MONDEN.
DOOR
ALICE CAMPbEt
jjNGEN DEM LOF'
BilOi 11 B BC STANDAARD
PM 1 It ill W& COMBINATIE
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 DECEMBER 1930. No. 302.
De Elfde Nederlandsche
Volkstelling.
NIEUWS UIT BELGIE.
Waartoe de volkstelling dient-
Wat men op de kaarten moet
invullen, En wat niet.
Binnen enkele dagen zal op de ge-
heele bevolking van Nederland een be
roep worden gedaan om mee te werken
aan de elfde Volkstelling. B. en W. van
Middelburg verzoeken ons, uit naam
van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek, daaromtrent onderstaande me-
dedeelingen te willen publiceeren, in de
verwachting dat, wanneer men ze be
waart en de volgende week naast de in
te vullen kaarten legt, ze het werk ge
makkelijker zullen kunnen maken.
Het ondeelbare moment, waarop het
jaar 1931 zijn voorganger opvolgt, is het
tijdstip der elfde volkstelling, die be
oogt, een overzicht te krijgen van de
bevolking, zooals zij op dat middernach
telijk tijdstip is samengesteld.
Het bevolkingscijfer, dat bij benadering
wel bekend is, zoo nauwkeurig
m o g e 1 ij k vast te stellen, is noodza
kelijk, omdat het den wettelijken grond
slag vormt voor de berekening van de
bijdragen van het Rijk in de kosten der
gemeentelijke huishoudingen.
De bevolkingsregisters vormen de
gewone bron voor de kennis van dit
steeds veranderlijke cijfer, maar geen
menschenwerk is onfeilbaar en de bevol
kingsregisters zijn afhankelijk van de
nauwgezetheid, waarmee de bevolking
de voorgeschreven aangiften doet. Een
controle eens in de tien jaren daarop is
niet te veel.
De nauwkeurige vaststelling van
het bevolkingscijfer heeft nog ander
practisch en ook wetenschappelijk be
lang, In alle landen wordt de Volkstel
ling benut om enkele gegevens te verza
melen over de samenstelling der bevol
king, hare samenwoning, de beroepen,
welke hare leden uitoefenen en zoo
meer. Voor het verkrijgen van gegevens
voor belastingaanslagen dient de Volks
telling echter niet.
In de laatste dagen van December
worden de Volkstellingskaarten huis aan
huis afgegeven, in omslagen, welke er
één bevatten voor afzonderlijk levende
personen, een aantal voor gezinnen. Aan
de gezinshoofden in dit laatste geval
de taak om ze in te vullen.
Is een lid van het gezin afwezig, dan
vult het gezinshoofd niettemin diens
kaart in. Heeft hij gasten of tijdelijk in-
wonenden, dan worden hem, behalve dc
gele en witte kaarten (mannen en vrou
wen), ook oranje en (of) rose kaarten
voor tijdelijk aanwezigen uitgereikt. Is
het geheele gezin afwezig en treft de
teller dus als hij de kaarten wil afgeven
niemand aan, dan zorgt het Gemeente
bestuur voor de verdere afwerking
Begin Januari worden de kaarten weer
opgehaald. Zoo dikwijls de invuller zich
voor een vraag gesteld ziet, waarop het
antwoord niet eens voor al vaststaat,
moet hij nagaan: hoe is de toestand op
31 December te middernacht; wie maken
op dat moment deel uit van mijn gezin;
wat zijn op dat moment de beroepen van
mij en van mijn gezinsleden en/ zoo ver
der; het „tijdstip der telling", is het
„nul uur nul" tusschen oud en nieuw.
De kaarten bevatten drieërlei.
Op de voorzijde, heel bovenaan, staan
vragen, welke reeds door het Gemeen
tebestuur zijn beantwoord; men moet ze
nazien, en waar noodig, duidelijk
zichtbaar verbeteren. Alleen
de leeftijd moet er nog worden bijgezet.
Aan denzelfden' kant is, onder de
dubbele streep, een reeks vragen ge
steld, aan de achterzijde der kaarten zijn
toelichtingen hierop gegeven.
De eerste vragen betreffen het gezin.
Uit de toelichting blijkt, dat het gezin
48.
Even daarna, loen hij zijn koffie op
had gedronken vond hij zijn tante in
de hall bezig een flesch open te maken.,
,,'t Is de glazen stop, cïie niet draaien
wil. Wat heb je nu aan een flesch die
niet open kan."
„Geef ze mij, ik zal haar onder de
heete kraan houden."
„Dat heb ik gedaan, het helpt niet
„Dan zal ik het probeeren met een
brandende lucifer."
„Hij hield de flesch boven de vlam.'
„Daar gaat hij." Hij draaide aan de slop,
de flesch knapte, een gilletje van miss
Clifford en een scherpe lucht vulde de
kamer en de inhoud van de flesch lag
op het karpet. De hals was er afgebro
ken en Roger had een diepe snede in
zijn duim, waaruit het bloed rijkelijjk
vloeide.
„Hoe akelig, het spijt mij zoo. 'Wat
nu gedaan?"
De oude dame keek versuft en Roger
keek naar het bloed in zijn handpalm.
„Haalt u mijn zakdoek eens uit mijn
is op te vatten als „huishouding". Met
„inwonend" dienstpersoneel wordt be
doeld personeel dat nachtverblijf
heeft in het huis van het gezinshoofd.
Bestaat dit personeel uit een gehuwd
paar, dan vormt dit paar (al of niet met
kinderen) een afzonderlijk gezin. Hun
kaarten behooren in een afzonderlijken
omslag te liggen en door het hoofd van
d i t gezin te worden ingevuld.
Voor inwonende familieleden wordt
door het gez'nshoofd opgegeven in welke
betrekking ze tot hem staan (moeder,
schoonzuster, enz.)
Bij den burgerlijken staat moeten ge
huwden, ook als ze niet in dezelfde wo
ning wonen, invullen „gehuwd". Zijn ze
krachtens rechterlijke uitspraak „ge
scheiden van tafel en bed", dan vullen
ze dit laatste in.
Bij de vraag naar de kerkelijke ge
zindten is een reeks officieel bekende
kerkgenootschappen en zelfstandige
kerkelijke gemeenten in de toelichting
opgegeven. Daaraan moet nog worden
toegevoegd het, na het afdrukken van de
kaarten bekend geworden, kerkgenoot
schap „Gereformeerde Kerken in her
steld verband".
In géval van twijfel omtrent den juis-
ten naam van het kerkgenootschap,
waartoe men behoort, kan men opge
ven, bij welken predikant men ter kerke
gaat of welke kerk men bezoekt; de
Gemeentesecretarie zal er dan den juis-
ten naam wel bij zetten. Wie niet tot
eenig kerkgenootschap gerekend wil
worden, geeft op: „geen kerkgenoot
schap'. „Onverschillig", of invulling mei
een streepje, moet men niet doen.
De beantwoording der vragen naar de
bezetting der beschikbare woonruimten
vereischt oplettendheid en juist inzicht.
De eerste van deze vragen is alleen
voor ge gezinshoofden bestemd; bij de
aantallen, in het antwoord in te vullen,
en aangevende de samenstelling van hei
gezin, hebben zij zich zelf mee te
tellen. De volgende vragen zijn zoo
wel voor gezinshoofden als voor alleen
wonende personen.
Onder de voor bewoning bestemde
vertrekken moeten slaapvertrekken
w e 1 worden meegeteld, die dan ook
nog eens afzonderlijk worden opgegeven,
doch bergzolders en -kelders niet wor
den m eegerekend, zelfs al is men doot
gebrek aan voldoende woonruimte ge
dwongen zoo'n 'bergzolder of -kelder
als woon- of slaapruimte te gebruiken.
Men vindt in dit geval twee afzonder
lijke vragen daarvoor aan het slot van
deze rubriek.
Gangen, portalen, vestibules zijn
evenmin voor bewoning bestemde ver
trekken; dwingt te krappe behuizing bij
voorbeeld een portaal als nachtverblijf
in te richten, dan geldt hiervoor weer
hetzelfde als voor de bergzolders. Even
zoo wanneer een hall als wachtkamer
wordt gebruikt.
Daarentegen moeten een badka
mer waarin geslapen wordt of die als
linnenkamer wordt gebruikt, of een
serre die tot slaapvertrek dient, wel
bij de woonvertrekken meegeteld.
In het algemeen tellen badkamers
mee als woonvertrek, tenzij ze slechts
bestaan in een afgeschoten ruimte b.v
onder een trap met douche of waschge-
legenhe'd.
Bedsteden, welke als kast of zoo wor
den gebruikt, tellen niet mee.
Tot de lastigste vragen behooren die
welke het beroep betreffen, omdat zich
op dit gebied zooveel verscheidenheid
voordoet, en het te doen is om een zoo
gespecialiseerd mogelijk overzicht te
krijgen van alle beroepen welke in ons
land worden uitgeoefend.
Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aan
zien van hen, wier werkzaamheid ligt op
het gebied van zaken, ondernemingen,
bedrijven of instellingen een splitsing te
maken in 4 zoogenaamde beroeps
posities:
a. personen, die in hun beroep als
broekzak."
„Neem dc mijne, blijf stil staan, ik zal
zuster Rowe roepen. Die ellendige flesch,
het is mijn schuld." In haar agitatie
kwam ze zonder te kloppen in de zie
kenkamer en riep: „Zuster Rowe, kunt
u dadelijk komen, mijn neef heeft een
groot ongeluk gehad."
„Een groot ongeluk."
..Ja, helpt u even?'"
Esther stond over 't bed gebogen aan
den tegenovergestelden kant van den
dokter, die den patiënt juist een in;
spuiting had gegeven. Ze staarde ver
schrikt naar miss Clifford, terwijl zij
cie naald, die de dokter haar juist gege
ven had, in de hand hield.
„Zeker ik kom dadelijk."
Ze haastte zich de kamer uit achter de
oude dame aan, het aan den dokter over
latende den patiënt toe te dekken.
„Zuster"
Ér was een knorrige toon tin zijn
stem. i
,',Ik kom dadelijk terug, dokter. O, wat
heeft hij met zijn hand gedaan?"
Ze stond aL naast Roger, die met 'de
doorweekte zakdoek zijn hand' stond' af te
vegen.
„Lfeve zuster, het is maar een snee;
herA u een lapje om er om heen te
doen?"
„Laat mij eens zien?Ze bekeek de
diepe snede en riep tegen de zieke: ,,'t
Is maai* een snede, sir Charles, het is
niet erg." Daarop haalde ze haar ver
zelfstandigen" moeten worden be
schouwd; dit zijn zij, die eigenaar zijn
van een zaak, een onderneming een be
drijf of een instelling of die voor eigen
rekening zonder personeel hun beroep
uitoefenen;
b. personen, die als bedrijfshoofden
zijn te beschouwen, b.v. Directeuren van
Naamlooze Vennootschappen of van
Coöperatieve instellingen, in het alge
meen dus personen die aan het hoofd
van zaken eitó. staan, zonder dat zij
daarvan eigenaar zijn;
c. personen, die in meer onderge-
sch'kte positie in een zaak enz, werk
zaam zijn en belast zijn met toezicht
over het gewone personeel (b.v. bedrijfs
leider, opzichter, meesterknecht, depót-
of filiaalhouder, winkelchef e.d.);
d. personen, die als het gewone per
soneel zijn te beschouwen en dus geen
der onder a, b en c beschreven posities
innemen (arbeiders, waaronder ook
voormannen, employés, beambten en
dergelijke in een zaak enz. werkzaam).
Om het mogelijk te maken de ver
schillende door de bevolking uitgeoefen
de beroepen in een aantal groote be-
drijfsklassen en deze wederom in klei
nere bedrijfsgroepen in te deelen, wordt
gevraagd den aard der zaak, de onder
neming, het bedrijf of de instelling op te
geven waarin men werkzaam is. Ver
melding van de afdeeling waarin men
werkzaam is, is in vele gevallen onmis
baar om een juiste kennis van den aard
van het opgegeven beroep te verkrijgen,
b.v. in een machinefabriek de afdeeling
bankwerkerij. Opgave van de bijzondere
in gebruik zijnde benaming van de
werkzaamheid strekt al mede om het
juiste inzicht in den aard van het beroep
te bevorderen.
Naam en adres van de zaak, waar men
werkzaam is, worden gevraagd om g
legenheid te openen tot het vragen van
nadere inlichtingen, ingeval de beant
woording onvoldoende is voor een juiste
rangschikking.
Beantwoording met algemeene be
woordingen als „arbeider" of „werk
man" is natuurlijk geheel onvoldoende.
Personen die meer dan één beroep
u'toefenen, vermelden alleen hun hoofd
beroep, dat de voornaamste dagtaak
vormt. Gepensionneerden geven op:
„zonder beroep" wanneer zij tenminste
geen beroepswerkzaamheden meer ver
richten. Doen ze dit wel dan geven ze
deze werkzaamheden als beroep op, ook
al vormen ze geen volledige dagtaak.
Wie uitsluitend leeft van rente,
uitkeeringen en dergelijke, vermeldt:
„zonder beroep". Wie hoofdzakelijk leeft
van huizenbezit (verhuren) geeft op.
„huizenexploiant".
Bijzondere moeilijkheden geeft het tel
len van schippers en woonwagenbewo
ners. Een afzonderlijke regeling is voor
deze personen zonder vaste woonplaats
getroffen.
In de omslagen bevinden zich ook
groene kaarten. Deze dienen voor de
Bedrijfstelling welke gelijktijdig
met de Volkstelling zal worden
gehouden. Hierover is gisteren reeds een
afzonderlijke mededeeling verschenen.
Tenslotte zal op 31 December in een
aantal gemeenten vanwege de Neder
landsche vereeniging tot bevordering
van den arbeid voor onvolwaardige ar
beidskrachten (A. V. O.) nog een apart
onderzoek worden ingesteld, dat geen
deel uitmaakt van de volkstelling, Th
Middelburg vindt dit speciale onderzoek
niet plaats.
Met beste
dogeiijkiche
midde| ter
oowekkinq en
verfrisschirig.
U!
(Ingez, Med.)
bandkistje en miss Clifford maakte de
tafel leeg.
„Wat bent u een heerlijke hulp, zus
ter Rowe. Moet het gehecht Worden?"
„Neen, maar wel verbonden, 't Is op
zoo'n lastige plaats en de rechterhand
nog wel."
„Adieu tennis, golf, voor de rest van
mijn verblijf hier" zeide Roger spijtig.
„Wat een tegenvaller.
.JVetjes en handig ging Esther te werk
en spoedig zat de hand in een keurig
wit verband, dat naar jodium rook. Ze
voelde, dat Roger geen oog' van haar
afwendde.
„Kan ik ook helpen?"
"Deze vraag, op gemaakten toon ge
daan, kwam van den dokter, die in dc
deuropening stond en het drietal met
doffen, onderzoekenden blik aanzag.
„Neen, dank u dokter, ik ben net
klaar. Hebt u me niet noodig?" Ze dacht
dal hij iets had willen zeggen.
„Neen, op het moment niet."
Langzaam kwam hij de kamer binnen,
terwijl zijn oogen onderzoekend rondgin
gen over tafel, schoorsteenmantel elf
Louis XV latafel. Toen ging hij weg! ge
preoccupeerd.
„Wat een zonderlinge man", zeide
miss Clifford met een glimlach. „Nu zou
het toch dood natuurlijk' zijn geweest als
hij gevraagd had hoe Roger zich zoo
kon snijden."
Maar Esther, wetende hoe die onbe
duidende kleinigheden den dokter niets
'n Toestel om te bezingen - 'n Luidspreker
om in geestdrift te geraken - 'n Combinatie
om in stille bewondering van te genieten.
Zoo gemakkelijk te bedienen, zoo mooi
en vol en rein van toon, zoo selectief'.
Wat 'n toestel! Wat 'n luidspreker!
Philips toestellen veroorzaken geen burenstoring.
(Wat gij niet wilt dat U geschiedt
(Ingez. Med.)
(Van onzen bijzonderen correspondent.)
De landbouwcrisis, Olfi-
cieele belangstelling, Tegen
de sovjets en hun dumping.
Op het oogenbl'k is er in België geen
enkele categorie burgers, die meer do
bezorgdheid heeft van de officieele
heeren dan de boeren. Het gaat name
lijk met de Belgische boeren zeer slecht,
om verschillende redenen. De eerste is,
dat België als elk ander land, wiens
grenzen open staan voor den wereld
handel, de gevolgen ondervindt van Ie
economische wereldcrisis. De tweede,
dat de Belgische landbouw nu reeds
twee jaren achtereenvolgens een slech
ten oogst heeft gehad. Dit jaar is de
oogst buitengewoon slecht geweest. Wat
de ^aangewassen betreft, schat men in
officieele kringen van het ministerie van
Landbouw, dat de opbrengst dit jaar 35
pet. minder is geweest dan van een nor
malen oogst.
Hoe dikwijls men het ook vergeet,
België is en blijft een land welks land
bouw een belangrijke rol speelt, de be
langrijkste zeggen sommigen, in de na
tionale huishouding. De industrie pro
duceert voor 13 milliard francs, de land
bouw voor 18 milliard. Dergelijke ver
houding wijst er voldoende op, hoe een
groot percentage van de Belgische be-
konden schelen, vond het niet zoo
vreemd.
Vlug knoopte zij hel windsel vast om
Roger's pols. „Dat moet u omhouden,
het mag niet nat worden."
„En als ik nu in het bad ga?"
moet een douche nemen of Chal
mers moet u roskammen als een paard",
zeide ze vro.olijk. „Ik zou toch wel eens
willen weten of de dokter iets noodig
had; ik wil hem niet boos maken."
„Hoor eens hier", zeide Roger, „u
besteedt Lc veel aandacht aan zijnmo
gelijke wenschen. Zeg hem dat hjj naai
den duivel mag Ioopen."
„En waar moet ik dan heen?" lachte
ze. „Zeker met den eerstvolgenden Irein
uit Cannes vertrekken?"
Getroffen door zijn warmen loon keek
ze op en za;g zijn .vroolijke oogen ernstig
worden. Ze had hel gevoel, dal alleen
de aanwezigheid van zijn tante hem
belette haar een kus të geven.
"Met een nevel voor oogen en gejaagd
ademhalend verrichtte ze haar werk
lieden. Steeds had ze Roger's beeld voor
oogen en ze begon te geloovem! dat hij
van 'haar hield. Als het maar echt was
mannen vergeten zoo gauw.
Naar ae zitkamer teruggaande, zag! ze
eten 'dokter bij het venster staan, zoe
kend ïn zijn zwart leeren tasch. Dadelijk
kreeg ze het gevoel dat er iets niet in
orde was. Zijnn trekken waren strak ge
spannen. Was hij verstoord over iets?
Ze kon maar niet bedenken waarover.
volking wordt getroffen, wanneer crisit.
heerscht in den landbouw, en dat, bijge
volg, ook naar middelen moet worden
gezocht, om er aan te verhelpen.
Zeker, de machtige organisatie van. de
Belgische boeren, met name de Boeren
bond, heeft zich reeds lang ingespan
nen, om de aandacht van de verschillen
de regeerirrgslichamen te vragen voor
de landbouwcrisis. Men is echter slechts
tot de ontdekking gekomen, dat er iets
moest worden gedaan toen de Russische
Staatshandel ook met landbouwartikelen
een dumpingpolitiek is gaan voeren
België heeft geen diplomatieke batrek
kingen met Rusland. De handel, welke
wordt gedreven met Rusland, wordt ge
regeld door bem!ddekng van da te Pa
rijs en Londen gevestigde sovjetverte
genwoordigers. In België is een zeer ac
tieve organisatie gevestigd, welke door
alle middelen de sovjets tracht te be
strijden en hierin steeds flink is ge
slaagd. Het is ons bekend, dat deze or
ganisatie ook in Nederland werkzaam is
Zij verleent aan haar actie niet de
minste publiciteit, maar door haar rela
ties in leidende kringen, met de Russi
sche emigratie en met sommige centra in
Rusland zelf, besch'kt zij over de beste
inlichtingen en documentatie, om de
sovjets in hun diplomatieke en politieke
werking te belemmeren. Het feit, dat de
toestand van de boeren al niet rooskleu
rig is, was dan ook een middel, of een
voorwendsel, als men wil, om een actie
Hij zeide niels, maar volgde haar in de
badkamer toen ze er de kom. die ze> voor
Roger's hand gebruikt had. terug! bracht.
„Zuster Rowe", zeide hij heel gewoon
maar zijn stem had een vreemde klank.
„Ja dokter".
In zijn hand had hij het étui met het
injectiespuitje. „Wat hebt u gedaan met
de naald, die ik zooeven gebruikte?"
Even fronste ze hel voorhoofd. „De
naald?" en verbluft staarde ze licm aan.
HOOFDSTUK 23.
„De naald, heb ik die gehad?"
„'Zeker, ik gaf ze u zooals ik altijd
doe". Ze wreef zich het voorhoofd,
'moeite doende het zich te herinneren.
„Hebt u dat gedaan?" zeide ze, VTUi
haar stuk gebracht. „Ik herinner het mij
niet."
„Maar ik Wel. Ik wil haar terug heb
ben. Wat hebt u er mede gedaan?
Ze, herinnerde zich er niets van. Het
ongeval met Roger's hand had al het
andere uit haar geheugen g'ewischt.
„Weet u het zeker?" stamelde zc.
„Zeker" zeide hij op stelïigen toon
en met een gebaar van ergernis. „Ik zeg
u, dat u de naald in uw hand had loeu
u de kamer uitvloog. Daar is geen twij
fel aan."
Wordt vervolgd