OMTWEE PANTSERKRUISERS TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 MEI 193 0. No. 12 4. WEERBERICHT etc. BINNENLAND. op, dat een wijziging der wat aanhangig is, die reeds door de Tweelde Kamer 's aangenomen waarbij wordt voorge steld in art. 4 letter e „151 Dec. 1927" te vèrvangen door „i Januari 1931" en in art. 6, 2e lid 2 maal j,1931" lever- vangen door „1928". Deze wijziging die door de Regeering is voorgesteld om de (gemeenten, welke juist in de laatste jaren sterk in inwoner- aardal zijn toegenomen, niet in een on gunstige positie te plaatsen, zal even tueel voor Middelburg, dat de laatste ja ren eenïgszins in inwonertal is achter uitgegaan, een omgekeerde uitwerking hebben. De uilkeering per inwoner toch zal iets kleiner worden, hoeveel is on mogelijk te berekenen en het in art. 6 gegarandeerde minimum zal eveneens delen. Daar echter volgens de' voorloo- p'ige berekening van de Regeering, ge maakt tijdens de behandelingl van het Wetsontwerp in de S l a len - Gen er aalde gemeente rond 1283.000 zal omvangen, uus vrij belangrijk meer dan het thans door R. en W. berekende minimum, zal de bedoelde wetswijziging voor zoo ver kan worden nagegaan, voor deze ge meente van weinig invloed zijn. lu liét overzicht is niettemin afzon derlijk' met het door B. en W|. bereikende minimum rekening gehouden, aangezien het bedrag der regeerinig werd berekend aan de hand van voorloopiige cijfers van de gemeentebesturen, zoodat het hen min of meer gevaarlijk lijkt hierop een over zicht te baseeren. Zijn de op juist gegevens berustende cijfers der Regeering eenmaal bekend, en de Minister van Financiën beeft in de Staten Generaal toegezegd zoo spoedig mogelijk (vermoedelijk eind Juni of be gin Juli) voorloopige berekeningen te zullen doen maken, dan kar hiermede verder rekening worden gehouden. Het maximunr aantal opcenten op; de hoofdsom der grondbelasting, dat door de gemeenten mag geheven worden, bleef bepaald op 80 voor die op de ge bouwde en op 20 voor die op de onge bouwde eigendommen, Echtei moet bij de bepaling van dit aantal ekening worden gehouden met art, 22 der Wet, waar is bepaald dat het aantal opcenten op de fi ndsbelashng in geen geval hooger mag zijn dan het aan tal opcenten, geheven op de hooflsom der gron Jbelasting voor üe gebouwde eigendommen. Zoodra dus zou b'ijken, dat, om de begrooting sluitend te krijgen, meer dan 40 opcenten op de fondsbelas ting moeten worden gelieven, zou het danta' opcenten op de grondbelasting voor de gebouwde eigendommen, dat voor deze Gemeente thans 40 bedr.-.agt, eerst moeten worden opgevoerd Bovendien moet rekening worden ge houden met art 247, ecste lid, der Ge meentewet, waarin is bepaald, ..at het aantal opcenten op de hoofdsom der personeele belasting eeist tot bo/en 80 mag worden geheven, indien de opeen sen op dt hoofdsom der giondbelastmo dus zoowel voor de gebouwde als voer de ongebouwde eigendommen tot de wettelijke maxima zijn opgevoerd. Daar heffing van een hooger aantal opcenten dan 80 op de hoofdsom der personeele belasting, zooals hierna zal blijken, noodzakelijk zal zijn, moeten ook de opcenten op de hoofdsom der grond belasting worden gebracht op het dub bele aantal van thans, dus op 80 voor de gebouwde en 20 voor de ongebouwde eigendommen. liet aantal opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting, dat de Gemeen ten als maximum mogen heffen is terug gebracht van 100 op 50, in verband met het feit, dat het Rijk in de toekomst 50 opcenten op deze belasting gaat heffen, teneinde de opbrengst hiervan te gebrui ken als inkomsten voor het te vormen gemeentefonds. Aangezien thans de Gemeente 50 op centen beft, hebben B. en W, genieend te moeten voorstellen de gemeentelijke opcenten op deze belasting te laten ver vallen, opdat de belastingdruk voor deze belasting in evenwicht blijft. De personeele belasting, thans nog Rijksbelasting, blijft na 1 Januari 1931 als een gemeentelijke belasting bestaan, met dien verstande, dat de Rijksadmini stratie deze belasting blijft heffen en in vorderen geheel ten bate van de ge meenten. Deze laatste echter verkrijgen ten aanzien van deze belasting groote bevoegdheden. Krachtens het bepaalde in art. 30 der Wet toch, kunnen de gemeenten ieder voor zich andere tarieven vaststellen op de verschillende grondslagen; kunnen zij bepalen, dat voor één of meer der grond slagen/ mobilair, dienstboden, paarden, pleiziervaartuigen en biljarten geen be lasting verschuldigd is, en moeten zij zichzelve indeelen in een klasse, als be doeld in het gewijzigde art. 5 par. 1 der Wet op de personeele belasting. De bevoegdheid tot opcentenheffjng op deze belasting is ongewijzigd ge bleven. De Raad zal dus moeten beslissen over a. de classificatie der gemeente, b eventueele wijziging in de tarieven, c. het aantal te heffen opcenten De Gemeente is thans ingedeeld in de 5e klasse van de bij de ongewijzigde Wet op de personeele belasting behoo- rende tabel. Wijziging hierin komt burg. en xveth niet gewenscht voor, omdat de finan- ciëele gevolgen, die hieruit voor de ge meente zouden voortvloeien niet zijn te O verzien. De opbrengst in hoofdsom én in opcenten toch zou, bij indeeling in een numeriek lagere klasse, vrij belang rijk lager zijn. Indeeling der gemeente in een, numeriek' hoogere klasse, waardooir de opbrengst dezer belasting zou stijgen komt hen, ook in verband met de an dere cijfers van het overzicht, onnoodig voor. Ook meenen burg. en weth., dat voor het indeelen in een bepaald gedeelte der Gemeente in een andere klasse, waar toe de Raad eVeneens de bevoegdheid heeft verkregen, geen redenen zijn aan te wijzen. Wijziging in de tarieven komt Burg. en Weth. eveneens onnoodig voor en bovendien ongewenscht om dezelfde redenen als hiervoor opgesomd. Elke wijziging in het tarief is zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk, te overzien. Waar nu nog verschillende factoren in het overzicht dubieus zijn, achten Burg. en Weth. het zeker ongewenscht deze nog met één te vermeerderen. Zooals uit meerbedeold overzicht kan blijken, wenschen Burg. en Weth. het aantal op de hoofdsom van deze belasting te heffen opcenten te stellen op 110, zijnde het thans geheven aantal (60) ver hoogd met dat wat de Provincie thans heft, De bevoegdheid tot heffing van deze opcenten door de Provincie vervalt ingevolge art. 33 der Wet. Behalve deze opcenten worden thans door het Rijk, ten behoeve van het Lee- ningfonds 1914, nog op deze belasting geheven: 80 opcenten op de hoofdsom der belasting voor den 4en en 5en grond slag (paarden en motorrijtuigen) en 10 resp. 20 opcenten op de hoofdsom der belasting voor den len grondslag (huur waarde). Deze opcenten mogen door de Ge meente niet als zoodanig worden gehe ven, aangezien dit in strijd is mei het bepaalde bij art. 247 eerste lid der Ge meentewet. Zou men in de toekomst de belastingbedragen voor de belastingbe talers gelijk willen houden aan die van thans, dan zou dit moeten gevonden worden door wijziging van de tarieven voor deze grondslagen. Waar Je op brengst van deze opcenten, zooals blijkt uit het overzicht betrekkelijk gering is, meenen Burg. en Weth, echter dat deze Dinsdag 27 Mei, Barometerstanden, Hoogste: 700.5 te Yardoe. Laagste: 734.7 te Seydisl'joii'd. Thermometer. Hoogste en laagste temperatuur van gistermiddag lot hedenmiddag 12 uur: Hoogste58 gr. Laagste: 53 gr. Weersverwachting van het K. N- M. I.: Meest zwakke Z.-O. tot Z.-WI. wi'nd. Be- kjokken. tol zwaar bewolkit. Weinig of geen xeigen. Weinig verandering in tem peratuur. Woensdag 28 Mei. Zon op: 4.50; onder 9.05. Licht aansteken alle rijwielen, motor rijtuigen en andere rij- en voertuigen 9,35. Maan op 3.32 v.m.; onder 10.00 n.m. Nieuwe maan "28 Mei. HOOGWATER VLISSINGEN, Z o m e r t ij d. Woensdag 28 Mei 2.02 14 28 Donderdag 29 2 40 15 08 Vrijdag 30 3 22 15 49 Zaterdag 31 4.08 S 16 33 ZoDdag 1 Juni 5 02 17 23 Maandag 2 5.59 18 20 Dinsdag 3 6 59 19.20 extra-heffing achterwege kan worden gelaten. De gemeentefondsbelasting zal wor den geheven als een Rijksbelasting tot vorming van een „Gemeentefonds", uit welk fonds aan de gemeenten worden uitgekeerd: a. een aandeel in de jaarwedden van Burgemeester en Secretaris; b. een bedrag per inwoner. Deze nieuwe belasting komt, met hare opcenten, voor de belastingplichtigen in de plaats van de tegenwoordige ge meentelijke inkomstenbelasting Hoewel deze 'belasting] erin Rijksbelas ting is, heeft dei .gemeente op de hef fing hiervan indirect invloed, doordal in art. 14 is. 'bepaald, dat zij1 zich bijl (veror dening 'kan indeelen in een: der drie. in dat artikel aangegeven klassen. .Stelt een gemeente te dezer zakte géén verordening: vast, dan wordt ze geacht te behooren tot de le klasse. Indeeling in de 2e of 3e klasse hee/ft voer de belastingbetalers deze beteelktenis, dat de belastbare inkomens vóór de toepassing ,van het in a,rt. 15 'bepaalde tarief, wor den verhoogd met f 100 resp. f 200. Voor de gemeente treeft het dit voor deel, dat het 'belastingbedrag, dat als gevolg va;n deze rangschikking meer wordt opgebracht, rechtstreeks aan cle gemeente wordt uitgekeerd. Aangezien bij indeeling in een hoogere klasse juist de laagste inkomens zwaarder zouden worden 'belast dan thans, ter wijl b'ij indeeling in de le klasse, ajtlfi in'komens, behalve de allerhoogste, wor den verlicht, meenen B. en W., dat in deeling: der gemeente in de le klasse de voorkeur verdient, zoodat indien de Raad hiermede acccoord gaat, le dezer zake ig|een afzonderlijke verordening be hoeft le worden vastgesteld. Aan de gemeenten is bevoegdheid toe- giekend lol heffing van opcenten op de gemeenliefondsbelasting. Het aantal dezer opcenten mag', zooals hiervoor reeds werd opgemerkt, niet hooger dan tot 80 wor den opgevoerd, behoudens in zeer bij zondere gevallen. Zooals uit het o,verzicht Wijkt, zullen wanneer de Gemeente het 'berekende mi- VEE- EN VLEESCHPRIJZEN. De vakbladen op het gebied van den vee- en vleeschhandel klagen steen en been den laatsten tijd. Zoo lezen wij in het „Weekoverzicht" van de „Slagers courant", van 23 Mei j.l, „Waar moet het been? Uit verschil lende plaatsen berijkt ons het bericht van weer hoogere prijzen voor het rund- vleesch. De groote aanvoeren Deensch vleesch vermogen niet de rundvleesc.i- priizen zoodanig te drukken, dat verla ging van het. Hollandsch vee en vleesch mogelijk is. Als we nu daar bij nog bc schouwen de ver- en invoerverboden van vee voor verschillende districten, door den Minister afgekondigd in ver band met de vele gevallen van mond- en klauwzeer, die zich hier en daar voor doen. dan kunnen we niet anders dan den toestand somber inzien en we ver wachten eerder nog hoogere, dan lagere prijzen. Dat ook rele organisators er zoo over denken, wordt bewezen door het feit dat van verschillende kanten berichten binnen komen dat tot verhooging van de vleeschprijzen is overgegaan of overge gaan zal worden. 't Is dan ook, zoo ooit nu broodnoodig hieraan de volle aandacht te besteden," Men heeft ons van bevoegde zijde ver zekerd, dat aan den overal in den lande opkomenden drang naar verhooging der vleeschprijzen ook in Middelburg wel niet te ontkomen zal zijn: reeds zijn ver schillende plaatsen in ons land noodge dwongen op dit pad voorgegaan. PARTICULIERE BOUWERS TEGEN BQUWVEREENIGINGEN. Naar het Vad. verneemt hebben de Vereenigingen Het Eigendomsrecht, Am- stels Bouwvereeniging en de Ver, tot Behartiging van de Belangen der Huis eigenaren, allen te Amsterdam, aan de Kroon verzocht schorsing en vernieti ging der vier door Ged. Staten van Noord-Holland, goedgekeurde garantiebe- sluiten van den Gemeenteraad van Amsterdam, betreffende leeningen voor woningbouwvereenigingen. EEN KNOOPENFABRIEK VOOR DE ZUIDERZEEVISSCHERS. Vorige week heeft te Bunschoten de ofhcieele opening plaats gehad van de als uitvloeisel van de Zuiderzeesteunwet gestichte fabriek, ten behoeve van de Zuiderzeegemeenten, Het woord werd o.m. gevoerd door den burgemeester van Bunschoten en den commissaris der Koningin in de provincie Utrecht. Na afloop van de openingsplechtig heid werd een rondgang gemaakt door de nieuwe fabriek, die reeds in werking is en luistert naar den naam N.V. Holland- sche Knoopenfabriek. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG Regeling Gemeentebelastingen in verband met gewijzigde financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten, Burgemeester e,n Wethouders wijzen ei- den Raad op dat als ig|evolg vap ihfctjtu 1931 in werking, treden der „Wet houden de herziening van de financieele ver houding tusschen R ijk1 en gemeen ten" vóór het jaar 1931 het 'beljas'tingisitieJl'siel van de gemeente aan jeen herziening dient te onderwerpen. Aa,njgezien de vervallen on de nieuw In te voeren 'belastingen ten na,uwsl|e verband houden met de, andere uil'keerin- door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 51. De directeur strekte de handen uit, terwijl hij uitriep: „O, er komen hier van allerlei heeren! De eene bezoeker beveelt mijn zaak aan bij zijn vrienden, die dan op hun beurt eens komen kijken en zoo gaat het voort. Ik meen me te herinneren, dat hier in derdaad van avond een Chineesch heer is geweest, maar precies heb ik er niet op gelet. Daarvoor was het te druk." Ik betaalde mijn vertering en ging weer heen. De portier opende de deur voor mij, gereed om een auto te roepen. Hij keek mij een beetje nieuwsgierig aan. Er viel niet ,aan te twijfelen of hij had gezien hoe ik gepoogd had Delora te spreken te krijgen. Ik haalde een halve souvereign voor den dag en zeide: „Zeg eens, zou je dit graag willen ver dienen?" Het was een Duitscher met een dik, bleek gelaat en een blonden snor. Zijn kleine oogen schenen nog kleiner te worden, toen hij het geldstuk zag, en met een buiging riep hij uit „O, mijnheer „Wie was dan die Chinees met die prachtauto?" gen, die de gemeente ingevolge de 'bo venaangehaalde vel zal ontvangen, héb1- ben B. en W. gemeend den Raad het meest te dienen door een vqllediigj over zicht le geven van [d!e thans beslaande, bel- laslingen en ui tiktee r imgen mét daarnaast de, volgens hunne zienswijze, in de, toe komst te heffen belastingen en de nieu we R i.j'k'suil keeringen, voor zoover deze als gevolg van vorenbedoelde Wet, wijl- ziglinig moeten of 'kunnen ondergaan. Het overzicht" is zooidanjilg ingericht, dat daaruit tevens zoo juist mogelijk 'blijkt welke verschillen in de belastingheffiing voor de 'belastingplichtigen als gethedl zullen onLstaan. Aan de hand van dit overzicht 'bei- ispreken B. en W. achtereenvolgens de versehillende uiükteerin)g|en en belastingen, waarna zij tenslotte een résumé geven van de, naar hun oordeel, le nemjeai 'besluiten. Die uilkeerinjg in jaarwedden Bui-gé- meester en secretaris, voorheen bepaald voor deze igeméente op 25 p|Ct. van hel totaal der jaarwedden niet een maximum van f 600 isi gewijzigd in 75 pCt. v,an dat totaal, met een maximum van f 3000. Voor deze gemeente nxoet dus; laats t- vermeld maximum worden aangehouden. Die in art. 4 der wet bedoelde uii(- 'kieeringj per inwoner uit het Genieeinter tot op heden voior deze: gemeente, inge volge de wet van 24 Mei 1897, 'bepiaaïd op f 3.24 is thans nog met een' nnoigel- lijk'heid te 'berekenen, daar zij moet wor den vastgesteld door den Minister van Financiën, met medewerking van den mi nister van Binncnlandsche Zakten en Landbouw, nadat alle daarvoor benoo- digde gegeven», (o.a. de door de Gemeen ten ingezonden opgaven betreffende de 'kosten voor politie, onderwijs en armen zorg] over de jaren 1926 tot en met 1928) definitief vaststaan. Op de vaststelling van dit bedrag zal met de herziening van het belastingstel sel. niet kunnen worden gewacht daar zij, in verband met de verschillende in de wet gestelde termijnen, zeker eerst belangrijk later dan 1 Sepil. 1930 kan plaats hebben. Teneinde echter reeds nu een over zicht ile kunnen' geven hebben B. en W. doen berekenen welke uilkeering de ge meerde volgens de thans bekend zijnde gegevens als minimum volgens aft. 6 dei- wet zal ontvangen- Zij merken hierbij volledigheidshalve (Ingez. Med.) Zijn armen wijd uitspreidende ant woordde hij bijna pathetisch: „Hoe zou ik dat weten! Ik weet alleen, dat hij hier vanavond in een cabinet particulier heeft gedineerd". Een cabinet particulier! Dat was in ieder geval reeds iets. „Je weet misschien niet hoe hij heette •en waar hij vandaan kwam De man schudde ontkennend het hoofd, terwijl hij zenuwachtig naar bin nen keek. „Maar dan die andere heer?" vroeg ik. „Ik weet niet boe hij heet, mijnheer", verklaarde de portier uitdrukkelijk. „Hij is hier een paar maal geweest, maar steeds zonder gezelschap'. Ik stak den halven sovereign weer in mijn zak en haalde een heelen voor den dag. De portier strekte gretig er de hand naar uit, doch liet deze onmiddellijk weer zakken. Hij wees in de richting van de straat. De klapdeur, die toegang ver leende tot het restaurant bleef wel ge sloten, maar over den rand van het smoe zelige vitrage, dat de ramen ter halver hoogte bedekte, kon ik het gelaat van den directeur naar buiten zien kijken. „De tweede straat aan uw linkerhand", was het eenige dat de portier nu tot mij zeide. „En als je nu liever vijf inplaats van één sovereign wilt hebben", zeide ik achteloos, „mijn naam is kapitein Ro- therby en ik logeer op het oogenblik in het Claridge hotel". Ik ging w»eg, terwijl hij mij nakeek Op den hoek keek ik nog eens om. De eige naar en de portier stonden met elkaar op het trottoir te praten. HOOFDSTUK XXV. Den volgenden avond dineerde ik al leen met mijn broeder. Voor zijn doen was bij in een buitengewoou goede stem ming. Hij praatte met meer opgewekt heid dan gewoonlijk over de dingen van den dag en was een onderhoudend ta felgenoot. Toen het middagmaal ten einde liep, vroeg ik hem: „Zeg, Ralph, hoe moet ik het aanleggen om den Chineeschen gezant te ont moeten?" Hij keek mij een oogenblik met eenige verbazing aan, maar toen hij be greep dat het mij ernst was, antwoord de hij „Nu, ik vermoed wel op een of andere diplomatieke receptie. Hij staat nog al op goeden voet met Freddy. Waarom zou je dien niet eens opbellen en het hem vragen?" „Ja, dat zullen we hebben na het diner", antwoordde ik. „Vanwaar in tusschen die onverwachte belangstelling in Oostersche zaken?" „Ja gek genoeg staat liet in verband met die Delora's" antwoordde ik. ,,Ik heb vandaag een visite bij ze gemaakt, doch enkel de nicht aangetroffen. Ik zag Delora zelf later in gezelschap van een Chinees, die, als ik het wel heb, de Chi- neesche gezant is," „En hoe ziet het nichtje er uit?" „Allerbekoorlijkst!" antwoordde ik. heb tante Mary geschreven baar op Feitham te logeeren te vragen. Het schijnt intusschen geweldig moeilijk te zijn dien Delora te pakken te krijgen." „Zoo, zoo, heb je tante Mary al ge schreven?" merkte Ralph met ietwat guitigs in zijn blik, welken hij naar mij wierp. Austen, ik geloof dat je verliefd bent op dat meisje." „Dat geloof ik ook", erkende ik onver stoorbaar. „Dat zou jij ook zijn, als je haar kende." Ralph sloot even zijn oogen. Het was dan ook een tamelijk onhandig gezegde van mij tegenover hem „Maar in ernst, Austen", vervolgde hij na enkele oogenblikken, „heb je er wer kelijk wel eens aan gedacht te trouwen?" „In allen ernst, Ralph", antwoordde ik, „niet vóór ik Felicia Delora heb gez.cn." „Felicia Delora herhaalde mijn broe der. „Het is in ieder geval een aardige naam. Het zou misschien zoo kwaad nog niet zijn als ik haar zelf eens op zocht." „Wacht daar nog een paar dagen mede, Ralph", verzocht ik. „Zij is een beetje zenuwachtig, nu haar oom haar schijnt te verwaarloozen ter wille van een of andere gewichtige onderneming." „Maar is het je wezenlijk ernst daar mee? vroeg mijn broeder. „Het is toch vrij natuurlijk", antwoord de ik. „Het is werkelijk een zaak van groot gewicht", ging Ralph ernstig voort. „Re kening houdend met mijn invaliditeit en verschillende gebeurtenissen, waarop we niet dieper behoeven in te gaan, kunnen wij toch wel als zeker aannemen, dat ik niet de minste kans heb een directen erfgenaam achter te laten. Wij moeten een weinig rekening houden met de toe komst, Austen, en zoo mogen wij gerust als vaststaand aannemen, dat tusschen nu en over tien jaar het oogenblik komt, dat je mijn plaats zult moeten innemen. Ik wil alleen de hoop uitspreken, dat je den boel er niet doorbrengt." „Zeg niet zulk een onzin, Ralph!" riep ik uit. ,,'t Is geen onzin", verklaarde hij op beslisten toon, „Ga maar eens met mijn dokter praten, als je mij niet gelooft. In tusschen was het plan niet om van avond die zaak ter sprake te brengen. Maar ik kwam er op, toen je over dat meisje sprak. Ik wil je wel verklaren, dat ik natuurlijk mijn plichten niet uit het oog heb verloren. Met je twee duizend pond per jaar kun je als ongetrouwd man vrij goed rondkomen, maar je bent nu de vermoedelijke erfgenaam van de titel en als je trouwplannen hebt, dan staan de Fakenhamgoederen en bet huis tot je be schikking. Zij brengen tusschen de zes en zeven duizend pond per jaar op, zeker niet minder." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5