mmïïmftmxmxiwxfmiïMföm
Ur\INDET\DLAD[I
°A
MIDDE]LDVf\C2C=ME
COV-jWHANT
VOOR DE KLEINTJES
BIJ OEN FOTOGRAAF
BEDTIJD
Een appeltje voor den dorst
KLEURPLAATJE
De Verkeersagent
Si
WAAR IS WERK?
Verkoopingen - Verpachtingen
in Zeeland
/\/\/\/v
RAADSELHOEKJE.
Ba
.Vialstar geb. Roeting d.; Q. J. van. der
Eijk geb. Kommiers d.A. Ovla geb. de
Nooijer levenl. dochter; P. Verwoerdt
geb. Meulmeester levenl. zoon.
Overleden: N. Lous1 d. 2 j.; J. J. Klioeg,
man van A. M. Botting 72 j.; M. Kluijf-
hout vrouw Van B. Nieuwenhuijze 41 j.;
K. vian der Want man van J. de Korver
64 j.; M. de Nooijer d. 18 j.
Oost- en West-Souburg.
Van 16 tot 23 Oct. Ondertrouwd;: D.
Keijmel 23 j. en S. E. Roose 20 j.
Bevjajllen: Z. Jobse geb. Roelse ^d.;
H. Zielman geb. van der Veen z.; M. C.
Boone geb. van der Klooster z.
De Districts-Arbeidsbeurs voor de ge
meenten tusschen O. en W. Schelde
meldt de volgende aanvragen:
Binnenland:
DORDRECHT: ambtenaar voor de
Werkloosheidsverz,, dadelijk, ƒ1400 tot
ƒ2400 per jaar, pensioenbijdrage
SCHIEDAM: voor veehouderij, jongen
1516 jaar, moet genegen zijn het vee-
houdersbedrijf te Ieeren, dadelijk, reis
kosten en loon nader overeen te komen,
met kost en inwoning, voor vast,
ZUTPHEN: voor klompenfabriek, twee
klompenmakers, dadelijk, 18 tot 24
per week, naar bekwaamheid, voor onbe-
paalden tijd.
ARNHEM: voor gasbedrijf, vrouwelijke
kracht, belast met de acquisitie, en kan
toorwerkzaamheden, beschaafde ver
koopster, in staat met publiek van alle
standen om te gaan, b.m. koken is zeer
gewenscht, indiensttreding, loon en reis
kosten nader overeen te komen.
Buitenland:
Geplaatst kunnen worden in FRANK
RIJK:
a. melkers-veeverzorgers voor het mel
ken en verzorgen van 15 a 20 koeien,
minimum aanvangsloon 450 frs. per mnd.,
met kost en huisvesting; bij gebleken ge
schiktheid, na eenige maanden dienst
tijd meestal loonsverhooging;
b. boerenknechten voor alle werk,
moeten ongeveer 10 koeien kunnen mel
ken en met paarden om kunnen gaan,
minimum aanvangsloon 400 tot 450 frs,
per maand, met kost en huisvesting;
c. landarbeidersgezinnen, man 700 frs.
per maand met vrije huisvesting en dik
wijls eenige voordeelen in natura, ove
rige werkende leden van het gezin 1,25
tot 1,75 frs. per uur, volgens leeftijd en
bekwaamheid;
d. boomkweeker in de nabijheid van
Parijs, ongehuwd, in- of uitwonend. Loon
nader te bepalen. Indiensttreding ten
spoedigste,
DUITS CHL AND:
In het Rijnland kunnen geplaatst wor
den:
a. voerlieden-ploegers (paardenknech
ten). Tenminste 50 Mark per maand met
kost en huisvesting;
b, bekwame melkers-veeverzorgers. Er
zijn plaatsen, zoowel voor ongehuwden
als voor gezinnen beschikbaar. Arbeids
voorwaarden nader overeen te komen.
Aanbiedingen uitsluitend aan de Dis
tricts-Arbeidsbeurs te Middelburg
October.
28 Middelburg, Meubels, Notarishuis
29 Middelburg, Inspan,
Slruve.
November.
1 Arnemuiden, Huizen,
Hi ooien.
4 Oostkapelle, tuingrond en bouwland,
Blaupot ten Cate.
6 Middelburg, Huis en erf,
de Neeling.
13 Kapelle, Hofstede enz.,
v. Dijke
ll1 van dc S
E3,.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Reeds dagen van te voren heeft Moe
der aan Elsje verteld, dat er een por
tretje van haar gemaakt zal worden om
aan Oma, die in een andere stad woont,
te sturen.
Elsje heeft van plezier in de hand
jes geklapt en dadelijk uitgeroepen, ter
wijl zij op één van haar poppen wijst:
„En mag Loekie er dan ook op, Moe
der? Oma zal wel graag willen weten,
of haar petekindje er goed uitziet, denkt
u ook niet?"
Glimlachend heeft Moeder toegestemd.
En nu is de groote dag eindelijk aan
gebroken en daar het hard regent, zij
een eind buiten de stad wonen en er geen
tram of bus is om hen er heen te bren
gen, heeft Moeder een auto laten komen.
Dat maakt het bezoek aan den fotograaf
natuurlijk nog prettiger.
Het duurt niet lang, of Elsje zit op
een stoel, dien de fotograaf haar aange
wezen heeft. Loekie houdt ze stijf tegen
zich aangedrukt. Maar 't is net,
of ze zich in die groote zaal met al dat
licht niet erg op haar gemak voelt en ze
kijkt ernstig, heel ernstig. En dit wordt
er niet beter op, als ze in de gang op eens
een luid hondengeblaf hoort. Ze zou wel
willen, dat het voorbij was en zij weer
met Moeder en Loekie naar huis kon
gaan. Hè, daar beginnen de honden weer!
Ze zullen toch niet binnen komen en
Loekie kwaad doen?
„Nu vroolijk kijken," zegt de foto
graaf.
Ach, Elsje wil wel vroolijk kijken, maar
hoe kan ze dat nu, als die honden zoo
dicht bij haar aan 't blaffen zijn?
Moeder die het wel begrijpt knikt
haar kleine meid eens toe, maar Elsje
voelt zich toch niets op haar gemak in
die vreemde omgeving.
„Vroolijk kijken!" zegt de fotograaf
opnieuw.
Elsje's lip begint echter verraderlijk
ie trillen.
Móeder, die bang is voor een huil-
partij en begrijpt, dat er dan natuurlijk
niets van een portret maken kan komen,
denkt eens even na, of zij ook een middel
weet om haar dochtertje tot vroolijke ge
dachten te brengen. Gelukkig, de honden
zijn eindelijk bedaard! Dan zegt Moeder:
„Elsje, fluister Loekie maar eens in,
dat ze heusch niet bang hoeft te zijn
voor de honden en dat zij heel blij kijken
moet, want dat er een portretje van haar
gemaakt wordt, dat we aan Oma zullen
sturen. Ik geloof, dat Loekie dat nog
niet goed begrijpt, want ze kijkt zoo
ernstig. Zul jij het haar dus eens goed
zeggen?"
En Elsje, het kleine poppenmoedertje,
denkt nu aan niets anders meer dan aan
het portret, dat van Loekie voor Oma
gemaakt zal worden. Dat ze er zelf ook
bij op zal staan, is iets, wat op dit ©ogen
blik heelemaal niet in haar opkomt.
Koesterend drukt ze Loekie tegen zich
aan en begint te babbelen:
„Nu heel lief zijn, Loekie, en vroolijk
kijken! Die groote meneer daar zal een
portretje van je maken voor Oma, Weet
mijn meisje dat wel? Ja, zoo moet je
kijken. Lach dan eens tegen je Moesje.
Groote meid hoor! Moeders zoete poppe-
kindje
Als Elsje naar den fotograaf kijkt, zegt
hij vriendelijk:
,,'t Is al klaar hoor, kleine poppen-
moeder!"
Dat viel mee!
Elsje, met Loekie in haar arm, gaat nu
met Moeder naar huis en vertelt aan al
haar poppekinderen, hoe groot en flink
Loekie bij den fotograaf is geweest.
En als er een paar dagen later een
keurig, klein pakje bezorgd wordt en
Moeder er een portretje uit haalt, waar
Elsje met Loeki op staat, vindt het po
penmoedertje, dat haar kind heel goed
lijkt,
Moeder trekt Elsje naar zich toe en
zegt, dat Oma stellig blij zal zijn met het
portretje.
Nu, dat is Oma ook!
Een paar dagen later schrijft Oma aan
haar kleindochtertje een brief, dien Moe
der voorleest:
Lieve Elsje,
Wat ben ik blij met het portretje! Ik
kan wel zien, dat je een goede poppen-
moeder bent en Loekie veel van je houdt.
Heel veel zoentjes ook voor Loekie van
Je Je liefhebbende
Oma.
Of Elsje blij is met dien brief! Het
duurt niet lang, of ze kent hem van bui
ten en nu leest ze hem Loekie op haar
manier voor, zoo dikwijls het poppekind
het maar hooren wil.
De Zon daalt in het Westen
En Zandman komt er aan.
Nu moeten alle kleuters
Heel vlug naar bed toe gaan.
Niet langer dus gespeeld meer:
Het ledikantje wacht.
Door 'n reet van de gordijnen
Het oolijk Maantje lacht.
De Sterretjes, die gluren
In ieder kinderbed.
Het zijn net zilv'ren lampjes,
Daar brandend neergezet.
Het Maantje en de Sterren,
Die houden in den nacht
In al die donk're uren
Getrouw voor ons de wacht.
Slaap jullie dus maar rustig
En droom nog van de pret,
Die j'overdag gehad hebt.
Nacht kinders! Vlug naar bed!
CARLA HOOG.
Jetteke heeft in -de groote vacantie
met Vader en Moeder in een klein pen
sion op de Veluwe gelogeerd. Het is te
vens een boerderij en Jetteke vond het
heerlijk de koeien van boer Jansen te
zien melken en allerlei boerenarbeid mee
te mogen maken. Ze mocht zelfs mee
naar het land gaan, waar het koren ge
maaid en aan schooven gezet werd. Maar
het allerprettigst vond zij toch het bin
nenhalen van den oogst, waarbij ze boven
op den wagen zitten mocht. Was dat niet
net iets uit een boek?
Nu zijn Jetteke en haar ouders al weer
lang in de stad terug, maar zij denkt
toch nog dikwijls aan die heerlijke we
ken op de Veluwe.
Op een middag zit de familie aan tafel
en vertelt Vader, dat boer Jansen hem
een brief geschreven heeft, waarin hij
mededeelt, dat hij verscheiden koeien
aan een besmettelijke veeziekte verloren
heeft.
,,'t Is maar goed," merkt Moeder op,
„dat boer Jansen nog een appeltje voor
den dorst heeft,"
„Dat is zeker!" zegt Vader, „Anders
Dit plaatje-klein moet nog gekleurd,
Maar zonder 'n ongeluk gebeurt!
Zorg, dat de clown niet tuimelt, hoor!
Of 't varkentje er gaat vandoor!
Gelukkig is Jan Lach niet bang
En houdt hij Krulstaart in bedwang!
Wat hebben beide dolle pret!
Daar roept Jan Lach plots: Opgelet!
Want, h o e of Krulstaart galoppeert,
Ik heb mijn grappen niet verleerd!
Met éénen zwaai zit ik weer goed,
Zooals alleen een clown dat doet!
Mijn hoedje? Och, daar laat 'k den
wind
Mee spelen, als hij 't prettig vindt!
Trek ons nu over op papier
En kleur ons dan met veel plezier!
Wij zullen heusch niet verder gaan,
Al komt de Directeur er aan!
De baas van 't spul vindt 't stellig goed,
Ten minste: als je 't n e t j e s doet!
i floor
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
NV
a
CT3
i
°n
f-ji
°n
an
In den tuin voor 't huis speelt Bobbie:
Hij is daar verkeersagent
En kijkt goed in elke richting.
Niets ontgaat den kleinen vent.
Nu eens komen van twee kanten
Kruidenier en slager aan;
Bob laat met één armbeweging
't Slagertje een poosje staan.
En hij wijkt den kruidenier nu,
Dat hij wel voorbijgaan kan.
Ieder luistert en heeft schik in:
Bobbie, den politie-man,
Die met armen zwaaiend, wenkend,
Regelt heel het druk verkeer.
Vraag je hem: Wat wil je worden?
't Antwoord luidt: Agent, meneer!—
't Is of 't hondje, kleine Fannie,
Ook al luistert naar het sein
Van zijn baasje en 't zijn wensch is,
Een politie-hond te zijn!
zou het er leelijk voor hem uif^ienl"
Jetteke kijkt Vader en Moeder met
groote, verwonderde oogen aan, maar
vraagt niets.
Een paar dagen later komt haar nicht
je, Miesje, bij haar spelen. Miesje heeft
haar lievelingspop, Rita, meegebracht.
Plotseling laat Miesje haar vallen en
het arme poppekind bezeert haar hoofd
je. Miesje natuurlijk in tranen!
Jetteke weet geen raad. Ze wil haar
nichtje zoo graag troosten, maar wat ze
ook verzint, niets helpt!
Eindelijk gaat ze naar Moeder, slaat
haar armpjes om Moeders hals en vraagt:
„Hebt u ook een sinaasappel voor den
dorst voor Miesje, Moeder? Dat zal wel
helpen!"
Glimlachend geeft Moeder het ge-
gevraagde. Of 't werkelijk helpen zal?
Wie weet!
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT
HET VORIGE NUMMER.
VOOR GROOTEREN.
R ranH BetOWC.
B
rand
E
mail
T
ram
U
i
W
als
E
er
2, Vlaardingen. Varen, gier, eland, dreg,
draad, nevel,
3- Blauw gril zalm hand
eend lei mond ei gans
pan, Wilhelmina>
4, Had zij vandaag ook op mijn bezoek
gerekend? (kop),
Marie had de visch al enkele minu
ten laten koken. (schalen)-
Als Jacob ordentelijk zijn eten opeet
mag hij mee uitgaan. (bord)-
Daar klonk reeds een schot; elk
oogenblik werd de toestand ge
vaarlijker. (schotel).
VOOR KLEINEREN.
1. Blad.
2. Den, pen, Ben, hen, ven,
3. Het paard, want de ruiter loopt niet;
hij zit te paard.
4. Boerenkool, andijvie, postelein,
zuurkool, rabarber.
OM OP TE LOSSEN.
VOOR GROOTEREN.
1. Op de kruisjeslijn komt, van boven
naar beneden gelezen, de naam
van een dorp in de prov. Utrecht.
Kijk! daar vliegen plots twee fietsen
Bijna op elkander af!
Maar één zwenkt bijtijds gelukkig
Op het teeken, dat Bob gaf!
Daar komt aan een appelkoopman
Bobbie zwaait en roept den man,
Zegt: Jij moet maar even bellen.
Appels! O, daar houdt hij vanl
Moeder staat juist vóór de ramen,
Vindt haar Bob heel bij-de-hand.
Lachend koopt zij mooie appels,
Wordt op eens een goede klant,
Bobbie ziet 't en zegt: Ik kom, hoorl
Even blijf 'k nog op mijn post,
Tot de klok elf heeft geslagen.
Want dan word ik afgelostl
Even later hapt ons ventje
In een appel, die smaakt fijn!
Bobbie juicht: 'k Wil na agentje
't Liefste appelkoopman zijn!
X Ie rij een deel van een boom.
X 2e rij een insect.
X 3e rij een schaaldier.
X 4e "J iets wat bij den maal-
X - tijd gebruikt wordt.
X - 5e rij een huisdier,
X 6e rij een veel gebruikte
X vloeistof.
X 'e "j timmermansgereed-
X schap.
8e rij een deel van een schip.
9e rij het tegenovergestelde
van zacht.
10e rij iets, wat bij sommige
feesten uitgestoken
wordt.
2. Zoek een rijmwoord op elk der on
derstaande woorden, maar doe het
zóó, dat de nieuwe woorden
in dezelfde volgorde genomen
een bekend spreekwoord vormen.
Klaar iets mis verkniest
te wijzer klein vlecht.
3. Een groot boek viel heelemaal uit
elkaar. De boekbinder vergiste
zich leelijk, toen hij het opnieuw
moest inbinden: hij zette de ver
schillende deelen zóó door elkaar,
dat hij heelemaal geen boek kreeg,
maar wel een groot dier. Hoe was
dat mogelijk?
4. Plaats in deze 16 vakjes:
6E 1 I 1 B 1 D 2K 2L 2R 1Z
zóó, dat je van links naar rechts
en van boven naar beneden leest:
le een boom.
2e een viervoetig dier.
3e een ander woord voor toespraak.
4e een grondsoort.
VOOR KLEINEREN.
Moeder gaf me laatst K peer, V»
braam, 2 helftpn van een ui en 1/7
moerbei. Wat kreeg ik?
Welke rozen hebben geen doornen?
Ik ben een vriend van velen,
Al ben ik meestal zwart.
Wat 'k eet, is altijd donker,
Ik heb geen mond. Geen hart
Maakt deel uit van mijn lichaam.
Word 'k niet verzorgd, 'k ga uit.
Je kunt mij nu toch noemen?
't Is heusch niet moeilijk, guit
Welk vogeltje bestaat uit een voor
werp, dat je op de waschtafel
vindt en een jongensnaam?