Nog een reden waarom Chief Whip
de beste voor Uw gezondheid is
DarolFarquhar
VIRGINIA.
ALLE STELEN WORDEN
ZORGVULDIG VERWIJDERD!
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEE UWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 JUNI 1931. No. 131.
HET VERKEER.
„Safety first 1"
DE AVONTUREN VAN
DOOR BERTA RUCK
i V - -
Ho.utachtige stelen in de tabak veroorzaken branden op de
tong en prikkeling van de keel dat is de reden waarom ze
zorgvuldig uit de tabak voor Uw Chief Whip verwijderd
worden, teneinde er zeker van te zijn, dat de zachte, onver
anderlijke smaak en het prachtaroma van de zuivere Virginia-
tabak behouden blijft
LONDON
(Tngez. Med.)
De parels in de brandkast.
BINNENLAND.
VERSCHIL VAN WAARDEERING.
(Wordt vervolgd).
Alles wat het verkeer aanbelangt,
staat thans, vrijwel bij een ieder, in 't
blikpunt der belangstelling Het verkeer
vraagt dan ook ons aller aandacht, niet
alleen dóór, maar ook ondanks zich zei
ven; eigen en eens anders veiligheid zijn
ermede gemoeid.
De lange lijst der dooden en zwaar-
en lichtgewonden, tengevolge van ver
keersongevallen, vermeld in onze dag
bladen, getuigt er van, dat overal op
den weg koning Verkeer den scepter
zwaait; hij staat er als de voortdurend
zoekende Dood, gewapend met de moor
dende zeis.
In het laatste decennnium vooral heeft
het verkeer een omvang genomen, die
velen angstig te moede is, Het gedraaf
en gerij, gebel en getoeter van paard
en wagens, rijwielen, auto's, vrachtauto's
en de steeds grooter wordende auto
bussen, is een concert van geluiden ge
worden in onze straten, waardoor vaak
het locale denken wordt verdrongen.
Sterke zenuwen zijn noodig om rustig en
regelmatig zich te bewegen in het groo
ter wordend verkeer De fout van den
één, kan oorzaak zijn van het ongeval
van den ander Iedere weggebruiker
heeft dan ook de plicht, op den weg
voortdurend bedacht te zijn, niet alleen,
op eigen, maar ook op eens anders vei
ligheid
Daarom moeten wij allen opvolgen,
de geschreven en ongeschreven wetten
van het verkeer
Tot de ongeschreven wetten behooren
wel vnl., die der beleefdheid en wel-op-
gevoedheid. De openbare weg kan en
mag niet langer worden beschouwd als
een soort „niemands-land" waarop de
weggebruiker maar kan doen en laten
wat hem goeddunkt; integendeel, de
weg is meer een balzaal des levens, waar
ieder van onze bewegingen is gebonden
aan vaste regels. De voetganger en
iedere bestuurder van een vervoermid
del bepale daarom zijn handelingen op
den weg met overleg en verantwoording.
Vóór alles, zij men voorzichtig en be
leefd, Het getuigt van zoo weinig be
schaving, anderen noodloos te hinderen,
niet willen laten passeeren, ondanks den
wensch die daartoe 'te kennen werd ge>
geven, dieren en menschen te laten ver
schrikken door plotselinge bewegingen
en geluiden van den motor en den hoorn,
voorbijgangers onder rook en damp te
zetten, of moedwillig door plassen te
rijden. Het is niet sportief, het is niet
flink, het zijn ,,straat"-manieren in de
slechte beteekenis van het woord.
Het is niet mogelijk zich op straat
correct te bewegen, als men niet op de
hoogte is van bepalingen, zooals die
voorkomen in de geschreven wetten, ten
aanzien van het verkeer. Is het te be
treuren, dat de overheid ten aanzien
van bijna alles in de samenleving wet
ten vaststelt, wij mogen dankbaar zijn,
dat de overheid ten aanzien van het
beweeg op den openbaren weg, normen
heeft vastgesteld, waarnaar wij ons
allen hebben te gedragen. De Motor
en Rijwielwet en de daarbij behoorende
Konk. besluiten, alsmede provinciale en
gemeentelijke verordeningen geven met
talrijke bepalingen aan, wat wij hebben
te doen of te laten als weggebruiker op
den openbaren weg.
Die bepalingen zijn vele Voor iedere
groep van weggebruikers zijn ze al ver
vat in een stel: Tien Geboden, vooral
om een ieder goed in te prenten, wat hij
als zoodanig dient te weten.
Het is vaak bedroevend te ervaren,
hoe weinig men in 't algemeen van onze
verkeersWetgeving weet. Autobestuur
ders, die prat gaan op hun lage nummer
(een aanduiding dat zij tot de oudste rij
ders van ons land behooren), geven maar
al te vaak bewijs, dat zij, misschien wel
al lange jaren rijden, maar niet, dat zij
6.)
Wanneer men een meisje aankijkt, zou
het onbeleefd zijn geen gesprek met haar
te voeren en dus vervolgde hij, ter
wijl die vragen hem bezighielden.
Die vlinder heeft u heel wat tegen
spoed' bezorgd! Nu, dat is nu uit. Zijn
stoffelijk overschot is thans aan de win-
dpn prijsgegeven, zooals ik..... zooals
velte menschen zouden willen, dat met
hun asch geschiedde na him dood. Mis
schien kjomt er nu een kteerfin uw levens
omstandigheden, juffrouw' Curtis.
Misschien wel', antwoordde Sheila,
opspringend op! het hooren van het,
schelletje van den Ouden Kei, dat haar
bij hem ontbood,'. Nu, het zal' ook, tfijd
worden!
Den volgenden dag werd del Oude
Kei ziek. Hij had een aatnval vèn influen"
za en 'n flinken, die hem hooge tempe
ratuur (bezorgde met jagenden pols, eeu
blos op de beenige kaken ijlendei koorts-
nachten ,twee ervaren pleegzusters on
mogelijkheid om brieven en boodschap
pen in ontvangst te nemen. De1 ziekitebul-
letins (klonken niet hoopvol: „Toestand
ongeveer onveranderd... Nog geen beter-
CHIEF WHIP
op de hoogte zijn van wat de Wet om
trent dat rijden bepaalt. Het onder
scheid in primaire en secondaire wegen,
waarvan nog zooveel wordt vertelt in
de kringen der automobilisten kent onze
wet niet. Hoofd- en zijwegen zijn voor
onze wet, beide, wegen, zonder meer.
De voetganger gedraagt zich zoo
graag als vrijbuiter op den weg. Hij heeft
ook inderdaad een groote mate van vrij
heid; maar wat er geschreven is ten
zijnen aanzien, wat hij precies heeft te
doen of te laten, dat weet hij niet..
Een lange reeks ongevallen is dan ook
te schrijven op rekening van onwetend
heid en onoplettendheid.
In 't belang van een goede verkeers
veiligheid, dient men dus op de hoogte
te zijn van de Regels van den weg, en
deze nauwkeurig toe te passen.
Onwietendheid moet verdwijnen, door
scholing en leering in alles wat het ver
keer betreft; onoplettendheid moet ver
dwijnen, door een voortdurend wijden
van onze aandacht op den weg aan alle
onze eigen bewegingen en aan die van
een ander. Wij moeten beseffen, dat we
niet meer als vroeger, over de straat
,,in gedachten" kunnen gaan van huis
naar fabriek of werkplaats
De bestuurders van snel-vervoermid-
delen moeten bekwaam zijn om hun taak
in het verkeer te kunnen verrichten.
Voor autobestuurders vraagt de wet
een rijbewijs. Dit bewijs, dat thans eerst
na een leer-periode kan worden ver
kregen, er moet een examen worden
afgelegd dekt niet alle wijze van
rijden Drankgebruik en oververmoeid
heid, kan den bestuurder van een mo
torrijtuig strafschuldig doen zijn. Onder
alle omstandigheden heeft elke bestuur
der van een auto of „stoomfiets" den
duren plicht, te bepalen of hij de „ver
antwoording" van het besturen wel kan
dragen; menschenlevens kunnen er van
af hangen
Kinderen zien en kennen vaak geen
gevaar. Menig ongeval vindt zijn oorzaak
in het ondoordacht beweeg van kinde-
sichap... De oude Farquhar is nog al
tijd -bedenkelijk.... Ik hoor (dat 'de Oude
Kei het einde der week' niet zal halted.
Zijn |neef drijft de zaak voorloopig.
Nog stuurscher dan anders kijkend,,
verdeelde de neef zijn tijd tusschèm het
kantoor en het ziekbed van zijn oomi in
diens ouderwetsche huis in Bloomsbury.
Als een echte vrouw, die allitijd medelij-1
den gevoelt met het leed van anderen,
vond iSheila den ouden bullebak! toch
diep te beklagen. Voor hij begon te ijüen
gelastte hij dat de zaken geregeld moes-»1
ten worden. Aldus jgeschiedde ook' in
derdaad en onder die'i zaken behoor
de de noodlottige geschiedenis met het
parelsnoer van de gravin.
HOOFDSTUK. III.
Parels, welke de firma Mackenzie ©n
Moss (aan deze cliënte op zicht had ge
stuurd, waren telkens weer teruggezond
den. De gravin had aan de onderneming
heet (wat tast bezorgd en ziji was ont
zettend (kieskeurig geweest ©mtrtenl! de
ikleur, welke zij wild© dat haar parels
zouden hebben. Eindelijk was een snoer
gevonden, dat zeker naar haar zin zJou
zijn. Het was een historisch snoer uit
de (gloriedagen van het Russische hof.
Wie zou kunnen zeggen, in welkte handen
het (vroeger was geweest? Uit welk' dfuis-
ren op straat. Nimmer kan kinderen te
vaak worden voorgehouden, hoe gevaar
lijk de rijweg wel is. Kinderen en over-
den-weg-schietende-fietsers, zijn levende
gevaren voor den autobestuurder.
De rijweg mag en kan geen speel
plaats meer zijn voor kinderen. Ouders
en opvoeders dienen dat niet alleen te
bedenken, maar ook voortdurend aan de
kinderen voor te houden
Fietsers met hun gemakkelijk te be
sturen en te verplaatsen machines, die
nen te weten, dat onverwachte bewe
gingen oorzaak kunnen zijn van groote
ongevallen. Teekens geven vooraf, en
rustig rijden, geldt ook voor hén
Wet en verordening regelen ten aan
zien van het verkeer niet alleen het rij
den maar ook het staan Op de straat
moet orde zijn, evenals in een huishou
den. Op bruggen, hoeken van straten, in
smalle straten, zette men geen rij- of
voertuigen neer, blijve men niet staan
praten. Dat alles schept gevaar.
Moet de rijweg vrij blijven voor het
snelverkeer, de trottoirs late men aan
de voetgangers. Hindernissen daarop, in
den vorm van rijwielrekken, uitstallin
gen, tafeltjes en stoeltjes voor café's,
hekjes e.d. behooren daarop zoo min
mogelijk te worden toegelaten, vooral
langs drukke straten. Het trottoir moet
een veilige weg blijven voor onze groote
groep weggebruikers, de voetgangers.
Op de indeeling en gebruik van den
weg, heeft de overheid een groote zeg
ging; in 't belang van de veiligheid vindt
zij daarin een groote taak
Voetgangers en anderen dienen on
derlegde en ervaren weggebruikers te
zijn. De verkeers-veiligheid moet door
allen worden betracht Daarom, te allen
tijde en overal: „Safety first".
(Ingez. Med.)
Enkele dagen geleden, op een der
laatste dagen van Mei, waren wij met
een klein gezelschap ergens in den Zuid
oosthoek van Friesland, van ouds een
der mooiste natuurgebieden van deze
aan afwisseling van boeiend natuur
schoon zoo rijke provincie.
Het gebied waar wij ons bevonden,
was een zeer improductief terrein.
Zandverstuivingen, heide, een paar
veenige plassen. Een rijke flora van
wollegras en kartelblad, van tormentil
en wolfsklauw en allerlei planten meer.
Een paar zwarte sterntjes boven de plas
sen, v/ulpenroep en af en toe het geluid
van kievit, grutto en tureluur. Korhoen-
derklanken in de verte. Een wijde hori
zon, een zwaarbewolkte hemel. Ziedaar
met een paar pennestrepen het beeld ge
schetst van het landschap, waarin wij
ons bevonden een landschap dat hoe
langer hoe meer aan het verdwijnen is
helaas. Ook in dit gebied van Fries-
land's Zuid-oosthoek dringen de ontgin
ningen al verder in het oorspronkelijke
landschap door.
Wij, het gezelschap van zes natuur
vrienden, vonden het allemaal prachtig
hier en ons aller vurige wensch was, dat
dit hoekje zoo uitgestrekt mogelijk, hier
zóó zou mogen blijven liggen tot in lengte
van dagen, onberoerd verder en onge
schonden door menschenhand. Verschil
van waardeering was er niet, tenminste
niet in beginsel, hoogstens gradueel. Wij
waren het er over eens: dit is mooi, dit
is onverdeeld prachtig. Hier is rust en
vrede, ver van auto's. Hier komt het
vermoeide lichaam en de vermoeide
geest tot rust. Hier is iets gebleven van
't oude Friesche land, zooals het eeuwen
lang ongestoord en weidsch en grootsch
hier gelegen heeft onder de open heu
velen. Hier is de wijdheid nog in lucht
en verre bruine velden. Hier is een plan
tenwereld, die den leek bekoort en den
man der wetenschap in verrukking
ter hol was het voor den dag gekomen?
Het werd thans naar het schaiarsch van
personeel voorzien© kantoor van Mac
kenzie en Moss gebracht door een sim-
pelen 'tooper, een vuill, schamel gekleed
sniuffend mannetje ,dia enkel eten vrou
welijke bediende achter teem groot kan
toorboek aantrof.
Laten die heeren even het bewijs
van ontvangst teekenen, verzocht de
smoezelige brenger 'der parelten, zijn neus
ophalend.
Het spijt me, maar kjapilfein Far
quhar is uit, Hij is naar zijn oom gegaan;
die ernstig ziek is, verklaarde Sheila.
En ik weet niet wanneer ik hem kan
terugverwachten.
Nu, dat hindert nie'E u kunt ook
voor hen teekpnen, juffrouw, zei dte loo-
per al snuffend, terwijl hij het pakje en
het papier naar het meisje schoof.
Zij 'boog zich even achterover, want
ook al was zij nu reedjs zes maanden ,in
dit deel van de City op 'ka,nt(oor, zoo was
ze toch nog niet geacclimatiseerd aan
dte luchtjes van ongewasschen menschen,
die maar weinig in de buitenlucht ko
men.
Zij nam het pakje op, een groezelig
kartonnen doosje met 'blikken hoeken,
dat voor alles beter geschikt leek dan
•Dm er parelen ïn te oewaren.
Maar d|an doe ikj toch' verstandig
eerst eens te kjjken wat! er in zit voor
ik teeken.
Ja, id(aar heeft u gel'ijk in, juffrouw.
Kunt u de knoop losmaken?
Sheila maakte den knoop los van het
touw, dat een indruk op haar vingers
achterliet. Zij lichtte het groezelige dek
sel op, haalde er een laagje zijdepapier
uil, d,at eenmaal wit was geweest. Daar
onder Tag op een la,agje grijzige watten
een omslag van gemsleer en dit maak
te zij open.
O, die mooie parels! Dat prachtige col
lier
Mooi, hè? merlgte de looper al snuf
fend op. Daar ligt voor een waarde van
zeker zeven duizend Pond voor u. 'Neem
ze er eens uit, juffrouw en weeg ze eens
op uw hand.
Sheila nam het snoer op; er hiug een
vuil, geel labellet je aan, dat met cijfers
en hieroglyphen Was bedekt. Zij wist
dat daarop vermeld stond het gewicht
van elk dier parels, die niet wit noch
roze noch roomkleurig waren, die niét
irriteerden als een zeepbel en ook nftet
teer getint waren als dte bessen van dén
hagedoorn, maar die iets van al die
kleurschakeeringen vertoonden in een
wondervol' Spel van tinten. Een diaman
ten slot van sierlijken vorm hing aan een
der einden.
Ja, ze zijn prachtig, zeidp Sheila,
onwillekeurig zuchtend. Ze had de gra
vin gezien die ze zou dragen. Waar moet
ik teekenen? Hier?
brengt. Hier voelen zich de schuwe die
ren, de schichtige vogels thuis, die
terecht meestal menschennabijheid en
menschencultuur vreezen. Hier spiegelt
een grauwe of klare hemel zich in de
blanke heipias, door 't witte wollegras
omzoomd.
En wij, zooals wij hier samen waren,
wij zouden het de menschen wel toe
willen roepen en ér geestdriftig van wil
len getuigen, opdat het wteerklank mocht
vinden in de harten: open uw oogen
toch Open uw harten en zie de onbe
dorven pracht van deze natuur Dit
mag niet verloren gaan. Wat er hier in
Friesland (en van vele andere provincies
geldt het evenzeer) nog over is aan der
gelijke gebieden, dat mag niet aan de
ontginning ten offer vallen.
Nu is er nog verschil van waardee
ring, maar dat zal in de toekomst steeds
meer tot eenheid van opvatting groeien,
naar wij mogen aannemen. Zooals wij
nu het afbrekende werk van het geslacht
van de 19e eeuw betreuren om veel
roekeloos bedorvens schoons in stad en
land, zoo zal het nageslacht onze handel
wijze bejammeren als wij niet gezorgd
hebben dat ook voor hen, de wijde
heide, de stille veenplas, het ongerepte
duin er gebleven zijn.
Nog slaan velen het streven der na
tuurbeschermers schouderophalend ga
de. En velen begrijpen het niet hoe dat
nu mooi kan zijn: zoo'n waardeloos hei
develd, zoo'n kale zandverstuiving, zoo'n
ruige heideheuvel, zoo'n plas met witte
wollegrasrand omboord. Maar de oogen
gaan er toch steeds meer voor open,
krant en tijdschrift getuigen er van, de
school werkt mee, de oogen gaan er
steeds meer voor open, dat hier, juist
hier, in deze stoffelijk onproductieve ge
bieden, voor de geest schatten te vin
den zijn, op geldswaarde niet te taxee-
ren, maar dan ook inderdaad van on
schatbare waarde Moge dan verschil
van inzicht meer en meer wijken en er
groeien een eenheid in deze overtuiging:
het stille ongerepte natuurgebied moet
bewaard blijven en de strijd daarvoor is
ons geld, ons woord en werk, onze liefde
waard A. L. B.
Zij nam haar vulpenhouder en met
haar duidelijke, nog van de handels
school afkomstige handschrift zetjte zij
haar naam: Sheila Curtis.
Nu, d,at kan ieder ook zonder bril
lezen, merkte dp looper op, die blijkbaar
geen haast ge/voelde om weg te komen.'
Zou die leelijke dwerg ook op zijn ma
nier een vereerdpr van 't schoone zijn?
Zou hij misschien niet alleen dte schoon
heid, van parels, maai- ook, van een blo
zend 'gezichtje en van een blank halsjS
waardeeren? Intusschen kpn hij moei
lijk langer blijven en dus nam hij afscheid
met -een „dpnk u, juffrouw. Goeden mid
dag, juffrouw".
- Goed,en middag, antwoordde Shei
la, 'blij d,at hij vertrok,.
Terwijl' dp looper langs de houten,, ver
molmde trap naar 'beneden stromlpelde,
borg (Sheila het parelsnoer weer 'in zijn
vuil omhulsel en bond, zorgvuldig de1 doos
weer d,icht. Daarna ging zij er med©
naar het achterkant'oor, het heiligdom
van den Ouden Kei. Alleen hij en zijn
neef hadden een sleutel er van, maar
de Jonge Kei had den zijnen aan Shei
la gegeven. Hij had de groote, leelijke
brandkast met haar ingewikkelde sluitjing
opengelaten, doch aan Sheila, daarom
trent de noodige instructies gegeven.