TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN MAANDAG 16 MAART 1931. No. 63. Tocht naar - Rusland Mf WEERBERICHT etc. HOOGWATER VLISSINGEN. Middelbare t IJ d, Zoo'n slecht humeur! KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR ZEEUWSCH- VLAANDEREN TE TER NEUZEN. In de Zaterdagnamiddag gehouden vergadering werd tot voorzitter herko zen de heer J. A. van Rompu,tot voor zitter der afd. Grootbedrijf de heer P A. Neeteson, tot voorzitter der afd. Klein bedrijf de heer J. M. Oggel en de heeren L de Feijter en A. de Vrieze tot hunne plaatsvervangers. Ook werdan de leden der bijzondere commissies herkozen. Openingsrede van den voorzitter. De voorzitter gaf in een rede zijn mee ning omtrent verschillende belangen weer en een resumé omtrent den econo- schen toestand, waaraan wij het volgen de ontleenen: "Na het uitspreken van de beste wen- schen voor de leden, hun gezin en hun be drijf spreekt de voorzitter de hoop uit dat we spoedig het einde zullen mogen beleven van den zwaren druk waaronder bijna de geheele wereld in economisch opzicht verkeert. En wanneer ik. mijne heeren mijn wenschen aldus beëindig, kom ik ter stond midden in het vraagstuk, dat thans de grootste aandacht vraagt van de ver antwoordelijke regeringspersonen in de meeste landen: de economische crisis, daling in den omzet van het geprodu ceerde, daling van prijzen beneden pro ductiekosten, werkloosheid van duizen den bij duizenden, een toestand, zooals men dien nimmer heeft gekend. Tal van beschouwingen zijn reeds gewijd aan den oorsprong der crisis, met uiteenloopende meening omtrent de oorzaken Ik zal mij daarin niet verdiepen. Dit kan uit we tenschappelijk oogpunt nut hebben, maar het helpt er ons niet uit, en, juist daar voor worden nog geen afdoende middelen aan de hand gedaan. We dienen daarom paraat te blijven, om te kunnen mede werken aan het maatschappelijk herstel, indien we van oordeel zijn in die rich ting iets te kunnen tot stand brengen. Spr. had toen hij verleden jaar de vrees uitsprak, dat de crisis, die toen in de Ver. Staten zijn intrede had gedaan, nimmer kunnen vermoeden, dat die zich zóó zou laten voelen in het gebiec der Kamer, waarvan de landbouw de voornaamste bron van inkomsten uit maakt. Uit het land van waar het eerst de crisisberichten kwamen, werd dezer da gen van eenige opleving gesproken, moge deze verder voortgaan en door sterke Westenwinden gedreven ook spoedig onze landpalen bereiken. Werkloosheid en bevolking. Wat het gebied der Kamer be treft, waren de gevolgen der depressie in den loop van het jaar nog niet zoo erg voelbaar, behoudens dan Vaor den landbouw, die ook reeds het jaar te voren, ondanks een bijzonder goeden oogst, door lage prijzen- ongunstige re sultaten boekte. De opleving die in 1929 was ingetreden door 'iet bouwen van het groote labriekscompLx der „Compagnie Neerlandaise de l'Azote" te Sluiskil, hetgeen zeer vele werkkra h- ten vorderde, met het gevolg dat in Zeeuwsch-Vlaanderen niet alleen geen sprake meer was van werkloosheid, doch daar ook vele buitenlanders bij den bouw en de montage werkzaam waren, werd vrijwel het geheele aige- loopen jaar bestendingd. Die bedrijvig heid, dat werk voor allen, was van goe den invloed voor den middenstand. Eerst na de voltooiing van den bouw der fa briek, gepaard met den inmiddels door oen landbouw ondervonden enormen terugslag, trad in de laatste weken van bet jaar een zeer uitgebreide werkloos- beid op. In verschillende gemeenten steeg het cijfer der werkloozen tot vroe ger nooit gekende getallen. De hier- voren gememoreerde bedrijvigheid gedu rende het jaar, aangevangen in 1929, was zeer vermoedelijk oorzaak, dat de XXXIII. i 14en dag kwam de knecht met s ede om mij weder af te halen. Ik e, mtljn kameraden vaarwel, die mij °Pdroeg£n, om mijnen Edelen gas eei uit hunne naam voor zijne wel daden hartelijk te bedanken, gelijk ik getrouwelijk deed; dril ede]en .nan ver halende, hoe zeer zij zich! over zijn ge schenken verblijd hadden. Dit deed hem een lombeschnjfelijk genoegen. De Kolonel, der Majoor's vader, bij wien ik eenige dagen had gelogeerd en \an waai ik mij naar Mrnslinski lot mijne kameraden zou begeven, had de edelmoedigheid mij te verzoeken oim eene slede, geladen met schoenen, hemden, kousen en handschoenen mede naar de stad te nemen en dezelve onder dé °e- vangenen te verdeelen naar mate van 'n ieders behoefte, want zeide de goe- de grijsaard, het is thans bitter koud' en dan zal hun dit hoop ik van nut zijn. Gaarne wilde ik uoig meer doen, zeg mij maar Carl Iwan wat zij noodig hebben en ik zal het nu geven, want ik reken het een voor/egt voor mij aan ongelukkigen te kunnen weldoen. in de vorige jaren geconstateerde ach teruitgang der bevolking van Zeeuwsch- Vlaanderen niet alleen tot stilstand kwam, doch dat deze vooruitgang. Was in 1929 de achteruitgang nog 131 -- het geen ik beschouwde als ec> normaal verloop, wegens don trek van h- t platte land naar de steden thans steeg de bevolking van 82.297 op 1 Januari 1930 tot 82.894 op 1 Januari 1931, een ver meerdering van 597 personen. Zij kwam daarmede weer op het peil van 1927, toen het aantal 82.881 bedroeg. Wel is er echter nog eenig verschil te consta- teeren. Zoo bijv. steeg van 20 gemeen ten het cijfer, van Neuzen met 216, Bres- kens met 78, Zuidzande met 78, Honte- nisse met 47, Hoek met 46, en Zaamslag met 31 personen. De sterkste afname was te constateeren te Sluis 74, voorts te Hoofdplaat 66, Clinge 46, Hulst 31. Hier uit valt wel eenigszins af te leiden, dat een verplaatsing naar het industrie-cen trum heeft plaats gehad. De verwachtingen, door velen wel in overdreven mate gekoesterd dat het industriecentrum door de vestiging der nieuwe industrie in zeer ruime mate blijvend zou bijdragen tot werkverrui ming, werden aan het eind van het jaar, toen de eigenlijke exploitatie begon, niet vervuld. Vooral wekt het teleurstel- 1 i ng, dat ongeschoold perso neel uit het buitenland aan het werk wordt gehouden, met voorbijgaan van de Nederlandsche werk lieden, waarvan er nu talloozen werk loos zijn. Het is een uiterst teere zaak,, om zich te mengen in de zaken van een particulier bedrijf, maar toch meen ik, dat de opmerking op-zijn plaats is, dat, indien een dergelijke gedragslijn zonder een bepaalde economische of technische leden wordt genomen, deze niet tactisch is te noemen, en vooral onder de huidige omstandigheden, prikkelend moet werken en aanleiding kan worden tot gespannen verhoudingen met voor het algemeen belang minder goede gevolgen. Zulke symtomen' zijn er reeds. De ge koesterde vooruitzichten zijn er ook niet beter op geworden, sinds de productie der stikstofmeststoffen ook te kampen kreeg met een te veel, hetgeen de be langhebbenden tot een overeenkomst ureef om de productie te beperken, terwijl het ook nog een open vraag is, wat de in nood verkeerende landbou wers als meststoffen zullen afnemen. Sr Onopgeloste kwesties De loodsgelden voor de haven van Ter Neuzen zijn nog steeds een Kwestie zonder veel uitzicht op een'gunstige op lossing, al zijn daarvoor in de Staten- Generaal reeds herhaalde malen plei dooien gehouden. Eén lichtpunt is mis schien, dat ook de groote Nederland sche havens, Amsterdam en Rotterdam, zich deswege gaan roeren. Weer moet gezegd worden, dat even min tot oplossing kwam de kwestie der electrificatie der kanaalbruggen te Sluis kil en Sas van Gent. Bij vernieuwing moet ik betreuren, dat die kwestie on opgelost blijft als gevolg vau den toter- nationalen politieken toestand. Het ge tuigt t >ch niet bijzonder van welwillend heid, tegen ons, indien gebrek aan me dewerking bestaat over dergelijke kleine kwesties, die toch evenals andere zaken het kanaal Gent-Ter Neuzen betreffende, wel zouden op te lossen zijn, zonder eenigen invloed uit te oefenen op de aanhangige grootere politieke vraag stukken. Spr. brengt echter hulde aan de Ne derlandsche autoriteiten, van den Wa terstaat, die, toen de groote Westsluis op 12 October 1930 onklaar geraakte, waardoor de zeevaart op Gert zeer ern stig gestoord werd, onverwijld de meest krachtige maatregelen nam tot herstel ling der schade en dit ook binnen den Nog iets. voegde hij er bij; hier hebt gij nog een goed stuk vlcesch een li rok ree van ten minste 23 k.g.) geeft dit aan uw kameraden, en zeg hun. dat ik harte lijk wenscli dat het hun goed moge sjmaken. Groet hen van mijnen wege en zeg hun dat ik, zoodra ik te Minslinski kom, hen wii zien. Want gij spreekt met zooveel deelneming van hun, dat ilc ver lang kennis met hun te maken. Ilc kwam dus wederom met een aan gename boodschap bij mijne kamera den en het was een s tree lend zieIsgenoieg gen voor mij het midclel in do. hand der voorzienigheid te zijn, om de ellende mijner Jotgenoolen le verlichten. En toen de kolonel bij 'gelegenheid van de ker mis of bazar le Mislinski kwam. liet hij hen allen bij zich komen, wanl bij had aldaar een eigen huis, hetwelk hij voor ruim 20 jaren, toen hij stadhouder van Minslinski Was bewoond had. Ook be wees hij hun gedurende zijn verblijf in de slad alle mogelijke vriendschap. Dan om weder te keeren tot mijnen goeden gastheer. Het huis, dat hij be woonde, slond een geweerschol ver van zijn dorp, hetwelk in een vlakte, aan alle zijden door 'bosch omringd, gelegen was. Het huis was van zware balken gebouwd die in de lengte opeen gelegd en in el kander geploegd waren, en vervolgens dicht igebreeuwd met mosch, zoodat er tijd van 18 dagen wist klaai te spelen, daarmede een kranig stuk werk leverend. Jammer genoeg, schijnt men ten Zui den der grens nog steeds niet overtuigd, dat het electrisch bewegen der kanaal bruggen, ook de zeer drukke scheep vaart op Gent zou ten goede komen. Havenkwesties van Ter Neuzen- In den loop van het jaar zijn de los plaatsen te Ter Neuzen uitgebreid met een paar honderd nieters kademuur, een verlenging van de steigers der z.g. nieu we kade, welke zeer te stade zal komen. Evenwel gaat ons verlangen uit naar de uitvoering van het van wege den Rijks waterstaat ontworpen plan voor het maken eener nieuwe kanaalhavcn, we gens de dringende behoefte die bestaat aan uitbreiding der los- en laad- maar ook vooral van opslagplaatsen Met de uitbreiding van het eerste gedeelte van dat plan, zou de haven van Ter Neuzen voor een afzienbaren tijd geholpen zijn. Thans moeten voortdurend verzoeken om plaats voor lossen en opslaan van loopwaren worden algewezen. Dit is, vooral in een periode van werkloosheid te betreuren, maar bovendien nadcelig voor het verkeer op de haven, Spr. hoopt, dat het plan thans spoedig ten uitvoer wordt gebracht. NederlandBelgië en de Ter Neuzensche haven. Voor de haven van Terneuzen bleef eveneens onopgelost de kwestie der spe ciale spoorwegtarieven, een zaak, waar bij we geheel afhankelijk zijn van met de Belgische regeering te voeren onder handelingen. We zullen daaromtrent moeten afwachten, of onze regeering die te eenigertijd als tegenprestatie voor een aan België te verleenen welwillendheid zal kunnen bedingen. Een ruil-object ligt bijna voor de hand. De Gentsche haven heeft voor hare ontplooiing medewerking noodig der Nederlandsche regeering. Wij daarentegen voor een herstel van den vroegeren toestand de medewerking der Belgische regeering. Die kwestie schijnt heel eenvoudig. Zij zou het wellicht ook zijn, indien het alleen Gent en Terneu zen betrof. De polemieken die in de Bel gische bladen over die kwestie worden gevoerd toonen echter aan, dat de haven van Gent in eigen land ernstigen tegen stand ondervindt bij hare pogingen om van de Regeering te Brussel te verkrij' gen dat de medewerking van Nederland zal worden ingeroepen voor het bouwen der in het belang der Gentsche haven zoozeer noodige tweede groote sluis en de verruiming van het kanaal. De vaart op Gent is dermate toegenomen, dat deze, wanneer de nood zakelijke voorziening uitblijft, ten slotte zal vastloopen. Het is niet denkbeeldig, dat de tegenstand, die vooral van de Sin jorenstad aan de Schelde uitgaat, niet alleen uit politieke overwegingen wordt geleid, doch dat men daar ook met leedé oogen den sterken bloei van de Gent sche haven waarneemt en dit op deze wijze ook tracht te remmen. Overigens zal, indien het te eeniger tijd tot onderhandelen komt over dit on derwerp, zaak zijn goed toe te zien. Als goede kooplieden trachten de Belgen uit alles te halen wat er uit te halen valt en men moet daartegenover dus even goed koopman trachten te zijn. Er zijn teekenen die er op wijzen, dat Gentsche belanghebbenden, toen zij bij hun eigen regeering geen troost von den, hebben getracht Nederlandsche be langstellenden voor hun belangen te in teresseeren. Daarbij werd het belang dat Nederland zou hebben bij een nieuwe en groote sluis, wel wat te sterk belicht, en is dat ook onder het oog gebracht. In een publicatie van den heer Jan Bor- luut, verschenen te Antwerpen, werd geen vind noch regen door kon drin gen Aan de binnenzijde waren de balken vól kernen effen gemaakt en mei papieren behangsel versierd, 't 'Was ongeveer 25 a 2G vademen lang, 30 voeten breed en 20 voeten hoog, cn op hetzelve stond een scherp dak, met boombasten gedekt En daar het maar één verdieping' had, geleek het veel naar een groote lang werpige schuur. De kamers volgden alle zoodanig! ojr elkander, dal wanneer alle de deuren openstonden, men de geheele hut door koude zien. Zij waren alle mei smaak gemeubileerd. Hel dorp, waarvan alle de huizen ins gelijks en met boombast gedekt waren, werd door zijne lijfeigenen bewoond. Deze menschen hadden ÏV» dag in de week, om voor hun zelve te arbeiden. De ove rigen tijd moesten zij voor hunnen mees ter werken. Achter het huis was een klein meer. waarin veel visch gevangen werd. Hiertoe gebruikte men 'n uitgehol- den boom, welke voor schuitje diende. Daar dit nu van onderen rond was, liep het lig'telijk gevaar van om te slaan. Om dat le voorkomen, liet ik er door eenen timmerman eenen kiel onderslaan. Op de boorden liet ik een hek, en binnen in banken maken, waarop wij met ons zes sen zitten kondten. Voorts voorzag ik hetzelve van riemen en een roer. Hoe gebrekkig dit alles ook door onkundigen hetzelfde naar voren gebracht, om te be- toogen, dat Nederland, met het oog op de zeer groote belangen die het Neder- landsch gedeelte er bij had, een aanzien lijk bedrag in de kosten zou behooren bij te dragen. Het valt niet te ontkennen, dat van die werken door Nederland ook mede zou kunnen geprofiteerd wor den, maar een behoefte zijn die wer ken voor ons land niet. In den laatsten tijd heeft men er blij kens enkele dagbladartikelen weer iets anders op gevonden. Men zou er toe kun nen overkomen, om als ruilmiddel aan Terneuzen weer terug te geven de speci ale spoorwegtarieven, maar. dar. zou de Nederlandsche Regeering zich moeten verplichten om voor Terneuzen haven en kadegelden in te voeren, anders wordt Terneuzen bevoorrecht boven de Belgi sche havens, en noemt men dat dumping (van havenkosten). Ik wil opmerken, dat dezerzijds gevraagd wordt, herstel van den voor-oorlogschen toestand, toen evenmin haven- of kadegelden beston den, en Terneuzen evenmin Gent of Ant werpen overtroefde. Trouwens, dat ligt ook niet in de bedoeling. Men is met een bescheiden verkeer tevreden. Maar wat nu die bewering over dumping betreft, is het wel vreemd, die van Belgische zij de te hooren, aangezien men daar juist verschillende dumpingsmaatregelen neemt, om de Belgische havens kunst matig te bevoordeelen. In de eerste plaats zij gewezen op het loodsgeld, dat vastgesteld is op het beginsel van gelijk heid met dat voor de Nederlandsche ha vens aan de Schelde, welk beginsel men thans ontduikt, door de goud-clausule op zij te zetten en het loodsgeld voor de Belgische havens te berekenen in papier francs, of ongeveer een zevende van het tarief dat het zou behooren te zijn. Dan wijs ik nog voorts op het gratis slee pen naar en van Dordrecht, de toeslag op scheepsvracht. In het licht van zulke feiten bestaat toch zeker geen aanleiding om te spreken van dumpings, indien de haven van Terneuzen evenals alle rijks havens in ons land vrij is van havengeld. Er blijkt echter wel uit, dat men nog niet tot elkaar gekomen is en uitkijken de boodschap blijft. Een andere zaak die onze belangstel ling had, n.l. die van kanalisee ring van Zeeuwsch-Vlaan- deren, is nog geen stap verder geko men en de huidige toestand zal daarvoor wel niet gunstig zijn, evenmin als dit het geval zal zijn voor het tot stand komen van de nog nader ontwerpen plannen voor uitbreiding der tramlijnen in ons gewest. De stoomDootdienst op de Wester-Schelde onderging verschillende verbeteringen, die spr. me moreerde. Ook is een groote verbetering tot stand gekomen in de verzending naar en de bestelling der post in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in den morgen. Met het verbeteren van de wegen te land is het niet in hetzelfde tempo ge gaan. De oorzaken daarvan, de omstan digheid dat men daarvoor de medewer king van zooveel corporaties, besturen en personen noodig heeft, is nog onlangs breedvoerig in de Kamer besproken. Spr. wil de hoop uitspreken dat de toekomst hierin verbetering- zal brengen en dat het verzoek dat de Kamer deswege tot de Staten van Zeeland heeft gericht als andere middelen falen daartoe den stoot moge geven. Spr. hoopt, dat 't aanleggen van goede doorgaande wegen, te Terneuzen niet zal rusten, tot ook het verkeersobstakel over den Oostelijken kanaalarm is vervangen door een brug voldoende aan het tegen woordig verkeer. De bedrijvigheid van het havenbedrijf was over het algemeen iets minder dan het jaar te voren. Spr. gaf hierop een overzicht van het was samengesteld, voldeed hel toch aan Stefan Xikitsch, en hij was over zijnen scheepstimmermanshaas wel te vreden. Dit meer diende ook nog toit een oinder zonderling gebruik, doch hetgeen mij zeer doelmatig voorkwam. Hel strekte hun na melijk des winters, tot eene dorschvloer. De sneeuw werd alsdan lot op eene ge noegzame afstand weggeveegd, en het koren op het ijs gelegd en alzoo ge dorscht. Hierdoor werd het, mijns bedun kens, veel zuiverder gewonnen dan van gewone dorsch vloeren. Onder anderen vroeg hij mij ook, hoc meii in Holland de paardenstallen inrichte. Ik gaf hem hiervan zooveel doenlijk een duidelijke beschrijving, wel ke hem zoowel beviel, dat hij er dade lijk een voor 12 paarden liet maken Dit kostte hem weinig, want hout en werklieden waren tot zijnen dienst. Ook legde ik een tuin aan met slingerpaden, omringde dezelve met een heining en plantte er verscheidene vruchtboomen in. ofschoon juisl geen perziken of aori- kozen, want daartoe was heit hier wat al le luchtig. Wanneer het slecht weer was, maak te ik binnenshuis strikken, of breidde net ten en was dus altijd werkzaam. Daar wij gedurig over de jagt spra ken, vernam ik, dat hier in het voorjaar vele wachtels waren. Ik begn dus een 16 Maart. Hoogste:' 765.7 le Saerna. Laagste 742.9 le Reickjavick. Thermometer. Hoogste en laagste temperatuur van Zaterdagmorgen tot hedenmiddag 12 u.: Hoogste52 gr. Laagste .- gr. (Weersverwachting van het K. N. M. I.: Matige O. tol Z.-O. wind. Licht tot half bewolkt. Droog weer. Om het vriespunt des nachts. Overdag iels zachter. Dinsdag 17 Maart. Zon op 6.14; onder 6.05. Licht aansteken alle rijwielen, motor rijtuigen en andere rij- en voertuigen 6.35 Maan op 6.06; onder 4.03. Nieuwe maan 19 Maart. Mnsdag 17 Maart 0 41 13 05 Woensdag 18 111 18 35 Oonderdag 19 1.37 14 01 Vrjjdag 20 2 04 14 27 Saterdag 21 2.32 14 52 '.ondag 22 815 50 vlaartdag 23 3 30 16 24 Zeker verstopt? Ik heb het je reeds dadelijk gezegd: „Neem IstizinI" het zacht werkend laxeer middel> (Ingez. Med.) havenbedrijf te Terneuzen en Sas van Gent. Indien we als beeld van de bedrijvig heid in de haven ook als basis mogen aannemen de geregistreerde werkloos heid, zij meegedeeld dat in 1829 werden aangeteekend 20.216 en de steunuitkee- ring beliep 3264; over het jaar 1930 werd dit 21.097 dagen en aan uitkee- ringen een bedrag van 1493. Spr. releveerde de overname van de lijn der spoorweg- maatschappij Gen tT e r- neuzen op het Belgisch gedeelte door dien Staat, het deel dier lijn op Neder- landsch gebied is overgenomen door de spoorwegmaatschappij MechelenT er- neuzen, een oplossing, die ook dezerzijds steeds is voorgestaan. De handel te Ter neuzen ondervindt daarvan het gemak, daar het gebruik van het spoorwegem placement door twee maatschappijen voortdurend aanleiding gaf tot wrijving en moeilijkheden, waarvan niet zelden de handel de dupe werd. Vooral deed zich dat menigvuldig voor bij aanvragen om waggons. Dat thans alles in één hand zit en naar twee richtingen kan verzon den worden, schept een groot gerief. De spoorwegmaatschappij is ook aangevan gen met de noodige werken tot uitbrei ding van het emplacement, en heeft ook de spoorlijn langs den kanaaldijk weer aangesloten aan het emplacement Ter neuzen, zoodat die van hieruit bediend kan worden. Het publiek profiteerde er ook door, nel le breien, dat men over hel jonge koren legt, en maakte een paar Deentjes. Dil kende Stefan Xikitscli niet. en hel toeval wilde .dat wij, toen wij de eerste keer uilgingen, er eene vingen. Dit deed hem zooveel vermaak, dat hij mij ver zocht hel hem 1c leren. Hiermede waren wij (en minsleii 14 dagen 'bezig, eer hij den zuiveren Loon gevat had. Dil nel en beentjes bleef jn het vervolg' zijn eigendom. Nu en dan ging ik op de jagl mol schietgeweer en dan was ik altijd verge zeld van Jacob, want Stefan Nikitsch was er geen liefhebber van. Indien ik nu een goed schutler ware geweest, zoude ik zekerlijk geen twee uren gejaagd heli- ken zonder met buit beladen tehuis le komen, want wild was hier iiï overvloed. Ik leefde hier dus zoo gelukkig' als in mijne omstandigheden mogelijk was, en genoot een voorregt hoven wie anderen. En echter kan ik niet ontkennen dat de ge|dachte van een gevangene te zijn, mij gedurig kwelde. Ik verlangde altijd naar mijne vrijheid, mijne bloedverwan ten en mijn vaderland. En daar de uit komst steeids onzeker bleef, was mijn geest als mei een donker floers omtogen. Geen wonder dus dat ik somtijds in een droefgeestige luim was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5