TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DONDERDAG 18 DECEMBER 1930. No. 297. GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG DOOD ALICE CAMPBËh WEERBERICHT etc. (Vervolg.) Geldleening. Na een geheime vergadering vereenig- de de raad'zich met algemeene stemmen met een voorstel van B. en W. om een geldleening aan te gaan van f 2.000.000 met de Amsterdamsche Bank, en de Rot- terdamsche Bankvereeniging tegen 4 pet, af te. lossen in 40 jaar, ter aflossing van de Rijksvoorschotten voor de woning bouw vereenigingen en voor het in orde brengen van het industrie terrein. Steun werklieden Boddaert Co. Nog werd besloten steun te verleenen tijdens de slapte op de fabriek, der firma Boddaert en Co. De heer PAUL juichte het toe dat deze werkgever wat voor zijn werklieden over heeft. 4. Aankoop grond echter Zuidsingel. Dit voorstel werd z. h. st. aangenomen. 5. Verandering toegang school C. Mevr. DE GRAAF vroeg of er nieti gedacht is aan- een toegang door de Heerenstraat. De VOORZITTER zeide, dat de wa gens voor het kleedingmagazijn ter plaat se moeilijkheden oplevert. De heer PAUL bespreekt het z. i. te laag hangen der lampen. De VOORZITTER zegt toe dit na te gaan. De heer WONDERGEM vraagt of de speelplaats groot genoeg is. De VOORZITTER en de heer ON- DERDIJK verzekeren van wel. De heer VERTREGT vindt sommige posten op de begrooting nog al hoog. Spr. meent, dat het op die manier makkelijk is beneden de begrooting te blijven. De heer ONDERDIJK zegt dat men rekening meest houden met een oud ge bouw, en men voor verrassingen kan ko men te staan. Spr. gelooft ook dat de kosten meae zullen vallen. De heer VERTREGT vindt de 10 pCt. opgeld niet noodig. De heer ONDERDILi. zegt, dat de ervaring heeft geleerd, dat men niet dikwijls aan den lagen kant is met de begrooting. De heer HONDIUS meent, dat het ge bouw nog geen menschenleven oud is. Dit voorstel werd z. h. st. aangenomen. 6. Benoeming tijdelijk boekhouder Ge meentewerken en bepaling van diens zekerheid. De heer V. D. FELTZ begrijpt niet waarom Vader er bij is gehaald. De heer ONDERDIJK zegt dat men met diens vaste aanstelling gewiacht heeft tot dat men zeker weet of de betrok kene wel geschikt zijn. Het voorstel werd z. li. s. aangenomen. 7. Reorganisatie Brandweer (materieel, personeel en alarmstelsel). De heer STREEFKERK spreekt waar- (deering uit voor het rapport van B. en W. waarbij rekening is gehouden met de Middelburgsche toestanden. Ten eerste bespreekt hij de commandantkweslie. Men heeft voor hem hier geen volle dige dagtaak en stelt men iemand aan, die buiten Middelburg ook werkt, dan is hij veel te veel weg. Men kan iemand aan stellen ,die het als bijbelrekking neklcedt. Men moet iemand hebben in staat ad viezen te geven, hij moet leiding hebben en met personeel kunnen omgaan. Spr. is voor een centrale opberging van het materiaal, men heeft beter toe zicht en alles staat gereed voor uitruk ken. Spr. denkt aan verbouwing Van de school op de Nieuwe Haven, deze staal geheel vrij en is vlak bij de Stadsschuur. De chauffeurs ,die aan de spuiten geen \hJ' 43. Na een korte stilte antwoordde Roger: „Ik wel, ilk' wist dat ze een helsch spek takel zou maken en ik heb mijn vader gewaarschuwd". Hij zweeg, nadenkend wat wel, wat niet te vertellen. „Er is (geen reden .waarom ik het niet zeggen zou; ik heb het gevoel of i'k1 u al laing genoeg ken. Ziet u, al lang geleden heeft mijn vader mij tot zaakwaarnemer be noemd over al zijn bezittingen. In geval hij sterft krijg i'k groote macht over Thérèse of liever gezegd niet zoozeer macht daD wel kennis van al haar doen "'en laten. Ze weet, dat het een bloote formaliteit is, en dat ik me nooit in haar zaken zou mengen. Maar zij haat dit idee en dat is alles." „O", zeide Esther verbluft „Misschien hebt u net wel eens opge merkt, maar ze vitndL me niet sympathiek en wil liever niets met me te doen heb ben." „Is ze zoo op u gebeten? U had eens moeten zien hoe woedend of ze was." „Dat kan ik me voorstellen, ik ben dagtaak zullen hebben kunnen dan ver der daar werk verrichten. Men kan er een drcogloren aan verbinden en wellicht Later een kiiminrichling. Een droogplaats hier-zal beter zijn dan in de Lange Jan. De VOORZ. wil direct spreken over den beroepscommandant van f 4000. Men is Vrijdag j.l. in het college van God. Staten geweest en ook waren daiar B. en W. van Ylissingen. Deze willen niets weten van samenwerking inzafke het commando, omdat zij een goeden (commandant hebben. Van de provincie is geen steun te verwachten em de Prov. Brandweer Bond is zoo slecht bij kas, dat van hem nooit iets is ite verkrijgen. Mevr. WEIJL meent, dat toch ook het rijk bij een goede brandweer te Mid delburg belang heeft, bijv. voor het Stad huis te Veere. De VOORZ. zegt, dat waar spuit L. in de Abdij zal vervallen waarvan het rijk de kosten betaalde, het wel mogelijk is, dat er iets van het rijk te krijgen zal zijn, maar dan waarschijnlijk een som in eens. De heer VERTREGT: „Als het dan maar een groote som is". Mevr DE GRAAF zegt op menig punt met B. en W. -te kunnen medegaan. In zake het groot materiaal gaat spr. mede met de groote spuit. Wat betreft den ladderwagen, zegt spr., dat B .en W. nu wel zeggen, dat wij er reeds twee hebben, maar zij zou toch wel beter vinden er een aan 'te fichaffen zooals de commissie uit de K.N.B.V. heeft aanbevolen. Spr mist on der hel aan te schaffen kleinmateriaal een springzeil en meent dat een schuim- bluschapparaat van f 1900 te groot is gedacht ,men kan toch in Amsterdam gocdkcoper terecht. De VOORZ. zegt dat hetgeen mevr. De Graaf bedoelt iets heel anders is, Hier geldt het een heele installatie. Mevr. DE GRAAF zegt dat als het an dere ook goed is men daarop dan toch kan bezuinigen. Spr. is voostandster van een centrale bergplaats daarvoor is wel terrrein te vinden bijv. de Vischmarkt of hel terrein achter de arbeidsbeurs, waar van den ingang is te verbreeden. Spr. meent een centrale bergplaats niet nader te behoeven aan te hevelen gezien de vele deskundige aanbevelingen in de Middelburgsche Courant. Spr. meent dat men niet duurder uit zal zijn ,dan in verschillende garages, die toch ook be laald moeten worden. Vaste chauffeurs worden niet noodig geacht, want die zouden geen voldoend werk hebben. Een klimhuis is hier niet noodig!, dat is alleen het geval bij een' beroepsbrandweer, hier zullen het men- schen zijn, die toch kunnen klimmen, Spr. is voor een droogtoren bij een cen trale oergplaats, en niet in den A'bdijto- ren. Met de kringen en het atarmstelse] kan spr. mede gaan, doch vraagt of het niet beter is de brandmeesters telefoon te igeven, mede als posten voor melding van branden, en spr. zou aan deze pos ten ook bij particulieren in alle deelen van de stad uitbreid'ng willen geven. Wat het personeel betreft is spr. het niet eens met B. en W. en zij betreurt heli, dat totaal geen advies is gevraagd dan de bestaande brandweer in tegenstelling met de reorganisatie in 1924. Spr. kan begrijpen ,.dat men daarover aan die zijde ontstemd is. Zij zijn te Middelburg! de eeniige die deskundig geacht kunnen worden. Zij hebben zich steeds daaraan toegewijd en zijn er steeds in geslaagd den brand tot één perceel te bepalen. De brand in de Langedelft was niet hun schuld en spr. denkt, dat de vrij willige brandweer met hetzelfde materi aal ook niet veel meer had uitgevoerd. Ook elders komen groote branden voor. In 1924 is juist van hen de vraag uitge gaan naar betere watervoorziening. Toen is er niets van gekomen, toen achtte imen het wellicht te duur en niet noodig. Als men toen met deze plannen was geko men, waren zij zeker niet aangenomen,' een scherpe angel in haar vleescLi." Maar u zoudt haar toch niet..." „Aan banden willen leggen, o neen. De toestand is voor mij even ellendig als voor haar. Ik wensch niet gedwongen te zijn te weten wat zij met haar geld uitvoert. Maar ik hoop mijn Vader nog tot andere gedachte te brengen ,als hij wel genoeg is. Hij is zoo koppig als een ezel Ze glimlachte even en zeide: „Ik vrees, dat uw stiefmoeder van nu af aan een grooten hekel aan mij zal hebben. Maar ik kon toch niet rustig toezien, toen .ze zoo den ouden man aanvloog. Ze leek wel een tijgerin." Bang, onbescheiden te zijn, hield ze op. „U hoeft geen verontschuldigingen te maken. Een feit is 'een feit. Maar het spijt me dal u met da,t onaangename feit zoo in aanraking kwaiamt. U behoeft u zelve niets te verwijten." ,,'t Zal heel moeilijk zijn, de verhou ding is lastig [geworden." .„[Daarom niet getreurd. 2e is nu van plan voor een tijdje opgeborgen te zijn en u hebt niets met haar te maken." Verwonderd zag ze hem aan. „Hoe be doelt udat ze is van plan?" „Wel, dat doet een hysterica immers altijd, wanneer ze andere menschen in het ongelijk heeft ges'.eld, narigheid heeft berokkend en sympathie wil opwekken. Die streek wordt zooveel uitgehaald. Vindt u dat ook niet?" „Dat weet ik niet", zeide ze zacht. „De Nu zit de schik erin. Spr. acht een liiK>- ige bezoldiging vcor een commandant niet noodig, o.a. te Zutphen, Deventer en Ber gen op Zoom heeft men iemand voor niets, te Alkmaar belaialt men f 300, te Goudai f 75 en nu vraagt men voor hier f 1200. De VOORZITTER zegt dal bedoeld is een maximum van f 1200. Mevrouw DE GRAAF meent, dat men voor f 1200 toch geen beroepsman kan krijgen, want die is hier niet te betalen, nu niet op samenwerking Ikian worden ge rekend. Tot samenwerking doet men makkelijk een voorstel als men zelf het centrum vormt. Men moet .goed zoeken onder de bestaande brandweer en een centrale bergplaats brengt nog geen br? n dweerbedrijfOok hier zijn men schen, die willen medewerken. De VOORZITTER meent, dat een cen trale bergplaats reeds een brandweer- bedrijf is. Mevrouw DE GRAAF deukt dat er wel goede krachten zijn die met een 'klein corps veel kunnen bereiken. Men moet een oproep doen voor directeur en met hem verder overleggen. Ook heeft spr. het verkeerd gevonden, dat met geen enkel woord over de vrijwillige brand weer is gesproken. En dat B. en Wi. niet gezegd hebben hoe zij tegenover deze staan. Spr. zou toch nog wel metl Ged. Staten willen spreken en vragen hun invloed aan te wenden op mede werking van plattelandsgemeenten op Walcheren. Men is daar toch zeker van de hulp van Middelburg. De VOORZITTER zegt dat van die gemeenten geen geld is te verwachten. Mevrouw WEIJL acht dit een bekrom pen standpunt van die gemeenten, men zal in de toekomst toch den weg van sa>- menwerking op moeien. De VOORZITTER zegt dat de com missie uit de K. N. B. V. toch wel dege lijk alle partijen en ook het bestuur dei- bestaande brandweer heeft gehoord. Mevr. DE GRAAF meent, dat er toch ook contact met het bestuur had kunnen zijn toen B. en W. van het advies van die commissie afweken. De VOORZITTER zeide nog, dat hel de bedoeling is de leden van de oude brandweer allen eervol te ontslaan en uit allen nieuwe te zoeken. Mevr. DE GRAAF blijft de houding van B. en W. betreuren. De heer CORNELISSE zegt met «eni gen schroom over dit onderwerp het woord te voeren, gezien ook de vele artikelen er over in de Midd. Crt. Vol ledige opvolging van het advies der com missie was niet duidelijk,, zij bekeek te veel de technische zijde van de kwestie, terwijl B. en W. ook rekening moesten houden met de financieele zijde. Nu zal men wel geen idealen verwezenlijken, maar toch een organisatie krijgen, die groote branden kan bestrijden. Spr. is voor een groote spuit en niet voor twee 'kleine, zooals de heer Jeronimus voor stelt, als men in diens gedachtegang voortgaat kan men er ook vier van 500 L. capaciteit nemen. Ook,' spr. twijfelde direct aan de mogelijkheid van samen werking, gezien de mentaliteit van Ylis singen, o.a. bij de slachthuiskyvestie en ook de opvattingen op 't platteland. Een commandant van f 4000 zou zeker luxe zijn. Waai- zou deze zijn werk moeten zoeken en dit geldt ook voor vaste chauf feurs. Een groote brand is een unicum en zal wellicht nooit meer voorkomen, wij zullen het althans niet meer heieven. Men kan eens rond zien of er bij de ge meente niet een geschikt persoon is, een directeur, een hoofdopzichter of op zichter, waarbij dan een technisch on der—commandant ware te benoemen. Men moet ook het personeel van ge meentewerken niet op zij zetten .die héb ben steeds de gevaarlijkste baantjes op geknapt. Men kan deze kwestie ook nog eens met de commissie bespreken en ter kennis van den raad brengen. Men mag ook zeker de vrijwilligers niet af dokter ziet het ernstig' in. Hij heeft haar ingespoten met anlo-toxins voor typhus". .Ja waarom ook niet. Hij moet zijn geld verdienen. En het zal haar niets geen kwaad doen.'" Aarzelend flauw glimlachend, zeide zij: „Ze ziet er slecht uit." „En dat zoudt u ook doen als u bin nen een etmaal tweemaal zulke woeden de buien had gehaden toen bang dat hij te veel gezegd had, bracht hij een ander onderwerp te berde. „Wat ten je toch een plichtmatig wezentje, Esther, je wilt niet hebben dal ik van iemand iets kwaads zal zeggen. Ik mag je immers wel bij -den naam noemen?" Hij had haar aangezien met heel wat meer belangstelling dan een chauffeur gewoonlijk aan zijn metgezellin beloont. Het gevolg was een te veel afwijken naar den kant van den weg en bijna waren ze tegen een lantaarnpaal ge botst. „Goede hemel, wal gaat die malle vent doen?" Esther gaf een gil en sprong op. Bijna hadden ze een voetganger overreden, die schuin overstak naar een klein café. De man stond midden op den weg Roger uit te schelden in een uitgezocht jar- got en een kellner met een vuilen veor- schoot en twee cafébezoekers op het zijpad vielen hem ijverig bij. Roger ne geerde dit gescheld en wilde doorrijden, toen Esther hem bij den arm pakte. „Houd even op, ik wil met dien man wijzen, men zal er zeker goede krachten onder vinden dié kunnen klimmen en ook die verstand hebben van motoren Men moet bij het aantal mannen rekenen op de kans op afwezigheid en daarom het aantal niet te klein maken. Spr. kan zich vereenigen me-t plaatsing der auto- isipuilen in garages, niet uit fnanciee. oogpunt,, maar ook, uil practisch oog punt. Wat betreft de mogelijkheid van brand in een der garages zegt spr. dat men toch de spuiten k.an verzekeren. Maar als heide in een centrale staan, en er komt brand dan heeft men heele- maal niets meer. Men moet goed toezien dat de spuiten apart staan en vlak' hij den uitgang. Zeker zouden voorstellen als deze in 1924 zijn afgestemd, maaï nimmer heeft mc.n gedacht aan zulkeen brand. Als men er met het bestuur over sprak, zeide men altijd dat de brandweer zoo in orde was. De heer V. D.. FELTZ zegt als jonger raadslid met nog grooter schroom over deze kwestie te spreken. Maar wij leven snel en het is niet makkelijk alles te overzien,,., Het is een moeilijk werk de opbouw, waar men nu aan bezig is. Spr. wijst ook op de voortreffelijke stukken in de Midd. Crt.. en brengt dank dat deze de zaak steeds warm heeft gehouden. Men verwachtte van spreker wellicht een bestrijding, maar al ontbreekt de strijdlust hem niet en hoopt hij, dat dit nimmer het geval zal zijn, toch. zal h:j zich tot enkele opmerkingen beperken. En dit ook al heeft hij in iedere verga dering naar den stand van zaken geïn formeerd en nam de heer Mes het van hem over, toen hij een keer uitstedig was. Spr. meent dat er te weinig reke- n ng is gehouden met de vrijwillige brand weer, en ook met de bestaande brand weer, waarvan wel veel kwaads is ge zegd maar die toch ook wel veel goeds heeft gedaan. Bij beide zijn uitstekende krachten Men moet hun advies vragen en dat zal veel ontevredenheid wegne men, die ontstaan is. Middelburg is een stad die door vele gebouwen van onge kende schoonheid meer heeft te doen dan andere plaatsen. Het stadhuis en de Abdijgebouwen maken alleen een rege ling nood g voor geval van brand en waar de laatste rijksgebouwen zijn is het niet meer dan behoorlijk dat het rijl mede betaalt. Men zou ook maatregelen kunnen nemen voor het Stadhuis en zeg gen voor de Abdijgebouwen moet het rijk zelf maar zorgen. Dat zou men niet loen en ook niet willen doen, maar dan moet het rijk ook medebetalen. Hetzij dan door een bijdrage in de aanschaffing of wel in de kosten van het personeel. Men moet een commandant hebben, die het als een bijbaantje heeft en bij de benoe- ming z'ch niet bi nd staren op deskundig heid. maar kjjken* naar den persoon van den commandant, iemand, die flink kan omgaan met menschen en die leiding kan geven. Met de voorgestelde verdeeling in kringen kan spr. accoord gaan, als ook met het alarm systeem. Men moet dit verder overlaten aan den commandant Met het materieel gaat spr. in beginsel accoord. Door de aanneming van de burgerspuit, bet advies van de commis sie, is men wel verplicht de groote spuit te nemen. Met twee kleine kan men toch ook niet op de waterleiding aan sluiten. Spr. vraagt of B. en W. een be paalde fabriek op het oog hadden. De VOORZITTER zegt dat er met dr:e fabrieken in ons land is gecorrespon deerd en allen zeggen, dat de chassis niet uil het land kunnen komen. Dc heer VAN DER FELTZ wil nu slechts in principe beslissen en het ver eer aan den commandant overlaten. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. d'rect prijsopgave willen vragen. De heer VA.N DER FELTZ zegt, men .toch maar leek is. De VOORZITTER zegt, dat men, zoo noodig, nog eens advies kan vragen aan de K.N.B.V. De heer VAN DER FELTZ voelt veel pralen, hij is een goede vriend van mij.." Ze lachte toen Roger hoogst ver baasd de auto stjl deed staan. HOOFDSTUK XX. De man op den weg, die er uitziajg als een gezette „brigand", snelde met den hoed in zijn hand op den wajgfen af. ,,'t Is de zuster, o zuster wat ben ik blij u te zien." „Jaques, 't is Jaques, de knecht van den dokter." Dit hoorende drukte Roger zijn spijt uit over het feit dat hij hem bijrijm overreden had De kleine kerel was hee- lemaal niet boos meer, maar keek' zijn vijand met stralende oo.gen aan. ,,'t Is niets mijnheer, 't was mijn schuld. En hoe gaat liet met u zuster?" „Best, en met jou, Jaques?" ,„Zco, zoo, ik nu zorgen voor kapitein Holliday. Hij bij ons in huis logjeeren maar niet voor lang' denk ik. De kapi tein bijna den geheelen dag slapen. Ik hoef niet veel te koken, ik leer cook- tails mïfeen." „Je zult blij zijn als de dokter terug is?" De kleine man aarzelde even „Ik zal u wat zeggen, zuster; ik' niet igeiooven dat de dokter vooreerst terug komt." „Waarom denk je dal?" j,Ah" en terwijl hij met zijn eenen schoen over het kiezel schuifelde, zei de hij nog steeds aarzelend: „Omdat de dokter er verleden van sprak, dat 18 December. Barometerstanden. Hoogste: 778.1 te Parijs en Maas tricht, Laagste: 733.8 te Isafjord. Thermometer. Hoogste en laagste temperatuur van gistermorgen tot heden middag 12 u.: Hoc gste: 36 gr. Laagste: 32 gr. Weersverwachting van het K. N. M. I.i Zwakke tot matige Z.v-Wl tot Z.-O. wind. Nevelig tot half bewolkt. Waar schijnlijk droog weer. Iets kouder. Vrijdag 19 December, Zon op 8.08; onder 3.46. Licht aansteken alle rijwielen, motorrij tuigen en andere rij- en voertuigen 4.16. Maan op 8.07 n.m onder 2.37 n.m. Nieuwe Maan 20 Dec. HOOGWATER VLI3SINGEN. Middelbare tijd. ?rjjdag 19 Dec. 0 34 12.47 Saterdag 20 1.14 13 31 bandag 21 1.54 S 14 10 vlaandag 22 2 32 14 51 linsdag 23 3-1)7 15 33 Woensdag 24 3 45 16 11 donderdag 25 4.24 16.52 voor vrijwilligers, die trotsch zijn op een baantje bij de brandweer. Moet er be taald worden, dan kan men dit later al tijd nog vaststellen. Spr. heeft over dc kwestie van de centrale bergplaats lang gedacht en vindt het vooral van de kosten afhangt. Daarom wil spr. dat nu niet beslissen maar vraagt volledige op gaaf van kosten. Men moet oppassen voor half werk. Spr. vraagt of de ge meente geen beroeps chauffeurs heeft. De heer ONDERDIJK zegt drie. De heer VAN DER FELTZ meent, dat die toch kunnen worden geoefend in bet bedienen der spuiten. De VOORZITTER meent nog steeds, dat het brandgevaar in twee garages niet grooter is en dat er weinig branden in garages voorkomen. Spr. meent, dat de exploitatie van een centrale bergplaats zeer duur zal zijn en men daarom beter kan beginnen met plaatsing in garages. Men zet anders een stap op den weg van een brand- weerbedrijf en ten slotte kan men het later altijd nog veranderen. De heer VAN DER FELTZ meent, dat men het vrijwel eens is, maar alleen w'l hij de kosten leeren kennen. De VOORZITTER zegt, dat men het nog eens ernstig zal onderzoeken, maar een plaats is zeker wel te vinden. Mevrouw DE GRAAF wil de kwestie toch in principe uitmaken. De VOORZITTER meent dat dit beter later kan als de juiste kosten worden overgelegd. De heer DEN HOLLANDER meent, meent, dat een der belangrijkste dingen is de leid hg, en hij kan niet begrijpen xvaarom men niet eerst een directeur be. noemde om met hem overleg te plegen. Hij kan studie maken van de toestanden in andere plaatsen. De heer ONDERDIJK zegt, dat men het advies van de K.N.B.V. niet op zij kan zetten, die de voorwaarde stelde, dat zij alleen advies zou geven. Dc heer DEN HOLLANDER kan zich dat niet voorstellen. De Middelburgsche Courant heelt in deze veel leid'ng ge geven en bracht vooral ook den beroeps als kipjlein Holliday heenging hij ook weg zou gaan voor een of twee maan den naar Cognac, naar zijn familie. Hij misschien ook voor goed weg uit Can nes." „Zou hij dan zijn praclijk opgeven?" vroeg Esther zeer verwonderd Met veel zeggend gebaar trok Jaques de schouders op." „Ik weet er niets van, hij zegt altijd dat hij wil ophouden met werken en dan hij weer zeggen tot den kapitein, daf hij het Tuis wil onderverhuren." „Het huis onderverhuren? Dus dan zou hij weggaan? Hoe zonderling.'" gVoor nl zuster, niet voor mij, ik 'ken den dokter al zoo lang. Hij doet .altijd domme dingen." „Nu, ik ben blij je .gezien te hebben, Jtaques, Adieu en het ;ga je goed." Zij stak het hoofd buiten de auto en en wuifcie Jaques vriendelijk toe, wat hem tot in zijn ziel verwarmde. „Tot weerziens zuster, tot weerziens mijnheer, T ga u goed." Toen ze weer doorreden merkte Ro ger op: „Jouw Sartorius is een rare kerel. Niemand, die hem zag, zoai hem zooveel temperament toeschrijven." „Toch is hij in de allere'erste plaats een wetenschappelijk onderzoeker. Voor zijn arbeid in het laboratorium zou hij willen verhongeren." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5