bijzonders. Maar Willem' stond er tegenover in een hou ding van stille aanbidding, met zijn hoofd op zij en zijn. adem zoo lang inhoudende, dat Julie er niets van begreep. Zij was eigenlijk genoodzaakt om: in zijn stilzwij gende extase te deelen, maar nadat zij het eenigen tijd geprobeerd had om1 nu op den eene, dan op- den anderen, voet te gaan staan, besloot zij eindelijk die rol op te geven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5