Rheumatiek LINIMENT DOODT IN D Cr\ DL ADÜ Q van de: /AIDD£LDVf\Cac^E COV-WHANX E3! DE STAKING! bode Mwtsjei tó°rC£Uilleiiqer^ard|:: VOOR DE KLEINTJES KLEUR- EN KNIPPLAAT Verkoopingen - Verpachting** in Zeeland RAADSELHOEKJE. A U kunt de pijn onmiddellijk doen bedaren, - onverschillig of zij in] de spieren of ge wrichten is, met Sloan's Liniment. Geen inwrijven het dringt dadelijk door, ver warmend pijnstillend. De pijn is spoedig geheel ver dwenen. Blijft niet lijden in den winter houdt steeds een flacon onder Uw bereik. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. (Ingez. Med.) zoeken. Hij slaagde da,arin niet. Een an dere man vond eindelijk den tijger, ver scholen achter een hoop bladeren. Hij loste een schot, doch miste. De tijger vluchtte het bosch in. Het viel den man op, dat de grond achter de hoop bladeren doorwoeld was. Hij zocht en vond het hoofd van hel kind, dat door het roofdier was verslonden. De heele streek is met afgrijzen vervuld, en de jagers van allle dorpen in den omtrek zijn er op uit ge trokken, om te trachten, den tijger te dooden. EEN EXTRA-SCHADEPOST. Bij den brand bij de familie S. te W i n- schoten is nog al wat geld zoek ge raakt. Thans i s onder de puinhoopen be halve wat zilveren munten een bus met bankpapier verbrand gevonden, 't Moet een bedrag van ongeveer f 2300 zijn. NOG ALTIJD MIJNEN. Volgens een draadloos bericht van het Duitsche s.s. „Seydlitz" werd Woensdagmiddag op 52 gr. 16 min. N.b. en 3 gr. 17 min. 0.1. (ongeveer 20 zeemijlen ten Zuidwesten van IJ m u i d e n) een zwaar begroeide mijn, drijvende aangetroffen. November, 25 St, Laurens, 26 Grijpskerke, 26 Oostkapelle, 27 Middelburg, 27 Middelburg, 29 Middelburg, December. 16 Middelburg, Inspan, Hioolen. Bouwland, De Neeling. Huis erf en inboedel, Blaupot ten Cate. Huizen, Blaupot ten Cate. Land, Blaupot ten Cate, Inboedel, Blaupot ten Cate. Meubelen, Notarishuis. j m tAJ ykj rn i> j ®L „Neen, er komt vandaag weer niets van ons plannetje. -Jullie zult het zien! We zitten hier weer een uur zoet aan tafel, vóórdat we kunnen ontbijten. Eerst leest vader natuurlijk weer aan moeder dat vervelende stuk uit het ochtendblad over-de-mijnwerkers-die-staken voor, en daarna kunnen "wij aan onze boterham- men beginnen," fluisterde een meisje, van ongeveer elf jaar, haar een jaar jon gere tweeling-zusjes toe. De tweelingen waren het volkomen met haar eens. Want Ansje, een der twee, fluisterde terug: „Ja, Nannie en ik dachten het ook wel, dat er vanmorgen wel niets van zou komen. En vanmiddag, na de les, zijn misschien de boschbessen al door die brutale kinderen van Moor- sen geplukt".... „Vanmiddag? Wat praat je toch voor onzin?" bromde Nel, de oudste, die al twaalf was. „Dan hebben wij toch piano les. En Riet kan een uur fidelen!" „Ach ja," zuchtte de elfjarige Riet. „Zouden wij met dit mooie weer geen vrij kunnen krijgen?" stelde Nannie, één der tweelingen, voor. „Kun je begrijpen," zei Nel. „Naar de leerkamer moeten we!" De vier meisjes, die zoo met elkander spraken, bewoonden met hun ouders een der oude kasteelen in Zuid-Limburg, dicht bij de steenkolen-mijnen, doch vrij ver van de stad gelegen. Ze hadden daar om een gouvernante, die niet alleen uit muntend onderwijs gaf, doch ook schit terend viool speelde. Dit was wel een aanwinst, want de vier zusjes en ook "hun ouders waren zeer muzikaal. Maar vandaag was er niets met het viertal te beginnen! Ze hadden er zoo vast op gerekend dien morgen, vóórdat de lessen begonnen, in het dichtbij gele gen bosch een mand vol boschbessen te gaan plukken voor een arme vrouw. Niets hadden ze van hun plannetje aan de gouvernante, ja, zeis niets aan hun moeder verteld. Heel ongemerkt zouden zij de mand vol bessen achter de arme, oude Stien neerzetten, als deze dien na middag het overgebleven eten kwam ha len. Nel zoud dan tegen haar zeggen: „De kabouters hebben deze bessen voor je geplukt, Stien. Je moogt ze in het dorp verkoopen, en het geld mag je houden!" Wat zou oude, simpele Stien, die altijd alles geloofde, dan blij zijn, dat de kabou ters, die voor haar echt bestonden, zóó goed waren geweest. Zoo had het viertal gedacht. Maar nu viel door die nare staking het geheele plan in duigen. Daar fluisterde op eens weer Nel te gen Riet: „Ik weet er wat op!" Doch wat dit was, kon ze nu nog niet ver tellen, omdat moeder binnenkwam met juf en.de courant! „Zoo dadelijk komt vader," dachten de vier meisjes, „en dan zul je weer een verhaal over de staking hooren voorle- l» zen Doch vóórdat dit kon gebeuren, be gon Nel: „Moeder, wij zouden van mor gen zoo heel graag, vóórdat de lessen beginnen, naar het bosch gaan.... We mogen dat zeker wel, nietwaar?" „Maar, Nel, over een uurtje moet jul lie naar de leerkamer," zei moeder. „Hoe kun je nu vragen naar het bosch te gaan" „O, neen, Nel, dat gaat niet," sprak ook de gouvernante. „Als het niet gaat, juf, dan komen wij vandaag n i e t in de leerkamer; dan sta ken wij!" klonk Nel's stem beslist. „En jij, Riet?" vroeg moeder lachend. „Staak jij ook?" „Als Nel staakt, doe ik zooals zij, moe der," was het antwoord. „U hoort het, juffrouw Bruins; Riet en Nel doen vandaag zooals de mijnwer kers," sprak mevrouw; „zij staken!" „En wij staken óók!" riepen de twee lingen. Heel vreemd keek de gouvernante haar vier leerlingen aan. Zij wilde iets tot hen zeggen. Maar voordat zij dit kon doen, begon mevrouw lachende: „Wel, juffrouw Bruins, dan zullen wij vandaag ook maar eens vacantie nemen! Het treft juist prachtig! Want mijnheer gaat straks naar Maastricht en blijft daar twee da gen. En wij zullen het ons die dagen wat gemakkelijk maken!" Baarna sprak zij tot haar viertal: „Luister eens, meisjes, ik begrijp volko men ,wat ge wilt. Wij zullen jullie er dus niet toe dwingen, vandaag naar de leer kamer te gaan. En ik geloof zelfs, dat juffrouw Bruins er niets op tegen heeft, wanneer ik besluit, de door jullie zoo gewenschte vrijheid met twee dagen te verlengen, zoodat ge niet één dag, doch drie dagen zult staken".... „O, moeder, wat heerlijk, wat fijn!" riepen alle vier opgetogen uit, „Of het zoo heerlijk en zoo fijn is, te staken, weet ge nu nog niet," zei moe der met een ondeugend lachje. Doch het viertal, verheugd over de drie vacantie-dagen, ging na het ontbijt het bosch in en bleef daar den heelen morgen boschbessen plukken en spelen. Hongerig kwamen ze tegen het koffie- uur thuis en vonden toen moeder en juf frouw Bruins in het priëel. Beiden lagen heerlijk, ieder in een stoel. Moeder met een boek, Juf met een handwerkje. „Moeder, gaan we nog geen koffie drinken?" vroeg Riet verbaasd. „Vraag dat maar aan Mina, Riet," was moeder's antwoord. „Zij zal vandaag wel voor jullie zorgen. Juf en ik doen zooals jullie: Wij staken!" Met lange gezichten trok daarop het viertal naar binnen, waar Mina, het twee de meisje, bezig was boterhammen te maken. „Krijgen wij niets er op?" vroeg Nel. 't Meisje schudde haar hoofd. „Er is niets in huis, jongejuffrouw," zei ze, „Me vrouw kon vandaag niets bestallen, om dat er werd gestaakt" Vreemd keken de kinderen haar aan, Niets vroegen zij meer. Zwijgend aten zij hun boterhammen en dronken hun melk. Daarna gingen zij weer den tuin in. „Wij zullen eerst de mand boschbessen in het schuurtje brengen en dan gaan we tennissen," besloot Riet. Dit voorstel vonden de anderen best. Maar het duurde niet lang, of het spel begon hun te vervelen. „Wij zullen moe der vragen,'of de meisjes van villa Erica bij ons mogen komen theedrinken," be gon toen Nel. Ze holde daarop naar het priëel en deed haar vraag. „Kindlief, hoe kun jij nu zoo iets voor stellen?" sprak toen moeder. „Hoe kun nen wij theevisite vragen, nu wij allen staken!" Luid schreiend naderden op ditzelfde oogenblik de tweelingen het priëel. Want als de ééne verdriet had of pijn, scheen ook de andere dit te hebben, „Wel, wat is er gebeurd?" vroeg juf frouw Bruins, „Een wesp heeft me in mijn hand ge stoken!" klaagde' Nannie, „En waarom huil jij, Ans? Is 't om de wesp, die Nannie stak?" vroeg moeder. „Neen, moeder, snikte Ansje, „maar 'k scheurde mijn jurk aan een meidoorn- tak! O, kijkt u toch eens, wat een scheur!" ,,'t Beste is, dat jullie beiden aan Mina vraagt te helpen," sprak moeder. „Laat zij je hand met ammoniak betten, Nan nie. En jij, Ansje, vraagt haar de scheur dicht te maken. Ja, je weet het, kinders, w ij staken; laat Mina dus maar voor jul lie zorgen". Huilende liep daarop het tweetal naar huis. Maar ach, ook Mina en de andere dienstboden schenen door de staking te zijn aangetast. Want zoodra Ansje en Nannie hun hulp inriepen, zeiden Mina en zelfs het keukenmeisje: „Het spijt ons, jongejuffrouwen, maar wij staken vandaag! En daar in de kast staat het fleschje met ammoniak. En naait u de scheur zelf maar netjes dicht. Zoo ging het dien dag met alles, wat de vier zusjes vroegen. Ja, ze moesten zich zelfs tevreden stellen met het eten, dat van den vorigen dag was overgeble ven, want het keukenmeisje had, omdat zij staakte, niets gekookt. En het aller ergste was, dat moeder nóch juffrouw Bruins dien dag aan tafel kwamen. „Ja, jullie moet vandaag maar alléén eten," zei toen Mina, Zuchtend keek het viertal elkander aan en om toch iets te zeggen, vroeg Riet: „Is oude Stien er al, Mina?" „Neen, maar zij zal wel dadelijk het eten komen halen," was het antwoord, „Eet dus maar vlug, want z ij krijgt, wat overblijft." Om toch veel voor de arme vrouw te kunnen overlaten, aten ze toen alle vier zóó weinig, dat Mina zich er over ver baasde. „Zijn jullie ziek?" vroeg ze. „Neen, neen!" riepen ze alle vier. Neen, geen hap konden ze meer eten! Eerst moesten ze moeder vertellen, waar om ze vandaag wilden staken! „We hebben bijna niets kunnen eten, moeder!" klaagde Riet, nadat zij over de, boschbessen had gesproken. „En niemand wilde mijn jurk maken!" riep Ansje. „En ik moest zelf de flesch met am moniak zoeken," zei Nannie. „Ja, en dat alles moesten wij maar dul den, alléén omdat wij oude Stien met de boschbessen wilden verrassen," pruilde Nel. „Maar, lieve kinderen, hoe konden I Eiken morgen gaan drie mutsjes, Roode mutsjes in een rij. Kwart voor negen langs mijn venster Dansend opgewekt en blij. Want daaronder loopen meiskes Zusjes zijn het welgemoed. Geen toch van het drietal moppert, Dat zij weer naar school toe moet! En als 't middag is geworden, Komt diezelfde mutsenrij Weer geregeld langs mijn venster, Dansend opgewekt en blij. Want daaronder loopen meiskes Zusjes zijn het welgemoed. Geen toch is er van het drietal, Die voor straf schoolblijven moet. Zeg eens even, roode mutsjes, Roode mutsjes in een rij, 'k Heb heusch schik in jullie drietjes, Omdat j' altijd danst zoo blij! Heb plezier, maar, huppel dartel En ik knik je graag eens toe. Als je vroolijk langs den weg loopt, Wordt je lang zoo gauw niet moe! w ij tieten, dat jullie daarom wilden staken!" riep moeder lachende. „Wel, komt dan maar vlug mee naar huis! Dan is de staking voor goed geëindigd!" Een uurtje later zaten de kinderen met moeder en juffrouw Bruins weer op nieuw aan tafel, en toen aten zij van wat er werd opgediend! En oude Stien kreeg de mand bosch bessen, die de „stakende" kabouters voor haar hadden geplukt. TANTE JOH. EEN KLEINE VERGISSING. Loesje zit in een hoekje van de serre bij haar poppenkinderen en babbelt druk. Moeder, die in de aangrenzende huis kamer zit te naaien, vangt nu en dan een zinnetje op van hetgeen Loesje haar pop penkinderen vertelt. Plotseling heeft Moeder echter moeite haar lachen in te houden, want ze hoort haar dochtertje heel ernstig zeggen: en Miesje en Jopie, als jullie nu poesstil zijn, zal ik je een mooi verhaaltje vertellen: er was eens een klein kindje, dat dikwijls stout was, maar op een keer was ze muislief" Moeder heeft natuurlijk zoo'n pret, omdat Loesje twee woorden door elkaar haspelt. Weten jullie wel, welke die twee woorden zijn? 'jjhppmp jaaij nu ipaoM pmtpiaA s^tsaoq uba ut? -aq -jaij^saod" jjhpmnjeu pq^sinm" us uftz ji^smra" jaoui p^ssaoj" 'QHOOdMNV Hier hebben we weer eens een paar plaatjes om op te zetten. Eerst de plaat jes en driehoekjes op doorschijnend pa pier overtrekken; ze dan op dun karton plakken en de plaatjes kleuren. Kies daar zelf maar vroolijke kleuren voor. Daarna plaatjes en driehoekjes uit knippen, de driehoekjes op de stippellij nen omvouwen, de smalle reepjes met lijm of gluton bestrijken en tegen den achterkant der plaatjes plakken. Zijn het aardige Volendammertjes ge worden? OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. VOOR GROOTEREN. 1. üom Hans, er zijn drie telegrammen voor U gekomen. (oor en rug). Moeder houdt alleen van visch, als zij gebakken is. (hals). Zeeft de werkvrouw de asch anders nooit? (hand). Maar dat kon ik ook niet weten! (knie). Zag u Tante Jenny al na haar opera tie? Ik mag haar morgen voor het eerst bezoeken. (arm en oor), 2. Napoleon. 3. Wageningen, Wang, negen, wieg, Weenen. 4. Hans lans lang long loog. VOOR KLEINEREN. 1. Een bakker, die brood, sinterklaas, banket enz. bakt. 2. Thee, muts; theemuts. 3. Neder land; Nederland.' 4. Klok vlok slok. OM OP TE LOSSEN. 1. VOOR GROOTEREN. Mijn geheel wordt met 11 letters ge schreven en noemt een republiek. Een 7, 9, 10, 1 is een lichaamsdeel. Een 11, 2, 3, 10 is een zandheuvel. Een 5, 6, 7, 2, 3, 4 is een vaartuig. Een 8, 3, 5, 4 is een slimme streek. Een 4, 9, 10, 1 maakt deel uit van je gebit. 2. 'k Noem bekende vogels, Die je allen zag. Wist je, dat 'k ook dichtbij Gelre's hoofdstad lag? 3. Kies uit elk van deze woorden één letter, maar doe het zoo, dat deze letters een visch vormen. Zee land heuvel man. 4. Welke stad in Italië kun je maken van: C o r Nel Fe VOOR KLEINEREN. 1. Verborgen visschen. Hij stond pal; in 'geen geval zou hij toegeven. Wisten Bob, Otto en Jaap dat je jarig was? Vloog de musch Olga op het hoofd? Ik liet Piet ongemoeid; hij was weer zóó uit zijn humeur! 2. Mijn eerste valt in ons land in den winter, mijn tweede is een rond voorwerp en mijn geheel kan ge gooid worden, als mijn eerste aan wezig is. 3. Met p ben ik een vrucht, met b een roofdier, met m een waterplas, met v heel licht, met 1 word ik door den schoenmaker gebruikt en met t ver spreid ik een sterke lucht. 4. Laatst zei Moeder tegen mijn oudste zusje, dat ze thee moest zetten. Maar het grappige was, dat Moe der slechts 3 letters gebruikte om dit te zeggen, Hoe kan dat? hl °J hl

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 10