PASTOOR HEUMA5FS TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 APRIL 1930 No. 98 AT 86. ije. DE. öA 8.— BRIEVEN UIT BERLIJN. GROOTVADER'S GLORIE. GeneesiftiëdeteR LANDBOUW In. voor londs na )3 n.d 8. Lt 109 |nd een koken. lelbnrg luni een tagdl liselijk IGEN. it- terdam ïtsen V«e, lboot •JA", kil: Rott. roens- is om Ivaren. leminfl VOS. IÖUT. (Van onzen Correspondent.) t De Duitsche tuinbouw, De concurrentie. Het onvermij delijke in de Duitsche buiten landsche politiek. Andere binnenlandsche kwesties. Berlijn, April, I De briefsclirijfer kan de behartiging der nationale belangen met gerust hart aan meerbevoegden overlaten. Een waar schuwing echter, speciaal aau het adres van onze tuinbouwers; men rekene er in hun kringen niet al te zeer op, dat het met de concurrentie der Duitsche tuinbouwers „zoo'n vaart niet loopen zat." Ik ken door herhaalde persoonlijke waarneming en op grond van inlichtingen van Nederlandsche vaklmens'chen, die sinds jaren in "West-Duitschland werk zaam zijn, de toestanden in die streken uitl eigen ervaring. Het is mij bekend, met welke (voor 'Duitschland typische) energie er sinds ongeveer drie jaren aan gewerkt wordt, het Duitsche Rijk van vooral Nederlandsche tuinbouwproducten onafhankelijk te maken. Merkwaardig genoeg helpen da af Hollandsche tuinbou wers met kracht aan mede. Er is daar de naam is mij helaas ontschoten in het Rijnland een centrum van Ne derlandsche boeren ontstaan, die broei kassen gebouwd hebben en, al werken ze nog op betrekkelijk kleine schaal, de laatste jaren hun groente, die niet mind'er goed van qualiteit is dan de „echt-Hol- landsche", vroeger op de Duitsche mark ten brengen dan onze vaderlandsche ex porteurs. De neiging van Duitschland, zijn eigen landbouw1 en veeteelt tegen het buitenland in bescherming te gaan ne men, zal de beteekenis van zulke Neder landsche boerenkolonies binnen de Duit sche grenzen nog doen toenemen. Men vraagt zich af, of dit voorbeeld' geen na volging verdient en Nederlandsche tuin bouwers, die htm bedrijf door sterke ver mindering van den afzet naar Duitsch land in de naaste toekomst ik spreek hier van acht. tot tien jaren bedlneiig|d zien, niet verstandig doen nu reeds te overwegen, of ze niet op geschikte gron den in Duitschland tijdig beslag moeten leggen teneinde daar een bedrijf te ope nen, waarin ze (in geheel Europa wordt het erkend) voorloopig nog onovertrof fen specialisten gebleven zijn. De Duitsche landbouwer schijnt vast besloten, zich de Hollandsche concurren tie niet langer te laten welgevallen. Het aantal broeikassen neeant overal, waar de hodejn. gunstige resultalen waarborgt, ge weldig toe; Nederlandsche tuinbouwers worden voor hooge vergoedingen uit het vaderland weggelokt om in Duitschland als leermeesters op te treden. Studiecom missies hebben Nederland bereisd en het resultaat van haar onderzoek reeds prac- tisch in den Duitschen tuinbouw' toege past. De ervaring van honderd en meer jaren, de practische kennis van drie en meer c neraties, die onze tuinbouw be zit' eensklaps over te planten, zal niet zoo gemakkelijk blijken. En ware de grens tusschen Duitschland en Neder land zoo gastvrij gebleven als tot nu toe het geval was, dan zou ik het Duit sche streven om ons na te volgen niet zoo donker voor Nederland ingezien heb ben. Vooral niet, omdat het ondanks de ijverigste pogingen toch moeilijk zal val len in Duitschland gronden te vinden, die met onzen best vergeleken kunnen wor den. Onder de tegenwoordige omstandighe den echter Belanghebbende kringen in Nederland zullen zich stellig met deze dingen ern stig gaan bezighouden. HET VERHAAL VAN DEN TiENDAAGSCHEN VELDTOCHT. door H. G. CANNEGIETER. XVII. EEN VERRADERLIJK BOMBARDEMENT. Vrijdag den 12den Augustus 1831. Deze herberg was stoppend vol mi litairen van alle rangen en wapenen. De een liep met een emmer bier, de ander met een schotel boter, de derde met een arm vol brood, elk maakte maar dat hij wat kreeg. Met groote moeite kreeg ik nog een glas bier voor het raam, waar heen ik, na veel worstelens, was door gedrongen. Ik hoopte nu mijn brandende dorst te stillen, doch nauwelijks had ik het glas in mijne handen, of bons! daar viel een kanonschot, waarvan de aarde dreunde en dat door een menigte achter elkander opvolgende schoten gevolgd werd. Verschrikt door dit onverwacht gedonder, hetwelk door de bergen eeni- ge malen teruggekaatst werd, en waar door de aarde schudde, vervoegde ik mij terstond bij mijn bataillon, dat reeds de geweren had opgenomen en min of meer (doordien de meeste officieren, zelfs de majoor afwezig waren) in wanorde was gekomen. De menschen waardoor ik mij bij het venster omgeven zag, waren als Rooskleurig ziet het er niet bij ons uit. Voor de buitenlandsche politiek van de Duitsche republiek is zoogenaamd een periode van „ontspanning" aangebroken. Die ontspanning bestaat hierin, dat men zich scüikt in het onvermijdelijke en meer over andere belangen spreekt en schrijft. Het onvermijdelijke is, dat men tot nader orde een overeenkomst met de ex-vijanden geteekend heeft, die verplicht tot het betalen van twee mil liard gouden marken over een periode van zestig jaar. Men rekent er stellig op, dat na een jaar of tien, misschien we! eerder, blijken zal, dat Duitschland de geweldige jaarlijksche oorlogsbelasting van het plan Young niet kan opbrengen en dat de eischen dan wederom lager geschroefd zullen worden. Het feit echter, dat men vooralsnog weet, waar men zich aan le houden, heeft en een fait accompli ook den binnenland- schen strijd over deze dingen meer een academisch karajkter gegeven heeft, maakt inderdaad begrijpelijk, dat de Rijksminister van Buitenlandsche Zaken, die (men herinnert zich de periode-S tre- semann!) zeker tien jaren lang in het middelpunt van de belangstelling geslaan heeft, nu korter of langer op zijn „lau weren" rusten kan. Des te meer krijgèn zijn collega's te doen, die flink schoonschip moeten maken, den landbouwer door een jaren lange crisisperiode moeien heenhelpen, de balans van het Rijk in evenwicht! moe ten brengen, den uitvoer moeten doen toenemen, drie millioen menschen werk en vele honderdduizenden gezinnen een eigen dak boven het hoofd moeten be zorgen. Hoe dat geschieden moet, staat nog allesbehalve vast. Zoodra het gaat om nationaal-economi- sche problemen, blijken erkende geleer den. het gloeiend oneens te zijn. Vrijhan delaar en protectionist, unitarist en fe deralist, kapitalist en socialist gunnen el kaar in zulke omstandigheden het Licht in de oogen niet. De Duitsche republiek beeft en siddert onder de mokerslagen hunner uiteenloopende overtuigingen. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. In de Vrijdagmiddag gehouden verga dering was de heer Huson met kennisge ving afwezig. Mpdedeeling werd o.a. gedaan, dat Ged. Staten hunne beslissing over de gemeen- tebegrooting 1930 hebben verdaagd en dat tengevolge van het gebruikmaken van eene spectictank door de N. S. ten behoeve van de woningen op het empla cement van het Voormalige station het gedeelte riool in den Prins Hendrikweg, waartoe op 3 Januari besloten werd, niet behoeft te worden aangebracht. Overgelegd werden verschillende jaar verslagen van vereenigingen en corpora ties, een adres van de afd, Vlissingen van den Nieuwen Bond van koffiehuighouders en slijters om intrekking van het tapver- bod gedurende de kermis en feestdagen, dat op voorstel van den heer De Meij z. h. s. voorkennisgeving werd aangeno men. Ten slotte adressen van de heeren F. van der Hout en L. van den Heuvel om wijziging van art. 23 der Bouw- en Wo- ningverordening en het schrijven van B. en W. betreffende toepassing van dat ar tikel. Hierover ontspon zich weder een zeer uitvoerige discussie, waarbij de heer BERGER eerst inlichtingen van den be trokken ambtenaar in een geheime ver gadering bepleitte, en meende dat B. en W op een gevaarlijken weg zijn door niet aan de motie der vorige vergadering te voldoen; wat bovendien getuigt van wei nig medewerking voor den bloei van de klein-industrie. door een tooverslag verdwenen. Niemand kan zich het ijselijke, het verschrikkelijke van dit oogenblik voorstellen. De vijand had in dit tempo van stil stand zijne zwaarste batterijen meest 12 en 24 ponders tegen ons gerigt, waarmede hij zulk een vuur maakte, dat er geen denkbaar oogenblik was, of er viel een schot; de aarde dreunde; links en rechts en boven ons hoorden wij de kogels sissen; een kogel trof een rot van het naast ons staande bataillon der 13de afdeeling en doorboorde de borsten van dat achter elkander staand drietal, zoo dat de stukken vleesch een geheel eind ver weggesmeten werden en den volgen den dag nog op de kapotjassen van hunne buren kleefden. Overal zagen wij wolken van stof, waar een kogel op den grond viel. Waar men zijne oogen heen wend de, overal zag men menschen en paarden vallen. Het was hiér dat de Overste Gal- liènes door denzelfden kogel werd ge troffen, dien zijn zoon het been verbrij zelde,. Ik zag een lancier (Kuipers van de Nieuweschans) wiens hoofd halverwege werd afgeschoten, ik zagmaar het boek zou te klein worden, wanneer ik alles opsomde wat ik hier in één oogen blik zag. Geen wonder, dat ons volk, verschrikt door dit verraderlijk vuur, tij dens een oogenblik van schorsing der vij andelijkheden, zóó ongedekt en in de na bijheid van het vijandelijk geschut en bij absentie van verscheidene officieren, zelfs van den majoor, zich gereed maakte om te retireeren. Zij retireerden dan ook De VOORZ. meent, dat er van een con flict tusschen burg, en weth, en den raad ten deze geen sprake is, men vergeet, dat er ook zaken zijn als dit waarover alleen burg. en weth. te beslissen hebben en de tegenwoordige verordening laat niet toe, dat in deze afwijking der bepa lingen wordt toegestaan. De heer BERGER meent, dat wel aan het verzoek van adressanten kan wor den voldaan, en vraagt nu alleen terug name van de mededeeling en nader over leg. De heer DE MEIJ meent ook, dat dis pensatie kan worden verleend bij soe peler toepassing der verordening. De heer VAN OORSCHOT onder streept ook, dat burg. en weth. bevoegd heid hadden dispensatie te verleenen, dit werd ook aan de Zeeland gegeven en in de stad ziet men dit als een bevoorrech' ting der grootbedrijven. De heer SOREL had ook gaarne adres santen geholpen, maar meent, dat dispen satiemogelijkheid alleen slaat op nieuw bouw. De heer HARTS meent, dat men deze kwestie op zich zelf nog eens in gemeen tebedrijven moet bespreken. De heer M. LAERNOES zegt alles ge daan te hebben om te trachten v. d. Hout te helpen, maar dit was niet mogelijk, v. d. Heuvel is wellicht te helpen door 3 M.2 tegen 5 meer te koopen. Ten slotte werd besloten de adressen aan te houden en in de commisie van gemeentewerken en grondbedrijf te be spreken. Tot leden van de commissie van be heer van het Vlissingsch studiefonds wer den herbenoemd de, heeren A. de Beijl en A. C. van Hal, met resp. 14 en 17 stemmen. Het voorstel tot het benoemen van een commissie van deskundigen en van eene commissie van raadsleden betreffende de concessie aan de VI, Waterl. Mij,, werd z. h. st. aangenomen. Bij het voorstel tot het benoemen van leden en plaatsvervangende leden van het scheidsgerecht, ingesteld bij het amb tenarenreglement, keurde de heer RO- RIJE het af dat de aanbeveling van burg. en weth. speciaal twee hoofdambtena ren naar voren brengt, wat bij een con flict met een hoofd van een tak van dienst niet gewenscht is. De heer ANDRIESSEN onderschrijft dit. De heer VAN OORSCHOT vraagt B. en W. het voorstel terug te nemen. De heer WESSELING meent, dat de ambtenaren in de door de organisaties aangewezen leden hun vertegenwoordi gers hebben. De heer BERGER meent, dat men moet wachten tot ook het werkliedenregle ment is vastgesteld, men kan met één scheidsgerecht volstaan. Het voorstel-Rorije wordt verworpen met 10 tegen 7, de socialisten en de heer Andriessen, en dat van burg. en weth. z.. h. st. aangenomen. Bij het voorstel over de wijze van be taling van de aangekochte motorwals en tot het vaststellen van een verorde ning op het Wegenfonds, wees de voor zitter er op ,dat dit voorstel in finan ciën algemeene instemming ondervond. Een voorstel van gemeentewerken om de wals uit de gewone inkomsten te be talen werd verworpen met TO tegen 8 stemmen, en dat van B. en W. z. h. st. aangenomen. Dit zelfde gebeurde met het voorstel inzake vaststelling van het vermenig- vuldigingscijfer op 1.58; dat inzake uit betaling der bezoldiging wegens ziekte, van (Ten agent van politie, J. O. den Broeder; dat tot wijziging v'an de gemeen- tebegrooting 1929, dat tot af- en over schrijven van gelden op die van het bur gerlijk armbestuur, en tot wijziging van die van het Gasthuis; dat tot het verlee nen van restitutie van betaalde straat- I belasting 1929 aan de N.V. De Electro- tinfabriek. Aan de orde kwam vervolgens het voorstel van B. en W. om niet over te gaan tot het veranderen van de bestra ting van de Groote Markt bij de school aldaar. De heer VAN OORSCHOT meent, dat de raad de vorige maal zich ondubbel zinnig heeft uitgesproken vóór een ver andering De VOORZITTER zegt dat de raad zich alleen uitspraak vóór de behande ling. De heer VAN OORSCHOT heeft een anderen indruk en stelt daarom nu voor een verandering aan te brengen. De heer RORIJE meent ook dat men de vorige maal alleen besliste het ver zoek in handen van B. en W. te stellen Spr. meent, dat men niet te veel kosten moet maken. De heer WOLTERING zegt ook geen beslissing is genomen, doch meent .men toch wel wat putten kan weg werken. De heer VAN HAL acht de oplossing moeilijk en dit ook voor het aanzien der omgeving. De heers POPPE blijft er bij, dat asphalt toch altijd beter is dan de bestaande keien. De heer ANDRIESSEN schrikt terug voor de bezwaren die asphalt mede brengt. De heer M. LAERNOES wijst op de moeilijkheden luei verandering in te bren gen. Na nog eenigc bespreking w,o»dt besloten dat Burg en Weth. nog eens na zullen doen gaan wat te verbeteren is Bij het vcorsLe! inzake de rioleering, w'jst de heer DE MEIJ, al durft hij fctiet tegenstemmen, er op, dat het vreemd is1, men juist als er iets 'bijzonders is mien iemand moet raadplegen 'builen het eigen personeel. De VOORZITTER zegt, dat de ingeni- eujrs-wetenschap zeer uitgebreid is en speciaal het gebied der rioleerftng is iets aparte. De heer M. LAERNOES meent, dat het nog duurder zal komen als gemjeen!- tewerken het zelf moet doen. Het voorstel wordt z.h.si. aangenomen. Dit geschiedt ook 'met de overige voor stellen, ntiil. tot verhuren van hetbad paviljoen waarvan de VOORZITTER zegt, dat het gesloopt zal worden; tot aan koop van weiland; tot opzegging van pacht en tot verkoopt van 'bouwgrond! en ook' met het ter tafel gebrachte voort stel otml van de reserve van het baidhel- drijf voor f 1300 een glij toe stel ,aa(n te koopen. i Op de in de vorige vergadering door den heer Berger ter zake gestelde vragen hebben B. en W. geantwoord, dat over het zwemonderricht aan schoolkinderen door den inspecteur van het L. O. een advies is uitgebracht, dait nu bij de com missie van toezicht is; dat ten aanzien Wan dé voorziening in de vraag naar vloelbalterreinen B. en W. nog niet 'ge slaagd zijn in het vrijmaken van de ge- wensclite terreinen; dat inzake het aba- toir een ontwerp-reglement met het be stuur der coöperatie wordit overwogen en daarna aan den raad zal worden aan geboden dat aan B. en W. door het be stuur van het Groene Kruisl een uitvoe rig rapport omtrenit het stichten eener badinrichting is toegezonden, wat nu in handen van den directeur van gemeente werken is om advies en dat het dag. bestuur en de ingenieur v;an den polder Walcheren uitdrukkelijk hebben verze kerd, dat er van demping van. denSpui- fjoezem geen sprake kan zijn, mits eene e've'n groote wateroppervlakte elders in Vlissingen ter beschikking wordt gesteld, hetgeen me1#- heit oog opi de hooge kos ten, onuitvoerbaar is. De heer BERGER meent dat men dan het polderbestuur toch wel eens mag wijzen opi den stank; en inzake het abat- en wel niet in de beste orde, evenmin als de meeste bataillons. Wij maakten maar dat wij spoedig achter de herberg kwa men, waar ik het glas bier had gedron ken, doch oo-k hier stonden wij niet vei lig, want eenige 24 ponders doorboorden het huis en schoten den schoorsteen af, zoodat de steenen over ons heen vlogen. Eindelijk namen wij positie op eene hoog te, niet ver van-de abdij, alwaar wij ons verward bataillon weer in orde bragten en waar de afgedwaalde schapen, onder anderen ook de majoor, (die zeer onge rust was over het lot van zijn rossinant, die hij aan zijn oppasser had overgegeven en nu nog afwezig was, doch schielijk terug kwam) ons weder opzochten. Op deze kleine retraite werd behalve eenige schutters, die gekwetst werden of sneuvelden den 2den luitenant der 6de kompagnie Tolsma door een 12 ponder, welke zijn kracht reeds had verloren, den arm geblesseerd, zoodat hij tot eene on gelooflijke dikte opzwol, Nu en dan werd, terwijl wij op deze hoogte stonden, het vuur op ons gerigt, maar het scheen dat de Belgen de quan- titeit kruit niet best konden bepalen, die achter den kogel moest, want, óf de ko gels snorden over onze hoofden heen, öf zij vielen voor ons krachteloos op den grond. Eenige 12 ponders vonden wij vóór ons liggen. Het meeste vuur hadden de Belgen gerigt op een batterij, die op een hoogen en steilen berg aan de rech terzijde van den straatweg geposteerd was en waarbij men duidelijk den Prins L. ïieumann en Staal kade 4, steeds ook voorradig ir, het Alleen-depot: N V. Apotheek „Coronae" Bergen o. Zoom, Zuiveistr. 35> Tel. 52, Postgiro 3260, Aldaar ook steeds ver krijgbaar HE UMANN'S Diergeneesmiddelen. Het groote Pastoor Heu- munn-Boek 352 blz.150 afbeelding en ontvangt (j ratis enjranco ieder let er, die zijn adres in zendt aan Co Amsterdam C 87, Briekaart voldoende. (Ingez. MedU toir, dat hij heeft bedoeld een gemeente lijke verordening. Aan den heer ANDRIESSEN wordt nog (geantwoord, dait binnenkort met de tyierbeterinig van den Prins Hendrikweg wordt begonnen. met zijn staf konde onderscheiden. Onze batterijen lieten echter het vuur der Bel gen niet onbeantwoord. Het was 'n ge donder en gedreun, alsof de wereld ver gaan zoude. Nog werd er van beide kan ten verschrikkelijk geschoten, toen wij ook op de bergen aan de andere zijde der stad een geheele streek van rookko lommen zagen opstijgen. Het was de di visie van den generaal Saxen-Weimar, welke Leuven was omgetrokken en met haar zwaar geschut, dat geheel bij die divisie was, op de tegenovergestelde zijde van ons, op eene verschrikkelijke wijze de stad beschoot en zoo was dan Leuven geheel door de Hollanders ingesloten. Dit scheen den Belgen onverwacht over te komen, tenminste het op ons gerigt vuur bedaarde grootelijks. Misschien moesten zij op middelen bedacht zijn, om dien on- verwachten gast aan de andere zijde te beduiden, dat er belet was. Eindelijk hield het vuur der Belgen geheel op, waarop ook onze batterijen langzamer hand zwegen, terwijl Saxen-Weimar nog op eene geduchte wijze de stad beschoot, totdat ten laatste een legerorder van den Opperbevelhebber een einde aan het ge heele gevecht maakte, waarbij hij ter kennis van het leger bragt, dat tengevol ge van gemaakte schikkingen, de vijan den den volgenden morgen om vier uur de stad zouden ontruimen en dat wij de stad om zes uur ongedekt en in de na bijheid van het vijandelijk vuur zouden binnen trekken. Niemand kon zich van deze order een Veekeuring. De jaarlijksche keuringen van stieren en vrouwelijk rundvee, uitgaande van dë Provinciale Commissie ter bevordering van Rijkswege van de veefokkerij zullen gehouden worden te: Donderdag 1 Mei; Kortgene 10 uur v.m.; Kamperland 11,30; Wolphaartsdijk 2,30 uur n.m.; Vrijdag 2 Mei: Kloetinge 8 uur v.m.; Kruiningen 10,30 uur v.m.; 's-Gravenpolder 2 uur n.m.; Borssele 3 uur n.m.; Maandag 5 Mei: Serooskerke (W.) 10,30 uur v.m.; Gapinge 1,30 uur n.m.; St. Laurens 3.30 uur n.m,; Dinsdag 6 Mei: Oostkapelle 8 uur v.m.; Ossenisse 1 uur n.m.; Kloosterzande 3 uur n.m.; Woensdag 7 Mei: Graauw 8 uur v.m.; Clinge 10.30 uur v.m., St. Jansteen 2,30 uur n.m.; Donderdag 8 Mei: Hengstdijk 8,30 uur v.m.; Zaamslag 10,30 uur v.m.; Zuiddorpe 2 uur n.m.; Vrijdag 9 Mei: Axel 8,30 uur v.m.; Terneuzen 10,30 uur v.m.; Maandag 12 Mei: Souburg 1.30 uur n.m.; N. en St. Joosland 3,30 uur n.m.; Dinsdag 13 Mei: Eikerzee 9,30 uur v.m.; Renesse 11 uur v.m.; Burgh 2,30 uur n.m.; Woensdag 14 Mei: Moriaanshoofd 8,30 uur v.m.; Nieuwerkerk 10.30 uur v.m.; Noordgouwe 2,30 uur n.m.; Donderdag 15 Mei: Zierikzee 7.30 uur v.m.; Tholen 2,30 uur n.m.; Vrijdag 16 Mei: Poortvliet 8 uur v.m.; St. Annaland 10,30 uur v.m.; Stavenisse 3 uur n.m.; Maandag 19 Mei: Grijpskerke 1,30 uur n.m.; Koudekerke 3,30 uur n.m.; Dinsdag 20 Mei: Aarden burg 9,30 uur v.m.;IJzendijke 1,30 uur n.m.; Schoondijke 3,30 uur n.m.; Woens dag 21 Mei: Oostburg 9.30 uur v.m.; Don derdag 22 Mei: St. Kruis 8,30 uur v.m.; Eede 10 uur v.m.: Zuidzande 2 uur n.m.; Vrijdag 23 Mei: Nieuwvliet 8,30 uur v.m.; Biervliet 10,30 uur v.m. Op deze keuringen kan iedere veehou der ter mededinging naar prijzen en-of medailles stieren van minstens 9 maan den oud, voorzien van afstammingsbe wijzen van het Nederlandsche of Friesche Rundvee Stamboek of van een fokver- eeniging inzenden, alsmede koeien die minstens éénmaal zijn gekalfd. Wanneer stieren of koeien voor opna me in het N. R. S. Stamboek zijn op gegeven, worden deze tegelijkertijd hier voor gekeurd. De aangevoerde dieren worden door de keuringscommissie zooveel mogelijk besproken en is dit voor de veehouders zeer leerzaam. Daarom is het van groot belang, dat de veehouders deze keurin gen bijwonen, begrip maken. Er moest iets voorgeval len zijn, waarvan wij onkundig waren. Echter verheugden wij ons, er voor dien dag weer zoo gelukkig af gekomen te zijn en maakten toebereidselen om eene goe de ligplaats in orde te krijgen, teneinde ons in de eerste plaats, na zoo vele ver- moeijenissen, wat uit te rusten, waarna wij zorgden om onze magen weer werk zaam te maken. Ik ging nu miinen vriend Alta eens be zoeken, die met zijne kompagnie de wacht had bij eene groote pachthoeve, in welke de artillerie en curassiers bezig waren met de korenzolders te visiteeren of er ook haver was voor hare paarden en het huis op eene verschrikkelijke wijze plunderden, voor het oog van den pach ter met zijn geheele gezin. In het eerst trachtten wij dit te beletten, maar toen de dochter des huizes (een knappe meid) durfde te zeggen: „Laat ze maar begaan, laat ze maar begaan! morgen zullen de Franschen u wel krijgen!" gaven wij hun vrijheid te doen wat zij wilden en nu pres ten zij den boer met zijne knechten, om zelve de haver en hetgeen zij meer mede namen, naar hun bivouak te dragen. Zel ve namen wij ook wat boter, kaas, brood, melk en honig mede, zoodat de uitdruk king van dat meisje hun duur te staan kwam. Hoe die Franschen er bij in het spel kwamen, konden wij ons met be grijpen, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5