OMTWEE PANTSERKRUISERS
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE
MIDDELBURGSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 MEI 193 0. No. 12 4.
WEERBERICHT etc.
BINNENLAND.
op, dat een wijziging der wat aanhangig
is, die reeds door de Tweelde Kamer
's aangenomen waarbij wordt voorge
steld in art. 4 letter e „151 Dec. 1927"
te vèrvangen door „i Januari 1931" en
in art. 6, 2e lid 2 maal j,1931" lever-
vangen door „1928".
Deze wijziging die door de Regeering
is voorgesteld om de (gemeenten, welke
juist in de laatste jaren sterk in inwoner-
aardal zijn toegenomen, niet in een on
gunstige positie te plaatsen, zal even
tueel voor Middelburg, dat de laatste ja
ren eenïgszins in inwonertal is achter
uitgegaan, een omgekeerde uitwerking
hebben. De uilkeering per inwoner toch
zal iets kleiner worden, hoeveel is on
mogelijk te berekenen en het in art. 6
gegarandeerde minimum zal eveneens
delen. Daar echter volgens de' voorloo-
p'ige berekening van de Regeering, ge
maakt tijdens de behandelingl van het
Wetsontwerp in de S l a len - Gen er aalde
gemeente rond 1283.000 zal omvangen,
uus vrij belangrijk meer dan het thans
door R. en W. berekende minimum, zal
de bedoelde wetswijziging voor zoo
ver kan worden nagegaan, voor deze ge
meente van weinig invloed zijn.
lu liét overzicht is niettemin afzon
derlijk' met het door B. en W|. bereikende
minimum rekening gehouden, aangezien
het bedrag der regeerinig werd berekend
aan de hand van voorloopiige cijfers van
de gemeentebesturen, zoodat het hen min
of meer gevaarlijk lijkt hierop een over
zicht te baseeren.
Zijn de op juist gegevens berustende
cijfers der Regeering eenmaal bekend,
en de Minister van Financiën beeft in de
Staten Generaal toegezegd zoo spoedig
mogelijk (vermoedelijk eind Juni of be
gin Juli) voorloopige berekeningen te
zullen doen maken, dan kar hiermede
verder rekening worden gehouden.
Het maximunr aantal opcenten op; de
hoofdsom der grondbelasting, dat door
de gemeenten mag geheven worden,
bleef bepaald op 80 voor die op de ge
bouwde en op 20 voor die op de onge
bouwde eigendommen,
Echtei moet bij de bepaling van dit
aantal ekening worden gehouden met
art, 22 der Wet, waar is bepaald dat het
aantal opcenten op de fi ndsbelashng in
geen geval hooger mag zijn dan het aan
tal opcenten, geheven op de hooflsom
der gron Jbelasting voor üe gebouwde
eigendommen. Zoodra dus zou b'ijken,
dat, om de begrooting sluitend te krijgen,
meer dan 40 opcenten op de fondsbelas
ting moeten worden gelieven, zou het
danta' opcenten op de grondbelasting
voor de gebouwde eigendommen, dat
voor deze Gemeente thans 40 bedr.-.agt,
eerst moeten worden opgevoerd
Bovendien moet rekening worden ge
houden met art 247, ecste lid, der Ge
meentewet, waarin is bepaald, ..at het
aantal opcenten op de hoofdsom der
personeele belasting eeist tot bo/en 80
mag worden geheven, indien de opeen sen
op dt hoofdsom der giondbelastmo
dus zoowel voor de gebouwde als voer
de ongebouwde eigendommen tot de
wettelijke maxima zijn opgevoerd.
Daar heffing van een hooger aantal
opcenten dan 80 op de hoofdsom der
personeele belasting, zooals hierna zal
blijken, noodzakelijk zal zijn, moeten ook
de opcenten op de hoofdsom der grond
belasting worden gebracht op het dub
bele aantal van thans, dus op 80 voor
de gebouwde en 20 voor de ongebouwde
eigendommen.
liet aantal opcenten op de hoofdsom
der Vermogensbelasting, dat de Gemeen
ten als maximum mogen heffen is terug
gebracht van 100 op 50, in verband met
het feit, dat het Rijk in de toekomst 50
opcenten op deze belasting gaat heffen,
teneinde de opbrengst hiervan te gebrui
ken als inkomsten voor het te vormen
gemeentefonds.
Aangezien thans de Gemeente 50 op
centen beft, hebben B. en W, genieend
te moeten voorstellen de gemeentelijke
opcenten op deze belasting te laten ver
vallen, opdat de belastingdruk voor
deze belasting in evenwicht blijft.
De personeele belasting, thans nog
Rijksbelasting, blijft na 1 Januari 1931
als een gemeentelijke belasting bestaan,
met dien verstande, dat de Rijksadmini
stratie deze belasting blijft heffen en in
vorderen geheel ten bate van de ge
meenten. Deze laatste echter verkrijgen
ten aanzien van deze belasting groote
bevoegdheden.
Krachtens het bepaalde in art. 30 der
Wet toch, kunnen de gemeenten ieder
voor zich andere tarieven vaststellen op
de verschillende grondslagen; kunnen zij
bepalen, dat voor één of meer der grond
slagen/ mobilair, dienstboden, paarden,
pleiziervaartuigen en biljarten geen be
lasting verschuldigd is, en moeten zij
zichzelve indeelen in een klasse, als be
doeld in het gewijzigde art. 5 par. 1 der
Wet op de personeele belasting.
De bevoegdheid tot opcentenheffjng
op deze belasting is ongewijzigd ge
bleven.
De Raad zal dus moeten beslissen
over
a. de classificatie der gemeente,
b eventueele wijziging in de tarieven,
c. het aantal te heffen opcenten
De Gemeente is thans ingedeeld in de
5e klasse van de bij de ongewijzigde
Wet op de personeele belasting behoo-
rende tabel.
Wijziging hierin komt burg. en xveth
niet gewenscht voor, omdat de finan-
ciëele gevolgen, die hieruit voor de ge
meente zouden voortvloeien niet zijn te
O verzien. De opbrengst in hoofdsom én
in opcenten toch zou, bij indeeling in
een numeriek lagere klasse, vrij belang
rijk lager zijn. Indeeling der gemeente in
een, numeriek' hoogere klasse, waardooir
de opbrengst dezer belasting zou stijgen
komt hen, ook in verband met de an
dere cijfers van het overzicht, onnoodig
voor.
Ook meenen burg. en weth., dat voor het
indeelen in een bepaald gedeelte der
Gemeente in een andere klasse, waar
toe de Raad eVeneens de bevoegdheid
heeft verkregen, geen redenen zijn aan
te wijzen.
Wijziging in de tarieven komt Burg.
en Weth. eveneens onnoodig voor en
bovendien ongewenscht om dezelfde
redenen als hiervoor opgesomd. Elke
wijziging in het tarief is zeer moeilijk,
zoo niet onmogelijk, te overzien.
Waar nu nog verschillende factoren in
het overzicht dubieus zijn, achten Burg.
en Weth. het zeker ongewenscht deze
nog met één te vermeerderen.
Zooals uit meerbedeold overzicht kan
blijken, wenschen Burg. en Weth. het
aantal op de hoofdsom van deze belasting
te heffen opcenten te stellen op 110,
zijnde het thans geheven aantal (60) ver
hoogd met dat wat de Provincie thans
heft, De bevoegdheid tot heffing van
deze opcenten door de Provincie vervalt
ingevolge art. 33 der Wet.
Behalve deze opcenten worden thans
door het Rijk, ten behoeve van het Lee-
ningfonds 1914, nog op deze belasting
geheven: 80 opcenten op de hoofdsom
der belasting voor den 4en en 5en grond
slag (paarden en motorrijtuigen) en 10
resp. 20 opcenten op de hoofdsom der
belasting voor den len grondslag (huur
waarde).
Deze opcenten mogen door de Ge
meente niet als zoodanig worden gehe
ven, aangezien dit in strijd is mei het
bepaalde bij art. 247 eerste lid der Ge
meentewet. Zou men in de toekomst de
belastingbedragen voor de belastingbe
talers gelijk willen houden aan die van
thans, dan zou dit moeten gevonden
worden door wijziging van de tarieven
voor deze grondslagen. Waar Je op
brengst van deze opcenten, zooals blijkt
uit het overzicht betrekkelijk gering is,
meenen Burg. en Weth, echter dat deze
Dinsdag 27 Mei,
Barometerstanden,
Hoogste: 700.5 te Yardoe.
Laagste: 734.7 te Seydisl'joii'd.
Thermometer.
Hoogste en laagste temperatuur van
gistermiddag lot hedenmiddag 12 uur:
Hoogste58 gr.
Laagste: 53 gr.
Weersverwachting van het K. N- M. I.:
Meest zwakke Z.-O. tot Z.-WI. wi'nd. Be-
kjokken. tol zwaar bewolkit. Weinig of
geen xeigen. Weinig verandering in tem
peratuur.
Woensdag 28 Mei.
Zon op: 4.50; onder 9.05.
Licht aansteken alle rijwielen, motor
rijtuigen en andere rij- en voertuigen
9,35.
Maan op 3.32 v.m.; onder 10.00 n.m.
Nieuwe maan "28 Mei.
HOOGWATER VLISSINGEN,
Z o m e r t ij d.
Woensdag 28 Mei 2.02 14 28
Donderdag 29 2 40 15 08
Vrijdag 30 3 22 15 49
Zaterdag 31 4.08 S 16 33
ZoDdag 1 Juni 5 02 17 23
Maandag 2 5.59 18 20
Dinsdag 3 6 59 19.20
extra-heffing achterwege kan worden
gelaten.
De gemeentefondsbelasting zal wor
den geheven als een Rijksbelasting tot
vorming van een „Gemeentefonds", uit
welk fonds aan de gemeenten worden
uitgekeerd:
a. een aandeel in de jaarwedden van
Burgemeester en Secretaris;
b. een bedrag per inwoner.
Deze nieuwe belasting komt, met hare
opcenten, voor de belastingplichtigen
in de plaats van de tegenwoordige ge
meentelijke inkomstenbelasting
Hoewel deze 'belasting] erin Rijksbelas
ting is, heeft dei .gemeente op de hef
fing hiervan indirect invloed, doordal in
art. 14 is. 'bepaald, dat zij1 zich bijl (veror
dening 'kan indeelen in een: der drie. in
dat artikel aangegeven klassen.
.Stelt een gemeente te dezer zakte géén
verordening: vast, dan wordt ze geacht
te behooren tot de le klasse. Indeeling
in de 2e of 3e klasse hee/ft voer de
belastingbetalers deze beteelktenis, dat de
belastbare inkomens vóór de toepassing
,van het in a,rt. 15 'bepaalde tarief, wor
den verhoogd met f 100 resp. f 200.
Voor de gemeente treeft het dit voor
deel, dat het 'belastingbedrag, dat als
gevolg va;n deze rangschikking meer
wordt opgebracht, rechtstreeks aan cle
gemeente wordt uitgekeerd.
Aangezien bij indeeling in een hoogere
klasse juist de laagste inkomens zwaarder
zouden worden 'belast dan thans, ter
wijl b'ij indeeling in de le klasse, ajtlfi
in'komens, behalve de allerhoogste, wor
den verlicht, meenen B. en W., dat in
deeling: der gemeente in de le klasse
de voorkeur verdient, zoodat indien de
Raad hiermede acccoord gaat, le dezer
zake ig|een afzonderlijke verordening be
hoeft le worden vastgesteld.
Aan de gemeenten is bevoegdheid toe-
giekend lol heffing van opcenten op de
gemeenliefondsbelasting. Het aantal dezer
opcenten mag', zooals hiervoor reeds werd
opgemerkt, niet hooger dan tot 80 wor
den opgevoerd, behoudens in zeer bij
zondere gevallen.
Zooals uit het o,verzicht Wijkt, zullen
wanneer de Gemeente het 'berekende mi-
VEE- EN VLEESCHPRIJZEN.
De vakbladen op het gebied van den
vee- en vleeschhandel klagen steen en
been den laatsten tijd. Zoo lezen wij in
het „Weekoverzicht" van de „Slagers
courant", van 23 Mei j.l,
„Waar moet het been? Uit verschil
lende plaatsen berijkt ons het bericht van
weer hoogere prijzen voor het rund-
vleesch. De groote aanvoeren Deensch
vleesch vermogen niet de rundvleesc.i-
priizen zoodanig te drukken, dat verla
ging van het. Hollandsch vee en vleesch
mogelijk is. Als we nu daar bij nog bc
schouwen de ver- en invoerverboden
van vee voor verschillende districten,
door den Minister afgekondigd in ver
band met de vele gevallen van mond- en
klauwzeer, die zich hier en daar voor
doen. dan kunnen we niet anders dan
den toestand somber inzien en we ver
wachten eerder nog hoogere, dan
lagere prijzen.
Dat ook rele organisators er zoo over
denken, wordt bewezen door het feit
dat van verschillende kanten berichten
binnen komen dat tot verhooging van de
vleeschprijzen is overgegaan of overge
gaan zal worden.
't Is dan ook, zoo ooit nu broodnoodig
hieraan de volle aandacht te besteden,"
Men heeft ons van bevoegde zijde ver
zekerd, dat aan den overal in den lande
opkomenden drang naar verhooging der
vleeschprijzen ook in Middelburg wel
niet te ontkomen zal zijn: reeds zijn ver
schillende plaatsen in ons land noodge
dwongen op dit pad voorgegaan.
PARTICULIERE BOUWERS TEGEN
BQUWVEREENIGINGEN.
Naar het Vad. verneemt hebben de
Vereenigingen Het Eigendomsrecht, Am-
stels Bouwvereeniging en de Ver, tot
Behartiging van de Belangen der Huis
eigenaren, allen te Amsterdam, aan de
Kroon verzocht schorsing en vernieti
ging der vier door Ged. Staten van
Noord-Holland, goedgekeurde garantiebe-
sluiten van den Gemeenteraad van
Amsterdam, betreffende leeningen voor
woningbouwvereenigingen.
EEN KNOOPENFABRIEK VOOR DE
ZUIDERZEEVISSCHERS.
Vorige week heeft te Bunschoten de
ofhcieele opening plaats gehad van de
als uitvloeisel van de Zuiderzeesteunwet
gestichte fabriek, ten behoeve van de
Zuiderzeegemeenten,
Het woord werd o.m. gevoerd door
den burgemeester van Bunschoten en den
commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht.
Na afloop van de openingsplechtig
heid werd een rondgang gemaakt door de
nieuwe fabriek, die reeds in werking is
en luistert naar den naam N.V. Holland-
sche Knoopenfabriek.
STUKKEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG
Regeling Gemeentebelastingen
in verband met gewijzigde
financieele verhouding tusschen
Rijk en Gemeenten,
Burgemeester e,n Wethouders wijzen
ei- den Raad op dat als ig|evolg vap ihfctjtu
1931 in werking, treden der „Wet houden
de herziening van de financieele ver
houding tusschen R ijk1 en gemeen ten"
vóór het jaar 1931 het 'beljas'tingisitieJl'siel
van de gemeente aan jeen herziening
dient te onderwerpen.
Aa,njgezien de vervallen on de nieuw
In te voeren 'belastingen ten na,uwsl|e
verband houden met de, andere uil'keerin-
door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
51.
De directeur strekte de handen uit,
terwijl hij uitriep:
„O, er komen hier van allerlei heeren!
De eene bezoeker beveelt mijn zaak aan
bij zijn vrienden, die dan op hun beurt
eens komen kijken en zoo gaat het voort.
Ik meen me te herinneren, dat hier in
derdaad van avond een Chineesch heer
is geweest, maar precies heb ik er niet
op gelet. Daarvoor was het te druk."
Ik betaalde mijn vertering en ging
weer heen. De portier opende de deur
voor mij, gereed om een auto te roepen.
Hij keek mij een beetje nieuwsgierig aan.
Er viel niet ,aan te twijfelen of hij had
gezien hoe ik gepoogd had Delora te
spreken te krijgen. Ik haalde een halve
souvereign voor den dag en zeide:
„Zeg eens, zou je dit graag willen ver
dienen?"
Het was een Duitscher met een dik,
bleek gelaat en een blonden snor. Zijn
kleine oogen schenen nog kleiner te
worden, toen hij het geldstuk zag, en met
een buiging riep hij uit „O, mijnheer
„Wie was dan die Chinees met die
prachtauto?"
gen, die de gemeente ingevolge de 'bo
venaangehaalde vel zal ontvangen, héb1-
ben B. en W. gemeend den Raad het
meest te dienen door een vqllediigj over
zicht le geven van [d!e thans beslaande, bel-
laslingen en ui tiktee r imgen mét daarnaast
de, volgens hunne zienswijze, in de, toe
komst te heffen belastingen en de nieu
we R i.j'k'suil keeringen, voor zoover deze
als gevolg van vorenbedoelde Wet, wijl-
ziglinig moeten of 'kunnen ondergaan.
Het overzicht" is zooidanjilg ingericht, dat
daaruit tevens zoo juist mogelijk 'blijkt
welke verschillen in de belastingheffiing
voor de 'belastingplichtigen als gethedl
zullen onLstaan.
Aan de hand van dit overzicht 'bei-
ispreken B. en W. achtereenvolgens de
versehillende uiükteerin)g|en en belastingen,
waarna zij tenslotte een résumé geven
van de, naar hun oordeel, le nemjeai
'besluiten.
Die uilkeerinjg in jaarwedden Bui-gé-
meester en secretaris, voorheen bepaald
voor deze igeméente op 25 p|Ct. van hel
totaal der jaarwedden niet een maximum
van f 600 isi gewijzigd in 75 pCt. v,an
dat totaal, met een maximum van f 3000.
Voor deze gemeente nxoet dus; laats t-
vermeld maximum worden aangehouden.
Die in art. 4 der wet bedoelde uii(-
'kieeringj per inwoner uit het Genieeinter
tot op heden voior deze: gemeente, inge
volge de wet van 24 Mei 1897, 'bepiaaïd
op f 3.24 is thans nog met een' nnoigel-
lijk'heid te 'berekenen, daar zij moet wor
den vastgesteld door den Minister van
Financiën, met medewerking van den mi
nister van Binncnlandsche Zakten en
Landbouw, nadat alle daarvoor benoo-
digde gegeven», (o.a. de door de Gemeen
ten ingezonden opgaven betreffende de
'kosten voor politie, onderwijs en armen
zorg] over de jaren 1926 tot en met
1928) definitief vaststaan.
Op de vaststelling van dit bedrag zal
met de herziening van het belastingstel
sel. niet kunnen worden gewacht daar
zij, in verband met de verschillende in
de wet gestelde termijnen, zeker eerst
belangrijk later dan 1 Sepil. 1930 kan
plaats hebben.
Teneinde echter reeds nu een over
zicht ile kunnen' geven hebben B. en W.
doen berekenen welke uilkeering de ge
meerde volgens de thans bekend zijnde
gegevens als minimum volgens aft. 6 dei-
wet zal ontvangen-
Zij merken hierbij volledigheidshalve
(Ingez. Med.)
Zijn armen wijd uitspreidende ant
woordde hij bijna pathetisch: „Hoe zou
ik dat weten! Ik weet alleen, dat hij hier
vanavond in een cabinet particulier heeft
gedineerd".
Een cabinet particulier! Dat was in
ieder geval reeds iets.
„Je weet misschien niet hoe hij heette
•en waar hij vandaan kwam
De man schudde ontkennend het
hoofd, terwijl hij zenuwachtig naar bin
nen keek.
„Maar dan die andere heer?" vroeg ik.
„Ik weet niet boe hij heet, mijnheer",
verklaarde de portier uitdrukkelijk. „Hij
is hier een paar maal geweest, maar
steeds zonder gezelschap'.
Ik stak den halven sovereign weer in
mijn zak en haalde een heelen voor den
dag. De portier strekte gretig er de
hand naar uit, doch liet deze onmiddellijk
weer zakken. Hij wees in de richting van
de straat. De klapdeur, die toegang ver
leende tot het restaurant bleef wel ge
sloten, maar over den rand van het smoe
zelige vitrage, dat de ramen ter halver
hoogte bedekte, kon ik het gelaat van
den directeur naar buiten zien kijken.
„De tweede straat aan uw linkerhand",
was het eenige dat de portier nu tot mij
zeide.
„En als je nu liever vijf inplaats van
één sovereign wilt hebben", zeide ik
achteloos, „mijn naam is kapitein Ro-
therby en ik logeer op het oogenblik in
het Claridge hotel".
Ik ging w»eg, terwijl hij mij nakeek Op
den hoek keek ik nog eens om. De eige
naar en de portier stonden met elkaar
op het trottoir te praten.
HOOFDSTUK XXV.
Den volgenden avond dineerde ik al
leen met mijn broeder. Voor zijn doen
was bij in een buitengewoou goede stem
ming. Hij praatte met meer opgewekt
heid dan gewoonlijk over de dingen van
den dag en was een onderhoudend ta
felgenoot. Toen het middagmaal ten
einde liep, vroeg ik hem:
„Zeg, Ralph, hoe moet ik het aanleggen
om den Chineeschen gezant te ont
moeten?"
Hij keek mij een oogenblik met
eenige verbazing aan, maar toen hij be
greep dat het mij ernst was, antwoord
de hij
„Nu, ik vermoed wel op een of andere
diplomatieke receptie. Hij staat nog al
op goeden voet met Freddy. Waarom zou
je dien niet eens opbellen en het hem
vragen?"
„Ja, dat zullen we hebben na het
diner", antwoordde ik.
„Vanwaar in tusschen die onverwachte
belangstelling in Oostersche zaken?"
„Ja gek genoeg staat liet in verband
met die Delora's" antwoordde ik. ,,Ik
heb vandaag een visite bij ze gemaakt,
doch enkel de nicht aangetroffen. Ik zag
Delora zelf later in gezelschap van een
Chinees, die, als ik het wel heb, de Chi-
neesche gezant is,"
„En hoe ziet het nichtje er uit?"
„Allerbekoorlijkst!" antwoordde ik.
heb tante Mary geschreven baar op
Feitham te logeeren te vragen. Het schijnt
intusschen geweldig moeilijk te zijn dien
Delora te pakken te krijgen."
„Zoo, zoo, heb je tante Mary al ge
schreven?" merkte Ralph met ietwat
guitigs in zijn blik, welken hij naar mij
wierp. Austen, ik geloof dat je verliefd
bent op dat meisje."
„Dat geloof ik ook", erkende ik onver
stoorbaar. „Dat zou jij ook zijn, als je
haar kende."
Ralph sloot even zijn oogen. Het was
dan ook een tamelijk onhandig gezegde
van mij tegenover hem
„Maar in ernst, Austen", vervolgde hij
na enkele oogenblikken, „heb je er wer
kelijk wel eens aan gedacht te trouwen?"
„In allen ernst, Ralph", antwoordde ik,
„niet vóór ik Felicia Delora heb gez.cn."
„Felicia Delora herhaalde mijn broe
der. „Het is in ieder geval een aardige
naam. Het zou misschien zoo kwaad
nog niet zijn als ik haar zelf eens op
zocht."
„Wacht daar nog een paar dagen
mede, Ralph", verzocht ik. „Zij is een
beetje zenuwachtig, nu haar oom haar
schijnt te verwaarloozen ter wille van
een of andere gewichtige onderneming."
„Maar is het je wezenlijk ernst daar
mee? vroeg mijn broeder.
„Het is toch vrij natuurlijk", antwoord
de ik.
„Het is werkelijk een zaak van groot
gewicht", ging Ralph ernstig voort. „Re
kening houdend met mijn invaliditeit en
verschillende gebeurtenissen, waarop we
niet dieper behoeven in te gaan, kunnen
wij toch wel als zeker aannemen, dat
ik niet de minste kans heb een directen
erfgenaam achter te laten. Wij moeten
een weinig rekening houden met de toe
komst, Austen, en zoo mogen wij gerust
als vaststaand aannemen, dat tusschen
nu en over tien jaar het oogenblik komt,
dat je mijn plaats zult moeten innemen.
Ik wil alleen de hoop uitspreken, dat je
den boel er niet doorbrengt."
„Zeg niet zulk een onzin, Ralph!" riep
ik uit.
,,'t Is geen onzin", verklaarde hij op
beslisten toon, „Ga maar eens met mijn
dokter praten, als je mij niet gelooft. In
tusschen was het plan niet om van avond
die zaak ter sprake te brengen. Maar
ik kwam er op, toen je over dat meisje
sprak. Ik wil je wel verklaren, dat ik
natuurlijk mijn plichten niet uit het oog
heb verloren. Met je twee duizend pond
per jaar kun je als ongetrouwd man vrij
goed rondkomen, maar je bent nu de
vermoedelijke erfgenaam van de titel en
als je trouwplannen hebt, dan staan de
Fakenhamgoederen en bet huis tot je be
schikking. Zij brengen tusschen de zes en
zeven duizend pond per jaar op, zeker
niet minder."
(Wordt vervolgd).