HET GEVAL
MAZAROFF
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSGHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 28 APRIL 1931. No. 99.
k
qo'l
k
Brilt
_=>arts
k
Ét'
_^ari5
Hart-
cicbrek,
kromme ruij
EEN KLASJE KINDEREN.
Oogenschijnlijk zijn de meeste
kinderen op school „gezond"-
Wat er echter bij nader
onderzoek komt kijken.
DOOR 3.S. FLETCHEÜ
KERKNIEUWS,
KUNST EN WETENSCHAP.
ONDERWIJS-
RECHTZAKEN.
daarna onderzocht worden als gold het
een keuring voor een levensverzekering
maatschappij. En wel om twee redenen.
Ten eerste profiteeren de kinderen dan
pas ten volle van het schoolartseninsti
tuut en ten tweede leeren zij er anders
nooit de waarde van beseffen.
Men moet niet vergeten, dat de komst
van den schoolarts op de school weinig
minder belangstelling opwekt dan een
bezoek van Sinterklaas. Naar mate deze
Sinterklaas echter minder geeft, zal de
teleurstelling des te grooter zijn. En
kinderen zijn critisch. Later, louter en
alleen dank zij het feit, dat zij volwassen
en b.v, lid van een Gemeenteraad zijn,
zullen zij te beslissen hebben over het
oprichten of uitbreiden van schoolarts
instituten. Dat daarbij in de eerste
plaats hun oordeel invloed zal onder
vinden van den indruk, dien dit onder
deel der sociale geneeskunde in vroeger
jaren op hen maakte, spreekt van zelf.
Doch laat ons terugkeeren tot ons
klasje. Acht yan de v ij f t i e n kinde
ren werden naar aanleiding van des
schoolartsen onderzoek naar een arts
verwezen. Een, omdat hij scheel zag en
daarom een bril moest dragen, een vol
gende omdat hij adenoïde vegetaties en
'n oorontsteking had. De knaap leed bo
vendien aan lichte bloedarmoede; weer 'n
andere omdat ook hij adenoïde vegeta
ties had; een meisje, omdat zij in een on
voldoenden voedingstoestand verkeerde,
en blijkens haar sabelbeenen ernstig aan
Engelsche ziekte had geleden; dan waren
er nog 2 met adenoïde vegetaties en nog
een die een bril moest hebben En- er
waren nog verscheidene afwijkingen
méér in dit klasje: platvoeten, rugge-
graatvergroeiïng, spraakgebreken etc.
Van een der in het bovengenoemde
artikel genoemde klasse-plattegronden
hebben wij een teekening gemaakt, ten
einde onzen lezers het geval aanschou
welijk voor te stellen. Zij stelt een wat
grootere klasse voor (zie onderaan).
In deze klasse trachten niet minder
dan 4.7 kinderen de eerste beginselen van
schrijven, rekenen en lezen machtig te
worden'.
Aan zes van hen (No. 2, 4, 5, 18, 29, 42)
zal dat nooit gelukken, omdat zij zwak
zinnig zijn.
Middelburg behoort tot de 1000 ge
meenten van ons land, die de zwakzin
nigenzorg nog niet ter hand hebben ge
nomen. Men vindt de achterlijken hier
dus op de gewone lagere school. Zij
begrijpen niets van het onderwijs, ver
velen zich en gaan zoodoende hun me
deleerlingen storen. Later, als zij grooter
geworden zijn, zullen wij hen aantreffen
achter het hekje van het Armbestuur, in
de gevangenis of onder de werkloozen.
Men behoeft niet sentimenteel te zijn
om medelijden te hebben met deze gees
telijk misdeelden, die jarenlang voor
spek en boonen in de klas zitten. De on
derwijzeres kan zich, wat het leeren aan
gaat, niet met hen bemoeien. Zij moet
volstaan met hen herhaaldelijk te verbie
den. Zij toch moet zorgen, dat de an
dere 41 kinderen voor de groote vacan-
tie toegelaten kunnen worden tot de 2de
klas. Men mag het haar dan ook niet
euvel duiden, wanneer zij de kinderen
wel eens toespreekt op een toon, die
geprikkeldheid verraadt. Zoo worden de
kinderen in dubbel opzicht de dupe van
omstandigheden, waarnaar zij niet ge
vraagd hebben, doch die ten deele ver
oorzaakt worden door verkeerde zuinig
heid, onbarmhartigheid en traagheid van
hun natuurlijke beschermers.
Het is niet mijn bedoeling om één voor
één de afwijkingen te bespreken, die ik
bij elk kind vond. Eén blik op den platte
grond is voldoende. Het zijn geen ziek
ten, zoo schrijft dokter Broekhuysen,
die wij op de Universiteit als „belang
wekkend" hebben leeren beschouwen.
Integendeel. Doch men meene niet, dat
zij daarom van minder belang zijn. Laten
wij slechts eenige willekeurige grepen
doen en b.v, de nummers 12, 14, 21 enz.
nagaan. No. 12 heeft een onvoldoende
verzorging thuis, No. 14 heeft een
scheeve rug, is tenger en bleek en wordt
daarom genoteerd voor eventueele uit
zending, No. 21 heeft een huiduitslag en
is zeer nerveus, No. 27 bleek te lijden
aan long-tuberculose, No. 29 is zwak
zinnig en praat niet behoorlijk, No. 39
wordt verdacht achterlijk te zijn en zal
hierop nader onderzocht worden, wan
neer zij althans niet voor dien tijd ver
dwenen is. Haar vader is n.l. boeienko-
ning en trekt van plaats tot plaats, zijn
kind meenemende.
Hoe staat het nu met de gebitten van
deze kinderen? Eén kind had gave tan
den en kiezen, 37 kinderen hadden meer
dan 4 ontstoken tanden of kiezen, 9 kin
deren hadden meer dan 1 en minder dan
4 ontstoken tanden of kiezen.
Ook de reinheid liet veel te wenschen
over. Maar laten wij de klas verlaten,
de atmospheer wordt ons te benauwd.
De temperatuur bedraagt vóór in de klas
62 gr. en achterin 70 gr.
Bronchitis
^ezickts scherpt*
verminderd
7
Platvoeten
Brilt, 46
Scheelniet
onderzocht
IS
M7
39
Zwakzinnig
Niet
onderzocht
Lichaam
^^wakte
5
Bronchitis
17
Kocd'oiqs-
töestand
■meetlij
-s uitzendmt)
Plat- 19
voeten;
15" k^; 0,99m
u'it"2enciitu}
Sl heevc
ruci
29
Spraak
uebrek
Bedw. 36
Scheeve ruo
Zwak
Bedw.; Lj)
te ar. cumand
3xle kla$
-sydrts
M
Niet" 9
onderzocht
Onvold.
cjezicktssdi.
Jcheeve
P .20
tnuresu
diurna.
27
Loncj-
vt.b.C
Huid- jo
uitslaa
ohvol -"doende
verzorgd
Niet 57
onderzocht
3
Huiduitslag
kheeve jQ
run
(Jezicktsxh.
verminderd
Onvold.5
vevzorqd.
Niet
onderzoent
Huiduits laa
Nerveus
Zeer 26
Nerveus h
Pollak-
Llurte
Te 31
groote
cuvnandeten
eloof
arts
36
r
Scheeve
Voor X
de 3C maal
inde
Onvold. j
qe2ichtssdv
Aryptörch.
Jcheeve lj
mae^erj
uit'z.evtdevi
Brilt
scheel
Onvoldoende
cjezichtsfh.
Uat 32
zich
niet onder
zoeken
Plar. 35
Voeten; te
C) rooted fff 3n-
tle!fSarts
Kromme
Onvold. |4
verxoradj
niet
onderzocht
Niet 13
onderzocht
Llchiimj3
zwakte
Asthmij 24
nerveus
Scheeve rucj
_^arts1
Te 33
9 route
amandelen;
itheeve ru^
34
nnaemie
témp-verh.
_>3rtS
Huid- i\s
uitslag
cryptur-
c h i s m f 5
W bétêekebt: z wakzi Kr» Rj
Er is overal in den lande nogal wat
te Idoen om het schoolartsen-instituut
en i zooals trouwens bij alles in ons,
in dit opzicht, wel „gezegende" Neder
land het geval is de politiek heeft zich
zelfs al ten deele ervan meester ge
maakt.
Ons lijkt het in hoofdzaak een nuch-
ter-medisch vraagstuk, en met het ant
woord op de vraag, of een schoolarts
sociaal nuttigen arbeid kan verrichten
zonder in de uitoefening van zijn functie
in ^conflict te komen met de godsdien
stige en zedelijke opvattingen van de
ouders der schoolkinderen, lijkt ons de
vraag naar de wenschelijkheid van het
schoolartseninstituut reeds in beginsel
beantwoord. De omstandigheden waar
onder hij komt te werken en de resul
taten van zijn werk kunnen dan deze
wenschelijkheid in groei doen toenemen
en zelfs tot noodzakelijkheid doen na
deren waarna slechts de practisch-
financieele kant van het vraagstuk ter
overweging en oplossing overblijft.
Wat nu de werkzaamheden van den
schoolarts, de resultaten van diens werk
en de daaruit afleidbare wenschelijkheid
of noodzakelijkheid van het geheele in
stituut betreft, daarover vonden we
dezer dagen een belangwekkend artikel
van den Middelburgschen schoolarts
dokter J. Broekhuysen, in het Nederl.
tijdschrift voor geneeskunde van 14-111-
'31, Het draagt tot opschrift „Eenige
eerste klassen der lagere school" en het
bevat, in plattegronden van die klassen
verwerkt, de verschillende en verschei
dene afwijkingen, die de Middelburgsche
schoolarts bij zijn onderzoekingen vond.
Een rechthoek werd verdeeld in vier
kantjes, die de zitplaatsen voorstellen, In
ieder rechthoekje noteerde hij de afwij
kingen, die hij vond bij zijn onderzoek
van het betreffende kind. Elke leerling
werd nader aangeduid door middel van
een nummer in den rechter bovenhoek
van elk vierkantje. Bevat dit geen num
mer, dan wil dat zeggen, dat er geen
kind in die bank zit. Ter vereenvoudi
ging zijn de gangen tusschen de rijen
banken weggelaten, zoodat het schijnt
alsof de banken tegen elkaar staan,
hetgeen in werkelijkheid natuurlijk niet
het geval is,
Het eerste onderzochte klasje was er
een van 20 kinderen, waarvan er 5 niet
onderzocht zijn.
Wanneer men deze klasse binnentreedt
en de onderwijzeres vraagt of „er iets
bijzonders is", dan luidt het antwoord'.
„Neen dokter; ja toch, dat kindje daar
is dikwijls ziek en dat jongetje daar is
erg verkouden."
En vraagt men het de kinderen zelf,
dan deelt er een mede, dat zijn buur
man buikpijn heeft, waarop deze heftig
begint te protesteeren, daar hij wel eens
gehoord heeft, dat de schooldokter „een
stuk uit je buik snijdt". Laat men het
hierbij, dan verlaat men de school straks
met gemengde gevoelens: Aan den
eenen kant toch komt men tot de ge
volgtrekking, die men zoo graag maakt,
dat de meeste kinderen gezond zijn en
aan den anderen kant echter komt de
pijnlijke vraag naar voren of het bezoek
aan die klas wel noodig geweest is en
of eigenlijk zelfs een schoolarts wel noo
dig is.
Een geheel andere zaak wordt het
echter, wanneer men de kinderen één
voor één, in tegenwoordigheid van de
ouders, rustig onderzoekt in een daar
voor bestemd onderzoeklokaal. Zoo er
gens, dan geldt hier, dat dit onderzoek
zoo volledig mogelijk moet zijn. De kin
deren moeten zich geheel uitkleeden en
27.
I Dat heeft u, mijnheer Ik ben
sir Samuel Leeke, ridder van het Brit-
sche rijk, in eigen persoon. Die Mazaroff-
zaak is iets eigenaardigs. Natuurlijk we
ten mijn vrouw en ik er alles van. Van
morgen zei zij nog tegen mij: Sam, zeide
zij, het is zoo goed als zeker dat er
iemand over die zaak bij ons komt. En
daar heb je de heeren. Maar ik zal u
eens wat vertellen gaan de heeren
mede, dan kan lady Leeke ook hooren
wat de heeren te vertellen hebben; vrou
wen zijn nieuwsgierig en het is beter dat
zij het uit de eerste hand hoort.
Wij volgden sir Samuel naar een klei
ne kamer, waar lady Leeke voor een
haardvuur zat te handwerken. Zij was
even gezet als haar echtgenoot; zij was
volgens de laatste mode gekleed en had
vele kostbare ringen aan haar vingers.
Zij nam ons terdege op, toen wij deftig
aan haar voorgesteld waren en zij ver
zocht ons plaats te nemen in stoelen te
genover haar zitplaats, zoodat het volle
licht op ons viel en haar gezicht in het
donker bleef.
Ik had wel gedacht, dat bij ons een
onderzoek zou worden ingesteld, merkte
zij op. Dat heb ik vanmorgen nog aan sir
Samuel gezegd.
Dat heb ik al verteld, zeide sir Sa
muel, die zijn sigarenkoker liet rondgaan.
Ofschoon ik niet begrijp hoe de heeren
hier komenVoor zoover ons bekend
is, weet niemand iets van onze transac
ties, behalve Mazaroff en wij. Mazaroff
kan er over gesproken hebben. Maar hoe
komt u aan ons?
Mijn waarde sir Samuel, antwoord
de Crole plechtig. Er zijn geheimen! Een
man van uw positie en van uw wereld
kennis, zal mij begrijpen als ik zeg dat
dit een ernstige zaak is. U weet er na
tuurlijk veel van af om kort te gaan,
wat kunt u ons mededeelen?
Sir Samuel zette zich in een stoel naast
zijn vrouw en wreef zich met de handen
over de knieën.
Ik geloof niet dat er iets is, dat
wij niet kunnen vertellen, zeide hij met
een blik op lady Leeke. En toch valt er
niet veel te vertellen. Die mijnheer Ma
zaroff kwam ons op een zekeren dag
bezoeken en stelde zich voor als hande
laar in diamanten. Hij had gehoord dat
lady Leeke gaarne iets heel bijzonders
wilde hebben. Hij vertelde dat hij een
paar mooie en zeldzame diamanten had
en hij liet ons daar een van zien. De an
dere, zoo vertelde hij, was in bewaring
bij zijn agent, een zekere Armintrade
van Courthope's Bank, die zijn vacantie
doorbracht in Northumberland. Hij zei,
dat hij mijnheer Armintrade spoedig zou
ontmoeten en dat hij dan de andere dia
mant van hem zou krijgen
Tenzij! viel lady Leeke in de rede.
Er was een „maar" bij.
Dat was er, gaf sir Samuel toe. Ja
tenzij Armintrade een bepaald bod
had gekregen van iemand anders. Armin
trade, zoo zei hij, had de eerste diamant
gedurende eenige maanden in bewaring
en kon een goede klant voor het stel
gevonden hebben,
Dus kocht u ze niet? vroeg May-
thorne.
Neen, antwoordde sir Samuel. Ik
telefoneerde aan onzen juwelier Frobe-
nius en vroeg hem hier te komen om de
diamant te onderzoeken. Zij kwamen
overeen dat honderd zestig duizend pond
een goede prijs voor de beide diamanten
zou zijn. Toen Frobenius was vertrokken,
kwamen Mazaroff en ik dit overeen: als
zijn agent, Armintrade, geen beter bod
had ontvangen of geen bindende overeen
komst had gemaakt, zou hij ons bij zijn
terugkeer in Londen beide diamanten la
ten zien. Indien wij dan besloten den
koop te sluiten, zouden wij den prijs
betalen, dien ik zooeven noemde. En dat
was alles. Wij hebben de diamanten se
dert dien niet meer gezien.
Heeft u Mazaroff na zijn eerste be
zoek nog gezien? vroeg hij Maythorne,
Ja zeker, antwoordde sir Samuel
Hij was een vriendelijk, gezellig mensch
en wij vroegen hem om bij ons te komen
eten. Hij kwam was het niet den vol
Tot slot nog een klasje van 33 kinde
ren. De onderwijzeres heeft zich tactisch
opgesteld in één der hoeken van het lo
caal, en wel zóó, dat zij zoo ver mogelijk
verwijderd is van de linker rij banken,
want van daaruit heeft n.l. een perma
nente gasaanval plaats, die veroorzaakt
wordt door twee knaapjes. De eerste is
een jochie van 98 cM. met sabelbeenen,
hollen rug en bronchitis. De tweede lijdt
aan enuresis nocturna en diurna. Be
halve het reukorgaan wordt ook ons
oog en oor onaangenaam getroffen. No.
1 kijkt eenigszins scheel, No. 6, zeer be
langrijk, zoodat het schijnt alsof zijn
oogen verstoppertje spelen achter den
neuswortel. De zwakzinnigheid leest
men deze kinderen van het gelaat. Een
ander snurkt, men hoort hoe moeilijk de
ademhaling hem valt, Hij heeft adenoïde
vegetaties in hoogen graad en blinkt uit
door domheid, waarmede hij waarschijn
lijk de zonde van zijn vader boet, Een
volgende, overigens een aardig ventje,
ziet scheel, en hij wordt dus naar den
oogarts gezonden, omdat zijn gezichts
scherpte K bedraagt. Bovendien heeft
hij een gezwel boven het oog en stot
tert hij. Elf van deze 33 leerlingen ver
wijst de schoolarts naar den dokter. Vier
hadden een bril noodig, bij zes van hen
moest adenotomie geschieden, etc. Doch
laat ik hiermede eindigen. Het heeft geen
zin dit droevige relaas voort te zetten,
Met behulp van deze klasse-overzich
ten zien wij, aldus concludeert dokter
Broekhuysen, wat er noodig is voor een
behoorlijke verzorging van de school
jeugd. In de eerste plaats een schoolart
seninstituut. Dit is wel 'n zeer oudbakken
bewering, maar zij is niettemin voor
velen nog volkomen nieuw.
Doch wie van ons had, zoo schrijft
hij toen hij zijn artsdiploma kreeg,
een duidelijk begrip omtrent een school
arts? Op zijn best wisten wij, dat het
iemand was, die in de scholen rond
doolde en op 65-jarigen leeftijd pensioen
kreeg. In elk geval, zoo meenden wij,
werd ieder, die een greintje respect voor
zichzelf had, geen schoolarts.
lfc A
Met de instelling van een schoolarts
instituut is nog lang niet het laatste
woord gesproken. Want waar moet de
schoolarts heen met de achterlijken, de
spraakgebrekkigen, de enuresis-patiën-
ten en de kinderen met ontstoken ge
bitten? En ook de geheele lichamelijke
en geestelijke opvoeding van de jeugd
behoeft zorg. Groote financieele offers
zijn noodig om in dit alles, in ons geheele
land, te voorzien. Gelukkig is er veel
geld. Wanneer wij eens nagaan, dat ge
durende het jaar 1928 voor f 162.000.000
aan sigaren, sigaretten en tabak ver
bruikt werd in ons land, dan krijgen
wij niet den indruk, dat wij er krap voor
zitten. En toch kost het zoo ontzettend
veel strijd en duurt het overal zoo bui
tengewoon lang, voordat er iets in bo
venbedoelde richting bereikt is. Laten
wij hopen, dat dit verandert. Wij artsen,
zoo besluit dit artikel, kunnen daaraan
meehelpen door krachtig en als één man
op te komen voor iederen maatregel, die
tot doel heeft ons volk krachtiger en ge
zonder te maken.
Ds. J. B. Netelenbos, laatstelijk le
Roermond, vroeger le Middelburg is
Zond(ag ouder g'roole belangstelling door
dp. E. Ilceser van Winterswijk,, bevestigd
als pred(ili,ant bij de Ned. Ilerv. Gemeente
van Groenlo. Ds. Netelenbos deed zijn in
trede sprekende over John. 17:3. Hij
werd Loeg'esproken door ds. J. D>. Stege-
man van Aiaïten namens d,an ring Win
terswijk en d:oor ds. E. Reeser van Win
terswijk, als consulent en namens cl,en
kerkeraad. Mede aanwezig waren de bur
gemeester van Groenlo en de predikanten
genden dag, Maria?
Den daarop volgenden dag, ant
woordde lady Leeke.
Had u toen nog andere gasten?
vroeg Maythorne.
Neen, die waren er dien avond niet,
antwoordde sir Samuel. Er kwam nog wel
een neef van mijn vrouw, Jim Mallisin
maar die reken ik niet als gast. Er was
niemand anders.
En werd er toen niet over de dia
manten gesproken? vroeg Maythorne,
Ja, maar niet veel. Hij liet ons den
diamant nog eens zien, want hij had hem
bij zich. Maar het gesprek was meer
vriendschappelijk niet in het minst
zakelijk,
Heeft u Mazaroff toen nogmaals
ontmoet? vroeg Maythorne.
Hij heeft ons ook te dineeren ge
vraagd in zijn hotel Cecil Hotel. Dat
was een paar dagen later. Hij is een uit
stekend gastheer,
Alleen u en lady Leeke, veronder
stel ik? vroeg Maythorne.
Neen, Jim Mallisen was ook van de
partij. Hij vroeg ons alle drie en wij had
den een bijzonder gezelligen avond.
Werd er toen nog over de diaman
ten gesproken? vroeg Maythorne.
Neen ik kan mij niet herinneren,
dat zij dien avond genoemd zijn. De over
eenkomst was gemaakt, ziet u. Wij zou
den beide diamanten zien als hij van zijn
uitstapje terug kwam.
En, na het diner, zag u hem niet
ds. C. Ik Boorsma van Eibergen, ds. J.
J. Ploos van Amslel van Rekken en ds.
W. G. Planten van Goor, voorheen 1e
Groenlo.
11 li HHIIIMBI KI i ■Mil 11 >111II IBB imi ilL—J1I
In den ouderdom van bijna 60 jaar
is Maandagmiddag in Den Haag plotse
ling overleden de kunstschilder en kunst
handelaar Dorus Hermsen.
Op Vrijdag 8 Mei zal te Goes in
het Schuttershof de jaarvergadering ge
houden worden van de besturen en het
onderwijzend personeel van de bij den
Schoolraad aangesloten Scholen met den
Bijbel in Zeeland, welke vergadering
ook toegankelijk is voor alle belangstel
lenden in het Chr. onderwijs.
In de voormiddagvergadering zal na
afdoening der huishoudelijke zaken mr.
P. A. Schwartz te Krabbendijke spreken
over: „Het rapport Rutgers".
In de middagvergadering houdt de
heer G. Meima, directeur Kweekschool
m. d, Bijbel te Groningen een rede over:
„Tact",
- De procureur-generaal bij de Haag-
sche rechtbank concludeerde Maandag
tot verwerping van het cassatieberoep
van W. v. W,, die in hooger beroep door
het Haagsche Gerechtshof werd veroor
deeld tot 3 maanden hechtenis wegens
het aan zijn schuld te wijten te hebben
van den dood van een wielrijdster, die op
12 Aug, l.i, té Leiden door een door
verdachte bestuurden tractor met aan
hangwagen werd aangereden.
Overeenkomstig de conclusie van
den procureur-generaal verwierp de Hoo-
ge Raad gisteren het beroep van B, G.
N. te Amsterdam, die in hooger beroep
door het Gerechtshof te Amsterdam is
veroordeeld tot een jaar en 3 maanden
gevangenisstraf, wegens brandstichting in
een pleizierjacht, dat schilderijen naar
Friesland vervoerde, welke schilderijen
hoog verzekerd waren,
Een suikerfraudezaak.
Het Haagsclic gerechtshof heeft uit
spraak gedjaan in de za.alc legen de schip
pers B. M. J.. J. Hi, Jen expeJdlileur
H. v. K., den koopman G. C. M. v: H,
en den chocoladefabrikant G. J. K.. die
betrokken zijn geweest bij d,c suikerfrau-
diezaak welke op 14 .Jjan.,, 21 Febr. en
11 April j.l. voor djit Hof heeft gediend.
Het betrof hier het ongedekt; vervoer
en den opslag van een groote hoeveelheid
balen witgemaakle ruwe Belgische beet
wortelsuiker welke door de schippers met
de schepen „Neerlandia II", „Julia" en
„Atlma" werden vervoerd. Het Hof ver
oordeelde verdachte B. 31. tot betjaling
van vier geldboeten élk van f 100:" J. S.
lol eenzelfde boete: .J. II. ttot betaling van
28 geldboeten el'k val1 f 25; J. S. lot 37
geldboeten elk van f 100, met bepaling
dat deze boeten worden vervangen, elk
dtoor hechtenis van 4 dagen ten. aanzien
van 'M. en S. en van één ten aanzien
van 11. Voorts verklaarde bet IIof,j „Neer
land,ia II", thans ,,Vio'getieeten „Julia"
en „Adnra" executabel voor die verbeurde
boete.
De expediteur v. H. werd) veroordeeld
Jol een betaling van 10 geldboeten a
f 300, negen geld,'boeten a f 3000 en ne
gen geldboeten tol een gezamenlijk; na
d;rag van f 311.850 en voorts lot negen
g'eldjboete a f 300 respect. 10 m. 2 da
gen, 9 ni. 10 dagen en 9 m. 25 dagen
terug? U ontmoette hem nergens in Lon
den?
Neen, wij zagen hem niet meer te
rug en hoorden ook niet meer van hem,
antwoordde sir Samuel. Tot wij van zijn
verdwijnen in de couranten lazen.
Heeft uw neef u misschien verteld,
dat hij Mazaroff na het laatste diner
heeft gezien?
Sir Samuel keek zijn vrouw aan.
Daarover heb ik Jim niet hooren
spreken, antwoordde hij. Dat is zeker,
Jim scharrelt wel overal rond maar
hij is er nu niet, dan kon hij het u zelf
vertellen. Maar ik heb hem nooit hooren
vertellen, dat hij Mazaroff nog eens ont
moet heeft. Weet jij er iets van, Maria?
Neen daarvan heeft hij nooit iets
verteld, antwoordde lady Leeke. Daar
komt bij, dat mijnheer Mazaroff op het
punt stond om te vertrekken, toen wij
bij hem dineerden.
Wij spraken nog eenigen tijd met het
echtpaar en gingen toen heen. Ik was
verlangend om buiten te komen; ik had
iets bijzonders te vertellen en ik deed
dat zoo spoedig wij op straat waren.
Hoor eens! riep ik uit. Weet je nog,
dat ik verteld heb, dat ik Mazaroff eerst
in Huntingdon en later in York in ge
sprek heb gezien met iemand, dien ik
niet kende? Nu dan zijn foto stond
daar op den schoorsteenmantel bij lady
Leeke.
(Wordt vervolgd.) j