PASTOOR HEUMA5FS
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 APRIL 1930 No. 98
AT 86.
ije.
DE.
öA
8.—
BRIEVEN UIT BERLIJN.
GROOTVADER'S GLORIE.
GeneesiftiëdeteR
LANDBOUW
In.
voor
londs na
)3 n.d 8.
Lt 109
|nd een
koken.
lelbnrg
luni een
tagdl
liselijk
IGEN.
it-
terdam
ïtsen
V«e,
lboot
•JA",
kil:
Rott.
roens-
is om
Ivaren.
leminfl
VOS.
IÖUT.
(Van onzen Correspondent.)
t
De Duitsche tuinbouw, De
concurrentie. Het onvermij
delijke in de Duitsche buiten
landsche politiek. Andere
binnenlandsche kwesties.
Berlijn, April,
I
De briefsclirijfer kan de behartiging
der nationale belangen met gerust hart
aan meerbevoegden overlaten. Een waar
schuwing echter, speciaal aau het adres
van onze tuinbouwers; men rekene er
in hun kringen niet al te zeer op, dat
het met de concurrentie der Duitsche
tuinbouwers „zoo'n vaart niet loopen
zat." Ik ken door herhaalde persoonlijke
waarneming en op grond van inlichtingen
van Nederlandsche vaklmens'chen, die
sinds jaren in "West-Duitschland werk
zaam zijn, de toestanden in die streken
uitl eigen ervaring. Het is mij bekend,
met welke (voor 'Duitschland typische)
energie er sinds ongeveer drie jaren aan
gewerkt wordt, het Duitsche Rijk van
vooral Nederlandsche tuinbouwproducten
onafhankelijk te maken. Merkwaardig
genoeg helpen da af Hollandsche tuinbou
wers met kracht aan mede. Er is daar
de naam is mij helaas ontschoten
in het Rijnland een centrum van Ne
derlandsche boeren ontstaan, die broei
kassen gebouwd hebben en, al werken ze
nog op betrekkelijk kleine schaal, de
laatste jaren hun groente, die niet mind'er
goed van qualiteit is dan de „echt-Hol-
landsche", vroeger op de Duitsche mark
ten brengen dan onze vaderlandsche ex
porteurs. De neiging van Duitschland,
zijn eigen landbouw1 en veeteelt tegen het
buitenland in bescherming te gaan ne
men, zal de beteekenis van zulke Neder
landsche boerenkolonies binnen de Duit
sche grenzen nog doen toenemen. Men
vraagt zich af, of dit voorbeeld' geen na
volging verdient en Nederlandsche tuin
bouwers, die htm bedrijf door sterke ver
mindering van den afzet naar Duitsch
land in de naaste toekomst ik spreek
hier van acht. tot tien jaren bedlneiig|d
zien, niet verstandig doen nu reeds te
overwegen, of ze niet op geschikte gron
den in Duitschland tijdig beslag moeten
leggen teneinde daar een bedrijf te ope
nen, waarin ze (in geheel Europa wordt
het erkend) voorloopig nog onovertrof
fen specialisten gebleven zijn.
De Duitsche landbouwer schijnt vast
besloten, zich de Hollandsche concurren
tie niet langer te laten welgevallen. Het
aantal broeikassen neeant overal, waar de
hodejn. gunstige resultalen waarborgt, ge
weldig toe; Nederlandsche tuinbouwers
worden voor hooge vergoedingen uit het
vaderland weggelokt om in Duitschland
als leermeesters op te treden. Studiecom
missies hebben Nederland bereisd en het
resultaat van haar onderzoek reeds prac-
tisch in den Duitschen tuinbouw' toege
past. De ervaring van honderd en meer
jaren, de practische kennis van drie en
meer c neraties, die onze tuinbouw be
zit' eensklaps over te planten, zal niet
zoo gemakkelijk blijken. En ware de
grens tusschen Duitschland en Neder
land zoo gastvrij gebleven als tot nu
toe het geval was, dan zou ik het Duit
sche streven om ons na te volgen niet
zoo donker voor Nederland ingezien heb
ben. Vooral niet, omdat het ondanks de
ijverigste pogingen toch moeilijk zal val
len in Duitschland gronden te vinden, die
met onzen best vergeleken kunnen wor
den.
Onder de tegenwoordige omstandighe
den echter
Belanghebbende kringen in Nederland
zullen zich stellig met deze dingen ern
stig gaan bezighouden.
HET VERHAAL VAN DEN
TiENDAAGSCHEN VELDTOCHT.
door
H. G. CANNEGIETER.
XVII.
EEN VERRADERLIJK
BOMBARDEMENT.
Vrijdag den 12den Augustus 1831.
Deze herberg was stoppend vol mi
litairen van alle rangen en wapenen. De
een liep met een emmer bier, de ander
met een schotel boter, de derde met een
arm vol brood, elk maakte maar dat hij
wat kreeg. Met groote moeite kreeg ik
nog een glas bier voor het raam, waar
heen ik, na veel worstelens, was door
gedrongen. Ik hoopte nu mijn brandende
dorst te stillen, doch nauwelijks had ik
het glas in mijne handen, of bons! daar
viel een kanonschot, waarvan de aarde
dreunde en dat door een menigte achter
elkander opvolgende schoten gevolgd
werd. Verschrikt door dit onverwacht
gedonder, hetwelk door de bergen eeni-
ge malen teruggekaatst werd, en waar
door de aarde schudde, vervoegde ik mij
terstond bij mijn bataillon, dat reeds de
geweren had opgenomen en min of meer
(doordien de meeste officieren, zelfs de
majoor afwezig waren) in wanorde was
gekomen. De menschen waardoor ik mij
bij het venster omgeven zag, waren als
Rooskleurig ziet het er niet bij ons
uit. Voor de buitenlandsche politiek van
de Duitsche republiek is zoogenaamd een
periode van „ontspanning" aangebroken.
Die ontspanning bestaat hierin, dat men
zich scüikt in het onvermijdelijke en
meer over andere belangen spreekt en
schrijft. Het onvermijdelijke is, dat men
tot nader orde een overeenkomst
met de ex-vijanden geteekend heeft, die
verplicht tot het betalen van twee mil
liard gouden marken over een periode
van zestig jaar. Men rekent er stellig op,
dat na een jaar of tien, misschien we!
eerder, blijken zal, dat Duitschland de
geweldige jaarlijksche oorlogsbelasting
van het plan Young niet kan opbrengen
en dat de eischen dan wederom lager
geschroefd zullen worden.
Het feit echter, dat men vooralsnog
weet, waar men zich aan le houden, heeft
en een fait accompli ook den binnenland-
schen strijd over deze dingen meer een
academisch karajkter gegeven heeft,
maakt inderdaad begrijpelijk, dat de
Rijksminister van Buitenlandsche Zaken,
die (men herinnert zich de periode-S tre-
semann!) zeker tien jaren lang in het
middelpunt van de belangstelling geslaan
heeft, nu korter of langer op zijn „lau
weren" rusten kan.
Des te meer krijgèn zijn collega's te
doen, die flink schoonschip moeten
maken, den landbouwer door een jaren
lange crisisperiode moeien heenhelpen,
de balans van het Rijk in evenwicht! moe
ten brengen, den uitvoer moeten doen
toenemen, drie millioen menschen werk
en vele honderdduizenden gezinnen een
eigen dak boven het hoofd moeten be
zorgen.
Hoe dat geschieden moet, staat nog
allesbehalve vast.
Zoodra het gaat om nationaal-economi-
sche problemen, blijken erkende geleer
den. het gloeiend oneens te zijn. Vrijhan
delaar en protectionist, unitarist en fe
deralist, kapitalist en socialist gunnen el
kaar in zulke omstandigheden het Licht
in de oogen niet. De Duitsche republiek
beeft en siddert onder de mokerslagen
hunner uiteenloopende overtuigingen.
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN.
In de Vrijdagmiddag gehouden verga
dering was de heer Huson met kennisge
ving afwezig.
Mpdedeeling werd o.a. gedaan, dat Ged.
Staten hunne beslissing over de gemeen-
tebegrooting 1930 hebben verdaagd en
dat tengevolge van het gebruikmaken
van eene spectictank door de N. S. ten
behoeve van de woningen op het empla
cement van het Voormalige station het
gedeelte riool in den Prins Hendrikweg,
waartoe op 3 Januari besloten werd, niet
behoeft te worden aangebracht.
Overgelegd werden verschillende jaar
verslagen van vereenigingen en corpora
ties, een adres van de afd, Vlissingen van
den Nieuwen Bond van koffiehuighouders
en slijters om intrekking van het tapver-
bod gedurende de kermis en feestdagen,
dat op voorstel van den heer De Meij
z. h. s. voorkennisgeving werd aangeno
men.
Ten slotte adressen van de heeren F.
van der Hout en L. van den Heuvel om
wijziging van art. 23 der Bouw- en Wo-
ningverordening en het schrijven van B.
en W. betreffende toepassing van dat ar
tikel.
Hierover ontspon zich weder een zeer
uitvoerige discussie, waarbij de heer
BERGER eerst inlichtingen van den be
trokken ambtenaar in een geheime ver
gadering bepleitte, en meende dat B. en
W op een gevaarlijken weg zijn door niet
aan de motie der vorige vergadering te
voldoen; wat bovendien getuigt van wei
nig medewerking voor den bloei van de
klein-industrie.
door een tooverslag verdwenen. Niemand
kan zich het ijselijke, het verschrikkelijke
van dit oogenblik voorstellen.
De vijand had in dit tempo van stil
stand zijne zwaarste batterijen meest
12 en 24 ponders tegen ons gerigt,
waarmede hij zulk een vuur maakte, dat
er geen denkbaar oogenblik was, of er
viel een schot; de aarde dreunde; links
en rechts en boven ons hoorden wij de
kogels sissen; een kogel trof een rot van
het naast ons staande bataillon der 13de
afdeeling en doorboorde de borsten van
dat achter elkander staand drietal, zoo
dat de stukken vleesch een geheel eind
ver weggesmeten werden en den volgen
den dag nog op de kapotjassen van hunne
buren kleefden. Overal zagen wij wolken
van stof, waar een kogel op den grond
viel. Waar men zijne oogen heen wend
de, overal zag men menschen en paarden
vallen. Het was hiér dat de Overste Gal-
liènes door denzelfden kogel werd ge
troffen, dien zijn zoon het been verbrij
zelde,. Ik zag een lancier (Kuipers van de
Nieuweschans) wiens hoofd halverwege
werd afgeschoten, ik zagmaar het
boek zou te klein worden, wanneer ik
alles opsomde wat ik hier in één oogen
blik zag. Geen wonder, dat ons volk,
verschrikt door dit verraderlijk vuur, tij
dens een oogenblik van schorsing der vij
andelijkheden, zóó ongedekt en in de na
bijheid van het vijandelijk geschut en bij
absentie van verscheidene officieren,
zelfs van den majoor, zich gereed maakte
om te retireeren. Zij retireerden dan ook
De VOORZ. meent, dat er van een con
flict tusschen burg, en weth, en den raad
ten deze geen sprake is, men vergeet,
dat er ook zaken zijn als dit waarover
alleen burg. en weth. te beslissen hebben
en de tegenwoordige verordening laat
niet toe, dat in deze afwijking der bepa
lingen wordt toegestaan.
De heer BERGER meent, dat wel aan
het verzoek van adressanten kan wor
den voldaan, en vraagt nu alleen terug
name van de mededeeling en nader over
leg.
De heer DE MEIJ meent ook, dat dis
pensatie kan worden verleend bij soe
peler toepassing der verordening.
De heer VAN OORSCHOT onder
streept ook, dat burg. en weth. bevoegd
heid hadden dispensatie te verleenen, dit
werd ook aan de Zeeland gegeven en in
de stad ziet men dit als een bevoorrech'
ting der grootbedrijven.
De heer SOREL had ook gaarne adres
santen geholpen, maar meent, dat dispen
satiemogelijkheid alleen slaat op nieuw
bouw.
De heer HARTS meent, dat men deze
kwestie op zich zelf nog eens in gemeen
tebedrijven moet bespreken.
De heer M. LAERNOES zegt alles ge
daan te hebben om te trachten v. d. Hout
te helpen, maar dit was niet mogelijk,
v. d. Heuvel is wellicht te helpen door
3 M.2 tegen 5 meer te koopen.
Ten slotte werd besloten de adressen
aan te houden en in de commisie van
gemeentewerken en grondbedrijf te be
spreken.
Tot leden van de commissie van be
heer van het Vlissingsch studiefonds wer
den herbenoemd de, heeren A. de Beijl
en A. C. van Hal, met resp. 14 en 17
stemmen.
Het voorstel tot het benoemen van een
commissie van deskundigen en van eene
commissie van raadsleden betreffende de
concessie aan de VI, Waterl. Mij,, werd
z. h. st. aangenomen.
Bij het voorstel tot het benoemen van
leden en plaatsvervangende leden van
het scheidsgerecht, ingesteld bij het amb
tenarenreglement, keurde de heer RO-
RIJE het af dat de aanbeveling van burg.
en weth. speciaal twee hoofdambtena
ren naar voren brengt, wat bij een con
flict met een hoofd van een tak van
dienst niet gewenscht is.
De heer ANDRIESSEN onderschrijft
dit.
De heer VAN OORSCHOT vraagt B.
en W. het voorstel terug te nemen.
De heer WESSELING meent, dat de
ambtenaren in de door de organisaties
aangewezen leden hun vertegenwoordi
gers hebben.
De heer BERGER meent, dat men moet
wachten tot ook het werkliedenregle
ment is vastgesteld, men kan met één
scheidsgerecht volstaan.
Het voorstel-Rorije wordt verworpen
met 10 tegen 7, de socialisten en de heer
Andriessen, en dat van burg. en weth.
z.. h. st. aangenomen.
Bij het voorstel over de wijze van be
taling van de aangekochte motorwals
en tot het vaststellen van een verorde
ning op het Wegenfonds, wees de voor
zitter er op ,dat dit voorstel in finan
ciën algemeene instemming ondervond.
Een voorstel van gemeentewerken om
de wals uit de gewone inkomsten te be
talen werd verworpen met TO tegen 8
stemmen, en dat van B. en W. z. h. st.
aangenomen.
Dit zelfde gebeurde met het voorstel
inzake vaststelling van het vermenig-
vuldigingscijfer op 1.58; dat inzake uit
betaling der bezoldiging wegens ziekte,
van (Ten agent van politie, J. O. den
Broeder; dat tot wijziging v'an de gemeen-
tebegrooting 1929, dat tot af- en over
schrijven van gelden op die van het bur
gerlijk armbestuur, en tot wijziging van
die van het Gasthuis; dat tot het verlee
nen van restitutie van betaalde straat-
I belasting 1929 aan de N.V. De Electro-
tinfabriek.
Aan de orde kwam vervolgens het
voorstel van B. en W. om niet over te
gaan tot het veranderen van de bestra
ting van de Groote Markt bij de school
aldaar.
De heer VAN OORSCHOT meent, dat
de raad de vorige maal zich ondubbel
zinnig heeft uitgesproken vóór een ver
andering
De VOORZITTER zegt dat de raad
zich alleen uitspraak vóór de behande
ling.
De heer VAN OORSCHOT heeft een
anderen indruk en stelt daarom nu voor
een verandering aan te brengen.
De heer RORIJE meent ook dat men
de vorige maal alleen besliste het ver
zoek in handen van B. en W. te stellen
Spr. meent, dat men niet te veel kosten
moet maken.
De heer WOLTERING zegt ook geen
beslissing is genomen, doch meent .men
toch wel wat putten kan weg werken.
De heer VAN HAL acht de oplossing
moeilijk en dit ook voor het aanzien der
omgeving.
De heers POPPE blijft er bij, dat asphalt
toch altijd beter is dan de bestaande
keien.
De heer ANDRIESSEN schrikt terug
voor de bezwaren die asphalt mede
brengt.
De heer M. LAERNOES wijst op de
moeilijkheden luei verandering in te bren
gen. Na nog eenigc bespreking w,o»dt
besloten dat Burg en Weth. nog eens
na zullen doen gaan wat te verbeteren is
Bij het vcorsLe! inzake de rioleering,
w'jst de heer DE MEIJ, al durft hij fctiet
tegenstemmen, er op, dat het vreemd is1,
men juist als er iets 'bijzonders is mien
iemand moet raadplegen 'builen het eigen
personeel.
De VOORZITTER zegt, dat de ingeni-
eujrs-wetenschap zeer uitgebreid is en
speciaal het gebied der rioleerftng is iets
aparte.
De heer M. LAERNOES meent, dat
het nog duurder zal komen als gemjeen!-
tewerken het zelf moet doen.
Het voorstel wordt z.h.si. aangenomen.
Dit geschiedt ook 'met de overige voor
stellen, ntiil. tot verhuren van hetbad
paviljoen waarvan de VOORZITTER zegt,
dat het gesloopt zal worden; tot aan
koop van weiland; tot opzegging van
pacht en tot verkoopt van 'bouwgrond!
en ook' met het ter tafel gebrachte voort
stel otml van de reserve van het baidhel-
drijf voor f 1300 een glij toe stel ,aa(n
te koopen. i
Op de in de vorige vergadering door
den heer Berger ter zake gestelde vragen
hebben B. en W. geantwoord, dat over
het zwemonderricht aan schoolkinderen
door den inspecteur van het L. O. een
advies is uitgebracht, dait nu bij de com
missie van toezicht is; dat ten aanzien
Wan dé voorziening in de vraag naar
vloelbalterreinen B. en W. nog niet 'ge
slaagd zijn in het vrijmaken van de ge-
wensclite terreinen; dat inzake het aba-
toir een ontwerp-reglement met het be
stuur der coöperatie wordit overwogen
en daarna aan den raad zal worden aan
geboden dat aan B. en W. door het be
stuur van het Groene Kruisl een uitvoe
rig rapport omtrenit het stichten eener
badinrichting is toegezonden, wat nu in
handen van den directeur van gemeente
werken is om advies en dat het dag.
bestuur en de ingenieur v;an den polder
Walcheren uitdrukkelijk hebben verze
kerd, dat er van demping van. denSpui-
fjoezem geen sprake kan zijn, mits eene
e've'n groote wateroppervlakte elders in
Vlissingen ter beschikking wordt gesteld,
hetgeen me1#- heit oog opi de hooge kos
ten, onuitvoerbaar is.
De heer BERGER meent dat men dan
het polderbestuur toch wel eens mag
wijzen opi den stank; en inzake het abat-
en wel niet in de beste orde, evenmin als
de meeste bataillons. Wij maakten maar
dat wij spoedig achter de herberg kwa
men, waar ik het glas bier had gedron
ken, doch oo-k hier stonden wij niet vei
lig, want eenige 24 ponders doorboorden
het huis en schoten den schoorsteen af,
zoodat de steenen over ons heen vlogen.
Eindelijk namen wij positie op eene hoog
te, niet ver van-de abdij, alwaar wij ons
verward bataillon weer in orde bragten
en waar de afgedwaalde schapen, onder
anderen ook de majoor, (die zeer onge
rust was over het lot van zijn rossinant,
die hij aan zijn oppasser had overgegeven
en nu nog afwezig was, doch schielijk
terug kwam) ons weder opzochten. Op
deze kleine retraite werd behalve
eenige schutters, die gekwetst werden of
sneuvelden den 2den luitenant der 6de
kompagnie Tolsma door een 12 ponder,
welke zijn kracht reeds had verloren, den
arm geblesseerd, zoodat hij tot eene on
gelooflijke dikte opzwol,
Nu en dan werd, terwijl wij op deze
hoogte stonden, het vuur op ons gerigt,
maar het scheen dat de Belgen de quan-
titeit kruit niet best konden bepalen, die
achter den kogel moest, want, óf de ko
gels snorden over onze hoofden heen, öf
zij vielen voor ons krachteloos op den
grond. Eenige 12 ponders vonden wij
vóór ons liggen. Het meeste vuur hadden
de Belgen gerigt op een batterij, die op
een hoogen en steilen berg aan de rech
terzijde van den straatweg geposteerd
was en waarbij men duidelijk den Prins
L.
ïieumann en
Staal kade 4,
steeds ook voorradig ir,
het Alleen-depot:
N V. Apotheek
„Coronae" Bergen o.
Zoom, Zuiveistr. 35>
Tel. 52, Postgiro 3260,
Aldaar ook steeds ver
krijgbaar HE UMANN'S
Diergeneesmiddelen.
Het groote Pastoor Heu-
munn-Boek 352 blz.150
afbeelding en ontvangt
(j ratis enjranco ieder
let er, die zijn adres in
zendt aan
Co Amsterdam C 87,
Briekaart voldoende.
(Ingez. MedU
toir, dat hij heeft bedoeld een gemeente
lijke verordening.
Aan den heer ANDRIESSEN wordt
nog (geantwoord, dait binnenkort met de
tyierbeterinig van den Prins Hendrikweg
wordt begonnen.
met zijn staf konde onderscheiden. Onze
batterijen lieten echter het vuur der Bel
gen niet onbeantwoord. Het was 'n ge
donder en gedreun, alsof de wereld ver
gaan zoude. Nog werd er van beide kan
ten verschrikkelijk geschoten, toen wij
ook op de bergen aan de andere zijde
der stad een geheele streek van rookko
lommen zagen opstijgen. Het was de di
visie van den generaal Saxen-Weimar,
welke Leuven was omgetrokken en met
haar zwaar geschut, dat geheel bij die
divisie was, op de tegenovergestelde zijde
van ons, op eene verschrikkelijke wijze
de stad beschoot en zoo was dan Leuven
geheel door de Hollanders ingesloten. Dit
scheen den Belgen onverwacht over te
komen, tenminste het op ons gerigt vuur
bedaarde grootelijks. Misschien moesten
zij op middelen bedacht zijn, om dien on-
verwachten gast aan de andere zijde te
beduiden, dat er belet was. Eindelijk
hield het vuur der Belgen geheel op,
waarop ook onze batterijen langzamer
hand zwegen, terwijl Saxen-Weimar nog
op eene geduchte wijze de stad beschoot,
totdat ten laatste een legerorder van den
Opperbevelhebber een einde aan het ge
heele gevecht maakte, waarbij hij ter
kennis van het leger bragt, dat tengevol
ge van gemaakte schikkingen, de vijan
den den volgenden morgen om vier uur
de stad zouden ontruimen en dat wij de
stad om zes uur ongedekt en in de na
bijheid van het vijandelijk vuur zouden
binnen trekken.
Niemand kon zich van deze order een
Veekeuring.
De jaarlijksche keuringen van stieren
en vrouwelijk rundvee, uitgaande van dë
Provinciale Commissie ter bevordering
van Rijkswege van de veefokkerij zullen
gehouden worden te:
Donderdag 1 Mei; Kortgene 10 uur
v.m.; Kamperland 11,30; Wolphaartsdijk
2,30 uur n.m.; Vrijdag 2 Mei: Kloetinge
8 uur v.m.; Kruiningen 10,30 uur v.m.;
's-Gravenpolder 2 uur n.m.; Borssele 3
uur n.m.; Maandag 5 Mei: Serooskerke
(W.) 10,30 uur v.m.; Gapinge 1,30 uur
n.m.; St. Laurens 3.30 uur n.m,; Dinsdag
6 Mei: Oostkapelle 8 uur v.m.; Ossenisse
1 uur n.m.; Kloosterzande 3 uur n.m.;
Woensdag 7 Mei: Graauw 8 uur v.m.;
Clinge 10.30 uur v.m., St. Jansteen 2,30
uur n.m.; Donderdag 8 Mei: Hengstdijk
8,30 uur v.m.; Zaamslag 10,30 uur v.m.;
Zuiddorpe 2 uur n.m.; Vrijdag 9 Mei:
Axel 8,30 uur v.m.; Terneuzen 10,30 uur
v.m.; Maandag 12 Mei: Souburg 1.30 uur
n.m.; N. en St. Joosland 3,30 uur n.m.;
Dinsdag 13 Mei: Eikerzee 9,30 uur v.m.;
Renesse 11 uur v.m.; Burgh 2,30 uur n.m.;
Woensdag 14 Mei: Moriaanshoofd 8,30
uur v.m.; Nieuwerkerk 10.30 uur v.m.;
Noordgouwe 2,30 uur n.m.; Donderdag 15
Mei: Zierikzee 7.30 uur v.m.; Tholen 2,30
uur n.m.; Vrijdag 16 Mei: Poortvliet 8
uur v.m.; St. Annaland 10,30 uur v.m.;
Stavenisse 3 uur n.m.; Maandag 19 Mei:
Grijpskerke 1,30 uur n.m.; Koudekerke
3,30 uur n.m.; Dinsdag 20 Mei: Aarden
burg 9,30 uur v.m.;IJzendijke 1,30 uur
n.m.; Schoondijke 3,30 uur n.m.; Woens
dag 21 Mei: Oostburg 9.30 uur v.m.; Don
derdag 22 Mei: St. Kruis 8,30 uur v.m.;
Eede 10 uur v.m.: Zuidzande 2 uur n.m.;
Vrijdag 23 Mei: Nieuwvliet 8,30 uur v.m.;
Biervliet 10,30 uur v.m.
Op deze keuringen kan iedere veehou
der ter mededinging naar prijzen en-of
medailles stieren van minstens 9 maan
den oud, voorzien van afstammingsbe
wijzen van het Nederlandsche of Friesche
Rundvee Stamboek of van een fokver-
eeniging inzenden, alsmede koeien die
minstens éénmaal zijn gekalfd.
Wanneer stieren of koeien voor opna
me in het N. R. S. Stamboek zijn op
gegeven, worden deze tegelijkertijd hier
voor gekeurd.
De aangevoerde dieren worden door
de keuringscommissie zooveel mogelijk
besproken en is dit voor de veehouders
zeer leerzaam. Daarom is het van groot
belang, dat de veehouders deze keurin
gen bijwonen,
begrip maken. Er moest iets voorgeval
len zijn, waarvan wij onkundig waren.
Echter verheugden wij ons, er voor dien
dag weer zoo gelukkig af gekomen te zijn
en maakten toebereidselen om eene goe
de ligplaats in orde te krijgen, teneinde
ons in de eerste plaats, na zoo vele ver-
moeijenissen, wat uit te rusten, waarna
wij zorgden om onze magen weer werk
zaam te maken.
Ik ging nu miinen vriend Alta eens be
zoeken, die met zijne kompagnie de wacht
had bij eene groote pachthoeve, in welke
de artillerie en curassiers bezig waren
met de korenzolders te visiteeren of er
ook haver was voor hare paarden en
het huis op eene verschrikkelijke wijze
plunderden, voor het oog van den pach
ter met zijn geheele gezin. In het eerst
trachtten wij dit te beletten, maar toen
de dochter des huizes (een knappe meid)
durfde te zeggen: „Laat ze maar begaan,
laat ze maar begaan! morgen zullen de
Franschen u wel krijgen!" gaven wij hun
vrijheid te doen wat zij wilden en nu pres
ten zij den boer met zijne knechten, om
zelve de haver en hetgeen zij meer mede
namen, naar hun bivouak te dragen. Zel
ve namen wij ook wat boter, kaas, brood,
melk en honig mede, zoodat de uitdruk
king van dat meisje hun duur te staan
kwam. Hoe die Franschen er bij in het
spel kwamen, konden wij ons met be
grijpen, (Wordt vervolgd.)