NIVEA TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT VAN VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931. No. 31. llli DOOR ALICE CAMPBEtC Thomas Miiutzer, HET BURGERWEESHUIS. "Bij guur iveer, bij wintersport ZEELAND. MIDDELBURG. WALCHEREN. 4 ONZE LEZERS over HET VRAAGSTUK der WERKLOOSHEID. Slechts een planmatige pro ductie, zooals het socialisme die brengen zal, kan de „ar moede uit rijkdom" van thans, overwinnen. Wij leven in een wereldhuishouding. Geen enkel cultuurland brengt zelf alles voort, wat ter voorziening in zijn econo mische behoeften noodig is. Een inter nationale arbeidsverdeling hoewel nog verre van volmaakt is gegroeid, waardoor de belangen der onderschei dene landen innig met elkaar verbonden zijn. Groote economische storingen doen zich daardoor zelden alleen in een zeker land gelden; hoogstens kunnen bizon- dere omstandigheden den toestand in een, bepaald land verzachten of ver scherpen. Zoo kan men een beschouwing over de werkloosheid kwalijk beperken tot eigen landstreek, al dient aandacht ge wijd aan de vraag, of in eigen omgeving bizondere factoren op dit terrein aan wezig zijn. De werkloosheid, welke nu alreeds eeriige maanden bijkans alle moderne landen in ontstellende mate teistert, vindt haar voornaamste verkla ring in de aan het einde van 1929 uit gebroken crisis. Er moeten nog enkele omstandigheden worden genoemd, die de werking dezer crisis hebben ver scherpt. Deze „bijkomstigheden" dan zijn, ten eerste het feit, dat de wereld nog steeds niet geheel te boven is de gevolgen van den wereldoorlog, en ten tweede, de protectionistische maatrege len van zoovele landen na den oorlog. Wijders heeft hier en daar een al te krachtig doorgevoerde rationalisatie vermindering van werkgelegenheid ge bracht. Voor Nederland zouden als werkloos- heidsbevorderende factoren nog te ver melden zijn le. de snelle groei der be volking (circa 100.000 zielen per jaar) en 2e. de nagenoeg verdwenen emigratie (1911/1913 ca. 25.000 personen per jaar, na den oorlog ca. 3.000). Gelden voor onze stad en ons gewest daarenboven nog oorzaken, die in het bovenstaande geen vermelding vonden? Middelburg blijkt, wellicht tengevolge harer excentrische ligging, geen indu strie binnen haar gebied te kunnen trek ken, hetgeen eveneens geldt voor vele streken van ons gewest. Waarschijnlijk moet dit ook ten deele worden geweten aan de omstandigheid, dat in onze stad groot geworden door handel en ree- derij een industriëele traditie ont breekt, Hierdoor mist men een zich steeds uitbreidende vraag naar arbeids krachten, die kenmerkend is voor een industrie-stad. Dit beteekent, bij het ge boorte-overschot van onze stad, een min oJ meer permanent gebrek aan werkgelegeniheid, doch bij de beoordee ling der huidige werkloosheid kan deze omstandigheid buiten beschouwing blij ven. Immers, zoo hier meer industiie ge vestigd was, dan zou de kans op nog grooter werkloosheid geenszins denk beeldig zijn, bij deze crisistijden,. Overigens heeft onze stad ten aanzien iler werkloosheid ruimschoots den ver- derfelijken invloed ondergaan van de boven opgesomde oorzaken. Alleen moet nog de aandacht geves tigd worden op de seizoenswerkloos heid, maar deze is een volkomen nor maal verschijnsel, dat zich ieder jaar voordoet, Ha aldus de voornaamste oorzaken te hebben vastgesteld, komt de vraag ter 83/) Binnen een paar minuten kwam hij terug met miss Clifford, die juist haar peignor had aangetrokken om hem af te iossen. Hij vertelde haar niet van het verdwijnen van Thérèse, maar waar schuwde haar nadrukkelijk Esther niet alleen te laten. „Dat moet u goed be grijpen, Dido", zeide hij ernstig, haar recht in de oogen ziende. „Esther is net zoo goed bij haar positieven als u en ik. Er steekt iets heel ernstigs ach ter deze zaak en die Sartorius is een bedreiging voor haar veiligheid. I'k kan u dat nu niet uitleggen, maar u zuit het gauw genoeg hooren." Geschokt en in verwarring gebracht liet hij haar achter en ging naar den ouden knecht. Bijj (le deur van het bou doir stond Aline, met gefronste wenk brauwen en een angstigen trek op haar gezicht I f f i Mijnheer, mijnheer, wat hebt u ge daan?" „Niets Aline", antwoordde hij koel. „Ik weet van niets." beantwoording, welke voorzieningen ge troffen moeten worden om het leed te lenigen dat de werkloosheid millioenen (er zijn 20 millioen werkloozen) berok- ken|t, en in het algemeen juist aan de genen1, die aan den maatschappelijken disch slechts een bescheiden plaats is toegewezen. Voorts de vraag, zijn er maatregelen, waardoor de werkloosheid tot kleine afmetingen beperkt kan blijven, Als voornaamste oorzaak van deze ellende werd de crisis genoemd. Be schikken wij over de middelen, om dat euvel te overwinnen? De crisis is een gevolg van de anarchie in ons productiestelsel. Tengevolge van het ontbreken van regeling in de voort brenging, wordt telkens weer de pro ductie boven de koopkrachtige vraag opgevoerd. De voortbrenging moet dan worden ingekrompen; de werkloosheid is daar. Armoede doet bij velen haar intrede, als straf voor de zonde, dat er te veel geproduceerd is. Een schrille tegenstel ling. Een planmatige productie, zooals het socialisme die brengen zal, ziedaar het middel om deze tegen spraak, armoede uit rijkdom, te over winnen, Maar het bouwen der socialistische maatschappij de histprische taak der arbeidersklasse is niet met een hand omdraaien af te doen; ook Rome is niet op één dag gebouwd. Directe leniging der nood blijft daar naast plicht. Voorkomen moet worden, dat de werklooze de arbeidsgeschiktheid verliest; dat hij gaat twijfelen aan het leven; dat hij met zijn gezin verzinkt in de triestheid van het pauperisme. De werkloozenkassen hebben den eersten stoot op te vangen. Maar-hier wreekt zich het ontbreken van een goed georganiseerde werkloosheidsverzeke ring, waaraan ook de werkgevers premie zouden hebben te betalen. Nu zijn deze kassen (alleen aangewezen op bijdragen van arbeiders en overheid) tegen groote werkloosheid niet opgewassen. Het is plicht der overheid, deze kassen te hel pen, alsmede te bevorderen het invoe ren van een goede crisissteun-verlee- ning. De overheid voere voorts in versneld tempo openbare werken uit (overbrug ging onzer groote rivieren, wegenplan etc,) bevordere de oprichting van nieu we industrieën. ,In het bedrijfsleven worde het aan wezige werk zooveel als doenlijk ver deeld over het totaal beschikbare en ge schikte arbeiders. Het uurloon blijve ongewijzigd, doch voor de uren, waarin niet gewerkt kan worden, geve de over heid een uitkeering. Zoodoende behoudt de arbeider zijn vaardigheid; er wordt geen tegenstelling geschapen van wer kende en werklooze arbeiders, terwijl voor het bedrijf geen kostprijs verhoo ging er uit resulteert. De ervaring leert, dat in hun vak be kwame arbeiders als regel minder door werkloosheid getroffen worden lan on geschoolde. Dit bevat de les, dat het vakonderwijs en; het leerlingwezen krachtig moetenl worden bevorderd. Ligt op dit terrein geen taak voor ons Ge meentebestuur, waar in Middelburg zoovele jonge ongeschoolde krachten werkloos rondloopen? Met steun van het Rijk, zoo mogelijk, kunnen uit velen van hen bekwame vaklieden worden ge maakt. Abonnementen en Advertentiën vooi de Middelburgsche Courant kunnen voor V1 i s s i n g e n worden aagenomen doo» Boekhandel F. LANDSMAN, St. Jacobstraat, Verbaasd keek ze hem aan. Niettegen staande haar vrijpostig optreden was zij geheel onkundig van de vreeselijke ge schiedenis die was voorgevallen. Ze had een gevoel van loyaliteit tegenover haar meesteres en beschouwde hem uit dien hoofde als een vijand. V „Ik ook niet mijnheer, maar gisteren avond was u zoo 'boos. Ik dacht „Dat doet er niets toe", viel hij haar ongeduldig in de rede en hij liep door. Zich dof en slaperig voelende operide hij zijn kamerdeur en ging naar de bad kamer, waar hij zijn hoofd met koud water waschte. Onder het afdrogen nam hij vlug de kamer in oogenschouw en zag dat alles nog precies zoo was als den vorigen avond. Het raam stond half open en boven op de plank stond de flesch mineraalwater; dus "daar had Thé rèse niet bij kunnen komen, dank zij zijn voorzorgen. De kamer uitkomende kwam! Chalmers naar hem toe en vroeg fluisterend „Vindt u het goed, mijnheer dat Aline naar den dokter gaat om te vragen of hij iets van lady Clifford afweet?" De richting van Chalmers' oogen vol gend ,zag Hoger de kamenier voor de deur van dr. Sartorius staan en hij hoor de haar hoog, opgewonden geluid en de basstem van den dokter. „Laat ze maar, het kan geen kwaad. Weet je zeker, dat hij niet met lady Clifford gesproken heeft?" „Absoluut zeker mijnheer, hij is niet In de Woensdag gehouden vergade ring van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen hield de heer mr. A. J. van der Weel eene voordracht, getiteld: Uit de geschiedenis van het Burger- Weeshuis te Middelburg. Toen het in 1606 voltooide gebouw van het Armweeshuis aan het Noord- poortplein door onvoldoende inrichting en ruimtegebrek hoe langer hoe minder aan redelijk te stellen eischen ging vol doen, aldus de spreker, is uit de kringen van de meer gegoede burgerij te Mid delburg de wensch naar voren gekomen evenals in andere steden een inrichting voor verzorging van burgerweezen te verkrijgen. Diakenen der Nederduitsche Armen hebben! tot stichting van zooda nige instelling het initiatief genomen en autorisatie van het stadsbestuur op hun plannen bekomen. Dank zij het aanzien lijke legaat, inmiddels verkregen uit de nalatenschap van Lydia Boreys, die haar vermogen, na aftrek van enkele ma kingen, beschikbaar stelde voor den bouw van een Burgerweeshuis, kon met dien bouw reeds spoedig een aanvang worden gemaakt en het nieuwe gesticht, gebouwd aan het „Waaygat' aan het Molenwater, kon 1 Januari 1720 voor de 85 weezen, die aan de in de Ordon nantie gestelde vereischten voldeden, in gebruik worden genomen, In den loop cler 18e eeuw is in het bestuur verandering gekomen,, door dat eerst het dagelijksche beheer, later ook het financieel bestuur aan Diakenen werd ontnomen; in 1781 was het bestuur in vollen omvang overgegaan van Diake nen op een bestuur van President en Regenten, door Wet en Raad be noemd. De financieele omstandigheden van het huis waren in de eerste jaren wei nig rooskleurig, doch werden grondig verbeterd door oprichting van de Apo theek (1749), waarvoor Diakenen de vereischte machtiging van Wet en Raad verkregen. Deze Apotheek werd in het gebouw van het Burgerweeshuis geves tigd; zij leverde medicijnen: aan binnen',- eni buiten-arm.en en aan het weeshuis en de winsten waren van dien aard, dat het nadeelig saldo van de instelling reeds spoedig in een voordeelig slot overging. Op het laatst der 18e eeuw echter werden de geldelijke omstandigheden weder, gelijk alom, ongunstiger; de ge leverde medicijnen uit de Apotheek Werden in jaren niet betaald en in den franschen tijd was de toestand der geld middelen van het gesticht zeer zorg wekkend. Een reorganisatie der gestich ten in den geest der fransche wetgeving werd ondernomen; het Armweeshuis werd gesloten en in den vervolge zou het Burgerweeshuis voor alle weezeit dienen, met dien verstande, dat aan de eigenlijke burgerweezen bepaalde voor rechten werden vergund. Na de restauratie is de regeling over genomen en alle Godshuizen werden onder één bestuur geplaatst door het plaatselijk bestuur benoemd; voor elk der gestichten werd 'n sub-directie aan gewezen, waarvan de president lid w&s van het College van Regenten over de Godshuizen, Aanvankelijk kan, uit hoofde van den financieelen staat van zaken aan terug gave van het gesticht aan zijne oor spronkelijke bestemming, verzorging van alleen burger weezen, niet worden gedacht, doch door verbeteringen in dat opzicht kon reeds in 1825 het Bur gerweeshuis wederom alleen voor de verzorging van burgerweezen worden bestemd, welke toestand tot 1909 heeft gegolden. De Armweezen en andere, die aan de gestelde eischen voor opname als burgerwees niet voldeden (als zoo danig kwamen slechts weezen uit Her vormde ouders, ingezetenen van Middel burg in aanmerking), werden aanvan- uit zijn kamer geweest". „We moeten zien of ze niet ergens in huis is en zoo niet dan „Wat dan mijnheer?" „Dan moeten we de pAlitie waar schuwen." „Ik begrijp het, mijnheer. U hebt met miss Rowe gesproken." „Ja Chalmers, ik heb genoeg] géhoord." Toen hij dit zeide realiseerde hij het op eens, hoe sensationeel de heele toe stand was. Over een paar uur zou over de heele wereld het bericht verspreid worden, en in heel Cannes, im het Frankrijk zou gezocht worden naar de mooie lady Clifford, beschuldigd van moord op haar echtgenoot. ;;Aline", zeide hij, „wat had mevrouw aan, heb je daarnaar gekeken?" „Neen mijnheer, ik zal het u dadelijk zeggen." Ze ging in Thérèse's kamer en kwam zeer verbaasd terug. Niets ontbrak aan de garderobe van mevrouw, behalve de zwarte chiffon japon, die mevrouw den vorigen dag droeg. Om elf uur, toen mevrouw zeide alleen gelaten te willen worden, was ze nog niet uitgekleed." „Is er geen mantel of hoed of shawltje weg?" „U kunt zien dat het is zooals ik zeide." - Het drietal staarde elkaar verwonderd aan. „Dus ze -kan hier of daar in huis zijn. We moeten dat onderzoeken." Vóór ge U naar buiten begeelt, éérst inwrijven. Nivea dringt geheel in de huid zonder glans achter te laten. Zij maakt de huid gezond en krachtig, en geeft weerstandsvermogen tegen weer en wind. Een roode en gesprongen huid is bij gebruik van Nivea onmoge lijk. Wrijft ook iederen avond voor het naar bed gaan gezicht en handen grondig hiermede in. Nivea is niet te vervangen, want haar bijzondere wer king Berust op het gehalte aan huidverzorgende Eucerit, dat in geen andere huidereme aanwezig is. Doozen: 15. 20, 40 en 90 ct. Tuben: 45 en 75 ct. PEBECO MIJ., AMSTERDAM-C. (Ingez. Med.) kelijk uitbesteed; later kon hunne op name geschieden in het in 1859 geopen de Armweeshuis aan de Heerengracht. In de tweede helft van de 19e eeuW werd het aantal weezen voortdurend ge ringer en in 1909 werd door het Be stuur der Godshuizen dan ook besloten tot combinatie der beide weeshuizen in één gesticht, het Burgerweeshuis, over te gaan. De Gemeenteraad hechtte aan dit besluit zijn goedkeuring en in den vervolge werden Arm- en Burgerwee zen, niet langer in kleeding onderschei den;, in één huis verzorgd. Intusschen hield de teruggang van het aantal weezen aan eri in 1928 was het aantal zoo gering geworden, dat weder om een ingrijpende verandering moest geschieden. Besloten werd de weinig overblijvende weezen voortaan in ge zinnen te doen verplegen eni tot verkoop van het gebouw aan het Molenwater over te gaan. Nadat de goedkeuring van Gedepu teerde Staten en van den Gemeenteraad was verkregen, werd met September 1929 het oude gebouw door de weezen ontruimd en het werd in Januari 1930 verkocht aan de Vereeniging Industrie- en Huishoudschool te Middelburg, die 2 Februari j.l. hare school daarin offi cieel kon openen. De voorzitter, de heer mr. G. J. Sprenger, bracht den spreker den dank der vergadering. Vervolgens werd medegedeeld, dat de heer H. J. G. Hartman op 1 Maart a.s., zeer tot leedwezen van het bestuur, wenlscht af te treden als voorzitter van de Commissie voor Zeeuwsche Folklore, wegens verandering van woonplaats. Als aanwinsten waren ter tafel: scherven van omstreeks de 16e eeuw en beenderen van huisdieren, gevonden in den Biezelingschen Ham, geschonken: door den heer J. Jongepier te Hoede- keniskerke militair zakboekje, 1824, paspoorf, 1828, metalen kruis, gewoon- en klein- model, 1830/31, met certificaat, afkom stig van den heer Isaac Boes, geschon ken door den heer F. W. Boes te Mid delburg. Naar wij vernemen zal Maandag 16 Februari a.s. de z.|g. Biorneofilm in het Schuttershof worden vertoond. Dit is een van de mooie zendingsfilmen zooals die reeds meer hier zijn geweest. Niet alleen voor wat betreft de weer gave van de prachtige Indische natuur en de waarneembare resultaten van de zending is de film belangwekkend, maar ook oim de weergave van jhpt Indische volksleven en den /kijk, dien men krijgt op de enorme ontginningen en ondernenrin, Ze doorzochten het geheele huis, alle deuren waren gesloten. De kamer \a den dokter was er nog, maar Aline, die er juist geweest was, was oyertuigd dat ze zich daar niet bevond. Hoger keek Aline onderzoekend aan; ze waren op de bovenste verdieping bij de kamers van den bedienden en de kofferberg plaatsen. Als Aline hen eens naar boven had gelokt om het terrein vrij te laten. „Luistert u eens mijnheer. Ging daar een auto weg?" Allen stonden sti'l te luisteren naar het geluid beneden. Roger keek uit tmt kleine venster: hij hoorde de auto snor ren en zag haar om den hoek verdwij nen. „Goede God, ze zijn samen weggere den."'' ,'Was het de auto van den dokter? Ik meende het aan het geluid te hooren, mijnheer." Tobben hiep niets, maar Roger had het land dat hij hem te slim af was geweest. De slordige toestand van de kamer van den dokter verraadde zijn overhaast vertrek. „Ze zal wel al den tijd in de kamer zijn geweest en nu fijn ze samen wegge gaan. Maar die domheid verbaast ine niet, het is een verzwarende omstandig heid". „Hoe kan zij ongemerkt uit haar ka mer zijn gekomen, zonder dat ik het zag?" zeide Chalmers. „Het is toch maar zoo en deze vrouw gen, is het zien van de film de moeite' waard. Vopr.al met lipt oog op dit laatste ach ten wij deze filmen een uitnemend midi- 'del om onze kennis van Indische toestan den le verrijken. Leeraren en onderwijzers zullen o.i. dan ook goed doen hun leerlingen op deze film opmerkzaam1 te maken. Het nieuwe gebouw der Industrie ën Huishoudschool op het Molenwater heeft zich de laatste dagen in een druk bezoek mogen verheugen. Dinsdag kwa men v ele genoodigderi een kijkje hemen. Woensdagmiddag deden dit 210 personen tegen entree en gisteren, den gratisbe- zoekdag, kwamen 747 bezoekers van hun ne belangstelling in de keurige inrich ting getuigen. Men leze over dit gebouw ook het stuk „Het burgerweeshuis" in dit nummer. Gemeenteraad van Westkapelle, WEiSTKAPELLE. Woensdag kwam de Raad in voltallige zitting bijeen. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van Ged. Staten, waarin dit college den Raad in overweging geeft, de verordening, vastgesteld, in de ver gadering van 21 Juli 1930, betreffende de berijding van ih,et Noord'kerkepad, vraagt de heer W. Hui'bregtse, of het niet wenschelijk is, de verordening aan te vullen met de bepaling, dat het Noord'kerkepad met kruiwagens is te be rijden. De Voorzitter vindt dit over bodig, omdat het reeds is geregeld in hjet Prov. Reglement op de wegen en voetpaden. Besloten wordt nu de ver ordening in le trékken. Ingekomen was een schrijven van hel gemeentebestuur van Amemuiden, waar in den Raad van Wtestkapelle gevraagd wordt adbaesie te betuigten aan het ver zoek door Arnemuiden aan de Koningin tot wijziging van art. 195 l.o.J-wet, zoo danig, dat ook na 1 Januari 1936 vrijv stelling wordt verleend van de verpliclJ- ting toit het geven van onderwijs in de lichamelijke oefening. De V-oorz. zegt, dat bij invoering van dit onderwijs, ongetwijfeld veel kos ten van de gemeente zal gevergd wor den, maar meent, dat het toch niet Igoed is, dat art. te wijzigen. Het adres wordt in handen gestekt van iB,. en W. pm prae-jadvies. Ingekomen was eon verzoek van de caféh|ouders, om maatregelen, dat de 'bil* jiards uitgezonderd worden voor den aan slag in de belasting, door de belastingver ordening op de personeele belasting zoo danig te wijzigen, dat de 'biljards onder de zaken worden opgenomen voor vrij stelling- De Voorz. meent, dat de inkomsten van de gemeente in de toekomst niét zoo rooskleurig zullen zijn. Bovendien vindt spr., dat de inkomsten van het bedrijf van den caféhpuder nu eenmaal ook heeft ons allebei om den tuin geleid". „Zouden ze samen ontsnappen mijn heer?" „Dat denk ik niet, ze zullen wel samen naar de politie zijn met een yërzoanem verhaal over miss Rowe en mijdenke-id mij zoo aan te klagen vooil ik mijn aan klacht tegen hen heb ingebracht." Hij zag de zwarte oogen van Aline hem verbaasd aanstaren. Hjoeveel zou ze van hel Engelsch verstaan? dacht hij. „Het zou 'heel moeilijk zijn geweest om hen te belet/ten het huis te verlaten, maar ik kan ze voor zijn. Ik ga eerst naar den apother over wien miss Rowe me gesproken heeft en dan g|a, ik naar het hoofdbureau van politie. Breng me het telefoonboek en een kop koffie ter wijl ik me verkleed." Onder zijn spreken hoorde hel drie- lal Thérèse's kleine Aberdeen terrier droevig janken, terwijl he,t dier hem met droevige vragende oogen aanikeek. „Hij huilt voortdurend", zeide Aline. „Ah Tony, Tony. Wat scheelt er aan stumper?" „Kom Tony, oude jongen", zeide Ro ger, zich bukkend om den hond te stree- len. „W,at scheelt er aan? Breng hem naar buiten Chalmers, hij moet misschien uitgelaten worden." Wordt varvnlgd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5