LAMP
„E EN
„PHILIPS LAMP71
'raagt niet
'raagt een
ii
f
en Uw stroom
rekening blijft laag!
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 JANUARI 1931. No. 22.
BINNENLAND.
VERLENGING
VAN DE UITKEERINGSDUÜR VAN
WERKLOOZENKASSEN.
KATOENFABRIEKEN WEER IN
WERKING.
ZEELAND.
MIDDELBURG.
Onderlinge Vrouwenbescherming,
EEN ZEEUWIN IN HET BREDASCHE
TUCHTHUIS.
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
De werkloosheid op Zuid- en
Noord-Beveland,
ZEEUWSCH-VLAANDEREN O. D.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid xeeft thans de regeling vast
gesteld inzake verlenging van den uit-
'keerimgsduur voor leden van wedkloo-
zenkassen in bedrijfstakken, waarin in
1931 van crisis-werkloosheid kan wor
den gesproken, volgens welke regeling
de uitkeering met ten hoogste C weken
tot een door den minister te 'bepalen 'da
tum in 1931 kan worden verlengd op
voorstel van de werkloozenkas.
Het bedrag waarmede de middelen vai
de k'as daardoor dalen beneden 50 pCt
der middelen op het eind van 1030, wordt
van overheidswege terugbetaald.
Het Departement van Waterstaat heeft
Zaterdag een bijzondere voorziening ge
troffen inzake de verontreiniging van he
water in de Zuid-Willemsvaart beneden
Helmond, waardoor het der directie van
de firma P. F. van Vlissingen en 'Co's !k'a
toenfabrieken te Helmond mogelijk is ge
maakt, haar bedrijf, dat een week heeft
stilgestaan, gister in zijn geheel weer in
werking te stellen.
De Plaatselijke Raad hield gisterenmid
dag in de Sociëteit St. Joris eene open
bare bijeenkomst waarin mevrouw C.
van Schaik-Dobbeknap, presidente van
de vereeniging voor Onderlinge Vrou
wenbescherming het woord zou voeren.
De voorzitster van den Plaatselijken
Raad, meji. J. P. W. Schmitt, opende
de vergadering en heette de ongeveer
40 dames wel'k'om, wier aanwezigheid
reeds blijk geeft van symphatie voor 't
doel der vereenigingj voor onderlinge
Vrouwenbescherming'. Spr. twijfelt dan
ook niet of de reede van mevrouw7 van
Schai'k zal aller belangstelling hebben.
Mevrouw van Schai'k1 zeide, daf
nog slechts een 35-tal jaren de bescher
ming van de ongehuwde moeder in Ne
derland plaats vindt. In 1890 was de toe
stand op dit gebied nog ongehoord, vele
kindermoorden hadden plaats en daar
voor werden zware straffen toegekend.
In 1894 kwamen de eerste protesten los
en in 1897 werd van verschillende zijden
opgekomen tegen de dubbele moraal,
waarvan de ongehuwde moeders de du
pe waren. Aanvankelijk was het lidmaat
schap der vereeniging geheim. Middel
burg begon met goeden steun door het
publiceeren van geboorten buiten hu
welijk en zulks met vermelding van den
leeftijd van de moeder. In het begin was
het werk zeer moeilijk en het heeft tot
1925 geduurd, voor men in Genève vast
stelde, dat buitenechtelijke 'kinderen en
weezen niet bij andere kinderen moigea
worden achtergesteld. Te Rotterdam be
stond destijds eene verordening volgens
welke de kindereu van prostituee's wer
den afgenomen. Spr. 'keurt het leven van
deze vrouwen af, maar vraa(gt of zij daar
om geen goede moeders kunnen zijn. Op
die wijze kweekt men moordenaressen.
Destijds werd zio'n moordenares veroor
deeld tot 10 jaar gevangenisstraf, maar
door het werken der vereeniging, is inu
een vrouw, die haar kind in een' |g|oot ,te
vormeling legde, voorwaardelijk veroor
deeld en' voor de maatschappij behouden.
Het was moeilijk ongehuwde moeders
aan een. betrekking te helpen en als tmen
er dah nog' in slaagde, was dit 'tegen (ren
lager loon. Het eerste tehuis te Rotter
dam, opgericht in 1901 was een misluk
king, doch toen in 1905 de kinderwetten
tot stand kwamen, kon iu Den Haag) een
tehuis geslicht worden met subsidie der
gemeente. Op het jongste congres voor
'kinderbescherming, werd bijna geen
kwaad woord meer over de ongehuwde
moeders gehoord.
Het eerste wetsontwerp inzake on,der-
zoek naar het vaderschap, had groot»
fouten en is dan ook ingetrokkenEen
ergerlijk en bespottelijk iets, noemt spr.
hel dat een ongehuwde moeder haar
kinid nog moet erkennen. Bij een en
quête destijds te Vlissingen gehouden
waren er van 12 buitenechelijke kin
deren 7 niet erkend. Spr. geeft een. voor
beeld' van een dienstbode, die bij thuis
komst uit liet ziekenhuis bemerkte, dal
haar kind was aangenomen, door het
'kinderloos echtpaar, waarbij zij diende
en waarvan de man de vader van de
kleine was. Er is door minister Donnep*
erkend, dal hij zulkeen bepaling niet in
de wet zou hebben gezet, maai- dat hij
niet kan komen met een wijziging, ook
raadde hij een initialier voorstel af, nia,ar
nu zullen alle betrokken vereenigingejn
deze kwestie eens nader onder de ooge-n
zien.
Men is zich gaan afvragen wat men
moet doen om de jonge meisjes voor de
gevaren te behoeden voor het te laat is.
Het moet opvoedend werk zijn, maar liet
is zoo moeilijk haar te bereiken.
Komende, tot liet uitbesteden der kin
deren, wijst spr. op gevallen, dat deze,
als er niet behoorlijk voor betaald werd,
dikwijls stierven, terwijl de pleegouders
de gelden van het begrafenisfonds in
handen kregen.
Door politieverordeningen en oprich
ten van kinderpolitie is ten deze toezicht
gekomen en daardoor verbetering.
Men beeft ouderavonden georganiseerd
om de ouders op de gevaren te wijzen
en al hebben die niet het succes dat men
gehoopt had, men gaat er mede voorf,
omdat toch sommigen er door gespaard
worden.
Men heeft zich ook gericht tot de
meisjesstudenten en dan heeft dit te
Utrecht meer succes dan te Leiden.
Terugkomende op het onderzoek naar
het vaderschap noemt spr. een voorbeeld
waarbij het betreffende proces -|t$ jaar
duurde. Dit kan als de vereeniging er
zich voor spant, maar een vrouw zelve
zal daartoe niet overgaan. Wijziging' der
wet is zeer gewenscht. De vereeniging
heeft nu een advocaat, die actie voert en
daarvoor f 20 per geval krijgt.
Breda had sedert 1707 zijn Tuchthuis
voor opsluiting van gevangenen van
allerlei leeftijd en beide geslachten, die
de voormalige Generaliteitslanden
(Staats Vlaanderen, St. Brabant en, het
Land van Overmaze, de zuidelijke pro
vinciën dus) onveilig maakten of door
hun slechte levenswijze te veel aanstoot
gaven. Middelburg had ook zulk een
strafgesticht en men zou dus verwach
ten, dat aldaar de ondeugende en, mis
dadige Zeeuwen en Zeeuwinnen van
vorige eeuwen veilig achter slot en gren
del werden gezet. Dat dit echter niet
altijd het geval was, leert een der onuit
gegeven bescheiden in het Gemeente
archief te Breda, waaraan we de vol
gende geschiedenis ontleenen,, tevens
een bijdrage tot de kennis van ons volks
leven in vroeger eeuwen.
Pieternella Pietersen, „oud zoo als zij
zegt zes en vijftig jaaren", de meni-
schen ten plattelande werden in de
kerkelijke bevolkingsregisters dier dagen
wel ingeschreven, doch informaties van
overheidswege bleven dikwijls onbe
antwoord geboortig van Aagtekerke
en Wonende te Cleverskerke op het
eiland Walcheren in het departement
van Schelde en Maas, woonde in 1800
als dienstmeid eni huishoudster reeds
zes jaren bij den landbouwer Adriaan
Melis aan den rijweg tusschen' Vlissin
gen ent Middelburg in het rechtgebied
van eerstgenoemde stad. Den 29sten
Maart van genoemd jaar werd zij echter
gevankelijk overgebracht naar het stad
huis te Vlissingen en daar in bewaring
gesteld ter beschikking van de crimi-
neele vierschaar der stad en „ressorte
van Vlissingen".
Wat mocht daarvan de reden zijn?
Wij zullen die uit de op haar zaak be
trekking hebbende processtukken na
der toelichten.
Gelijk zij zelf bekende en later uit de
getuigenverhooren mede bleek, genoot
zij in haar dienstbetrekking bij boer
Melis het volle vertrouwen, beschikte
zelfs over de sleutels der kassen, het
gebruik en, den vrijen toegang tot de
zelve, terwijl de landbouwer haar even
eens het opzicht over en onderhoud van
zijn kleederen had opgedragen, alsmede
die._ zijner kinderen. Daar ook toen de
kleèding der welgestelde lieden in Zee
land met goud en zilver was afgezet en
v rsierd, bood deze omstandigheid een
welkome gelegenheid aan voor dieven!
en dieveggen, om zich van die kostbaar
heden meester te maken.
Ook Pieternella kon die verleiding
niet weerstaan en maakte schandelijk
misbruik van het in haar gestelde ver
trouwen, echter niet alleen door heb
zucht gedreven doch ook en misschien
wel 't meest, uit wraak, zooals we nader
zullen zien. Eerst nam ze uit een der
kassen van boer Melis weg een en dertig
zilveren hemdroksknoopen, twee gou
den halsknoopen, een „fluwijne omzet
met kant, drie witte gestikte kinder
mutsje enj een halsdoek." Natuurlijk
niet alles tegelijk, daar was ze leep ge
noeg voor en ook niet direct om er geld
uit te slaan, want het meeste gaf ze weg
aan haar gehuwde dochter, die met
Cornelis den Hoijer ook onder Clevers
kerke woonde. In den hooitijd van het
jaar 1799 verkocht ze de zilveren hemd
roksknoopen aan een zilversmid, wo
nende op den hoek van den Burg te
Middelburg voor slechts 10 schellingen,
terwijl zij aldaar in 1798 reeds 2 gouden
hemdroksknoopen voor twee rijksdaal
ders van de hand had gedaan. Ook een
gebloemden vierkanten doek, door dief
stal verkregen, uit een zomerhuis, staan
de aan opgemelden weg en gelegen
dicht bij de woning van haar patroon,
in 1800 bewoond door Mr. J. C. Cle
ment, baljuw der stad Middelburg, had
zij geschonken aan haar dochter, die
daar twee kleine doeken en twee kin
dermutsjes van gemaakt had.
Verder had de gedetineerde voor
Bij de bespreking der abdoptie wees
spr. er op, dat ook daarbij het belang'
ran het kind op den voorgrond moet
staan.
De verkeerde woningtoestanden zijn
volgens spr. ook een groote aanleiding
tot zeer ongewenschle toestanden, waar
van zij verschillende' voorbeelden gaf.
Mevr. Van Schalk wees dan op de
pjnichting van de Federatie van instel
lingen voor ongehuwde moeders, de F.
I. O. M., welke vereeniging vooral ook
'financieele hulp verleent, orii dan de
aandacht er qp te vestigen, dat'te Utrecht
en Rotterdam de v'ereenigingcn wel wor
den toegelaten lot de klinieken om mét
de daar vertoevende ongehuwde toekom-
istige moeders te praten, doch in Gro
ningen en Leiden weigert men dit zeen-
dikwijls met funeslg gevolgen voor de
betrokkenen.
Als men er zich op beroept, dat de
ouders hun gezag over de kinderen ver
liezen, dan zegt spr. dat dit altijd zoo
.geweest is en dat men er in de oude
geschiedenis reeds van leest.
Spr. bepleitte oprichting van tehuizen
voor werkende meisjes, opdat zij, die
in dc plaats geen ouderlijk huis hebben,
daar afleiding en zorg vinden.
Spr. waarschuwde tegen verkeerde
lectuur ,-voorail tegen uit het Ameri-
kaansch vertaalde boeken en zeide voor
standster te ziin van een gezinsleven fcn
de moederliefde lioog te stellen, maar
toch kent zij ui Izonderi ngsgejvallen, waar
in zij de bezwaren legen een wettelijk'
huwelijk èrkent.
Met een opwekking zich aan te sluiten
en mede te werken lot de tot standko-
ming van een afdeeling Zeeland opdat
ook hier geborgd kan worden voor de
óngehuwde. ipoeders en 'haar kinderen,
eindigde spr. onder applaus der aanwe
zigen.
SINT LAURENS. Maandagavond hield
de Burgerwacht mar jaarvergade
ring onder leiding van den Comman
dant-voorzitter den heer P. Boon, die
de talrijke aanwezigen, in 't bijzonder
den burgemeester en de beide wethou
ders welkom heette. Na pp de beteekenis
van de Burgerwacht te nebben ge wie
zen, kon de voorz. tot zijn genoegen
mededeelen, dat 6 leden het kruis met
diploma B en 2 leden het diploma C
verworven hebben. Op voorstel van het
bestuur werd burgemeester \an l Hofi
benoemd tot eerelid. Daarna werden de
diploma's B en kruis door den burge
meester uitgereikt aan P. Boon, S. Si-
monse, J. W. Davidse, P. Pieterse, 'C.
van de Putte' en \V, J, Davidse. Diploma
A behaalde L. Davidse en A. Po uwer.
Voorts werden 3 prijzen toegekend aan
tien, die over 1930 hel hoogst aantal
punten verkregen, n.l. Ie prijs Joh. Ma-
rinisse, 2e J., v. d. Puttel en) 3e J. W
Davidse .Uit het verslag van den pen
ningmeester bleek, dat in. 1930 de ont
vangsten bedroegen f 174,82, de uitgaven
f 130,84; de begrooting voor 1931 werd
in ontvang e-u uitgaaf vastgesteld op een
bedrag van f 184.50.
De voorz. deelde nog mede, dal
de Burgemeester tot ondercomtaandanit
heeft benoemd den neer J. W. D|af-
vidse, die als bestuurslid werd herkozen
.9*
(Ingez. Med.J
spook gespeeld, vooral in Januari en
Februari van het'jaar 1800, waarvoor de
plattelanders destijds nog bijzonder ge
voelig waren en dikwijls bijgeloovige
vrees koesterden. Die spokerij richtte
zij aan ten huize van voornoemden
Melis om hem en zijn kinderen „den
doodschrik op het lijf te jagen 1 ot aan
den dag van haar arrestatie was zij
daarmee doorgegaan zonder nochtans
volledig het door haar gewentechte re
sultaat te bereiken. Zij kij die
seances en „occulte oefeningen" verschil
lende ruiten en ramen vernield, potten
en pannen gebroken, meel op den grond
uitgestrooid, thee, koffie en boter, voor
de consumptie geschikt, bedorven en in
den gootsteen geworpen, het „vuur door
den huijze gesmeeten mitsgaders een
stuk brandend hout op het bed gegooit,
hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat het
bed tot op de pluijmen toe branden,"
Zij scheen daarbij haar rol voortreffe
lijk te spelen, 's avonds voorgevende
naar bed te gaan en dan haar trucs
waarnemende, „zonder dat men wist
hoe dat gebeurde." Zij liet ook over dag
boer Melis van zijn werk roepen „en
haare bevreesdheyd en' verwondering
over het gebeurde betuijgde niet „tegen
staande Zy gedetineerde zulks alles
zelve had verrigt." Maar bij spokerij
alleen was het niet gebleven, zij leed
ook aan pyromanie, toen haar liefde
jegens den boer niet beantwoord werd.
Zoo had ze in Februari 1800 uit het
schuurtje naast de woning van den we
duwnaar, wiens vrouw vóór 1794 was
overleden een hoop stroo gehaald en
dat op een paar Meter afstand van dit
schuurtje in den avond met een kooltje
vuur in brand gestoken, juist toen de
boer afwezig was. De kinderen, die thuis
gebleven waren, hadden echter brand
lucht geroken en merkten toen, dat de
brand zoo nabij hun woning was uitge
slagen, zoodat ze alarm maakten door te
schreeuwen en te huilen. De nabij wo
nende pachter Laurens en diens zoon
Willem, op het gevaar opmerkzaam ge
maakt, kwamen in allerijl toegesneld en
doofden het vuur. Onder die bedrijven;
Tot lid van hel bestuur in de plaats van
den heer P. Passenier, die zich niet
'meer herkiesbaar- stelde werd gekozen
de heer L. Davidse. In de plaats van
den heer Joh. Marinissen, die als secre
taris-penningmeester heeft bedankt, werd
de heer J. W:. Davidse benoemd.
Zaterdagmiddag werd in het Slot
Ostende te Goes een vergadering ge
houden van „Handelsbelangen" en „De
Hanze" en den Christ. Besturenbond te
Goes, van de drie Landarbeidersbonden
(modern, R. K. en Chr.) en de afdeelin-
gen dezer bonden op Zuid- en Noord-
Beveland, ter bespreking van de steeds
ernstiger wordende werkloosheid op de
Bevelandsche dorpen.
Ter vergadering werden verschillende
mededeelingenj gedaan, waaruit bleek,
dat door de landbouwcrisis de werk.
loosheid ten plattenlande een steeds
ernstiger karakter, aanneemt.
Algemeen werd ter. vergadering be
treurd, dat de landarbeiders zich niet
meer hebben georganiseerd. Evenzeer,
dat nog een aantal gemeentebesturen
niet zijn aangesloten bij het werkloos
heidsbesluit 1917 en daardoor de geor
ganiseerde arbeiders niet weinig du
peeren. Ook werd het bejammerd, dat in
verschillende gemeenten, als er dan
nog aan werkverschaffing werd gedaan,
de ongeorganiseerden eerst te werk wer
den gesteld (terwijl juist de Minister van
Binnenlandsche Zaken blijkens zijn laat
ste circulaire, het anders wil) en vooral
daar, waar het Burg. Armbestuur mede
beslist, de georganiseerden worden
achtergesteld.
De vertegenwoordigers der landar
beidersbonden zullen dit laatste met de
besturen der gemeenten, waar zij afdee-
lingen hebben, bespreken.
Met algemeene stemmen werd beslo
ten ten spoedigste pogingeni aan te wen
den tot de oprichting van een z.g.n.
commissie voor werkverruiming, be
staande uit enkele burgemeesters en
vertegenwoordigers van werkgevèrs-,
giiig Petronella om drinkwater uit, zon
der dat ze zich om den brand bekom
merde, hetgeen direct argwaan tegen
haar deed opvatten. Janna, de dochter
van Laurens Pagter, kwam ook op het
hofje, w,aar de brand nog smeulde en
zei tegen de huishoudster: „Daar is
brand waarop de gedetineerdè haar
had geantwoord: „Laat het maar bran
den en gaat er dan zelfs naar toe", een
bewijs, dat haar de zaak koud liet en zij
zich om de gevolgen niet bekommerde.
Laurens en zijn zoon betuigden natuur
lijk ook hun verwondering over deze
houding der verdachte en vroegen haar,
hoe de brand daar komen kon zonder
eenige nadere oorzaak. Doch toen de
mannen haar zeiden, het smeulende
stroo nat te houden, deed zij het dan
toch.
Haar geheele houding wees er echter
op, dat zij er meer van wist en haar oog
merk was dan ook geen ander dan om
de verdachtmaking van andere misda
den door het aanstichten van een groo-
ten brand, die alles vernietigen moest,
wat aan haar patroon toebehoorde, van
zich af te wentelen. Met haar spokerijen
meende zij te kunnen aantoonen, dat
ook de brand door kwade kwelgeesten
was aangericht geworden. En al deze
booze bedenkingen gezamenlijk kwamen
voort „uit een haat, die zij gedetineerde
tegen den zeiven Melis had opgevat,
omdat zij gaarne met hem zoude hebben!
getrouwt en zulks haar door denzelven
was geweigerd en dat zij uit dien hoofde
het verfoeilijk voornemen heeft gesmeed
en van tijd dadelijk heeft bewerkstelligd
om hem finaal te ruineeren. Ofschoon
zij bij den toeleg van haar misdrijven
niet bijzonder snugger te werk ging, was
toch dc brandstichting van huis en hof
door haar wel overwogen om daardoor
alle bezittingen van haar vroegeren be
minde „eèn prooi der vlammen te doen
worden".
In onzen tijd zou men kunnen consta-
teeren, dat het misdrijf door haar ge-
gepleegd, voortkwam uit óf zijn dieperen
oorzaak vond, in hysterische gevoelens
en een enbeheerschten sexueelea aan
werknemers- en! middenstandsorganisa
ties. Deze commissies die officieel door
de regeering worden erkend, werken in
verschillende, streken des lands in over
leg met de inspecteurs voor de werk
verschaffing uitstekend. Zij hebben tot
taak objecten voor werkverschaf-ing te
zoeken en voor de uitvoering daarvan
steun te verkrijgen bij Rijk, Provincie en
Gemeenten.
Een dergelijke commissie werd ook in
de toekomst noodig geacht, daar het te
vreezen is, dat de werkverschaffing ook
in de volgende winters de aandacht zal
vragen.
Binnen niet te langen tijd hoopte men
dc vergadering tot stichting van een
dergelijke commissie te kunnen uit
schrijven.
CLINGE. Donderdag vergaderde de
gemeenteraad, de leden Smet en Bo-
gaert waren afwezig.
Onder de ingekomen stukken is het
huurcontract, waarbij het Rijk van d<#
gemeente weder inhuurt voor vijf jaren
en een jaarlijksch bedrag van f-1100 de
kazerne en woning der Kon. Marechaus
see te Nieuw Namen.
Aan de Bijz. school te Nieuw Namen
wordt een voorschot verleend op de ge
meentelijke vergoeding der instandho.u-
f 17.54 per teerling.
Tol gemeentegeneesheer' le Nier' X -
men wordt benoemd de heer P V au-
man, arts te Kieldracht.
Zonder bestrijding vereenigt zich dc
Raad met liet voorstel van R en \V.
om geen steunregeling' iu het leven te
roepen, doch tot 'werkverschaffing over
te gaan eii wel door wegsverbetering';
besloten wordt een begin le maken mét
de verbetering van het School- en het
Steenstraatje, gedeeltelijk met oude
keien en met grove macadam, voorts
voor zoover noodig liet fietspad langs de
Gravenstraat en liet dempen' der Straat-
slooteji in het dorp; tot de vrome wen-
schen behooren verder een nieuwe ver
bindingsweg van Glingte naar Nieuw Na
men en trottoiraauleg in de beidé dor
pen; de eerstgenoemde werken zullen
in eigen beheer worden uitgevoerd en
drang, doch toen sprak men in de stuk
ken eenvoudig van „domesticque die
verij", diefstal in dienstbetrekking ge
pleegd, verzwaard door poging tot brand
stichting, door anderen dan zij -voor
komen, terwijl het zoeken van een
nauwere aanraking met bovennatuurlijke
machten in 1800 reeds niet meer straf
baar werd gesteld in tegenstelling met
dc rechtsgebruiken der 16de en 17de
eeuw. De door gedetineerde aange
brachte verontschuldiging „eene te leur
gestelde liefde, wélke zij voor Adriaan
Melis had opgevat en de oorsaak harer
wanbedrijven was geworden", vermin
derde volgens haar rechters in geen
enkel opzicht haar strafwaardigheid en
toerekenbaarheid. „Dusdanige daden in
een land, daar goede Justitie vigeert etf
waar in personen en ygendommen onder
bescherming der wetten zijn, kunnen
nimmer strafloos worden voorbijgegaan."
En daarom werd „in den naam en
van wegens het Bataafsche
Volk ter maning van den Burger
Bailliu der stad en Ressorte van Vlissin
gen" over haar vonnis geveld in dien zin,
dat zij op het schavot vóór het stadhuis
aan den scherprechter zou worden over
geleverd, „om door denselven aan de op
gerichte halve galg, waar aan een bos
strooi is gehecht, met roeden strengelijk
ten bloede te worden gegezeld," en|
daarna voor den tijd van vijftig jaar in
een der tuchthuizen binnen', de Bataaf
sche republiek te worden opgesloten.
Daar het tuchthuis te Middelburg toen
overvol was, wezen de rechters het
Bredasche Tuchthuis in de Halstraat Pe-
tronellelke tot „eeuwigdurenden kerker"
aan, om binnen zijn muren haar verdere
levensdagen te slijten bij het spinnewiel.
En alsof ze den leeftijd van Methusalem
zou halen, werd ze bovendien veroor
deeld tot een eeuwig bannissement uit
Holland en Zeeland na afloop van haar
straftijd benevens in de kosten van haar
proces, Zij plukte dus wel de hittere
vruchten van een teleurgestelde liefde.
A. HALLEMA.