TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEE UWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 OCTOBER 1930. No. 254. NIEUWS UIT BELGIE. IN HET EEHDEUH601/ WWW /LEGIOEN BINNENLAND, PERSKRONIEK. Het einde van den tentoon stellingsepidemie. Wat er zal overblijven te Antwerpen. Nog een expositie van den arbeid. Het radiosalon. Aan tentoonstellingen zal men dit jaar in België igeen tekort gehad hebben. Met tentoonstelllingeh en loptochten werd tot in de kleinste plaats de honderdiste ver jaring van 's lands bestaan herdacht. Waar een bepaald onderwerp niet aan wezig 'was om imet ide eeuwfeesten in ver band te worden georacht, werd een be roep gedaan op de plaatselijke folkloren, wat tot vermakelijke dingen aanleiding heeft gegeven en de folklore in discre- diet heeft gebracht. Dat deze niet streng- wetenschappelijk werden opgevat ligt voor de hand en dit is de loorzajalk dat onder folkloristische optocht b.v. een sa menraapsel werd verstaan van vrijwilli gers bv. van 1830, voorafgegaan door grenadiers van Napoleon... per rijwiel. Vermelding verdient het wel dat slechts bij een enkele gelegenheid uitzondering is gemaakt op den aangenoteen, regel, geen pijnlijke herinneringen levendig op te wekken. Dit gebeurde te Namen, waar een optocht pllats had, die een beeld gaf van al de hatelijkheden der bezetting tijdens den oorlog en ook van sommige gebeurtenissen tijdens den inval van de Duitschers in 1914, betreffende de z.g. franc-tireurs en de daarmee verband houdende terechtstellingen en verwoes tingen. Wat Nederland 'betreft, heeft men zich eveneens onthouden van alles w.at onwelwillend had kunnen schijnen, zon der dat daarom van 't hart overloopende sympathie blijk werd gegevenHet voor beeld kwam in. dezen van boogerhand, van den Koning zelf, die in. geen enkele van zijn redevoeringen een woord heeft gesproken kwetsend voor Nederland. Al dus is men in den geest gebleven, waar1- van de deelneming van Nederland aan de Belgische tentoonstellingen getuigenis heeft afgelegd en die bepaald tegemoet komend werd beantwoord door den Ko ning o.m. door het feit dat hij, tweemaal achtereenvolgens in gezelschap" van de Koningin, de uitvoering bijwoonde, in het Brusselsche Kunstpaleis, van het Men gelberg-orkest. Dit mag wel even worden gezegd nu de feest- en herdenkingsperiot- de achter den rug is, of bijna,,* daar dit officieel eerst het geval wezen zal, wan neer het parlement zijn nieuwen zittijd aanvangen zal. De tentoonstelling van Vlaamsche kunst te Antwerpen is reeds een paar weken gesloten, pa een reus achtig succes en 4 November a.s. zal de beurt komen aan de tentoonstelling zelf met Lun,a-Park en Oud-België. Financieel is de World's Fair te Antwerpen een winstgevende onderneming gebleken, wat van Luik niet kan worden verklaard. Nu nog steeds wijzen de ontvangsten op re- cord-cijfers en wat OudMBelgië betreft, ïs er Isprake van dgt een filmlm|aatschappij dit kunstmatige oude stadje zal afkoopen om er enkele films met historisch kader op te nemen. Over een jlaar evenwel zou het stadje toch worden afgebroken en dan zal van de tentoonstelling niets anders overblijven dan de kerk en de school waar de tentoonstelling van Vlaatmsche kunst heeft plaats gehlad, en, wellicht ook de electroi-hoeve, Welke,! in Hollandschen stijl, werd opgericht door de provincie Antwerpen, en waarvoor een aanbod is gedaan om te worden aan gekocht, ten einde als melkhuis te wor den bewaard. Plannen waren gemiaakt oni1 ook den triomfboog aan den hóófdin- gang van de tentoonstelling opnieuw ia duurzaa)m materiaal op te trekken, ten einde een blijvende herinnering aan de tentoonstelling te behouden, maar hier tegen is zooveel protest gerezen dat er niets van terecht zal komen, daar de tri- Ik kon dien nacht bijna niet slapen wegens de groote spanning. Op het afgesproken uur wandelde ik des morgens naar de plaats van bestem ming. Het was 7 uur. Ik was er nog maar nauwelijks, of ik zag hem reeds aanko men. Wij liepen langzaam verder en spra ken toen af, wat ik verder te doen had. Hij zou van 11 tot 1 uur de wacht heb ben, Hij vroeg mij of ik goed zwemmen kon, want hij vond het 't veiligst met een grooten omweg zwemmende de zee zijde van de boot te bereiken. Nu, wat dit betrof was ik niet bevreesd Direkt vrij en frank op de boot te stappen vond hij te gevaarlijk, daar de havenpolitie de bemanning goed kende en het 's avonds en 's nachts voor vreem delingen verboden was het havencom plex waar de booten gelost en geladen werden, te betreden. Tusschen 11 en 12 vmr zou ik dus trachten de boot te bereiken en als dit lukte zou ik er een stevig touw zien af hangen, waaraan ik omhoog kon klim men. Vlak bij de plaats waar het touw was vastgebonden zou ik een ijzeren trap vinden, die naar een klein ruim voerde, waar allerlei touwwerk en zeil doeken in geborgen lagen en onder deze zeilen zou ik mij dan schuil houden, tot dat ik dacht, dat het schip in zee zou omfbooig ten eerste veel kosten zou en bovendien, bij het zich nog steeds meer ontwikkelende verkeer niets meer zou zijn dan een sta-in-den-weg. Einde Sep tember reeds werd met de verlichting van de openbare gebouwen gedaan, ge maakt en w.at er nu nog overblijft van de feestelijkheden; de masten in het centrum van de stad en op enkele plaat sen, worden eveneens weggenomen. Op het einde van het seizoen heei}t men het intusschen toch nog aangedurfd1 een tentoonstelling te organiseeren, een tentoonstelling n.l. van den arbeid. Onder de arbeiders van geheel het land was een wedstrijd uitgeschreven volgens de verschillende vakken, voor het beste wat door de deelnemers werd' gepresteerd. De expositie houdt hiermee verband. In een vpn de groote hallen van bet Juoel- park te Brussel werden allerlei voorwer pen bijeengebracht, welke op zich zelif de beste hulde vormen aan den arbeid, Ondanks de omstandigheid' dat veel is bij eengebracht, dat niet meer dan een over zichtelijke waarde heeft), is hier weer heel wat te zien dat belangstelling ver dient en ook geniep Nederland is hier eveneens vertegenwoordigd, op een be scheiden wijze, onder de enkele landen die mede hebben deelgenomen, met een inzending van de kunstkris'talfabriek.en vpn Lreerdam en enkele waardevolle Voorwerpen uit het rijksmuseuml van Am sterdam. Frankrijk heeft een eigenaardige inzending, waarin men o.m'. een verkleind model aantreft van den eersten stoomwa gen, die werd uitgedacht en gebouwd door Gugnot in 1770, en de eerste naai machine uitgevonden door Thimonnier in 1830. In de Belgische afdeelEng vindt men het dynamomodel dat den uitvin der, den Luikenaar Gramme, in 1867 1870 werd gebouwd, wat onlangs te Luik door de oprichting van een standbeeld is herdacht. Men kan er ook het bureau bewonderen, dat door de keurarbeidërs van de Belgische nijverheid wordt ge schonken aan den Koning en "dat een waar meesterstuk is van s'tijl en uit voering, terwijl ook nog een handpers voor bankbiljetten uit den Hollandschen tijd aanwezig is. Iets, wat ons opviel bij ons bezoek was, dat de publiciteitskunst in België, waaraan ook een kleine af- deeling is voorbehouden, geleidelijk een hoogiere vlucht neemt. Men is nog ver van het peil dat deze kunst in Duitsch- land, Nederland en Frankrijk heeft be reikt, maar toch wijst het tentoongestel de op een ontwikkeling in de goede rich- ling. Onmisbaar was op' deze tentoonstel ling, ook een hulde ,aan den onsterfe- lijken kunstenaar Meumier, die den arbeid djoor zijn werk op een eenig voetstuk heeft geplaatst. Hem werd de eereplaats voorbehouden, door een gedeeltelijke re pliek vian zijn m(onument aan den arbeid dat, na jaren, nu pas opi een openbaar plein te Brussel is opgericht. Dit monu ment werd door deu grooten WlaaLschen kunstenaar als de' bekroning van zijn kunst beschouwd. Het is dan ook ontzag lijk indrukwekkend. Terloops zij gezegd, dat het monument, hetwelk verscheidene millïoenen heeft gekost, gebouwd is met Duitsche steen. Vinnige critiek is, om deze reden, niet uitgebleven, daar op dit oogenblik de werkloosheid in de Belgi sche steengroeven groot is. Om op tentoonstellingsgebied te blijven moeten wij hier ook het tweede Belgi sche Radio-salon noemen, dat eveneens in een gebouw van het Jubel-park onder dak heeft gevonden. Het zal wel' niemand verwonderen dat dit salon, zonder aan spraak te kunnen maken op de alles om vattende volledigheid van Berlijnsche, Londensche of Parijsche exposities van dien aard, enorm veel wordt bezocht. Na ide Jaarbeurs, na het Auto-salon is deze radio-tentoonstelling aardig op weg zijn. Dan kon ik gerust te voorschijn ko men en den kapitein alles vertellen. Eenmaal in zee zijnde, zou de kapitein, die mij als „een heel geschikte kerel", werd afgeschilderd, wel verder raad ver schaffen. Mijn gezel had nog een blauwe broek en jas voor mij gekocht en zou die met. wat droog ondergoed op dezelfde plaats onder het zeildoek verstoppen. Daar het echter in mijn zware militaire kleeding lastig zou zijn te zwemmen, had hij me alvast een oude, versleten blauw- linnen broek en jas meegebracht. Toen eenmaal de zaak zoover geregeld was, verlieten wij elkander. Tegen het afgesproken uur liep ik den kant van de haven uit, waar ik zeker was geen menschelijk wezen te zullen ontmoeten. Het was stikdonker en tame lijk koud. Toen ik dacht ver genoeg te zijn, om onopgemerkt te blijven, ont deed ik mij van mijn kleeren; met eenige zware steenen bond ik die in mijn over jas en liet zoo den heelen bundel in het water zakken. Haastig trok ik daarna de lichtere kleeren van den matroos aan, stak de revolver en patronen, welke ik goed had ingewikkeld, tusschen mijn hemd en begaf mij geruischloos te water. Het was heel koud, maar dat hinderde mij niet. Hoofdzahk was, dat ik mijn doel zou bereiken. Zoo snel mogelijk en zon der lawaai te maken, zwom ik van den wal weg en eenmaal ver genoeg om onopgemerkt te blijven zette ik koers in de richting van de boot. Weldra had ik deze bereikt en spoedig vond ik ook het touw. Zoo goed en zoo kwaad het ginj om carrière te maken. Het publiek heeft gelegenheid om met de laatste nieuwighe den kennis te maken en welk|e radio-lief hebber zou deze gelegenheid I|aten ont snappen? Wij hebben de tentoonstelling verlaten, de zakken volgepropt met aller lei recllamebiljelten, waarop men de merkwaardigste dingen lezen kan. Er zijn tallooze stands, waaronder deze van alle wereldfirma's, die al'lën van het beste te veel geven om er u in bijzonderhedlen te kunnen inlichten. Onder de geringste tot de meest luxueuse toestellen kan men een keuze doen. Hoe groot de plaats is welke de mechanischemuziek in het maatschappelijk leven heeft ingenomen, is hier opvallend vast te stellen. Zoo voor het eigen home als voor openbare lokalen is er een overweldigende verzameling en alles om het fraaist. Veel bekijks heeft een toestel d|at automatisch eeu auditie geeft van 25 platen en dat een wonder is vian samenstelling. De auditie zelf kan op vijf verschillende wijzen gebeuren. Op vallend is het streven om zooveel moge lijk elk toestel' op te nemen, wa,t den bouw betreft, in de architectuur van de woning en levens om ook phono en radio samen te verbinden. Op dit gebied is de ze moderne nijverheid reeds ver de kin derschoenen ontgroeid. Er is slechts een bezwaar: de hooge prijzen. Deze schom melen, naar wij ons konden overtuigen, tusschen 2300 frs. tot 33.500 frs. "De meeste firmla's trachten in dit bezwaar te gemoet te komen door termijnbetaling, voor welk aankoopstelsel hiér nu ook meer en mëer, of liever schier algemeen gelegenheid wordt gegeven. BELGISCHE STRATEGISCHE WER KEN LANGS DE NEDERLANDSCHE GRENZEN. Het Dagblad van Noord-Brabant heeft een onderzoek ingesteld naar het plan de spoorlijn AntwerpenEsschen op vier sporen te brengen. In Belgische kringen vond het blad hiervan bevestiging. Men motiveerde daar de plannen door de aan dacht te vestigen op het zeer drukke personen- en goederenvervoer waardoor overbelasting van de spoorlijn zou ont staan. Een zuiver economisch motief dus. Daarnaast heeft het blad zich gewend tot een Nederlandsch deskundige, die ver klaarde dat de groote goederentreinen voor en van België op het uitgebreide emplacement te Roosendaal worden ge rangeerd en gedistribueerd, en niet te Esschen. Het station ter plaatse is groot genoeg om zijn taak als verdeelstation naar behooren te vervullen. Men wees er het blad op, dat het em placement van Eeckeren, thans aanmer kelijk grooter geworden, eventueel ook een rol als verdeelstation voor het inter nationaal verkeer kan spelen, terwijl er nog een lijnencomplex ligt bij Hoogboom, dat daar reeds geruimen tijd geleden ge legd is. Zelfs zeer drukke toeneming van het goederenvervoer zal nimmer echter oorzaak zijn, dat naast de bestaande lijn op Nederland nog een tweede gelegd zou moeten worden. Wanneer nu aangetoond is, dat bij de voorgenomen verdubbeling van de lijn op Esschen noch een economisch, noch een spoorwegtechnisch belang gediend wordt, dan klemt de vraag: waartoe dient die verdubbeling dan? vraagt het Dag blad van Noord-Brabant en het vervolgt dan: Het is van algemeene bekendheid, dat België na den oorlog er toe overgegaan is sterke strategische werken langs de Nederlandsche grenzen óf in stan,d te houden, óf op te richten. klom ik naar boven. Daar aangekomen maakte ik het touw los en vond weldra de ijzeren trap. Rillend van de kou kroop ik in mijn schuilplaats, waar ik spoedig de droge kleeren vond. De natte kleeren pommelde ik te zamen, verstopte ze goed en zocht vervolgens een goede schuil plaats onder verschillende op elkander liggende zeilen. Van slapen was natuur lijk geen sprake. Eerstens had het nach telijk bad mij geheel verkleumd en dan waren mijn zenuwen te zeer gespannen. Eindelijk, na een hangen nacht, begon het levendig op het dek te worden. Nu zouden weldra nog de douanen en de havenpolitie komen om de laatste for maliteiten te vervullen alvorens het schip de haven ging verlaten, maar ook dat verliep zonder stoornis. Ik was dan ook nog niet als vermist gesignaleerd, daar ik eerst om 8 uur bij den commandant moest zijn. Een zucht ontsnapte mij toen ik eindelijk het rammelen van de anker ketting hoorde en de sirene drie maal het sein van vertrek gaf. Weldra voelde ik de beweging van het schip. Toen de boot in volle zee was en mijns bedun kens ver genoeg van de Fransche kust verwijderd, kwam ik uit mijn schuilhoek te voorschijn. De matrozen van het schip keken vreemd op, en de kapitein niet minder, toen zij bemerkten een blinden passagier aan boord te hebben. Ik legde den kapitein alles uit, zonder er echter bij te zeggen, wie mij geholpen had, en verzocht hem mij, bij aankomst in Barcelona, van boord te laten gaan en mij niet uit te leveren aan de haven- Het slagwoord, waarvan men zich in militaire kringen aldaar steeds bedient, is: Nederland verdedigt Limburg niet, dus moeten wij ons zelf helpen. Hiermede dienen ook die maatregelen in verband te worden gebracht, welke reeds omschreven waren in de te Utrecht gepubliceerde documenten en thans door de aan het licht komende feiten, voor echt in plaats van valsch dienen door te gaan. Al die maatregelen passen volkomen in het kader der Fransche verdedigings plannen en zullen dus wel een uitvloeisel zijn van het geheim militair accoord, dat tusschen Frankrijk en België bestaat. Naast de behandelde sporengeschiede- nis staat nog de geheimzinnigheid rond het in aanleg zijnde groote kanaal van Luik naar Antwerpen. Het militaire karakter van dit kanaal wordt niet meer ontkend. Zulks zou bij het stilaan vorderen van de werken ook onmogelijk zijn. Van Luik af omsluit dit kanaal de z.g. „enclave" van Maastricht als een gordel tot Briegden, maakt daar een hoek van 90 graden in de richting Genck en is ver der via Hasselt, Beeringen, Gheel, He renthals, Antwerpen ontworpen. Thans is men bezig met grondaankoop ih Belgisch-Limburg. Die grondaankoop, beter onteigening, gaat al zeer eigenaar dig in zijn werk. Ze wordt klaarblijkelijk niet alleen geleid door het kanaalbelang, want er wordt veel meer aangekocht, dan door de waterstaatkundigen wordt noodig geoordeeld, 'Daarenboven moet iedere grondaankoop eerst door het mi litaire gezag worden goedgekeurd. Mili tairen verschijnen dan ook alom ter plaatse, meten terreinen af enz. Onder Sutendaal en Genck zijn thans gronden in beslag genomen, hier en daar zelfs van zeer groote oppervlakte. Een en ander heeft groote verbittering gewekt onder de bevolking, die zich dikwerf de beste stukken grond ziet afgenomen. Overigens is het thans door die stre ken van algemeene bekendheid, dat di verse technische kanaalwerken ter elf der ure op militair bevel moesten worden gewijzigd, dat de onteigeningen van de gronden tusschen het Albertkanaal en de Nederlandsche grens nabij Zuid-Lim burg geheel voor militaire doeleinden ge schieden en ter plaatse ingrijpende ver anderingen zullen worden gebracht. Wel worden ook uit speculatieve oog merken gronden onteigend, doch dat ge schiedt verder Limburg in. De ons ver strekte gegevens voegt het Dagblad van Noord-Brabant hieraan toe zien wij intusschen reeds vrijwel bevestigd in polemieken, die in Belgisch-Limburg- sche bladen over deze grondonteigenin gen gevoerd' worden. Met de uitvoering van dit kanaalwerk wordt dan het geheele strategische werk voleind, dat van de Noordzee af tot aan de Maas loopt. Onder Zeeuwsch-Vlaanderen is de ver dedigingslinie, door de Duitschers ge legd, gehandhaafd, rond Antwerpen, spe ciaal tusschen de Schelde en de spoor lijn AntwerpenEsschen zijn de daar aanwezige militaire werken aanmerke lijk verstevigd en uitgebreid, zooals de versterkingen onder Oorderen en Hoe venen en rechts van de spoorlijn bij Hoogboom e,o„ terwijl ook de z.g. pil- boxen, daar in menigte gedurende den oorlog gelegd, gehandhaafd zijn. Zoo komt men tot een lange serie van stra tegische punten op geringen afstand on zer grenzen. Zullen wij zoo vraagt het blad nog hier een conclusie aan toevoegen? Het spreekt vanzelf, daf het vredelie vende Nederland geen aanleiding geeft tot zulke geweldige militaire werken politie. Hij beloofde mij dat. De kapitein was de vriendelijkheid zelve en gaf den kok aanstonds order mij koffie en brood te geven en het mij gedurende het verdere van de reis aan niets te laten ontbreken! Tegen den avond van den derden dag kwam de boot in Barcelona aan en toen het donker werd verliet ik, na den ka pitein bedankt te hebben, in mijn blauwe pakje met eenige andere matrozen het schip. Mijn helper zijn naam en ook die van de boot wil ik hier niet noemen nam mij mede naar zijn woning en vertelde zijn vrouw mijn geschiedenis. Ik moest het verdere van den avond bij hem blijven, het avondeten met hem ge bruiken en daarna werd een slaapplaats voor mij in orde gebracht. Den volgenden morgen nam ik afscheil van hen. Mijn eerste werk was nu van het geld dat ik nog bezat, kleeren en schoenen te koopen en toen ik dat ge daan had begaf ik mij weer naar de haven om te zien of er geen Hollandsche boot lag, waarmede ik terug zou kunnen keeren naar Nederland. Ik vond er echter niet wat ik zocht, wel lag er een Duitsche vrachtboot, welke den dag daarop uit de haven zou vertrekken met bestemming naar Ham burg. Aangezien ik geen paspoort had, zou het voor mij echter zeer moeilijk zijn per boot uit Barcelona weg te komen, al had ik dan ook voldoende stukken waar mede ik mij kon legitimeeren. Ik sprak daarom eenige matrozen van het schip aan en daar ik ook voldoende Duitsch langs geheel onze grens, als thans wor den uitgevoerd. Onwillekeurig gaan de gedachten dan ook naar voorbereidingen van een nieu wen oorlog met Duitschland, waarbij Ne derlandsch grondgebied tot operatie- of gevechtsterrein „uitverkoren" wordt, wanneer onze regeering er niet in zou slagen om op afdoende wijze onze neu traliteit te verzekeren. De Brusselsche correspondent van de N. R. Crt, meldt bovendien nog: In den loop van de laatste weken heb ben er besprekingen plaats gehad tus schen officieren van de Belgische en Fransche generale staven inzake de ge meenschappelijke verdediging van de Belgisch-Fransche Oostergrens. Van Fransche zijde is daarbij gewezen op de groote financieele opofferingen, welke Frankrijk zich thans getroost om de Fransch-Duitsche grens te versterken en de wapening van zijn leger op peil te houden. In verband daarmede wordt dan ook in goedingelichte kringen te Brussel verwacht, dat de regeering voornemens zou zijn aan het parlement de goedkeu ring te vragen van een leening van ver scheidene honderden millioenen francs sommigen spreken zelfs van een milli ard ten einde de landsverdediging op voldoende wijze te kunnen verzekeren. Een aanzienlijk deel van dit bedrag zou bestemd zijn voor den aankoop van stormwagens, vliegtuigen, mitrailleurge weren, afweerkanonnen, de wapening van de forten van Luik, die weldra ge heel zullen zijn gemoderniseerd, het her stel van de forten van Namen en het bouwen van verdedigingswerken in Bel gisch-Limburg. De burgemeester van de residentie. In „H et Volk" troffen wij een ka rakteristiek aan van den nieuwen bur gemeester van Den Haag, jhr. mr. dr, Bosch ridder van Rosenthal, die wel een weinig afwijkt van de elders gegeven beschouwingen, maar die openhartiger en ookmeer der waarheid getrouw is. „Onze eerste gedachte bij het verne men der tijding van de benoeming van jhr. Bosch Ridder van Rosenthal aldus „Het Volk" was: had de regeering nu geen andere keus kunnen doen? Patijn wordt vervangen door een man, die zijn traditie wellicht met eere zal voortzet ten! Een vlug opkomende gedachte. En dus allerminst op voldoende redelijke over wegingen gebaseerd. Wij erkennen dit. Maar wij spreken uit ervaring. Wij heb ben mr. Bosch leeren kennen als burge meester van Brummen, Het was in den tijd, dat wij voor een provinciaal blad de raadszittingen van Brummen bijwoon den. Wij zien hem nog zitten: den han- digen, gewieksten landjonker, fel en agressief dikwijls jegens den raad, van wien de meeste leden allesbehalve op zijn autocratische manieren gesteld wa ren. Voornamelijk had hij het met de de mocratische elementen aan den stok. En dan wel in hoofdzaak met onze partij- genooten De burgemeester kenmerkte zich toen reeds door gebrek aan soepelheid en door zijn driftige buien. Wij hebben dikwijls gedacht: de man hoort hier met zijn ta lenten in deze landgemeente niet thuis. Hij moet een groote stad hebben. Daar zal het opbruisend temperament wel tot rust komen. Toen volgde zijn benoeming te Gro ningen. Het afscheid van Brummens raad sprak, vertelde ik hen mijn wedervaren: hoe ik in Barcelona was gekomen en hoe mij thans geen anderen uitweg over bleef dan te trachten over zee Holland te bereiken; daar ik geen pas bezat zou ik mij niet lang in Barcelona kunnen op houden. Toen ik dit alles verteld had nam een van hen, die later bleek de ma chinist te zijn, mij mede naar den kapi tein en ook dezen moest ik alles vertel len. Hij begreep het onaangename van mijn toestand en toen ik hem bovendien verschillende papieren had voorgelegd, welke bewezen, dat hetgeen ik hem ver telde, op waarheid berustte, beloofde hij mij te zullen helpen; hij zeide: ik mag je niet aan boord nemen, maar _ds je bij ongeluk toch aan boord verzeild raakt, en je komt in zee voor den dag, dan zal i k je niet hoos aankijken! En hij knip oogde eensHij heeft mij dan ook, zonder er één cent vergoeding voor te verlangen, mede genomen naar Hamburg en op de reis heeft het mij aan niets ontbroken. Ik gevoel mij zeer dankbaar gestemd tegenover die Spaansche en Duitsche zeelieden, matrozen zoowel als kapiteins, die den „verstekeling van het vreemde lingen-legioen" zoo vriendelijk en menschlievend bejegenden. Van Hamburg uit ben ik ten slotte per trein naar Holland, mijn Vaderland, te ruggekeerd. En dit is van mijn verhaal het EINDE.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5