DOOR
ALICE CAMP5ELC
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 25 NOVEMBER 193 0.
Een maal- en meng-gebod
voor tarwe
door ir, S. L. Louwes.
ZEELAND
- Koninklijk.
Kreymborg
Vanwege het sècrel axiaal der Z. L. M.
ontvangen wij een breedvoerige be
schouwing van ir. S. L. Louwes, secr.
der Overijselsche Landb. Mij., over het
aanhangige maal- en m'enggebod voor
tarwe. Het volgende is daaraan ontleend.
„Uit maal-en menggebod is één en ook
slechts één der middelen, die moeten
dienen om den landbouw, en dan speci
aal den akkerbouw uit de ondragelijke po
sitie, waarin hij is geraakt, te bevrijden.
Dat de positie van den akkerbouw wer
kelijk ondragelijk is, leert een korte blik
op de regelmatig van offideele zijde ge
publiceerde indexcijfers.
De groote meerderheid van ons volk
gevoelt, aldus ir. Louwes, dat ons maat
schappelijk leven op den duur zonder
een grondslag van land- en tuinbouw niet
kan blij ven floreeren, men zal het dus
met mij eens zijn, dat het gerechtvaar
digd is, indien van Regeeringswege
krachtige maatregelen worden genomen
om te trachten, de ergste gevolgen van
deze landbouwcrisis te overwinnen.
Daarvoor zullen vele en velerlei maat
regelen noodig zijn. Eén dezer maat
regelen is het maal- en mtenggebod.
Het maal- en mengvoorschrift houdt
in,' dat er een voorschrift komt, dat voor
de bereiding van de bloem, die gebruikt
wordt voor het bakken van ons witte
brood, een zekere hoeveelheid tarwe ge
bruikt wordt, die van binnenlandschen
oorsprong is. Men is het over het per
centage niet geheel eens, maar vermoe-
deltijk zal het tenminste voor het jaar
1931 wel bij een percentage van 10
pCt. moeten blijven.
De bedoeling van dezen maatregel is, 'n
vraag te scheppen voor de binnenland-
sche tarwe, waardoor de prijs van deze,
(die op het. /^ogenblik in geen enkel op
zicht meer loonend is) zoodanig wordt,
dat de landbouwer een matige belooning
voor zijn arbeid krijgt.
De maatregel is in een of anderen
vorm al toegepast in Frankrijk, Duitsch-
land, Spanje, Zweden, in Zwitserland be
staat iets dergelijks, terwijl' er in Enge
land over gedacht wordt".
Ir. Louwes bespreekt dan de bezwa
ren, die men er tegen aanvoert; ze zijn
volgens hem wel te ondervangen of té
overwinnen.
De smaak wordt er niet minder op-
het is een kwestie van technisch kunnen
der bakkers. De broodprijs 'behoeft er
niet meer dan pl.m'. 1/3 cent per brood
hooger door te worden. En ofschoon be-
perkende bepalingen voor de meelïm'por-
teurs noodzakelijk zullen zijn, onmogelijk
zal de invoer, zoo meent ir. Louwes, niet
behoeven te worden. Tenslotte behan
delt de schrijver 'de administratier-teeh-
nische mogelijkheid van een maal- en
meng-gebod.
„Is controle mogelijk, zoowel op het
malen, mengen als op de herkomst"? Ja,
en zonder eenigen twijfel, ja. Het aantal
bloemfabrieken van eenige beteekpnis,
is gering. Dit beperkt de controle al
zeer. Al de bloem zal deze fabrieken
moeten passeeren of zal de door de
bloemimporteurs op te richten mengin-
richtingen moeten passeeren. 'Deze con
trole is met een paar menschen, die ter
zake deskundig zijn, heel goed en een
voudig uit te voeren.
En nu de controle op de herkomst der
tarwe om te voorkomen, dat buitenland-
sche zachte tarwe als binnenlandsche
wordt geleverd. Deze controle moet hij
de boeren plaats hebben en dit kan, met
medewerking van de landbouworganisa
ties ook wel met zeer weinig kosten ver-
loopen. Als van iedere boer de verbouw
de oppervlakte bekend is, dan is de hoe
veelheid, waarmede hij kan kpoeien al
buitengewoon gering, terwijl dat trou
wens, wijl het hier een omvangrijk pro
duct betreft, toch al niet meevalt. Het
eenige wat te controleeren blijft is het
bebouwde oppervlak. Dat is voor ieder
goed te zien en dus gemakkelijk te con
troleeren."
llll
23.
Na dien avond had hij haar zelden ge
zien. Onder het voorwendsel dichter bij
de fabriek te moeten zijn, was hij naai
Manchester verhuisd en zij ging hoe
langer hoe meer naar het buitenland.
Drie jaar geleden was zijn vader overge
haald geworden om zijn werk op te geven
en voor zijn gezondheid naar het Zuiden
van Frankrijk te gaan. Dat had alles ge
makkelijker gemaakt,
„Ik geloof, dat ik u nu weg moet zen
den. We moeten ons houden aan het
voorschrift."
Snel keek hij op en sprong uit zijn
stoel. Door het scherm voor de deur had
hij niet opgelet, dat de verpleegster stil
binnen was gekomen,
„Ben ik te lang gebleven?"
„O neen en ik hen zoo blij, dat hij
rustig ligt. U moogt vanmiddag nog wel
wat terugkomen, als hij goed blijft,"
Roger nam afscheid van den zieke,
die even de oogen opende, doch ze da
delijk weer sloot.
„Komt u even buiten de kamer" zeide
hij tegen de zuster, toen hij bij de deur
stond.
Ze volgde hem op de gang en zag hem
vragend aan.
MIDDELBURG.
De afdeeling Walcheren van de Ned.
Chr. Reisvereeniging hield Zaterdagmid
dag haar eerste wintervergadering. Dit
maal was de opkomst niet groot (20 per
sonen), waarschijnlijk tengevolge van het
slechte weer en het ongewone uur (kwart
over 4). Bovendien was er niets anders
te bespreken dan de beschrijvingsbrief
der algemeene vergadering, die 27 De
cember a.s. te Zwolle zal gehouden wor
den. Hoewel de agenda dus wat „droog"
leek, had de vergadering toch een ge
zellig verloop. Sommige punten lokten
uitvoerige bespreking uit.
De eerste en tweede voorzitter, J. H.
Klarenbeek en S. Caljouw, werden afge
vaardigd naar de vergadering te Zwolle.
De heer mr. L. van Andel zegde een
lezing toe over zijn reis naar Rome, ter
wijl dezen winter ook nog een film over
Zwitserland zal worden vertoond.
WALCHEREN.
DOMBURG. Vrijdagavond gaf de Mara-
dolinevereeniging ,pefening kweektf
kunst" alhier een openbare uitvoering.
De muziekavond slaagde uitstekend en
werd afgewisseld door tooneel.
DOMBURG. De collecte alhier gehou
den ten bate voor het „Roode Kruis"
heeft f 25,61i/2 opgebracht.
ZUID-BEVELAND.
Gemeenteraad van 's-Gravenpolder.
De kwestie der jaarweddever-
hooging van den veldwachter.
Vrijdagavond vergaderde de voltallige
raad te 's-Gravenpolder. De publieke
belangstelling was grooter dan gewoon
lijk, want punt 2 der agenda luidde: Be
sluit van Gedeputeerde Staten, waarbij
overeenkomstig art. 212, le lid der Ge
meentewet, de verhooging van de jaar
wedde van den veldwachter op de be
grooting is gebracht. De heer Schou
ten brengt een kort verslag uit van het
bezoek aan den Commissaris der Konin
gin door de indertijd benoemde commis
sie. Hij had den indruk gekregen, dat de
Commissaris de meening koesterde, dat
hem een onderhoud verzocht was, terwijl
juist de Commissaris hen had uitgenoo-
digd. De heer V erhulst deelde mee,
dat de bevoegdheid tot vaststelling van
bedoelde jaarw.edde den raad toekwam
en dat het ingrijpen van Ged. Staten
niet op de wet gegrond was. Het ver
trek was niet prettig. Ze kregen het drei
gement mee, dat art. 212 zou worden toe
gepast. Het commissielid Vprmue ver
telde nog, dat het den Commissaris tegen
viel, „dat de raad van 's-Gravenpolder
geen eerbied had voor 't hooger gezag".
De discussie over het laatste schrijven
droeg een strijdlustig karakter. De heer
V e r m u e zegt, dat de Commissaris „er
beslist naast grijpt met art. 212".
De vraag dient nu beantwoord: zal de
raad de middelen aanwijzen om aan het
voorschrift van Ged. St. te voldoen?
De heer Schouten heeft zéér des
kundig advies ingewonnen over de vraag
of Ged, St. de bewuste jaarweddeverhoo-
„Gelooft u dat hij heel ziek is?"
Zij zag hem ernstig aan en schudde'
het hoofd: „O neen, mr. Clifford, het
schijnt de nachtzuster en mij een heel
licht geval van typhus te zijn, wel het
lichtste geval dat ik ooit bijwoonde. Het
is typhus, maar de temperatuur is nooit
zoo hoog als wel voorkomt."
„Zijn leeftijd in aanmerking genomen
is dat gelukkig, niet waar?"
„Ja natuurlijk."
Het scheen hem, dat ze een beetje ver
legen met het geval was.
„Heeft de behandeling'van den dokter
hier iets mede te maken denkt u?"
Ze schudde glimlachend het hoofd.
„Neen, er is aan typhus zoo weinig
te doen; het komt er meer op aan wat
men niet moet doen. Ik weifelde even
omdat wij, de andere zuster en ik, het
zoo vreemd vinden dat sir Charles, die
een oude man is, het in zoo'n lichten
graad heeft, terwijl de andere gevallen
zoo ernstig zijn, Maar ik begrijp, dat er
op die dingen geen pijl te trekken is.
En we mogen ons niet beklagen, vindt
u wel?"
Roger vond haar lach prettig en ook
de open manier waarop ze hem aankeek.
Haar oogen waren zoo helder als een
meertje dat door de zon beschenen
wordt en bruine blaren weerspiegelt. Hij
vond haar frisch gezichtje aardig, ook
haar flinke witte tanden met een kleine
opening tusschen de twee voorste. Dat
alles maakte haar uiterlijk zoo betrouw
baar. Het was zoo'n vriendelijk, open ge
zichtje, ze had zoo iets gevoeligs, want
een fijn rood kwam op haar wangen toen
hij haar zoo nauwlettend aanzag.
ging op de begrooting mógen zetten en
het antwoord was: „het mag n i e t".
De heer Verhulst wil een bezwaar
schrift indienen tegen de handelwijze van
Ged. Staten en zegt: „Ged. St. hebben
er absoluut het recht niet toe en op een
aanmerking van den heer Joziasse voegt
hij dezen toe: „weet jij me een meer
revolutionnaire daad aan te wijzen dan
door Ged. Staten is gepleegd? De rechts
geleerden uit het Gedeputeerd College
geven ons volkomen gelijk." Nu wordt ge
stemd over de vraag: zullen wij genoegen
nemen met dit schrijven. Met algemeene
stemmen wordt besloten deze vraag met
n e e n te beantwoorden.
Wat nu? Hooger beroep?
De heer V e r h u 1 s t merkt op: „zou
den we in ons land zoo'n rotte wet heb
ben, dat er geen recht meer is?"
Om een eind te maken aan de lang
durige discussie, stelt de voorzitter
voor een bezwaarschrift in te dienen bij
den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Dit wordt m. a, s. goedgekeurd.
Het verzoek van het Bondsbestuur van
den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond om
toe te treden,tot de regeling, neergelegd
in het werkeloosheidsbesluit 1917, wordt
aangehouden. Verscheidene leden verkla
ren er zich in principe voor. Als het ver
zoek voor radio-distributie, te verleenen
aan J. de Dreu alhier, in behandeling
komt, verklaart de heer Joziasse, dat
hij tegen zooiets is. „Door gemakkelijk
aan te kunnen sluiten, krijgen we in de
gezinnen iets, wat ik niet zou toejuichen."
Met de zijne en de stem van den heer'
Van Liere tegen wordt onder voorwaar
den concessie verleend.
De begrooting van het Burgerlijk Arm
bestuur 1931 wordt goedgekeurd met een
bedrag aan ontvang en uitgaaf van
6966, waarbij een post voor onvoorzien
van 829.
BORSSELE. Vrijdag vergaderde de
Dijkraad van de Waterkeering Calami-
teuzen Polder Borssele. Na beëediging
van het nieuwe bestuurslid, den heer
M. de Regt, deelde de voorzitter mee,
dat bij Kon. besluit de heer C. M. Nijs
ten was herbenoemd als lid van het be
stuur. De begrooting onderhoudswerken
1931'32 werd vastgesteld op een be
drag van 6900. Men besloot het direc
tiegebouw ten behoeve van den water
bouwkundigen ambtenaar telefonisch aan
te sluiten. Een bestuursvoorstel om de
jaarlijksche onderhoudskosten voor de
woning van dien ambtenaar van 50 te
brengen op 100, werd met 15 tegen 4
stemmen venvorpen. Voor verklaarden
zich de heeren P. Dekker, J. Bruinooge,
C. M. Nijsten en M. de Regt. De voor
zitter deed mededeeling van de be
sprekingen, gevoerd tusschen het be
stuur en den Commissaris der Koningin
met Ged. Staten over de door den hoofd
ingenieur voorgestelde dijksverzwaring,
welke conferentie 14 dagen geleden ge
houden is in de directiekeet alhier. De
Dijkraad, die tegen het voorstel van ge
noemden ingenieur een bezwaarschrift
heeft ingediend, besloot thans te blijven
vasthouden aan zijn meening, dat ver
hooging van den dijk met betonmuur
wenschelijker is dan verhooging der ber
men. Men besloot nog aan Ged. Staten
te verzoeken reeds thans den Polder te
willen doen schatten en niet daarmee te
wachten tot 1932, in verband met den
benarden toestand op landbouwgebied.
THOLEN.
THOLEN. Vorige week is een be
stuursverkiezing gehouden voor een va
cature in de Christ, Historische kiesver-
eeniging alhier. Gekozen werd Chr. Die-
leman alhier. Deze had vroeger zitting
voor de liberale partij als gemeenteraads
lid te Breskens en kwam eenige jaren ge
„Waar komt u vandaan?" vroeg hij
plotseling.
„Uit het Westen van Manitoba."
„Van de vlakte?"
„Ja, het verhaast me dat u dat weet."
„Zie ik er zoo onwetend uit?"
„Niemand hier weet iets van de aard
rijkskunde van Amerika. En dat ver
wacht ik ook niet. Eens toen ik tegen
een man sprak van Manitoba, zeide hij
dadelijk: o ja, Centraal Amerika."
Roger lachte.
„Ik zou niet graag een reeks kruis-
vragen beantwoorden, maar ik weet toch
wel wat van Canada af, U hebt het type
dat op de vlakke velden woont."
„Wat voor type is' dat?"
Hij aarzelde even en in zijn oogen
schitterde spotlust.
„Een heel aardig type." Waarop bei
den lachten. „Om het u precies te zeggen,
het is een zekere breedte hier", en hij
wees naar de jukbeenderen, „en dan uw
oogen zooals ze in uv; hoofd staan en
een zekere straling er in. U bent zeker
heel verziende."
„Ja, dat ben ik. Ik groeide op in een
land waar men mijlen ver zien kan.
Toen ik pas in hei ziekenhuis was, be
gonnen mijn oogen mij te hinderen. De
doktoren zeiden, dat het kwam van on
gewoonte, om alles zoo dichtbij te zien."
,,U moest buiten zijn. Waarom bent u
verpleegster geworden?"
Zij trok de schouders op en zeide met
een eerlijken lach: „Ik moest iets doen;
we waren thuis met zoovelen en ik had
geen enkel talent."
„Dat vind ik heel dapper."
„Waarom? Duizenden meisjes doen
leden voor als candidaat voor de Pro
vinciale Staten op de lijst van den Vrij
heidsbond.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN O. D.
ST. JANSTEEN. Een dezer dagen
kwam de landbouwer M. alhier tot de
minder aangename ontdekking dat door
tot nog toe onbekende(n) een groote hoe
veelheid aardappelen, welke in zijn
schuur waren opgestapeld, daaruit wa
ren ontvreemd. De politie stelt een on
derzoek in,
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W. D.
BRESKENS. Voor de Vereeniging voor
Volksontwikkeling alhier traden Vrijdag
avond op de tooneelkunstenaars Tula en
Johan Schmidt-Di Vista. Het strijkje van
de familie Van Luijk met de pianiste mej.
E. van de Plassche en den musicus den
heer I. de Hullu, zorgden voor de noodige
afwisseling, en mochten, evenals de fa
milie Schmidt, een warm applaus in ont
vangst nemen.
GROEDE. Gedurende dezen winter zal
aan school A als ook aan school
B geen herhalingtsonderwijs worden ge-
(geven. daar zich resp. voor school A
maar 6 en school B. maar 5 leerlingen
hadden aangemeld.
AARDENBURG. Men schrijft aan de
N. Rott. Crt.:
De pas ongeveer 20 jaar oude iepen
om het Marktplein en de ruim 30 jaar
oude iepen van de Heerendreef tusschen
de bebouwde kom en de Elderschans (in
totaal ruim 120) zijn onder den hamer
gevallen. Hierdoor is de gemeente van
twee mooie stukken natuurschoon be
roofd. De jonge iepenlaan (de wandel
dreef) zal weldra moeten volgen. Het
boom- en lommerrijke Aardenburg van
weleer is een kale streek geworden, welk
euvel men hoopt te verhelpen door aan
planting met bruine beuken.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR
DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Gisteravond vergaderde bovengenoem
de Kamer ten stadhuize te Middelburg
■onder voorzitterschap' van den heer 'C.
BOUDEWIJNSE met wien 16 leden aan-
,wezig waren. Afwezig waren de heeren
Anker, K lij berg, Enlin en Wesselinjg met
en de heeren v. cl. Berg era. Bosman zon
der kennisgeving.
Bij de notulen der vergadering Van 31
Oct., maakte de heer Jeronimus de op-
taerking, dat hij bij de behandeling van
de. kwestie van het vliegveld te Haam
stede niet heeft gezegd, althans nie:t
bedoeld heeft, dat hét geld daarvoor
beter besteed zou zijn dan voor het
vliegveld t e Vlissinlgen, docfii dan
voor de ha ven exploitatie aldaar.
De VOORZ. zegt, dit destijds niet
te hebben gehoord en verbaasd te heb
ben gestaan over een rectificatie in dien
geest in de Middelburgsche Courant. Spr..
vraagt of een der leden de heer Jeroni
mus in dien geest hébben begrepen.
De [heer v. RAALTE zegt dit wel (ge
hoord te hebben doch zegt nader dat
hij het heeft afgeleid uit de woorden
van den heer Jeronimus.
De SECRETARIS zegt dat het hem
juist is opgevallen, dat de heer Jeroni
mus niet over de haven sprak, want dat
had hij juist verwacht.
De heer JERONIMUS neemt er genoe
gen mede, als zijn bedoeling nu in de no
tulen tot uiting komt.
Mededeelingen.
eiken dag hetzelfde."
„Misschien wel, maar dat is iets an
ders."
„Ik kan het onderscheid niet zien",
zeide zij ietwat ironisch.
„Neen, dat kunt u niet en ik kan het
niet uitleggen, misschien wel als ik tijd
heb gehad er nog eens rustig over na te
denken.
Weer lachten beiden. Het was kinder
lijk gepraat, dat alleen bekoring heeft
door wederzijdsche aantrekking. Hoe
vluchtig de geestverwantschap, de sym
pathie ook moge zijn, zij geeft een kleine
voorproef van mogelijkheden, die de een
voudigste opmerking vol beteekenis
maakt.
De twee stonden elkaar aan te zien
zonder een woord te spreken. Esther
was de eerste die weer tot den beganen
grond terugkeerde.
„Ik moet hier niet staan praten, ik heb
iets voor mijn patiënt te doen."
„Ik ben blij dat u hem verpleegt", zei
de Roger met warmte. „Het kan niet zoo
maar zijn om.
Maar zij wachtte niet op wat verder
komen zou. Met een snaakschen glimlach
verdween zij in de slaapkamer, en hij
ging fluitende de trap af, met een pret
tig, warm gevoel, dat hij niet analy
seerde.
Esther voelde zich ook opgewekt,
maar ze vergat toch niet om doodstil bin
nen te komen, want haar patiënt mocht
eens ingesluimerd zijn. Met haar hand
nog op de deurknop keek zij voorzichtig
van achter het scherm.
Er was iemand in de kamer, dat voelde
zij voor ze ontdekte wie het was. Een
Koninklijk is zijn hou
ding, koninklijk staan
hem die manen, konink
lijk is zijn machtige kop.
Sober maar schoon past
zijn kleed geheel en al
bij zijn lenig leeuwenlijf.
Er zijn vele mannen met
een welgebouwd figuur.
Wat zouden velen van
hen er geheel anders
uitzien, als ze kleeding
droegen, die bij hun
lichaamsbouw volkomen
passen zou. Geen opvul
sels van watten, niet
dat zoo overdreven ge
tailleerde in kleeding,
maar de eerlijke snit
en de zuivere pasvorm
van de Kreymborg-
coupe kleedt mannelijk 1
Daarom, als ge een
nieuwe winterjas noo
dig hebt, denkt er dan
om: Kreymborg-coupel
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
(Ingez. Med.)
Spreken te Middelburg met
Indië.
De VOORZ. deelt mede, dat van den
directeur-generaal der P. T. T. bericht
is ontvangen ,dat hij order heeft gegeven
te Middelburg een telefooncel voor vier
personen te bouwen, waaruit met Indië
kan worden gesproken. Vermoedelijk zal
die cel op 22 Dec. in dienst kunnen wor
den gesteld.
Vervroegde laatste postbe
stelling.
Van den, directeur van het post- en te
legraafkantoor te Middelburg is bericht
ontvangen, dat de laatste postbestelling
is vervroegd, omdat de eerste bestelling
zeer is verzwaard door den nachtpost-
diensl en daarvoor meer personeel noo
dig is. Zonder vervroeging Vara cïe laatste
.bestelling zou het personeel 'te weinig
nachtrust hebben. De nieuwe regleling
is Maandag ingegaan.
De VOORZ. acht het bekend, dat de
post van 7 uur uit Holland nu nog in
de hestelling kwam, maar de meeste
'brieven komen om 6 uur mede en nu
heeft men het voordeel vooral voor za
ken, die te 8 uur sluiten, dat men nog
bijtijds zijn post heeft.
De heer JERONIMUS zegt, dat men nu
in de laatste bestelling de avondpost uit
Zeeuwsch-Vlaanderen en ook de Emgel-
sehe post mist. Spr. komt op voor de be
langen van de busrechthouders, die des
morgens eerst te 7 uur in het kantoor
kunnen, wat lastig is als men te 7 u. 20
met den trein mede moet. Spr. vraagt
het bureau pogingen aan te wenden om
het kantoor 'te half zeven le openen.
De VOORZ. zegt dit toe.
vrouwelijke gestalte, met iets gespannen
in haar houding, boog zich met den rug
naar de deur, over de tafel. Het was lady
Clifford; maar wat deed ze daar? O, ze
keek natuurlijk naar de temperatuur-
lijst?
HOOFDSTUK XI,
Waarom zou lady Clifford zooveel be
langstelling toonen in iets van techni-
schen aard, zooals een temperatuurlijst.
Verscheidene malen op den dag werd
haar precies alles van den toestand van
haar man medegedeeld. Zij scheen Esther
toe als een lastig kind, dat vooruit altijd
wil weten wat er zal gaan gebeuren. Ter
wijl deze gedachte haar door het hoofd
ging, deed een snelle beweging van de
gedaante tegen haar, haar besluiten haar
aanwezigheid niet kenbaar te maken. Ze
zag lady Clifford zich oprichten en naar
het voeteneinde van het bed sluipen. Zij
zag haar voorover buigen, zonder het
ledikant aan te raken en met ingespan
nen aandacht den zieke gadeslaan. Zijn
oogen waren nog gesloten, misschien
sliep hij wel, maar Esther dacht dat de
uitdrukking op het gezicht van zijn vrouw
zou hem een schok gegeven hebben, als
hij haar gezien had. Haar schoonheid was
geheel verdwenen. Met haar tanden op
haar onderlip bijtend en met een scherp
loerende uitdrukking in de half dichtge
knepen oogen, geleek zij een ander
mensch. Vreemd zooals angst iemand kan
doen veranderen.
(Wordt vervolgd).