Het echte mondwater Odol TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 19 NOVEMBER 1930. No. 272. Deskundigen over de Middelburgsche Brandweerreorganisatie. BINNENLAND. ll, ALICE CAMPbEtu 18- LANDBOUW. li. Dc heer J. B. Roel of sen, brand- weerdeskundige te Delft, schrijft ons Naar aanleiding der voorstellen inzake de reorganisatie der brandweer in Middelburg, neem ik de vrijheid u op te merken, dat, naar mijn meenimlg, het bouwen van een centrale hoofdpost met al het motormateriaal der brandweer bijeen, voor een gemeente als Middelburg niet alleen uit brandweerkundigl "oogpunt een eisch is, maar een dergelijke indee ling van het materiaal is tevens econo misch en financieel voordeeliger. Indien zich verder een beroeps-brand weercommandant beschikbaar stelt (ech ter niet voor f1200 "s jaars) dan moet zoo iemand worden aangesteld. Te dien opzichte ben ik het volkomen eens met "wa.t door de commissie aan B. en W, in haar rapport is aanbevolen. „Een b ran d w e e r co m,m aai- da ut" in een middelgiroote stad in Ne derland schrijft ons: Ik kan mij niet indenken, dat de voor [stellen, welke B. en "Wi. van Middelburg den Raad thans doen toekomen, in over leg met de K.N.B.V. of de commissie van advies ontstaan zullen, zijn, want zij maken een zoo 011 deskundigen indruk, dat, bij aanneming dier voorstellen, het resultaat een onvoldoende bescherming van Middelburg bij brand zal z'ijn. De ergste fouf, welke reeds belgaan ïs, acht ik wel deze, dat men op 'de water leiding geen bo vengr onct'Scihle brand'kr an en plaats. Dal getuigt van onvoldoende kennis van brandweerza ken; nu is men in de toekomst niet in Igtaat, bij een 'g r.ooten brand, met een 'aansluiting op de waterleiding een flin ke brandspuit te voeden. Een der wet houders schijnt zelfs gezegd te hebben, dat deze brandkranen !gjeen navolging verdienen of vinden; dat is echter geheel onjuist. In de Duitsche steden ziet men bijna, niet anders meer; hier te lande worden ze zonder uitzondering geplaatst in d e nieuwe wijken Van Amsterdam bij honderden, verder in Groningen, Delft, Schiedam, Gouda.... Een centrale garage of hoofd- p (O s t :acht ik een ëisch, waarvan o n- der geen omstandigheid mag of lean worden aigeweken. Hoe zat "een "leider bij het uitrukken naar een brand zijn materieel, dat uitrijdt, moe ten overzien, als het verdeeld is over verschillende punten? Machine A in garage a moet uitrijden; de mlanschappen zijn daarheengegaian, de machine weigert plotseling wat toch hij motoren meer voorkomt wat nu? Moeien de man schappen nu naar nijaichine B in garage b loopen? Als bij een grooten brand alle machines moeten uitrukken, hoe weet dan de chef of er voldoende personeel bij is? Mogelijk zijn er bij hem teveel chauffeurs, bij den anderen wagen te weinig! Deze moeilijkheden moeten te eeniger tijd komen, wanneer men geen hoofdpost heeft. Hier ter sledeheb- ben wij ze ook gehad, doch we bouwen thans een groote cen trale kazerne 0111 deze bezwaren op te heffen. Een klimtoren is misschien niet direkt noodig, wel echter en hierover zegt het voorstel weinig een slangendraog- loren. Deze laatste moet er zijn en om dat een klimtoren of 'kjimhuis zeer nut tig is, zal de commissie wel geadviseerd hebben deze te oombineeren. Zonder een slangen tor en van plin. 12 111. hoogte zijn de slangen niet doelmatig schoon te maken, te drogen en te her stellen endan krijgt men denzell'den toestand als verleden jaar bij den groo ten brand: lekken en slechten slangen. Men neme een voorbeeld aan Voorburg en Gouda, die beiden net een slangen- droogloren bouwden, de eerste zonder, de laatste met klimgelegenheid. Dit zijn enkele punten slechts er zijn nog veel meer voordeel'en aan een hoofdpost met magazijn en werkplaats verbonden. Men doet het dan ook overal zoo weet men het in Middelburg nu ineens beter dan overal elders? Wat een b eroeps co mmlandaut betreft: ik ben het volmondig eens met het rapport; doet men, wat B. en W|. voorstellen, dan krijgt men een comman dant, die het vak nog moet leeren! Dat is echter niet in Middelburgs belang. Dat hel rapport een „ideaaltoestand voor de brandbeveiliging" aangaf, zooals B. en Wi. zeggen, lijkt mij afbsol'uul on juist: het gaf slechts enkele minimum- hoofdlijnen, dunkt mij zoo. Hel wil mij het beste voorkomen, dat nog eens met deskundigen overleg worde gepleegd omtrent de mogelijke en uit een oogpunt van brandveiligheid toelaat bare afwijkingen van hel rapport der commissie uil de K. N. B. V. (Wordt vervolgd.) Hi-^t DOOP „In alle geval", zeide miss Clifford vriendelijk, „maakt het niets geen onder scheid. Het schijnt mij het antwoord te zijn op een gebed. Het is of iemand hem gewaarschuwd heeft, dat zijn vader ziek is." „Hoe kan iemand hem gewaarschuwd hebben?" zeide de ander geïrriteerd. „Het is iets dat niemand kon voorzien, „Ik weet niet hoe het komt, maar ik had er een soort voorgevoel van, zooals ik zooeven aan de zuster vertelde. En als ik weg was geweest dan was ik te ruggekeerd, voelende zooals ik deed," Met zorg deed lady Clifford een nieu we sigaret in den houder en stak haar aan. „Ik geloof dat de dokter gelijk heeft en dat we veel te veel drukte maken over de ziekte van Charles", zeide zij kortaf. „Tot nu toe is er nog niets on rustbarends geweest." „Ja, je hebt groot gelijk", zeide miss Clifford eenvoudig, „En ik ben heel blij dat je dat uitspreekt, mijn beste. Je weet dat jij veel zenuwachtiger bent ge weest dan ik." HET LIBERAAL GEMEENTE PROGRAMMA. III. (Slot.) 7. Personele dienst der gemeente. Het personeel in dienst der gemeente wordt behoorlijk gesalarieerd. De loonen en salarissen moeten, ten aanzien van vergelijkbare functies, verband houden met overeenkomstige bezoldigingen in het particuliere bedrijf. In gemeenten, waar de regeling' dei- arbeidsvoorwaarden en dieder rechts positie worden vastgesteld, nad'at daar over een zoogenaamd georganiseerd overleg is geraadpleegd, mag daaraan geen beslissende invloed worden gegie veil. In het georganiseerd overleg be- lioort iedere personeelsorganisatie verte igenwoordigd te zijn, welke een voor iedere gemeente te bepalen, redelijk aan tal leden onder dal personeel heeft (al zoo zoowel de z.g. categorale organi saties.) Er behoort geen verschil te bestaan tusschen mannen en vrouwen bij Jiet aanstellen en de bezoldiging van het per soneel, mits de arbeidsprestatie van de vrouw niet bij die van den mail achter staat. Op beperking van het aantal aange- stelden tol lieL strikt noodzakelijke dient te worden aangedrongen, ook door krachIdadigen strijd tegen uitbreiding van onnoodige of ongewenschte overheid.she moeiïng. 8. Volksgezondheid. Krachtige bevordering van de volksge zondheid: A. repressief door bestrijding van be smettelijke en andere ziekten, waar 1110 gelijk door oprichting en instandhouding van ziekenhuizen en-of wijkverpleging, voorts door zorg voor snel-ziekenver-' voer B. preventief door alle maatregelen, die den gezondheidstoestand der bevol king kunnen bevorderen en de inwerking van schadelijke invloeden voorkomen of bemoeilijken. Daarbij dient op' den voorgrond te Staan de ontwikkeling van den zin voor reinheid en de verzorging van bet li- „Ja, dat komt door mijn manier van de dingen op te nemen. Ik kan niet an ders", zuchtte de Franchise op vriende lijken toon. „Ik vrees altijd het ergste. Ik denk, dat het nu het beste zal zijn den dokter te vragen of wij Charles de komst van Roger mogen mededeelen," „Is de dokter bij hem?" „Ik zal eens kijken." Zij ging naar de deur aan het andere eind van de kamer en haar geopend hebbende sprak zij zacht met iemand in het vertrek. Even daarna stak de ver pleegster haar hoofd door de opening naar binnen. Zij was een hoekige, veer tigjarige vrouw, met vriendelijken glim lach, springerig haar van peper en zout kleur en haar neus was een beetje rood. „Wilt u den dokter spreken, lady Clifford?" Er was in haar stem een opdringerige klank en ze maakte een sissend geluid alsof haar valsch gebit niet goed pastte. „Ja, hij is daar?" De verpleegster verdween en in haar plaats verscheen dr. Sartorius, die in de kamer kwam en de deur achter zich sloot. Een kleine flikkering in zijn oogen verried, dat hij Esther's tegenwoordig heid opmerkte. Hij boog het hoofd en luisterde aandachtig naar wat de Fran- paise hem mededeelde. Al sprekende keek zij hem strak aan, maar zijn zware gelaatstrekken bleven impassief. „O, goed nieuws te hooren zal hem mets geen kwaad doen", zeide hij op kalmen toon. „Gaat u maar naar binnen, hij is klaar wakker." cliaam, in het hijzonder hij het kind. Samenwerking tusschen huisgezin en school moet worden nagestreefd. Een eenvoudig, maar doeltreffend me disch-hygiënisch schooltoezicht, waar mogelijk Gemeentelijk, of door Gemeenten groepsgewijs, moet worden ingesteld. Aan de lichamelijke opvoeding- dient in liet onderwijs een voorname plaats te worden ingeruimd. Aan groeps- ocfeningen en -spelen moet daarbij ter wille van de karakter vorming en de ont wikkeling van het sociaal besef groote aandacht geschonken worden 'aanleg van sport- en speelterreinen, bad- en zwem inrichtingen.) 9. Volkshuisvesting, Vooruitziende zorg voor een liarmoni sclie ontwikkeling van de gemeente, door tijdige vaststelling cn zoo vaak dit noodig blijkt, wijziging van uitbrei dingsplannen. Erkenning van een goede volkshuis vesting als een onschatbare factor voor de verheffing van het zedelijk peil des volks. Geldelijke sleun worde verleend voor de opruiming van krotwoningen en de sa neering van achterbuurten. Bevordering van den aanleg van wa terleidingen en rioleeringten. De gemeente aniag eerst overgaan Lot den bouw van woningen, indien en voor zoover gebleken is, dat noch vanwege de pnnticuliere bouwnijverheid, noch van wege woningbouwverenigingen of wo ningstichtingen op behoorlijke wijze en in voldoende mate in de behoefte kan worden voorzien. De gemeente late hier bij voorgaan de huisvesting van groote gezinnen en beperke zich hierbij tot de goedkoopste en eenvoudigste woningen De gemeente bevordere daarbij zooveel mogelijk het bezit van eigen woning. Er worde vastgehouden aan den oisch dat zoowel de woningen gesticht door met overheidsgeld werkende bouwver- eenigingen als die, welke dcrm- de ge meente zelf worden gebouwd, self-sup porting zijn. Hiervan mag slechts worden afgeweken, waar liet betreft de verhuring aan niet-valide arbeiders, aan onvolledige of aan groote gëfeinnen. 10. WerklcosheidszorgArbeids bemiddeling. De gemeente boude, eventueel streeks gewijze, in 't belang van de arbeidsbemid deling en ter bestrijding van de werkljoos heid, een behoorlijk ingerichte arbeids beurs in stand; daarbij worde zorg ge dragen voor een goede arbeidsstatisliek. Ter bestrijding van werkloosheid vin den werkverruiming en werkverschaffing tevens toepassing, zonder te ontaarden in plaatselijke protectionisme. In de regeling1 van de werkloosheids zorg worde een uitkeeringssysleem eerst in de tweede plaats ingeschakeld. DE CRISISVERGADERING TE GOES Na de algemeene vergadering van de Z. L. M., werd heden in het Schutters hof te Goes de crisisvergadering! gehou den, uitgaande van den Chr. Boerenbond van Zeeuwsch-Vlaanderen (Wi. D.); de Gewestelijke afdeeling Zeeland van den Chr. Boeren- en Tuindersbond, den Kring Hulst van den Noord-Brabanlschen Chr. Boerenbond, den kring Zuid-Beveland van den R. K. Diocessauen Land- en Tuinbouwbond en van de Z. L. M. Dc vergadering werd gepresideerd dooi den heer mr. P. Dielem a n, voorzitter der Z. (LiM die een openingswoord Sprak Daarna werden een viertal inleidingen (gehouden. Tot Esther's verwondering stak de Franfaise met een gracieuze beweging de hand naar haar schoonzuster uit, „Vertel jij het hem maar, lieve Dido", zeide ze vrienedlijk. „Ik weet dat je het tfraag doet „Dank je Thérèse." Met een dankbaren glimlach verdween de oude dame in de slaapkame-, door den dokter gevolgd en Esther bleef ach ter met haar werkgeefster, Lady Clif ford nam geen notitie van haar, maar met iets onrustigs en knorrigs streek zij de zware neerhangende lok van haar voorhoofd. „Wat is het warm!" riep ze uit, en naar het raam gaande gooide ze het met een ruk open. ,,'t Is om te stikken. Zoo is het beter." Verscheidene seconden bleef ze stok stijf zoo staan, om de frissche lucht in te ademen, het hoofd wat ochterover gebogen. Toen scheen ze wat te ont spannen en alsof nu eerst Esther's tegen woordigheid tot haar doordrong, wendde ze zich tot haar. „U komt uit New-York, hoor ik", zeide ze, haar scherp opnemende, „Houdt u van New-York?" Esther antwoordde bevestigend, maar ady Clifford sloot haar oogen en luis terde niet. „O, New-York dat is een plaats waar ik nooit ben geweest, 't Moet er zoo mooi zijn. Ik zal er nog wel eens komen wanneer ik. Zij voltooide den zin niet, want de knecht kwam binnen om haar voor de heeft zijn wereldnaam te danken aan zijn zeer bijzondere, duurzame werking. Immers, terwijl andere tandmiddelen slechts gedurende de weinige seconden van het mondreinigen hun werking uitoefenen, zuigt Odol zich bij het mondspoelen als het ware op de tanden en op de slijmhuid van den mond vast, en werkt nog urenlang, nadat men den mond gespoeld heeft, na. Door deze bijzondere eigenschap van Odol worden de tanden- verwoestende gistingsprocessen in den mond urenlang tegengewerkt en derhalve onderdrukt. Het echte mondwater Odol wordt alleen in de bekende witte pat ent-flacons v erkocht. (Ingez. Med Algemeene toestand van den landbouw in Zeeland. V001* dil onderwerp stonden, twee in leiders opgegeven, n.L. de heeren C. Pi. Vogel aar en A. II. de Milliano. Do heer C. P. Vogelaar van Krafo- bendijke ging in gedachten een halve eeuw terug, omdat in dien tijd een groo te verandering begonnen is in ons cul tuurstelsel. In de laatste helft der vo rige eeuw, gesteund door den machtigen vooruitgang der techniek, konden groote vlakke, maagdelijke (gronden in Amerika, Australië en Argentinië in cultuur wor den gebracht en met (geringe kosten de Oceanen over gevoerd. Men kon den Strijd tegen die machtige productie en in voer niet volhouden, waarbij nog kwam hel verdwijnen der meekrapcultuur. Dit alles 'bracht toen een landbouwcrisis te weeg, welke zich enkelen van thans nog wei zullen herinneren. Door hel slechte jaar 1879 kwam de landbouw hopeloos in den druk en mede omdat men niet met zijn tijd was medegegaan gingen vele boerenfamilies ten gronde. Het ge volg van die crisis is geweest, dat meest talie Europeesche landen begonnen de voortbrengselen van eigen bodem Ie be schermen Over de resultaten loopen dc meeningen uiteen. Tol voor den oorlog had hel protectionistisch Duiitsdhland een welvarend, het vrijhandelsche Engeland een ontvolkL platteland. Hier deed men niets of bijna niels en door niel bescher men dwong, men den landbouw zijn lieiL te zoe'ken in andere producten, die meter arbeid cn risico eischten en waarvan vele dienden voor export. Wel werd moreele (hulp geboden o a. door steun van hel landbouwonderwijs, doch men is die cri sis te boven gekomen eu beeft door or ganisatie veel bereikt. Door andere 'wijze van werken, kon men veel exporteeren en die artikelen die veel werk eischten en dit toste levens de sociale kwestie op, deed de loonen stijgen en bevorderde '11 al Igemeenen welvaart op het platteland. Men is echter bij deze cultuur afhanke lijk van een onbeperkt afzetgebied, vrije pnbelemmerden uitvoer en de concur rentie van het buitenland. Daar vindt men echter alom de beschermende (maatregelen en de lariefmuren worden 0111 ons land steeds liooger gemaakt, niettegenstaande men Ie Geneva tracht deze weg te ruimen. Spr. vindt het best, doch laat men Infer zorgen, dat voor dit ideaal bereikt is jnen hier niet on der den voel is geloopen, want er is nog weinig hoop, dat de geest van Ge neve in de toekomst zal zegevieren. De jregeering neemt een lijdelijke houding aan en voelt weinig voor actieve handels-, politiek. Volgens spr. zal verandering van bouw- in weiland de werkloosheid doen toenemen en schuilt in groote uitbreiding van fruit- en groententeelt hel gevaar van overproductie en van inferieure kwa liteiten. Dezen weg moet men niet op, maar men moet trachten weer oenigSzins evenwicht te relingen in den onlwrichten oeconomischen toestand. Toen dit ook in 1914 het geval was kwam de consument in het gedrang en dag', aan dag werden regeeringsmaatregelen ingevoerd. De landbouwers hielpen toen krachtig mede, maar nu is hij de dupe en spr. vraagt of ook nu niet moet worden beschermd evenals in 1914. De niet-landbouwers zagen veelal hun inkomen stijgen en pro- fileeren nu ook nog van de lage prijzen der producten, alleen op 'tarwe en sui ker sedert 1927 60 millioen. Als de te- geering kon besluiten haar connecties met de firma Oud en Slim, agenten in vrijhandel graan en meel te Rotterdam tc verbreken, dan zou heel. wal gedaan kun nen worden om de welvaart op het plat teland te herstellen. Spr. wijst dan op den invoer van Russisch graan, waai' bloed aan kleeft en noemt het juist fa taal, dat ook de oversciiotleu uit de be schermde landen, tegen eiken prijs in ons onbeschermd land geworpen wor den. Wil men en dat wil) ook spr., de loonen op peil houden, dan zal de consument ook iets lioogeren prijs voor zijn levensbehoeften moeten betalen. Werkloosheid en haar gevolgen zoo veel mogelijk le voorkomen, is een eisch van gezonde volkshuishouding en dat een re geering hierbij regelend optreedt is een blijk van wijs beleid. In verband mei de oppositie tegen beschermende rechten wil men langs andere wegep 3 Leun ver- leenen. Teeltpremies brengen liet gevaar uiede van te veel jiroductie en dat weer van een zaaiverbod met al den aankleve, van ambtenarij. Toch zal het dien' weg op gaan cn dan raadt spa*, aan liet te aanvaarden en samen te werken oml het 7.00 goed mogelijk te in'akpn. Voor het maal- en menggebod zijn alle landbouw organisaties, doch men ondervindt weer veel tegenwerking fj.a. van een deel der bakkers (spr. gelooft niet die van hel platteland.) Ook is er groote oppositie legen vermenging van aardappelmeel, doch spr. hoopt dat al de kleingeestige argumenten geen oorzaak zullen zijn van verwerping van het maalgebod. Voor dat het weer tijd van zaaien en pooten is dienen de boeren le weten hoe het zal gaan met dc zaden, peulvruchten, aard appelen enz. Spr. becritiseert de boogc spooi'vrachttariéven, en zegt dan dat tot Maar! de regeering niets heeft gedaan en ook toen bleek' men het niet noodig te achten den erge zieken landboujw je helpen. Toch bracht de inierpellatie-v, d. Heuvel de commissie Lovink, maar de regeering had veel eerder moet en ingrij- lunch te roepen. Met iets van ongedwon genheid had zij de "'armen uitgestrekt, ze [iet ze weer zinken en zonder Esther aan te zien, verdween ze in haar slaapkamer rechts, om haar haren wat op te kammen of haar mooi neusje te poederen. De vochtige, frissche bries streek rei nigend door de zwaar geparfumeerde ka mer en deed de papieren van de schrijf tafel waaien. Het bovenste blad zeilde door de lucht en daalde neer op t haardkleed. Daar Esther veel van orde hield, raapte ze het werktuigelijk op om iet op zijn plaats te leggen. Toen zag ze natuurlijk, dat het volgekrabbeld was met hoekige Fransche cijfers en franc- en pond sterling teekens. Ze legde het papier op het vloeiboek onder een pressepapier van amethyst-kleurig kristal en zich omdraaiend zag zij lady Clifford onbewegelijk in de deuropening staan. Achterdochtig zag deze haar aan „Uw brieven woeien door de kamer", zeide Esther tegen haar. „Wat heb ik toch?" vroeg ze zich zelve af. „Die vrouw maakt, dat ik me van alles in het hoofd haal!" Met een van haar snelle bewegingen nam de mooie Thérèse het geredde blad en scheurde het aan stukken, ,,'t Doet er niet toe", zeide ze onverschillig, de stukken in de papiermand werpend. Weer vielen de korte, stompe vingers, die zoo weinig in overeenstemming waren mef de verdere persoonlijkheid, Es ther op. „Kom", zeide lady Clifford, allervrien delijkst glimlachend, „Laten we gaan dèjeuneeren." En zij ging vooraan "de trap af. HOOFDSTUK 9. Den volgenden morgen zat miss Clif ford in de auto van haar broeder bij het station, toen er een trein uit Parijs aan kwam, nauwlettend alle reizigers, die naar buiten kwamen, aan te kijken. En als Roger nu eens niet kwam! In het volle seizoen waren de treinen zoo heelemaal besproken, misschien had hij wel geen slaapwagen kunnen krijgen. Maar gewoonlijk speelde hij toch alles zoo goed klaar. „Roger, Roger", schreeuwde zij op eens en een half dozijn reizigers keek ir. haar richting. Een jonge Engelschman in een Harris tweed pak draaide zich om toen hij haar stem hoorde en met een paar stappen was hij bij de auto. Hij was bij de dertig, lang, maar niet zoo lang als sir Charles; hij had dezelfde ge laatstrekken, doch minder gepropon- ceerd en diep-blauwe oogen. Zijn mond verraadde gevoel voor humor en zacht heid en, ofschoon hij er even pootig uit zag als de oude man, scheen hij meer gevoel en verbeeldingskracht te hebben. Hij leek kerngezond en veerkrachtig, vijf dagen op zee hadden hem bruin ge maakt. „Roger, lieveling." „Dido, mijn lief oudje." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5