DarolIarquhar SPOORV MOSTERD OEERSTE KW. ©VOLLE HAAN O LAATSTE KWARTIER 6NIEUWE HAAN TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1931. No. 182. BINNENLAND. arbeidsvoorwaarden. DE AVONTUREN VAM DOOR BERTA RUCIC ZEELAND. DE STERRENHEMEL 5-12 Aug. 22 h M.T. 23 h Z.T. ZUID Er wordt in de laatste jaren heel veel gesproken en geschreven over arbeids- voorwaarden. Wetten en koninklijke be- sluiten werden daaraan gewijd. Collec tieve arbeidscontracten werden na lang durige deliberaties tusschen de ver tegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties vastgesteld. Een en ander geeft vrij nauwkeurig aan, welke de voorwaarden zijn, waaronder de werknemer den arbeid zal verrichten. Ongetwijfeld zal het noodig geweest zijn, dat deze voorwaarden zoo werden vast gesteld en vastgelegd. Als was het alleen maar hierom, dat daardoor de z.g.n. be- drijfsvrede werd verzekerd. Nu weten beide partijen, de werkgevers en de werknemers, waaraan ze zich te houden hebben. Niemand heeft zich te beklagen over de voorwaarden, waaronder hij heeft weten te werken of laat werken. Immers hijzelf is het, die, hetzij persoon lijk, hetzij middels zijn organisaties, deze voorwaarden heeft aanvaard. Dit alles geldt, gelijk duidelijk is, de, waat we zouden willen noemen, uitwen dige voorwaarden, We zouden ook kun nen zeggen: de stoffelijke voorwaarden. Hier toch gaat het om loon en arbeids tijd, om vacantie en overwerkuren. Het betreft alles dus den uitwendigen kant van den arbeid. Maar gelijk alle dingen, zoo heeft ook de arbeid een zijde, welke men ziet en ook niet zien kan dan alleen in zijn ge volgen. We zien den storm niet. Maar we hooren den wind en we zien de boo- men zwiepen en het water opgestormd worden. Maar wat hen beweegt en drijft, dat kunnen we niet zien. Niet anders dan bij den arbeid. We zien den mensch werken. Den man en de vrouw ieder in hun eigen beroep. Wat drijft hen tot den arbeid en wat is het, dat hen daarbij bezielt? Ieder werk, dat gedaan moet worden, is waard om goed gedaan te worden. Derhalve stelt de arbeid zelf evenals degene, die laat arbeiden of die zelf arbeidt, zijn eischen stelt, ook zijn voor waarden. En het is goed, wanneer men telkens weer voor zichzelf nagaat, welke eischen de arbeid aan onszelf stelt. We willen er hier een paar noemen. Allereerst: leg uw ziel in uw werk. Een wijze van den ouden dag heeft eens ge zegd: zet uw hart op uw kudde. Dat was in een tijd, en in een land, waarin het hoeden van vee een zeer voornaam werk was bn daaraan vastknoopende heeft Jezus later gesproken van goede herders, die hun leven lieten voor de schapen en van slechte herders, die, zoodra een wolf zich in de buurt vertoonde, aan den haal gingen, eigen leven borgen; maar dat der schapen, waarover zij gesteld waren, niet achtten, We nemen opzettelijk dit beeld, omdat het zoo algemeen bekend is en zoo duidelijk zegt, betgeen we be doelen met: leg uw ziel in uw werk. Het bedoelt toch niet anders dan dat we ons werk maken tot een deel van ons leven. Niet dus: een droeve noodzakelijkheid, niet dus: alleen een bron van inkomsten, niet dus: een mensch moet toch wat doen en het is vrijwel onverschillig wat hij doet. Neen: leg uw ziel in uw werk, maak het tot een deel van uw leven. We heb ben allen ons leven lief. Het kan moeilijk anders. Alles wat in de groote schepping leeft, heeft dat leven lief, hecht er aan legt het noode af. Als nu onze arbeid een deel van het leven geworden is, dan heeft men ook dien arbeid lief. Gelukkig zijn er nog tal van menschen, die zóó hun werk liefhebben en die niet dan gedwon gen dat werk zouden neerleggen. Omdat daardoor hun leven aan kracht en inhoud 2lj liet haar donkere kralenoogen door de zaal waren en met een triomfantelijk lachje richtte zij ze ook op Farquhar, die dit niet eens opmerkte, f lotseling deed zich ëen kalme man nenstem hooren: laat bij mij dadelijk in de eerste plaats huiszoeking plaats heb- et klonk als een bevel. Hier hebt ge mijn sleutels, vervolgde Farquhar. Hij haalde een sleutelbos uit zijn zak en hield die in de hoogte. Een mooi gebaar, maar tamelijk overbodig, spotte de beschuldigster. Die kapitein Farquhar, zooals hij zich zeiven noemt, was vroeger, naar hij mij heeft medegedeeld, verbonden aan een juwe liersfirma te Londen. Het is licht te be grijpen, waarom men hem gedaan heeft gegeven. Als hij nu evenwel mijn parels heeft gestolen, dan is die kerel wel te gewiekst om ze bij zich te houden of ze in zijn kamer op te bergen. Men kan er zeker van zijn, dat hij ze allang aan een handlanger heeft afgegeven.... Neemt mijn sleutels! Hij hield ze in de hoogte. Mon Dieu, neemt zijn sleutels! her haalde Inez Cottrell, zijn gebaar nadoend met een hoog en ordinair klinkend lachje,'' Ik vind dat in ieder geval uw plicht! Neemt zijn sleutels aan, nu u eindelijk en beteekenis zou verliezen. Wat we lief hebben is als 't ware één met ons gewor den. De vraag, welke we ons dus te stel len hebben; de voorwaarde welke ons werk ons stelt, is deze: of het een deel van ons leven geworden is. Indien dit inderdaad het geval is dan doen we den arbeid niet gedwongen, maar gewillig en uit den grond des harten. Wie zoo ar beidt, die levert goed werk, want hijgeeft in zijn arbeid een stuk van zichzelf. We hebben eens gelezen van een schrijnwer ker die enkele voortbrengselen van zijn kunst maar niet verkoopen kon. Dat waren de dingen, waaraan hij gewerkt had met gansch zijn ziel. Ze waren almee het beste, dat hij gewrocht had. Omdat daarin een goed deel van zijn leven lag Zijn ziel lag erin. Deze dingen waren voor hem niet dood. Ze leefden. Zoo komen we op een tweede voor waarde: vermeerdert uw arbeidskennis. Er is een streven in den tegenwoordigen tijd om de productie te verhoogen. De markt wordt overstroomd met massa artikelen, waarvan de machines iederen dag duizenden kunnen produceeren. Er moest meer streven wezen om de ar beidskennis en de arbeidsbekwaamheid te vermeerderen. De machine legt geen ziel in het product. De mensch legt zijn ziel erin, wanneer hij de noodige kennis en bekwaamheid heeft. Er wordt ge vraagd naar geschoolde arbeidskrachten: menschen, die hun vak tip-top verstaan. Het is goed, dat die vraag wordt gesteld. Omdat daardoor de onzichtbaar idieele zijde van zijn arbeid weer op den voor grond komt. Die zijde ligt ook verborgen in de kennis van den arbeid, welke macht geeft om den arbeid te verrichten. Kennis van rekenen geeft macht om te rekenen. Arbeiden in den volmaakten zin van dat woord zal slechts hij kunnen, die het werk kent. Dat ontdekt men dadelijk aan den blik, waarmede hij het werk beziet; aan de wijze, waarojj hij het gereedschap hanteert; aan animo ook, waarmede hij aanpakt. Dit zijn wel twee heel voorname voor waarden, aan welker vervulling heel wat gelegen is. Maar wie ze vervult, die zal daardoor zijn leven gevuld zien. Omdat hij heeft een levensdoel, waarvoor het waard is om te leven: zijn levenswerk, zeggen we wel eens. Wie deze voorwaarden vervult, die zal ook ervaren, dat er dan maar heel weinig kans is, dat zijn leven mislukken zou. Hij heeft toch een doel, aan welker ver wezenlijking hij iederen dag met vreugde arbeidt. DE ONTSLAGEN BIJ PHILIPS, Omtrent de jon,gste ontslag,en bij Phi llips deelt men no,g a,an „de Tijd" mede, dat ook zeer vele léden van het 'toezicht houdend personeel 'den taatslcn tijd ont slag hebben gekregen. In sommige afdee- lingen zijn no,g, slechts enkele te-dein van di/t personeel in dienst. Naar het blad verneemt worden onder 'dezen de ge huwden zoo lang mogelijk' gehouden en komen als regel de ongehuwden helt eerst voor ontslag in aanmerking;. WALCHEREN, KOUDE KERKE,. A.s. Vrijdag vergadert de Gemeenteraad van, Koudekérke des namiddags te 2 uur. 1 Punten, van behandeling: 1. Ingekomen stukken. 2. Ontheffing hondenbelasting. 3. Verordeningen, thans nog geldende. i. Uitzetten van kasgelden 5. Vaststelling pensioens grondslagen. 6. Verordening beslmletteïijke ziektewet. 7. Toelating raadsleden 8. Goedkeuring rekening Burg. Armbe stuur. wel zoo goed zijt geweest te verschijnen, heeren! Eén der beide heeren, die ongemerkt waren binnengekomen en achter hem waren gaan staan, nam de sleutels in ont vangst. Zij grepen hem kalm bij zijn armen en beleefd zeide één hunner tot Farquhar: wil u zoo vriendelijk zijn ons te volgen, monsieur. Hij was in hechtenis genomen! HOOFDSTUK XXV. Achter slot en grendel. Nog vóór de beide detectieven met Farquhar tusschen hen in de deur van de zaal hadden bereikt, stormde Sheila op hen af. Zij deed dat instinctmatig, gelijk een moeder toesnelt, wanneer zij ziet, hoe haar kind in een oogenblikkelijk ge vaar verkeert. Zij wilde hem te hulp komen, de eerste gedachte, welke bij een vrouw, die lief heeft, opdoemt, In haar verbijstering had zij enkel de gedachte: wat kan ik voor hem doen, wat moet ik voor hem doen? Zij was radeloos en volgde haar eerste ingeving, welke aller oogen op baar vestigde. Nog voor zij zelve wist wat zij ging doen, riep zij met een wild gebaar: Hij heeft de parels niet gestolen. Het is ni,et waar, het kan onmogelijk waar zijn. Hij heeft er niet aan gedacht de parels te stelen! Onmiddellijk sprong madame Cottrell naar voren om te zien, wie dat uitriep. Haar zwarte oogen schenen het meisje te will'en doorboren en voor de eerste maal, dat zij met haar onder één dak ver.1 toefde, richtte zij het woord tot Sheila: Gemeenteraad van Nieuw en Sint Joosland. Maandagmiddag hield de raad een ver gadering, onder voorzitterschap van den burgemeester, waarin alle lieden tegen woordig waren. De voorzitter deelde mé de dat de Assurantie. Maatschappij' geen betooniog' geeft voor actief optreden van personen bij brand. B. en W'. stelten nu 'voor aan P. van Leerdam; f 5 te ge ven uit de gemeentekas, voor het ver- Ieenen van liulp bij den beginbrandf in de dokterswoning. Na cenig'e bespreking werd besloten dat bedrag 1'e verdeden tusschen Leerdam! voornoemd en Di. Jas- perse die beiden tegelijk aanwezig waren. Goedgekeurd werd den aankoop van enkele slangen ,voor de brandspuit, aljs- mede enkele stellen StorzAjopp-elingen en fakkels. Ingekomen is een verzoiejk) van den volontair Ier sedljarie om' eenigte vergoe ding voor zijn werk. Dit zal behandeld worden bij de begrooling 1932. Het bekende adres van, Bergen >op Zoom inzake overbrugging van liet Hp-1- l'andsch Diep werd voor kennisgeving aangenomen. Als antwoord op een brief van den burgemeester betreffende, de oorzaak van het meermalen inslaan van den bliksem in het electris'ch net heeft de directeup van de P. Z. E. M.. een. uitvoerige! uiteen zetting gegeven wat daarvan de oorzaak kan zijn, hoewel' het niet met' zekerheid is le zeggen. In elk geval zal op verschil lende plaatsen oen aardleidiing aange bracht worden. Door B. en W. wordt overgelegld'ute, re kening der gemeente over 1930. Efein commissie van fi leden w ordt aangewezen lot het nazien. De geloofsbrieven der ge- en herkozen raadsleden worden onderzocht en in or de bevonden cn tot hunne toelating be sloten. Een ambtenaren reglement wordt) in beginsel g,ocdge'keurd Een verordening regelende het hoo ren van vereenigingen, die daarvoor in aanmerking kjoimen, om bepalingen vast te stellen of ie wijzigen voor de ambte naren., werd vastgesteld. Besloten werd het kasgeld, tot het m'aximum vastgesteld door iGecl. St[aten, gedeponeerd te laten,bij de firm'a J. A. Tak en C,o. en de rest te plaal]scn op dc Rijkspostspaarbank. Op een vraag van den heer J. Dinge- manse of hel pad op den Molendijk een rijwielpad is, werd ontkennend beant woord. Het is aangelegd voor voetpad. De heer Pop-pe zou gaarne zien! dat ge tracht werd een korps vrijwilligers tje organiseeren voor de Brandweer b.v. van 20 of 25 personen. Dit korps zou dan in het bijzonder belast worden nieti de eerstvoorkom'ende werkzaamheden bij brand, en wel zoodanig dat elk een vaste post lieeft. Dit zal bevorderlijk zijn voor de vlugheid van watergeven en gemak opleveren» voor de geheele organisatie van de Brandweer. De raad keurt dit goed, zoodat aldus wordt besloten. Gemeenteraad van Ritthem. RITTIIEM. De gemeenteraad hield Dins dagmiddag een openbare vergadering, dop, door den burgemeester ails voorzitter op de gebruikelijke wijze 'werd. geopend.- Tot ambtenaar van den burgerlijken slalnd en tot lid der schat tings com mi s sie| VENUS MARS JUPITER SATURNUS Dit kaartje is een afbeelding van den sterrenhemel, zooals deze in Nederland op den aangegeven tijd te zien is, Hij die aan gewone geografische kaarten ge wend is, zal hierbij opmerken, dat Oost en West hier juist andersom staan dan daar. Dat heeft zijn goede reden: wan neer men namelijk de sterrekaart even zoo zou construeeren, dan kwamen de sterrebeelden in spiegelschrift er op te staan en dat bevordert de goede oriënteering niet Trouwens deze omwisseling is niet hinderlijk, wanneer men slechts in het oog houdt: le. dat alle hemellichamen in het Oosten opkomen, in het Zuiden hun hoogsten stand bereiken en in het Westen ondergaan en 2e, dat men slechts dat deel van de kaart voor zich moet nemen, dat overeenkomt met den hemelstreek, waarnaar men het oog richt. Dan klopt de zaak precies en is alles duidelijk. De namen van de sterre beelden zijn in dit kaartje het eerste van de nieuwe maand met druk letters ge- teekend, terwijl de namen van enkele met der bekendste vaste sterren s c h r ij f letters zijn aangegeven. De lijn, die N. van den Schutter, door Arend, Zwaan, Cassiopeia en Wagen man loopt, heet de galactische equator; zij duidt de ligging van den melkweg aan. De maan heeft 6 Aug. zijn L.K.; 13 Aug. N.M.; 20 Aug. E.K. en 28 Aug. V.M. Van de planeten is deze en de komende maanden niet veel te zien. Venus (helderheid 3.4) is morgen ster, zij staat echter te dicht bij de zon om waargenomen te worden; Mars (helderheid 1.8)) is avondster in de Maagd, doch op ons kaartje al onder gegaan; Jupiter (helderheid 1.4) is morgenster in de Kreeft en slechts Saturnus (helderheid 0.4) is op ons kaartje, laag in het Zuiden, te zien. Van 1012 Aug. zijn er vallende ster ren te zien, de z.g.n Perseïden, omdat ze hun radiant of schijnbaar punt van uit straling, nabij het Sterrebeeld Perseus hebben. Ze heetcn ook wel „de tranen van den H. Laurentius". werd m. a-, st. ebnoemd de heer Pi. W. ter Haar. Die genie-e n 1 ere kening 1930 wérd aan geboden met een na tig saldo van f 1540. Daarna werden de verschillende, pen sioen-grond slagen v a slge s teld Naar aanleiding' van een voorst-el van den burgemeester om 'n aparte burgé- meesterkamer in do raadzaal in te bou wen, werd na 'n breedvoerige bespreking besloten hiertoe niet over te gaan. Ver schillende leden zouden het betreuren, dat de nu zoo ruimei raadzaal hierdoor aanmerkelijk zou worden verkleind, ter wijl zij ook terugschrokken voor de liooge- kosten. Rondvraag. De heer II. M. v. d. Put te vroeg of een rapport van overgiet- VRAAGT Let op het Fabrieksmerk (Ingez. Med.) Wat zegt u daar? Kapitein Farquhar heeft de parels niet gestolen; dat weet ik zeker! Dadelijk ging madame Cottrell op haar woorden in: Weet u dat zoo zeker? Hoor .eens, mijnheer de hotelhouder, en gij allen, die hier aanwezig zijt, deze jonge vrouw. Zij wees naar Sheila. Deze jonge vrouw zegt, dat zij er zeker van is. Dat is licht te begrijpen! Zij is in gezelschap van dien kerel! Zij dineerden samen. Ik heb ze goed in het oog gehouden. Zij zijn altijd bij elkaar geweest! Neemt haar ook in hechtenis. Brengt haar weg, heeren! De detectieve, die tot nog toe gezwe gen had, keek aarzelend nu eens naar madame Cottrell, dan weer naar het slanke, welgevormde meisje, dat zij met den vinger aanwees, Daarna keek hij eens rond naar de omstanders, die in ver schillende talen uiting gaven aan hun meening, welke afweek van die der Spaansch-Amerikaansche. Hij richtte tenslotte een vragenden blik tot zijn collega, die het woord nam: Madame, zei hij, er zijn hier toch geen voldoende aanwijzingen om deze jonge dame te arresteeren. Een Engel- sche onderdaan. Engelsch of Chineesch. wat kan mij dat schelen? Ik zeg, dat zij in hechtenis moet worden genomen en als ik dat zeg, is dit toch wel voldoende, zou ik mee- nen, stoof de vrouw op, in haar toorn niet recht meer wetend wat zij deed of zei. Ik begrijp er nu niets meer van! Ik weet niet wat gij wilt, gij detectieves, zooals ge u zelf belieft te noemen! Ik zou je wel anders willen noemen, maar wil dame blijven, ook in mijn woorden! Jullie laat mij je werk doen, je wilt heb ben, dat ik uitvind, wie mijn parels heeft gestolen. Jawel, ik zal je den dief hebben aan te wijzen! En wanneer zijn mede plichtige zich zelve in je handen over geeft, die vrouw, die zich daar zooeven heeft verraden, dan zeg je wat onzin over Engelsche onderdanen! Pas op, ik waarschuw je! Als je dit schepsel tus schen je vingers door laat glippen, zal ik zorgen, dat je op een oogenblik spijt zult gevoelen ooit geboren te zijn! Arresteer haar en neem haar mede! Doe geen verdere moeite, ik ga met u mede! Ik doe niets liever dan met u mede te gaan. Ik sta er op, dat u mij arresteert, zeide Sheila, terwijl zij zich tot den detectieve wendde met een vriendelijk lachje, alsof zij de dochter des huizes was, die op zich heeft genomen een jong student bij zijn eerste visite op zijn gemak te stellen. Zij bemerkte niet, hoe aller blikken zich met sympathieke verbazing op haar vestigden en hoe er met verontwaardiging werd gesproken over het optreden van madame Cottrell. Zij zette haar roode mutsje wat steviger op haar hoofd en deed een schrede voor waarts. Zij had een gevoel van opluch ting. Als men Farquhar in de gevangenis zette, dan zou hij er niet alleen heen gaan en haar achterlaten! Dat zou Sheila niet hebben kunnen verdragen. Zij gaf den beide detectives een vriendelijk glimlachje, alsof zij hun moed wilde in legd worden van het ongeluk, dat den heer K. Lomv-erse is overkomen. Dei voorzitter beloofde hiervoor te- zul len zorgen. De heer W. Bioogaard vroe-gl of de afstand met betrekking tot bet plaat sen van hooislapels bij -getlouwen in de politieverordening is geregeld. Hierop werd door den voorzitter bevestigend ge antwoord. De h-e-er J. de P'-agter vroeg om af voering van den grond op de gedempte sloot in den dorpsweg, daar het ver koel1 er door belemmerd wordt. Ook be pleitte hij het plaatsen van een urinoir in het zoogen. slop'. D-e' voorzitter beloofde naar 't een en and-er een on derzoek in te stellen. O. EN W. SOUBURG. D-e Raad der ge meente Oost en West Souburg, vergadert op Vrije dags te 2.30 uur. Punten van behandeling: Notulen. Ingekomen stukken en mededeelingen. Onderzoek' geloofsbrieven. Verzoek P.Z.E.M. om. ontheffing van 7 Augustus; 1931 des nami'd- spreken bij de uitoefening van hun lastig ambt. Ik b-en gereed u te volgen, zeide zij. Ten aanschouwe van het geheele hotel werden Farquhar en zij weggevoerd en in een slede naar het politiebureau ge bracht. Daar stonden zij naast elkander tegen over den commissaris. Sheila in gespan nen verwachting, maar niet in 't minst bevreesd. Het kan toch raar loopen, dacht zij. Hier zitten we nu in hetzelfde schuitje. Indertijd heeft hij beweerd, dat ik had gestolen en ik wist, dat het niet waar was. Vervolgens beweerde men, dat hij een dief was en hij wist, dat dit een leugen was. Nu worden we beiden beschuldigd gestolen te hebben! Het is je reinste comedie van vergissingen. Zij keek daarbij niet naar haar metgezel, hoewel hij vlak naast haar stond, maar zij dacht des te meer aan hem, Hare gedachten gingen op dat oogenblik niet veel verder en zelfs lette zij ternauwer nood op den breedgebaarden Zwitser, wien zij waren voorgeleid, zooals het heet. Alleen was zij nieuwsgierig, hoe dat alles wel zou afloopen. Binnen de tien minuten was alles ach ter den rug. Bij bevelschrift in het Fransch en in het Duitsch opgesteld, wer den zij in arrest gehouden. Het onderzoek werd verder verdaagd tot den volgenden dag, terwijl zij intus- schen tot zoolang van hun vrijheid wer den beroofd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5