LAMP „E EN „PHILIPS LAMP71 'raagt niet 'raagt een ii f en Uw stroom rekening blijft laag! TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 JANUARI 1931. No. 22. BINNENLAND. VERLENGING VAN DE UITKEERINGSDUÜR VAN WERKLOOZENKASSEN. KATOENFABRIEKEN WEER IN WERKING. ZEELAND. MIDDELBURG. Onderlinge Vrouwenbescherming, EEN ZEEUWIN IN HET BREDASCHE TUCHTHUIS. WALCHEREN. ZUID-BEVELAND. De werkloosheid op Zuid- en Noord-Beveland, ZEEUWSCH-VLAANDEREN O. D. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid xeeft thans de regeling vast gesteld inzake verlenging van den uit- 'keerimgsduur voor leden van wedkloo- zenkassen in bedrijfstakken, waarin in 1931 van crisis-werkloosheid kan wor den gesproken, volgens welke regeling de uitkeering met ten hoogste C weken tot een door den minister te 'bepalen 'da tum in 1931 kan worden verlengd op voorstel van de werkloozenkas. Het bedrag waarmede de middelen vai de k'as daardoor dalen beneden 50 pCt der middelen op het eind van 1030, wordt van overheidswege terugbetaald. Het Departement van Waterstaat heeft Zaterdag een bijzondere voorziening ge troffen inzake de verontreiniging van he water in de Zuid-Willemsvaart beneden Helmond, waardoor het der directie van de firma P. F. van Vlissingen en 'Co's !k'a toenfabrieken te Helmond mogelijk is ge maakt, haar bedrijf, dat een week heeft stilgestaan, gister in zijn geheel weer in werking te stellen. De Plaatselijke Raad hield gisterenmid dag in de Sociëteit St. Joris eene open bare bijeenkomst waarin mevrouw C. van Schaik-Dobbeknap, presidente van de vereeniging voor Onderlinge Vrou wenbescherming het woord zou voeren. De voorzitster van den Plaatselijken Raad, meji. J. P. W. Schmitt, opende de vergadering en heette de ongeveer 40 dames wel'k'om, wier aanwezigheid reeds blijk geeft van symphatie voor 't doel der vereenigingj voor onderlinge Vrouwenbescherming'. Spr. twijfelt dan ook niet of de reede van mevrouw7 van Schai'k zal aller belangstelling hebben. Mevrouw van Schai'k1 zeide, daf nog slechts een 35-tal jaren de bescher ming van de ongehuwde moeder in Ne derland plaats vindt. In 1890 was de toe stand op dit gebied nog ongehoord, vele kindermoorden hadden plaats en daar voor werden zware straffen toegekend. In 1894 kwamen de eerste protesten los en in 1897 werd van verschillende zijden opgekomen tegen de dubbele moraal, waarvan de ongehuwde moeders de du pe waren. Aanvankelijk was het lidmaat schap der vereeniging geheim. Middel burg begon met goeden steun door het publiceeren van geboorten buiten hu welijk en zulks met vermelding van den leeftijd van de moeder. In het begin was het werk zeer moeilijk en het heeft tot 1925 geduurd, voor men in Genève vast stelde, dat buitenechtelijke 'kinderen en weezen niet bij andere kinderen moigea worden achtergesteld. Te Rotterdam be stond destijds eene verordening volgens welke de kindereu van prostituee's wer den afgenomen. Spr. 'keurt het leven van deze vrouwen af, maar vraa(gt of zij daar om geen goede moeders kunnen zijn. Op die wijze kweekt men moordenaressen. Destijds werd zio'n moordenares veroor deeld tot 10 jaar gevangenisstraf, maar door het werken der vereeniging, is inu een vrouw, die haar kind in een' |g|oot ,te vormeling legde, voorwaardelijk veroor deeld en' voor de maatschappij behouden. Het was moeilijk ongehuwde moeders aan een. betrekking te helpen en als tmen er dah nog' in slaagde, was dit 'tegen (ren lager loon. Het eerste tehuis te Rotter dam, opgericht in 1901 was een misluk king, doch toen in 1905 de kinderwetten tot stand kwamen, kon iu Den Haag) een tehuis geslicht worden met subsidie der gemeente. Op het jongste congres voor 'kinderbescherming, werd bijna geen kwaad woord meer over de ongehuwde moeders gehoord. Het eerste wetsontwerp inzake on,der- zoek naar het vaderschap, had groot» fouten en is dan ook ingetrokkenEen ergerlijk en bespottelijk iets, noemt spr. hel dat een ongehuwde moeder haar kinid nog moet erkennen. Bij een en quête destijds te Vlissingen gehouden waren er van 12 buitenechelijke kin deren 7 niet erkend. Spr. geeft een. voor beeld' van een dienstbode, die bij thuis komst uit liet ziekenhuis bemerkte, dal haar kind was aangenomen, door het 'kinderloos echtpaar, waarbij zij diende en waarvan de man de vader van de kleine was. Er is door minister Donnep* erkend, dal hij zulkeen bepaling niet in de wet zou hebben gezet, maai- dat hij niet kan komen met een wijziging, ook raadde hij een initialier voorstel af, nia,ar nu zullen alle betrokken vereenigingejn deze kwestie eens nader onder de ooge-n zien. Men is zich gaan afvragen wat men moet doen om de jonge meisjes voor de gevaren te behoeden voor het te laat is. Het moet opvoedend werk zijn, maar liet is zoo moeilijk haar te bereiken. Komende, tot liet uitbesteden der kin deren, wijst spr. op gevallen, dat deze, als er niet behoorlijk voor betaald werd, dikwijls stierven, terwijl de pleegouders de gelden van het begrafenisfonds in handen kregen. Door politieverordeningen en oprich ten van kinderpolitie is ten deze toezicht gekomen en daardoor verbetering. Men beeft ouderavonden georganiseerd om de ouders op de gevaren te wijzen en al hebben die niet het succes dat men gehoopt had, men gaat er mede voorf, omdat toch sommigen er door gespaard worden. Men heeft zich ook gericht tot de meisjesstudenten en dan heeft dit te Utrecht meer succes dan te Leiden. Terugkomende op het onderzoek naar het vaderschap noemt spr. een voorbeeld waarbij het betreffende proces -|t$ jaar duurde. Dit kan als de vereeniging er zich voor spant, maar een vrouw zelve zal daartoe niet overgaan. Wijziging' der wet is zeer gewenscht. De vereeniging heeft nu een advocaat, die actie voert en daarvoor f 20 per geval krijgt. Breda had sedert 1707 zijn Tuchthuis voor opsluiting van gevangenen van allerlei leeftijd en beide geslachten, die de voormalige Generaliteitslanden (Staats Vlaanderen, St. Brabant en, het Land van Overmaze, de zuidelijke pro vinciën dus) onveilig maakten of door hun slechte levenswijze te veel aanstoot gaven. Middelburg had ook zulk een strafgesticht en men zou dus verwach ten, dat aldaar de ondeugende en, mis dadige Zeeuwen en Zeeuwinnen van vorige eeuwen veilig achter slot en gren del werden gezet. Dat dit echter niet altijd het geval was, leert een der onuit gegeven bescheiden in het Gemeente archief te Breda, waaraan we de vol gende geschiedenis ontleenen,, tevens een bijdrage tot de kennis van ons volks leven in vroeger eeuwen. Pieternella Pietersen, „oud zoo als zij zegt zes en vijftig jaaren", de meni- schen ten plattelande werden in de kerkelijke bevolkingsregisters dier dagen wel ingeschreven, doch informaties van overheidswege bleven dikwijls onbe antwoord geboortig van Aagtekerke en Wonende te Cleverskerke op het eiland Walcheren in het departement van Schelde en Maas, woonde in 1800 als dienstmeid eni huishoudster reeds zes jaren bij den landbouwer Adriaan Melis aan den rijweg tusschen' Vlissin gen ent Middelburg in het rechtgebied van eerstgenoemde stad. Den 29sten Maart van genoemd jaar werd zij echter gevankelijk overgebracht naar het stad huis te Vlissingen en daar in bewaring gesteld ter beschikking van de crimi- neele vierschaar der stad en „ressorte van Vlissingen". Wat mocht daarvan de reden zijn? Wij zullen die uit de op haar zaak be trekking hebbende processtukken na der toelichten. Gelijk zij zelf bekende en later uit de getuigenverhooren mede bleek, genoot zij in haar dienstbetrekking bij boer Melis het volle vertrouwen, beschikte zelfs over de sleutels der kassen, het gebruik en, den vrijen toegang tot de zelve, terwijl de landbouwer haar even eens het opzicht over en onderhoud van zijn kleederen had opgedragen, alsmede die._ zijner kinderen. Daar ook toen de kleèding der welgestelde lieden in Zee land met goud en zilver was afgezet en v rsierd, bood deze omstandigheid een welkome gelegenheid aan voor dieven! en dieveggen, om zich van die kostbaar heden meester te maken. Ook Pieternella kon die verleiding niet weerstaan en maakte schandelijk misbruik van het in haar gestelde ver trouwen, echter niet alleen door heb zucht gedreven doch ook en misschien wel 't meest, uit wraak, zooals we nader zullen zien. Eerst nam ze uit een der kassen van boer Melis weg een en dertig zilveren hemdroksknoopen, twee gou den halsknoopen, een „fluwijne omzet met kant, drie witte gestikte kinder mutsje enj een halsdoek." Natuurlijk niet alles tegelijk, daar was ze leep ge noeg voor en ook niet direct om er geld uit te slaan, want het meeste gaf ze weg aan haar gehuwde dochter, die met Cornelis den Hoijer ook onder Clevers kerke woonde. In den hooitijd van het jaar 1799 verkocht ze de zilveren hemd roksknoopen aan een zilversmid, wo nende op den hoek van den Burg te Middelburg voor slechts 10 schellingen, terwijl zij aldaar in 1798 reeds 2 gouden hemdroksknoopen voor twee rijksdaal ders van de hand had gedaan. Ook een gebloemden vierkanten doek, door dief stal verkregen, uit een zomerhuis, staan de aan opgemelden weg en gelegen dicht bij de woning van haar patroon, in 1800 bewoond door Mr. J. C. Cle ment, baljuw der stad Middelburg, had zij geschonken aan haar dochter, die daar twee kleine doeken en twee kin dermutsjes van gemaakt had. Verder had de gedetineerde voor Bij de bespreking der abdoptie wees spr. er op, dat ook daarbij het belang' ran het kind op den voorgrond moet staan. De verkeerde woningtoestanden zijn volgens spr. ook een groote aanleiding tot zeer ongewenschle toestanden, waar van zij verschillende' voorbeelden gaf. Mevr. Van Schalk wees dan op de pjnichting van de Federatie van instel lingen voor ongehuwde moeders, de F. I. O. M., welke vereeniging vooral ook 'financieele hulp verleent, orii dan de aandacht er qp te vestigen, dat'te Utrecht en Rotterdam de v'ereenigingcn wel wor den toegelaten lot de klinieken om mét de daar vertoevende ongehuwde toekom- istige moeders te praten, doch in Gro ningen en Leiden weigert men dit zeen- dikwijls met funeslg gevolgen voor de betrokkenen. Als men er zich op beroept, dat de ouders hun gezag over de kinderen ver liezen, dan zegt spr. dat dit altijd zoo .geweest is en dat men er in de oude geschiedenis reeds van leest. Spr. bepleitte oprichting van tehuizen voor werkende meisjes, opdat zij, die in dc plaats geen ouderlijk huis hebben, daar afleiding en zorg vinden. Spr. waarschuwde tegen verkeerde lectuur ,-voorail tegen uit het Ameri- kaansch vertaalde boeken en zeide voor standster te ziin van een gezinsleven fcn de moederliefde lioog te stellen, maar toch kent zij ui Izonderi ngsgejvallen, waar in zij de bezwaren legen een wettelijk' huwelijk èrkent. Met een opwekking zich aan te sluiten en mede te werken lot de tot standko- ming van een afdeeling Zeeland opdat ook hier geborgd kan worden voor de óngehuwde. ipoeders en 'haar kinderen, eindigde spr. onder applaus der aanwe zigen. SINT LAURENS. Maandagavond hield de Burgerwacht mar jaarvergade ring onder leiding van den Comman dant-voorzitter den heer P. Boon, die de talrijke aanwezigen, in 't bijzonder den burgemeester en de beide wethou ders welkom heette. Na pp de beteekenis van de Burgerwacht te nebben ge wie zen, kon de voorz. tot zijn genoegen mededeelen, dat 6 leden het kruis met diploma B en 2 leden het diploma C verworven hebben. Op voorstel van het bestuur werd burgemeester \an l Hofi benoemd tot eerelid. Daarna werden de diploma's B en kruis door den burge meester uitgereikt aan P. Boon, S. Si- monse, J. W. Davidse, P. Pieterse, 'C. van de Putte' en \V, J, Davidse. Diploma A behaalde L. Davidse en A. Po uwer. Voorts werden 3 prijzen toegekend aan tien, die over 1930 hel hoogst aantal punten verkregen, n.l. Ie prijs Joh. Ma- rinisse, 2e J., v. d. Puttel en) 3e J. W Davidse .Uit het verslag van den pen ningmeester bleek, dat in. 1930 de ont vangsten bedroegen f 174,82, de uitgaven f 130,84; de begrooting voor 1931 werd in ontvang e-u uitgaaf vastgesteld op een bedrag van f 184.50. De voorz. deelde nog mede, dal de Burgemeester tot ondercomtaandanit heeft benoemd den neer J. W. D|af- vidse, die als bestuurslid werd herkozen .9* (Ingez. Med.J spook gespeeld, vooral in Januari en Februari van het'jaar 1800, waarvoor de plattelanders destijds nog bijzonder ge voelig waren en dikwijls bijgeloovige vrees koesterden. Die spokerij richtte zij aan ten huize van voornoemden Melis om hem en zijn kinderen „den doodschrik op het lijf te jagen 1 ot aan den dag van haar arrestatie was zij daarmee doorgegaan zonder nochtans volledig het door haar gewentechte re sultaat te bereiken. Zij kij die seances en „occulte oefeningen" verschil lende ruiten en ramen vernield, potten en pannen gebroken, meel op den grond uitgestrooid, thee, koffie en boter, voor de consumptie geschikt, bedorven en in den gootsteen geworpen, het „vuur door den huijze gesmeeten mitsgaders een stuk brandend hout op het bed gegooit, hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat het bed tot op de pluijmen toe branden," Zij scheen daarbij haar rol voortreffe lijk te spelen, 's avonds voorgevende naar bed te gaan en dan haar trucs waarnemende, „zonder dat men wist hoe dat gebeurde." Zij liet ook over dag boer Melis van zijn werk roepen „en haare bevreesdheyd en' verwondering over het gebeurde betuijgde niet „tegen staande Zy gedetineerde zulks alles zelve had verrigt." Maar bij spokerij alleen was het niet gebleven, zij leed ook aan pyromanie, toen haar liefde jegens den boer niet beantwoord werd. Zoo had ze in Februari 1800 uit het schuurtje naast de woning van den we duwnaar, wiens vrouw vóór 1794 was overleden een hoop stroo gehaald en dat op een paar Meter afstand van dit schuurtje in den avond met een kooltje vuur in brand gestoken, juist toen de boer afwezig was. De kinderen, die thuis gebleven waren, hadden echter brand lucht geroken en merkten toen, dat de brand zoo nabij hun woning was uitge slagen, zoodat ze alarm maakten door te schreeuwen en te huilen. De nabij wo nende pachter Laurens en diens zoon Willem, op het gevaar opmerkzaam ge maakt, kwamen in allerijl toegesneld en doofden het vuur. Onder die bedrijven; Tot lid van hel bestuur in de plaats van den heer P. Passenier, die zich niet 'meer herkiesbaar- stelde werd gekozen de heer L. Davidse. In de plaats van den heer Joh. Marinissen, die als secre taris-penningmeester heeft bedankt, werd de heer J. W:. Davidse benoemd. Zaterdagmiddag werd in het Slot Ostende te Goes een vergadering ge houden van „Handelsbelangen" en „De Hanze" en den Christ. Besturenbond te Goes, van de drie Landarbeidersbonden (modern, R. K. en Chr.) en de afdeelin- gen dezer bonden op Zuid- en Noord- Beveland, ter bespreking van de steeds ernstiger wordende werkloosheid op de Bevelandsche dorpen. Ter vergadering werden verschillende mededeelingenj gedaan, waaruit bleek, dat door de landbouwcrisis de werk. loosheid ten plattenlande een steeds ernstiger karakter, aanneemt. Algemeen werd ter. vergadering be treurd, dat de landarbeiders zich niet meer hebben georganiseerd. Evenzeer, dat nog een aantal gemeentebesturen niet zijn aangesloten bij het werkloos heidsbesluit 1917 en daardoor de geor ganiseerde arbeiders niet weinig du peeren. Ook werd het bejammerd, dat in verschillende gemeenten, als er dan nog aan werkverschaffing werd gedaan, de ongeorganiseerden eerst te werk wer den gesteld (terwijl juist de Minister van Binnenlandsche Zaken blijkens zijn laat ste circulaire, het anders wil) en vooral daar, waar het Burg. Armbestuur mede beslist, de georganiseerden worden achtergesteld. De vertegenwoordigers der landar beidersbonden zullen dit laatste met de besturen der gemeenten, waar zij afdee- lingen hebben, bespreken. Met algemeene stemmen werd beslo ten ten spoedigste pogingeni aan te wen den tot de oprichting van een z.g.n. commissie voor werkverruiming, be staande uit enkele burgemeesters en vertegenwoordigers van werkgevèrs-, giiig Petronella om drinkwater uit, zon der dat ze zich om den brand bekom merde, hetgeen direct argwaan tegen haar deed opvatten. Janna, de dochter van Laurens Pagter, kwam ook op het hofje, w,aar de brand nog smeulde en zei tegen de huishoudster: „Daar is brand waarop de gedetineerdè haar had geantwoord: „Laat het maar bran den en gaat er dan zelfs naar toe", een bewijs, dat haar de zaak koud liet en zij zich om de gevolgen niet bekommerde. Laurens en zijn zoon betuigden natuur lijk ook hun verwondering over deze houding der verdachte en vroegen haar, hoe de brand daar komen kon zonder eenige nadere oorzaak. Doch toen de mannen haar zeiden, het smeulende stroo nat te houden, deed zij het dan toch. Haar geheele houding wees er echter op, dat zij er meer van wist en haar oog merk was dan ook geen ander dan om de verdachtmaking van andere misda den door het aanstichten van een groo- ten brand, die alles vernietigen moest, wat aan haar patroon toebehoorde, van zich af te wentelen. Met haar spokerijen meende zij te kunnen aantoonen, dat ook de brand door kwade kwelgeesten was aangericht geworden. En al deze booze bedenkingen gezamenlijk kwamen voort „uit een haat, die zij gedetineerde tegen den zeiven Melis had opgevat, omdat zij gaarne met hem zoude hebben! getrouwt en zulks haar door denzelven was geweigerd en dat zij uit dien hoofde het verfoeilijk voornemen heeft gesmeed en van tijd dadelijk heeft bewerkstelligd om hem finaal te ruineeren. Ofschoon zij bij den toeleg van haar misdrijven niet bijzonder snugger te werk ging, was toch dc brandstichting van huis en hof door haar wel overwogen om daardoor alle bezittingen van haar vroegeren be minde „eèn prooi der vlammen te doen worden". In onzen tijd zou men kunnen consta- teeren, dat het misdrijf door haar ge- gepleegd, voortkwam uit óf zijn dieperen oorzaak vond, in hysterische gevoelens en een enbeheerschten sexueelea aan werknemers- en! middenstandsorganisa ties. Deze commissies die officieel door de regeering worden erkend, werken in verschillende, streken des lands in over leg met de inspecteurs voor de werk verschaffing uitstekend. Zij hebben tot taak objecten voor werkverschaf-ing te zoeken en voor de uitvoering daarvan steun te verkrijgen bij Rijk, Provincie en Gemeenten. Een dergelijke commissie werd ook in de toekomst noodig geacht, daar het te vreezen is, dat de werkverschaffing ook in de volgende winters de aandacht zal vragen. Binnen niet te langen tijd hoopte men dc vergadering tot stichting van een dergelijke commissie te kunnen uit schrijven. CLINGE. Donderdag vergaderde de gemeenteraad, de leden Smet en Bo- gaert waren afwezig. Onder de ingekomen stukken is het huurcontract, waarbij het Rijk van d<# gemeente weder inhuurt voor vijf jaren en een jaarlijksch bedrag van f-1100 de kazerne en woning der Kon. Marechaus see te Nieuw Namen. Aan de Bijz. school te Nieuw Namen wordt een voorschot verleend op de ge meentelijke vergoeding der instandho.u- f 17.54 per teerling. Tol gemeentegeneesheer' le Nier' X - men wordt benoemd de heer P V au- man, arts te Kieldracht. Zonder bestrijding vereenigt zich dc Raad met liet voorstel van R en \V. om geen steunregeling' iu het leven te roepen, doch tot 'werkverschaffing over te gaan eii wel door wegsverbetering'; besloten wordt een begin le maken mét de verbetering van het School- en het Steenstraatje, gedeeltelijk met oude keien en met grove macadam, voorts voor zoover noodig liet fietspad langs de Gravenstraat en liet dempen' der Straat- slooteji in het dorp; tot de vrome wen- schen behooren verder een nieuwe ver bindingsweg van Glingte naar Nieuw Na men en trottoiraauleg in de beidé dor pen; de eerstgenoemde werken zullen in eigen beheer worden uitgevoerd en drang, doch toen sprak men in de stuk ken eenvoudig van „domesticque die verij", diefstal in dienstbetrekking ge pleegd, verzwaard door poging tot brand stichting, door anderen dan zij -voor komen, terwijl het zoeken van een nauwere aanraking met bovennatuurlijke machten in 1800 reeds niet meer straf baar werd gesteld in tegenstelling met dc rechtsgebruiken der 16de en 17de eeuw. De door gedetineerde aange brachte verontschuldiging „eene te leur gestelde liefde, wélke zij voor Adriaan Melis had opgevat en de oorsaak harer wanbedrijven was geworden", vermin derde volgens haar rechters in geen enkel opzicht haar strafwaardigheid en toerekenbaarheid. „Dusdanige daden in een land, daar goede Justitie vigeert etf waar in personen en ygendommen onder bescherming der wetten zijn, kunnen nimmer strafloos worden voorbijgegaan." En daarom werd „in den naam en van wegens het Bataafsche Volk ter maning van den Burger Bailliu der stad en Ressorte van Vlissin gen" over haar vonnis geveld in dien zin, dat zij op het schavot vóór het stadhuis aan den scherprechter zou worden over geleverd, „om door denselven aan de op gerichte halve galg, waar aan een bos strooi is gehecht, met roeden strengelijk ten bloede te worden gegezeld," en| daarna voor den tijd van vijftig jaar in een der tuchthuizen binnen', de Bataaf sche republiek te worden opgesloten. Daar het tuchthuis te Middelburg toen overvol was, wezen de rechters het Bredasche Tuchthuis in de Halstraat Pe- tronellelke tot „eeuwigdurenden kerker" aan, om binnen zijn muren haar verdere levensdagen te slijten bij het spinnewiel. En alsof ze den leeftijd van Methusalem zou halen, werd ze bovendien veroor deeld tot een eeuwig bannissement uit Holland en Zeeland na afloop van haar straftijd benevens in de kosten van haar proces, Zij plukte dus wel de hittere vruchten van een teleurgestelde liefde. A. HALLEMA.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1931 | | pagina 5