ëJ/zwEmimi VIRGINIA Stoomwasscherij „Zeeland" Per Kilo en per Stuk. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 13 DECEMBER 1930. No. 293. It Frysk Selskip „Fier fen Hüs" •10 jier Langevielesingel D 197 - Tel. 637 Middelburg AMSTERDAMSCHE BRIEF. ar bath Ook met kurk en goud LONDON raat. Hebt uwe vijanden lief Dat kan immers niet! Maar het staat er toch, in de bergrede, in het vijfde hoofdstuk van Mattheüs, in het vier-en-veertigste vers. Niemand kan dat woord er meer uit schrappen, uit onzen bijbel, en het staat er nu al bijna tweeduizend jaar, en de heele Christenheid erkent het als een woord van Christus,en ook buiten de Christenheid, in Boeddhistische en Mo- hammedaansche landen, is dit woord in hooge eere En toch kan het immers niet. De houding van de heele menschheid nu al zooveel eeuwen, van de Christelij ke zoowel als van de andere helft der menschheid, is daarvoor het bewijs, Ja, maar is deze uitspraak dan wel zoo bedoeld als het daar staat? Of: zou het een wet zijn, slechts gel dende voor een toekomstigen heilstaat? Mij dunkt: dat is al te geleerde uitleg- kunst; voor den eenvoudige is het helder als glas; het „hebt uw vijanden lief" geldt vandaag, en voor een iegelijk! En toch kan het niet. Logisch kan het niet. Misschien kan het ook wel niet vol gens de biologische wet, die de' zucht tot zelfbehoud, dus tot zelfverdediging, tot afweer van kwaad, eigenschap acht van elk levend wezen, dus ook van den mensch. En wellicht evenmin volgens een sociale wet, die leert: „homo homini lu pus", dat wil zeggen: een mensch is een wolf voor zijn evenmensch. De strijd om het bestaan, het recht van den sterkste, het zijn immers dagelijks voorkomende verschijnselen in onze samenleving. Doch in elk geval kan het logisch niet, Want als iemand uw vijand is, dan be- teekent dat, dat gij hem vijandig gezind zijt, dat gij hem haat. En als ge hem haat, hoe kunt ge hem dan liefhebben? Uit den mond der kinderen hoort men soms! de waarheid. Dat kan toch eigenlijk niet, zei een meiske tot me. Want als je hem liefhebt, dan is hij toch je vijand niet meer. Daar gaat _gen licht op. Ook een lógisch bezwaar, zeker. Zoo kan het evenmin. Maar hier wordt aan gevoeld de diepere zin van het ge zegde. Jullie spreekt van vijanden, men- schen, van wie je door een klove geschei den bent. Een veete is er, en die is ve nijnig en bitter. Een afgrond gaapt er, groot en diep. Maar is dat eigenlijk wel zoo geweldig? Het woord „vijanden" staat als tusschen aanhalingsteekens, „Vijanden", naar je meent. Maar is het waarlijk zóó erg? Twee menschen op deze aarde, in dezen korten levenstijd. Wat blijft er van die vijandschap over, na den dood? Zeker, misschien zint de ander op kwaad tegen u. Hij belastert u. Hij be nadeelt u. Hij bestrijdt u met minder waardige wapens. En nu gij daartegen in? Even gemeen? Even laag? Vijandig van den weerom stuit? Luistert naar wat Albert Schweitzer in het Afrikaansche oerwoud onlangs aan zijn wilden vertelde, aan de verpleeg de negers en hun begeleiders in het zie kenhuis te Lambarene. Hij moest daar vertellen over het niet zevenmaal, maar zeventig maal zevenmaal kunnen verge ven. En toen zei hij: „Als je het zevenmaal wilt doen, dan is het al heel wat. Je staat 's morgens op en komt buiten je hut: daar is een slecht mensch en beleedigt je. Je zwijgt, en maakt er geen ruzie over. Uw buurmans geit vreet de bananen Yn Novimber 1920 binne de Friezen yn Middelburg en Vlissingen skril to wekker wirden üt hjar slomjen. Yn'e beide stedskranten, de Middelburgsche en de Vlissingsche, stie in adfortinsje hweryn de Friezinnen en Friezen op- roppen waerden for in gearkomste om to kommen ta it oprjuchtsjen fen in Frysk Selskip, In man of 9 hie dizze gearkomste ütskreaun op 'e 26ste fen Slachtmoanne en it die fortüten, 11 frouljue en 23 manljue kaemen yn St. Joris byelkoar. En al ridlik gau die it blyken dat alle 34 foar it oprjuchtsjen fen in selskip wiernen en ek allegaere joechen hjar daliks oan as lid. De njug- gen ljue hienen dos eare fen hjar wirk hawn. Op it ein fen 1921, hie it selskip 66 leden. Dit ledetal foroare, lyk as dat by alle selskippen it gefal is, üt en troch, dan hwet omheech, dan in pear minder, mar troch elkoar gyng it stadichoan Desimber 1925 hiene we 84 eden. Nou 't it selskip 10 jier bistien a binne der 95 leden. Wij meije der üt Pmeitsje dat in Frysk selskip ek op op, die je voor je middagmaal bestemd had. Ge vraagt aan hem of hij ze niet vergoeden wil. Maar als hij bij hoog en laag zweert, dat het zijn geit niet was, gaat ge maar stil heen, bedenkende, dat de goede God zooveel bananen voor u laat groeien in uw aanplan ting, dat ge daarover geen twist be hoeft gaan maken" En zoo gaat Albert Schweitzer genoe- gelijk door, en komt dan tot de slotsom: Niet zevenmaal. Maar zeventig maal ze venmaal. (Ingez. Med.) (Van onzen correspondent). Wel een groote stad, maar neg geen „Groszstadt". Al wijzen Carlton en andere zaken wel in de richting van het laatste. Amsterdam, die groote stad.... dit versje leerden we als kind en later, toen we rijp waren voor fijnere onderschei dingen, gingen we het verschil begrijpen tusschen „groote stad" en „Groszstadt", de fraaie, onvertaalbare Duitsche term, die in zijn hechte, gesmede verband het massieve, massale van een waarlijk groote stad zoo suggestief aanduidt. Want laten we het maar eerlijk zeg gen: ons goede, fraaie, groote Amster dam is toch nog een echte provincie stad: als ge 's avonds om half elf door de Kalverstraat loopt, is deze vrijwel uitgestorven; als ge ergens geweest zijt, weten al uw kennissen dit eenige dagen later en er is eigenlijk maar één café, waar ge heen „kunt" gaan. Maar er zijn toch enkele symptomen, die er op wijzen, dat ook Amsterdam een allure van Groszstadt krijgt. De vernieu wing van onze inheemsche architectuur, die voor het eerst groote massale hui zenblokken schiep, welke met hun orga nische schoonheid de verschrikking dei- starre huurkazernes misten, is grooten- deels van hier uitgegaan. Een1 uitvoe rige bespreking van de beteekenis van deze vernieuwing zou echter geen pas send décor zijn voor de kleine operette, die ik u zoo aanstonds wilde be schrijven. Het tweede symptoom is wel ons veel besproken Carlton-hotel, waar ge waar lijk even uw stad vergeten zijt. Wie „An American Tragedy" van Dreiser heeft gelezen, kent die Ameri- kaansche hotelsfeer, welke ge in Carl ton plotseling terug vindt: de al te vele bell-boys", die mooi-aangekleed rond- loopen, met pientere en gretige oogjes taxeerend en vragend, loerend op een fooitje ge valt er over het bedienend personeel, ge vreest de te betalen vrien delijkheid, die u reeds een gulden uit uw portemonnaie heeft gekeken, voor ge de eetzaal hebt betreden. En daar is thans als derde en waarlijk niet verheugende symptoom: de misdaad in Groszstadt-stijl, in den stijl van Chicago. Want groot, dat is: beheersching, overzicht en ook overwinning van on voorziene tegenwerking. En dan moeten wij den man bewon deren, die den roofoverval pleegde in een van onze hulppostkantoren. Vooral om dat ééne meesterlijke trekje: niet, omdat hij zich den avond te voren in Walchren rjucht fen bistean hat en 'dat der ek noch forskate Friezen binne dy 't for hjar memmetael Hele. Bihalven it hüshaldelik wirk waerden yn earsten op 'e gearkomsten meastal stikjes fen 'e béste skriuwers, Piter Jelles, Waling Dijkstra, de Sytstra's en mear oaren, foar brocht. In inkele kear waerd der ris in lêzing halden en ek is er in pear kear oan priiskletsen dien. Al ridlik gau blykte lykwols dat er in great diel fen 'e leden ek hwet oars woe. Hja fielden for Frysk toaniei, woenen dos toanielspilje en ek wier der in diel fen 'e leden dy 't wol graech ris fen 'e flier woe. Mar der wiernen ek oaren! Dy mienden dat toanielspiljen en dounsjen net meihelpe koenen yn 'e striid for it bihald fen 'e tael en dat de gearkomsten buten dat ek wol gesellich wêze koenen. Om de frede yn hüs to biwarjen hat it Bistjür de oandrang fen it earst neamde diel in skofke hwet op- keard mar dat koe net lang dürje. Fier wei de measten fielden for it earnste en sa kaem it dan dat it selskip op 16 Maert 1922 hjar earste iepenbiere gearkomste halde. Der waerd opfierd „Oanharnd itenfjirder inkele foardrachten jown en efternei dounsjen. Dernei waerden eltse winter ien ol twa toanielstikken spylje, bihalven ien winter do 't Krips en Molenaer üs mei liet sluiten, ongemerkt; niet, omdat hij een weerlooze beambte met een revol ver naar het kolenhok dreef, of omdat hij met een scherp mes in zeer korten tijd de postzakken open sneed; niet, om dat hij blijk gaf de situatie van te voren goed te hebben opgenomen dit alles is goed, knap „vakkundig werk", doch ook niet meer. Maar de meesterlijke trek blijkt hier uit de beheersching van het onvoor ziene, dat storend optrad in den vorm van een braven melkboer, die eiken morgen de melk voor de koffie van het personeel aan de deur afgeeft. Toen deze melkboer op de dien morgen geslo ten deur klopte, was de zondaar geen schicht'g, betrapt misdadiger, maar een man, die daar hóórde, die alsof hij dit dagelijks zoo deed, zijn deur opende en met een rechtmatig gebaar de hand uit stak naar „zijn" melk, waarna de niets vermoedende leverancier tevreden zijn goede waar verder uitdeelde.... Edoch, het was ook hier weer de vrouw, die den man uit zijn financieele paradijs verdreef, want de werkster, welke daarna aan de poort klopte, aan vaardde de ongewone situatie minder gemakkelijk dan de goedgeloovige melk boer Verontrust u niet: onze bewondering voor dezen man is slechts van louter technischen aard en als zoodanig zien wij zijn beteekenis. Wij wenschen dat hij gevonden wordt en zijn practijken niet weer zal kunnen uitoefenen. Een enkele aanwijzing is er reeds, want de vlucht uit het kortstondig Eden moest wat al te haastig worden vol bracht eni dat kostte den ongelukkige zijn pet. Nu is een pet een zeer onper soonlijk voorwerp, althans voor den een voudige van geest. Maar men zegt, dat de geleerden uit een enkele gevonden kies of kaak, uit een enkel voor ons on ooglijk schedeldeel een mammouth of ander voorwereldlijk dier kunnen recon- strueeren. En men zegt, dat ook de man nen in dienst van het recht over deze magische macht beschikken, zoodat ze uit een simpele, doode en armoedige pet een ganschen levenden en talentvollen misdadiger kunnen tooveren voorals nog is dit tooverbeeld echter nog een schim die zich slechts vertoont op uren, dat de oogen dezer vindingrijken hem niet kunnen zien. En met het geval van verleden jaar, in het postkantoor aan de Saxen- Weimarstraat, kunnen wij" Amsterdam mers thans bogen op 2 operette misda den in echten Groszstadt-stijl A. M. S. TER DAMMER. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Reorganisatie Brandweer. De commissie van fabricage vereenigt zich met het destijds reed's gepubliceer de voorstel inzake reorganisatie van de brandweer. Een der leden kan zich met hel voorstel vereenigen, een ander lid wenscht de volgende vragen te stellen, ten aanzien van de groote motorsjfmit van 1800 L. capaciteit; de aanwezige voorraad bluschwater is volgens de toe lichting van den wethouder in de Ver gadering van 15 October jl. ongteveefr 2000 liter per minuut of 33 liter per se conde. a. Ligt het in de bedoeling om db groote spuit op de waterleiding aan te sluiten? Van waar moeten dan de andere spuiten water betrekken? 'lx Wanneer de groote spuit niet aan gewezen is op de waterleiding dbch op open water welke opvoerhoogte zal men dan hebben bij een brand omtrek Markt? Moet de opvoerhoogte 'zoodanig worden verstaan dat bedoelde spuit in de onmiddellijke omgeving van den brand is opgesteld m. a. w. d'at de pers- hjar moaije foardrachten fornüveren. Wy scille alle stikken, dy 't spylje binne, hjir net neame mar wolle dochs efkes ütkomme litte dat it Bistjür goed sjoen hat, do 't it er ta oergyng eltse winter in toanieljoun to halden, hwent krekt dizze gearkomsten wiernen fierwei it drokst. Spyle it selskip earst yn it sealtsje fen Mercurius, al gau blykte dat dit to lyts wier en de leste jierren wirde de toa- nieljounen altyd yn 'e greate Skutters- hofseal halden, al is dy for üs ryklik great. Op 'e gewoane gearkomsten, der '1 eltse winter 6 fen halden wirde, wirde noch altyd, as der txid for is, bijdraechen jown fen eigen wirk of fen goede skriu wers en in inkele kear ris in foardracht. Op dizze gearkomsten, der 't fensels oars net as leden komme, binne troch- strings in goed 30 minsken en as min bitinkt hwet der jown wirdt, meye wc der tige tofreden oer wêze. As regel binne der yn 'e simmer gjin gearkomsten. In pear kear lykwols ha wij in iepenloft gearkomste hawn, ü.o. op it foarterrein fen it Badhotel to Dom burg en wol op 27 Juni 1926. Mei it Süd Bevelans selskip to Goes ha we der in tige moaije dei hawn, der 't in tachtich Friezinnen: en Friezen byelkoar wiernen. Ik wit net of it wol pas jout yn sa 'n oersjoch for de krante to krimmenearjen, CHIEF WHIP (Ingez. Med.) leiding zoo kort mogelijk berekend is? Hij acht het wenschelijk dat eenige be rekening worde overgelegd van drukver- lies bij het betrekken van water uit ka den en grachten b.v. verliep per strek den Meter. c We.lke ladderwagen is bedoeld en welke is de lengte daarvan? d. Is de 2*/a" brandslang ook in ge bruik in andere gemeenten b.v. Vlissin gen en is deze begrepen onder de z.ig. normalisatie? e. Ls gezien den gunstigen indruik van Dordrecht een weksysteem door mid- del der radio-distributie niet -te over wegen. Het derde lid sluit zich Dij deze vra gen aan, maar uit tevens zijja verwon dering, dat het voorstel met geen enkel woord rept van een bediening der spui ten door vrijfwilligers, niettegenstaande er een aanbod is gedaan dat voor de gemeente financieel voordeeliger zou zijn, terwijl in andere gemeenten blijkt, dat dit stelsel veel andere voordeèlen oplevert. Naar aanleiding van deze vragen dec- len B. en \V. het navolgende mede: Ad. a. Of de voorgestelde groote auto- spuit op de waterleiding behoort te wor den aangesloten zal in elk voorkomend geval door den toekomstigen comman dant zijn te beoordeelen. B. en W. con- staleeren hierbij nogmaals nadrukkelijk;, dat aan het buizennet niet meer dan 2000 Liter per minuut zal kunnen ont trokken worden. Wanneer nog meer wa ter mocht nop dig zijn, aangevoerd. Ad. b. De opvoerhoogte is berekend aan den manometer van de pomp. Toll heden bestaan er geen pompen, die een Euighoogte van meer dan 100 M. kun nen overwinnen. 'Daarom zal de spuit al tijd zoo gering mogelijke zuighoogte mar ik mien dat de sinteraesje dochs ek in stikje skiedenis is; der alteast oan fêst sit. Skild hat it selskip net en lokkich ek nea hawn, mar it wier faeks in hiele toer om de beide einen oan elkoar to knoopjen. De ynlage is, as wij nei sister- selskippen sjogge, mar leech. Toaniel- spyljen mei mesyk en douns kosje altyd in hiele bulte jild en der wirdt op dy jounen net sa 'n bult ynbard. It tal Frie zen en oaren hwent wij ha ek gau ris echte Sieuwen op üs toanieljounen hawn dy 't for yntree komme is to lyts. Dat koe wol folie greater wêze, hwent de tagongspriis is sa leech, dat dit for nim- rnend in beswier hoeft te wezen. Ta bislüt wolle we dan ek de Friezen yn Middelburg en Flissingen, dy 't noch gjin lid binne, taroppe: Kom bij üs yn 't Selskip of as dat net kin., kom den yn elts gefal nei üs toanieljounen. Nei 't wij fen oaren hearre, scil it jimme wol fol- dwaen. Takomme Tiisdei de 16e fen Winter- moanne fiert it selskip, lyk as dat yn Sélan sa heart, syn earste kroanjier. Wij winskje it fen herten ta, dat er mear folgje scille en dat it ienkear syn silveren en gouden briloft fiere mei. IN LID. moeten hebben. De opvoerhoogte ter plaatse van een brand hangt af vn de lengte der uitgelegde slang', van den dia meter der slang, van het aantal s](angen, van het materiaal en den toestand dér slangen, van den druk aan de pomp en van het aantal en de opening der straal- pijpen. Waar zoo'n groot aantal factoren het drukverlies en de drukhoogtë aan de s.traalpijp beheerschen, zal alleen een deskundige het plaatsen der spuiten, het uHleggen der slangen enz., bij brand kunnen regelen. Daarbij zal hij geen be rekeningen maken, doch dadelijk de meest doeltreffende maatregelen kun nen aangeven. Niemand kan eene bere kening van drukverlies enz. per strek- kenden meter verschaffen, wanneer vol ledige gegevens omtrent het bepaalde geval ontbreken. Ad c. Bedoeld is een met de hand te bedienen ladder, geplaatst op een ach ter een auto-spuit mee te nemen aan hangwagen, en hoog ongeveer 18 Meter in geheel uitgeschoven stand. Ad d. Voor slangen bij auto-spuiten ;s 2Yï" aangegeven door de Normalisatie- commissie en daarop zal elke Brandweer z'ch moeten inrichten, zooals ook Vlis singen reeds doet. Niettemin blijft het bezit van verloop-koppelingen nuttig. Ad e. Het Dordsphe wek-systeem is Burg. en Weth, niet uit eigen onderzoek bekend. Technisch is zoo'n systeem met gebruik maken van radio-distributm lijnen natuurlijk zeer wel uitvoerbaar. Toepassing zal echter volgens Burg. en Weth. met zich brengen, dat aan eiken spuitgast een aansluiting op de radio- distributie voor rekening van de ge meente wordt gegeven. In hun voorstel hebben Burg. en Weth. doen uitkomen, dat naar hun meening, met den nieuwen Commandant zal moeten worden over legd omtrent de wijze van recruteering. Het is hunne positieve overtuiging, dat de Gemeente beslist verkeerd eraan zou doen dien Commandant, voor wat be treft de personeelsformatie, nu reeds de handen te binden' door hem te verplich ten zich te bepalen tot de aangeboden vrijwillige hulp. De Commissie van financien deelt mede, dat zij zich in 't algemeen geno men met 't voorstel vereenigt. Evenwel is zij van meening, dat een volledig beroepscommandant zeer zeker zou zijn aan te bevelen wanneer vol ledige samenwerking te bereiken ware met andere gemeenten in Walcheren en wanneer Rijk en Provincie niet onbe langrijk zouden bijdragen in het salar's. Wordt daaromtrent geen overeenstem ming bereikt, dan zou de commissie zich kunnen vereenigen met het benoemen van een commandant als het voorstel aangeeft. (Dus op een wedde van f 1200). Zoowel in het eene als in het andere geval is de keuze van den persoon van overwegend belang. Is hij bereid deze functie op z'ch te nemen als leider van een vrijwillige brandweer, onder opper toezicht van Burg. en Weth., dan zou dit vermoedelijk een goede oplossing zijn. Wenscht hij daarbij een salaris als Burg. en! Weth. voorstellen, dan is yolgens de meening der Commissie de keuze van den meest geschikten persoon veel be langrijker dan een mogelijke besparing

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5