TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 18 DECEMBER 1930. No. 297.
GEMEENTERAAD VAN
MIDDELBURG
DOOD
ALICE CAMPBËh
WEERBERICHT etc.
(Vervolg.)
Geldleening.
Na een geheime vergadering vereenig-
de de raad'zich met algemeene stemmen
met een voorstel van B. en W. om een
geldleening aan te gaan van f 2.000.000
met de Amsterdamsche Bank, en de Rot-
terdamsche Bankvereeniging tegen 4
pet, af te. lossen in 40 jaar, ter aflossing
van de Rijksvoorschotten voor de woning
bouw vereenigingen en voor het in orde
brengen van het industrie terrein.
Steun werklieden Boddaert
Co.
Nog werd besloten steun te verleenen
tijdens de slapte op de fabriek, der firma
Boddaert en Co.
De heer PAUL juichte het toe dat
deze werkgever wat voor zijn werklieden
over heeft.
4. Aankoop grond echter Zuidsingel.
Dit voorstel werd z. h. st. aangenomen.
5. Verandering toegang school C.
Mevr. DE GRAAF vroeg of er nieti
gedacht is aan- een toegang door de
Heerenstraat.
De VOORZITTER zeide, dat de wa
gens voor het kleedingmagazijn ter plaat
se moeilijkheden oplevert.
De heer PAUL bespreekt het z. i. te
laag hangen der lampen.
De VOORZITTER zegt toe dit na te
gaan.
De heer WONDERGEM vraagt of de
speelplaats groot genoeg is.
De VOORZITTER en de heer ON-
DERDIJK verzekeren van wel.
De heer VERTREGT vindt sommige
posten op de begrooting nog al hoog.
Spr. meent, dat het op die manier
makkelijk is beneden de begrooting te
blijven.
De heer ONDERDIJK zegt dat men
rekening meest houden met een oud ge
bouw, en men voor verrassingen kan ko
men te staan. Spr. gelooft ook dat de
kosten meae zullen vallen.
De heer VERTREGT vindt de 10 pCt.
opgeld niet noodig.
De heer ONDERDILi. zegt, dat de
ervaring heeft geleerd, dat men niet
dikwijls aan den lagen kant is met de
begrooting.
De heer HONDIUS meent, dat het ge
bouw nog geen menschenleven oud is.
Dit voorstel werd z. h. st. aangenomen.
6. Benoeming tijdelijk boekhouder Ge
meentewerken en bepaling van diens
zekerheid.
De heer V. D. FELTZ begrijpt niet
waarom Vader er bij is gehaald.
De heer ONDERDIJK zegt dat men
met diens vaste aanstelling gewiacht heeft
tot dat men zeker weet of de betrok
kene wel geschikt zijn.
Het voorstel werd z. li. s. aangenomen.
7. Reorganisatie Brandweer (materieel,
personeel en alarmstelsel).
De heer STREEFKERK spreekt waar-
(deering uit voor het rapport van B. en
W. waarbij rekening is gehouden met de
Middelburgsche toestanden. Ten eerste
bespreekt hij de commandantkweslie.
Men heeft voor hem hier geen volle
dige dagtaak en stelt men iemand aan, die
buiten Middelburg ook werkt, dan is hij
veel te veel weg. Men kan iemand aan
stellen ,die het als bijbelrekking neklcedt.
Men moet iemand hebben in staat ad
viezen te geven, hij moet leiding hebben
en met personeel kunnen omgaan.
Spr. is voor een centrale opberging
van het materiaal, men heeft beter toe
zicht en alles staat gereed voor uitruk
ken. Spr. denkt aan verbouwing Van de
school op de Nieuwe Haven, deze staal
geheel vrij en is vlak bij de Stadsschuur.
De chauffeurs ,die aan de spuiten geen
\hJ'
43.
Na een korte stilte antwoordde Roger:
„Ik wel, ilk' wist dat ze een helsch spek
takel zou maken en ik heb mijn vader
gewaarschuwd". Hij zweeg, nadenkend
wat wel, wat niet te vertellen. „Er is
(geen reden .waarom ik het niet zeggen
zou; ik heb het gevoel of i'k1 u al laing
genoeg ken. Ziet u, al lang geleden heeft
mijn vader mij tot zaakwaarnemer be
noemd over al zijn bezittingen. In geval
hij sterft krijg i'k groote macht over
Thérèse of liever gezegd niet zoozeer
macht daD wel kennis van al haar doen
"'en laten. Ze weet, dat het een bloote
formaliteit is, en dat ik me nooit in
haar zaken zou mengen. Maar zij haat
dit idee en dat is alles."
„O", zeide Esther verbluft
„Misschien hebt u net wel eens opge
merkt, maar ze vitndL me niet sympathiek
en wil liever niets met me te doen heb
ben."
„Is ze zoo op u gebeten? U had eens
moeten zien hoe woedend of ze was."
„Dat kan ik me voorstellen, ik ben
dagtaak zullen hebben kunnen dan ver
der daar werk verrichten. Men kan er
een drcogloren aan verbinden en wellicht
Later een kiiminrichling. Een droogplaats
hier-zal beter zijn dan in de Lange Jan.
De VOORZ. wil direct spreken over
den beroepscommandant van f 4000.
Men is Vrijdag j.l. in het college van
God. Staten geweest en ook waren daiar
B. en W. van Ylissingen. Deze willen
niets weten van samenwerking inzafke
het commando, omdat zij een goeden
(commandant hebben. Van de provincie
is geen steun te verwachten em de Prov.
Brandweer Bond is zoo slecht bij kas,
dat van hem nooit iets is ite verkrijgen.
Mevr. WEIJL meent, dat toch ook het
rijk bij een goede brandweer te Mid
delburg belang heeft, bijv. voor het Stad
huis te Veere.
De VOORZ. zegt, dat waar spuit L.
in de Abdij zal vervallen waarvan het
rijk de kosten betaalde, het wel mogelijk
is, dat er iets van het rijk te krijgen zal
zijn, maar dan waarschijnlijk een som in
eens.
De heer VERTREGT: „Als het dan
maar een groote som is".
Mevr DE GRAAF zegt op menig punt
met B. en W. -te kunnen medegaan. In
zake het groot materiaal gaat spr. mede
met de groote spuit.
Wat betreft den ladderwagen, zegt spr.,
dat B .en W. nu wel zeggen, dat wij
er reeds twee hebben, maar zij zou
toch wel beter vinden er een aan 'te
fichaffen zooals de commissie uit de
K.N.B.V. heeft aanbevolen. Spr mist on
der hel aan te schaffen kleinmateriaal
een springzeil en meent dat een schuim-
bluschapparaat van f 1900 te groot is
gedacht ,men kan toch in Amsterdam
gocdkcoper terecht.
De VOORZ. zegt dat hetgeen mevr.
De Graaf bedoelt iets heel anders is,
Hier geldt het een heele installatie.
Mevr. DE GRAAF zegt dat als het an
dere ook goed is men daarop dan toch
kan bezuinigen. Spr. is voostandster van
een centrale bergplaats daarvoor is wel
terrrein te vinden bijv. de Vischmarkt of
hel terrein achter de arbeidsbeurs, waar
van den ingang is te verbreeden. Spr.
meent een centrale bergplaats niet nader
te behoeven aan te hevelen gezien de
vele deskundige aanbevelingen in de
Middelburgsche Courant. Spr. meent dat
men niet duurder uit zal zijn ,dan in
verschillende garages, die toch ook be
laald moeten worden.
Vaste chauffeurs worden niet noodig
geacht, want die zouden geen voldoend
werk hebben. Een klimhuis is hier niet
noodig!, dat is alleen het geval bij een'
beroepsbrandweer, hier zullen het men-
schen zijn, die toch kunnen klimmen,
Spr. is voor een droogtoren bij een cen
trale oergplaats, en niet in den A'bdijto-
ren. Met de kringen en het atarmstelse]
kan spr. mede gaan, doch vraagt of het
niet beter is de brandmeesters telefoon
te igeven, mede als posten voor melding
van branden, en spr. zou aan deze pos
ten ook bij particulieren in alle deelen
van de stad uitbreid'ng willen geven. Wat
het personeel betreft is spr. het niet
eens met B. en W. en zij betreurt heli,
dat totaal geen advies is gevraagd dan
de bestaande brandweer in tegenstelling
met de reorganisatie in 1924. Spr. kan
begrijpen ,.dat men daarover aan die
zijde ontstemd is. Zij zijn te Middelburg!
de eeniige die deskundig geacht kunnen
worden. Zij hebben zich steeds daaraan
toegewijd en zijn er steeds in geslaagd
den brand tot één perceel te bepalen.
De brand in de Langedelft was niet
hun schuld en spr. denkt, dat de vrij
willige brandweer met hetzelfde materi
aal ook niet veel meer had uitgevoerd.
Ook elders komen groote branden voor.
In 1924 is juist van hen de vraag uitge
gaan naar betere watervoorziening. Toen
is er niets van gekomen, toen achtte imen
het wellicht te duur en niet noodig. Als
men toen met deze plannen was geko
men, waren zij zeker niet aangenomen,'
een scherpe angel in haar vleescLi."
Maar u zoudt haar toch niet..."
„Aan banden willen leggen, o neen. De
toestand is voor mij even ellendig als
voor haar. Ik wensch niet gedwongen
te zijn te weten wat zij met haar geld
uitvoert. Maar ik hoop mijn Vader nog tot
andere gedachte te brengen ,als hij wel
genoeg is. Hij is zoo koppig als een ezel
Ze glimlachte even en zeide: „Ik vrees,
dat uw stiefmoeder van nu af aan een
grooten hekel aan mij zal hebben. Maar
ik kon toch niet rustig toezien, toen .ze
zoo den ouden man aanvloog. Ze leek
wel een tijgerin."
Bang, onbescheiden te zijn, hield ze
op.
„U hoeft geen verontschuldigingen te
maken. Een feit is 'een feit. Maar het
spijt me dal u met da,t onaangename feit
zoo in aanraking kwaiamt. U behoeft u
zelve niets te verwijten."
,,'t Zal heel moeilijk zijn, de verhou
ding is lastig [geworden."
.„[Daarom niet getreurd. 2e is nu van
plan voor een tijdje opgeborgen te zijn
en u hebt niets met haar te maken."
Verwonderd zag ze hem aan. „Hoe be
doelt udat ze is van plan?"
„Wel, dat doet een hysterica immers
altijd, wanneer ze andere menschen in
het ongelijk heeft ges'.eld, narigheid heeft
berokkend en sympathie wil opwekken.
Die streek wordt zooveel uitgehaald.
Vindt u dat ook niet?"
„Dat weet ik niet", zeide ze zacht. „De
Nu zit de schik erin. Spr. acht een liiK>-
ige bezoldiging vcor een commandant niet
noodig, o.a. te Zutphen, Deventer en Ber
gen op Zoom heeft men iemand voor
niets, te Alkmaar belaialt men f 300, te
Goudai f 75 en nu vraagt men voor hier
f 1200.
De VOORZITTER zegt dal bedoeld
is een maximum van f 1200.
Mevrouw DE GRAAF meent, dat men
voor f 1200 toch geen beroepsman kan
krijgen, want die is hier niet te betalen,
nu niet op samenwerking Ikian worden ge
rekend. Tot samenwerking doet men
makkelijk een voorstel als men zelf het
centrum vormt. Men moet .goed zoeken
onder de bestaande brandweer en een
centrale bergplaats brengt nog geen
br? n dweerbedrijfOok hier zijn men
schen, die willen medewerken.
De VOORZITTER meent, dat een cen
trale bergplaats reeds een brandweer-
bedrijf is.
Mevrouw DE GRAAF deukt dat er wel
goede krachten zijn die met een 'klein
corps veel kunnen bereiken. Men moet
een oproep doen voor directeur en met
hem verder overleggen. Ook heeft spr.
het verkeerd gevonden, dat met geen
enkel woord over de vrijwillige brand
weer is gesproken. En dat B. en Wi.
niet gezegd hebben hoe zij tegenover
deze staan. Spr. zou toch nog wel metl
Ged. Staten willen spreken en vragen
hun invloed aan te wenden op mede
werking van plattelandsgemeenten op
Walcheren. Men is daar toch zeker van
de hulp van Middelburg.
De VOORZITTER zegt dat van die
gemeenten geen geld is te verwachten.
Mevrouw WEIJL acht dit een bekrom
pen standpunt van die gemeenten, men
zal in de toekomst toch den weg van sa>-
menwerking op moeien.
De VOORZITTER zegt dat de com
missie uit de K. N. B. V. toch wel dege
lijk alle partijen en ook het bestuur dei-
bestaande brandweer heeft gehoord.
Mevr. DE GRAAF meent, dat er toch
ook contact met het bestuur had kunnen
zijn toen B. en W. van het advies van
die commissie afweken.
De VOORZITTER zeide nog, dat hel
de bedoeling is de leden van de oude
brandweer allen eervol te ontslaan en
uit allen nieuwe te zoeken.
Mevr. DE GRAAF blijft de houding
van B. en W. betreuren.
De heer CORNELISSE zegt met «eni
gen schroom over dit onderwerp het
woord te voeren, gezien ook de vele
artikelen er over in de Midd. Crt. Vol
ledige opvolging van het advies der com
missie was niet duidelijk,, zij bekeek te
veel de technische zijde van de kwestie,
terwijl B. en W. ook rekening moesten
houden met de financieele zijde. Nu zal
men wel geen idealen verwezenlijken,
maar toch een organisatie krijgen, die
groote branden kan bestrijden. Spr. is
voor een groote spuit en niet voor twee
'kleine, zooals de heer Jeronimus voor
stelt, als men in diens gedachtegang
voortgaat kan men er ook vier van 500
L. capaciteit nemen. Ook,' spr. twijfelde
direct aan de mogelijkheid van samen
werking, gezien de mentaliteit van Ylis
singen, o.a. bij de slachthuiskyvestie en
ook de opvattingen op 't platteland. Een
commandant van f 4000 zou zeker luxe
zijn. Waai- zou deze zijn werk moeten
zoeken en dit geldt ook voor vaste chauf
feurs. Een groote brand is een unicum
en zal wellicht nooit meer voorkomen,
wij zullen het althans niet meer heieven.
Men kan eens rond zien of er bij de ge
meente niet een geschikt persoon is,
een directeur, een hoofdopzichter of op
zichter, waarbij dan een technisch on
der—commandant ware te benoemen.
Men moet ook het personeel van ge
meentewerken niet op zij zetten .die héb
ben steeds de gevaarlijkste baantjes op
geknapt. Men kan deze kwestie ook
nog eens met de commissie bespreken
en ter kennis van den raad brengen. Men
mag ook zeker de vrijwilligers niet af
dokter ziet het ernstig' in. Hij heeft haar
ingespoten met anlo-toxins voor typhus".
.Ja waarom ook niet. Hij moet zijn
geld verdienen. En het zal haar niets
geen kwaad doen.'"
Aarzelend flauw glimlachend, zeide zij:
„Ze ziet er slecht uit."
„En dat zoudt u ook doen als u bin
nen een etmaal tweemaal zulke woeden
de buien had gehaden toen bang dat
hij te veel gezegd had, bracht hij een
ander onderwerp te berde. „Wat ten je
toch een plichtmatig wezentje, Esther, je
wilt niet hebben dal ik van iemand iets
kwaads zal zeggen. Ik mag je immers
wel bij -den naam noemen?"
Hij had haar aangezien met heel wat
meer belangstelling dan een chauffeur
gewoonlijk aan zijn metgezellin beloont.
Het gevolg was een te veel afwijken
naar den kant van den weg en bijna
waren ze tegen een lantaarnpaal ge
botst.
„Goede hemel, wal gaat die malle vent
doen?"
Esther gaf een gil en sprong op. Bijna
hadden ze een voetganger overreden,
die schuin overstak naar een klein café.
De man stond midden op den weg Roger
uit te schelden in een uitgezocht jar-
got en een kellner met een vuilen veor-
schoot en twee cafébezoekers op het
zijpad vielen hem ijverig bij. Roger ne
geerde dit gescheld en wilde doorrijden,
toen Esther hem bij den arm pakte.
„Houd even op, ik wil met dien man
wijzen, men zal er zeker goede krachten
onder vinden dié kunnen klimmen en
ook die verstand hebben van motoren
Men moet bij het aantal mannen rekenen
op de kans op afwezigheid en daarom
het aantal niet te klein maken. Spr. kan
zich vereenigen me-t plaatsing der auto-
isipuilen in garages, niet uit fnanciee.
oogpunt,, maar ook, uil practisch oog
punt. Wat betreft de mogelijkheid van
brand in een der garages zegt spr. dat
men toch de spuiten k.an verzekeren.
Maar als heide in een centrale staan,
en er komt brand dan heeft men heele-
maal niets meer. Men moet goed toezien
dat de spuiten apart staan en vlak' hij
den uitgang. Zeker zouden voorstellen
als deze in 1924 zijn afgestemd, maaï
nimmer heeft mc.n gedacht aan zulkeen
brand. Als men er met het bestuur over
sprak, zeide men altijd dat de brandweer
zoo in orde was.
De heer V. D.. FELTZ zegt als jonger
raadslid met nog grooter schroom over
deze kwestie te spreken. Maar wij leven
snel en het is niet makkelijk alles te
overzien,,., Het is een moeilijk werk de
opbouw, waar men nu aan bezig is. Spr.
wijst ook op de voortreffelijke stukken
in de Midd. Crt.. en brengt dank dat deze
de zaak steeds warm heeft gehouden.
Men verwachtte van spreker wellicht
een bestrijding, maar al ontbreekt de
strijdlust hem niet en hoopt hij, dat dit
nimmer het geval zal zijn, toch. zal h:j
zich tot enkele opmerkingen beperken.
En dit ook al heeft hij in iedere verga
dering naar den stand van zaken geïn
formeerd en nam de heer Mes het van
hem over, toen hij een keer uitstedig
was. Spr. meent dat er te weinig reke-
n ng is gehouden met de vrijwillige brand
weer, en ook met de bestaande brand
weer, waarvan wel veel kwaads is ge
zegd maar die toch ook wel veel goeds
heeft gedaan. Bij beide zijn uitstekende
krachten Men moet hun advies vragen
en dat zal veel ontevredenheid wegne
men, die ontstaan is. Middelburg is een
stad die door vele gebouwen van onge
kende schoonheid meer heeft te doen
dan andere plaatsen. Het stadhuis en de
Abdijgebouwen maken alleen een rege
ling nood g voor geval van brand en
waar de laatste rijksgebouwen zijn is het
niet meer dan behoorlijk dat het rijl
mede betaalt. Men zou ook maatregelen
kunnen nemen voor het Stadhuis en zeg
gen voor de Abdijgebouwen moet het rijk
zelf maar zorgen. Dat zou men niet loen
en ook niet willen doen, maar dan moet
het rijk ook medebetalen. Hetzij dan
door een bijdrage in de aanschaffing of
wel in de kosten van het personeel. Men
moet een commandant hebben, die het
als een bijbaantje heeft en bij de benoe-
ming z'ch niet bi nd staren op deskundig
heid. maar kjjken* naar den persoon van
den commandant, iemand, die flink kan
omgaan met menschen en die leiding kan
geven. Met de voorgestelde verdeeling
in kringen kan spr. accoord gaan, als ook
met het alarm systeem. Men moet dit
verder overlaten aan den commandant
Met het materieel gaat spr. in beginsel
accoord. Door de aanneming van de
burgerspuit, bet advies van de commis
sie, is men wel verplicht de groote spuit
te nemen. Met twee kleine kan men
toch ook niet op de waterleiding aan
sluiten. Spr. vraagt of B. en W. een be
paalde fabriek op het oog hadden.
De VOORZITTER zegt dat er met dr:e
fabrieken in ons land is gecorrespon
deerd en allen zeggen, dat de chassis
niet uil het land kunnen komen.
Dc heer VAN DER FELTZ wil nu
slechts in principe beslissen en het ver
eer aan den commandant overlaten.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W.
d'rect prijsopgave willen vragen.
De heer VA.N DER FELTZ zegt, men
.toch maar leek is.
De VOORZITTER zegt, dat men, zoo
noodig, nog eens advies kan vragen aan
de K.N.B.V.
De heer VAN DER FELTZ voelt veel
pralen, hij is een goede vriend van mij.."
Ze lachte toen Roger hoogst ver
baasd de auto stjl deed staan.
HOOFDSTUK XX.
De man op den weg, die er uitziajg
als een gezette „brigand", snelde met
den hoed in zijn hand op den wajgfen af.
,,'t Is de zuster, o zuster wat ben ik
blij u te zien."
„Jaques, 't is Jaques, de knecht van
den dokter."
Dit hoorende drukte Roger zijn spijt
uit over het feit dat hij hem bijrijm
overreden had De kleine kerel was hee-
lemaal niet boos meer, maar keek' zijn
vijand met stralende oo.gen aan.
,,'t Is niets mijnheer, 't was mijn
schuld. En hoe gaat liet met u zuster?"
„Best, en met jou, Jaques?"
,„Zco, zoo, ik nu zorgen voor kapitein
Holliday. Hij bij ons in huis logjeeren
maar niet voor lang' denk ik. De kapi
tein bijna den geheelen dag slapen. Ik
hoef niet veel te koken, ik leer cook-
tails mïfeen."
„Je zult blij zijn als de dokter terug
is?"
De kleine man aarzelde even
„Ik zal u wat zeggen, zuster; ik' niet
igeiooven dat de dokter vooreerst terug
komt."
„Waarom denk je dal?"
j,Ah" en terwijl hij met zijn eenen
schoen over het kiezel schuifelde, zei
de hij nog steeds aarzelend: „Omdat
de dokter er verleden van sprak, dat
18 December.
Barometerstanden.
Hoogste: 778.1 te Parijs en Maas
tricht,
Laagste: 733.8 te Isafjord.
Thermometer.
Hoogste en laagste temperatuur van
gistermorgen tot heden middag 12 u.:
Hoc gste: 36 gr.
Laagste: 32 gr.
Weersverwachting van het K. N. M. I.i
Zwakke tot matige Z.v-Wl tot Z.-O.
wind. Nevelig tot half bewolkt. Waar
schijnlijk droog weer. Iets kouder.
Vrijdag 19 December,
Zon op 8.08; onder 3.46.
Licht aansteken alle rijwielen, motorrij
tuigen en andere rij- en voertuigen
4.16.
Maan op 8.07 n.m onder 2.37 n.m.
Nieuwe Maan 20 Dec.
HOOGWATER VLI3SINGEN.
Middelbare tijd.
?rjjdag 19 Dec. 0 34 12.47
Saterdag 20 1.14 13 31
bandag 21 1.54 S 14 10
vlaandag 22 2 32 14 51
linsdag 23 3-1)7 15 33
Woensdag 24 3 45 16 11
donderdag 25 4.24 16.52
voor vrijwilligers, die trotsch zijn op een
baantje bij de brandweer. Moet er be
taald worden, dan kan men dit later al
tijd nog vaststellen. Spr. heeft over dc
kwestie van de centrale bergplaats lang
gedacht en vindt het vooral van de
kosten afhangt. Daarom wil spr. dat nu
niet beslissen maar vraagt volledige op
gaaf van kosten. Men moet oppassen
voor half werk. Spr. vraagt of de ge
meente geen beroeps chauffeurs heeft.
De heer ONDERDIJK zegt drie.
De heer VAN DER FELTZ meent, dat
die toch kunnen worden geoefend in bet
bedienen der spuiten.
De VOORZITTER meent nog steeds,
dat het brandgevaar in twee garages niet
grooter is en dat er weinig branden in
garages voorkomen.
Spr. meent, dat de exploitatie van
een centrale bergplaats zeer duur zal
zijn en men daarom beter kan beginnen
met plaatsing in garages. Men zet anders
een stap op den weg van een brand-
weerbedrijf en ten slotte kan men het
later altijd nog veranderen.
De heer VAN DER FELTZ meent,
dat men het vrijwel eens is, maar alleen
w'l hij de kosten leeren kennen.
De VOORZITTER zegt, dat men het
nog eens ernstig zal onderzoeken, maar
een plaats is zeker wel te vinden.
Mevrouw DE GRAAF wil de kwestie
toch in principe uitmaken.
De VOORZITTER meent dat dit beter
later kan als de juiste kosten worden
overgelegd.
De heer DEN HOLLANDER meent,
meent, dat een der belangrijkste dingen
is de leid hg, en hij kan niet begrijpen
xvaarom men niet eerst een directeur be.
noemde om met hem overleg te plegen.
Hij kan studie maken van de toestanden
in andere plaatsen.
De heer ONDERDIJK zegt, dat men
het advies van de K.N.B.V. niet op zij
kan zetten, die de voorwaarde stelde,
dat zij alleen advies zou geven.
Dc heer DEN HOLLANDER kan zich
dat niet voorstellen. De Middelburgsche
Courant heelt in deze veel leid'ng ge
geven en bracht vooral ook den beroeps
als kipjlein Holliday heenging hij ook
weg zou gaan voor een of twee maan
den naar Cognac, naar zijn familie. Hij
misschien ook voor goed weg uit Can
nes."
„Zou hij dan zijn praclijk opgeven?"
vroeg Esther zeer verwonderd
Met veel zeggend gebaar trok Jaques
de schouders op."
„Ik weet er niets van, hij zegt altijd
dat hij wil ophouden met werken en dan
hij weer zeggen tot den kapitein, daf
hij het Tuis wil onderverhuren."
„Het huis onderverhuren? Dus dan
zou hij weggaan? Hoe zonderling.'"
gVoor nl zuster, niet voor mij, ik 'ken
den dokter al zoo lang. Hij doet .altijd
domme dingen."
„Nu, ik ben blij je .gezien te hebben,
Jtaques, Adieu en het ;ga je goed."
Zij stak het hoofd buiten de auto en
en wuifcie Jaques vriendelijk toe, wat
hem tot in zijn ziel verwarmde.
„Tot weerziens zuster, tot weerziens
mijnheer, T ga u goed."
Toen ze weer doorreden merkte Ro
ger op: „Jouw Sartorius is een rare
kerel. Niemand, die hem zag, zoai hem
zooveel temperament toeschrijven."
„Toch is hij in de allere'erste plaats
een wetenschappelijk onderzoeker. Voor
zijn arbeid in het laboratorium zou hij
willen verhongeren."
Wordt vervolgd.