TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEE UWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 29 OCTOBER 1930. No. 254.
NIEUWS UIT BELGIE.
IN HET
EEHDEUH601/
WWW /LEGIOEN
BINNENLAND,
PERSKRONIEK.
Het einde van den tentoon
stellingsepidemie. Wat er
zal overblijven te Antwerpen.
Nog een expositie van den
arbeid. Het radiosalon.
Aan tentoonstellingen zal men dit jaar
in België igeen tekort gehad hebben. Met
tentoonstelllingeh en loptochten werd tot
in de kleinste plaats de honderdiste ver
jaring van 's lands bestaan herdacht.
Waar een bepaald onderwerp niet aan
wezig 'was om imet ide eeuwfeesten in ver
band te worden georacht, werd een be
roep gedaan op de plaatselijke folkloren,
wat tot vermakelijke dingen aanleiding
heeft gegeven en de folklore in discre-
diet heeft gebracht. Dat deze niet streng-
wetenschappelijk werden opgevat ligt
voor de hand en dit is de loorzajalk dat
onder folkloristische optocht b.v. een sa
menraapsel werd verstaan van vrijwilli
gers bv. van 1830, voorafgegaan door
grenadiers van Napoleon... per rijwiel.
Vermelding verdient het wel dat slechts
bij een enkele gelegenheid uitzondering
is gemaakt op den aangenoteen, regel,
geen pijnlijke herinneringen levendig op
te wekken. Dit gebeurde te Namen, waar
een optocht pllats had, die een beeld
gaf van al de hatelijkheden der bezetting
tijdens den oorlog en ook van sommige
gebeurtenissen tijdens den inval van de
Duitschers in 1914, betreffende de z.g.
franc-tireurs en de daarmee verband
houdende terechtstellingen en verwoes
tingen. Wat Nederland 'betreft, heeft men
zich eveneens onthouden van alles w.at
onwelwillend had kunnen schijnen, zon
der dat daarom van 't hart overloopende
sympathie blijk werd gegevenHet voor
beeld kwam in. dezen van boogerhand,
van den Koning zelf, die in. geen enkele
van zijn redevoeringen een woord heeft
gesproken kwetsend voor Nederland. Al
dus is men in den geest gebleven, waar1-
van de deelneming van Nederland aan
de Belgische tentoonstellingen getuigenis
heeft afgelegd en die bepaald tegemoet
komend werd beantwoord door den Ko
ning o.m. door het feit dat hij, tweemaal
achtereenvolgens in gezelschap" van de
Koningin, de uitvoering bijwoonde, in het
Brusselsche Kunstpaleis, van het Men
gelberg-orkest. Dit mag wel even worden
gezegd nu de feest- en herdenkingsperiot-
de achter den rug is, of bijna,,* daar dit
officieel eerst het geval wezen zal, wan
neer het parlement zijn nieuwen zittijd
aanvangen zal. De tentoonstelling van
Vlaamsche kunst te Antwerpen is reeds
een paar weken gesloten, pa een reus
achtig succes en 4 November a.s. zal de
beurt komen aan de tentoonstelling zelf
met Lun,a-Park en Oud-België. Financieel
is de World's Fair te Antwerpen een
winstgevende onderneming gebleken, wat
van Luik niet kan worden verklaard. Nu
nog steeds wijzen de ontvangsten op re-
cord-cijfers en wat OudMBelgië betreft,
ïs er Isprake van dgt een filmlm|aatschappij
dit kunstmatige oude stadje zal afkoopen
om er enkele films met historisch kader
op te nemen. Over een jlaar evenwel
zou het stadje toch worden afgebroken
en dan zal van de tentoonstelling niets
anders overblijven dan de kerk en de
school waar de tentoonstelling van
Vlaatmsche kunst heeft plaats gehlad, en,
wellicht ook de electroi-hoeve, Welke,!
in Hollandschen stijl, werd opgericht door
de provincie Antwerpen, en waarvoor
een aanbod is gedaan om te worden aan
gekocht, ten einde als melkhuis te wor
den bewaard. Plannen waren gemiaakt
oni1 ook den triomfboog aan den hóófdin-
gang van de tentoonstelling opnieuw ia
duurzaa)m materiaal op te trekken, ten
einde een blijvende herinnering aan de
tentoonstelling te behouden, maar hier
tegen is zooveel protest gerezen dat er
niets van terecht zal komen, daar de tri-
Ik kon dien nacht bijna niet slapen
wegens de groote spanning.
Op het afgesproken uur wandelde ik
des morgens naar de plaats van bestem
ming. Het was 7 uur. Ik was er nog maar
nauwelijks, of ik zag hem reeds aanko
men. Wij liepen langzaam verder en spra
ken toen af, wat ik verder te doen had.
Hij zou van 11 tot 1 uur de wacht heb
ben, Hij vroeg mij of ik goed zwemmen
kon, want hij vond het 't veiligst met
een grooten omweg zwemmende de zee
zijde van de boot te bereiken. Nu, wat
dit betrof was ik niet bevreesd
Direkt vrij en frank op de boot te
stappen vond hij te gevaarlijk, daar de
havenpolitie de bemanning goed kende
en het 's avonds en 's nachts voor vreem
delingen verboden was het havencom
plex waar de booten gelost en geladen
werden, te betreden.
Tusschen 11 en 12 vmr zou ik dus
trachten de boot te bereiken en als dit
lukte zou ik er een stevig touw zien af
hangen, waaraan ik omhoog kon klim
men. Vlak bij de plaats waar het touw
was vastgebonden zou ik een ijzeren
trap vinden, die naar een klein ruim
voerde, waar allerlei touwwerk en zeil
doeken in geborgen lagen en onder deze
zeilen zou ik mij dan schuil houden, tot
dat ik dacht, dat het schip in zee zou
omfbooig ten eerste veel kosten zou en
bovendien, bij het zich nog steeds meer
ontwikkelende verkeer niets meer zou
zijn dan een sta-in-den-weg. Einde Sep
tember reeds werd met de verlichting
van de openbare gebouwen gedaan, ge
maakt en w.at er nu nog overblijft van
de feestelijkheden; de masten in het
centrum van de stad en op enkele plaat
sen, worden eveneens weggenomen.
Op het einde van het seizoen heei}t
men het intusschen toch nog aangedurfd1
een tentoonstelling te organiseeren, een
tentoonstelling n.l. van den arbeid. Onder
de arbeiders van geheel het land was
een wedstrijd uitgeschreven volgens de
verschillende vakken, voor het beste wat
door de deelnemers werd' gepresteerd.
De expositie houdt hiermee verband. In
een vpn de groote hallen van bet Juoel-
park te Brussel werden allerlei voorwer
pen bijeengebracht, welke op zich zelif
de beste hulde vormen aan den arbeid,
Ondanks de omstandigheid' dat veel is bij
eengebracht, dat niet meer dan een over
zichtelijke waarde heeft), is hier weer
heel wat te zien dat belangstelling ver
dient en ook geniep Nederland is hier
eveneens vertegenwoordigd, op een be
scheiden wijze, onder de enkele landen
die mede hebben deelgenomen, met een
inzending van de kunstkris'talfabriek.en
vpn Lreerdam en enkele waardevolle
Voorwerpen uit het rijksmuseuml van Am
sterdam. Frankrijk heeft een eigenaardige
inzending, waarin men o.m'. een verkleind
model aantreft van den eersten stoomwa
gen, die werd uitgedacht en gebouwd
door Gugnot in 1770, en de eerste naai
machine uitgevonden door Thimonnier in
1830. In de Belgische afdeelEng vindt
men het dynamomodel dat den uitvin
der, den Luikenaar Gramme, in 1867
1870 werd gebouwd, wat onlangs te Luik
door de oprichting van een standbeeld is
herdacht. Men kan er ook het bureau
bewonderen, dat door de keurarbeidërs
van de Belgische nijverheid wordt ge
schonken aan den Koning en "dat een
waar meesterstuk is van s'tijl en uit
voering, terwijl ook nog een handpers
voor bankbiljetten uit den Hollandschen
tijd aanwezig is. Iets, wat ons opviel bij
ons bezoek was, dat de publiciteitskunst
in België, waaraan ook een kleine af-
deeling is voorbehouden, geleidelijk een
hoogiere vlucht neemt. Men is nog ver
van het peil dat deze kunst in Duitsch-
land, Nederland en Frankrijk heeft be
reikt, maar toch wijst het tentoongestel
de op een ontwikkeling in de goede rich-
ling. Onmisbaar was op' deze tentoonstel
ling, ook een hulde ,aan den onsterfe-
lijken kunstenaar Meumier, die den arbeid
djoor zijn werk op een eenig voetstuk
heeft geplaatst. Hem werd de eereplaats
voorbehouden, door een gedeeltelijke re
pliek vian zijn m(onument aan den arbeid
dat, na jaren, nu pas opi een openbaar
plein te Brussel is opgericht. Dit monu
ment werd door deu grooten WlaaLschen
kunstenaar als de' bekroning van zijn
kunst beschouwd. Het is dan ook ontzag
lijk indrukwekkend. Terloops zij gezegd,
dat het monument, hetwelk verscheidene
millïoenen heeft gekost, gebouwd is met
Duitsche steen. Vinnige critiek is, om
deze reden, niet uitgebleven, daar op dit
oogenblik de werkloosheid in de Belgi
sche steengroeven groot is.
Om op tentoonstellingsgebied te blijven
moeten wij hier ook het tweede Belgi
sche Radio-salon noemen, dat eveneens
in een gebouw van het Jubel-park onder
dak heeft gevonden. Het zal wel' niemand
verwonderen dat dit salon, zonder aan
spraak te kunnen maken op de alles om
vattende volledigheid van Berlijnsche,
Londensche of Parijsche exposities van
dien aard, enorm veel wordt bezocht.
Na ide Jaarbeurs, na het Auto-salon is
deze radio-tentoonstelling aardig op weg
zijn. Dan kon ik gerust te voorschijn ko
men en den kapitein alles vertellen.
Eenmaal in zee zijnde, zou de kapitein,
die mij als „een heel geschikte kerel",
werd afgeschilderd, wel verder raad ver
schaffen.
Mijn gezel had nog een blauwe broek
en jas voor mij gekocht en zou die met.
wat droog ondergoed op dezelfde plaats
onder het zeildoek verstoppen.
Daar het echter in mijn zware militaire
kleeding lastig zou zijn te zwemmen, had
hij me alvast een oude, versleten blauw-
linnen broek en jas meegebracht.
Toen eenmaal de zaak zoover geregeld
was, verlieten wij elkander.
Tegen het afgesproken uur liep ik den
kant van de haven uit, waar ik zeker
was geen menschelijk wezen te zullen
ontmoeten. Het was stikdonker en tame
lijk koud. Toen ik dacht ver genoeg te
zijn, om onopgemerkt te blijven, ont
deed ik mij van mijn kleeren; met eenige
zware steenen bond ik die in mijn over
jas en liet zoo den heelen bundel in het
water zakken. Haastig trok ik daarna de
lichtere kleeren van den matroos aan,
stak de revolver en patronen, welke ik
goed had ingewikkeld, tusschen mijn
hemd en begaf mij geruischloos te water.
Het was heel koud, maar dat hinderde
mij niet. Hoofdzahk was, dat ik mijn doel
zou bereiken. Zoo snel mogelijk en zon
der lawaai te maken, zwom ik van den
wal weg en eenmaal ver genoeg om
onopgemerkt te blijven zette ik koers in
de richting van de boot. Weldra had ik
deze bereikt en spoedig vond ik ook het
touw. Zoo goed en zoo kwaad het ginj
om carrière te maken. Het publiek heeft
gelegenheid om met de laatste nieuwighe
den kennis te maken en welk|e radio-lief
hebber zou deze gelegenheid I|aten ont
snappen? Wij hebben de tentoonstelling
verlaten, de zakken volgepropt met aller
lei recllamebiljelten, waarop men de
merkwaardigste dingen lezen kan. Er zijn
tallooze stands, waaronder deze van alle
wereldfirma's, die al'lën van het beste
te veel geven om er u in bijzonderhedlen
te kunnen inlichten. Onder de geringste
tot de meest luxueuse toestellen kan men
een keuze doen. Hoe groot de plaats is
welke de mechanischemuziek in het
maatschappelijk leven heeft ingenomen,
is hier opvallend vast te stellen. Zoo voor
het eigen home als voor openbare lokalen
is er een overweldigende verzameling en
alles om het fraaist. Veel bekijks heeft
een toestel d|at automatisch eeu auditie
geeft van 25 platen en dat een wonder is
vian samenstelling. De auditie zelf kan op
vijf verschillende wijzen gebeuren. Op
vallend is het streven om zooveel moge
lijk elk toestel' op te nemen, wa,t den
bouw betreft, in de architectuur van de
woning en levens om ook phono en radio
samen te verbinden. Op dit gebied is de
ze moderne nijverheid reeds ver de kin
derschoenen ontgroeid. Er is slechts een
bezwaar: de hooge prijzen. Deze schom
melen, naar wij ons konden overtuigen,
tusschen 2300 frs. tot 33.500 frs. "De
meeste firmla's trachten in dit bezwaar
te gemoet te komen door termijnbetaling,
voor welk aankoopstelsel hiér nu ook
meer en mëer, of liever schier algemeen
gelegenheid wordt gegeven.
BELGISCHE STRATEGISCHE WER
KEN LANGS DE NEDERLANDSCHE
GRENZEN.
Het Dagblad van Noord-Brabant heeft
een onderzoek ingesteld naar het plan
de spoorlijn AntwerpenEsschen op vier
sporen te brengen. In Belgische kringen
vond het blad hiervan bevestiging. Men
motiveerde daar de plannen door de aan
dacht te vestigen op het zeer drukke
personen- en goederenvervoer waardoor
overbelasting van de spoorlijn zou ont
staan. Een zuiver economisch motief dus.
Daarnaast heeft het blad zich gewend
tot een Nederlandsch deskundige, die ver
klaarde dat de groote goederentreinen
voor en van België op het uitgebreide
emplacement te Roosendaal worden ge
rangeerd en gedistribueerd, en niet te
Esschen. Het station ter plaatse is groot
genoeg om zijn taak als verdeelstation
naar behooren te vervullen.
Men wees er het blad op, dat het em
placement van Eeckeren, thans aanmer
kelijk grooter geworden, eventueel ook
een rol als verdeelstation voor het inter
nationaal verkeer kan spelen, terwijl er
nog een lijnencomplex ligt bij Hoogboom,
dat daar reeds geruimen tijd geleden ge
legd is. Zelfs zeer drukke toeneming van
het goederenvervoer zal nimmer echter
oorzaak zijn, dat naast de bestaande lijn
op Nederland nog een tweede gelegd
zou moeten worden.
Wanneer nu aangetoond is, dat bij de
voorgenomen verdubbeling van de lijn
op Esschen noch een economisch, noch
een spoorwegtechnisch belang gediend
wordt, dan klemt de vraag: waartoe dient
die verdubbeling dan? vraagt het Dag
blad van Noord-Brabant en het vervolgt
dan:
Het is van algemeene bekendheid, dat
België na den oorlog er toe overgegaan
is sterke strategische werken langs de
Nederlandsche grenzen óf in stan,d te
houden, óf op te richten.
klom ik naar boven. Daar aangekomen
maakte ik het touw los en vond weldra
de ijzeren trap. Rillend van de kou kroop
ik in mijn schuilplaats, waar ik spoedig
de droge kleeren vond. De natte kleeren
pommelde ik te zamen, verstopte ze goed
en zocht vervolgens een goede schuil
plaats onder verschillende op elkander
liggende zeilen. Van slapen was natuur
lijk geen sprake. Eerstens had het nach
telijk bad mij geheel verkleumd en dan
waren mijn zenuwen te zeer gespannen.
Eindelijk, na een hangen nacht, begon
het levendig op het dek te worden. Nu
zouden weldra nog de douanen en de
havenpolitie komen om de laatste for
maliteiten te vervullen alvorens het schip
de haven ging verlaten, maar ook dat
verliep zonder stoornis. Ik was dan ook
nog niet als vermist gesignaleerd, daar
ik eerst om 8 uur bij den commandant
moest zijn. Een zucht ontsnapte mij toen
ik eindelijk het rammelen van de anker
ketting hoorde en de sirene drie maal
het sein van vertrek gaf. Weldra voelde
ik de beweging van het schip. Toen de
boot in volle zee was en mijns bedun
kens ver genoeg van de Fransche kust
verwijderd, kwam ik uit mijn schuilhoek
te voorschijn. De matrozen van het
schip keken vreemd op, en de kapitein
niet minder, toen zij bemerkten een
blinden passagier aan boord te hebben.
Ik legde den kapitein alles uit, zonder
er echter bij te zeggen, wie mij geholpen
had, en verzocht hem mij, bij aankomst
in Barcelona, van boord te laten gaan en
mij niet uit te leveren aan de haven-
Het slagwoord, waarvan men zich in
militaire kringen aldaar steeds bedient,
is: Nederland verdedigt Limburg niet, dus
moeten wij ons zelf helpen.
Hiermede dienen ook die maatregelen
in verband te worden gebracht, welke
reeds omschreven waren in de te Utrecht
gepubliceerde documenten en thans door
de aan het licht komende feiten, voor
echt in plaats van valsch dienen door
te gaan.
Al die maatregelen passen volkomen
in het kader der Fransche verdedigings
plannen en zullen dus wel een uitvloeisel
zijn van het geheim militair accoord, dat
tusschen Frankrijk en België bestaat.
Naast de behandelde sporengeschiede-
nis staat nog de geheimzinnigheid rond
het in aanleg zijnde groote kanaal van
Luik naar Antwerpen.
Het militaire karakter van dit kanaal
wordt niet meer ontkend. Zulks zou bij
het stilaan vorderen van de werken ook
onmogelijk zijn.
Van Luik af omsluit dit kanaal de z.g.
„enclave" van Maastricht als een gordel
tot Briegden, maakt daar een hoek van
90 graden in de richting Genck en is ver
der via Hasselt, Beeringen, Gheel, He
renthals, Antwerpen ontworpen.
Thans is men bezig met grondaankoop
ih Belgisch-Limburg. Die grondaankoop,
beter onteigening, gaat al zeer eigenaar
dig in zijn werk. Ze wordt klaarblijkelijk
niet alleen geleid door het kanaalbelang,
want er wordt veel meer aangekocht,
dan door de waterstaatkundigen wordt
noodig geoordeeld, 'Daarenboven moet
iedere grondaankoop eerst door het mi
litaire gezag worden goedgekeurd. Mili
tairen verschijnen dan ook alom ter
plaatse, meten terreinen af enz. Onder
Sutendaal en Genck zijn thans gronden
in beslag genomen, hier en daar zelfs van
zeer groote oppervlakte. Een en ander
heeft groote verbittering gewekt onder
de bevolking, die zich dikwerf de beste
stukken grond ziet afgenomen.
Overigens is het thans door die stre
ken van algemeene bekendheid, dat di
verse technische kanaalwerken ter elf
der ure op militair bevel moesten worden
gewijzigd, dat de onteigeningen van de
gronden tusschen het Albertkanaal en
de Nederlandsche grens nabij Zuid-Lim
burg geheel voor militaire doeleinden ge
schieden en ter plaatse ingrijpende ver
anderingen zullen worden gebracht.
Wel worden ook uit speculatieve oog
merken gronden onteigend, doch dat ge
schiedt verder Limburg in. De ons ver
strekte gegevens voegt het Dagblad
van Noord-Brabant hieraan toe zien
wij intusschen reeds vrijwel bevestigd
in polemieken, die in Belgisch-Limburg-
sche bladen over deze grondonteigenin
gen gevoerd' worden.
Met de uitvoering van dit kanaalwerk
wordt dan het geheele strategische werk
voleind, dat van de Noordzee af tot aan
de Maas loopt.
Onder Zeeuwsch-Vlaanderen is de ver
dedigingslinie, door de Duitschers ge
legd, gehandhaafd, rond Antwerpen, spe
ciaal tusschen de Schelde en de spoor
lijn AntwerpenEsschen zijn de daar
aanwezige militaire werken aanmerke
lijk verstevigd en uitgebreid, zooals de
versterkingen onder Oorderen en Hoe
venen en rechts van de spoorlijn bij
Hoogboom e,o„ terwijl ook de z.g. pil-
boxen, daar in menigte gedurende den
oorlog gelegd, gehandhaafd zijn. Zoo
komt men tot een lange serie van stra
tegische punten op geringen afstand on
zer grenzen.
Zullen wij zoo vraagt het blad nog
hier een conclusie aan toevoegen?
Het spreekt vanzelf, daf het vredelie
vende Nederland geen aanleiding geeft
tot zulke geweldige militaire werken
politie. Hij beloofde mij dat.
De kapitein was de vriendelijkheid
zelve en gaf den kok aanstonds order
mij koffie en brood te geven en het mij
gedurende het verdere van de reis aan
niets te laten ontbreken!
Tegen den avond van den derden dag
kwam de boot in Barcelona aan en toen
het donker werd verliet ik, na den ka
pitein bedankt te hebben, in mijn blauwe
pakje met eenige andere matrozen het
schip. Mijn helper zijn naam en ook
die van de boot wil ik hier niet noemen
nam mij mede naar zijn woning en
vertelde zijn vrouw mijn geschiedenis.
Ik moest het verdere van den avond bij
hem blijven, het avondeten met hem ge
bruiken en daarna werd een slaapplaats
voor mij in orde gebracht.
Den volgenden morgen nam ik afscheil
van hen. Mijn eerste werk was nu van
het geld dat ik nog bezat, kleeren en
schoenen te koopen en toen ik dat ge
daan had begaf ik mij weer naar de
haven om te zien of er geen Hollandsche
boot lag, waarmede ik terug zou kunnen
keeren naar Nederland.
Ik vond er echter niet wat ik zocht,
wel lag er een Duitsche vrachtboot,
welke den dag daarop uit de haven zou
vertrekken met bestemming naar Ham
burg.
Aangezien ik geen paspoort had, zou
het voor mij echter zeer moeilijk zijn per
boot uit Barcelona weg te komen, al had
ik dan ook voldoende stukken waar
mede ik mij kon legitimeeren. Ik sprak
daarom eenige matrozen van het schip
aan en daar ik ook voldoende Duitsch
langs geheel onze grens, als thans wor
den uitgevoerd.
Onwillekeurig gaan de gedachten dan
ook naar voorbereidingen van een nieu
wen oorlog met Duitschland, waarbij Ne
derlandsch grondgebied tot operatie- of
gevechtsterrein „uitverkoren" wordt,
wanneer onze regeering er niet in zou
slagen om op afdoende wijze onze neu
traliteit te verzekeren.
De Brusselsche correspondent van de
N. R. Crt, meldt bovendien nog:
In den loop van de laatste weken heb
ben er besprekingen plaats gehad tus
schen officieren van de Belgische en
Fransche generale staven inzake de ge
meenschappelijke verdediging van de
Belgisch-Fransche Oostergrens. Van
Fransche zijde is daarbij gewezen op de
groote financieele opofferingen, welke
Frankrijk zich thans getroost om de
Fransch-Duitsche grens te versterken en
de wapening van zijn leger op peil te
houden. In verband daarmede wordt dan
ook in goedingelichte kringen te Brussel
verwacht, dat de regeering voornemens
zou zijn aan het parlement de goedkeu
ring te vragen van een leening van ver
scheidene honderden millioenen francs
sommigen spreken zelfs van een milli
ard ten einde de landsverdediging op
voldoende wijze te kunnen verzekeren.
Een aanzienlijk deel van dit bedrag zou
bestemd zijn voor den aankoop van
stormwagens, vliegtuigen, mitrailleurge
weren, afweerkanonnen, de wapening
van de forten van Luik, die weldra ge
heel zullen zijn gemoderniseerd, het her
stel van de forten van Namen en het
bouwen van verdedigingswerken in Bel
gisch-Limburg.
De burgemeester van de residentie.
In „H et Volk" troffen wij een ka
rakteristiek aan van den nieuwen bur
gemeester van Den Haag, jhr. mr. dr,
Bosch ridder van Rosenthal, die wel een
weinig afwijkt van de elders gegeven
beschouwingen, maar die openhartiger
en ookmeer der waarheid getrouw
is.
„Onze eerste gedachte bij het verne
men der tijding van de benoeming van
jhr. Bosch Ridder van Rosenthal aldus
„Het Volk" was: had de regeering nu
geen andere keus kunnen doen? Patijn
wordt vervangen door een man, die zijn
traditie wellicht met eere zal voortzet
ten!
Een vlug opkomende gedachte. En dus
allerminst op voldoende redelijke over
wegingen gebaseerd. Wij erkennen dit.
Maar wij spreken uit ervaring. Wij heb
ben mr. Bosch leeren kennen als burge
meester van Brummen, Het was in den
tijd, dat wij voor een provinciaal blad
de raadszittingen van Brummen bijwoon
den. Wij zien hem nog zitten: den han-
digen, gewieksten landjonker, fel en
agressief dikwijls jegens den raad, van
wien de meeste leden allesbehalve op
zijn autocratische manieren gesteld wa
ren.
Voornamelijk had hij het met de de
mocratische elementen aan den stok. En
dan wel in hoofdzaak met onze partij-
genooten
De burgemeester kenmerkte zich toen
reeds door gebrek aan soepelheid en door
zijn driftige buien. Wij hebben dikwijls
gedacht: de man hoort hier met zijn ta
lenten in deze landgemeente niet thuis.
Hij moet een groote stad hebben. Daar
zal het opbruisend temperament wel tot
rust komen.
Toen volgde zijn benoeming te Gro
ningen. Het afscheid van Brummens raad
sprak, vertelde ik hen mijn wedervaren:
hoe ik in Barcelona was gekomen en
hoe mij thans geen anderen uitweg over
bleef dan te trachten over zee Holland
te bereiken; daar ik geen pas bezat zou
ik mij niet lang in Barcelona kunnen op
houden. Toen ik dit alles verteld had
nam een van hen, die later bleek de ma
chinist te zijn, mij mede naar den kapi
tein en ook dezen moest ik alles vertel
len. Hij begreep het onaangename van
mijn toestand en toen ik hem bovendien
verschillende papieren had voorgelegd,
welke bewezen, dat hetgeen ik hem ver
telde, op waarheid berustte, beloofde hij
mij te zullen helpen; hij zeide: ik mag je
niet aan boord nemen, maar _ds je bij
ongeluk toch aan boord verzeild raakt,
en je komt in zee voor den dag, dan zal
i k je niet hoos aankijken! En hij knip
oogde eensHij heeft mij dan ook,
zonder er één cent vergoeding voor te
verlangen, mede genomen naar Hamburg
en op de reis heeft het mij aan niets
ontbroken.
Ik gevoel mij zeer dankbaar gestemd
tegenover die Spaansche en Duitsche
zeelieden, matrozen zoowel als kapiteins,
die den „verstekeling van het vreemde
lingen-legioen" zoo vriendelijk en
menschlievend bejegenden.
Van Hamburg uit ben ik ten slotte per
trein naar Holland, mijn Vaderland, te
ruggekeerd. En dit is van mijn verhaal het
EINDE.