JSeeutus cHe
he
eeli^
weg^v|wind
efoeé I ff vloed
No. 2 4 1.
Twee bladen.
DINSDAG 13 OCTOBER 193 1.
Eerste blad.
174e Jaargang,
BINNENLAND.
Gorgel ook op straat!
ZEELAND.
$t3T T6Ï ?9T T3? T6T T9T {L
••e
Stormachtig—Bestendig
Verwachting tot morgenavond s
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
Kort Zeeuwsch Nieuws.
MIDDELBURGSCHE COURANT
Dagblad Abonnementsprijs voor Middelburg en 't agentschap Vlissingen
2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week-abonnementen in Middelburg
18 cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën
30 cent per regelvoor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager. Men vrage daarvoor de tarieven.
UITG.N.V. DE MIDDELBURGSCHE COURANT
Lange St. Pieterstraat, Middelburg
T elefoonnummers
Redactie 269 Administratie 139
Postchèque en Girorekening 43255
Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels ƒ2.10; elke regel
meer 30 cent. In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uitdruk"
kelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regels opge
nomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" of
„Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent.
„Niet voor de pers"-
Het gebeurt in verschillende verga
deringen, van gewone vereenigingen en
van officieele lichamen, wel eens dat
een spreker, hij zij dan voorzitter of een
man uit het gelid, zich zoo min of
meer verontschuldigend wendt tot dat
gedeelte van de zaal, waar zoo om en
ten naaste bij verondersteld wordt dat
vage begrip „de pers" te zetelen, en,
zonder zich rechtstreeks tot iemand te
richten, hoort men dan zeggen of vra
gen „dat is niet voor de pers hoor
Aangezien dit nu in de laatstgehouden
raadsvergadering van onzen gemeente
raad eenige malen is voorgekomen, lijkt
het niet ondienstig, in algemeenen zin
•een beschouwing aan de positie van
den verslaggever te wijden.
Er dient dan in dit opzicht o.m. on
derscheiden te worden.
a. of de vergadering openbaar dan
wel besloten is;
b. indien zij openbaar is, of er al dan
geen publiek aanwezig is;
c. of het verzoek „niet voor de pers",
ïn een openbare vergadering geuit, vóór
of na de te supprimeeren mededeeling
gedaan wordt.
Het maakt reeds dadelijk een princi
pieel verschil uit, of een vergadering
openbaar of besloten is. Strikt genomen
zelfs, zou de quaestie hiermede reeds
opgelost zijn, want op een openbare
vergadering, daar is de perser
eigenlijk niet! D.w.z.: het gaat
den sprekers, voorzitter en wie dan ook,
niemendal aan wat er al dan niet in
eenige courant geschreven zal worden;
dat heeft men, wijl de vergadering open
baar is, lijdelijk af te wachten. In groote
lichamen (Tweede Kamer, Raad van
Amsterdam) zal niemand er dan ook een
oogenblik aan denken, van dit of dat te
zeggen „dat het niet voor de pers be
stemd is." Nog eens: strikt genomen is
alles wat daar gezegd wordt, openbaar,
en dus uit zichzelven geschikt en voor
bestemd tot verdere publieke versprei
ding. Waarvan zij, die in het openbaar
spreken, zich rekenschap hebben te ge
ven, door op te passen wat zij al of niet
aan de omheining van hun tanden laten
ontsnappen.
Anders wordt het wanneer het een
besloten vergadering betreft, waar
toe de verslaggever werd uitgenoodigd.
Dan gelden andere normen.
Dat wil zeggen: ook dan zal de ver
slaggever zoo nauwgezet mogelijk moe
ten weergeven, wat hij hoort. Maar
wanneer hij als gast in een besloten ge
zelschap verkeert, dan heeft stellig de
leider van de bijeenkomst het volste
recht, den verslaggever te verzoeken,
de beraadslagingen over een bepaald
punt, en desgewenscht dat punt zelf, uit
het verslag weg te laten. En de verslag
gever behoort daaraan te voldoen, zoo
als de gast in den familiekring behoort
te zwijgen over zaken van intiemen aard,
die hem in dien kring bekend geworden,
Natuurlijk zal het, ook in dit geval,
bij een verzoek dienen te blijven,
en dat verzoek zal zich niet verder dan
tot weglating van dit of dat kun-
uitstrekken; een scheeve of positief on
ware voorstelling van de feiten te geven,
daartoe zal een journalist, zelfs onder
den sterksten drang van buiten, zich
nooit of te nimmer mogen leenen.
Hiermede zou, zoo men de zaken uit
sluitend principieel zou willen stellen,
het geval afgehandeld kunnen wezen.
Maar de praktijk spreekt ten aanzien
van de op openbare vergaderingen aan
te nemen houding ook nog een woordje
mee. Waardoor de feitelijke stand van
zaken dan toch nog iets anders wordt.
In de eerste plaats dan, maakt het
verschil uit, of er op een openbare ver
gadering, b.v. van een gemeenteraad, al
dan niet publiek aanwezig is. Indien dit
laatste niet het geval is, dan komt het
wel voor dat een college „de pers",
waarmede het uit den aard der zaak
altijd op min of meer gemeenzamen
voet geraakt, gaat beschouwen als een
klein beetje 'n officieus onderdeel der
vergadering, in feite b.v., op een lijn te
stellen met een secretaris, of een no-
tuleerend hoofdambtenaar. De vergade
ring of haar leiding stelt dan wel zoo
veel vertrouwen in „de pers", dat zij het
niet noodzakelijk acht voor elk wisse
wasje plechtig de deuren te sluiten,
maar een mededeeling, die anders in
geheime vergadering gedaan wordt,
doet b.v. de voorzitter dan voorafgaan
door de bekende opmerking: „niet voor
de pers, heeren". Een fatsoenlijke jour
nalist zal tijdens den duur dezer,, ge
heime vergadering" waarbij men hem
niet van zijn plaats verjoeg, de pen
laten rusten en het zegel der geheimhou
ding op zijn lippen evenzeer gekleefd
gevoelen als een heusch Raadslid, in
dien het hier, wat hij door zijn practijk
als verslaggever zeer wel kan beoor-
deelen, inderdaad een punt betreft, dat
men gemeenlijk in een vergadering met
gesloten deuren pleegt af te doen.
Is er echter wèl publiek op de tribune
aanwezig, dan wordt het anders, en veel
moeilijker om aan zulk een verzoek te
voldoen. En indien er dan nog bijkomt,
dat het verzoek achteraf gedaan
wordt, bijvoorbeeld omdat een Raadslid
zich eens wat liet gaan en, tot kalmte
gekomen, vreest voor den indruk dien
zijn woorden zwart op wit wel eens zou
den kunnen maken dan is het zelfs
onmogelijk om zulk een wensch ook
maar in overweging te nemen. Het
eenige middel om dan de zaak niet nóg
erger te maken dan zij reeds was, is dit:
óf zwijgen en afwachten, of een ruiter
lijke verklaring afleggen, dat men wat
te heftig was. Maar een verzoek tot de
pers zal in deze omstandigheden aan
doovemansooren geroepen zijn, zoo
niet erger.
Is echter in een vergadering met pu
bliek, vóór dat over een bepaald punt
inlichtingen worden gegeven, cijfers,
koop- of pachtsommen worden genoemd,
gezegd dat wat nu zal volgen „feitelijk
niet voor publicatie geschikt is", dan
kan men het zoo beschouwen, dat de
voorzitter of de spreker het onuitge
sproken vertrouwen in de discretie van
de pers nu óók nog gaat uitstrekken tot
het op de tribune aanwezige publiek.
En of dat vertrouwen op z'n plaats is,
dat zal de spreker zelf hebben te be-
oordeelen niet wij. Wel dient echter
gezegd te worden, dat de hier geschetste
handelwijze niet gewenscht is, wijl zij bij
't aanwezige publiek weieens den on-
juisten indruk kan wekken, dat de pers
die in feite een tot haar gericht ver
zoek zelfstandig beoordeelt zich
door den voorzitter of de sprekers in
een openbare vergadering aanwijzingen
of voorschriften zou laten geven. Wat
niet het geval is, of mag wezen.
Het vorenstaande doet dus niets af
of toe aan het beginsel, dat leiding nóch
sprekers op een openbare vergadering
zich feitelijk niet met de pers dienen te
bemoeien; het gaat hier slechts om door
de practijk ontstane gebruiken, die bij
zich van hun verantwoordelijkheid be
wuste journalisten niet in misbruiken
kunnen ontaarden.
DE VERKEERSGEOGRAFISCHE
FUNCTIE VAN HET DELTAGEBIED
VAN RIJN, MAAS EN SCHELDE.
Door de professoren W. E. Boerman
en L. van Vuuren, resp. hoogleerafen aan
de Handelshoogeschool te Rotterdam en
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is een
open brief gericht aan den minister van
Buitenlandsche Zaken, waarin zij verkla
ren getroffen te zijn door het feit, dat bij
de onderhandelingen met België eigen
lijk in geen der officieele bescheiden,
noch in de van andere zijde gepubliceer
de geschriften, voldoende de nadruk ge
vallen is op de sociaal- en economisch-
geographische functie van de tusschen-
wateren ten aanzien van de maatschap
pelijke, economische en nationale saam
hoorigheid van het gebied, dat zij door
snijden, met het overige deel van Neder
land.
Vooral in den laatsten tijd meenen wij
wederom aanwijzingen te zien, die doen
vermoeden dat ten bate van Antwerpen
Zeehaven deze belangrijke kwestie op
den achtergrond geraakt is. Het is toch
buiten alle twijfel dat iedere verbinding
van Antwerpen met het Hollandsch Diep
in den vorm van een gesloten kanaal het
verkeersgeographische belang dier na-
Het geloof aan vooruitgang trekt
den wagen; de ethiek behoeft voor
eerst slechts mee te loopen.
Alb. Schweitzer.
tionale wateren, dat voorwaarde en le
venwekkend was voor de saamhoorigheid
van Zeeuwsch-Vlaanderen en
het overige Zeeland met het rijk, ten
eenenmale op den achtergrond doet
schuiven. Dit is het gevaar, waarop
adressanten met grooten ernst de aan
dacht van den minister wilden vestigen.
Ook het W. deel van Noord-Brabant,
de baronie van Breda en het bloeiende
landbouwgebied aan het Hollandsch Diep
zal door een gesloten kanaal van de Ant-
werpsche dokken naar laatstgenoemd
vaarwater in hooge mate in zijn ontwik
keling worden bedreigd; een deel ervan
wordt afgescheiden van het eigen achter
land; een ander deel verliest zijn ver
binding met het elastische loozingsgebied,
dat de Zeeuwsche wateren door de be-
weging van eb en vloed voor deze streek
steeds vormen. Bovendien zal dit gebied
economisch, meer nog dan thans reeds
het geval is, worden vastgehecht aan
Antwerpen en omgeving. En eindelijk zal
met name voor Zeeuwsch-Vlaanderen de
natuurlijke, verkeersgeographische band
met West-Brabant verloren gaan.
Dit vei-band zou zonder twijfel behou
den blijven en zelfs versterkt kunnen
worden door de Wester-Schelde in open
verbinding te stellen met den ingang van
het verbeterde tusschenwater, dat ter
hoogte van Bath naar het Noorden zal
worden gegraven.
In volkomen overeenstemming met dit
sociaal- en economisch-geographisch in
zicht, wordt dan ook, zoowel in de om
schrijving van een door de regeering aan
vaardbaar verklaard kanaal (voorkomen
de in het memorandum aan de Belgische
regeering van 7 Mei 1929) als in de ont
werpen van de irs. Van Konijnenburg en
Bongaerts, het open Wester-Schelde vak
gehandhaafd, als noodzakelijke schakel in
de verbinding van Zeeuwsch-Vlaanderen
met West-Brabant en het Noorden. Uit
schakeling van dit open Wester-Schelde-
vak zou dan ook inderdaad in sterke
mate het isolement van een deel van ons
land tengevolge hebben.
UITGAVEN VOOR DE WERKLOOZEN"
ZORG.
Naar aanleiding van een vroeger door
dr. Vos gedane vraag heeft de minister
van binnenlandsche zaken en landbouw
thans eenige gegevens verstrekt over de
uitgaven voor werkloozenzorg in 1930.
De bijdragen aan werkloozenkassen
bedroegen f 3.010.000 van het rijk en
f 2.800.000 van de gemeenten. Voor
wachtgeldregeling werd door het rijk
betaald f 21.500 en door de gemeenten
f 34.000; voor kosten voor verplaatsing
van arbeidskrachten resp. f 13.800 en
f 12.200.
Door de gemeenten werd f 9.227.500
betaald aan kosten van steunverleening,
terwijl het rijk betaalde f 4.006.110 we
gens kosten van werkverschaffing en
steunverleening. Tenslotte werd voor
werkverschaffing betaald door de ge
meenten f 4.469.000 en door de provin
cies f 177.843.
Totaal kwam voor rekening van de
overheid f 23.722.000.
Ter verduidelijking wordt nog opge
merkt, dat een groot deel der werkver
schaffing heeft bestaan uit werken,
welke door derden (waterschappen, par
ticulieren e.a.) werden uitgevoerd. Het
deel der uitgaven, hetwelk ten lasten
van derden kwam (kosten van kunst
werken, aankoop van gronden, een deel
van de arbeidsloonen, kosten van toe
zicht enz.) is in bovenstaande cijfers
niet opgenomen.
Hetgeen door de tegen werkloosheid
verzekerde arbeiders ten behoeve van
de werkloozenkassen is betaald, is even
min in bovenstaande cijfers verwerkt.
DE PACHTWETTEN.
Het prov. bestuur van de afdeeling
Friesland van den bond van landpachters
in Nederland heeft aan den minister van
binnenlandsche zaken en landbouw, als
mede aan de leden der Eerste Kamen een
motie toegezonden, waarin het er op aan
drong respect, alle pogingen in 't werk] te
stellen, om tot een spoedige behandeling
der pachtontwerpen over te gaan en deze
zoo spoedig mogelijk te doen aannemen
om den bitteren nood van zeer vele
pachters te verzachten.
NEDERLAND EN BELGIE.
Het Nationaal Comité inzake een Ne-
derlandsch-Belgische overeenkomst (het
vroegere Nationaal Comité van Actie te
gen het Belgisch Verdrag) heeft op Za
terdag j.l, te 's-Gravenhage in algemeene
vergadering bijeen, een motie aangeno
men, waarin ter kennis van de Regeering
en van de Eerste Kamer der Staten-Ge-
neraal wordt gebracht, dat het, naar de
meening van het comité, zoowel voor de
handhaving van de onaantastbaarheid
van de door de Regeering gegeven belof
ten als ter rechtvaardiging van het door
Haar gevraagde vertrouwen, dringend
noodzakelijk is ter voorkoming van on
gerustheid en beroering in den lande,
dat de Regeering van de gelegenheid,
welke de interpellatie De Savornin Loh-
man Haar zal bieden, gebruik maakt om
te verklaren, dat door Haar nooit is on
derhandeld, noch zal worden onderhan
deld, over het toestaan aan België van
eenig pseudo-Moerdijkkanaal, (met name
een vaarweg, welke aanvangende, aan
de Nederlandsche grens dus directe
aansluiting aan de dokken van Antwer
pen toelatend met vermijding van het
open Scheldevak, Oostelijk van de Een
dracht en het genormaliseerde Hellegat,
het Hollandsch Diep zou kunnen berei
ken).
Naar het Corr. Biur. verneemt is
aan den heer W. D. H. baron Van As-
beck gezant te Madrid op diens ver
zoek met ingang van 1 November a.s.
eervol ontslag als zoodanig verleend on
der dankbetuiging voor de belangrijke
diensten door hem1 in zijn amot aan de
Koningin en aan den lande bewezen.
Van de in de Weitermanslanden te
Vriezenveen te werk gestelde werk-
loozen, hebben Maandag de werkloozen
uit Vriezenveen en Hellendoorn het
werk ook neergelegd. De werkloozen uit
Almelo, Enschede, Lonneker, Olden-
zaal, Hellendoorn, Vriezenveen en Del
den staken .thans. De werkloozen uit
Den Haag nog niet. De staking betreft
het te weinig verdiende loon.
Men meldt aan de N. R. Crt.:
Van de regeering is het initiatief uit
gegaan om de centrale organisaties van
werkgevers en werknemers bijeen te
brengen, teneinde het zoo mogelijk over
een verlaging van de kostprijzen eens
te worden. Deze besprekingen zijn
Maandag aangevangen.
Naar de heer W. Vogt voor de mi
crofoon vain de A.V.R.O. mededeelde,
heeft deze vereeniging Zaterdag j.l. een
terrein van 5000 m- oppervlakte aan
getocht te Hilversum, waar een
nieuwe studio- zal verrijzen.
Maandagmorgen is bij de Neder
landsche Seintoestellenfabriek een sta
king uitgebroken onder 150 fabrieks
meisjes, wegens een loonconflict.
natuurlijk droog -j met
25, 45 en 65 ct
(Ing. (Med.)
Te waterlating motorveerboot Prinses
Juliana.
Gistermiddag werd van een der hellin
gen van De Rotterdamsche Droogdok
Maatschappij met goed gevolg te water
gelaten de mlotorveerboot „Prinses Ju
liana" in aanbouw voor rekening van den
Provincialen Stooimbpotdienst op de Wes-
terschelde.
De hoofdafmfetingen zijn: lengte tus
schen de loodlijnen 65 m1., breedte op
nuitenkant spanten 12.25 ml, holte tot
opperdek 4.95 ml
Het schip zal worden voorzien van
een Diesel-electrische voortstuwingsin
richting, bestaande uit een Werkspoor
Sulzer 8-cylindcr enkclwerkende twee
takt motor van 1200 E. P.K., direct'ge
koppeld aan twee hoofddynamó's met
opwekdynamo (fabrikaat Electrotechni-
sche Industrie „Electro" te Slikkerveer;)
opgesteld in de motorkamer midscheeps
en een electrischen schroefmbtor, opge
steld in elk dór beide eindcom'partimen
ten. 1
De doopceremoniën en het wegnemen
der laatste beletselen voor de te water
Ialing geschiedden door jhr. mr. J. W
Quarles van Ufford, Commissaris der
Koningin in de Provincie Zeeland', terwijl
13-X-'31. Maandag hoogste lucht-
temperatuur 1914 °C (67 °F); laagste
11 *4 °C (53 °F); Heden 9 h: 1314 °C;
12 h: 16 °C. Geen regen of neerslag.
Gisteren (nam.) Heden v.m. Barometer:
'h
767
766
765
764
763
Wat de huiskamerbarometer zegt:
Regen
krWind
V^nderh)k'Goed^wrder
Zware Storm-'
--Zeer Schoon
)e Bilt (per radio): Een depressie
bracht zware regen in Ierland en in de
omgeving van Schotland, maar zij trekt
snel N.O.-waarts, terwijl het hooge druk-
gebied op den Oceaan belangrijk toe
neemt, zoodat de gisteren verwachte
onderbreking van het fraaie weer zich
hier te lande, vermoedelijk zal bepalen
tot eenige bewolking en later daling van
temperatuur door N. luchttoevoer, waar
na het zonnige weer kan aanhouden.
De bovengenoemde depressie brengt op
nieuw veel regen en storm aan de kust
van Noorwegen. De Britsche eilanden
hebben koeler weer piet N. wind. Het
vaste land heeft veel ochtendnevel,
maar zal overigens van fraai herfstweer
genieten.
Hoogste barometerstand 770.2 mm te
Valencia; laagste 745.0 mm te Vardoe.
Zwakke veranderlijke wind, later uit
N. richtingen, nevelig tot half of licht
bewolkt, weinig of geen regen, iets
koeler overdag.
Zon op: 6 h 22; onder 17 h 11. Licht
op: 17 h 41. Maan op: 9 h 14; onder:
17 h 35. E.K.: 18 October.
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later.
(S springtij).
October 1931.
Di.
Wo.
Do.
Vr.
13 S
14
15
16
Hoogwater.
1.53 14.08
2.36 14.52
3.21 15.42
4.08 16.36
Laagwater.
8.18 20.52
9.02 21.36
9.54 22.22
10.45 23.07
verder aanwezig waren; A. de Vulder van
Noorden, regeeringscomimissaris; J. A.
van Rompu, mr. P. Dieleman, mr. R. M.
van Dusseldorp, G. v. dl Putte, mir. J.
H. M. Stieger, J. M. van Bpmlmel ,'van
Vloten, allen leden van Ged1. Stalen; mr.
dr. B. D. H. Tetlegen Az., griffier; A. J.
van Luvk, hoofdcommies Prov. Stoom-
bootdiensten, 4e afd.C. J. de Jonge,
directeur Prov. Stoombootdienst op de
Westerschelde; C. Fock, hoofdinspecteur
Scheepvaartinspectie; A. Wolkammer, vau
de Scheepvaartinspectie; A. v. tf. Weijde,
oud-lid Ged. Staten van Zeeland; Ir. J.
J. van Leeuwen, hoofd Ir. Prov. Water
staat; H. van Oordt, oud'-hoofd Ir.-Dir.
van den Rijkswaterstaat; Ir. M. A. Cor-
nelissen en N. Schouten, beiden van het
Bureau Cornelisseii.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W. D,
CADZAND. Zondagmorgen j.l. onge
veer 7 uur, liep, misleid door den mist,
het Belgische vrachtschip „Hendrik
Consience", dat ongeladen was, ter
hoogte van het voormalige Zwin onder
deze gemeente aan den grond.
Om zijn seinen om hulp ging de alhier
gestationneerde reddingboot in zee, die
evenwel geen andere hulp behoefde te
verleenen dan inlichting te geven nopens
de plaats van stranding en den sleep
dienst te Vlissingen te waarschuwen, wel
ke spoedig ter plaatse verscheen en het
schip weldra vlot had.
De Minister van Financiën maakt
bekend, dat ten behoeve van 's Rijks
schatkist is ontvangen:
•wegens over voriige jaren te weinig