Rheumatiek
Tweede bled
van da
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
laierdag 15 fftaód 1S3G No. 63.
AMERIKAANSCHE NOTITIES
GKOOTVADER'S GLORIE.
mm
(Tan onzen Amerikaanschen briefschrij
ver.)
Amerikaansch is geen Engelsch.
Kort, korter, kortst. Zou
het Yankee-Engelsch de wereld
taal worden met de talkie?
Er wordt al héél veel Engelsch
gesproken op de aarde.
Is ei* een verschil tusschen Engelsch
«H Amerikaansch? Ongetwijfeld eai niet
heel weinig ook! Het Engelsch, dat in
Chicago of Milwaukee gesproken wordt
is «ven ver afgeweken van het oorspron
kelijke als het Zud-Afrikaansche in Kaap-
«tad en Bloemfontein van ons Neder-
fandsch. De gToote overeenkomst ligt in
dm officieele boekentaal en zelfs daarin
komen afwijkingen voor. Vojgems Londen,
aou Amerika zich schuldig maken aan
«en vergroving van de tale Shakespeare s
en ofschoon daar heel veel van. aan is
vbR niet te ontkennen, dat de Yankee's
daarentegen de uitvinders zijn geworden
Van woorden, zinnen en uitdrukkingen,
die dan wel niet t>ij Keats en Shelley te
vinden zijn, maar die toch buitengewoon
goed passen in ons moderne leven. Zoo
goed, dat zelfs de niet-Engeljsch spreken^
de wereld hen klakkeloos overneemt niet
alleen, maar vrijwel in de onmogelijkheid
verkeert om er een eigen nptionaa] woord
voor te vinden. Hoeveel vernuftige brei
nen hebben zich suf gepiekerd over een
vertaling van efficiency of service? Wie
verzint één kort woord voor de talkie,
kannen wij „spreekie" zeggen of moeten
we er ..kakelaar" van maken?
De Amerikaansche zonden tegienover
het Engelsch zijn vele en van den meest
uiteenlöopenden aard. Om te beginnen
wordt geen taal ter wereld door zooveel
vreemd gevormde monden en tongvallen
gesproken, zoodat het niet anders kaïn of
deze laten er hun invloed op gelden.
Gedwongen door den omgang en de sa
menleving leeren alle immigranten, Tur
ken, Polen, Noren, Grieken e.a. die ééne
taal en het kan niet anders of zij moeten
er bij een verhaspelden uitspraak hun
stempel op drukken. Voorbeelden van
die verminking zijn al klassiek op het
amusementstooneel of in geschriften en
wel hoe Duitschers, Joden en Italianen
hel Yankee laten klinken.
Natuurlijk zagen de producenten van
de geluidsfilm hierin ook een groote
humoristische aantrekkingskracht en
hielden ze geen rekenjng met het feit,
dat men buiten Amerika er de aardigheid
li* i*'
HET VERHAAL VAN DEN
TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT.
door
H. G. CANNEGIETER.
XI.
Het gevecht bij Kermpt.
Ieder die ons tegen kwam vertelde ons,
dat de vijand zeer magtig was. Ook een
officier van de dragonders, dien ik ken
de vroeg ik hoe het er vóór ons uit
zag. „Slecht!" antwoordde hij, „de vij
and is talrijk, veel talrijker dan wij, wij
kunnen het niet houden." Voorwaar, een
slechte troost voor ons! Uitgezonderd 'n
paar sectiën, welke nog en tirailleur
ageerden, was de 13de afdeeling terug
getrokken. Eindelijk geraakten wij onder
het bereik van het vijandelijk vuur en
onder een hagelbui van kogels hielden
wij halt. De kogels vlogen ons echter
allen over het hoofd, want wij stonden
door den hollen weg goed gedekt, maar
terwijl wij daar zoo stonden, ontstond er
van voren eene hevige beweging. In eens
maakten de voorsten „rechts omkeert!"
en liepen ons, die achter waren, omver.
Déér lag ik met het grootst gedeelte
mijner kompagnie tegen den grond! Men
kan denken hoe de schrik mij overwel
digde toen ik zoo plotseling den grond
kuste en zoo menigen schutter met zijne
gespijkerde straathanden mijn rug voelde
beuken.
„Mijn God!" dacht ik, „wat is daar te
doen!" In dat angstig oogenblik dacht ik,
dat de vijandelijke cavallerie een uitval
op ons deed en dat onze schutters in
overhaasting de vlugt namen; onherroe
pelijk waren wij dan verloren. In mijne
verbeelding voelde ik reeds de hoeven
der paarden en de armen en beenen met
geduchte lange zwaarden van het lig-
verstaan kan en het misschien voor
Amerikaansch verslijt, wat het natuurlijk
niet is.
Een bekende Amerikaansche sport, die
echter niet in de gesproken film aan
de oppervlakte komt, is het vinden van
nieuwe woorden, het vereenvoudigen van
beslaande door een fonetische schrijfwij
ze. Wanneer een bekende limonad'e-fahri-
kant uit Brooklyn als aanbeveUugsmotto
U Oo Us adverteert, in plaats van You
Know Us, dan heeft hij ouder meer
vier letters bezuinigd en een opvallend
reclametrucje uitgehaald. Of hij de En
ge Isclie taal er een dienst mee bewees
is een andere vraag.
Henry Ford heeft met zijn auto's, de
Fordor, Tudor en Fordson-Tracters een
•zelfde slimmigheidje bedacht in plaats
van Four Door, Two Door en Sqn of
Ford, d.i. zijn zoon Edse!, die zich spe
ciaal op die tractors heeft geworpen. Be
grijpt de buitenwerld, dat Tudor maar
„twee portieren" beteekent? Ik betwij-
feil het.
Een gloeiende electrische reclame bo
ven een kleermaker annonceert Bite Bilt
Kloes en de bioscopen in het centrum
een Midnite Show in plaats van Right
Built Clothes en Midnight, ja zelfs thru
voor through komt meer en meer voor in
deftiger taal*)
Al zijn we nog njet zoover gevoorderd
dat een zoon van Albion zich hier in een
vreemd land waant, toch zijn er reeksen
woorden en uitdrukkingen, die hij niet
spreekt en die hem bij het hooren onbe
kend zijn. En de Europeaan, die zich
Ouder en een aristocraat voelt, vindt dan
dat zijn taal mishandeld wordt en neemt
nu maatregelen om dat tegen te gaan.
Ik beschouw het als mogelijk dat de
talkie, de radio en de <jraadlooze tele
foon onmerkbaar en stap voor stap eeu
vreedzame annexatie van de heele we
reld op taalgebied doen en dat zoo het
Yankee over een kwart of een, halve
eeuw de internationale spreektaal zal
worden, zooals men van, Esperanto of
een der andere systemen nu nog' hoopt.
Hoe kleiner de wereld wordt door de
moderne uitvindingen, lioe grooter de
behoefte aan één algemeenje bekende
taal zal worden en men behoeft maar het
Brilsche Rijk met al zijn domeinen, de
Vereenigde Staten van. N. Amerika met
alle millioenen in andere landen, die het
Engelsch min of meer machtig zijn tot
de Chineesclie koelie óf de Arabische
dragoman toe er bij te tellen om' tot de
conclusie te komen, waar de eindoplos
sing ligt. De zakelijke stuwkracht van
Britten en Amerikanen samen overscha
duwt verre die van andere talen, als
Fransch of zelfs Spaansch.
Waarom niet één taal als wereldtaal
voor internationaal verkeer aan te ne
men? Het valt niet te ontkennen, dat het
jeugdig voortstormende Yankee al een
groote voorsprong heeft.
Of de regisseurs van de sprekende
films in Hollywood zicli eeirigszins van
deze verantwoordelijkheid bewust zijn,
meen ik sterk te moeten betwijfelen.
Dat lazen wij vele jaren geleden al
geregeld in wetenschappelijke Ameri
kaansche publicaties. Red. M. G.
chaam geslagen worden. Toen er einde
lijk een oogenblik van stilstand kwam,
maakte ik van deze gunstige gelegenheid
gebruik om op te staan; angstig zag ik
rondom mij of ik ook vijandelijke caval
lerie gewaar werd, maar neen, ik zag
niets dan wolken van rook.
Vele gissingen zijn er omtrent de reden
van deze achterwaartsche beweging ge
weest, maar de ware oorzaak is onbe
kend gebleven. Sommigen zeiden dat de
brigade-kommandant een kommando had
gedaan dat door onzen majoor verkeerd
verstaan zoude zijn; deze kommandeer
de daarop „rechts-omkeert!" Het volk,
denkende dat onze zaken verkeerd ston
den en wij daarom retireeren moesten,
retireerde in zulk eene haast en verwar
ring, dat het mij en mijne geheele kom
pagnie op den grond smeet en alles in
de war geraakte. Wat ook de reden mag
geweest zijn, ik dankte God, dat ik er
met den schrik en een gebeukt ligchaam
afkwam.
Het kwam ook gelukkig weer tot staan
en hoewel niet ieder officier bij zijn eigen
volk was, want de kompagniën waren
onder elkander gemengd geworden,
rukten wij weer meer voorwaarts, tot
er wederom „halt!" werd gekomman-
deerd en de cavallerie vóór werd geroe
pen, welke ook al heel schielijk ventre
a terre ons voorbij vloog, maar even
schielijk terug kwam.
Wij bleven ondertusschen met het ge
weer in den arm staan en deden niets,
uitgezonderd de 1ste kompagnie, welke
rechts van den weg en tirailleur was ge
zonden; vervolgens rukten wij nog wat
meer voorwaarts tot aan een hoek van
den weg, vanwaar wij juist den toren van
Kermpt vlak vóór ons hadden liggen.
De vijand had twee stukjes geschut op
het kerkhof geplant en schoot zóó met
mitraille den weg langs, dat het onmo
gelijk was hier lang, zonder een aanmer
kelijk verlies, te blijven staan. Wij vroe
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
Vergadering van Vrijdag 14 Maart.
Voorzitter de Commissaris der Konin
gin.
Huurkoopinstallaties.
Ook over het derde voorstel inzake
een crediet voor de P.Z.E.M. en wel nu
van 50.000 voor het verstrekken van
huurkoopinstallaties is druk gediscussi
eerd in de afdeelingen. In hun antwoord
onderschrijven Ged. Staten dat de huur
koopinstallaties vooral een uitkomst zijn
voor huurders van pefceelen, welker
eigenaren opzien tegen de uitgaven, aan
den aanleg eener installatie verbonden.
Maar dit is dan ook van belang voor de
P.Z.E.M. Met opzet is de gelegenheid niet
beperkt tot min gegoeden. Dat daarmee
een premie zou worden gegeven aan
hen die zeer wel een eigen installatie
kunnen bekostigen, kunnen Ged. St. niet
inzien. Men bedenke, dat het voordeel
grootendeels gelegen is in de gemakkelij
ke afbetalingsvoorwaarden en dat, wie
dit voordeel kan ontberèn, het in den
regel ook liever zal ontberen. Iemand,
die meer dan 5 lichtpunten wil hebben,
zal toch voordeeliger zijn met een eigen
installatie, dus de huurkoop zal wel be
perkt blijven tot arbeiders en kleine mid
denstanders. Voor kleinere installaties
is een langere betalingstermijn vastge
steld dan voor een grootere, daar beide
voor 200 stroom moeten hebben ge
bruikt voor de installatie eigendom is.
Op het verstrekken van gratis installa
ties is men ook in Gelderland teruggeko
men. Het stellen van een termijn van 3
maanden voor aansluiting heeft tweeër
lei voordeelen, men beperkt het benoo-
digde kapitaal en werkt snelle aanslui
ting in de hand. Men mag geen middel
ongebruikt laten om een net zoo spoe
dig mogelijk productief te maken. Bij
komst van een anderen bewoner zal deze
huur moeten blijven betalen tot 200
stroom is verbruikt. Het ligt geenszins
in de bedoeling huurkoopinstallaties al
leen in de kommen der gemeenten ver
krijgbaar te stellen. De installaties wor
den compleet afgeleverd, dus met inbe
grip van eenvoudige snoerpendels met
kap en lampen. De prijzen daarvan zul
len voor een installatie van 4 lichtpunten
en 2 stopcontacten niet veel van 40 per
installatie afwijken.
De heer DE RIDDER bespreekt de ant
woorden van Ged. Staten op het afdee-
lingsverslag en betoogt, dat men niet
moet houden aan de theorie, maar letten
op de praktijk; en nu zal het voorstel
z. i. geen uitbreiding van het verbruik
met zich brengen, wel als men overgaat
tot een kostelooze aansluiting als in Gel
derland met groot succes is toegepast,
mede door een tentoonstelling, waarna
3600 aanvragen in korten tijd inkwamen.
Spr. stelt voor 50.000 te bestemmen
voor z.g.n. kostelooze aansluiting en dit
in den vorm van een motie.
De heer DOELEMAN kan niet nala
ten er op te wijzen, dat er toch in dit
stelsel nog bevoorrechting is. Als 4 licht
punten 40 kosten, mag voor 2 geraamd
worden 25, voor 5 45.
Spr. berekent dat de kleine man 11.60
premie krijgt bij het huurinkoopsysteem.
Spr. stelt voor te bepalen, dat alleen zij
met een zuiver inkomen van 1200 ten
hoogste per jaar of voor huizen met ten
hoogste 5 per week huurwaarde aan
woningbouwvereenigingen en andere
huiseigenaars.
De heer OVERHOFF heeft het voor
stel zeer toegejuicht; de kostelooze in-
gen dan ook den majoor, wat wij moes
ten doen, maar „ik heb geene orders!",
was wederom zijn kort antwoord.
Wij begrepen echter dat wij ons niet
koelbloedig konden laten doodschieten,
maar dat er iets gedaan moest worden
en besloten toen ons zelve te redden,
den majoor verzekerende, dat indien ,het
niet goed afliep, hij voor alles verant
woordelijk was. Nu ging ieder officier
met het volk dat bij hem was daar, waar
hij dacht den vijand de meesten schade
te kunnen toebrengen en zoo verstrooi
den wij ons links en rechts van den groo-
ten weg. De, majoor bleef zeer koelbloe
dig, uit een kort pijpje rookende, op
zijnen rossinant zitten en trotseerde, als
of hij onkwetsbaar was, een hagelbui van
kogels. Ik sloeg met eenige anderen een
zijwegje links van den weg in, alwaar
wij gedekt door een hoogen wal, zelve
tamelijk veilig, den vijand in een nabij
gelegen bosch goed konden beschieten.
Óp 'n kleinen afstand van ons zagen wij 5
ruiters in galop op ons aanrijden, welke
met hunne mutsen zwaaiden en die wij
door de geestdrift waarin, wij waren,
voor onze eigene lanciers hielden. Een
van onze schutters wilde al dadelijk er
op los branden, maar een officier riep
hem toe: „Schiet toch niet, jongen! Schiet
niet! het is van ons eigen volk!" Toen zij
echter nader kwamen schoten zij hunne
karabijnen, die echter niet raakten, op
ons los en hakten met hunne vervaar
lijke zwaarden links en rechts van zich.
Waren wij bij de hand en niet te driftig
geweest, gemakkelijk zoude het ons ge
vallen zijn hen krijgsgevangen te maken.
Het was waarschijnlijk eene van de hoofd
troep afgedwaalde verkenning. Het zoude
mij zelfs niet verwonderen, dat zij, geen
kans ziende om te ontkomen, door het
zwaaien hunner mutsen te kennen wil
den geven, dat zij zich overgaven, doch
onze vergissing bemerkende, het uiter
ste wilden wagen. Zij gedroegen zich
Rheumatische pijnen en smarten
worden steeds door Sloan's
Liniment tot bedaren gebracht.
Een kleine hoeveelheid er van,
aangebracht op het pijnlijke
gewricht of op de stramme
Verkrijgbaar bit alle
spieren, dringt door en deelt
spoedig warmte en verlich
ting toe aan de pijnlijke
weefsels. Gij gevoelt U bijna
onmiddellijk beter en de pijn is
spoedig geheel verdwenen.
Apo+bekers en Drogisten.
(Ingez. MedT
stallatie en meer lichtpunten dienen toch
in kosten te worden omgezet.
Spr. wil waken tegen verlies van een
overheidsbedrijf; het geeft den tegenstan
ders maar stof in handen voor critiek-
Spr. ziet geen mogelijkheid het voorstel
van den heer De Ridder practisch uit te
voeren. Spr. wil in ieder geval het voor
stel niet in gevaar brengen. Men had
moeten bepalen, dat de afbetaling lan
ger kan duren in het belang van den
kleinen man.
De heer VAN DIXHOORN vraagt of
de heer De Ridder zijn plan ook op de
buitenbewoners zou willen toepassen,
De heer VAN 'T HOFF meent, dat
men gerust kan zijn, dat de P. Z. E. M.
er niet aan te kort komt,
Spr. blijft bezwaar hebben tegen f 200
aan stroom en huur voor alle installa
teurs.
Hierdoor betalen de kleinen veel lan
ger en veel meer. Spr. zou daarom liever
een bepaald aantal K. W. U, nemen.
Spr. voelt steeds voor gratis aanslui
ting, maar het voorstel-De Ridder zal z.
i. tot onbillijkheden leiden. Spr. meent,
dat men met de prijzen naar beneden
moet; dan stijgen het debiet en de aan
sluitingen van zelf.
De heer DE RIDDER vroeg het door
hem ingediende voorstel nader onder de
oogen te zien bij Ged, Staten,
De heer REIL1NGH zou nooit met zulk
een motie medegaan, dat ligt te veel op
technisch terrein.
De heer JOZIASSE voelt niet veel
voor huurkoop, maar zal medewerken,
omdat het debiet er door verhoogen zal.
De here DIELEMAN verzekert, dat
alle wenken zullen worden overgebracht.
De bedoeling is, ieder der onderdeelen
rendabel te maken, het is geen sociale
bedoeling. In Gelderland deed men het
ook alleen waar men succes verwachtte.
Men moet ook hier het aan de P. Z. E.
M. overlaten.
Het stellen van een grens is moeilijk
en te meer waar velen niet voor de bui
tenwacht willen weten, hoeveel zij ver
dienen. Ook komt het voor, dat een rij
ke boer renteniert in een kleine arbei
derswoning.
De heer DOELEMAN blijft er bij. dat
men personen een premie geeft. Hij wil
alleen zijn voorstel intrekken, als Ged.
Staten toezeggen met de bezwaren reke
ning te zullen houden.
De heer VAN 'T HOFF acht het on
billijk, dat men menschen in een gemeen
te, waar men niet aansloot, cadeautjes
gaat geven. Dit tegenover personen in
andere gemeenten die wel eigener be
weging aansloten,
De heer DIELEMAN wil alleen een
snellere uitbreiding van het debiet; 't
gaat dus alleen om het belang van het
bedrijf zelf. Er is verschillend inzicht
over een minimum bedrag in geld of in
manhaftig; twee er van moesten het met
den dood bekoopen en de anderen ge
raakten er bij ons, hoewel niet heelhuids,
door. Ook van ons werden eenigen door
hen gewond. Het waren chasseurs a che-
val,
Kort had het gevecht nog maar ge
duurd, toen er, behalve eenige schutters,
ook reeds een officier buiten het gevecht
werd gebracht; het was Kooistra, 2de
luitenant bij de 2de kompagnie, die door
een kogel in het gewricht van den voet
was getroffen. Den geheelen avond ble
ven wij zoo vechtende; wij avanceerden
wel niet, maar retireerden evenmin.
Uit de stukken hooge hennep, uit de
bosschen en het kreupelhout, waarin de
vijand zich verscholen had, overal van
waar men vuur zag komen, werd, dik
wijls zonder iets te zien en dus op goed
geluk af, geschoten. Ook op ons werd
op eene vreeselijke wijze gevuurd, hoe
wel met weinig succes; de kogels vlogen
meest over ons heen, waarom wij onze
manschappen vermaanden vooral niet te
hoog aan te leggen. Zelfs het geschut dat
de vijand op het kerkhof te Kermpt had
geplant, deed ons weinig nadeel. Nu en
dan ging er een schot mitraille over ons
hoofd even alsof er een geheele vlugt
duiven over ons heen vloog, maar het
schot kwam meest in de boomen te land
en die het verst stonden werden dikwijls
het eerst gekwetst. Van ons vielen er
echter ook verscheidene. Enkelen vielen
er, om nooit weer op te staan en me
nigeen moest, zwaar gewond, het slag
veld verlaten. Van de officieren was
Kooistra reeds terug gebragt. Adama,
Van der Veen en Hillebrands volgden
hem. Zelfs waren er die gedurende het
gevecht jichtig werden en één was er die,
zooals hij geloofde, door een bajonet was
gewond aan den voet, maar hoe en waar
het gekomen was, kon hij niet zeggen;
genoeg was het dat hij kreupel liep en
dus het slagveld moest verlaten, De 2de
K. W. U. Bij verlaging van den stroom-
prijs duurt het bereiken van 200 veel
langer, mara dan verdient de P. Z. E. M.
minder op de stroomlevering. Het idee
van den heer Doeleman zal worden over
gebracht.
De heer MOELKER wil gaarne mede
helpen aan uitbreiding van het electri-
citeitsverbruik.
Spr. wil gaarne weten of alom gebruik
kan worden gemaakt van den huurkoop.
De heer OVERHÓFF kan niet mede
gaan met het voorstel-Dieleman om allee
over te laten aan de P. Z. E. M. ter be
handeling.
De heer ONDERDIJK verklaart, dat
men moet oppassen, nu al te royaal te
worden; dit kan later altijd nog geschie
den.
De heer VAN 'T HOFF waarschuwt
er tegen een streek alles te geven en de
andere niets. Een dergelijk voorstel moet
men in de afdeelingen onderzoeken.
De heer DIELEMAN trok zijn voorstel
in.
De heer OVERHOFT wil nog eens
goed vastleggen, dat men de werkelijk
bestaande huur moet nemen en niet de
huurwaarde.
De heer DE RIDDER trekt zijn voor
stel in.
De heer DOELEMAN handhaaft het
zijne, doch wijzigt de 5 in 6.
De heer DIELEMAN acht het gevaar
lijk zonder nadere beschouwing met cij
fers te werken.
De heer DOELEMAN trok zijn motie
in nadat de heer Onderdijk toe had ge
zegd, dat de kwestie in den Raad van
Bestuur zal worden besproken.
Nadat met 25 tegen 9 stemmen be
sloten was den heer Van 't Hoff voor de
vierde maal het woord te verleenen, ver
klaarde deze voor te zullen stemmen,
niettegenstaande zijn bezwaren.
Het voorstel van Ged. Staten werd
aangenomen z. li. st.
Overname netten te Scboon-
dijke en Philippine.
Het voorstel om een crediet van 30.000
gld, te verleenen voor overname der
laagspanningsnetten van de gemeenten
Schoöndijke en Philippine gaf in de af
deelingen aanleiding tot enkele opmer
kingen, waarop Ged. St. antwoorden, dat
het aantal aansluitbare perceelen in de
kom te Schoondijke 334 bedraagt en er
317 zijn aangesloten. De ongerijmdheid,
dat voor meterhuur bij Schoondijke wordt
opgegeven 1300 en bij Philippine ƒ704
met aan uitgaven voor beide gemeenten
voor afschrijving eenzelfde bedrag 8 pet.
van 2000, vindt haar oorzaak in het
feit, dat te Schoondijke de meters van 't
oude bedrijf, dateerend van 1913, zoo
goed als afgeschreven zijn te beschou-
(Voor vervolg zie men pagina drie.)
luitenant Molanus kwam, alsof het eene
bovenaardsche verschijning was, met
eenige manschappen uit eene wolk van
kruitdamp te voorschijn; hij was ook in
de dij gekwetst, echter niet zóó erg dat
hij ook achteruit gezonden moest wor
den. Een van mijne schutters kreeg een
kogel dwars door den nek; de kogel
kwam aan den eenen kant, even boven
den schouder, in en aan de andere zijde,
even onder het oor weer uit. Men ried
hem aan achteruit te gaan, maar hij had
nog een schot in het geweer, dat er eerst
uit moest en, nadat hij, met zijn door
boorden nek had afgeschoten, verliet hij
het gevecht.
o ff
Zoo bleven wij den geheelen avond
vechtende, totdat de duisternis er een
einde aan maakte.
Ons Ibivouak was heerlijk; het was
bestemd geweest voor de studenten en
die heertjes hadden wel gezorgd dat er
niet te weinig stroo was. Het was zeer
duister. De majoor viel nog in een inge
vallen graf, waaruit hij met veel moeite
getrokken werd. Zelden of nooit heb ik
een dag beleefd, waarop mij de dorst
meer gekweld heeft als op dezen, het
geen zeker door het afbijten van salpe-
terige patronen {want wij hadden óók
geweren) veroorzaakt was en water was
nergens te vinden! Uit eene bijna opge
droogde vijver joeg ik eerst de kikvor-
schen weg en schepte toen wat drabbig
water om te drinken; al ware het.vergif
geweest, ik had het genomen om mijne
tong te verkoelen.
Afgemat van vermoeienis en vol treu
rige gedachten viel ik weldra in een die
pen en gerusten slaap. Wij hadden dezen
avond het verlies te betreuren van ne
gen en tachtig dooden en gekwetsten te
zamen. Ik verloor van mijne kompagnie
drie man en had negen gekwetsten.
(Wordt vervolgd.)