Als hij rillerig is, werkt hij slecht Alice campeSt: 1WEEIHÊ BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGbCHE COURANT VAN VRIJDAG 5 DECEMBER 1930. No. 286. ZEELAND MIDDELBURG. D^reöorxSARTC ill DOOR tfHlc.0 ï"®2- lla» |eB >Ff Ive 86. fen, (de len let. lof ït. ig li et. at. Gisteren was het in de stad bijzon- druk in verband met den St. Niko- lam-Donderdag, vele kwamen in de stad im inkoopen doen en het jongere ge slacht van het platteland kwam op zijn «igenaardige wijze pret maken in de atad. Ook waren een twee tal jonge mannen uit Aagtekerkje naar de stad gekomen, en hadden als vervoermiddel' *em kleine boot in kjanovorm gekozen, waarmede zij door de Domhurgsche wa tergang Middelburg bereikten. Des mid dag» waren zij in gezelschap van den 24-j«rigen L. L. eveneens uit Aagtekerke »n wilden, terwijl zij nog al aan bacchus geofferd hadden met de boot weer naar Aagtekerke terugkeeren. Men was nog maar kort aan het varen, /toen het bootje, dat met 3 personen te zwaar beiade* was, water binnenkreeg en om sloeg, zoodat alle te water geraakten. De beide eerstbedoelde mannen wisten Hen kant te bereiken, doch L. die zich sent aan een hunner vast had geklemd moest los laten en verdween in de diep te. Een paar uur later is zijn lijk door 'Ie politie met dreggen opgehaald en iMUtr het gasthuis overgebracht, waaff" het in beslag werd genomen. Veeeeniging tot werkverschaffing aan Zeenwsche Blinden. Aam het jaarverslag 19291930 van bovengenoemde vereeniging ontleenen wfj het volgende: De algemeene toestand geeft ook thans weder geene aanleiding tot opmerkingen. De resultaten van den winkelverkoop blijven nog steeds onbevredigend. Een der oorzaken zal vermoedelijk wel zijn gelegen in het feit, dat de winkel aan de Beestenmarkt, als annex van de werk inrichting, zich niet onmiddellijk in het centrum der stad bevindt; eene omstan digheid, waarin door het bestuur uit den aard der zaak geene verandering kan worden gebracht. Dit moge echter geen reden zijn voor hen, die in het werk der vereeniging belang stellen, om na te la ten, den winkel aan te doen en iets van hunne gading koopen. Zij steunen daarmede daadwerkelijk eene vereeni ging, die zich, zoover het in hare krach ten ligt, beijvert, de belangen der blin den te dienen, en vinden, uit een com mercieel oogpunt bechouwd, voor billij ken prijs steeds artikelen, waarvan de kwaliteit als bekend mag worden onder steld. Moest het bestuur tot zijn leedwezen ten vorigen jare een vermindering aan het aantal loten met 540 constateeren, thans kan eene vermeerdering met 657 worden aangewezen, waardoor het res pectabel getal van 23917 is bereikt. De 24000 is dus niet ver meer af en het be stuur hoopt en vertrouwt, dat eens de tijd zal komen, dat het volle getal van 25000 zal worden geplaatst. De malaise heeft dus, naar een oogenblik werd gevreesd, op de plaatsing der loten haar funesten invloed niet doen gevoelen. Het bestuur constateert dit met groote voldoening en spreekt tevens hare waardeering uit voor den ijver van hen, die Tn de ver schillende gemeenten dezer provincie zich met den verkoop der loten wilden belasten. Een aanvrage om opneming in de werk inrichting moest wegens gebrek aan plaats worden afgewezen. Aan giften werden ontvangen een be drag van 135 uit het familiefonds- Snouck Hurgronje, alsmede 25 van een onbekende en 15 voor het Kerstfeest. De traditioneel geworden opwekking aan het adres der winnaars van prijzen had tot resultaat, dat ongeveer 50, dus weinig minder dan verleden jaar, onder de blinden kon worden verdeeld. Het 32. 2e was^ de zaak, die haar zoo bezig hield na haar bezoek aan de eetkamer van den dokter, geheel vergeten, maar op baar kamer gekomen schoot het haar weer te binnen. Dat sigaretteneindje met het vuurroode lintje; zou haar metgezel dat met een bepaalde persoon in ver band hebben gebracht? Uit haar taschje kreeg zij het dunne haarspeldje, dat zij van den vloer had opgeraapt. Met al dat korte haar werden haarspelden zoo wei nig meer gebruikt, maar toch had zij er onlangs zoo een gezien; lady Clifford gebruikte ze om haar voorlok vast te maken. Ze is er gisteravond geweest, ik ben er zeker van, dacht Esther, mantel en hoed afleggende. Het was heel veilig, Jacques was weg. Ik ben de eenige die dat weet en dat door een toeval. Geluk kig voor haar, bij mij is het veilig. Waf was het gek dat zij, een vreemde, meer van lady Clifford wist dan haar famiKe. En misschien was het toch niet zoo vreemd. Zoo dikwijls wist de familie va* *iets, haar onwetendheid was bestuur betuigde reeds in een ingezonden stuk in de Middelburgsche Courant zijn dank aan den onbekende De K„ die telken jare het initiatief daartoe pleegt te nemen. Aan legaten werden ontvangen 2000 van wijlen den heer Blum en 1000 van wijlen mej. Breeman. Het aantal contribuanten daalde van 401 tot 398. De vermindering is slechts gering, doch de destijds uitgesproken ver wachting, dat de achteruitgang ruim schoots zou worden ingehaald, is niet verwezenlijkt, 't Bestuur kan niets anders doen dan de hoop uitspreken, dat ver schillende personen, die in het werk der vereeniging belang stellen, zich als con tribuant zullen aanmelden. Het bedrag kan waarlijk geen bezwaar zijn en een ge? tal van nog geen 400 is voor eene ver eeniging, die over de geheele provincie werkt, zeker niet overdreven. De rekening van den penningmeester sloot in ontvang en uitgaaf met een be drag van ƒ21.258. De Broederband. In het jaarverslag over het boekjaar 1929'30 van de Coöperatieve Ver- bruiAsvereeniging „De Broederband" u.a. alhier brengt het bestuur eerbiedige hul de aan den overleden heer J. A. G. Mirrer, in leven directeur van de Han delskamer en brengt ook in herinnering het overlijden van den heer Iz. Polder man, in leven winkelchef. Na een onge steldheid van slechts drie weken is hij op 13 Juli 1.1. overleden. Hij was vanaf de oprichting van het winkelbedrijf als chef werkzaam in „De Broederband". Het bestuur kan getuigen dat bij altijd trouw en ijverig voor de zaak heeft ge werkt en vaak met moeilijkheden heeft te kampen gehad. De tijd dat hij rustig zijn ouden dag kon slijten, is niet voor hem mogen aanbreken. Hij ruste zacht. Door het overlijden van Polderman moest men uitzien naar iemand die zijn plaats kon innemen. Benoemd is de heer J. G. Bosdijk, voorheen werkzaam te Vlissingen. Het bestuur wekt op steeds van eigen zaak te koopen en vestigt nogmaals de aandacht op alle artikelen die de Handels kamer levert waarbij het bestuur er op wijst, dat deze zoo ze niet beter zijn als andere fabrikaten, ze toch zeker met de beste fabrikaten kunnen wedijveren. Ieder lid en diens vrouw kunnen pro pagandist zijn voor de coöperatie. Wanneer ieder een steentje bijdraagt aan het groote gebouw de coöperatieve beweging, dan kan het niet anders of men zal later daar de vruchten van pluk ken. Ieder die lid is van een coöperatie, heeft de moreele plicht op zich genomen al zijn benoodigdheden vpor zoover die kunnen geleverd worden, van zijn zaak af te nemen. Elk georganiseerde moet dat ten volle gevoelen. De secretaris herinnert dan aan het aftreden van den voorzitter, den heer J. Barentsen, en verzekert, dat het voor be stuursleden en commissarissen een groo te teleurstelling was, toen de voorzitter op de bestuursvergadering kennis gaf dat hij zich niet meer herkiesbaar k,on stel len. Op 1 November 1929 was het aantal leden 1470. Er werden in dit boekjaar 39 leden bijgeschreven, terwijl door over lijden of vertrek naar elders en andere reden 103 leden werden afgeschreven, zoodat het nieuwe boekjaar aanhangt met 1406 leden. De oorazak van deze terug gang ligt naar de meening van het be stuur ten eerste in het feit, dat het aantal inwoners Van Middelburg steeds achter uit gaat en ten tweede heeft het een ge deelte papieren léden dat zijn zij die wel als lid zijn ingeschreven, maar al langen tijd niets meer verbruikten af geschreven. Van de kolen-afdeeljng zegt het ver- spreekwoordelijk. Ze voelde plotseling groot medelijden met den ouden man, die ziek en onwetend daar nederlag. Toen ze weer in sir Charles' kamer kwam, zat miss Clifford er rustig te breien, „Hij werd juist wakker", zeide ze. Esther tegemoetgaande. „Je hebt rustig geslapen, niet waar Charley?" „Ja, ik heb het gedaan gekregen om in slaap te vallen. Thérèse kwam dikwijls binnen om mijn kussen op te schudden; ze kan me niet met rust laten." „Ze maakt zich zoo graag nuttig, arm kind", zeide de oude dame zacht ver ontschuldigend. „Je kunt het haar niet kwalijk nemen, dat ze van verplegen geen verstand heeft. Ik heb er op aan gedrongen dat ze wat ging rusten. Ze zag er zoo moe uit alsof ze slecht geslapen had." Esther was geërgerd, zich herinne rende dat de dokter geraden had lady Clifford buiten de ziekenkamer te houden. „Ik hoop dat ik niet te lang ben uit gebleven", zeide ze berouwvol, haar horloge raadplegend. „Heelemaal niet, u moet frissche lucht hebben. Ik hoop dat u dikwijls met mijn neef zult gaan, 't is voor hem zoo goed. Ik ga thee drinken en u zult ook wel naar een kopje verlangen", zeide zij, Esther vriendelijk op den schouder klop pend. „Kan mijn zoon na de thee even bij mij komen zuster?" vroeg de oude man Dit is het origi neels rood, blauw tn geU Pak Een tocht naar school door de kou maakt hem rillerig. Een stevige jongen heeft behoefte aan een bord warm Quaker aan het ontbijt. Het bevat alle voedzame bestanddeelen, die weerstandsvermogen geven. Begin er morgen mee. slag dat het aantal leden van dit fonds grooter zou kunnen zijn, maar toch meent het bestuur dat wanneer „De Broederband" geen kolen zou leveren, de prijzen bij de particulieren zich wel eenigszins zouden wijzigen, daar het toch vast slaat dat de coöperatie eenigszins prijsregelend optreedt, omdat men tracht de brandstoffen voor een zoo 'laag mo gelijken prijs te verstrekken. In dit Boekjaar was de omzet van de bakkerij f 90.947, van den winkel Langje- viele f 81.498 en van het filiaal ff 43.4'93, beide winkels samen dus f 124.991. Het spreekt vanzelf dat wanneer het aantal leden terug loopt, ook de omzet cijfers verminderen. Het bestuur wijst er op dat dit boek jaar over slechts elf maanden liep. In dit boekjaar is uit het ziekenfons afdeeling bakkerij f 410 aan brood uit gekeerd., Het bezit van dit fonds was op 30 September f 3356. Uit het ziekenfonds afd. winkel werd uitgekeerd f 410 aan winkelwaren. Het bezit was op diezelfden datum f 90. Aet overlïjdensfonds van de bakkerij keerde aan de betrokkenen uit f 341. Saldo f 5836, en dat van de afdeeling winkel f 87. Hiervan was het saldo f 3117. Wanneer men deze uitkeeringen bij el kaar neemt, dan k,an worden vastgesteld dat deze te samen hebben bedragen een som van f 1249. Omtrent het dividend kan het hestuur gewagen dat dat tamelijk bevredig'end genoemd kan worden. Het bestuur stelde voor een dividend uit te keeren voor de afdeeling bakkerij a 7i/2 pet. en voor de afd. winkel 5 pet. In de vergadering wérd aldus beslo ten. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Middagvergaderin. De heer VAN DUSSELDORP (Ged. Sta ten) zegt, dat de ernst van deze tijden eijn weerspiegeling heeft gevonden in den ernst der beraadslagingen. Er wa ren twee stroomingen: een optimistische en een pessimistische. Spr. dankt hen, die (hulde brachten aan Ged. Staten voor 'hun beleid. We moeten den ernst der dingen onder het oog zien en niet rekenen met een spoedig economisch herstel. Het doet spr. genoegen, dat men nu inziet het nut van lret destijds aange vallen financieel standpunt van Ged. Sta ten. Het is onjuist om te zeggen, dat klei ne subsidies worden geweigerd en groote .toegestaan. Men moet zich beperken tot subsidies in werkelijk dringende gevallen Sepciaal aan uitgaven, verband houdend, met zwakke stem. „Ja, over een paar minuten." „Ik heb hem iets te zeggen. Wilt u ons dan alleen laten?" „Natuurlijk", beloofde zij glimlachend. Sir Charles sloot de oogen en vroeg: „Waar is lady Clifford?" „Ik denk dat ze nog rust, sir Charles; wou u haar zien?" „Neen, volstrekt niet; ik wou graag rustig met mijn zoon spreken en ze moet ons niet storen." „Ik zal er voor zorgen sir Charles." Hij scheen tevreden. Toen even later Roger binnenkwam, ging zij de kamer uit en waarschuwde zij hem niet te lang te blijven. Roger keek haar na tot zij de deur achter zich gesloten had, toen nam hij een stoel en zette zich neder bij hei bed. Hij bemerkte, dat de oude man moeite deed iets van onder zijn kussen te krijgen. „Laat mij u helpen", zeide Roger. „Wat zoekt u?" ,,'t Afschrift van mijn testament; je kunt het wegbergen. Het moet niet blij ven slingeren, dan kan er in gesnuffeld worden." Roger glimlachte om de ingeschapen voorzichtigheid. Hij moest het hoofd op beuren voor hij 't testament, dat midden onder het hoofdkussen lag, kon weg trekken. „Nog al veilig zoo, hé?" zeide sir Charles met een tikje humor. „Berg het nu dadelijk weg en kom dan terug, want ik moet je wat zeggen." mei de crisis, moet worden gedacht. Spr. is voor zich zelf optimistisch, maar is als het over gelden van anderen gaat, voorzichtig en bedachtzaam. De meeste stabiele belasting is ons afgenomen. Wat oivengebleven is, is aan sterke wisse ling onderhevig. Ged. Staten hebben niet het gezin hon ger laten lijden, maar hebben de niet strikt noodige gelden „op de spaarbank gezet", teneinde die in geval van nood te gebruiken. Dat de leening zoozeer is geslaagd, is voor een deel toch ook aan die politiek van Ged. Staten te danken. Dat de crisis zou komen ,was te ver wachten. Het heeft alleen wat langer geduurd, dan werd voorspeld. De rede van den heer Onderdijk kwam zeer nabij het geluid, dat men op ver kiezingsvergaderingen hoort. In die rede •werd een vaste lijn ggmist. Eerst was ze optimistisch en toen het ging over de cris:s voor de landbouwers werd ze pes simistisch Is het niet mooi, zegt spr. dat in vo rige jaren zóó is gefinancierd, dat we op deze begrooting f 111.000 aan nieuwe uitgaven kunnen brengen. Spr. zou het tot een eer rekenen, be- bescbouwd te worden als een Minister de Geer in zakformaat. Ged. Staten hebben zich inzake de nivelleering der provinciale fondsen tot de andere colleges van Ged. Staten ge wend. Maar die van de groote provincies sullen er zich sterk tegen verzetten. Spr. durft, niet te adviseeren om nu tot belastingverlaging over te gaan. Spr. >s gewaarschuwd, dat de geraamde., bedra gen nan ontvangsten niet zullen binnen komen. Spr. komt er tegen op dat Ged. Staten te weinig democratisch gevoel hebben. Spr. heeft veel waardeering voor de kiezers ,maar zal zich toch in de eerste plaats afvragen: heb ik naar plicht en geweten de belangen der provincie ge diend. Wat de kwestie-Willlemsen betreft, de directeur van den Prov. Stooinbootdienst heeft gerapporteerd, dait het lastig' zou zijn, indien W. op tamelijk onverwachte en ongelegen tijden vergaderingen moest bijwonen. De politieke richting was hier niet in 't geding. Het geval is afzonder lijk bekeken. Ged. Staten hooren echter vandaag voor het eerst dat W. zijn vrije dagen er voor wilde opofferen. De verhooging en verbetering van de salarissen der provincie willen Ged. Sta ten vastkoppelen aan de wijziging van de arbeids- en rusttijden van het boot- personeel. Ged. Staten zien niet in, hoe zij de landbouwers in dezen crisistijd kunnen helpen. Wat de werkloosheid betreft, willen Ged. Staten door uitvoeren van werken die zooveel mogelijk bestrijden. Dat ge- Toen Roger terug kwam, moqst hij ettelijke minuten wachten voor zijn va der weer sprak. De oude man, zuinig met zijn krachten omgaande, lag te den ken hoe hij beginnen zou. Eindelijk zeide hij droogjes: „En jullie denkt allemaal, dat ik weer beter zal worden?" „Beter worden? Natuurlijk. U bent druk bezig." „Ik ben er niet zoo zeker van. Ik tob er niet over, ik heb mijn tijd gehad. Maar voor het geval, dat ik mijn matjes moet oprollen, wil ik je eerst een verandering mededeelen, die ik in mijn testament ge maakt heb." „En die is?" De oude man haalde diep adem en ging toen met korte onderbrekingen voort: ,,'t Heeft niets te maken met mijn bui tenplaats. Dat blijft hetzelfde, maar ik heb jou gemaakt tot executeur en be heerder van de geheele bezitting." „Mij?" Geheel onvoorbereid op dit bericht, staarde hij zijn vader verbaast aan. „Waarom niet?" Roger wist niet wat te zeggen. Hij vond het naar. maar vreesde om de reden te zeggen van wat hem hinderde. „Ik vind het noodigzeide sir Char les, „dat de beheerder een jonge man is. Daar Thérèse nog een jonge vrouw is, is dat beter. Een oudere man zou veel minder kunnen begrijpen." „Dat is misschien zoo, maar waarom moet ik die jonge man zijn? Is het niet (Ingez. Med.) beurt ook reeds. Spr. wijst op den weg Zierikzee-Brouwershaven en den weg Middelburg-Westkapelle. Ged. Staten willen ook de Nederlandsche industrie steunen. Het spijt spr., dat de motie-Onderdijk niet eerder is ingediend. Dan hadden Ged. Staten ze kunnen bestudeeren. Na kunnen de consequenties niet worden nagegaan. Spr. kan nu nog niet zeggen, welke gemeenten steun van het Rijk krijgen voor werkverschaffing. Het gevaar is groot, dat met 15.000 niet kan worden volstaan. Daarom heeft spr. overwegende bezwaren tegen de motie. Spr. is het niet eens met den heer Adriaanse, dat de wegen op Walcheren zooveel te wenschen overlaten. De heer VAN DER WEIJDE (ged. st.) bespreekt de aflossingen van de leenin gen der calamiteuse polders. Dat zijn heel oude leeningen, die dateeren uit de 17e en 18e eeuw. De rente bedraagt 3 a 3 Ys pet. Volgens art. 2 der wet op de calamiteuse polders is aflossing niet ver plicht, Eén keer (pl.m. 25 jaar geleden] is er toestemming tot aflossing gegeven, maar toen zijn daarbij misbruiken voor gekomen. Er zal wel geen toestemming tot aflossing meer worden gegeven. Wat de herschatting van gronden in die polders betreft, verbiedt het regle ment hier iets te doen. Een herschatting geschiedt regelmatig om de 7 jaar. Tus- schentijds kan het alleen bij dijkdoor braak geschieden. Ged. Staten zijn bereid deze zaak in haar geheel te onderzoeken en misschien later met voorstellen te komen. Er zitten hieraan groote financieele gevolgen vast. De heer VAN DER BEKE CALLEN- FELS trekt zijn voorstel in, na de toe zegging van Ged. Staten. Volgens spr, mag hier niet te veel gelet op de finan- ciëele gevolgen. Dat doet men ook niet in geval van dijkdoorbraak. De heer JOZIASSE stelt een motie voor, waarin Ged. Staten worden uitge- noodigd met voorstellen te komen tot herziening van het reglement op de cala miteuse polders, volgens welke het kan komen tot herschatting der gronden, een en ander met terugwerkende kracht tot 1 Mei 1931. De heer VAN DER WEIJDE zegt, dat Ged. Staten deze motie overnemen. De heer ONDERDIJK repliceert en zegt, dat het hier een kwestie van geloof is, een geloof in den korten of langen duur der crisis. Na de crisis kan niet an ders dan een periode van opleving ko men, Spr. komt er tegen op, dat men altijd potjes vormt voor regelmatig terug- keerende crises. Spr. gelooft, dat Ged. Staten zelfs nu nog niet eens het gevormde potje gebrui ken en dat er ook nu aangestuurd wordt op een overschot. Spr. ontkent, dat de S.D.A.P.-fractie beter iemand bu:ten de familie te be noemen?" „Neen, dat geloof ik niet. Wie, die geen familielid is, zou genoeg belang stelling hebben? En eerlijk gezegd, ik ken geen jongmensch, op wier oordeel ik meer vertrouw dan op dat van jou.' Groot als dit compliment was voor Roger, verminderde dit toch niet het netelige van de zaak. „Weet u zoo heel zeker dat het noodig is?" vroeg hij verdrietig. „Volkomen zeker, ik kan geen rust hebben als ik niet weet dat de bezitting in handen van een bekwaam man van zaken is gesteld. Je weet net zoo goed als ik, dat Thérèse moet worden nage gaan," Roger stond op en liep naar het raam, waar hij verscheidene seconden bleef staan u'tkijken, niet in staat een goed antwoord te vinden. 't Liefst had hij gezegd, geef haar eea ruim weduwe-inkomen en laat zij naar den duivel loopen, maar dat ging toch niet. Het was onverdragelijk, dat hij voortdurend in relatie met zijn stiefmoe der zou moeten blijven, dat hij haar zou moeten raden, haar uitgaven zou moeten controleeren. Hij moest dit tot eiken prijs verhinderen. Maar hij mocht zijn vader niet verontrusten of leed aandoen. En dat was de moeilijkheid. Hoe kon hij weigeren, zonder den ouden man te zeg gen hoe hij over Thérèse dacht. (Wordt vervolgd].

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5