TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 16 MAART 1931. No. 63.
Tocht naar -
Rusland Mf
WEERBERICHT etc.
HOOGWATER VLISSINGEN.
Middelbare t IJ d,
Zoo'n
slecht humeur!
KAMER VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN VOOR ZEEUWSCH-
VLAANDEREN TE TER NEUZEN.
In de Zaterdagnamiddag gehouden
vergadering werd tot voorzitter herko
zen de heer J. A. van Rompu,tot voor
zitter der afd. Grootbedrijf de heer P A.
Neeteson, tot voorzitter der afd. Klein
bedrijf de heer J. M. Oggel en de heeren
L de Feijter en A. de Vrieze tot hunne
plaatsvervangers. Ook werdan de leden
der bijzondere commissies herkozen.
Openingsrede van den voorzitter.
De voorzitter gaf in een rede zijn mee
ning omtrent verschillende belangen
weer en een resumé omtrent den econo-
schen toestand, waaraan wij het volgen
de ontleenen:
"Na het uitspreken van de beste wen-
schen voor de leden, hun gezin en hun be
drijf spreekt de voorzitter de hoop uit
dat we spoedig het einde zullen mogen
beleven van den zwaren druk waaronder
bijna de geheele wereld in economisch
opzicht verkeert.
En wanneer ik. mijne heeren mijn
wenschen aldus beëindig, kom ik ter
stond midden in het vraagstuk, dat thans
de grootste aandacht vraagt van de ver
antwoordelijke regeringspersonen in de
meeste landen: de economische crisis,
daling in den omzet van het geprodu
ceerde, daling van prijzen beneden pro
ductiekosten, werkloosheid van duizen
den bij duizenden, een toestand, zooals
men dien nimmer heeft gekend. Tal van
beschouwingen zijn reeds gewijd aan den
oorsprong der crisis, met uiteenloopende
meening omtrent de oorzaken Ik zal mij
daarin niet verdiepen. Dit kan uit we
tenschappelijk oogpunt nut hebben, maar
het helpt er ons niet uit, en, juist daar
voor worden nog geen afdoende middelen
aan de hand gedaan. We dienen daarom
paraat te blijven, om te kunnen mede
werken aan het maatschappelijk herstel,
indien we van oordeel zijn in die rich
ting iets te kunnen tot stand brengen.
Spr. had toen hij verleden jaar de
vrees uitsprak, dat de crisis, die toen in
de Ver. Staten zijn intrede had gedaan,
nimmer kunnen vermoeden, dat die
zich zóó zou laten voelen in het gebiec
der Kamer, waarvan de landbouw de
voornaamste bron van inkomsten uit
maakt.
Uit het land van waar het eerst de
crisisberichten kwamen, werd dezer da
gen van eenige opleving gesproken, moge
deze verder voortgaan en door sterke
Westenwinden gedreven ook spoedig
onze landpalen bereiken.
Werkloosheid en bevolking.
Wat het gebied der Kamer be
treft, waren de gevolgen der depressie
in den loop van het jaar nog niet zoo
erg voelbaar, behoudens dan Vaor den
landbouw, die ook reeds het jaar te
voren, ondanks een bijzonder goeden
oogst, door lage prijzen- ongunstige re
sultaten boekte. De opleving die in
1929 was ingetreden door 'iet bouwen
van het groote labriekscompLx der
„Compagnie Neerlandaise de l'Azote" te
Sluiskil, hetgeen zeer vele werkkra h-
ten vorderde, met het gevolg dat in
Zeeuwsch-Vlaanderen niet alleen geen
sprake meer was van werkloosheid,
doch daar ook vele buitenlanders bij
den bouw en de montage werkzaam
waren, werd vrijwel het geheele aige-
loopen jaar bestendingd. Die bedrijvig
heid, dat werk voor allen, was van goe
den invloed voor den middenstand. Eerst
na de voltooiing van den bouw der fa
briek, gepaard met den inmiddels door
oen landbouw ondervonden enormen
terugslag, trad in de laatste weken van
bet jaar een zeer uitgebreide werkloos-
beid op. In verschillende gemeenten
steeg het cijfer der werkloozen tot vroe
ger nooit gekende getallen. De hier-
voren gememoreerde bedrijvigheid gedu
rende het jaar, aangevangen in 1929,
was zeer vermoedelijk oorzaak, dat de
XXXIII.
i 14en dag kwam de knecht met
s ede om mij weder af te halen. Ik
e, mtljn kameraden vaarwel, die mij
°Pdroeg£n, om mijnen Edelen
gas eei uit hunne naam voor zijne wel
daden hartelijk te bedanken, gelijk ik
getrouwelijk deed; dril ede]en .nan ver
halende, hoe zeer zij zich! over zijn ge
schenken verblijd hadden. Dit deed hem
een lombeschnjfelijk genoegen.
De Kolonel, der Majoor's vader, bij
wien ik eenige dagen had gelogeerd en
\an waai ik mij naar Mrnslinski lot
mijne kameraden zou begeven, had de
edelmoedigheid mij te verzoeken oim eene
slede, geladen met schoenen, hemden,
kousen en handschoenen mede naar de
stad te nemen en dezelve onder dé °e-
vangenen te verdeelen naar mate van
'n ieders behoefte, want zeide de goe-
de grijsaard, het is thans bitter koud' en
dan zal hun dit hoop ik van nut zijn.
Gaarne wilde ik uoig meer doen, zeg mij
maar Carl Iwan wat zij noodig hebben en
ik zal het nu geven, want ik reken het
een voor/egt voor mij aan ongelukkigen
te kunnen weldoen.
in de vorige jaren geconstateerde ach
teruitgang der bevolking van Zeeuwsch-
Vlaanderen niet alleen tot stilstand
kwam, doch dat deze vooruitgang. Was
in 1929 de achteruitgang nog 131 -- het
geen ik beschouwde als ec> normaal
verloop, wegens don trek van h- t platte
land naar de steden thans steeg de
bevolking van 82.297 op 1 Januari 1930
tot 82.894 op 1 Januari 1931, een ver
meerdering van 597 personen. Zij kwam
daarmede weer op het peil van 1927,
toen het aantal 82.881 bedroeg. Wel is
er echter nog eenig verschil te consta-
teeren. Zoo bijv. steeg van 20 gemeen
ten het cijfer, van Neuzen met 216, Bres-
kens met 78, Zuidzande met 78, Honte-
nisse met 47, Hoek met 46, en Zaamslag
met 31 personen. De sterkste afname was
te constateeren te Sluis 74, voorts te
Hoofdplaat 66, Clinge 46, Hulst 31. Hier
uit valt wel eenigszins af te leiden, dat
een verplaatsing naar het industrie-cen
trum heeft plaats gehad.
De verwachtingen, door velen wel
in overdreven mate gekoesterd dat
het industriecentrum door de vestiging
der nieuwe industrie in zeer ruime mate
blijvend zou bijdragen tot werkverrui
ming, werden aan het eind van het jaar,
toen de eigenlijke exploitatie begon, niet
vervuld. Vooral wekt het teleurstel-
1 i ng, dat ongeschoold perso
neel uit het buitenland
aan het werk wordt gehouden, met
voorbijgaan van de Nederlandsche werk
lieden, waarvan er nu talloozen werk
loos zijn. Het is een uiterst teere zaak,,
om zich te mengen in de zaken van een
particulier bedrijf, maar toch meen ik,
dat de opmerking op-zijn plaats is, dat,
indien een dergelijke gedragslijn zonder
een bepaalde economische of technische
leden wordt genomen, deze niet tactisch
is te noemen, en vooral onder de
huidige omstandigheden, prikkelend moet
werken en aanleiding kan worden tot
gespannen verhoudingen met voor het
algemeen belang minder goede gevolgen.
Zulke symtomen' zijn er reeds. De ge
koesterde vooruitzichten zijn er ook niet
beter op geworden, sinds de productie
der stikstofmeststoffen ook te kampen
kreeg met een te veel, hetgeen de be
langhebbenden tot een overeenkomst
ureef om de productie te beperken,
terwijl het ook nog een open vraag is,
wat de in nood verkeerende landbou
wers als meststoffen zullen afnemen.
Sr
Onopgeloste kwesties
De loodsgelden voor de haven van
Ter Neuzen zijn nog steeds een Kwestie
zonder veel uitzicht op een'gunstige op
lossing, al zijn daarvoor in de Staten-
Generaal reeds herhaalde malen plei
dooien gehouden. Eén lichtpunt is mis
schien, dat ook de groote Nederland
sche havens, Amsterdam en Rotterdam,
zich deswege gaan roeren.
Weer moet gezegd worden, dat even
min tot oplossing kwam de kwestie der
electrificatie der kanaalbruggen te Sluis
kil en Sas van Gent. Bij vernieuwing
moet ik betreuren, dat die kwestie on
opgelost blijft als gevolg vau den toter-
nationalen politieken toestand. Het ge
tuigt t >ch niet bijzonder van welwillend
heid, tegen ons, indien gebrek aan me
dewerking bestaat over dergelijke kleine
kwesties, die toch evenals andere zaken
het kanaal Gent-Ter Neuzen betreffende,
wel zouden op te lossen zijn, zonder
eenigen invloed uit te oefenen op de
aanhangige grootere politieke vraag
stukken.
Spr. brengt echter hulde aan de Ne
derlandsche autoriteiten, van den Wa
terstaat, die, toen de groote Westsluis
op 12 October 1930 onklaar geraakte,
waardoor de zeevaart op Gert zeer ern
stig gestoord werd, onverwijld de meest
krachtige maatregelen nam tot herstel
ling der schade en dit ook binnen den
Nog iets. voegde hij er bij; hier hebt
gij nog een goed stuk vlcesch een li rok
ree van ten minste 23 k.g.) geeft dit aan
uw kameraden, en zeg hun. dat ik harte
lijk wenscli dat het hun goed moge
sjmaken. Groet hen van mijnen wege en
zeg hun dat ik, zoodra ik te Minslinski
kom, hen wii zien. Want gij spreekt met
zooveel deelneming van hun, dat ilc ver
lang kennis met hun te maken.
Ilc kwam dus wederom met een aan
gename boodschap bij mijne kamera
den en het was een s tree lend zieIsgenoieg
gen voor mij het midclel in do. hand der
voorzienigheid te zijn, om de ellende
mijner Jotgenoolen le verlichten. En toen
de kolonel bij 'gelegenheid van de ker
mis of bazar le Mislinski kwam. liet
hij hen allen bij zich komen, wanl bij
had aldaar een eigen huis, hetwelk hij
voor ruim 20 jaren, toen hij stadhouder
van Minslinski Was bewoond had. Ook be
wees hij hun gedurende zijn verblijf in
de slad alle mogelijke vriendschap.
Dan om weder te keeren tot mijnen
goeden gastheer. Het huis, dat hij be
woonde, slond een geweerschol ver van
zijn dorp, hetwelk in een vlakte, aan alle
zijden door 'bosch omringd, gelegen was.
Het huis was van zware balken gebouwd
die in de lengte opeen gelegd en in el
kander geploegd waren, en vervolgens
dicht igebreeuwd met mosch, zoodat er
tijd van 18 dagen wist klaai te spelen,
daarmede een kranig stuk werk
leverend.
Jammer genoeg, schijnt men ten Zui
den der grens nog steeds niet overtuigd,
dat het electrisch bewegen der kanaal
bruggen, ook de zeer drukke scheep
vaart op Gent zou ten goede komen.
Havenkwesties van Ter Neuzen-
In den loop van het jaar zijn de los
plaatsen te Ter Neuzen uitgebreid met
een paar honderd nieters kademuur, een
verlenging van de steigers der z.g. nieu
we kade, welke zeer te stade zal komen.
Evenwel gaat ons verlangen uit naar de
uitvoering van het van wege den Rijks
waterstaat ontworpen plan voor het
maken eener nieuwe kanaalhavcn, we
gens de dringende behoefte die bestaat
aan uitbreiding der los- en laad- maar
ook vooral van opslagplaatsen Met de
uitbreiding van het eerste gedeelte van
dat plan, zou de haven van Ter Neuzen
voor een afzienbaren tijd geholpen zijn.
Thans moeten voortdurend verzoeken
om plaats voor lossen en opslaan van
loopwaren worden algewezen. Dit is,
vooral in een periode van werkloosheid
te betreuren, maar bovendien nadcelig
voor het verkeer op de haven,
Spr. hoopt, dat het plan thans spoedig
ten uitvoer wordt gebracht.
NederlandBelgië en de Ter
Neuzensche haven.
Voor de haven van Terneuzen bleef
eveneens onopgelost de kwestie der spe
ciale spoorwegtarieven, een zaak, waar
bij we geheel afhankelijk zijn van met
de Belgische regeering te voeren onder
handelingen. We zullen daaromtrent
moeten afwachten, of onze regeering die
te eenigertijd als tegenprestatie voor een
aan België te verleenen welwillendheid
zal kunnen bedingen. Een ruil-object ligt
bijna voor de hand. De Gentsche haven
heeft voor hare ontplooiing medewerking
noodig der Nederlandsche regeering. Wij
daarentegen voor een herstel van den
vroegeren toestand de medewerking der
Belgische regeering. Die kwestie schijnt
heel eenvoudig. Zij zou het wellicht ook
zijn, indien het alleen Gent en Terneu
zen betrof. De polemieken die in de Bel
gische bladen over die kwestie worden
gevoerd toonen echter aan, dat de haven
van Gent in eigen land ernstigen tegen
stand ondervindt bij hare pogingen om
van de Regeering te Brussel te verkrij'
gen dat de medewerking van Nederland
zal worden ingeroepen voor het bouwen
der in het belang der Gentsche haven
zoozeer noodige tweede
groote sluis en de verruiming van
het kanaal. De vaart op Gent is dermate
toegenomen, dat deze, wanneer de nood
zakelijke voorziening uitblijft, ten slotte
zal vastloopen. Het is niet denkbeeldig,
dat de tegenstand, die vooral van de Sin
jorenstad aan de Schelde uitgaat, niet
alleen uit politieke overwegingen wordt
geleid, doch dat men daar ook met leedé
oogen den sterken bloei van de Gent
sche haven waarneemt en dit op deze
wijze ook tracht te remmen.
Overigens zal, indien het te eeniger
tijd tot onderhandelen komt over dit on
derwerp, zaak zijn goed toe te zien. Als
goede kooplieden trachten de Belgen uit
alles te halen wat er uit te halen valt
en men moet daartegenover dus even
goed koopman trachten te zijn.
Er zijn teekenen die er op wijzen, dat
Gentsche belanghebbenden, toen zij bij
hun eigen regeering geen troost von
den, hebben getracht Nederlandsche be
langstellenden voor hun belangen te in
teresseeren. Daarbij werd het belang dat
Nederland zou hebben bij een nieuwe
en groote sluis, wel wat te sterk belicht,
en is dat ook onder het oog gebracht.
In een publicatie van den heer Jan Bor-
luut, verschenen te Antwerpen, werd
geen vind noch regen door kon drin
gen
Aan de binnenzijde waren de balken vól
kernen effen gemaakt en mei papieren
behangsel versierd, 't 'Was ongeveer 25
a 2G vademen lang, 30 voeten breed en
20 voeten hoog, cn op hetzelve stond
een scherp dak, met boombasten gedekt
En daar het maar één verdieping' had,
geleek het veel naar een groote lang
werpige schuur. De kamers volgden alle
zoodanig! ojr elkander, dal wanneer alle
de deuren openstonden, men de geheele
hut door koude zien. Zij waren alle mei
smaak gemeubileerd.
Hel dorp, waarvan alle de huizen ins
gelijks en met boombast gedekt waren,
werd door zijne lijfeigenen bewoond. Deze
menschen hadden ÏV» dag in de week,
om voor hun zelve te arbeiden. De ove
rigen tijd moesten zij voor hunnen mees
ter werken. Achter het huis was een
klein meer. waarin veel visch gevangen
werd. Hiertoe gebruikte men 'n uitgehol-
den boom, welke voor schuitje diende.
Daar dit nu van onderen rond was, liep
het lig'telijk gevaar van om te slaan. Om
dat le voorkomen, liet ik er door eenen
timmerman eenen kiel onderslaan. Op
de boorden liet ik een hek, en binnen in
banken maken, waarop wij met ons zes
sen zitten kondten. Voorts voorzag ik
hetzelve van riemen en een roer. Hoe
gebrekkig dit alles ook door onkundigen
hetzelfde naar voren gebracht, om te be-
toogen, dat Nederland, met het oog op
de zeer groote belangen die het Neder-
landsch gedeelte er bij had, een aanzien
lijk bedrag in de kosten zou behooren bij
te dragen. Het valt niet te ontkennen,
dat van die werken door Nederland ook
mede zou kunnen geprofiteerd wor
den, maar een behoefte zijn die wer
ken voor ons land niet.
In den laatsten tijd heeft men er blij
kens enkele dagbladartikelen weer iets
anders op gevonden. Men zou er toe kun
nen overkomen, om als ruilmiddel aan
Terneuzen weer terug te geven de speci
ale spoorwegtarieven, maar. dar. zou
de Nederlandsche Regeering zich moeten
verplichten om voor Terneuzen haven
en kadegelden in te voeren, anders wordt
Terneuzen bevoorrecht boven de Belgi
sche havens, en noemt men dat dumping
(van havenkosten). Ik wil opmerken, dat
dezerzijds gevraagd wordt, herstel van
den voor-oorlogschen toestand, toen
evenmin haven- of kadegelden beston
den, en Terneuzen evenmin Gent of Ant
werpen overtroefde. Trouwens, dat ligt
ook niet in de bedoeling. Men is met een
bescheiden verkeer tevreden. Maar wat
nu die bewering over dumping betreft,
is het wel vreemd, die van Belgische zij
de te hooren, aangezien men daar
juist verschillende dumpingsmaatregelen
neemt, om de Belgische havens kunst
matig te bevoordeelen. In de eerste
plaats zij gewezen op het loodsgeld, dat
vastgesteld is op het beginsel van gelijk
heid met dat voor de Nederlandsche ha
vens aan de Schelde, welk beginsel men
thans ontduikt, door de goud-clausule op
zij te zetten en het loodsgeld voor de
Belgische havens te berekenen in papier
francs, of ongeveer een zevende van het
tarief dat het zou behooren te zijn.
Dan wijs ik nog voorts op het gratis slee
pen naar en van Dordrecht, de toeslag
op scheepsvracht. In het licht van zulke
feiten bestaat toch zeker geen aanleiding
om te spreken van dumpings, indien de
haven van Terneuzen evenals alle rijks
havens in ons land vrij is van havengeld.
Er blijkt echter wel uit, dat men nog niet
tot elkaar gekomen is en uitkijken de
boodschap blijft.
Een andere zaak die onze belangstel
ling had, n.l. die van kanalisee
ring van Zeeuwsch-Vlaan-
deren, is nog geen stap verder geko
men en de huidige toestand zal daarvoor
wel niet gunstig zijn, evenmin als dit het
geval zal zijn voor het tot stand komen
van de nog nader ontwerpen plannen
voor uitbreiding der tramlijnen in ons
gewest.
De stoomDootdienst op
de Wester-Schelde onderging
verschillende verbeteringen, die spr. me
moreerde.
Ook is een groote verbetering tot
stand gekomen in de verzending naar
en de bestelling der post in Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen in den morgen.
Met het verbeteren van de wegen te
land is het niet in hetzelfde tempo ge
gaan. De oorzaken daarvan, de omstan
digheid dat men daarvoor de medewer
king van zooveel corporaties, besturen
en personen noodig heeft, is nog onlangs
breedvoerig in de Kamer besproken. Spr.
wil de hoop uitspreken dat de toekomst
hierin verbetering- zal brengen en dat
het verzoek dat de Kamer deswege tot
de Staten van Zeeland heeft gericht
als andere middelen falen daartoe
den stoot moge geven.
Spr. hoopt, dat 't aanleggen van goede
doorgaande wegen, te Terneuzen niet zal
rusten, tot ook het verkeersobstakel over
den Oostelijken kanaalarm is vervangen
door een brug voldoende aan het tegen
woordig verkeer.
De bedrijvigheid van het havenbedrijf
was over het algemeen iets minder dan
het jaar te voren.
Spr. gaf hierop een overzicht van het
was samengesteld, voldeed hel toch aan
Stefan Xikitsch, en hij was over zijnen
scheepstimmermanshaas wel te vreden.
Dit meer diende ook nog toit een oinder
zonderling gebruik, doch hetgeen mij zeer
doelmatig voorkwam. Hel strekte hun na
melijk des winters, tot eene dorschvloer.
De sneeuw werd alsdan lot op eene ge
noegzame afstand weggeveegd, en het
koren op het ijs gelegd en alzoo ge
dorscht. Hierdoor werd het, mijns bedun
kens, veel zuiverder gewonnen dan van
gewone dorsch vloeren.
Onder anderen vroeg hij mij ook,
hoc meii in Holland de paardenstallen
inrichte. Ik gaf hem hiervan zooveel
doenlijk een duidelijke beschrijving, wel
ke hem zoowel beviel, dat hij er dade
lijk een voor 12 paarden liet maken
Dit kostte hem weinig, want hout en
werklieden waren tot zijnen dienst. Ook
legde ik een tuin aan met slingerpaden,
omringde dezelve met een heining en
plantte er verscheidene vruchtboomen
in. ofschoon juisl geen perziken of aori-
kozen, want daartoe was heit hier wat al
le luchtig.
Wanneer het slecht weer was, maak
te ik binnenshuis strikken, of breidde net
ten en was dus altijd werkzaam.
Daar wij gedurig over de jagt spra
ken, vernam ik, dat hier in het voorjaar
vele wachtels waren. Ik begn dus een
16 Maart.
Hoogste:' 765.7 le Saerna.
Laagste 742.9 le Reickjavick.
Thermometer.
Hoogste en laagste temperatuur van
Zaterdagmorgen tot hedenmiddag 12 u.:
Hoogste52 gr.
Laagste .-
gr.
(Weersverwachting van het K. N. M. I.:
Matige O. tol Z.-O. wind. Licht tot half
bewolkt. Droog weer. Om het vriespunt
des nachts. Overdag iels zachter.
Dinsdag 17 Maart.
Zon op 6.14; onder 6.05.
Licht aansteken alle rijwielen, motor
rijtuigen en andere rij- en voertuigen
6.35
Maan op 6.06; onder 4.03.
Nieuwe maan 19 Maart.
Mnsdag 17 Maart 0 41 13 05
Woensdag 18 111 18 35
Oonderdag 19 1.37 14 01
Vrjjdag 20 2 04 14 27
Saterdag 21 2.32 14 52
'.ondag 22 815 50
vlaartdag 23 3 30 16 24
Zeker verstopt? Ik heb het
je reeds dadelijk gezegd:
„Neem IstizinI"
het zacht werkend laxeer middel>
(Ingez. Med.)
havenbedrijf te Terneuzen en Sas van
Gent.
Indien we als beeld van de bedrijvig
heid in de haven ook als basis mogen
aannemen de geregistreerde werkloos
heid, zij meegedeeld dat in 1829 werden
aangeteekend 20.216 en de steunuitkee-
ring beliep 3264; over het jaar 1930
werd dit 21.097 dagen en aan uitkee-
ringen een bedrag van 1493.
Spr. releveerde de overname
van de lijn der spoorweg-
maatschappij Gen tT e r-
neuzen op het Belgisch gedeelte door
dien Staat, het deel dier lijn op Neder-
landsch gebied is overgenomen door de
spoorwegmaatschappij MechelenT er-
neuzen, een oplossing, die ook dezerzijds
steeds is voorgestaan. De handel te Ter
neuzen ondervindt daarvan het gemak,
daar het gebruik van het spoorwegem
placement door twee maatschappijen
voortdurend aanleiding gaf tot wrijving
en moeilijkheden, waarvan niet zelden
de handel de dupe werd. Vooral deed
zich dat menigvuldig voor bij aanvragen
om waggons. Dat thans alles in één hand
zit en naar twee richtingen kan verzon
den worden, schept een groot gerief. De
spoorwegmaatschappij is ook aangevan
gen met de noodige werken tot uitbrei
ding van het emplacement, en heeft ook
de spoorlijn langs den kanaaldijk weer
aangesloten aan het emplacement Ter
neuzen, zoodat die van hieruit bediend
kan worden.
Het publiek profiteerde er ook door,
nel le breien, dat men over hel jonge
koren legt, en maakte een paar Deentjes.
Dil kende Stefan Xikitscli niet. en hel
toeval wilde .dat wij, toen wij de eerste
keer uilgingen, er eene vingen. Dit deed
hem zooveel vermaak, dat hij mij ver
zocht hel hem 1c leren. Hiermede waren
wij (en minsleii 14 dagen 'bezig, eer hij
den zuiveren Loon gevat had. Dil nel
en beentjes bleef jn het vervolg' zijn
eigendom.
Nu en dan ging ik op de jagl mol
schietgeweer en dan was ik altijd verge
zeld van Jacob, want Stefan Nikitsch was
er geen liefhebber van. Indien ik nu
een goed schutler ware geweest, zoude
ik zekerlijk geen twee uren gejaagd heli-
ken zonder met buit beladen tehuis le
komen, want wild was hier iiï overvloed.
Ik leefde hier dus zoo gelukkig' als in
mijne omstandigheden mogelijk was, en
genoot een voorregt hoven wie anderen.
En echter kan ik niet ontkennen dat de
ge|dachte van een gevangene te zijn,
mij gedurig kwelde. Ik verlangde altijd
naar mijne vrijheid, mijne bloedverwan
ten en mijn vaderland. En daar de uit
komst steeids onzeker bleef, was mijn
geest als mei een donker floers omtogen.
Geen wonder dus dat ik somtijds in een
droefgeestige luim was.
(Wordt vervolgd.)