Rheumatiek Tweede bled van da PROVINCIALE ZEEUWSCHE laierdag 15 fftaód 1S3G No. 63. AMERIKAANSCHE NOTITIES GKOOTVADER'S GLORIE. mm (Tan onzen Amerikaanschen briefschrij ver.) Amerikaansch is geen Engelsch. Kort, korter, kortst. Zou het Yankee-Engelsch de wereld taal worden met de talkie? Er wordt al héél veel Engelsch gesproken op de aarde. Is ei* een verschil tusschen Engelsch «H Amerikaansch? Ongetwijfeld eai niet heel weinig ook! Het Engelsch, dat in Chicago of Milwaukee gesproken wordt is «ven ver afgeweken van het oorspron kelijke als het Zud-Afrikaansche in Kaap- «tad en Bloemfontein van ons Neder- fandsch. De gToote overeenkomst ligt in dm officieele boekentaal en zelfs daarin komen afwijkingen voor. Vojgems Londen, aou Amerika zich schuldig maken aan «en vergroving van de tale Shakespeare s en ofschoon daar heel veel van. aan is vbR niet te ontkennen, dat de Yankee's daarentegen de uitvinders zijn geworden Van woorden, zinnen en uitdrukkingen, die dan wel niet t>ij Keats en Shelley te vinden zijn, maar die toch buitengewoon goed passen in ons moderne leven. Zoo goed, dat zelfs de niet-Engeljsch spreken^ de wereld hen klakkeloos overneemt niet alleen, maar vrijwel in de onmogelijkheid verkeert om er een eigen nptionaa] woord voor te vinden. Hoeveel vernuftige brei nen hebben zich suf gepiekerd over een vertaling van efficiency of service? Wie verzint één kort woord voor de talkie, kannen wij „spreekie" zeggen of moeten we er ..kakelaar" van maken? De Amerikaansche zonden tegienover het Engelsch zijn vele en van den meest uiteenlöopenden aard. Om te beginnen wordt geen taal ter wereld door zooveel vreemd gevormde monden en tongvallen gesproken, zoodat het niet anders kaïn of deze laten er hun invloed op gelden. Gedwongen door den omgang en de sa menleving leeren alle immigranten, Tur ken, Polen, Noren, Grieken e.a. die ééne taal en het kan niet anders of zij moeten er bij een verhaspelden uitspraak hun stempel op drukken. Voorbeelden van die verminking zijn al klassiek op het amusementstooneel of in geschriften en wel hoe Duitschers, Joden en Italianen hel Yankee laten klinken. Natuurlijk zagen de producenten van de geluidsfilm hierin ook een groote humoristische aantrekkingskracht en hielden ze geen rekenjng met het feit, dat men buiten Amerika er de aardigheid li* i*' HET VERHAAL VAN DEN TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT. door H. G. CANNEGIETER. XI. Het gevecht bij Kermpt. Ieder die ons tegen kwam vertelde ons, dat de vijand zeer magtig was. Ook een officier van de dragonders, dien ik ken de vroeg ik hoe het er vóór ons uit zag. „Slecht!" antwoordde hij, „de vij and is talrijk, veel talrijker dan wij, wij kunnen het niet houden." Voorwaar, een slechte troost voor ons! Uitgezonderd 'n paar sectiën, welke nog en tirailleur ageerden, was de 13de afdeeling terug getrokken. Eindelijk geraakten wij onder het bereik van het vijandelijk vuur en onder een hagelbui van kogels hielden wij halt. De kogels vlogen ons echter allen over het hoofd, want wij stonden door den hollen weg goed gedekt, maar terwijl wij daar zoo stonden, ontstond er van voren eene hevige beweging. In eens maakten de voorsten „rechts omkeert!" en liepen ons, die achter waren, omver. Déér lag ik met het grootst gedeelte mijner kompagnie tegen den grond! Men kan denken hoe de schrik mij overwel digde toen ik zoo plotseling den grond kuste en zoo menigen schutter met zijne gespijkerde straathanden mijn rug voelde beuken. „Mijn God!" dacht ik, „wat is daar te doen!" In dat angstig oogenblik dacht ik, dat de vijandelijke cavallerie een uitval op ons deed en dat onze schutters in overhaasting de vlugt namen; onherroe pelijk waren wij dan verloren. In mijne verbeelding voelde ik reeds de hoeven der paarden en de armen en beenen met geduchte lange zwaarden van het lig- verstaan kan en het misschien voor Amerikaansch verslijt, wat het natuurlijk niet is. Een bekende Amerikaansche sport, die echter niet in de gesproken film aan de oppervlakte komt, is het vinden van nieuwe woorden, het vereenvoudigen van beslaande door een fonetische schrijfwij ze. Wanneer een bekende limonad'e-fahri- kant uit Brooklyn als aanbeveUugsmotto U Oo Us adverteert, in plaats van You Know Us, dan heeft hij ouder meer vier letters bezuinigd en een opvallend reclametrucje uitgehaald. Of hij de En ge Isclie taal er een dienst mee bewees is een andere vraag. Henry Ford heeft met zijn auto's, de Fordor, Tudor en Fordson-Tracters een •zelfde slimmigheidje bedacht in plaats van Four Door, Two Door en Sqn of Ford, d.i. zijn zoon Edse!, die zich spe ciaal op die tractors heeft geworpen. Be grijpt de buitenwerld, dat Tudor maar „twee portieren" beteekent? Ik betwij- feil het. Een gloeiende electrische reclame bo ven een kleermaker annonceert Bite Bilt Kloes en de bioscopen in het centrum een Midnite Show in plaats van Right Built Clothes en Midnight, ja zelfs thru voor through komt meer en meer voor in deftiger taal*) Al zijn we nog njet zoover gevoorderd dat een zoon van Albion zich hier in een vreemd land waant, toch zijn er reeksen woorden en uitdrukkingen, die hij niet spreekt en die hem bij het hooren onbe kend zijn. En de Europeaan, die zich Ouder en een aristocraat voelt, vindt dan dat zijn taal mishandeld wordt en neemt nu maatregelen om dat tegen te gaan. Ik beschouw het als mogelijk dat de talkie, de radio en de <jraadlooze tele foon onmerkbaar en stap voor stap eeu vreedzame annexatie van de heele we reld op taalgebied doen en dat zoo het Yankee over een kwart of een, halve eeuw de internationale spreektaal zal worden, zooals men van, Esperanto of een der andere systemen nu nog' hoopt. Hoe kleiner de wereld wordt door de moderne uitvindingen, lioe grooter de behoefte aan één algemeenje bekende taal zal worden en men behoeft maar het Brilsche Rijk met al zijn domeinen, de Vereenigde Staten van. N. Amerika met alle millioenen in andere landen, die het Engelsch min of meer machtig zijn tot de Chineesclie koelie óf de Arabische dragoman toe er bij te tellen om' tot de conclusie te komen, waar de eindoplos sing ligt. De zakelijke stuwkracht van Britten en Amerikanen samen overscha duwt verre die van andere talen, als Fransch of zelfs Spaansch. Waarom niet één taal als wereldtaal voor internationaal verkeer aan te ne men? Het valt niet te ontkennen, dat het jeugdig voortstormende Yankee al een groote voorsprong heeft. Of de regisseurs van de sprekende films in Hollywood zicli eeirigszins van deze verantwoordelijkheid bewust zijn, meen ik sterk te moeten betwijfelen. Dat lazen wij vele jaren geleden al geregeld in wetenschappelijke Ameri kaansche publicaties. Red. M. G. chaam geslagen worden. Toen er einde lijk een oogenblik van stilstand kwam, maakte ik van deze gunstige gelegenheid gebruik om op te staan; angstig zag ik rondom mij of ik ook vijandelijke caval lerie gewaar werd, maar neen, ik zag niets dan wolken van rook. Vele gissingen zijn er omtrent de reden van deze achterwaartsche beweging ge weest, maar de ware oorzaak is onbe kend gebleven. Sommigen zeiden dat de brigade-kommandant een kommando had gedaan dat door onzen majoor verkeerd verstaan zoude zijn; deze kommandeer de daarop „rechts-omkeert!" Het volk, denkende dat onze zaken verkeerd ston den en wij daarom retireeren moesten, retireerde in zulk eene haast en verwar ring, dat het mij en mijne geheele kom pagnie op den grond smeet en alles in de war geraakte. Wat ook de reden mag geweest zijn, ik dankte God, dat ik er met den schrik en een gebeukt ligchaam afkwam. Het kwam ook gelukkig weer tot staan en hoewel niet ieder officier bij zijn eigen volk was, want de kompagniën waren onder elkander gemengd geworden, rukten wij weer meer voorwaarts, tot er wederom „halt!" werd gekomman- deerd en de cavallerie vóór werd geroe pen, welke ook al heel schielijk ventre a terre ons voorbij vloog, maar even schielijk terug kwam. Wij bleven ondertusschen met het ge weer in den arm staan en deden niets, uitgezonderd de 1ste kompagnie, welke rechts van den weg en tirailleur was ge zonden; vervolgens rukten wij nog wat meer voorwaarts tot aan een hoek van den weg, vanwaar wij juist den toren van Kermpt vlak vóór ons hadden liggen. De vijand had twee stukjes geschut op het kerkhof geplant en schoot zóó met mitraille den weg langs, dat het onmo gelijk was hier lang, zonder een aanmer kelijk verlies, te blijven staan. Wij vroe PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Vergadering van Vrijdag 14 Maart. Voorzitter de Commissaris der Konin gin. Huurkoopinstallaties. Ook over het derde voorstel inzake een crediet voor de P.Z.E.M. en wel nu van 50.000 voor het verstrekken van huurkoopinstallaties is druk gediscussi eerd in de afdeelingen. In hun antwoord onderschrijven Ged. Staten dat de huur koopinstallaties vooral een uitkomst zijn voor huurders van pefceelen, welker eigenaren opzien tegen de uitgaven, aan den aanleg eener installatie verbonden. Maar dit is dan ook van belang voor de P.Z.E.M. Met opzet is de gelegenheid niet beperkt tot min gegoeden. Dat daarmee een premie zou worden gegeven aan hen die zeer wel een eigen installatie kunnen bekostigen, kunnen Ged. St. niet inzien. Men bedenke, dat het voordeel grootendeels gelegen is in de gemakkelij ke afbetalingsvoorwaarden en dat, wie dit voordeel kan ontberèn, het in den regel ook liever zal ontberen. Iemand, die meer dan 5 lichtpunten wil hebben, zal toch voordeeliger zijn met een eigen installatie, dus de huurkoop zal wel be perkt blijven tot arbeiders en kleine mid denstanders. Voor kleinere installaties is een langere betalingstermijn vastge steld dan voor een grootere, daar beide voor 200 stroom moeten hebben ge bruikt voor de installatie eigendom is. Op het verstrekken van gratis installa ties is men ook in Gelderland teruggeko men. Het stellen van een termijn van 3 maanden voor aansluiting heeft tweeër lei voordeelen, men beperkt het benoo- digde kapitaal en werkt snelle aanslui ting in de hand. Men mag geen middel ongebruikt laten om een net zoo spoe dig mogelijk productief te maken. Bij komst van een anderen bewoner zal deze huur moeten blijven betalen tot 200 stroom is verbruikt. Het ligt geenszins in de bedoeling huurkoopinstallaties al leen in de kommen der gemeenten ver krijgbaar te stellen. De installaties wor den compleet afgeleverd, dus met inbe grip van eenvoudige snoerpendels met kap en lampen. De prijzen daarvan zul len voor een installatie van 4 lichtpunten en 2 stopcontacten niet veel van 40 per installatie afwijken. De heer DE RIDDER bespreekt de ant woorden van Ged. Staten op het afdee- lingsverslag en betoogt, dat men niet moet houden aan de theorie, maar letten op de praktijk; en nu zal het voorstel z. i. geen uitbreiding van het verbruik met zich brengen, wel als men overgaat tot een kostelooze aansluiting als in Gel derland met groot succes is toegepast, mede door een tentoonstelling, waarna 3600 aanvragen in korten tijd inkwamen. Spr. stelt voor 50.000 te bestemmen voor z.g.n. kostelooze aansluiting en dit in den vorm van een motie. De heer DOELEMAN kan niet nala ten er op te wijzen, dat er toch in dit stelsel nog bevoorrechting is. Als 4 licht punten 40 kosten, mag voor 2 geraamd worden 25, voor 5 45. Spr. berekent dat de kleine man 11.60 premie krijgt bij het huurinkoopsysteem. Spr. stelt voor te bepalen, dat alleen zij met een zuiver inkomen van 1200 ten hoogste per jaar of voor huizen met ten hoogste 5 per week huurwaarde aan woningbouwvereenigingen en andere huiseigenaars. De heer OVERHOFF heeft het voor stel zeer toegejuicht; de kostelooze in- gen dan ook den majoor, wat wij moes ten doen, maar „ik heb geene orders!", was wederom zijn kort antwoord. Wij begrepen echter dat wij ons niet koelbloedig konden laten doodschieten, maar dat er iets gedaan moest worden en besloten toen ons zelve te redden, den majoor verzekerende, dat indien ,het niet goed afliep, hij voor alles verant woordelijk was. Nu ging ieder officier met het volk dat bij hem was daar, waar hij dacht den vijand de meesten schade te kunnen toebrengen en zoo verstrooi den wij ons links en rechts van den groo- ten weg. De, majoor bleef zeer koelbloe dig, uit een kort pijpje rookende, op zijnen rossinant zitten en trotseerde, als of hij onkwetsbaar was, een hagelbui van kogels. Ik sloeg met eenige anderen een zijwegje links van den weg in, alwaar wij gedekt door een hoogen wal, zelve tamelijk veilig, den vijand in een nabij gelegen bosch goed konden beschieten. Óp 'n kleinen afstand van ons zagen wij 5 ruiters in galop op ons aanrijden, welke met hunne mutsen zwaaiden en die wij door de geestdrift waarin, wij waren, voor onze eigene lanciers hielden. Een van onze schutters wilde al dadelijk er op los branden, maar een officier riep hem toe: „Schiet toch niet, jongen! Schiet niet! het is van ons eigen volk!" Toen zij echter nader kwamen schoten zij hunne karabijnen, die echter niet raakten, op ons los en hakten met hunne vervaar lijke zwaarden links en rechts van zich. Waren wij bij de hand en niet te driftig geweest, gemakkelijk zoude het ons ge vallen zijn hen krijgsgevangen te maken. Het was waarschijnlijk eene van de hoofd troep afgedwaalde verkenning. Het zoude mij zelfs niet verwonderen, dat zij, geen kans ziende om te ontkomen, door het zwaaien hunner mutsen te kennen wil den geven, dat zij zich overgaven, doch onze vergissing bemerkende, het uiter ste wilden wagen. Zij gedroegen zich Rheumatische pijnen en smarten worden steeds door Sloan's Liniment tot bedaren gebracht. Een kleine hoeveelheid er van, aangebracht op het pijnlijke gewricht of op de stramme Verkrijgbaar bit alle spieren, dringt door en deelt spoedig warmte en verlich ting toe aan de pijnlijke weefsels. Gij gevoelt U bijna onmiddellijk beter en de pijn is spoedig geheel verdwenen. Apo+bekers en Drogisten. (Ingez. MedT stallatie en meer lichtpunten dienen toch in kosten te worden omgezet. Spr. wil waken tegen verlies van een overheidsbedrijf; het geeft den tegenstan ders maar stof in handen voor critiek- Spr. ziet geen mogelijkheid het voorstel van den heer De Ridder practisch uit te voeren. Spr. wil in ieder geval het voor stel niet in gevaar brengen. Men had moeten bepalen, dat de afbetaling lan ger kan duren in het belang van den kleinen man. De heer VAN DIXHOORN vraagt of de heer De Ridder zijn plan ook op de buitenbewoners zou willen toepassen, De heer VAN 'T HOFF meent, dat men gerust kan zijn, dat de P. Z. E. M. er niet aan te kort komt, Spr. blijft bezwaar hebben tegen f 200 aan stroom en huur voor alle installa teurs. Hierdoor betalen de kleinen veel lan ger en veel meer. Spr. zou daarom liever een bepaald aantal K. W. U, nemen. Spr. voelt steeds voor gratis aanslui ting, maar het voorstel-De Ridder zal z. i. tot onbillijkheden leiden. Spr. meent, dat men met de prijzen naar beneden moet; dan stijgen het debiet en de aan sluitingen van zelf. De heer DE RIDDER vroeg het door hem ingediende voorstel nader onder de oogen te zien bij Ged, Staten, De heer REIL1NGH zou nooit met zulk een motie medegaan, dat ligt te veel op technisch terrein. De heer JOZIASSE voelt niet veel voor huurkoop, maar zal medewerken, omdat het debiet er door verhoogen zal. De here DIELEMAN verzekert, dat alle wenken zullen worden overgebracht. De bedoeling is, ieder der onderdeelen rendabel te maken, het is geen sociale bedoeling. In Gelderland deed men het ook alleen waar men succes verwachtte. Men moet ook hier het aan de P. Z. E. M. overlaten. Het stellen van een grens is moeilijk en te meer waar velen niet voor de bui tenwacht willen weten, hoeveel zij ver dienen. Ook komt het voor, dat een rij ke boer renteniert in een kleine arbei derswoning. De heer DOELEMAN blijft er bij. dat men personen een premie geeft. Hij wil alleen zijn voorstel intrekken, als Ged. Staten toezeggen met de bezwaren reke ning te zullen houden. De heer VAN 'T HOFF acht het on billijk, dat men menschen in een gemeen te, waar men niet aansloot, cadeautjes gaat geven. Dit tegenover personen in andere gemeenten die wel eigener be weging aansloten, De heer DIELEMAN wil alleen een snellere uitbreiding van het debiet; 't gaat dus alleen om het belang van het bedrijf zelf. Er is verschillend inzicht over een minimum bedrag in geld of in manhaftig; twee er van moesten het met den dood bekoopen en de anderen ge raakten er bij ons, hoewel niet heelhuids, door. Ook van ons werden eenigen door hen gewond. Het waren chasseurs a che- val, Kort had het gevecht nog maar ge duurd, toen er, behalve eenige schutters, ook reeds een officier buiten het gevecht werd gebracht; het was Kooistra, 2de luitenant bij de 2de kompagnie, die door een kogel in het gewricht van den voet was getroffen. Den geheelen avond ble ven wij zoo vechtende; wij avanceerden wel niet, maar retireerden evenmin. Uit de stukken hooge hennep, uit de bosschen en het kreupelhout, waarin de vijand zich verscholen had, overal van waar men vuur zag komen, werd, dik wijls zonder iets te zien en dus op goed geluk af, geschoten. Ook op ons werd op eene vreeselijke wijze gevuurd, hoe wel met weinig succes; de kogels vlogen meest over ons heen, waarom wij onze manschappen vermaanden vooral niet te hoog aan te leggen. Zelfs het geschut dat de vijand op het kerkhof te Kermpt had geplant, deed ons weinig nadeel. Nu en dan ging er een schot mitraille over ons hoofd even alsof er een geheele vlugt duiven over ons heen vloog, maar het schot kwam meest in de boomen te land en die het verst stonden werden dikwijls het eerst gekwetst. Van ons vielen er echter ook verscheidene. Enkelen vielen er, om nooit weer op te staan en me nigeen moest, zwaar gewond, het slag veld verlaten. Van de officieren was Kooistra reeds terug gebragt. Adama, Van der Veen en Hillebrands volgden hem. Zelfs waren er die gedurende het gevecht jichtig werden en één was er die, zooals hij geloofde, door een bajonet was gewond aan den voet, maar hoe en waar het gekomen was, kon hij niet zeggen; genoeg was het dat hij kreupel liep en dus het slagveld moest verlaten, De 2de K. W. U. Bij verlaging van den stroom- prijs duurt het bereiken van 200 veel langer, mara dan verdient de P. Z. E. M. minder op de stroomlevering. Het idee van den heer Doeleman zal worden over gebracht. De heer MOELKER wil gaarne mede helpen aan uitbreiding van het electri- citeitsverbruik. Spr. wil gaarne weten of alom gebruik kan worden gemaakt van den huurkoop. De heer OVERHÓFF kan niet mede gaan met het voorstel-Dieleman om allee over te laten aan de P. Z. E. M. ter be handeling. De heer ONDERDIJK verklaart, dat men moet oppassen, nu al te royaal te worden; dit kan later altijd nog geschie den. De heer VAN 'T HOFF waarschuwt er tegen een streek alles te geven en de andere niets. Een dergelijk voorstel moet men in de afdeelingen onderzoeken. De heer DIELEMAN trok zijn voorstel in. De heer OVERHOFT wil nog eens goed vastleggen, dat men de werkelijk bestaande huur moet nemen en niet de huurwaarde. De heer DE RIDDER trekt zijn voor stel in. De heer DOELEMAN handhaaft het zijne, doch wijzigt de 5 in 6. De heer DIELEMAN acht het gevaar lijk zonder nadere beschouwing met cij fers te werken. De heer DOELEMAN trok zijn motie in nadat de heer Onderdijk toe had ge zegd, dat de kwestie in den Raad van Bestuur zal worden besproken. Nadat met 25 tegen 9 stemmen be sloten was den heer Van 't Hoff voor de vierde maal het woord te verleenen, ver klaarde deze voor te zullen stemmen, niettegenstaande zijn bezwaren. Het voorstel van Ged. Staten werd aangenomen z. li. st. Overname netten te Scboon- dijke en Philippine. Het voorstel om een crediet van 30.000 gld, te verleenen voor overname der laagspanningsnetten van de gemeenten Schoöndijke en Philippine gaf in de af deelingen aanleiding tot enkele opmer kingen, waarop Ged. St. antwoorden, dat het aantal aansluitbare perceelen in de kom te Schoondijke 334 bedraagt en er 317 zijn aangesloten. De ongerijmdheid, dat voor meterhuur bij Schoondijke wordt opgegeven 1300 en bij Philippine ƒ704 met aan uitgaven voor beide gemeenten voor afschrijving eenzelfde bedrag 8 pet. van 2000, vindt haar oorzaak in het feit, dat te Schoondijke de meters van 't oude bedrijf, dateerend van 1913, zoo goed als afgeschreven zijn te beschou- (Voor vervolg zie men pagina drie.) luitenant Molanus kwam, alsof het eene bovenaardsche verschijning was, met eenige manschappen uit eene wolk van kruitdamp te voorschijn; hij was ook in de dij gekwetst, echter niet zóó erg dat hij ook achteruit gezonden moest wor den. Een van mijne schutters kreeg een kogel dwars door den nek; de kogel kwam aan den eenen kant, even boven den schouder, in en aan de andere zijde, even onder het oor weer uit. Men ried hem aan achteruit te gaan, maar hij had nog een schot in het geweer, dat er eerst uit moest en, nadat hij, met zijn door boorden nek had afgeschoten, verliet hij het gevecht. o ff Zoo bleven wij den geheelen avond vechtende, totdat de duisternis er een einde aan maakte. Ons Ibivouak was heerlijk; het was bestemd geweest voor de studenten en die heertjes hadden wel gezorgd dat er niet te weinig stroo was. Het was zeer duister. De majoor viel nog in een inge vallen graf, waaruit hij met veel moeite getrokken werd. Zelden of nooit heb ik een dag beleefd, waarop mij de dorst meer gekweld heeft als op dezen, het geen zeker door het afbijten van salpe- terige patronen {want wij hadden óók geweren) veroorzaakt was en water was nergens te vinden! Uit eene bijna opge droogde vijver joeg ik eerst de kikvor- schen weg en schepte toen wat drabbig water om te drinken; al ware het.vergif geweest, ik had het genomen om mijne tong te verkoelen. Afgemat van vermoeienis en vol treu rige gedachten viel ik weldra in een die pen en gerusten slaap. Wij hadden dezen avond het verlies te betreuren van ne gen en tachtig dooden en gekwetsten te zamen. Ik verloor van mijne kompagnie drie man en had negen gekwetsten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5