IJrotiinciale Ztenw&che Model mm Twee bladen, 174e Jaargang* IN ONZE STATEN-GENERAAL, De gepschlooze debaüeriënvangen ZEELAND BÏNNENLAND, Familieberichten en dankbetuigingen; van 17 regels 2,10; elke rsjei sieer 30 cent. In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regels opgenomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" <41 „Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 cent. Zelfbeheersching en kalmte in moei lijke omstandigheden is het zekerste kenmerk van innerlijke beschaving. DE RECHTSTOESTAND VAN MILITAIRE AMBTENAREN. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend houdende regelen be treffende den rechtstoestand van de militaire ambtenaren. Het wetsontwerp bestrijkt het ge- heele gebied van het militaire ambte narenrecht en betreft dus niet slechts de rechtspraak, doch ook de middelen tot bewaring en verwezenlijking van het recht. Daarbij is, zoowel wat den inhoud als wat den vorm betreft, aansluiting gezocht aan de Ambtenarenwet-1929. Van het burgerambtenarenrecht wordt slechts afgeweken, waar de bijzondere militaire verhoudingen, b.v. de militaire tucht, dit eischen. Daarom is voor het ontwerp het stel sel gekozen, voor al die bepalingen, waarin het militaire ambtenarenrecht met het burger-ambtenarenrecht even wijdig zal loopen zonder meer naar de Ambtenarenwet-1929 te verwijzen. Al leen de afwijkingen in militaire zaken zijn in het ontwerp uitdrukkelijk ver meld. Het bleek mogelijk met een wet voor zee- en landmacht te volstaan. Het ontwerp tot wet verheven zal alleen gelden binnen de moederlandsche rechtsfeer conform art. 123 der Grond wet. Het ligt in de bedoeling-, de wet, in dien eenigszins mogelijk, tegelijk met het Procesrecht voor de Burgerambtenaren in werking te doen treden, vermoede lijk met ingang van 1 September a.s. TWEEDE KAMER. Drankwet. De heer de Visser (comm.) heeft gister allereerst verlof gevraagd tot het houden van een interpellatie over de toestanden bij de werkverschaffing, met name over het eten en de huisvesting. Heden beslissing over dit verzoek. Voortgezet werd de behandeling van de wijziging van de Drankwet. De heer Boon (lib.) betoogde, dat er geen sprake van is, dat er een bier- en een wijnalcoholisme bestaat. Statistie ken wijzen uit, dat het biergebruik slechts twee glazen per week en per hoofd is voor volwassenen. De daling van het drankmisbruik is toe te schrij ven aan andere factoren dan aan het maximum-stelsel, dat hij nadeelig acht. Beter is het, dit stelsel af te schaffen en hoogere eischen te stellen, waardoor de goede café's zullen blijven en de kroegen verdwijnen. De heer S u r i n g (r.k.) meende, dat dit ontwerp niet is geïnspireerd door den wensch der fanatieke drankbestrij ders. In verband met de vermindering van het drankgebruik had hij het echter niet vreemd gevonden, als het maxi mum-aantal vergunningen gehalveerd was. Hij is principieel geen tegenstander van plaatselijke keuze, maar meent, dat de gemeenteraad hetzelfde doel berei ken kan. De heer S m e e n k (a.r.) is een voor stander van plaatselijke keuze, en was verheugd, het het nieuwe ontwerp het behoud van het maximumstelsel en uit breiding daarvan tot de verloven brengt. De heer Van Vuuren (rk.) vond, dat men, als het misbruik is gekeerd, zich niet tegen het gebruik moet keeren. Alzoo verzette hij zich zoowel tegen plaatselijke keuze en het maximum stel sel. Hij acht er niets tegen, dat ieder op zijn tijd van een onschuldig genotmiddel gebruik maakt. Ook mevrouw B a k k e r-N o r t (v.d.) verheugde zich over het schrappen van de plaatselijke keuze en over de schrap ping van de verbodsbepaling inzake den verkoop van zwak-alcoholische dranken in winkels. De heer Snoeck Henkemans (ch.) betoogde, dat de Kamer zich twee maal voor plaatselijke keuze verklaarde; ergo dient ook dit voorstel aanvaard. De heer De Visser (comm.) toonde zich evenzoo voorstander van plaatse lijke keuze, doch veel moet men er niet van verwachten in deze kapitalistische maatschappij. De heer v. Hellenberg Hubar (rk.) juichte schrapping van de plaatse lijke keuze toe, doch betwist de uitbrei ding van het maximum-stelsel. Verder zou hij een regeling voor de verpach tingen wenschen. Evenzoo bestreed mej. W ester man (lib.) plaatselijke keuze. Toen kwam eindelijk de minister aan het woord. Minister V erschuur noemde de ingewikkeldheid der drankbestrijding een internationaal verschijnsel. Dit maakt de wet minder overzichtelijk. Hij is van mee ning, dat tusschen veel tegenstellingen het ontwerp het juiste midden gekozen heeft en geloofde inderdaad dat men met de drankwetgeving op den goeden weg is. Principieele verandering heeft hij daarin dan ook niet gebracht. Heden voortzetting. verhand; met die rqoeilijkheden, welke de regeering heeft om de begrooting voor 1932 op welke naar verluidt voor 50 millioen dekking moet worden gezocht te doen sluiten. Behalve het gerucht' om trent een verlaging van de ambtenaars salarissen, deden nog geruchten betref fende versterking van de middelen de ronde, waaraan voorloopig evenmin veel waarde is te hechten. Voor het rijk schijnt 1932 in elk geval, evenals voor d,e gemeenten Amsterdam en Rotterdam, een moeilijk jaar te zullen word,en. Zou nu in deze omstandigheden niet eindelijk eens krachtige prikkel zijn vraagt de N.R.C. om een bezuiniging en reorgianisatie (beperking van het aantal ambtenaren) dpor te voeren, waarop de regeering zich nooit ernstig heeft toege legd.. En zou zij in verband daarmede niet wat meer het oor gaan leenen aan de BezuinigLngs-commissic-pqp? Ander half miljoen zou al d,adelijk gespaard kunnen worden door de voorgenomen uitgave van 15 miljoen over 10 jaar voor een nieuw AmsteÉHjamsch stadhuis uit te stellen. Ons stoffelijk overschot. Er is iets in Nederland, dat niet in den haak is. Dat is de zaak met de lijkverassching. Want kortweg gezegd zit dat zoo: het is in strijd met de wet, maar er staat geen straf op. En nu heeft men het min of meer oogluikend toegelaten. Dat luiken .van de oogen kostte den toenmaligen re geerders en kost den tegenwoordigen regeerders niet al te veel zielestrijd of gewetenswroeging. Ze vinden het wel goed zoo. En praten er liefst niet over. Middelburg, H. Segeerstr. H 9, Tel 377. (Ingez. Meid.) kiesvereeniging Gemeente Belang zijn voor de Gemeenteraadsverkiezing op 17 Juni a.s. candidaat gesteld: 1. J. A. Contant, aftr.; 2. J. Verhage, aftr.; 3. A. van der Mijle; 4. J. P. Bakker; 5. A. J. Ridder; 6. B. K. Steenland. O. en W. SOUBURG, Bij de verpach ting van standplaatsen voor de kermis die alhier op 2en en 3en Pinksterdag zal worden gehouden, zijn o.a. plaatsen ge gund voor Turksche luchtschommel, draai- en zweefmolen, gebakkramen, acrobatentent, tent voor werpsport en vliegbommen en eenige ververschings- tenten. Waarschijnlijk zal alsdan ook het bekende ringsteken te paard plaats hebben- Waarom zouden wij er nu ineens wèl over gaan praten? Zij, die er mede te maken hebben, weten allen zeer wel hoe de toestand in feite is. En het meerendeel hunner heeft er vrede mee. Erg principieel vinden wij dat niet, vooral niet van deze rechtsche re geering, die opvolgster is van zoovele andere rechtsche regeeringen die al len de zaak blauw-blauw lieten. Toch wordt er wel eens gemopperd. En daartoe is alle aanleiding. Want eigenlijk is dat crematorium, waar de eene verassching na de andere plaats vindt, toch maar een inrichting waar daden bedreven worden, in strijd met de wet. Dr. G. van den Bergh heeft daar met nadruk op gewezen in de laatstgehou den algemeene vergadering van de Ar- beidersvereeniging voor Lijkverbranding, Hij noemde den huidigen toestand „al lerzotst" en wij onderschrijven dat vol komen. De wetgeving dient naar alge meen erkend wordt, te evolueeren met de gang van den tijd; breede scharen van Nederlanders gezwegen van de velen buiten ons land beschouwen tegenwoordig en sinds geruimen tijd de lijkverassching op hygiënische, moreele en aesthetische gronden als preferabel boven het langzamere ontbindingsproces onder den grond, en aangezien het al gemeen' belang hier wellicht gediend, maar stellig niet geschaad kan worden, dient aan den huidigen onwaardigen toe stand ten spoedigste een einde gemaakt te worden door wetswijziging in dien zin, dat voortaan de weg naar het cre matorium even wettelijk begaanbaar zij als dien naar het kerkhof. Het Nederl. Correspondentiebureau meldt: Op onze vraag aan den minister van financiën of het gerucht juist is, dat' bij de voorbereiding van de Rijksbegrooting voor 1932 een tekort van 50 millioen geconstateerd is en dat dit tot bijzondere maatregelen heeft doen besluiten, ant woordde Z.Exc. dat al wat te dien aan zien dezer dagen gepubliceerd is, voors hands op fantasie berust. Er is weinig risico aan verbonden zeide de minister thans een bericht te plaatsen, dat het opmaken van de be grooting moeilijkheden geeft; het is ook vrij gemakkelijk, daarbij met gebruikma king van eenige vage gegevens een te- kortcijfer te construeeren, en het een voudigste is wel, maatregelen, waarvan de één aan den ander zegt, dat ze in den tegenwoordigen tijd wel eens zouden kunnen worden genomen, met den nim bus van een „loopend gerucht" te om geven. Practisch heeft dit alles echter geen waarde. De moeilijkheden zijn be kend ook zonder dat ze in de krant staan. Van het ramen van een bepaald tekort- cijfer voor 1932 kan op dit oogenblik nog van verre geen sprake zijn. En van de overige geruchten ligt de basis meer in „ingezonden stukken", of misschien ook in wat elders geschiedt, dan in ministe- rieele overwegingen of besluiten. MIDDELBURG. Arbeidsloonen, In ons artikel „Loonen, prijzen eu werkgelegenheid" (I-V-'31) namen wij een, aan de N.R.C. ontleenden staal op betreffende verschillende uurloonen in Nederland en in België. De in dien staat genoemde uurloonen hadden voor Nederland zoowel als voor België betrekking op de groote steden; er is echter hier en daar de meening ontstaan, dat die uurloonen overal in den lande golden en een onzer lezers, zelf timmermansgezel zijnde, beklaagt zich daarover; men ziet hem nu aan voor een man met 'n betrekkelijk stevig weekloon, terwijl dit in werkelijkheid toch niet dermate het geval is. Bij informatie te bevoegder plaatse is ons gebleken, dat de uurloonen, volgens C.A.Ö. in de bouwvakken in Nederland bedragen hoofdklasse: I: II: III: IV: V: timmerman 80 75 70 62 55 50 metselaar 80 75 70 62 55 50 voeger 80 75 70 62 55 50 betonwerker 80 75 70 62 55 50 vlechter 80 75 70 62 *55 50 opperman 75 70 62 52 45 40 grondwerker 75 70 62 52 45 40 betonw.-opp.m. 75 70 62 52 45 40 ongeschoolden 55 45 40 36 Middelburg en Vlissingen vallen in de vierde klasse. In de meeste plaatsen van Zeeland zoo voegde men daaraan nog toe - is het loon bene den dat van klasse 5. Deze nadere uiteenzetting heeft uit den aard der zaak geen invloed op den gang van ons betoog, in het bovenaan gehaalde artikel; anderzijds wenschen wij echter allerminst den waren stand van zaken te verdoezelen, weshalve wij gaarne deze aanvulling geven. De mondharmonicavereeniging Crescendo alhier, heeft een onderafdee- ling opgericht, eveneens onder leiding van den heer G. Wagenvoort; zijnde een muziekvereeniging met aanvankelijk 18 leden, ten deele tot nu toe lid van het muziekgezelschap van den Houthandel Walcheren, dat hiermede heeft opgehou den te bestaan. Vooral ook voor het optreden bij wandelingen, serenades en dergelijke is deze afdeeling tot stand gekomen. VLISSINGEN. OPCENTEN OP DEN TABAKS ACCIJNS OP CIGARETTEN, Blijkens de Memorie van Antwoord in zake het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de leeningwet 1914; heffing van opcenten op den tabaksaccijns op si garetten heeft de minister van financiën om dezelfde reden als waarom de En- gelsche minister Snowden op dit oogen blik boven een verhooging) van de in komstenbelasting de versterking van een indirecte belasting verkoos, gemeend, dit ook te moeten doen. Het overschot in het leeningfonds ad f 41,4 millioen acht de minister, voorzoo- ver de siigarettenbelasting ontoereikend zal blijken, juist bij uitstek geschikt om de huidige crisis te financieren. Immers, dat overschot dankt zijn ontsüpn aan hetgeen de crisisheffingen te veel heb ben opgebracht Indien het overschot er niet was zouden in het onderstelde geval dat de sigarettenbelasting ontoe reikend bleek nlog andere crisisheffin gen, naast de sigarettenbelasting, moe ten worden ingevoerd. Indien de regeering de „zoo snel mo gelijke verdwijning'' van den ouden cri sisdienst najagend, een nieuwen crisis dienst had ingesteld dan had zij aan den schijn geofferd en geenerlei practisch nut bereikt. De indruk van een aantal leden, dat de minister tot de afschaffing van de opcenten op de grondbelasting zal over gaan, zoodra de middelen van het Lee- ningsfonds dit zullen toelaten, is volko men juist. Uiteraard is hiermede niet in strijd de uitlating van den minister dat hij de mo gelijkheid wil houden wanneer het slecht loopt, de beide heffingen sigaretten- opcenten en opcenten grondbelasting naast elkander te hebben. In de qualificatie van den huidigen toestand als „allerzotst" vindt de soc.- dem. spreker echter, behalve ons, óók aan zijn zijde „De Zeeuw". Bien éton- nés de se trouver ensemble? Ja, maar ze zijn het dan ook alleen eens over de qualificatie, niet over de gronden en middelen. Het a.r. dagblad voor Zeeland nl. wil niet zich aanpassen aan dezen tijd, maar het wil terug: aan de „in den grond hei- densche crematie moet een einde ge maakt worden", want: „De lijkverbranders overtreden wil lens en wetens de wet en 't zou voor de Regeering een klein kunstje zijn" om hieraan een einde te maken- Wij constateeren slechts dit: 1. Dat verschillende opeenvolgende rechtsche regeeringen de zaak blauw- blauw hebben gelaten. 2. Dat het, volgens „De Zeeuw" „een klein kunstje zou zijn" om hieraan een einde te maken. 3. Dat deze en voorgaande rechtsche regeeringen, die altijd zoo hevig met hun beginselvastheid liepen en loopen te pronken, zelfs dit „kleine kunstje" niet hebben willen vertoonen, om eens een principieële daad te stellen. 4. Dat het langdurig voortbestaan van dezen „allerzotsten" toestand dus is de eigen schuld dier rechtsche regeerin- DE RIJKSBEGROOTING 1932 EN DE AMBTENAARSSALARISSEN, Zooials men weet, maakte het Algj. Han delsblad melding van het te 's-Gravenha- ge loopende gerucht, diat het in het voor nemen van de regeering zou liggen, met insjang van 1 October a.s. de ambtenaars salarissen met een zeker percentage te verlagen. Ter bevoegder plaatse, deelde men den correspondent van het blad me de, dat men principieel geen mededeelin- gen wenschte te verstrekken over een los gerucht, d,at in een tijd als deze, uiteraard zeer gemakkelijk ontstaat. Ook de red. van de N.R.C. is dit ge rucht ter oore gekomen, doch dit blad zegt er geen geloof aan te hebben kunnen schenken, d|at het voor de tweede maal in de ambtenaarssalarissen van het rijk op welke ook de volle 81/2 pet. pensioen korting wordt verhaald, zou worden ge zocht. Het gerucht moet ontstaan zijn in De V.D. hebben de volgende lijst van candidaten voor de a.s. gemeente raadsverkiezing samengesteld: 1. M, J. Harts (aftr.); 2, mr. F. J. W. Hartelust; 3. mevr. ir. L. van Nouhuys-Van Zwa nenberg; 4. A. C. Hildernisse; 5. G. A. Bor; 6. K. B. de Kat. dat volgens „De Zeeuw" een liberaal kabinet niettemin de schuld van dit al les draagt!! Zijn de voorstanders van lijkveras sching nu wellicht Balineezen, zooals destijds de kerkelijk-vrijzinnige Neder landers Da jakkers en Batakkers waren?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 1