0NGEREGÏ1K GOEDEREN TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 OCTOBER 1931. No. 249. ZEELAND. middelburg. KERKNIEUWS. Bijzondere vrijwillige landstorm. Gisterenavond hield de afdeeling Middelburg van den Bijz. Vrijw. landstorm een propagandabijeenkomst in de groote zaal van het Schuttershof, welke geheel met belangstellenden ge vuld was, onder wie ook vele van an dere af deelingen op Walcheren. De voorzitter der plaatselijke land stormcommissie, de heer G. W. Graaf- huis, heette allen welkom, in het bij zonder den garnizoenscommandant en zijn adjudant, den voorzitter van mili tair Pro Rege en de ingezetenen van Middelburg, die niet alleen nu maar al tijd het instituut steunen. Bericht van verhindering was ingekomen van den Commissaris der Koningin en van den burgemeester. Vervolgens richtte spr. zich tot de dames en wees er haar op, dat ook zij goed moeten begrijpen, dat het doel van het instituut alleen is op te treden als er, wat God behoede, re volutie dreigt. Het instituut draagt geenszins een politiek karakter, maar wil alleen steun verleenen aan de wet tige regeering en zich ter beschikking stellen alleen als die wettige regeering er om vraagt. Zij zal alleen bestrijden een minderheid, die zich langs onwet- tigen weg van de regeering zou willen meester maken. Spr. stelde onder applaus voor aan H.M. de Koningin een telegram te zen den, waarin bij herhaling de verzekering van verknochtheid en trouw wordt uit gesproken. Hierna kreeg de heer P. G. Laer- n o e s, secretaris van het verband Zee land, het woord en zeide de afdeeling Middelburg dankbaar te zijn voor het organiseeren van dezen avond, nu het 12%-jarig bestaan van het instituut bin nenkort kan worden herdacht. Het telt nu ruim 76000 leden, waaronder hon derden officieren. Zeeland telt 3000 le den en er komen er steeds bij; gisteren werden nog 10 nieuwe ingeschreven. Er is volgens spr. geen instituut dat zoo hard werkt voor vrede en rust als dit. Dat het hard noodig is, blijkt wel uit de houding van communisten bij het jongste koninklijk bezoek aan Amster dam, bij de huurstaking te Rotterdam en op andere plaatsen. Het vuur smeult en men moet oppassen het niet oplaait tot een grooten brand. In Nederland vooral heeft men veel te verliezen, vrij heid, gezin en geluk. Spr. wekt op pro paganda voor aansluiting te blijven ma ken en zich te abonneeren op 't maand blad der vereeniging. Tot den commandant van het verband Zeeland, overste Bierman, richt spreker woorden van groote waardeering en zegt dat hij met hart en ziel voor de organisatie werkt, de plaatselijke leiders weten daarvan mede te praten. Instemming ondervond algemeen een voorstel van spr. om in verband met het 12%-jarig bestaan op 7 November, nu een telegram te zenden aan generaal Duymaer van Twist om hem te danken voor wat hij al dien tijd voor den Land storm en daardoor ook voor ons ge- heele volk doet. Met een aanhaling uit het Wilhelmus, de regels „Mijn schilt en de betrouwe" enz., eindigde spreker. De voorzitter bracht dank aan den heer Laernoes en wekte aanwezi gen op, ook militairen, die nog geen lid zijn, zich in de pauze op te geven. Hierna verkreeg overste Bierman het woord om de prijzen, behaald bij den onderlingen schietwedstrijd, aan de gelukkige winnaars uit te reiken. Spr, begon met er op te wijzen, dat het schieten zijn bijzondere voorliefde heeft. Als men hem niet uitlacht, gezien zijn ander baantje, wil spr. brand vergelijken met revolutie, voor beide gevallen moet men paraat zijn. Maar er is een groot lllPP^ 15.) HOOFDSTUK X. Precies op den bepaalden tijd kwam de heer Thornton (om tien uur) met een vriend den winkel van S. Gedge binnen. Een kwartier te voren had S. Gedge Wil lem uitgezonden naar Cheliev om naar een tafeltje te kijken, waarnaar een van de klanten gevraagd had. Julie, die wist wat er gebeuren zou, had gemaakt, dat ze in de buurt was, in een verwijderd hoekje van den winkel toen deze beide heeren arriveerden. Evenals bij het vo rige bezoek van den heer Thornton ging Oom Si dadelijk zelf het schilderstukje halen, maar dat hij zoo spoedig terug kwam, bracht Juli een bittere teleurstel ling. Bij ongeluk zoo het scheen, viel zijn scherpe oog op haar, "juist toen hij het schilderstukje aan den heer Thornton's vriend overhandigde, een man met een knorrig gezicht in een kale jas en een bonte muts op het hoofd. - Nichtje, riep S. Gedge mét scherpe stem, ga liever ergens anders stof af nemen. Er was niets aan te doen. Julie kon wel schreien van kwaadheid, maar ze .moest wel gehoorzamen. Het eenige wat Nederland in cijlers. Men zegt wel eens smalend, dat de statistiek de kunst is, cijfers te groe- peeren, maar men vergeet, dat dit in derdaad een heele kunst is. wanneer men die cijfers hun eigenlijke taal eer lijk wil laten spreken. Die kunst wordt echter naar haar re gelen beoefend in het Nederlandsche Centraal Bureau voor de Statistiek te 's-Gravenhage en de cijfers, die het ons verstrekt, zijn altijd belangwekkend. Zoo juist is weer verschenen de jaar gang 1930 der „Jaarcijfers voor Neder land". Deze vertelt ons o.a, het vol gende: Op 31 December 1930 was het zielen tal van ons land 7.920.388, meer dan 3 X dat der eerste algemeene volks telling van 1830. De cijfers der gesloten huwelijken blij ven vrijwel constant (tusschen 7 en 8 per 1000 inwoners), de geboortecijfers dalen regelmatig, het sterftecijfer ook. Dit laatste bereikte in 1930 het laagst geregistreerde cijfer (9.1 %o). Het bedrag der belaste vermogens neemt toe sedert 1923/1924 en het steeg in 1929/1930 tot 15.666 millioen gulden. Bedroeg het totaal der zuivere inko mens in 1924/1925 3761 millioen, in 1929/ 1930 is dit bedrag tot 4285 millioen ge stegen. Hierbij dient evenwel rekening te worden gehouden met de toeneming der bevolking. Het aantal uitgesproken faillissemen ten, dat na de oorlogsjaren tot 4341 in 1924 was gestegen, daalde sedert regel matig; het bedroeg in 1929 2729. De totale uitgaven voor armenzorg, welke in 1926 80 millioen hebben bedra gen, beliepen in 1928 reeds 90 millioen. Bij een toeneming der aantallen ver voerde reizigers en der vervoerde goe deren vertoonden de cijfers van de to- zij durfde doen om haar nieuwsgierig heid te bevredigen was, op haar teenen loopende, een paar minuten later een potje wrijfwas te gaan halen, dat zij zoo verstandig geweest was te laten staan Als een muisje zoo stil kwam ze lerug om het te halen, maar Oom Si wierp haar zulk een woesten blik toe dat zij weg vloog zonder een woord te hebben opgevangen van hetgeen er gesproken werd. Zij was doodsangstig. Zij wist haast zeker dat zij het stukje voor het laatst gezien had. Haar wantrouwen in S. Ged ge was zoo groot; hij was tot alles in staat. Geld kon hem tot alles verleiden, daarvan was ze nu overtuigd. Zij bracht zeker wel twintig ellendige minuten door en vroeg zich steeds af wat ze toch doen moest als hij over het stukje beschikt had. Zij trachtte zich reeds aan het denk beeld te gewennen, dat zij het nooit, neen nooit, zou weerzien. Eindelijk verlieten, de beide mannen den winkel. Toen bespeurde Julie, dat zij in haar vrees te „ver was gegaan en dat Oom Si op dit oogenblik tenminste geen kwaad had gedaan, 't Zou| ook te onbillijk, geweest zijn. Hij slofte langzaam! de keuken in met hel schilderijtje in de hand. Wat een ver lichting voor het meisje! Nichtje, zei hij op dreigenden toon, ik zeg je eens voor al, ilc wil' niet heb ben dat je in den winkel omhangt of tale opbrengst van het vervoer der Nederl. Spoorwegen tot 1927 een terug gang. Na dit jaar stegen echter ook de financieele uitkomsten. In 1927 bedroeg de totale opbrengst bijna 159 millioen gulden, in 1928 170 millioen en in 1929 177 millioen. De Nederlandsche posterijen verzon den in 1929 ruim 299 millioen portbeta- lende brieven en ruim 122 millioen brief kaarten, bijna 595 millioen nieuwsbladen en andere gedrukte stukken. Per hoofd der bevolking beteekent dit 53.8 brieven en briefkaarten en 76.4 drukwerken. Het aantal gevoerde gesprekken in 't Rijkstelefoonverkeer bedroeg in het lo caal verkeer in 1929 ruim 143 millioen, in het interlocaal verkeer 20.6 millioen, Tot omstreeks 1920 vertoonden de Rijksinkomsten en -uitgaven een sterken groei. In de periode 19101920 stegen beide tot het viervoudige. Het jaar 1920 biedt het hoogste inkomstencijfer met 919 millioen voor alle diensten te zamen; het ramingcijfer voor 1931 bedraagt 748 millioen, waarvan 91 millioen van lee- ningfonds en wegenfonds. In 1922 be reikten de uitgaven het hoogste punt met 1179 millioen om in 1931 tot 892 millioen (aangevraagd bedrag) te dalen. De gemiddelde jaarlijksche opbrengst van alle Rijksbelastingen te zamen be droeg in de perioden 19101914 en 19251929 per hoofd der bevolking resp. 26.71 en 75.59, in het jaar 1930 72.37. In 1929 behandelden de kantonrech ters 183.000 strafzaken, waarbij 173.000 persoonlijk onvoorwaardelijk werden veroordeeld. In 1920 bedroeg het aantal strafzaken 245.000. De arrondissements rechtbanken wezen in 1929 25.525 von nissen in eersten aanleg in rechtszaken met 25.021 veroordeelde personen, te gen 27.211 en 30.073 in 1920, rondloopt als ik zaken doe met gtewichti ge klanten. Het schilderijtje te zien was zoo on eindig veel gewichtiger voor haar dan de woorden, die kwamen uit zijn mond, dat Julie lust had er niet veel notitie van te nemen. Ik zeg je nogmaals, zei de oude nvan op slr*ngen toon, en let goed op. Ik wil géén vro uwen mét open mond zien staan luisteren wanneer ik zaken doe. En lach mij niet uit, want anders kan je je koffer pakken. Hier! En Oom Si gaf haar liet schilderstukje aan. Bireng dit terug op de plaats waar ik hel van daan gehaald heb, en herinner je goed wat ik je gezegd hen, anders zal je een week geen zakgeld krijgen. Na deze bedreiging was Julie het overige van den. dag een toonbeeld van bescheidenheid, en toch was zij ten prooi aan een vree „el ij ke nieuwsgierigheid. Zij had heel wat willen geven, om' le weten te komen wat er in den loop van dien morgen veitiandeld was tusschen dien heer met zijn kromme beenen en haar oom. Tegen den avond aan het souper kon zij er pas iets vam te welen komen, toen Oom Si de zaak aan Wijtlem mee deelde. Hij was echter zoo voorzichtig het alles terloops te behandelen. 'A propos, vriend, zei de oude m'an, terwijl hij 'mét aandacht een stukje kaas op de punt van zijn més liet balan- ceeren en Julie intusschen aanzag, dat vergadering te Arnhem benoemde de vergadering den heer L. M. Barendse én tot plaatsvervanger den heer J. Fre- lier. De vergadering besloot een cursus voor vervolgonderwijs te doen houden en bij het gemeentebestuur gedaan zien te krijgen, het minimum aantal leerlin gen dat is vastgesteld om voor de ge meentelijke bijdrage inaanmerking te kunnen komen, te verlagen. De Nederlandsche Protestantenbond. In de middagvergadering was het eerst aan het woord de heer dr. J. A. dé Koning uit Utrecht, die sprak over De strijd van den godsdienst om een plaats in onze cul tuur. Godsdienst kan dan alleen aldus spr. een plaats hebben in een cultuur wanneer er een woonplaats voor het Godsdienstig teven is in de harten der menschen, die deze cultuur vormen. In den grond i s de strijd van den' godsdienst om een plaats in onze cultuur een strijd om het hart der nu levende menschen. In dien strijd gaat het tenslottle altijd om dezelfde waarden, en deze worden altijd weer langs andere wegen gevonden, om dat zij telkens op een andere levenswer kelijkheid (een andere cultuur-sfeer) mtoeten worden bevochten. Er is ook voor ons geen andere weg tot God dan die welke dwars door onzen eigen lijd gaal. Belangrijk is het te zien hoe wij nog steeds leven in een voortschrijdende saecuiarisatie, die afleidt van den gods dienst en dezen dringt in een apoiogisti- sche positie. Het modernisme der 19e eeuw moeten wij waardeeren, ais de eer ste grootsche poging om1 uit één principe cultuur en geloof in één levensverband te; herstellen. Het heeft dat met succes gekend, zoolang er geloof was in voor uitgang ©n rationeele cuiltuuropbouw, zoolang er was de rust en het optimisme van het uitzicht in onze cultuur. In de 20e eeuw en zeker na den oor log is de rust van dat inzicht ons ont nomen; wij varen blind op een zee zon der veel lichtbakens. Thans staan wij in een wereldcrisis, waarvan de oorlog en de economische ontwrichting symptonen zijn, doch diaim wezen de diepstes grond slagen van onze cultuur raakt. De gods dienstige organisaties in hel Christendom staan ontsteld i.n een wereld, waarin groote massaas /afvallig" blijken. En waar blijkt aanwezig te zijn een groote cul- tuurschuld, n.l. het proletariaat als ge volg van de wijzigingen in de 18e en 19e eeuwsche samenleving, een schuld die nog steeds gevolgen heeft. Ook blijken geweldige massaas vatbaar voor anti christelijke ideo'logiën als b.v. het nati- onaal-fascisme. Er Is in het moderne ar beidsproces een kwade invloed aanwezig op de "gezondheid van hel zieleleven. Ook al is er veel dat ten goede is gebracht, vooral in 'de 2ee eeuw. Bovendien be grijpt men niet dat de werkloosheid der millioenen als zij nog een paar jaar aan houdt onze gansche cultuur ondergraaft. Er ontbreekt een ethos van den arbeid en daarmee de mogelijkheid den strijd en den nood om den arbeid in het hart onze menschen religieus te doen ver werken en doorleven. De godsdienst staat er hier naast. Hetzelfde geldt van de techniek. Verder gaande blijft de godsdienst in gebreke op het terrein van de groeien de wereldeenheid. Voor den nieuwen tijd waarvoor velen werken, n.l. een tijd waarin de wereld economisch en ook in haar verdere cultuurleven tot een heid worden gaat, geeft de godsdienst niet het elan, het dragende ethos. De religie, ook in ons land, toeft te veel bij irriëel wordende conservatieve machten, in plaats van uit haar verdere schat kl ad schilderijtje van jou heb ik eens aan mijnheer Thornton laten kijkeii. Ik hoop dat hij het mooi vond, mijnheer, zei Willem met zijn vragend glimlachje. Oom Si perste zijn lippen op elkaar. Daarna kwam' er een raar geluid door die bijna gesloten lippen, waar mén van alles uil kon opmaken. Julie had dolle lust den ouden ellende ling een klap op zijn langen en 1 eel ij ken neus te géven. Wat dacht hij van de wolk?, vroeg Willem. En van het zonlicht, dat dooi de wolk heen op het water schijnt? Hij zegt, dat het alles er heel vuil en leelijk uit ziet en heel vervallen, miaar als ik hel voor vijf-en-twintig gulden kon koopen, zou hij in staat zijn er mij mis schien een voordeeltje van te kunnen be zorgen. Dat zou ik warempel wel' denken, mompelde Julie, terwijl zij een glas water ïn de hand hield. Oom Si legde zijn mes neer en keek haar aan. Zoo, denk jij dat nichtje, zei hij spottend. Wees zoo goed je alleen mét je eigen zaken le bemoeien, of wij zullen standjes met elkaar krijgen. Dat is nu ai de tweede keer, dat ilt op je knorren moet. Julie delkte haar terugtocht uit den onmogelijken toestand, waarin haar ver ontwaardiging haar gebracht had, door ten te putten en te gaan strijden voor de organische verbondenheid der volken in één menschheid. Onze tijd vraagt om een moedig deel nemen van de godsdienstige menschen aan al deze gebieden van strijd, want hier is de reëele nood van het tegen woordig menschenhart, waar de 'gods dienst „heil" moet brengen en om zijn plaats moet strijden in onze cultuur. Dit eischt vooreerst eenheid in de beweging en zulks ook in Holland en zeker ook in eigen vrijzinnig protestant- schen kring. Er is alle reden tot hoop volle verwachting omdat de nood grooter wordt en de nood den levenden gods dienst zal wekken. Wij staan voor een dieper en reëeler godsdienstig leven, dat fel er; zwaar te strijden zal hebben en dat voor een groot deel als brandpunt zal kennen hel bouwen aan een nieuwe orde in samenleving en cultuur. Waarbij het als altijd in laatste instantie gaat om het bouwen van de vertrou- wensbrug waar langs het getuigenis van Gods heil lot de harten der menschen kan ingaan. Van de gelegenheid om' met den spre ker van gedachten te wisselen maakten enkele aanwezigen gebruik. De voorzitter bracht dank aan den heer De Koning en aan hen, die aan de discussies deelnamen, het is een onderwerp,waarmede de Bond zich ze ker nog wel eens meer zal moeten be zighouden. Motie ontwapeningsconferentie. Het hoofdbestuur stelde de volgende motie voor: De jaarvergadering van den N. P. B. te Middelburg bijeen, gevoelt zich door drongen van het groote belang dat de aanstaande conferentie voor internatio nale ontwapening voor de verschillende volken zal hebben. Zij wenscht daarom uiting te geven aan haar vurigen wensch, dat alles mag worden gedaan om deze conferentie te doen slagen en hoopt, dat de vertegenwoordigers der volken ter conferentie zullen weten, dat millioenen er naar uitzien, dat hun beraadslagingen mogen leiden tot maatregelen, die een duurzamen vrede verzekeren. Mevrouw Mantes (Rotterdam) zeide persoonlijk tegen iedere motie te zijn, zij verwacht er niet veel van en heeft geen vertrouwen in de conferentie. Doch haar afdeeling Linker Maasoever wilt wel een motie, doch kon zich niet ver eenigen met de voorgestelde, omdat er geen enkel positief punt in wordt aan gegeven. De motie is niet een godsdienstige vereeniging waardig en kon even goed van een roeivereeniging of dergelijk zijn. Spr. stelt daarom namens haar afdeeling voor te lezen achter de woorden „vuri ge wensich", dat de gevolmachtigden dei- volken, radicaal zullen breken met het geloof, dat in wapengeweld onze zeker heid is gelegen en moedig zullen beslis sen tot het waagstuk der ontwapening, dat alleen ons den vrede verzekert. De heer Dinger (Bussum) voelt per soonlijk ook niets voor een motie, want de Volkenbond is z. i, geen bond van volken, maar een van regeeringen. Dat er tot nu toe niet veel tot stand is ge bracht, is geen bewijs, dat het niet ge beuren kan of zal, en spr. wilt dan ook niet de motie van het hoofdbestuur in gevaar brengen, maar meent dat er een aanvulling in den vorm van een tweede motie op moet volgen en wel eene, die inhoudt, dat men geen verbetering der toestanden verwacht als het verdrag van Versailles gehandhaafd blijft. De voorzitter is het met de cri- tiefc op het voorstel niet eens en zeker niet dat de motie van iedere vereeni ging zoo-kan komen, want er staat dui delijk in dat zij van den N.P.B. uitgaat en duidelijk wordt gevraagd geen enke len weg te doen slagen, die de bedoeling heeft de conferentie te doen mislukken. Men vraagt ten slotte de duurzame vrede te verzekeren. De heer Van Dalen meende bij de haar glas water in één teug" leeg te drin ken. Je ziet wel zelf, jongenlief, zei Oom' Si, zich met een vertrouwelijken blik tot Willem wendende, dit dit schilderijtje, E*t scheen een groote overwinning over zich zelf toe te geven dat het ding een schilderijtje was is zonder ondertee- kening. Daardoor mist het ongeveer al zijn waarde. Willem glimlachte en schudde het hoofd. Neem mij niet kwalijk' mijnheer, maar iedere lijn, iedere streek van het stukje is een onderteekening of een merk. Ach!, gekheid!, m'alllepraat! Niet van die malle theoriëen dit is een koopmanszaak/ En ikf, verzeker ja, dat zonder onderteékening dit mooie, lieve stukje niets waard is. De oude man maakte een minachtend geluid met zijn vingers. Zooveel is het waard! Maar daar je je de mloeite gegeven hebt hét van Luffolk hier naar toe te brengen en je een zeker aantal uren van den tijd, dje aan je baas toekomt, hebt besteed om te trachten het schoon te maken, zoo zal ik, zooals ik reeds zei, een paar pond besteden om! je aan te moedigen. Maar waarom ik dat eigenlijk zou doen weet ik zelf niet. (Wordt vervolgd.) verschil bij 'brand ko'm't het er meestal op aan vlug er bij te zijn en dan voor komt een flinke hoeveelheid water ge woonlijk veel, maar een revolutie heelt een veel erger karakter. Er is aan het lidmaatschap van den B.V.L. geen ge not, geen geldelijk voordeel verbonden, alleen is het de vraag wil ik revolutie of wil ik ze niet. Men moet paraat zijn en blijven. Er zijn verschillende wijzen om de samenhoorigheid te doen toene men. Er zijn propaganda-avonden, er zijn landdagen, er zijn leiders-cursussen, maar het middel is de schietbaan. Als spr, in andere deelen van het land woonde, zou hij andere sporten noemen, maar hier in Zeeland is schieten een gaarne beoefende sport. Het is niet juist dat het gaat om het verkrijgen van mili taire vaardigheid, want allen zijn mili tair geweest en hebben die vaardigheid dus reeds. Men weet te behooren tot de overgroote meerderheid van het Neder landsche volk, waarop de minister pre sident zeide te vertrouwen in een debat in de Tweede Kamer met den heer Al- barda. Hierna ging spr. over lot het uitreiken van prijzen en deed dit op dé hem' eigen humoristische wijze, waarbij hij gelegen heid vond 'verschillende personen, die in de beweging speciaal werk verrichten daarvoor welgeméende hulde te brengen. Er is tijdens de uitreiking meermalen smakelijk gelachen. De voorzitter bracht den heer Bierman dank voor de wijze waarop hij zich van vzijn taak heeft gekweten, en le vens aan allen, die rechtstreeks prijzen beschikbaar stelden of door wiens krachtige werkzaamheid vele prijzen in ontvangst konden worden genomen. Na een korte pauze heeft de heer H. A. En ke 1 a ar de aanwezigen verg'ast op eenige goede film's waar onder een paar uit Oost-Indië en om1 niet te ver geten die van, het bezoek van de Koningin aan de Koloniale Tenloonstellling le Pa rijs en de Prinses Juliana-film! en daarbij op duidelijke wijze toelichtingen gegeven. Terecht kon de heer G r a a f li u i s bij de sluiting op een in alle opzichtjen goed geslaagden avond wijzen. THOLEN. OUD-VOSSEMEER. Het zoogenaamd Smidsklokje" is .-na eenige jaren tot rust le zijn gedoemd, dezer dagen door den horlogemaker 'Dekker te Stavenisse hersteld en thans weer in werking. Dit klokje is pl'.tn1. anderhalve eeuw geleden door den toenmlaligén bewoner der smid se, Janus Verkerkje, vervaardigd. Slijtage aan het raderwerk enz. 'is oorzaak ge weest, dat het geruimen'lijd niet werk tie. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W. D. GROEDE. Dinsdagavond hield de af deeling „Groede" van Volksonderwijs haar algemeene vergadering in het café van den heer Bosschaart. Aangezien de voorzitter, de heer Waelput door ziekte verhinderd was de vergadering bij te wonen, presideerde de heer A, J. van Lare, secretaris der afdeeling. Wegens bedanken van den heer Wael put als voorzitter, koos de vergadering tot bestuurslid den heer A. J. PouW, hoofd van school A, die zijn benoeming aannam. Een woord van dank en waardeering sprak de fungeerende voorzitter aan het adres van den heer Waelput voor het geen hij voor de afdeeling heeft gedaan. Als afgevaardigde naar de algemeene

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5