DOOR ALICE CAMP5ELC TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 25 NOVEMBER 193 0. Een maal- en meng-gebod voor tarwe door ir, S. L. Louwes. ZEELAND - Koninklijk. Kreymborg Vanwege het sècrel axiaal der Z. L. M. ontvangen wij een breedvoerige be schouwing van ir. S. L. Louwes, secr. der Overijselsche Landb. Mij., over het aanhangige maal- en m'enggebod voor tarwe. Het volgende is daaraan ontleend. „Uit maal-en menggebod is één en ook slechts één der middelen, die moeten dienen om den landbouw, en dan speci aal den akkerbouw uit de ondragelijke po sitie, waarin hij is geraakt, te bevrijden. Dat de positie van den akkerbouw wer kelijk ondragelijk is, leert een korte blik op de regelmatig van offideele zijde ge publiceerde indexcijfers. De groote meerderheid van ons volk gevoelt, aldus ir. Louwes, dat ons maat schappelijk leven op den duur zonder een grondslag van land- en tuinbouw niet kan blij ven floreeren, men zal het dus met mij eens zijn, dat het gerechtvaar digd is, indien van Regeeringswege krachtige maatregelen worden genomen om te trachten, de ergste gevolgen van deze landbouwcrisis te overwinnen. Daarvoor zullen vele en velerlei maat regelen noodig zijn. Eén dezer maat regelen is het maal- en mtenggebod. Het maal- en mengvoorschrift houdt in,' dat er een voorschrift komt, dat voor de bereiding van de bloem, die gebruikt wordt voor het bakken van ons witte brood, een zekere hoeveelheid tarwe ge bruikt wordt, die van binnenlandschen oorsprong is. Men is het over het per centage niet geheel eens, maar vermoe- deltijk zal het tenminste voor het jaar 1931 wel bij een percentage van 10 pCt. moeten blijven. De bedoeling van dezen maatregel is, 'n vraag te scheppen voor de binnenland- sche tarwe, waardoor de prijs van deze, (die op het. /^ogenblik in geen enkel op zicht meer loonend is) zoodanig wordt, dat de landbouwer een matige belooning voor zijn arbeid krijgt. De maatregel is in een of anderen vorm al toegepast in Frankrijk, Duitsch- land, Spanje, Zweden, in Zwitserland be staat iets dergelijks, terwijl' er in Enge land over gedacht wordt". Ir. Louwes bespreekt dan de bezwa ren, die men er tegen aanvoert; ze zijn volgens hem wel te ondervangen of té overwinnen. De smaak wordt er niet minder op- het is een kwestie van technisch kunnen der bakkers. De broodprijs 'behoeft er niet meer dan pl.m'. 1/3 cent per brood hooger door te worden. En ofschoon be- perkende bepalingen voor de meelïm'por- teurs noodzakelijk zullen zijn, onmogelijk zal de invoer, zoo meent ir. Louwes, niet behoeven te worden. Tenslotte behan delt de schrijver 'de administratier-teeh- nische mogelijkheid van een maal- en meng-gebod. „Is controle mogelijk, zoowel op het malen, mengen als op de herkomst"? Ja, en zonder eenigen twijfel, ja. Het aantal bloemfabrieken van eenige beteekpnis, is gering. Dit beperkt de controle al zeer. Al de bloem zal deze fabrieken moeten passeeren of zal de door de bloemimporteurs op te richten mengin- richtingen moeten passeeren. 'Deze con trole is met een paar menschen, die ter zake deskundig zijn, heel goed en een voudig uit te voeren. En nu de controle op de herkomst der tarwe om te voorkomen, dat buitenland- sche zachte tarwe als binnenlandsche wordt geleverd. Deze controle moet hij de boeren plaats hebben en dit kan, met medewerking van de landbouworganisa ties ook wel met zeer weinig kosten ver- loopen. Als van iedere boer de verbouw de oppervlakte bekend is, dan is de hoe veelheid, waarmede hij kan kpoeien al buitengewoon gering, terwijl dat trou wens, wijl het hier een omvangrijk pro duct betreft, toch al niet meevalt. Het eenige wat te controleeren blijft is het bebouwde oppervlak. Dat is voor ieder goed te zien en dus gemakkelijk te con troleeren." llll 23. Na dien avond had hij haar zelden ge zien. Onder het voorwendsel dichter bij de fabriek te moeten zijn, was hij naai Manchester verhuisd en zij ging hoe langer hoe meer naar het buitenland. Drie jaar geleden was zijn vader overge haald geworden om zijn werk op te geven en voor zijn gezondheid naar het Zuiden van Frankrijk te gaan. Dat had alles ge makkelijker gemaakt, „Ik geloof, dat ik u nu weg moet zen den. We moeten ons houden aan het voorschrift." Snel keek hij op en sprong uit zijn stoel. Door het scherm voor de deur had hij niet opgelet, dat de verpleegster stil binnen was gekomen, „Ben ik te lang gebleven?" „O neen en ik hen zoo blij, dat hij rustig ligt. U moogt vanmiddag nog wel wat terugkomen, als hij goed blijft," Roger nam afscheid van den zieke, die even de oogen opende, doch ze da delijk weer sloot. „Komt u even buiten de kamer" zeide hij tegen de zuster, toen hij bij de deur stond. Ze volgde hem op de gang en zag hem vragend aan. MIDDELBURG. De afdeeling Walcheren van de Ned. Chr. Reisvereeniging hield Zaterdagmid dag haar eerste wintervergadering. Dit maal was de opkomst niet groot (20 per sonen), waarschijnlijk tengevolge van het slechte weer en het ongewone uur (kwart over 4). Bovendien was er niets anders te bespreken dan de beschrijvingsbrief der algemeene vergadering, die 27 De cember a.s. te Zwolle zal gehouden wor den. Hoewel de agenda dus wat „droog" leek, had de vergadering toch een ge zellig verloop. Sommige punten lokten uitvoerige bespreking uit. De eerste en tweede voorzitter, J. H. Klarenbeek en S. Caljouw, werden afge vaardigd naar de vergadering te Zwolle. De heer mr. L. van Andel zegde een lezing toe over zijn reis naar Rome, ter wijl dezen winter ook nog een film over Zwitserland zal worden vertoond. WALCHEREN. DOMBURG. Vrijdagavond gaf de Mara- dolinevereeniging ,pefening kweektf kunst" alhier een openbare uitvoering. De muziekavond slaagde uitstekend en werd afgewisseld door tooneel. DOMBURG. De collecte alhier gehou den ten bate voor het „Roode Kruis" heeft f 25,61i/2 opgebracht. ZUID-BEVELAND. Gemeenteraad van 's-Gravenpolder. De kwestie der jaarweddever- hooging van den veldwachter. Vrijdagavond vergaderde de voltallige raad te 's-Gravenpolder. De publieke belangstelling was grooter dan gewoon lijk, want punt 2 der agenda luidde: Be sluit van Gedeputeerde Staten, waarbij overeenkomstig art. 212, le lid der Ge meentewet, de verhooging van de jaar wedde van den veldwachter op de be grooting is gebracht. De heer Schou ten brengt een kort verslag uit van het bezoek aan den Commissaris der Konin gin door de indertijd benoemde commis sie. Hij had den indruk gekregen, dat de Commissaris de meening koesterde, dat hem een onderhoud verzocht was, terwijl juist de Commissaris hen had uitgenoo- digd. De heer V erhulst deelde mee, dat de bevoegdheid tot vaststelling van bedoelde jaarw.edde den raad toekwam en dat het ingrijpen van Ged. Staten niet op de wet gegrond was. Het ver trek was niet prettig. Ze kregen het drei gement mee, dat art. 212 zou worden toe gepast. Het commissielid Vprmue ver telde nog, dat het den Commissaris tegen viel, „dat de raad van 's-Gravenpolder geen eerbied had voor 't hooger gezag". De discussie over het laatste schrijven droeg een strijdlustig karakter. De heer V e r m u e zegt, dat de Commissaris „er beslist naast grijpt met art. 212". De vraag dient nu beantwoord: zal de raad de middelen aanwijzen om aan het voorschrift van Ged. St. te voldoen? De heer Schouten heeft zéér des kundig advies ingewonnen over de vraag of Ged, St. de bewuste jaarweddeverhoo- „Gelooft u dat hij heel ziek is?" Zij zag hem ernstig aan en schudde' het hoofd: „O neen, mr. Clifford, het schijnt de nachtzuster en mij een heel licht geval van typhus te zijn, wel het lichtste geval dat ik ooit bijwoonde. Het is typhus, maar de temperatuur is nooit zoo hoog als wel voorkomt." „Zijn leeftijd in aanmerking genomen is dat gelukkig, niet waar?" „Ja natuurlijk." Het scheen hem, dat ze een beetje ver legen met het geval was. „Heeft de behandeling'van den dokter hier iets mede te maken denkt u?" Ze schudde glimlachend het hoofd. „Neen, er is aan typhus zoo weinig te doen; het komt er meer op aan wat men niet moet doen. Ik weifelde even omdat wij, de andere zuster en ik, het zoo vreemd vinden dat sir Charles, die een oude man is, het in zoo'n lichten graad heeft, terwijl de andere gevallen zoo ernstig zijn, Maar ik begrijp, dat er op die dingen geen pijl te trekken is. En we mogen ons niet beklagen, vindt u wel?" Roger vond haar lach prettig en ook de open manier waarop ze hem aankeek. Haar oogen waren zoo helder als een meertje dat door de zon beschenen wordt en bruine blaren weerspiegelt. Hij vond haar frisch gezichtje aardig, ook haar flinke witte tanden met een kleine opening tusschen de twee voorste. Dat alles maakte haar uiterlijk zoo betrouw baar. Het was zoo'n vriendelijk, open ge zichtje, ze had zoo iets gevoeligs, want een fijn rood kwam op haar wangen toen hij haar zoo nauwlettend aanzag. ging op de begrooting mógen zetten en het antwoord was: „het mag n i e t". De heer Verhulst wil een bezwaar schrift indienen tegen de handelwijze van Ged. Staten en zegt: „Ged. St. hebben er absoluut het recht niet toe en op een aanmerking van den heer Joziasse voegt hij dezen toe: „weet jij me een meer revolutionnaire daad aan te wijzen dan door Ged. Staten is gepleegd? De rechts geleerden uit het Gedeputeerd College geven ons volkomen gelijk." Nu wordt ge stemd over de vraag: zullen wij genoegen nemen met dit schrijven. Met algemeene stemmen wordt besloten deze vraag met n e e n te beantwoorden. Wat nu? Hooger beroep? De heer V e r h u 1 s t merkt op: „zou den we in ons land zoo'n rotte wet heb ben, dat er geen recht meer is?" Om een eind te maken aan de lang durige discussie, stelt de voorzitter voor een bezwaarschrift in te dienen bij den Minister van Binnenlandsche Zaken. Dit wordt m. a, s. goedgekeurd. Het verzoek van het Bondsbestuur van den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond om toe te treden,tot de regeling, neergelegd in het werkeloosheidsbesluit 1917, wordt aangehouden. Verscheidene leden verkla ren er zich in principe voor. Als het ver zoek voor radio-distributie, te verleenen aan J. de Dreu alhier, in behandeling komt, verklaart de heer Joziasse, dat hij tegen zooiets is. „Door gemakkelijk aan te kunnen sluiten, krijgen we in de gezinnen iets, wat ik niet zou toejuichen." Met de zijne en de stem van den heer' Van Liere tegen wordt onder voorwaar den concessie verleend. De begrooting van het Burgerlijk Arm bestuur 1931 wordt goedgekeurd met een bedrag aan ontvang en uitgaaf van 6966, waarbij een post voor onvoorzien van 829. BORSSELE. Vrijdag vergaderde de Dijkraad van de Waterkeering Calami- teuzen Polder Borssele. Na beëediging van het nieuwe bestuurslid, den heer M. de Regt, deelde de voorzitter mee, dat bij Kon. besluit de heer C. M. Nijs ten was herbenoemd als lid van het be stuur. De begrooting onderhoudswerken 1931'32 werd vastgesteld op een be drag van 6900. Men besloot het direc tiegebouw ten behoeve van den water bouwkundigen ambtenaar telefonisch aan te sluiten. Een bestuursvoorstel om de jaarlijksche onderhoudskosten voor de woning van dien ambtenaar van 50 te brengen op 100, werd met 15 tegen 4 stemmen venvorpen. Voor verklaarden zich de heeren P. Dekker, J. Bruinooge, C. M. Nijsten en M. de Regt. De voor zitter deed mededeeling van de be sprekingen, gevoerd tusschen het be stuur en den Commissaris der Koningin met Ged. Staten over de door den hoofd ingenieur voorgestelde dijksverzwaring, welke conferentie 14 dagen geleden ge houden is in de directiekeet alhier. De Dijkraad, die tegen het voorstel van ge noemden ingenieur een bezwaarschrift heeft ingediend, besloot thans te blijven vasthouden aan zijn meening, dat ver hooging van den dijk met betonmuur wenschelijker is dan verhooging der ber men. Men besloot nog aan Ged. Staten te verzoeken reeds thans den Polder te willen doen schatten en niet daarmee te wachten tot 1932, in verband met den benarden toestand op landbouwgebied. THOLEN. THOLEN. Vorige week is een be stuursverkiezing gehouden voor een va cature in de Christ, Historische kiesver- eeniging alhier. Gekozen werd Chr. Die- leman alhier. Deze had vroeger zitting voor de liberale partij als gemeenteraads lid te Breskens en kwam eenige jaren ge „Waar komt u vandaan?" vroeg hij plotseling. „Uit het Westen van Manitoba." „Van de vlakte?" „Ja, het verhaast me dat u dat weet." „Zie ik er zoo onwetend uit?" „Niemand hier weet iets van de aard rijkskunde van Amerika. En dat ver wacht ik ook niet. Eens toen ik tegen een man sprak van Manitoba, zeide hij dadelijk: o ja, Centraal Amerika." Roger lachte. „Ik zou niet graag een reeks kruis- vragen beantwoorden, maar ik weet toch wel wat van Canada af, U hebt het type dat op de vlakke velden woont." „Wat voor type is' dat?" Hij aarzelde even en in zijn oogen schitterde spotlust. „Een heel aardig type." Waarop bei den lachten. „Om het u precies te zeggen, het is een zekere breedte hier", en hij wees naar de jukbeenderen, „en dan uw oogen zooals ze in uv; hoofd staan en een zekere straling er in. U bent zeker heel verziende." „Ja, dat ben ik. Ik groeide op in een land waar men mijlen ver zien kan. Toen ik pas in hei ziekenhuis was, be gonnen mijn oogen mij te hinderen. De doktoren zeiden, dat het kwam van on gewoonte, om alles zoo dichtbij te zien." ,,U moest buiten zijn. Waarom bent u verpleegster geworden?" Zij trok de schouders op en zeide met een eerlijken lach: „Ik moest iets doen; we waren thuis met zoovelen en ik had geen enkel talent." „Dat vind ik heel dapper." „Waarom? Duizenden meisjes doen leden voor als candidaat voor de Pro vinciale Staten op de lijst van den Vrij heidsbond. ZEEUWSCH-VLAANDEREN O. D. ST. JANSTEEN. Een dezer dagen kwam de landbouwer M. alhier tot de minder aangename ontdekking dat door tot nog toe onbekende(n) een groote hoe veelheid aardappelen, welke in zijn schuur waren opgestapeld, daaruit wa ren ontvreemd. De politie stelt een on derzoek in, ZEEUWSCH-VLAANDEREN W. D. BRESKENS. Voor de Vereeniging voor Volksontwikkeling alhier traden Vrijdag avond op de tooneelkunstenaars Tula en Johan Schmidt-Di Vista. Het strijkje van de familie Van Luijk met de pianiste mej. E. van de Plassche en den musicus den heer I. de Hullu, zorgden voor de noodige afwisseling, en mochten, evenals de fa milie Schmidt, een warm applaus in ont vangst nemen. GROEDE. Gedurende dezen winter zal aan school A als ook aan school B geen herhalingtsonderwijs worden ge- (geven. daar zich resp. voor school A maar 6 en school B. maar 5 leerlingen hadden aangemeld. AARDENBURG. Men schrijft aan de N. Rott. Crt.: De pas ongeveer 20 jaar oude iepen om het Marktplein en de ruim 30 jaar oude iepen van de Heerendreef tusschen de bebouwde kom en de Elderschans (in totaal ruim 120) zijn onder den hamer gevallen. Hierdoor is de gemeente van twee mooie stukken natuurschoon be roofd. De jonge iepenlaan (de wandel dreef) zal weldra moeten volgen. Het boom- en lommerrijke Aardenburg van weleer is een kale streek geworden, welk euvel men hoopt te verhelpen door aan planting met bruine beuken. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Gisteravond vergaderde bovengenoem de Kamer ten stadhuize te Middelburg ■onder voorzitterschap' van den heer 'C. BOUDEWIJNSE met wien 16 leden aan- ,wezig waren. Afwezig waren de heeren Anker, K lij berg, Enlin en Wesselinjg met en de heeren v. cl. Berg era. Bosman zon der kennisgeving. Bij de notulen der vergadering Van 31 Oct., maakte de heer Jeronimus de op- taerking, dat hij bij de behandeling van de. kwestie van het vliegveld te Haam stede niet heeft gezegd, althans nie:t bedoeld heeft, dat hét geld daarvoor beter besteed zou zijn dan voor het vliegveld t e Vlissinlgen, docfii dan voor de ha ven exploitatie aldaar. De VOORZ. zegt, dit destijds niet te hebben gehoord en verbaasd te heb ben gestaan over een rectificatie in dien geest in de Middelburgsche Courant. Spr.. vraagt of een der leden de heer Jeroni mus in dien geest hébben begrepen. De [heer v. RAALTE zegt dit wel (ge hoord te hebben doch zegt nader dat hij het heeft afgeleid uit de woorden van den heer Jeronimus. De SECRETARIS zegt dat het hem juist is opgevallen, dat de heer Jeroni mus niet over de haven sprak, want dat had hij juist verwacht. De heer JERONIMUS neemt er genoe gen mede, als zijn bedoeling nu in de no tulen tot uiting komt. Mededeelingen. eiken dag hetzelfde." „Misschien wel, maar dat is iets an ders." „Ik kan het onderscheid niet zien", zeide zij ietwat ironisch. „Neen, dat kunt u niet en ik kan het niet uitleggen, misschien wel als ik tijd heb gehad er nog eens rustig over na te denken. Weer lachten beiden. Het was kinder lijk gepraat, dat alleen bekoring heeft door wederzijdsche aantrekking. Hoe vluchtig de geestverwantschap, de sym pathie ook moge zijn, zij geeft een kleine voorproef van mogelijkheden, die de een voudigste opmerking vol beteekenis maakt. De twee stonden elkaar aan te zien zonder een woord te spreken. Esther was de eerste die weer tot den beganen grond terugkeerde. „Ik moet hier niet staan praten, ik heb iets voor mijn patiënt te doen." „Ik ben blij dat u hem verpleegt", zei de Roger met warmte. „Het kan niet zoo maar zijn om. Maar zij wachtte niet op wat verder komen zou. Met een snaakschen glimlach verdween zij in de slaapkamer, en hij ging fluitende de trap af, met een pret tig, warm gevoel, dat hij niet analy seerde. Esther voelde zich ook opgewekt, maar ze vergat toch niet om doodstil bin nen te komen, want haar patiënt mocht eens ingesluimerd zijn. Met haar hand nog op de deurknop keek zij voorzichtig van achter het scherm. Er was iemand in de kamer, dat voelde zij voor ze ontdekte wie het was. Een Koninklijk is zijn hou ding, koninklijk staan hem die manen, konink lijk is zijn machtige kop. Sober maar schoon past zijn kleed geheel en al bij zijn lenig leeuwenlijf. Er zijn vele mannen met een welgebouwd figuur. Wat zouden velen van hen er geheel anders uitzien, als ze kleeding droegen, die bij hun lichaamsbouw volkomen passen zou. Geen opvul sels van watten, niet dat zoo overdreven ge tailleerde in kleeding, maar de eerlijke snit en de zuivere pasvorm van de Kreymborg- coupe kleedt mannelijk 1 Daarom, als ge een nieuwe winterjas noo dig hebt, denkt er dan om: Kreymborg-coupel MIDDELBURG. VLISSINGEN. (Ingez. Med.) Spreken te Middelburg met Indië. De VOORZ. deelt mede, dat van den directeur-generaal der P. T. T. bericht is ontvangen ,dat hij order heeft gegeven te Middelburg een telefooncel voor vier personen te bouwen, waaruit met Indië kan worden gesproken. Vermoedelijk zal die cel op 22 Dec. in dienst kunnen wor den gesteld. Vervroegde laatste postbe stelling. Van den, directeur van het post- en te legraafkantoor te Middelburg is bericht ontvangen, dat de laatste postbestelling is vervroegd, omdat de eerste bestelling zeer is verzwaard door den nachtpost- diensl en daarvoor meer personeel noo dig is. Zonder vervroeging Vara cïe laatste .bestelling zou het personeel 'te weinig nachtrust hebben. De nieuwe regleling is Maandag ingegaan. De VOORZ. acht het bekend, dat de post van 7 uur uit Holland nu nog in de hestelling kwam, maar de meeste 'brieven komen om 6 uur mede en nu heeft men het voordeel vooral voor za ken, die te 8 uur sluiten, dat men nog bijtijds zijn post heeft. De heer JERONIMUS zegt, dat men nu in de laatste bestelling de avondpost uit Zeeuwsch-Vlaanderen en ook de Emgel- sehe post mist. Spr. komt op voor de be langen van de busrechthouders, die des morgens eerst te 7 uur in het kantoor kunnen, wat lastig is als men te 7 u. 20 met den trein mede moet. Spr. vraagt het bureau pogingen aan te wenden om het kantoor 'te half zeven le openen. De VOORZ. zegt dit toe. vrouwelijke gestalte, met iets gespannen in haar houding, boog zich met den rug naar de deur, over de tafel. Het was lady Clifford; maar wat deed ze daar? O, ze keek natuurlijk naar de temperatuur- lijst? HOOFDSTUK XI, Waarom zou lady Clifford zooveel be langstelling toonen in iets van techni- schen aard, zooals een temperatuurlijst. Verscheidene malen op den dag werd haar precies alles van den toestand van haar man medegedeeld. Zij scheen Esther toe als een lastig kind, dat vooruit altijd wil weten wat er zal gaan gebeuren. Ter wijl deze gedachte haar door het hoofd ging, deed een snelle beweging van de gedaante tegen haar, haar besluiten haar aanwezigheid niet kenbaar te maken. Ze zag lady Clifford zich oprichten en naar het voeteneinde van het bed sluipen. Zij zag haar voorover buigen, zonder het ledikant aan te raken en met ingespan nen aandacht den zieke gadeslaan. Zijn oogen waren nog gesloten, misschien sliep hij wel, maar Esther dacht dat de uitdrukking op het gezicht van zijn vrouw zou hem een schok gegeven hebben, als hij haar gezien had. Haar schoonheid was geheel verdwenen. Met haar tanden op haar onderlip bijtend en met een scherp loerende uitdrukking in de half dichtge knepen oogen, geleek zij een ander mensch. Vreemd zooals angst iemand kan doen veranderen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5