DE REORGANISATIE VAN MIDDELBURGS BRANDWEER TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 11 NOVEMBER 1930. No. 265. Het rapport van B. en W. inzake de definitieve reorganisatie onzer brandweer. - Aan de „idea Ie" beveiliging welke de Commissie zich kennel!)' voor oogen stelde, kan niet gedacht worden om de zware financieele lasten. - Geen centrale brandweer-garage met klimhuis. - De helft van f4000 per jaar voor een brandweercommandan achten B. en W. tegenover de gemeente-financiën niet verantwoord. - Vaste chauffeurs zijn ook on noodig, - Overigens wordt in groote trekken he advies der Commissie opgevolgd. Materieel. DOOR ALICE CAMPBËfrC De opberging van het materieel. Verdeeling in kringen. Alarm-stelsel. Het Personeel. Kreymborg De Abdijtoren, De kosten. Het eindvoorstel van B. en W. inzake de reorganisatie van de Middelburgsche brandweer is thans verschenen. Het is, zoo schrijven B. en W. aan den Raad, samengesteld aan de hand van de desbe treffende adviezen van de Commissie uit de Koninklijke Nederlandsche Brand- weer-vereeniging, en het behandelt de quaesties van het materieel (berging in begrepen), alarmstelsel en personeel. Aan de bespreking hiervan willen B, en W. de algemeene opmerking laten voorafgaan, dat hun voorstel op enkele punten zal afwijken van het advies der bovengenoemde Commissie, B. en W. willen allerminst ontkennen, dat eene algeheele en volledige opvol ging van het gegeven advies zeer zeker haar aantrekkelijke zijde heeft'. Doch daartegenover moeten zij onmiddellijk stellen, dat het financiëel kunnen van onze Gemeente beperkt is en dat, naar hunne opvatting, een zeer behoorlijke en voldoende beveiliging tegen brand reeds zoodanige kosten zal meebrengen, dat aan een ideale beveiliging, die de Com missie zich kennelijk voor oogen stelde, niet kan gedacht worden, al ware het alleen om de zeer zware belasting, die aldus op het gemeentelijk budget zou ge legd worden, B, en W, hebben geoor deeld alleen het bepaald noodzakelijke, niet ook het nuttige te mogen voor stellen. Op dit oogenblik beschikt de gemeente over 2 autospuiten met een capaciteit van 1000 Liter per minuut bij 80 Meter opvoerhoogte, waarvan één werd aange boden door het Comité uit de burgerij en de andere is gehuurd van de N.V. Brand- spuitenfabriek, voorheen A, Bikkers en Zoon, Laatstgenoemde spuit zouden B, en W. willen vervangen door een zware auto spuit met capaciteit van 1800 Liter per minuut bij 80 Meter opvoerhoogte (1200 Liter per minuut bij 100 Meter opvoer hoogte), gelijk de Commissie heeft ge adviseerd, en met bepaling, dat de spuit zelve (chassis dus uitgezonderd) van Ne- derlandsch fabrikaat behoort te zijn. De gehuurde spuit kan dienst blijven doen tot de zware alhier is gestationneerd en in gebruik genomen. Natuurlijk denken B, en W, de spuit uitgerust op dezelfde wijze als de Com missie aan het slot van het eerste deel van haar rapport aangeeft. Evenzeer kunnen B. en W. zich er mede vereenigen, dat de „burgerij" spuit op gelijke wijze wordt uitgerust. Gedeeltelijk is die uitrusting reeds aan wezig. Daarnevens acht de Commissie nog per auto-spuit noodig al hetgeen in het 2e deel van haar rapport terzake is op- somd; ook daartegen hebben B, en W. geen bezwaar, met deze uitzondering echter, dat het hun wil voorkomen, dat met één schuimblusch-installatie zou kunnen worden volstaan; die ééne in 11. Een paar seconden zag zé hem tien aan, overleggende wat ze zeggen zou. ,,Ja. antwoordde ze toen bedaard. ,,Ik zal u zeggen waar het was. Ten min ste ik geloof dat ik het weet." „Waar?" „ïn de restauratie van het Carltcn. Zoowat veertien dagen geleden, op lunchtijd." Besloten om niet meer te spreken over die andere ontmoeting, toen hij met lady Clifford was, werd ze stoutmoediger. „Waart u daar niet met twee dames, die er nog al Spaansch uitzagen, de eene veel ouder dan de andere?" Hij trok zijn wenkbrauwen op en blies een wolkje rook naar buiten. „Dat zou me niet verwonderen", stemde hij toe, waarmede hij het onder werp uit zijn gedachten scheen te zet ten. Esther ging weer door met haar werk en hoorde hem doelloos in de sa lon heen en weer slenteren. Toen klonk het ritselen van een courant en Jacques, die kwam dekken voor het déjeuner, keek door de hal en fluisterde tegen stallatie zal reeds een zeer belangrijke uitgaaf vorderen. De Commissie adviseert mede tot aan schaffing van een ladder van pl.m. 18 Meter lengte op auto-chasis. Momenteel beschikt de Gemeente over één ladderwagen op wielen, van 12 Meter hoogte (bij Gemeente-werken in dienst) en één, op wielen, van 10 Meter hoogte (bij Gemeente-bedrijven in dienst Wellicht zou hiermede kunnen worden volstaan, doch B. en W. willen liever aan den veiligen kant blijven en zij hebben daarom op de begrooting een som van f 3950,voor een nieuwen ladderwagen uitgetrokken, met de be doeling, dat daarvoor een eenvoudiger type kan worden gekozen, dan de Com missie wenscht en waarvoor f 6950. zou noodig zijn. Met betrekking tot de groote slangen, wagens, die de Gemeente thans ter be schikking heeft, blijkt, aldus B. en W bij de Commissie een misverstand te be staan. Deze zijn namelijk (spuit L, in de Abdij gestationneerd, inbegrepen) ten getale van 4 aanwezig, zoodat aanschaf fing van 2 nieuwe overbodig kan wor den geacht. Voor het overige kunnen B. en W. ac coord gaan met het denkbeeld der Com missie omtrent uitrusting dier 4 slangen wagens op de door haar geschetste wijze. B. en W. zijn niet overtuigd van de noodzakelijkheid om het groote materiee op één centraal punt bergen. Zeer ze ker zou de inrichting van zoodanige bergplaats buitengewoon zware uitgaven vragen. Daarbij komt nog, dat de Com missie zelve erkent geen volstrekt cen traal gelegen punt te hebben kunnen ontdekken. Bovendien geeft de tegenwoordige berging der autospuiten in 2 verschillen de garages alleszins reden tot voldoe ning. B. en W. wenschen daarom den Raad voor te stellen, die wijze van berging ook voor de toekomst te bestendigen. Te dien aanzien zou dan met 2 gara ges een contract behooren te worden aangegaan. Wanneer de Raad zich met dit denkbeeld vereenigt, zullen B. en W een ontwerp voor zoodanige contracten voorbereiden. In één der garages zou dan ook de aan te schaffen ladderwagen moe ten worden ondergebracht. Verder acht de Commissie voor klim- oefeningen een klimhuis noodig, waaraan tevens een gelegenheid voor het drogen van gereinigde slangen zou kunnen worden verbonden. Deze drooggelegenheid achten B. en W. zeker een redelijke eisch en zij ver zoeken den Raad, in verband daarmede, machtiging om te trachten voor dat dro gen een voldoend hooge inrichting te vinden. Anders staan B. en W. tegenover het Esther: „Die capitaine zal blijven voor het déjeuner, 't Treft dat ik vandaag een ragout heb; er is genoeg voor drie. Ik zal in de ommelette nog een ei meer doen." Hij dekte voor drie en haalde toen uit een diepe schuilhoek achter in het buf fet een cocktailkaraf en allerhande fles- schen. „Die jonge man, hij hier eens drie we ken gebleven", vertelde Jacques, „Hij altijd de cocktails mengen, op verschil lende manieren. Maar vandaag zal hij het niets prettig vinden, dat er geen ijs is." Een sleutel knarste in het slot van de voordeur, de zware stap van den dokter klonk in de hall en hield stil bij de salon. „Zoo Holliday", zeide hij zonder eenigc verbazing, „ik zag je auto buiten staan." 't Is wel een van de laatste keeren dat je haar gezien hebt, dokter", ant woordde de bezoeker, naar hem toe gaande. Ik ga haar verkoopen. Weet je ook iemand, die zoo'n karretje noodig heeft.?" De twee gingen samen naar de eet zaal. Esther zag hoe de medicus zijn vriend een langen, onderzoekenden blik toewierp, alvorens te vragen: „Waarom wou je haar kwijt?" i.O, ik denk dat ik binnen eenige we ken dit werelddeel ga verlaten." „En waar ga je naar toe?" De dokter zag neer op den jongen man met zijn wonderlijk weggedoken installeeren van een klimhuis. De Com missie had zich dat gedacht als onder deel ven een centrale bergplaats, doch, nu B. en W. gemeend hebben, geen daar toe strekkend voorstel te mogen doen, zou dus afzonderlijke inrichting van een klimhuis noodzakelijk worden. Rekenen B. en W. nu, dat bouw en uitrusting van een klimtoren, als annex van een cen trale bergplaats, reeds f 7000.rond zou vorderen, dan zou dat bedrag, bij vesti ging op een afzonderlijk terrein, zeker nog belangrijk toenemen. B. en W. ach ten een dergelijke hooge uitgaaf voor de Gemeentekas werkelijk te bezwarend. De verdeeling der stad in 4 kringen ter bevordering van snel en systematise ingrijpen bij brand, heeft de volle instem ming van EL en W. en zij verzoeken den Raad daarom te bepalen, dat bij de uit voering der voorgestelde reorganisatie maatregelen die verdeeling, zooals di Commissie in haar rapport voorstelt, als basis zal worden genomen. Met de plaatsing der voorgestelde alarmeer-inrichting op het Politie-bureau kunnen B. en W. zich vereenigen en evenzeer met het scheppen eener ver binding tusschen dat bureau en de wo ningen der 3 brandmeesters van eiken kring door middel van wekkerschellen, welke kringsgewijze worden inge schakeld. De Comm. rekent op 'n locale telefoon aansluiting voor de woning van een Com- madant, woning van een onder-Com mandant, bergplaatsen der 4 groote slangenwagens en bergplaats voor het groote materieel. Daar B. en W. in de plaats van deze laatste, opberging in 2 garages voorstellen, zal op 1 telefoon aansluiting meer gerekend moeten worden. Verder zou de Commissie voor alle manschappen een alarmschei in hun wo ning wenschen. B, en W. rekenen op een totaal van 60 manschappen; op die wijze zou de aanleg van nog 60 alarmschellen en voldoening van een abonnementsgelc ad 15.per jaar noodig worden. Op dit oogenblik kunnen B. en W. niet positief beoordeelen.of dit groote aan tal schellen nu wel 'strikt noodig is. Daar om zouden zij omtrent dit punt nader willen overleggen met den te benoemen Commandant van de Brandweer. De personeels-formatie zou, naar het inzicht der Commissie, moeten bestaan uit: 1 Commandant, 1 Onder-Comman dant, 2 vaste auto-bestuurders, enkele reserve-autobestuurders en voorts per kring uit 3 brandmeesters en 15 man schappen. Daarvan zouden dan h. i. de Comman dant en de 2 autobestuurders een zoo danige belooning moeten genieten, dat zij daarin een volledig bestaan vinden. Omtrent den Commandant schrijft de Commissie: „Wij dachten ons aan het hoofd van Uw brandweer geplaatst een energiek man, technisch voldoende ontwikkeld, met organiseerend talent, goed met per soneel om kunnende gaan, volkomen ge schikt om de tucht in en de opleiding en oefening van zijn corps te verzorgen, om als leider van het bluschwerk op te treden, in staat Uw bestuur te adviseeren in zake Hinderwet, Bouwverordening (garages, fabrieken, belangrijke gebou wen) en Brandverordening. En bovenal iemand die door zijn kennis van brandweerzaken het noodige over wicht op zijn ondergeschikten zal hebben en toch op aangename wijze met hen om weet te gaan. Het aanstellen van een beroepscom- mandant, afkomstig uit een der grootere gemeente-brandweren, lijkt ons waard om ernstig overwogen te worden. Naar Heine oogen. Hij scheen vermoeid en niet erg belangstellend, en toch was er in zijn houding iets van nega tieve vriendelijkheid, die Esther nog nooit had opgemerkt. „Ik ga misschien naar Argentinië; er is me daar een baantje aangeboden." „Zuid Amerika De doffe, vermoeide oogen monsterden den kapitein van het hoofd tot de voe ten en drukten minachting uit. „Zoo, dus is het dat?" Hij zocht in zijn zakken naar een sigaret en toen een bij hem opko mende gedachte uitend, zeide hij: „Ik denk dat je al wel besloten bent." „Nog niet geheel, maar zooals de za ten nu staan, leidt het tot niets om hier te blijven plakken. Ik verzeker je, daar is maar een klein afstandje tusschen mij en van honger sterven. En toch neem ik een paar weken om alles rustig te over denken." „Zou die betrekking je niet kunnen ontgaan als je zooveel tijd voorbij laat gaan?" vroeg de dokter zoo echt op de zware manier van iemand, die een con versatie moet gaande houden. Zijn vriend krulde verachtelijk de lip pen. „Dit baantje niet," antwoordde hij la- koniek en vestigde al zijn aandacht op het buffet. Na al, de klaar staande fles- schen bekeken te hebben, riep hij door een nauw gangetje, dat naar de keuken, voerde: „Jacques, vertel eens, heb je citroenen?" „Citroenen, mijnheer, ja die heb ik." onze meening staat of valt hiermede het brandwezen niet alleen in Middelburg, doch ook voor geheel Zeeland. Deze functionaris zou immers tevens kunnen optreden als technisch adviseur van den Zeeuwschen Provincialen Brandweer bond, die naar onze meening aan een dergelijken Ambtenaar een dringende be hoefte zal hebben en waardoor het mo gelijk zal zijn door de provincie te doen bijdragen in het salaris van Uw Comman dant." De belooning zou, naar het oordeel der Commissie, ongeveer 4000.per jaar dienen te bedragen. B. en W. kunnen niet adviseeren om dit denkbeeld der Commissie ongewijzigd te volgen. Vooreerst zouden zij zoo'n hooge, vaste jaarlijksche uitgaaf tegenover de gemeen te-financiën niet verantwoord achten. Doch buitendien achten zij voor een volledigen beroepscommandant niet vol doende emplooi aanwezig. Dit komt ook tot uitdrukking in het advies der Com missie zelve, die. zoo'n Commandant zou willen laten adviseeren omtrent zaken betreffende Hinderwet, Bouwverorde ning (garages, fabrieken, belangrijke ge bouwen) en Brandweer-verordening Voor de meeste dier punten bestaat ech ter nu reeds behoorlijke voorziening, Naar het gevoelen van B, en W. zou voor eene belooning van 100.per maand zeer wel een geschikt Comman dant te verkrijgen zijn en zij verzoeken den Raad dan ook dienovereenkomstig machtiging om tegen zoodanige beloo ning sollicitanten op te roepen. Evenmin achten B, en W. de benoe ming van 2 vaste chauffeurs per se noo dig. In de met 2 garages aan te gane over eenkomsten zal omtrent de besturing een bepaling worden opgenomen. Waar de te benoemen Commandant met het personeel zal moeten werken, verdient het, naar de meening van B en W. aanbeveling dat met hem overlegd wordt op welke wijze de Onder-Com mandant, de reserve-auto-bestuurders, de 12 brandmeesters en de 60 manschappen zullen moeten gerecruteerd worden en in hoeverre daarbij ook het personeel van Gemeentewerken, hetwelk in vroeger jaren dikwijls zeer goede diensten heeft bewezen, zal kunnen worden ingescha keld. B. en W, zullen den Raad, na aanne ming van dit voorstel en benoeming van een Commandant, voor de personeels formatie een nader plan voorleggen. Inmiddels stellen zij den Raad thans reeds voor om met ingang van den dag, op welken de nieuwe organisatie kan gaan functionneeren, het Bestuur over de Brandweer van zijn taak te ontheffen en het tegenwoordige Brandweerperso neel van zijn verband te ontslaan. Op deze plaats past het ons echter te zeggen, aldus B. en W„ dat opvolgende Brandweerbesturen en brandweerperso- neelen met bescheiden hulpmiddelen in talrijke gevallen zeer goede diensten bij de brandbestrijding hebben bewezen, Met de door de Commissie gedachte vaste belooning voor de brand meesters van 50.per jaar en voor de manschappen van 10.per jaar, kunnen B. en W. zich vereenigen, alsook met een extra-belooning vo.or de manschappen van 1.voor het 1ste uur en 0.50 voor elk volgend uur bij brand en bij oefeningen. Zij stemmen met de Commissie in, waar deze, voor wat betreft k 1 e e d i n g en uitrusting van het perso neel adviseert tot het aanschaffen van een helm, uit kernleder of geperst vilt „Pers er dan een paar uit en breng mij het sap." „Heel best, mijnheer." Met een ernstig gezicht deed Holli day jenever en Cointreau in gelijke deelen in de karaf. Esther volgde de be werking met groote belangstelling. Nog hiermede bezig zeide hij, zonder zich om te draaien: „Die oude Clifford schijnt een beetje katterig te zijn." Met een zucht van verlichting zat de dokter achterover leunend in een stoel aan het hoofd der tafel en antwoordde: „Ja, dat zeide zijn vrouw mij een paar dagen geleden, maar ik heb hem niet gezien." „Ik wel, gisteravond. Ik dineerde bij ïem. De oude heer kon niets naar bin nen krijgen en ging om negen uur naar ied. Je zult wel gauw van hem hooren." Sartorius geeuwde. „Best mogelijk," stemde hij toe, en brak een stuk af van iet lange brood dat bij hem lag. Dit was de eerste maal, dacht Esther, dat zij ïem aan tafel had zien zitten voor een maaltijd. Het citroensap werd binnenge- iracht en de expert goot het in de karaf en schudde alles flink door elkaar. ,,'t Is een lange weg naar die boer derij in Argentinië," zeide hij nadenkend. ,Kom dokter, je bent iemand die voor uitziet, wat zou je me raden, zoo in het algemeen beschouwd. De dokter staakte zijn onderzoek van iet mosterdpotje en het scheen Esther of zijn oogen voor een oogenblik de on Als je hem aoo hoort praten, die Lorre, dan zou je gaan denken, dat ie in staat is om een menschtebegrijpen.Och 't is maar wat napraterij. Merkwaardig hoe ook de mensch gaarne nabootst. Maaralisnueen schilder nog zoo knap in het imi- teeren, daarom blijft er toch maar één Rem brandt nietwaar. Zoo ook blijft Kreymborg- Coupe in stijl en be werking iets bijzonders. Neem dat aparte der Kreymborg-coupe in uw eigen Kleeding, ge zult dat in het dragen weten te waardeeren, evenals alle anderen, die U zoo goed gekleed zien. En als ge nieuwe winter- kleeding noodig mocht hebben, denkt er dan aan t Kreymborg-coupel MIDDELBURG, VLISSINGEN. (Iagez. Med.) vervaardigd, benevens een tot de knie reikende waterdichte jas dan wel een jekker per man. Omtrent de verordeningen, instructies enz. zal, naar B, en W. meenen, overleg met den nieuw te benoemen Commandant alleszins noodig zijn. Aan het slot van het 2e deel van haar rapport heeft de Commissie ook geadvi seerd omtrent eene verbetering in de be veiliging tegen brand voor den Abdij toren. Dit punt is echter bij het college van B. en W. nog in overweging en zij ach ten het doelmatig ook daarover den nieuwen commandant te hooren. Waar het daarbij gaat om een geheel afzonder lijke voorziening, kwam het B. en W. niet noodig voor, met het voorstel tot reorganisatie te wachten tot deze over wegingen zouden geëindigd zijn. Omtrent de dekking der uitgaven in eens, die, blijkens de begrooting, tot eene som van 29000.— noodig zijn bij aan vaarding der door B. en W. voorgestel le reorganisatie, zullen zij den Raad nog na der hun gevoelen doen kennen, zoodra zij weten of, en in welken vorm, het Rijk in de kosten der reorganisatie wil bij dragen. Het wil B. en W. voorkomen, dat in de nieuwe organisatie geen plaats meer is voor de tot heden uitsluitend en se dert onheugelijke jaren door het Rijk volledig bekostigde bescherming van de Abdij door de afzonderlijke spuit L. Desbetreffende kosten zullen dus voor zi beduidende, lichtbruine van den jongen man zochten en vasthielden. „Wel", zei hij eindelijk, „heb je het be paald noodig om te gaan?" „Voor den duivel, ja", was het korte antwoord. „Hm, als dat zoo is, zou ik tot het al lerlaatste met mijn besluit wachten. Er toch altijd een kansje, dat er zich iets voor zal doen." „Och kom, geloof je heusch aan die mogelijkheid?" vroeg Holliday met vuur, het schudden stakende. „In het algemeen gesproken ja.,' Het gezicht van den bezoeker klaarde ...chtbaar op. Een paar maten uit „Ri- gcletto" neuriënd, schonk hij twee glazen :n met den lichten, stroogelen drank, en toen de karaf boven een derde glas hou dend keek hij Esther vragend aan. „En hoe denkt u er over?" vroeg hij op uitnoodigenden toon. Esther weifelde, maar bezweek voor de verzoeking. Waarom eigenlijk niet? „Als een bewoonster van een droog land....", zeide zij glimlachend. „Ik kan niet weigeren." Hij vulde haar glas en reikte het haar over toen Jacques binnenkwam met dc warme, geurige omelette met champig nons. „Kom aan", zeide kapitein Holliday, terwijl hij met gemakkelijke nonchalance het glas opheffend, zijn wenkbrauwen optrok. „Mogen wij allen krijgen wat wij wenschen." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5